Een samenspel van krachten Door Henriëtte Mol Wat gebeurt er als je zwavel, kaliumnitraat en houtskool bij elkaar doet? Dan krijg je buskruit! En wat gebeurt er als je teambuildingsspelen, theatersport en NLP combineert? Dan krijg je een effectieve vorm van gezinstherapie. Hieronder geef ik de formule.
Een spelletje vooraf Joke belt me op om een afspraak te maken voor haar dertienjarige dochter Elke. Ze zegt: “Wij zitten helemaal met elkaar verstrikt; Elke doet precies zoals ik vroeger en ze bemoedert haar twee broertjes, terwijl ik me soms hun zusje voel.” Tijdens de afgesproken sessie bij mij in mijn therapieruimte, bind ik Joke en Elke ieder een touw om de polsen. Op zó’n manier dat zij aan elkaar vast komen te zitten. Nu is hun opdracht: kom van elkaar los, zonder dat je de touwen losknoopt. Na veel lachen, gestoei en emoties staan ze ieder aan een andere kant van de kamer. Grappig, ja. Maar wat levert het op?
Actie-theorie in het gezin Het eerste voordeel van het doen van spellen met een gezin is, dat de gezinsleden er meteen allemaal door in actie komen. Maar er is een nog belangrijkere reden: we kunnen het totale gezinsleven opvatten als een spel. Een spel met rollen, spelregels en een speelruimte. En de wijze waarop een kind daarin leert spelen, zal grotendeels de ontwikkeling van zijn sociale vaardigheden bepalen. Zo bekeken, ontstaan problemen binnen bepaalde spelsituaties en kunnen wellicht weer opgelost worden met andere, therapeutische spelsituaties. Dat maakt het waardevol gezinsleden met elkaar te zien spelen. Spel als diagnos-
Ontkoppelspel met touwtjes om de voeten.
tisch instrument. Haast vanzelf volgen daaruit nieuwe spelopdrachten die als therapeutische interventie werken. Wat gezinsleden in een spel laten zien, zouden
Zie ook pagina 32.
Argyris en Schön (1978) hun ‘gebruiks-theorie’ noemen. Volgens hen gedragen mensen zich op grond van actie-theorieën: “wanneer je in situatie S consequentie C wilt realiseren, onder de assumpties a...n, doe actie A”. Argyrus en Schön onderscheiden twee typen actie-theorieën: de “theory-in-use” oftewel gebruiks-theorie en de “espoused theorie” oftewel aangehangen-theorie. Met andere woorden: de visie die iemand praktiseert en de visie die iemand gelooft dat juist is. Met name wanneer er een groot verschil is tussen wat iemand met de mond beleidt en wat iemand werkelijk doet, is een spelactiviteit een fantastisch middel om dat zichtbaar te maken. Vaak zijn mensen zich er totaal niet van bewust dat ze anders handelen dan ze in theorie vinden dat ze zouden moeten doen. Welke therapeut heeft niet weleens een advies gegeven, dat hij in zijn eigen leven niet opvolgt? We doen niet altijd wat we zeggen. En kunnen of willen niet altijd verwoorden wat we doen. Het is dus zinvol om gezinsleden daadwerkelijk dingen te laten doen, omdat je dan in de eerste plaats zelf direct kunt zien hoe ze zich naar elkaar toe gedragen. In de tweede plaats biedt dat gezinsleden de mogelijkheid om nieuwe ervaringen op te doen waar zij direct iets van leren. Dan hoeven ze zich bepaalde inzichten niet meer eigen te maken door er over te discussiëren, want via ‘het doen’ hebben ze reeds een verdere stap in hun leerproces gezet. Wanneer iemand via pra-
ten tot inzicht komt, begrijpt hij iets, maar kan het daarmee niet automa-
* Herhaal dit een paar keer (in de vaste volgorde); de namen kunnen worden
teren. Dit wordt bevorderd door de structuur van de werkruimte, nog on-
tisch toepassen in de praktijk. Heb je iets gedaan en ervaren, dan zit het er
weggelaten. * Meet dan de tijd waarin het balletje
geacht het spel dat je speelt of wat je achter de zijlijn doet. Het enige dat no-
daarentegen meteen al “in” en beklijft het beter. Op de derde plaats kunnen
‘rond’ gaat. * Vraag het gezin samen een prognose
dig is, is dat je er als spelleider voor zorgt dat op de juiste momenten in en
gezinsleden -door de ervaringen die zij met elkaar opdoen tijdens de activitei-
te maken: “Wat is de snelste tijd waarin jullie dit kunnen?” En trek je terug.
uit het speelveld wordt gestapt. Voor het ‘speelplein’ kun je doelgericht
ten- het beeld dat zij van elkaar hebben, herzien en verrijken. Net zoals
* Daag het gezin uit het sneller te doen. Zie je het voor je? Warp-speed lijkt een
spelvormen kiezen. Zo kun je teambuildingsspelen gebruiken om 1. zicht te
zich tijdens vakanties soms momenten voordoen waarop een kind kan
eenvoudig spel. En dat is het ook. Maar wat kun je hier uithalen? Verbazing-
krijgen op gezinsprocessen en 2. om gezinsleden hun kwaliteiten verder te
groeien en door een enkele gebeurtenis een andere positie krijgt binnen het
wekkend veel: dit spel helpt je snel de namen van de gezinsleden te leren
laten ontwikkelen op diverse gebieden. Bijvoorbeeld luisteren, elkaar informe-
gezin. Zoals de vijftienjarige Nico bijvoorbeeld. Hij gedroeg zich als een
kennen èn tevens een beeld te vormen van de manier waarop binnen het ge-
ren, vragen stellen, overleggen, plannen, samenwerken, besluiten nemen of
klein zeurderig kind en werd al jaren tijdens de bergvakanties in allerlei op-
zin naar elkaar geluisterd wordt en wordt overlegd, hoe gereageerd wordt
afspraken maken en die evalueren. Spelvormen uit theatersport bieden
zichten ontzien. Tot het moment dat zijn moeder uitgleed op een gletsjer en
op elkaars voorstellen, hoe besluiten genomen worden, hoe vast of flexibel
(oefen)mogelijkheden op het gebied van losmaken, concentreren, vertrou-
hij zeer adequaat reageerde en haar opving.
er wordt gedacht, hoe met tijdsdruk wordt omgegaan, hoe wordt samenge-
wen, accepteren en ondersteunen, (fysiek) contact maken, improviseren en
Als therapeut of gezinsbegeleider hoef je gelukkig niet te af te wachten tot dit
werkt, of iemand de leiding of coördinatie op zich neemt (en hoe), of het ge-
samenwerken. Bij het verankeren van het speelplein
soort voorvallen zich toevallig voordoen, maar kun je gericht dit soort er-
zin zich als hechte groep opstelt of ‘een muur is met gaten’. Is het niet haast
en de zijlijn, leer je iedereen dat ze om een time-out kunnen vragen. Roepen
varingen oproepen.
ongelooflijk met hoe weinig middelen je zoveel kunt verhelderen? En dan
van bijvoorbeeld “tingeling” wordt het signaal voor iedereen om naar de kant
En nu aan de slag!
hebben we het nog niet over de nabespreking gehad.
te lopen. Dit kan tussentijds gebruikt worden wanneer iemand een keuze-
Na het spel ga je buiten het speelveld evalueren en kun je terugkoppelen wat
moment in wil lassen, wanneer het spel vastloopt of iemand iets als verve-
jou is opgevallen. Vervolgens kan het gezin zelf aangeven wat dat voor hen
lend ervaart. Iedereen is dan in staat het spel te onderbreken. Achter de zij-
betekent en wat zij daar mee willen. Afhankelijk van hun wensen; van wat
lijn wordt nagegaan wat er speelt. Door de gezinsleden zèlf of door jou. Is
zij zien als aandachts- of werkpunten, kun je verder gaan met een spel dat
er iets onduidelijk, wordt dat opgehelderd. Mogelijke scenario’s voor het ver-
inhaakt op dat aspect of kies je een spel dat meer zicht biedt op de onder-
dere spelverloop worden bedacht. En de gezinsleden spreken af hoe ze ver-
linge communicatie en/of de kwaliteiten binnen dit gezin.
der willen. Wanneer het spel is vast gelopen door-
Waarop richt je je?
dat iemand in de spelsituatie bepaalde vaardigheden of vermogens mist, kun
Pak vier pilonnen en signaaltape en markeer een veldje van ongeveer vijf bij vijf meter. Spreek met het gezin af dat dat de speelruimte is. Daar wordt gespeeld; overleggen en reflecteren vindt daarbuiten plaats. Kies een opwarmspel. Warp-speed is daarvoor mijn favoriet. Want het is een eenvoudig spel waarvoor je verder slechts een tennisbal of desnoods een (sinaas)appel nodig hebt. Spelverloop: Ga in een kring staan. Noem de naam van een persoon tegenover je en gooi hem/haar het balletje toe. Deze persoon bedankt jou, noemt een nieuwe naam een gooit die
Doordat je binnen de werkruimte on-
persoon het balletje toe. Het is de bedoeling dat -voordat het balletje bij jou
derscheid maakt tussen ‘het speelplein en de zijlijn’1 wordt het mogelijk ge-
terugkomt- iedereen het balletje één keer in handen heeft gehad. Nadat het
richt een aantal sociale vaardigheden te trainen. Zoals bijvoorbeeld flexibel
balletje rond is, geef je aan, dat de volgorde waarin is gegooid de vaste
wisselen tussen associëren (inleven) en dissociëren (afstand nemen), verschil-
volgorde is.
lende standpunten innemen en reflec-
je als spelleider kiezen: 1. schakel je over naar een ander spel waarbij iemand die vaardigheid kan oefenen of 2. neem je de rol van therapeut aan? In het laatste geval doe je achter de zijlijn een NLP-techniek om dat vermogen bij die persoon op te roepen of die vaardigheid via bijvoorbeeld een rol-
model eigen te laten maken. Je kunt ook een interventie doen waarmee je
peut in principe op als spelleider. Jij organiseert activiteiten om gezinsleden
mens op zijn eigen manier leert. Conform deze gedachtengang gaan we er-
een belemmerende overtuiging (waardoor iemand denkt dat hij iets niet kan)
leerkansen te bieden. Maar wat zij er precies uit halen, welke conclusies zij
van uit dat ieder gezinslid alleen die dingen leert waar hij klaar voor is en
verandert of een innerlijk conflict oplost. Stel dat iemand flexibiliteit mist,
trekken, laat je grotendeels aan hen zelf over. Op grond waarvan kies je
waar hij behoefte aan heeft. Ieder gezinslid trekt tijdens en naar aanleiding
dan kun je bijvoorbeeld overschakelen naar ‘het kleine stemmetje’ uit
voor deze opstelling?
van (spel)sessies conclusies. Deze conclusies kunnen gegeneraliseerd wor-
theatersport of je zet een NLP-techniek in om dit vermogen te activeren aan
Waar ga je van uit?
den tot overtuigingen. Die overtuigingen sturen vervolgens weer iemands
de hand van een situatie/moment waarin die persoon hier wèl over beschikte. Is de spelactiviteit ten einde, dan bespreek je na achter de zijlijn. Hoe verliep het? Wie is er tevreden? Wat ging goed? En wat kan beter? Wat voor conclusies trek je hieruit? Wat heb je geleerd? En hoe ga je dat gebruiken in het dagelijks leven? Wat vond je dat iemand heel goed deed? En kun jij dat nu ook zo doen? Bij de nabespreking kun je als spelleider een verbindingsschakel vormen tussen de afzonderlijke gezinsleden. Ook kun je als vertaler optreden. Daarnaast is het zinvol de gezinsleden te stimuleren rechtstreeks met elkaar te communiceren. Je kunt hen daarbij bijvoorbeeld ondersteunen door hen feedbackregels te geven. Of metamodelvragen (NLP-specificatievragen) te leren stellen. Nodig het gezin ook uit om na een activiteit iets uit te kiezen waar ze het volgende spel op willen letten. Wat zien ze als specifiek aandachtspunt? Laat hen een afspraak maken op een gebied dat niet helemaal naar wens verliep. Bijvoorbeeld: “we laten elkaar uitpraten”, “we checken of iedereen de opdracht begrepen heeft vóór we aan de slag gaan”, “we inventariseren ieders ideeën voor we er één uitproberen” of “we houden ons aan de afspraken”. De eerstvolgende activiteit let jij dan op hoe hiermee wordt omgegaan. Op deze manier wordt het gezin meteen uitgenodigd hun kwaliteiten op een gebied waar zij zèlf een veranderingswens hebben, verder te ontwikkelen. Bij deze werkwijze stel je je als thera-
Aan deze aanpak liggen ‘postmoderne’ (POMO) ideeën ten grondslag. In de wat we kunnen noemen- ‘moderne’ (gezins)therapie werkte de therapeut volgens een behandelingsmodel aan een behandelingsplan. Binnen de systeembenadering bestond de eerste stap tot nu toe uit het signaleren van de manier waarop symptomatische gedragingen veelal afhangen van en invloed hebben op heersende gezinsstructuren en interactiepatronen. Vervolgens hielp de therapeut gezinsleden te komen tot een oplossing van de heersende problemen en nieuwe patronen van transacties binnen het gezin (Lange, 1985). En mijn vraag is nu: wat voor bezwaren kleven hieraan? Deze benadering impliceert dat één of meer gezinsleden bepaalde specifieke dingen moeten leren. Het behandelingsplan wordt een soort leerroute, waarbij je als therapeut een leertraject uitstippelt. Al of niet in overeenstemming met de cliënt(en) of een behandelteam. Maar ervaar je in de praktijk juist niet dat mensen uit dezelfde woorden, interactie of activiteit diverse conclusies trekken? Hoewel je als therapeut in een bepaalde richting kunt sturen, is het de vraag of de cliënten de weg afleggen die jij voor ogen hebt. Bovendien is een gezin zó’n dynamische groep van diverse individuen. Als je daar even bij stil staat, heb je snel door dat het praktisch onmogelijk is hen gezamenlijk in hetzelfde tempo dezelfde weg te laten bewandelen. Als ze dat konden, waren ze waarschijnlijk nooit bij jou terecht gekomen! Een centrale gedachte binnen POMOonderwijs (Derks, 1997) is, dat ieder
gedrag aan. Tegelijkertijd zullen gezinsleden tijdens de (spel)sessies op een onbewust niveau gedrag modelleren van andere gezinsleden en/of de spelleider. Degene die de activiteiten leidt, noemen we spelleider en geen therapeut. Hij is geen “behandelend geneesheer” (zoals therapeut volgens het Kramers woordenboek omschreven wordt), maar eerder een postmoderne trainer die activiteiten zodanig organiseert dat gezinsleden leerkansen krijgen. Deze leerkansen worden groter wanneer de spelleider uitgaat van de NLP-vooronderstellingen2 . Eén NLPaanname willen we hier expliciet als spelregel geven.
Een belangrijke spelregel voor de spelleider Wanneer we praten over ‘een gezin’ lijkt het alsof we suggereren dat dat een eenheid is; iets constants. Maar met het woord gezin verwijzen we naar een groep mensen met een bijzondere dynamiek: gezinsleden maken samen èn ieder afzonderlijk een ontwikkeling door. En het zou goed zijn wanneer we als therapeuten sterker benadrukken dat dat zo is en dat dat -hopelijk- zo blijft. Het Ideale Gezin bestaat niet. En hoeft niemand na te streven. Het is voor ieder gezin de kunst om om te gaan, in te spelen op de dingen die zij samen en ieder afzonderlijk- tegenkomen en meemaken. De natuurlijke neiging van mensen die een probleem ervaren, is: proberen om dat probleem op te lossen. Of het nu gaat om een fileprobleem of te kleine huisvesting; doorgaans is onze benadering erop gericht tot een definitieve op-
lossing te komen. Is dat een mooi streven of juist een fundamentele vergis-
we -juist in de relaties met mensen waar we veel om geven- zoveel pijn,
de reactie die je oproept. (En niet wat je bedoelt).”
sing in ons denken? Voor een aantal mensen is het idee ‘in
verdriet en teleurstelling ervaren? Hoe kan het dat we juist vervelende opmer-
Stel dat gezinsleden uitgaan van het idee: “elk gedrag heeft een positieve
therapie te gaan’ nog steeds bedreigend. Zij ervaren dat als falen; zelf zijn
kingen van vrienden, bekenden en onbekende mensen makkelijker naast
intentie en was ooit iemands beste keuze”. Wat verandert er dan in de ma-
ze ergens niet uitgekomen en hebben een buitenstaander nodig. Om uit de
ons neerleggen, dan dingen die familieleden zeggen? Een interessant raad-
nier waarop zij op elkaar reageren? Schets bij de volgende kwesties eens
problemen te komen? Of om verder op weg te worden geholpen? Geen enkele
sel. Zoals gezegd, kunnen we het totale ge-
twee scenario’s: één ‘gewone’ en één waarbij je er vanuit gaat dat de gezins-
therapeut heeft de illusie een gezin dat hij begeleidt voor eeuwig uit de proble-
zinsleven opvatten als spel. Een spel met rollen, spelregels en speelruimte.
leden geloven dat ieder gedrag een positieve intentie heeft en op dat moment
men te helpen. Maar het is zijn taak gezinnen dat explicieter te laten erva-
Gezinnen zijn zich maar zeer ten dele bewust van de spelregels die zij han-
iemands beste keuze was. Hier komen ze: als een zoon de kop van de pop
ren. Gezinnen beschikken over enorm veel
teren. In hun samenspel ervaren zij regelmatig pijn, verdriet en teleurstelling.
van zijn zus uittrekt, wat doet die zus dan? En hoe reageren hun vader en
kwaliteiten, vaardigheden en vermogens. Niet altijd is helder welke. En niet
Met opmerkingen als: “Je maakt me verdrietig!” en “Je stelt met teleur!”
moeder daarop? Wanneer een dochter haar broer knijpt, wat is dan de reactie
altijd worden die ingezet. Daarom is het belangrijk dat een ‘therapeut’ het
wordt de verantwoordelijkheid voor het verdrietig worden en teleurgesteld
van de ouder die dat ziet of hoort? Als één van de kinderen besluit te gaan
als één van zijn belangrijkste doelen ziet de gezinsleden te assisteren in het
raken bij de ander neergelegd. Maar hoe kan ik jou teleurstellen? Kan ik jou
werkenn, hoe reageren de ouders dan? En wat als zoonlief zijn moeder uit-
herkennen en activeren van de reeds aanwezige hulpbronnen. Dat zij erva-
wel teleurstellen? Of werkt het andersom? Jij kunt teleurgesteld in mij ra-
scheldt? De tweede NLP-vooronderstelling die
ren dat zij beschikken over hulpbronnen. En dat zij die in kunnen zetten en
ken. Maar daar moet je zelf wel wat voor doen. Daarvoor is het nodig op
veel kan betekenen binnen gezinnen, is: “De betekenis van je communicatie
verder kunnen ontwikkelen. Opdat zij (steeds) beter in kunnen spelen op din-
een bepaalde manier verwachtingen te creëren, op een bepaalde manier te kij-
is de reactie die je oproept. (En niet wat je bedoelt).” Laten we eens kijken naar
gen die zij in hun (gezins)leven tegenkomen.
ken naar wat ik doe. En moet je tevens op een bepaalde manier conclusies
het volgende tafereel: moeder vraagt Marjan, die televisie zit te kijken, of ze
De belangrijkste spelregel voor de spelleider is daarom de NLP-aanname:
daaruit trekken. Anders raak je niet teleurgesteld.
haar tas op wil ruimen. Marjan zucht diep, loopt hoofdschuddend en zuch-
“Een gezin beschikt over de hulpbronnen die nodig zijn voor positieve ver-
Wanneer een kind met zijn studie stopt, is het een feit dat het met die stu-
tend naar haar tas en raapt die op. “Nou, nou, doe niet zo geïrriteerd, zeg!
andering”.
die stopt. Maar wat betekent dat? Is het een moedige daad? Is het een teken
Ik vraag het maar!!” reageert moeder. Marjan loopt de kamer uit, slaat de
NLP-vooronderstellingen als nieuwe gezinsspelregels
van gebrek aan doorzettingsvermogen? Of neemt het kind juist de volle
deur dicht en stampt de trap op. Herkenbaar?
Mireille (18) begint direct te huilen wanneer ze “mijn moeder” zegt. Haar moeder
verantwoordelijkheid voor zijn toekomst? Als ouder kun je je hier onge-
Hoe vaak reageren kinderen niet anders dan hun ouders bedoelen? En an-
doet bot. Eerder in ons gesprek heeft ze verteld dat ze een hele botte rij-instructeur
rust over maken, of juist blij. Je kunt je teleurgesteld voelen, of juist trots. Maar
dersom? Hoe vaak worden dingen niet anders opgepikt dan je ze bedoelt? Een
had, maar zijn botte opmerkingen kon ze altijd makkelijk naast zich neerleggen.
jíj bent degene die daarover beslist. De meeste mensen realiseren zich dat
moeder die interesse wil tonen, wordt uitgescholden voor bemoeial; wil ze ie-
“Wat is het verschil tussen je rij-instructeur die bot doet en je moeder die bot doet?”
niet. En regelmatig gaat dat ten koste van een plezierig gezinsleven. Dat
mand de ruimte geven uit zichzelf iets te vertellen, wordt ze aangezien voor
vraag ik haar. “Als mijn moeder iets zegt, dat is wel iets anders! Dat is mijn MOE-
maakt het interessant om twee NLPvooronderstellingen als gezins-
ongeïnteresseerd. En hoe vaak wordt een opdracht niet anders uitgevoerd
DER!” antwoordt ze. “Dat doe je expres om mij te pesten”, is
spelregels te introduceren: 1. “elk gedrag heeft een positieve intentie en
dan bedoeld? Is het ook niet typisch dat ouders met stemverheffing herha-
vaak een reactie van een gezinslid op iets dat iemand doet. Hoe komt het dat
was ooit iemands beste keuze” en 2. “De betekenis van je communicatie is
len wat ze hebben gezegd als een kind dat niet oppakt?
Ga eens na wat er zou gebeuren wanneer alle gezinsleden zich meer verant-
Derks, L. & Hollander, J. (1996). Essenties van NLP: sleutels tot persoonlijke
woordelijk zouden voelen voor de manier waarop hun boodschap overkomt?
verandering. Utrecht: Servire Uitgevers BV.
Dus wat zij zelf óverbrengen. Hoe gaat een gezinsleven eruit zien wanneer de
Dieho e.a. (1993). Speloefeningen. Amsterdam: Uitgeverij IT&FB.
gezinsleden uitgaan van de vooronderstelling: de betekenis van je communi-
Hofman, H. (1990). Improviseren kun je
catie is de reactie die je oproept? Ja, verder lezen in de hoop dat ik het
leren: een handleiding voor spel en theater. Culemborg: Phaedon
allemaal opschrijf, hè? Dan heb je pech. Wil je een idee krijgen van de
Lange, A. (1985). Gedragsverandering
implicaties van deze NLP-vooronderstelling in de praktijk, dan kun je er-
in gezinnen. Groningen: WoltersNoordhoff.
voor kiezen hier zelf over na te denken, hiermee te experimenteren in je
Mol. H. (1995). NLsPel: spelenderwijs
eigen gezin en/of gezinnen uit je (werk)omgeving hiermee laten experi-
NLP-en met kinderen. Eindhoven: SONrepro. (Te bestellen via:
menteren.
[email protected])
Aangestoken?
Rosmalen, van, J. (1999). Het woord aan de verbeelding: Spel en kunstzin-
Op papier kun je beschrijven hoe buskruit gemaakt wordt. Hoe je het aansteekt en hoe het tot ontploffing komt. Maar de knal is met geen pen te beschrijven. Die moet je meemaken. In dit artikel heb ik beschreven hoe je teambuildingsspelen, theatersport en NLP kunt combineren. Hopelijk werkt dit aanstekelijk. Maar de mogelijkheden waarop je hiermee met gezinnen aan de slag kunt, zijn met geen pen te beschrijven. Die moet je zien. Die moet je ervaren. Dit moet je doen!
Literatuur Argyris, C. & Schön, D. (1978). Organizational learning: a theory of action perspective. United States: Addison-Wesley Publishing Company.
nige middelen in het sociaal agogisch werk. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Urbanus, W. (1998). Werkmap Profit Activiteiten “In Wording”. Maarn: BRES.
Ontkoppelspel Oplossing: Je moet het touwtje onder de polsverbinding door halen van het andere touwtje en zo de eigen hand er uit halen (zie tekening).
Op internet zijn veel boeken verkrijgbaar met games voor teambuilding. Surf bijvoorbeeld eens naar www.amazon.com, www.amazon.de of www.amazon.uk of www.nl.bol.com. 1
Zie hiervoor ook: NLsPel: spelen-
derwijs NLP-en met kinderen van Henriette Mol. 2
Zie voor een compleet overzicht: Essenties van NLP (1996). Derks, L. &
Geef niet te snel de oplossing, maar geef na enkele minuten zoeken aanwijzigingen als: - Het zijn twee gesloten ringen. Door op allerlei manieren boven, op, onder of naast elkaar te bewegen verander je niets. Probeer een andere manier. - Beschouw ze als twee in elkaar gehouden ringen waar zwakke plekken in zitten. Waar zitten de zwakke plekken?
Hollander, J. Utrecht: Servire Uitgevers BV.
Bandler, R., Grinder, J. & Satir, V. (1976). Changing with families. California: Penguin.
Dit artikel is eerder verschenen in:
Besseling, A. (1999). Theater vanuit het
HVU press.
Spel werkt, daarom spelen we samen. (2000). L. van der Poel (red.). Utrecht:
niets: alles over improvisatietheater. Amsterdam: uitgeverij IT&FB. Derks, L. & Hollander, J. (1997). Workshop: NLP voor trainers. Nijmegen: Instituut voor Eclectische psychologie.
Illustratie met toestemming overgenomen uit: Spel in beweging. (1992) Samengesteld door Co Velthuis. Maarn; Bres.