EEN SCHATTENJACHT IN DE BIBLIOTHEEK...
KAARTEN EN PLANNEN, VAN DE OUDHEID TOT NU, IN DE WESTERSE WERELD
INHOUDSOPGAVE Beknopte geschiedenis van de (Europese) cartografie De Oudheid (ca. 5000 v. Chr. - 500 n. Chr.) De Middeleeuwen (ca. 500 - 1500) De Nieuwe Tijd (ca. 1500-1800) De Nieuwste Tijd (ca. 1800- 1945) Vandaag Het waarom en hoe van een kaart...
3 3 3 4 6 9 9
Wat is een kaart?
10
Enkele kenmerkende eigenschappen van een kaart De schaal Hoogte en reliëf Een kaart is plat, de wereld rond Coördinaten
10 10 10 11 12
Bibliografie
12
KAARTEN EN PLANNEN, VAN DE OUDHEID TOT NU, IN DE WESTERSE WERELD BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN DE (EUROPESE) CARTOGRAFIE • EERST EN VOORAL, WAT IS EEN KAART? Een kaart is een document, in papier of elektronische vorm, dat op een verkleinde schaal de wereld, een deeltje van de wereld of een specifieke plaats weergeeft, bijvoorbeeld de supermarkt of het museum. Hij wordt gebruikt door mensen die zich willen situeren, of zich willen verplaatsen van de ene plaats naar de andere. Een kaart brengt een bepaalde plaats of omgeving op een schematische manier weer. Uiteindelijk hebben
kaarten het doel op een visuele manier een synthese te brengen van informatie die in geschreven vorm heel wat moeilijker te begrijpen zou zijn. Maar lang niet alle kaarten bestonden op papier of werden gebundeld in een boek. De cartografie zoals we die nu kennen heeft een lange weg afgelegd. Vandaar, een korte geschiedenis van de cartografie.
• OUDHEID (CA. 5000 V.C. - 500 N.C.) Sinds mensenheugnis heeft de mens zijn omgeving en de wereld rondom zich in kaart gebracht. Uit nieuwsgierigheid, om zijn omgeving te verkennen en te beheren zocht hij een middel om zich te oriënteren. Nog voor het schrift was uitgevonden probeerde de mens de contouren en de grenzen van het stukje wereld dat hij kende ‘in kaart te brengen’. De oudste wereldkaarten zijn terug te vinden op kleitabletten in Mesopotamië die dateren van ongeveer 500 v.C. Men kan er echter vanuit gaan dat de mens zich al veel vroeger een beeld trachtte te vormen van Service éducatif - KBR
hoe de wereld en zijn omgeving er precies uitzagen, ook al zijn er daarvan geen sporen terug te vinden. Het toenmalige wereldbeeld vertrok vanuit het idee dat de wereld een platte schijf was, omgeven door water. Het waren de Grieken, meer bepaald Pythagoras, die in de 4de eeuw v.C. voor het eerst de wereld als een ronde bol beschreven. Deze theorie werd bevestigd door de waarnemingen van zeelieden en de metingen van astronomen en meetkundigen. Twee eeuwen later werd de omtrek van de aarde 3
met een verbazingwekkende nauwkeurigheid gemeten door Eratosthenes. Hij was wiskundige, astronoom, aardrijkskundige en bibliothecaris van de bibliotheek van Alexandrië. Met een aardomtrek van 39.700 km bleef deze berekening ruim 2000 jaar de beste meeting. Ptolemaeus, die eveneens in Alexandrië werkte, ontwikkelde in de 2de eeuw n.C. een systeem met lengte- en breedtegraden. Hij dacht na over een wetenschappelijke voorstelling van de bolvormige aarde die uiteindelijk de basis heeft gelegd voor de wetenschappelijke cartografie in het Westen. Zijn handboek ‘Geographia’, de voorloper van de moderne atlas (in zijn vertaling beter gekend als ‘Cosmographia’), reikte de vereiste wetenschappelijke methoden aan om de wereld in kaartvorm voor te stellen. Opvallend is dat de plaats waar de wetenschapper zich bevond, was telkens het middelpunt van de wereldkaart.
Samengevat: - de eerste wereldkaarten = kleitabletten uit ca. 500 voor Christus - Pythagoras als eerste de wereld als een ronde bol (4de eeuw voor Christus) - Ptolemaeus berekent de aardomtrek met verbazende nauwkeurigheid en schrijft een handboek ‘Geographia’ dat later een grote invloed zal uitoefenen op de westerse cartografie - De woonplaats van de wetenschapper is telkens het middelpunt van zijn kaart
• DE MIDDELEEUWEN (CA. 500 - 1500) In de Middeleeuwen kende de cartografie in WestEuropa een periode van verval. Het oprukkende christendom zorgde ervoor dat de wetenschappelijke cartografie een stapje terug moest zetten. Hoewel het idee van een bolvormige aarde door de meeste wetenschappers in de Middeleeuwen erkend werd, ontsnapt ook de wetenschap niet aan de dogma’s van de katholieke kerk. De aarde werd voorgesteld zoals de bijbel het aangaf: als een plat oppervlak. Niet verwonderlijk dat de meeste Europese kaarten uit de Middeleeuwen de wereld afbeeldden als een platte schijf omgeven door water. Vanaf de 8ste eeuw kregen deze
4
schematische kaarten ook een specifieke naam, meer bepaald ‘T-O kaarten’. De zee wordt er voorgesteld door een cirkel ‘O’, terwijl de ‘T’ binnenin de wereld voorstelt. Deze ‘T’ zorgt ervoor dat de wereld onderverdeeld wordt in drie continenten: Afrika, Azië en Europa. De verticale lijn is een representatie van de Nijl, de middellandse Zee en de Bosporus. We kunnen daaruit besluiten dat de Middeleeuwse kaarten alles behalve wetenschappelijk correct waren. Ze hadden eerder een symbolische waarde en waren vooral een middel om de christelijke geloofsleer te verspreiden.
Service éducatif - KBR
Service éducatif - KBR
5
Symboliek achter de ‘T-O kaarten’: - Niet het noorden maar het oosten ligt bovenaan bij deze kaarten. Verklaring: Genesis 2/8: ‘In Eeden, in het oosten, legde God, de Heer, een tuin aan…’ - De T staat symbool voor het kruis van Christus - Jeruzalem is altijd het middelpunt van de ‘T-O kaarten’
Tijdens de late middeleeuwen werd WestEuropa uit zijn wetenschappelijke slaap gewekt. Handelaars en zeelieden brachten een nieuwe kentering te weeg. De vraag naar meer bruikbare en nauwkeuriger kaarten steeg. Kaarten werden vanaf nu ook voorzien van een kompasroos om de oriëntatie op zee ten opzichte van kusten en havens te vergemakkelijken. West-Europa werd toonaangevend op vlak van de cartografische ontwikkelingen. Aanvankelijk in Italië en later in Portugal en Spanje kende de cartografie een grote bloei. Van daaruit vertrokken de grote zeereizen en begonnen de ontdekkingsreizen aan hun opmars, deels uit religieuze motieven maar nog veel meer uit economische belangen. In het begin van de 15de eeuw werd de
‘Geographia’ van Ptolemaeus via zijn Latijnse vertaling over het Westen verspreid en bestudeerd dankzij de ontwikkeling van de boekdrukkunst. Zijn werk werd ook het uitgangspunt voor de wetenschappers uit de 16de en 17de eeuw. (cf. infra) Ze gaan zijn werk kritisch bekijken, verbeteren en van daaruit nieuwe methoden ontwikkelen om nauwkeuriger plaatsen te kunnen bepalen en weer te geven. Ze probeerden ook de kaarttechnieken te optimaliseren zodat de bolvorm van de aarde zo juist mogelijk op een kaart kon worden weergegeven. Op het einde van de 15de eeuw ontdekte Columbus een ‘nieuwe wereld’. Deze ontdekking zorgde ervoor dat het wereldbeeld opnieuw een drastische verandering onderging.
• DE NIEUWE TIJD (CA. 1500-1800)
6
Service éducatif - KBR
De 16de eeuw is dé bloeiperiode voor de cartografie dankzij de vele ontdekkingsreizen. Vanaf 1570 wordt Antwerpen de metropool voor de productie en verkoop van kaarten en globes. Stilaan worden nieuwe methodieken toegepast, nieuw ontdekte gebieden krijgen een plaats op de wereldkaart en de nauwkeurigheid van de kaarten wordt steeds beter. Twee sleutelfiguren uit deze periode zijn Ptolemaeus en Mercator. Hoewel Ptolemaeus in de 2de eeuw leefde, was hij ook in de 16de eeuw nog van groot belang voor de wetenschappers. Hij was de inspiratiebron voor vele projecties die tijdens deze eeuw werden voorgesteld. Daarnaast is er Mercator, belangrijkste (Belgisch) geograaf en cartograaf uit deze eeuw. Als grondlegger van de moderne cartografie zorgt Mercator voor vernieuwing in het cartografische landschap. Het in kaart brengen van de bolvormige aarde, of grote delen ervan,
Service éducatif - KBR
is helemaal niet eenvoudig. Hoewel een echte wereldbol of globe het beste instrument is om een plaats of richting te bepalen is het allesbehalve een praktisch instrument om mee te nemen. Mercator gebruikte daarom een methode waarbij de wereld op een vlak oppervlak, een kaart, kon worden weergegeven. Deze methode wordt de mercatorprojectie genoemd. Ze was van groot belang voor de scheepvaart. Ook vandaag nog wordt deze methode gebruikt voor navigatiekaarten. Het nadeel van deze projectie is dat de oppervlakte van de continenten niet correspondeert met de realiteit. Zo lijkt Groenland op de kaart van Mercator veel groter dan Zuid-Amerika terwijl het in werkelijkheid veel kleiner is. Enkele bekende kaarten van Mercator zijn de kaart van Vlaanderen (1539), zijn kaart van Europa (1554) en zijn wereldkaart (1569).
7
Na 1585 verlaten veel Vlaamse cartografen Antwerpen en gaan ze zich vestigen in Amsterdam. Niet verwonderlijk dat deze stad vanaf de 17de eeuw het middelpunt van de cartografie wordt. Eenmaal de mathematische cartografie in de 18de eeuw zijn bloei kent, krijgen de projecties van Ptolemaeus en Mercator een wiskundige definitie. Hoewel deze wetenschap talrijke nieuwe projecties ontwikkelde, waren ze zelden meer dan interessante denkoefeningen. Er zijn slechts weinig projecties die in praktijk werden omgezet. Daarnaast was er de enorme ontwikkeling van de wetenschappelijke instrumenten. Dit is een van de redenen waarom de topografische cartografie in de 18de eeuw zijn opmars maakte. Deze
8
was vooral voor militaire doeleinden bedoeld. De eerste topografische kaart van België werd vervaardigd door graaf Jozef de Ferraris. Hij kreeg de opdracht van keizerin Maria-Theresia een topografische kaart te tekenen van de Oostenrijkse Nederlanden. In 1778 rondde hij zijn werk af. De kleinste geografische details van bepaalde gebieden werden mee opgenomen. Zijn kaart was een zogenaamde ‘kabinetskaart’ wat betekent dat ze alleen door ministers mocht worden gebruikt, bij vertrouwelijke aangelegenheden. Ferraris heeft een tweede versie ontworpen voor het grote publiek die uiteraard minder gedetailleerd was dan zijn ‘kabinetskaart’.
Service éducatif - KBR
Goed om weten: Projectie: grafische weergave van de bolvormige aarde op een plat oppervlak, de kaart Mercatorprojectie: projectie waarbij de parallelcirkels en de meridianen voorgesteld worden door rechte lijnen. De lengte- en breedtegraden worden daarbij uitgerokken Gerardus Mercator (= Latijnse vertaling van Gerard De Cremer, 1512-1594): was de eerste die de term atlas gebruikte, sindsdien is de naam blijven bestaan als de benaming voor een kaartenboek Enkele Vlaamse cartografen en tijdgenoten van Mercator: Judocus Hondius, Simon Stevin en Petrus Montanus Topografische cartografie: gedetailleerde beschrijving van de kenmerken en plaatsen van een bepaald gebied (bv. water, bergen, streken...) Ferraris : maakt een gedetailleerde topografische kaart van de Oostenrijkse Nederlanden, daarmee is ook de eerste topografische kaart van België een feit
• DE NIEUWSTE TIJD (CA. 1800- 1945) Hoewel de Mercatorprojectie eenvan de meest gebruikte projecties was in de 19de en 20ste eeuw, betekent dit niet dat er ondertussen niet naar andere en alternatieve voorstellingswijzen werd gezocht. Er werden nieuwe projecties uitgewerkt, al stonden ook deze niet garant voor een correcte weergave van het wereldbeeld. Een oplossing om de vervormingen tegen te gaan zijn de onderbroken projecties, waarbij het aardopper-
vlak in een aantal regio’s wordt opgesplitst. Daarvan worden dan afzonderlijk de gebieden in kaart gebracht. Sinds het begin van de 20ste eeuw wordt laatstgenoemde methode bewust gebruikt om vormvertekening tegen te gaan. Moderne atlassen geven naast de onderbroken projecties ook nog een ander type projectie weer die visueel een minder vertekend wereldbeeld geven.
• VANDAAG Dankzij het gebruik van computers is het mogelijk geworden om een kaart uit te tekenen in om het even wat voor projectie, waarbij verschillende parameters kunnen worden gewijzigd. Er zijn systemen die toelaten om op een vlotte manier een optimale projectie te selecteren voor een specifieke toepassing. Dankzij het ingenieuze ‘Geografisch Informatie Systeem’ (GIS) kunnen specifieke gegevens in kaart worden gebracht. Dit brengt ons bij de thematische kaarten. Ze brengen bijvoorbeeld het bodemgebruik
Service éducatif - KBR
in kaart, of de bevolkingsdichtheid, industrie, klimaat… Ondertussen staat de ontwikkeling niet stil. Er wordt steeds verder gezocht naar nieuwe methoden en systemen. We leven in een maatschappij waarin het gebruik van het GPSsysteem (‘Global Positioning System’) niemand vreemd is. Door het gebruik van satellieten laat dit systeem ons toe ons van punt a naar punt b te begeven zonder zelf een kaart te moeten raadplegen. Cartografie à la carte dus…
9
HET WAAROM EN HOE VAN EEN KAART... Soms staan we er niet bij stil, maar het gebruik van een kaart is een alledaags gegeven geworden. Het is vandaag vrijwel onmogelijk om te verdwalen. Satellieten en boordcomputers helpen ons op weg in de auto of er ligt een wegenatlas binnen handbereik. Moeten we dan toch nog eens aan iemand de weg vragen, dan blijkt dat ook die persoon een kaart in zijn hoofd heeft om ons de weg uit te leggen. Begrippen als ‘mappy’ en ‘gps’ klinken ons niet langer vreemd in de oren. De kaart is in welke hoedanigheid ook sinds eeuwen
een middel geweest voor de mens om zijn plaats op onze wereldbol te kennen. Of ze nu in het zand getekend werden, op kleitabletten, op papier of met de computer, de mens heeft nood aan een manier om zich in zijn omgeving en de wereld te kunnen situeren. Terwijl kaarten vroeger vooral door handelaars en zeelieden werden gebruikt, worden ze vandaag in allerhande vormen en soorten door iedereen geraadpleegd. De vraag is nu, wat is er zo kenmerkend aan een kaart?
• ENKELE KENMERKENDE EIGENSCHAPPEN VAN EEN KAART De schaal Het is onmogelijk om een object zoals bijvoorbeeld de aarde, een huis of zelfs een vlo of microbe in zijn oorspronkelijke grootte op papier te zetten. Daarom is men verplicht het object een aantal keer kleiner of groter voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Dit ‘aantal keer’ is een factor, en wordt ‘de schaal’ genoemd. De schaal wordt altijd voorgesteld door een breukvorm. Bijvoorbeeld: Afmeting van de tekening —————————— Afmeting van het object
ofwel 1: 2000
Een object dat kleiner voorgesteld wordt, bedraagt in tegenstelling tot het eerste voorbeeld een quotiënt dat kleiner is dan 1. Bijvoorbeeld 1: 2 = het object is twee maal kleiner dan in werke-
lijkheid. Stel nu dat je aan de hand van een kaart de afstand moet berekenen van bijvoorbeeld thuis naar school, dan gebruik je de schaal op de volgende manier: - een kaart met de schaal 1: 20 000 betekent dat 1 cm op de kaart 20 000 keer groter is in werkelijkheid, dus 1 cm = 20 000 cm (of 200 m) in werkelijkheid - wanneer je een afstand wil berekenen tussen twee bepaalde punten, dan meet je de afstand tussen de twee punten op de kaart en vermenigvuldig je ze met de schaal. Bijvoorbeeld de afstand van thuis naar school is 3,5 cm op de kaart, dus 3,5 maal 20 000 = 70 000 cm, ofwel 700 m
Hoogte en reliëf Kaarten en plannen zijn doorgaans tweedimensioneel, maar de wereld rondom ons is driedimensioneel. Hoe worden heuvels, bergen en dalen op een platte kaart aangeduid? Het reliëf met zijn hoogtes en laagtes wordt op een kaart weergegeven door niveaulijnen. Ze geven
10
weer hoe steil de helling is. Hoe dichter de niveaulijnen bij elkaar liggen, hoe steiler de helling is. Maar, een hoogte of laagte moet gemeten worden ten opzichte van een algemeen referentiepunt. Dit referentiepunt is de zee.
Service éducatif - KBR
Een kaart is plat, de wereld rond Het is een evidentie geworden om naar een voorstelling van de wereld te kijken op een kaart. Maar... de wereld is rond terwijl een kaart plat is. Via projecties die wiskundig worden berekend, kunnen plaatsen op de kaart worden gezet die overeenstemmen met hun plaats op de wereldbol. Er zijn verschillende soorten projecties. Meestal treden er altijd enkele afwijkingen op in vergelijking
Service éducatif - KBR
met de werkelijkheid. Soms ziet het landoppervlak er groter of kleiner uit dan het werkelijk is, of wijkt de vorm of de afstand af. Probeer eens een sinaasappelschil plat te drukken, je zal merken dat dit niet lukt zonder ze te scheuren. De sinaasappelschil zal er niet uitzien zoals ze er oorspronkelijk uitzag. Dit is ook het geval met de voorstelling van de wereldbol op de wereldkaart.
11
Coördinaten Hoe kunnen we nu een plaats op een kaart terugvinden? Bij een kaart is er meestal een index gevoegd met alle plaatsnamen. Wanneer je dus een plaats zoekt op de kaart, ga je in de alfabetische index op zoek naar de plaatsnaam, gevolgd door een coördinaat. Deze helpt je bij het vinden van de plaats op de kaart. Deze coördinaat bestaat uit een letter en cijfercombinatie, bijvoorbeeld D4. Op een staan horizontale en verticale lijnen
die je helpen een bepaald plaats gemakkelijker terug te vinden. De horizontale lijnen krijgen meestal een cijfer, de verticale lijnen een letter. Aan de hand van een coördinaat wordt het gemakkelijker een plaats terug te vinden. Je zoekt de lijn die correspondeert met de letter D en de lijn die correspondeert met het cijfer 4. Dan kom je in een vakje terecht waar de specifieke plaats ligt.
BIBLIOGRAFIE Crane, N., Mercator: de man die de wereld in kaart bracht, Antwerpen, Manteau, 2002. Dekker, E. en Van Laere, R., De verbeelde wereld: globes, atlassen, kaarten en meetinstrumenten 16e en 17e eeuw: tentoonstelling Antwerpen Rockoxhuis, Brussel, Kredietbank, 1997. Gerard Mercator cartograaf 1512-1594, Brussel, Gemeentekrediet, 1994. Goss, J., De geschiedenis van de cartografie: de kunst van de kaartenmakers, Lisse, Zuid Boekproducties, 1994.
Hodgkiss, A.G., Understanding Maps: A Systematic History of Their Use and Development, Kent, Dawson, 1981. Joly, F., La cartographie, Paris, Universitaires de France, 1999.
Presses
Lefort, J., L’aventure cartographique, Paris, Belin, 2004. Van Mercator tot computerkaart. Een geschiedenis van de cartografie, Turnhout, Brepols, 2001.
Harley, J.B.; Woodward, D, The History of Cartography, Chicago, University of Chicago Press, 1987.
12
Service éducatif - KBR