Een reis door de Bijbel Dean L. Gossett
1
Een reis door de Bijbel Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl Vertaling van ‘a journey through the Bible’ Dean L. Gossett ISBN 978-94-91494-07-9 NUR 707 Copyright © 2013 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoud
Instructie �������������������������������������������������������������������������������4 1.
Gods plan voor de schepping�������������������������������������������������6
2.
Gods plan voor de mensen��������������������������������������������������� 11
3.
Gods plan bedorven en vernieuwd��������������������������������������� 17
4.
Gods plan aanvaard en verworpen �������������������������������������� 21
5.
Gods plan voor gezinnen�����������������������������������������������������24
6.
Gods plan voor een volk – hun grondwet����������������������������29
7.
Gods plan voor een volk – hun land������������������������������������ 35
8.
Gods plan voor een volk – hun staatsinrichting������������������39
9.
Gods plan voor een volk – hun geestelijke leiding��������������44
10.
Gods plan voor Zijn Zoon����������������������������������������������������49
11.
Gods plan voor een nieuw volk��������������������������������������������53
12. Gods plan verwezenlijkt������������������������������������������������������60
3
Instructie
V
oordat je een les gaat bestuderen, vraag je God of Hij je hart wil openen voor wat Hij jou wil leren uit Zijn Woord (Psalm 119:18). De cursus bestaat uit twee delen: dit cursusboek en een toetsboekje. De cursus bestaat uit twaalf lessen met elk een eigen toets. Begin zodra je het cursusboek hebt ontvangen. Kies een vaste dag uit voor de studie en houd je daar aan. Sommigen bevalt het tempo van een les per week goed. Je kiest uiteraard zelf wat het beste bij je tijd en mogelijkheden past. Lees eerst de les rustig door om een algemene indruk te krijgen van de inhoud. Daarna lees je de les opnieuw, maar nu langzaam en aandachtig. Lees en overdenk vooral de bijbelteksten, waarnaar in de les wordt verwezen. De tekstverwijzing bestaat uit de naam van het bijbelboek, het nummer van het hoofdstuk en van het vers of de verzen. Als je de les rustig bestudeerd hebt, ga je naar de bijbehorende toets en werk zo de gehele cursus door. Als je een vraag (nog) niet kunt beantwoorden, neem dan het betreffende gedeelte nog eens door. Schrijf achter een vraag niet, hoe je er vroeger altijd over dacht, maar wat je er in de les over geleerd hebt. Stuur het toetsboekje pas in als je alles af hebt. Neem vooral de tijd om over de ‘Wat Zeg Jij?’-vragen na te denken en je antwoord te formuleren. Daarmee help je de docent jou te leren kennen en beter te kunnen helpen. Als de Bijbel wordt geciteerd, maken we gebruik van de Herziene Statenvertaling (HSV). Wel wordt in de tekst van deze cursus een 4
instructie
5
ander hoofdlettergebruik toegepast. Het toetsboekje wordt na correctie aan je teruggezonden, eventueel vergezeld van opmerkingen en/of aanbevelingen voor verdere studie. Neem, voordat je aan een nieuwe cursus begint, de tijd om het gecorrigeerde toetsboekje aandachtig door te nemen. De docent markeert eventueel verkeerd beantwoorde vragen en wijst je op een verhelderende bijbeltekst en zo nodig op het gedeelte van de les, waarin je de stof nog eens na kunt lezen. Wees blij met alles wat je goed beantwoord hebt, maar benut ook de gelegenheid om je kennis en inzicht verder te vergroten. Van jouw kant help je ons door de vragen, die bij je leven, en eventuele opmerkingen op te sturen. Daardoor kunnen wij eventuele onduidelijkheden in de tekst van de cursus verbeteren. Vertel je vrienden (m/v) over je ervaringen met deze vorm van schriftelijke bijbelstudie en maak hen ook enthousiast om een cursus te volgen. Als je deze cursus volgt bij een daartoe aangewezen docent, lever het toetsboekje dan bij hem of haar in. In andere gevallen kun je het toetsboekje opsturen naar onderstaand adres. Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl
1 Gods plan voor de schepping
E
en professor in Californië vroeg bij zijn eerste college aan een nieuwe groep studenten: ‘Wie heeft deze wereld gemaakt?’ Op hetzelfde ogenblik schoot er een bliksemstraal door de lucht, gevolgd door een geweldige donderslag. Geen van de studenten ging op de vraag in. Uiteindelijk verbrak de professor de pijnlijke stilte. Hij zei: ‘Aan zo’n indrukwekkend antwoord hoef ik niets meer toe te voegen. Mijn college is beëindigd. Jullie kunnen gaan’. De studenten verlieten opgelucht lachend de zaal - op één na. Hij had aan God gevraagd of Hij op de universiteit zou laten merken dat Hij bestaat en ook nu nog werkt. Tot de professor zei hij: ‘Deze donderslag doet mij denken aan een vers uit de Bijbel: ‘De stem van de Heere klinkt over de wateren, de God der ere dondert’ (Psalm 29:3). De professor knikte nadenkend en antwoordde hem met de woorden van Psalm 19:2 ‘De hemel vertelt Gods eer, het gewelf (uitspansel) verkondigt het werk van Zijn handen.’ Hij sprak deze woorden uit alsof hij het voor het eerst in zijn leven werkelijk geloofde. God heeft Zijn plan gereed Wie heeft de wereld geschapen? De donder spreekt duidelijke taal, dat doet de Bijbel ook: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde’ (Genesis 1:1). Slechts weinigen zijn zich ervan bewust dat God niet alleen de wereld schiep, maar dat Hij er ook een zeer duidelijk plan mee heeft. De Bijbel noemt dit plan: ‘Zijn eeuwige voornemen’ 6
gods plan voor de schepping
7
(Efeze 3:11). Dit plan is gemaakt ‘overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen’ (2 Timotheüs 1:9). ‘Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon, Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft.’ (Hebreeën 1:1,2). Al lang voor de schepping van deze wereld had God dit alles bedacht. God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest ontwierpen een plan om een aarde te maken, die bewoond kan worden door mensen zoals jij en ik, en Zij brachten dit plan tot uitvoering. Dat lezen we in Genesis 1 en 2. De schepping van de aarde God schiep de hemel en de aarde. Hij liet het licht stromen in de donkere, nog levenloze wereld. Hij maakte de dampkring, de zeeën en het vasteland. Hij schiep het wonder van leven. Hij versierde heuvels en dalen met planten, bloemen en bomen. Hij gaf de zon, de maan en ontelbare sterren hun plaats in het uitspansel om licht te geven. Hij zorgde voor het ritme van dag en nacht en de zegenrijke afwisseling van de seizoenen. Hij vulde de oceanen met talloze vissen en andere zeedieren en de lucht met een onvoorstelbaar grote variatie van vogels en vlinders. Ook schiep Hij de talloze en veelsoortige grote en kleine landdieren, die in de bossen en velden, woestijnen en steppegebieden leven. De kroon van Gods schepping Alles schiep God ‘naar hun soort’. De mens schiep Hij ‘naar Zijn beeld’ (Genesis 1:27). Eerst vormde Hij het lichaam van de mens uit de in de aarde aanwezige materialen en toen blies Hij de levensadem in hem. De mens is een uniek wezen, het enige schepsel, wat een lichaam, een ziel en een geest bezit. God maakte hem tot heerser over de aarde en gebood hem die te bewaren en te bewerken. Daarna bezag God het werk van Zijn handen. Het was ‘zeer goed’. In zes dagen had Hij geheel volgens Zijn plan de hemel en de aar-
8
een reis door de bijbel
de, met alles wat daarin is, geschapen en ook ingericht. Alles was gereed. Op de zevende dag kon God rusten van Zijn scheppende arbeid. Lees het scheppingsverhaal zelf na in je Bijbel. Je vindt het direct in het begin: Genesis 1:1-31 en 2:1-4. Hoe zit het met de dinosaurussen? Wie over de schepping nadenkt, stuit op de vraag hoe het nu eigenlijk zit met de oorsprong en ondergang van de zogenoemde ‘prehistorische dieren’, zoals dinosauriërs en andere koudbloedige dieren, die ook nu in gunstige omstandigheden blijven doorgroeien. Waar kwamen ze vandaan? Waarom zwijgt de Bijbel erover? Als de Bijbel ergens over zwijgt, kunnen we de Bijbel dan nog wel vertrouwen? De eerste vraag is eenvoudig te beantwoorden: Zoals alles, zijn ook alle prehistorische dieren door de Heere Jezus, de Zoon van God, geschapen: ‘Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is ... en de wereld is door Hem ontstaan’ (Johannes 1:3 en 10). Sommigen menen dat de dieren in hoofdstuk 40 van het boek Job dinosauriërs zijn. Anderen lezen gewoon wat er staat en vinden daar de exacte beschrijvingen van dieren, die ook nu nog leven. Maar is de Bijbel onbetrouwbaar als hij niet alle afzonderlijke diersoorten noemt? Is een wiskundeboek onbetrouwbaar als het niet alle denkbare wiskundige problemen behandelt? Natuurlijk niet! Zo is het ook met de Bijbel, het is normaal dat niet elk door God geschapen dier afzonderlijk wordt beschreven. Veel belangrijker is, dat we er abde bijbel vertelt ons soluut zeker van kunnen zijn dat de alles wat god wil dat Bijbel ons alles vertelt, wat God wil wij weten dat wij weten. Daarbij moeten we onthouden dat de Bijbel niet een dor wetenschappelijk handboek is, opgesteld in louter wetenschappelijke taal. Maar evenzeer moeten we erkennen dat alle beschreven feiten in de Bijbel correct zijn. De aanhangers van de evolutietheorie mogen dan wel steeds beweren dat de dinosauriërs al vele miljoenen jaren geleden zijn uit gestorven, volgens hen zelfs lang voordat er mensen op aarde ver-
gods plan voor de schepping
9
schenen. De Bijbel leert ons dat alle mensen en dieren gelijktijdig zijn geschapen en dus gelijktijdig leefden. De archeologie ondersteunt dit overduidelijk door de vele fossiele vondsten van menselijke voetafdrukken samen met de pootafdrukken van dinosauriërs. Het is zeer belangrijk ons te realiseren dat er voor de zondeval geen dood was. Vóór Adam is nooit een dier gestorven, laat staan dat complete diersoorten uitstierven. De Bijbel vermeldt dat door de schuld van één mens, Adam, de zonde in de wereld kwam (Romeinen 5:12). Door de zonde kwam ook de dood. Vanaf toen is de schepping aan de vruchteloosheid onderworpen. Meer en meer ziet ieder nu dat de schepping zucht in al haar delen. Maar we weten uit de Bijbel dat zij straks hiervan bevrijd wordt tot heerlijkheid van de kinderen van God (Romeinen 8:20-22). De Bijbel beschrijft geen serie op elkaar volgende ‘ijstijden’, waardoor allerlei diersoorten uitstierven, maar wel beschrijft zij een zeer grote eenmalige ramp, die de gehele aarde trof en na duizenden jaren nog steeds voortleeft in alle volksverhalen op de wereld: de zondvloed, (‘zond’ betekent ‘groot’) maar hierbij stierf geen één diersoort uit. In de dagen van Noach werd de hele aarde door water overstroomd en gingen de op de aarde achterblijvende levende wezens ten onder (Genesis 6). De geweldige kracht van een dergelijke vloed kunnen wij ons op geen enkele wijze voorstellen. We weten dat plaatselijke overstromingen soms rotsen met een gewicht van vele tonnen over grote afstand verplaatsen. Deze onstuimige wateren schuren op sommige plaatsen diepe kloven in de rotsen en op andere plaatsen begraven ze hele bossen. Als kleine plaatselijke overstromingen al zo’n enorme kracht hebben, wat moet er dan zijn gebeurd toen de hele aarde werd overstroomd! De zondvloed biedt juist een zeer goede verklaring voor de vorming van aardlagen en de vele aangetroffen fossielen en ook voor de grote verandering in klimaat en leefomstandigheden op aarde, waardoor sommige koudbloedige diersoorten niet god heeft een meer onbeperkt konden doorgroeien. persoonlijk plan God heeft de hemel en de aarde met alles met jouw leven wat daarin is, geschapen en toebereid voor en toekomst de mens, de kroon van de schepping. Hij
10
een reis door de bijbel
heeft niet alleen dit grote plan bedacht en gemaakt, Hij heeft ook een persoonlijk plan met jouw leven en toekomst. Hij weet alles wat gaat gebeuren. Hij kent de toekomst van de mensheid. Hij kent ook jouw leven en toekomst. Net zo zeker als Hij een plan en een toekomst heeft voor de hele schepping, heeft Hij ook een plan en een toekomst voor jou persoonlijk. In de volgende lessen zul je meer over dat plan leren.
Een reis door de Bijbel Toetsboekje Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Emailadres:
SCORE
Een reis door de Bijbel, toetsboekje Uitgegeven door: Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl Vertaling van ‘A journey through the Bible’ Toetsboekje Copyright © 2013 Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Toelichting Algemeen Elk examen bevat meerkeuzevragen. Wanneer je moeite hebt met het beantwoorden van de vragen, lees dan de les nog eens door. Meerkeuze vragen Elk examen heeft meerkeuzevragen. Jou wordt gevraagd om het goede antwoord op te schrijven. Hier zie je een voorbeeld:
1. Welke kleur is het gras? A. rood B. groen C. blauw D. geel
B
Het persoonlijke gedeelte ‘Wat Zeg Jij?’ - vragen geven de vrijheid je persoonlijke mening en gevoelens weer te geven. De in vertrouwen gegeven antwoorden helpen ons om je beter te leren kennen en de effectiviteit van de cursus te evalueren. Waardering en beoordeling Het totaal aantal goede antwoorden wordt in een percentage uitgedrukt. Bij een eventueel verkeerd antwoord wijst de docent je op een bijbeltekst of het deel van de les, waar je het juiste antwoord kunt vinden. De persoonlijke antwoorden en verdere opmerkingen blijven buiten de beoordeling van het exacte deel, maar worden wel op prijs gesteld. Na inzending van het compleet ingevulde toetsboekje ontvang je een certificaat met het percentage goede antwoorden. Groeps- en individuele studie Deelnemers aan bijbelstudiegroepen leveren hun toetsen in bij de groepsleider, die dit verder behandelt. Individuele studenten zenden het toetsboekje naar het in het boekje aangegeven (email)adres. Vergeet niet je naam en adres te vermelden. Emmaus Correspondentie School Postbus 54234 3008 JE Rotterdam www.bijbelcursussen.nl 3
toets 1
Gods plan voor Zijn schepping 1. In Genesis 1:1 staat A. dat de hemelen de eer van God vertellen. B. hoelang het geleden is, dat de aarde ontstond. C. dat God in het begin de hemel en de aarde schiep. D. dat God het evolutieproces in gang zette.
_______
2. Toen God de wereld schiep A. volgde Hij een tot in het detail uitgewerkt plan. B. maakte Hij een beginsel, dat zichzelf verder ontwikkelen moest. C. was Hem nog niet duidelijk, hoe het allemaal moest worden. D. deed Hij dit zomaar, in een plotselinge opwelling.
_______
3. Met het scheppen van de aarde wilde de drie-enige God A. over meer schepsels macht kunnen uitoefenen. B. de engelen meer werk te doen geven. C. een reden hebben om voortaan altijd te kunnen rusten. D. een goede woonplaats voor de mensen maken.
_______
4. Bij de schepping van de mens A. sprak God één woord en de mens was er. B. schiep Hij een cel die zichzelf kan vermenigvuldigen. C. vormde Hij hem uit aarde en blies hem de levensadem in. D. liet Hij dit werk door Zijn machtige engelen doen.
_______
5. De mens was de kroon van Gods schepping omdat A. hij naar Zijn beeld was geschapen. B. hij een onsterfelijke ziel kreeg. C. hij het bestuur en beheer over de hele aarde kreeg. D. al het bovengenoemde juist is.
_______
6. Hebreeën 11:3 deelt ons mede, dat God de wereld schiep door A. een oerknal. B. Zijn woord. C. hete gassen te laten afkoelen. D. primitieve cellen uit te rusten met evolutiemogelijkheden.
_______
7. Het plotselinge verdwijnen van zeer grote koudbloedige dieren A. kan verklaard worden uit klimaatsverandering na de zondvloed. B. wordt door de Bijbelschrijvers opzettelijk verzwegen. C. bewijst dat de Bijbel onwetenschappelijk en dus onwaar is. D. zal altijd onverklaarbaar blijven.
_______
4
8. Het enige, wat we zeker weten over dinosaurussen is A. dat de soort nog bestaat maar niet meer zo groot wordt. B. dat zij door God zijn geschapen. C. wat atheïstische geleerden ons erover vertellen. D. dat ze door degeneratie steeds kleiner en zwakker zijn geworden.
_______
9. Het volkomen uitsterven van alle dinosaurussen door een wereldwijde ramp A. ondersteunt de theorie van een jonge aarde. B. wordt verondersteld, maar is niet bewijsbaar. C. ondersteunt de theorie van een vervloekte ‘voor-schepping’. D. is allerminst een bewezen feit. _______ 10. God bedacht een plan om een bewoonde wereld te scheppen, maar Hij A. had geen plan gemaakt voor de toekomst van mens en wereld. B. wist niet hoe de schepping zichzelf verder zou ontwikkelen. C. liet het aan de mens over er wat moois van te maken. D. heeft ook een plan voor mijn persoonlijk leven.
_______
Wat Zeg Jij? Wat denk je als je naar de schepping kijkt en erover nadenkt? ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
5