EEN PUBLICATIE VAN www.futureconsult.nl
Een scenario voor 2020
10
Meindert Fennema Pieter Hilhorst Marietje Schaake Albert Jan Kruiter
12 16 20 24
Een scenario voor 2020
30
Jan Bennink Yvonne Zonderop Boris VelDhuijzen van Zanten Christiaan Alberdingk Thijm
32 36 40 44
Een tijdlijn tot 2020
50
Marijke Vos Annelies Huygen Martine van der Post Bert Bokhoven
52 56 60 64
Van 2010... De toekomst gaat over zekerheid en onzekerheid. Wat kunnen we voorspellen en wat niet? De kredietcrisis confronteert ons met ons onvermogen te voorspellen, maar dat betekent niet dat we met lege handen staan als we over de toekomst willen nadenken. In plaats van het doen van puntvoorspellingen, kijken we een niveau dieper. Naar ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan structurele veranderingen. Niet zoveel procent omhoog of omlaag, maar fundamentele veranderingen in de inrichting van onze samenleving. We richten ons daarbij op drie thema’s waar we dit soort veranderingen zien optreden: democratie, nieuwe media en energie. Toekomst gaat ook over visie. Veel van wat er in de toekomst gaat gebeuren is het resultaat van ideeën en visies die nu leven. Daarom nam Futureconsult interviews af bij twaalf experts met een uitgesproken visie op de toekomst. Een combinatie van mensen met een lange staat van dienst en aanstormend talent. We spraken met hen over de fundamentele ontwikkelingen binnen hun sector. Daarbij richtten we ons op de vraag of we aan de vooravond van revolutionaire veranderingen staan, of dat alles hetzelfde blijft. Kortom: hun visie op 2020. Dat levert per thema een divers palet aan opvattingen en ideeën op.
Democratie
Energie
De relatie tussen burger en bestuur staat onder druk. Paul Schnabel van het SCP vatte het puntig samen: “met mij gaat het prima, maar met ons gaat het slecht”. De tijd van grootse verhalen en het ideaal van maakbaarheid maakt plaats voor populisme en pragmatiek. Het vertrouwde linksrechts spectrum wordt uit elkaar getrokken. Zijn dit tijdelijke fenomenen of zijn het tekenen van structurele verandering in de vertegenwoordigende democratie? Welke kant gaat het op? Wat worden de politieke hete hangijzers voor de toekomst? Een columnist, een hoogleraar, een lid van de Kafkabrigade en een Europarlementariër delen hun gedachten met ons.
In 2009 kondigde de overheid aan twee miljard euro vrij te maken voor subsidies ten behoeve van duurzame energie. Een jaar eerder gaf zij echter nog toestemming voor de bouw van vier nieuwe kolencentrales. De wil om duurzaam te produceren lijkt aanwezig, maar de belangen rond fossiele brandstoffen zijn groot. Waar komt in 2020 onze energie vandaan? Een Amsterdamse wethouder, een TNO’er, een energieadviseur en een oliehandelaar proberen een antwoord te vinden op die vraag.
Nieuwe media De eerste politieke daad van minister Plasterk in 2010 was het aankondigen van fundamentele veranderingen in het publieke omroepbestel. Reden: het internet gooit de hele mediawereld ondersteboven. Koningin Beatrix sprak in haar kerstrede over de ongewenste neveneffecten van nieuwe sociale media. De papieren kranten lijken van vorige eeuw, maar is dat ook zo? De grote onzekere factor is hoe het internet zich de komende tien jaar verder ontwikkelt en hoe wij daar mee omgaan. Wij legden deze vraag voor aan een internetondernemer, een jurist, een journalist en de secretaris van PowNed.
De interviews zijn verwerkt in drie toekomstbeelden. Zowel in vorm als inhoud bieden ze een perspectief op de toekomst. Let op: een perspectief, geen voorspelling! Ten slotte verbinden we de drie thema’s met elkaar en laten we zien welke fundamentele veranderingen ons de komende tien jaar te wachten staan.
Een scenario voor 2020 weekoverzicht 11 februari 2020 zoekterm: Democratie
Plan digizetels krijgt veel bijval
Stopdeverspilling.nl eist vrijstelling zorgpremies
Bron: www.tweedekamer.nl Aangeraden door: griffie (newsgroup 23)
Bron: stopdeverspilling.nl Aangeraden door: Richard (friend 1198)
De Commissie Democratische Vernieuwing onder leiding van Peter Kalis presenteerde dinsdag het plan voor 50 zogeheten ‘digizetels’. Reacties van kamerleden waren overwegend positief. Kern van het plan is ruimte geven voor meer directe invloed van burgers. Daartoe wordt het aantal direct gekozen kamerzetels teruggebracht tot 100 zodat een vijftigtal digizetels kan worden gecreëerd.
‘Waarom zou ik bijdragen aan een zorgsysteem dat anoniem, bureaucratisch en inefficiënt is?’ Jeffrey Makke van Stopdeverspilling.nl presenteerde woensdag zijn alternatieve model voor de zorg, waarbij individuen onderling hun zorg regelen. Het private peer-2-peer zorgmodel ontstond enkele jaren gelden in de Verenigde Staten. Deelnemers aan dit alternatieve model eisen vrijstelling voor het betalen van collectieve zorgpremies.
Wijkgroep zegt surveillance contract politie op Politieke kleur niets te maken met stemgedrag
Bron: wijkkanaal.groningen.nl Aangeraden door: Erika Landman (friend 237)
Uit ontevredenheid met de veiligheid in eigen buurt zegt de wijkgroep van de Indische Buurt in Groningen haar surveillance contract met de politie op. Daarmee is zij de eerste wijk buiten de Randstad die gebruik maakt van deze nieuwe bevoegdheid van het wijkbestuur om zelf de veiligheid op straat te organiseren.
Twitter weer 12 februari 2020 Kou zet door
-23°C
Museum voor Politieke partijen geopend Bron: www.museum.nl Aangeraden door: Jamila (friend 432)
Donderdag opende minister Mante Huibers van Binnenlandse Zaken op Almere Pampus het Museum voor Politieke partijen. “Politieke partijen hebben langer dan een eeuw een belangrijke rol gespeeld in onze democratie. Over enkele jaren zijn ze wellicht overbodig. We moeten de geschiedenis van deze instituties bewaren voor het nageslacht.”
FNV: opheffing nabij
Eurocommissie beperkt bijzonder onderwijs
Bron: www.macht.nu Aangeraden door: AVV (newsgroup 8)
Bron: www.eurowatch.org Aangeraden door: Dezentje (friend 842)
Bron: www.unirandstad.pressrelease.nl Aangeraden door: Bert Bakker (friend 1320)
Op het toonaangevend weblog De Poes zijn videobeelden verschenen waarop de voorzitter van de vakbond openhartig twijfelt over het voortbestaan van zijn club.
De voornemens van de Europese Commissie om bijzonder onderwijs aan banden te leggen stuiten op veel protest in Nederland. Maar Nederland staat daarin nagenoeg alleen in het Europese Parlement.
Onderzoek van Universiteit Randstad bewijst dat het individueel stemgedrag van parlementariërs steeds minder bepaald wordt door de partij waartoe die persoon behoort. Dit bleek uit analyses van het stemgedrag rondom o.a. het afscheiden van de Antillen en de Internetwet. Het individuele stemgedrag kan beter verklaard worden aan de hand van de dominante voorkeur in de virtuele sociale netwerken rond politici.
17 11 2009 - 11.oo uur Werkkamer Binnengasthuis UVA AMSTERDAM
Na de democratische golven waarbij collectieve groepen toegang kregen tot de democratie – denk aan de emancipatie van de arbeiders, vrouwen en studenten – is er nu sprake van meer op het individu gerichte democratisering. De elite, ook die van de geëmancipeerde groepen, verliest haar monopolie op het publieke debat. Steeds meer individuen kijken toe, trekken conclusies en geven daar op een andere wijze uiting aan dan de politieke elite gewend is. Bij de elite overheerst de neiging om de pot dicht te houden, wat weer koren op de molen is van representanten van de meer populistische politiek. Deze spanning zal zich uiteindelijk vertalen naar een meer Amerikaans model waar de antidiscriminatie wetgeving heel wat steviger is dan nu in Nederland. Tegelijkertijd is er een ruimere opvatting en bescherming van het recht op vrije meningsuiting. De samenleving als geheel wordt daardoor wel harder, zoals nu ook zichtbaar is in de Verenigde Staten. Ondertussen worden de ‘oude’ media in een zekere zin opengerukt door ‘rechtse’ nieuwe media als GeenStijl. Daar komt de vernieuwing vandaan, zij geven invulling aan de nieuwe opvattingen over vrijheid en bevechten de oude elite. Dat is de meest interessante ontwikkeling van de democratische vernieuwing: het komt van rechts, waar vroeger juist links de aanjager was. Het collectieve karakter is vervangen door nadruk op het individu. Voor gevestigde partijen en de bijbehorende media is dat moeilijk te accepteren en nog veel moeilijker om zich daaraan aan te passen.
Het politieke debat in 2020 De politieke agenda van Geert Wilders, de tovenaarsleerling van Frits Bolkestein, geeft duidelijk de thema’s weer die het politieke
Meindert Fennema hoogleraar politicologie UvA
“ De democratische vernieuwing komt van rechts”
debat in de toekomst gaan bepalen. Kort gezegd zijn dat de multiculturele samenleving en immigratie, de overzeese rijksdelen, het koningshuis en Europa. De komende tien jaar zal het debat om die onderwerpen gaan. Dat er een stevig debat wordt gevoerd over de multiculturele samenleving en over Europa is goed zichtbaar. Hoe zich dit ontwikkelt is niet in te schatten: er zijn simpelweg te veel onzekere factoren – zoals hoe groot de invloed van terrorisme of fundamentalisme is – maar duidelijk is wel dat deze thema’s de komende jaren niet van de politieke agenda zullen verdwijnen. De overzeese rijksdelen en het koningshuis zijn op het eerste gezicht twee vreemde eenden in de bijt, maar achter deze onderwerpen liggen fundamentele breuklijnen. Tot voor kort zag men deze onderwerpen als een electoraal mijnenveld, maar hier schuift de publieke opinie sneller dan de elite kan bijhouden. Zo heeft de verdergaande democratisering diepe gevolgen voor ons koningshuis. Die democratisering is in feite al ingezet met de keuze van de huwelijkspartners. Was dat vroeger beperkt tot een adellijke groep, vandaag de dag kan iedereen prins of prinses worden. Waar het koningshuis eerder onbetwist aan de top van de maatschappelijke elite stond, wordt rangorde op de maatschappelijke ladder steeds onduidelijker. Uiteindelijk zal de rol van het koningshuis in onze democratie beperkt worden tot een ceremoniële rol en de voorbeeldfunctie van de monarchie zal komen te vervallen. Dit heeft invloed op wat wij zien als onze collectieve identiteit. Het karakter – de identiteit – van Nederland zal sterk beïnvloed worden door de wijze waarop de overzeese rijksdelen al dan niet verbonden blijven aan Nederland. Wanneer de discussie hierover aanwakkert, zullen oude vraagstukken rondom ons koloniale verleden en onze historische rol in de slavenhandel in een nieuw jasje terugkomen. Met nieuwe verwijten en eisen aan onze samenleving. Dit heeft diepgaande invloed op het zelfbesef van Nederland: hoe ‘goed’ zijn we eigenlijk? De toekomst van de Antillen brengt ook een geopolitieke verandering in de Amerikaans-Nederlandse betrekkingen met zich mee. Nederland speelt nu een stabiliserende rol in de achtertuin van
de Verenigde Staten. Wat gebeurt er met onze positie als we daar straks voor het eerst sinds eeuwen niet meer aanwezig zijn? Het verloop van de discussie rondom deze thema’s – gevoerd door een steeds breder en individueler publiek en waarbij de vernieuwing van rechts komt - zal bepalen hoe de Nederlandse democratie in 2020 functioneert.
Politieke beslissingen verdwijnen steeds meer uit de arena van de nationale politiek. Macht verschuift deels naar het lokale domein, terwijl grensoverstijgende problemen juist op een internationaal niveau worden aangepakt. Het is niet gezegd dat met deze verschuivingen ook de democratische inspraak behouden blijft. De democratische betrokkenheid van de burger gaat niet mee in de veranderingen. Er ontstaan steeds grotere gebieden in de samenleving waarover niemand eigenlijk iets te zeggen heeft en waar geen tegenmacht is georganiseerd. 17 11 2009 - 14.oo uur Thuis oosterparkstraat, AMSTERDAM
De fundamentele problemen van deze tijd moeten worden opgelost op bovennationaal niveau, dat democratisch slecht toegankelijk is. Neem het voorbeeld van het klimaat probleem. Daar wordt het meest onmogelijke gevraagd aan de instituties die we het minst vertrouwen. Bij gebrek aan een goed functionerend democratisch systeem kiest men voor een technocratische aanpak. Paradoxaal is dat juist de kracht van de EU: het gebrek aan democratische controle geeft vertegenwoordigers van de lidstaten de mogelijkheid om consensus te bereiken. In de komende jaren zal de democratische controle op de EU toenemen, al is dat op een andere manier dan we op nationaal niveau gewend zijn. Waarschijnlijk krijgen Europese belangenorganisaties een belangrijkere rol dan het Europese parlement. Nu al zie je dat een flink aantal maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd is in Brussel. Het Europese debat zal de komende jaren volwassener worden. In de toekomst zullen we meer uitwisseling tussen de Europese nationale debatten zien. Media melden wat de opinie in andere landen is en zetten die af tegen de Nederlandse. Dat gebeurt
Pieter Hilhorst Columnist Volkskrant en schrijver
“we moeten een manier vinden waarop het benoemen en formuleren van politieke wensen kan worden gekoppeld aan het zelf bijdragen aan de oplossing daarvan”
nu nauwelijks. Ook zullen er steeds meer Europese netwerken ontstaan, maar dan vooral onder hogeropgeleiden.
Maakbaarheid Met de verschuiving van de plek waar beslissingen genomen worden, daalt het vertrouwen in het oude politieke systeem. Het ideaal van maakbaarheid staat steeds meer ter discussie. Maar tegelijkertijd is juist het geloof in maakbaarheid een voorwaarde om je actief met de democratie te bemoeien. Democratisering veronderstelt zeggenschap over je eigen leven. Dat ging traditioneel via politieke partijen die zich de staatsmacht toe-eigenen en die macht in dienst stellen van het realiseren van hun idealen. In dit model bepaalt de elite van de zuilen hoe de maatschappij er uit moet zien en is het staats apparaat er voor de uitvoering. Dit oude model werkt niet meer. Het geloof en vertrouwen in de oude elites en hun idee van maakbaarheid is weg. Vooral lageropgeleiden hebben steeds minder het gevoel invloed te hebben op politieke beslissingen. Tijdens de verzuiling voelden ze zich gerepresenteerd in een organisch verband. Dat is nu niet langer zo en dat leidt tot gevoelens van onvrede en werkt populisme in de hand. Maar populisten ontkennen de realiteit – ze liegen - door te stellen dat alle maatschappelijke problemen zijn op te lossen met voldoende wilskracht. Die probleemanalyse houdt slechts stand tot het moment dat ze aan de macht komen en de confrontatie met de realiteit aan moeten gaan. Het resultaat is Oost-Europa, waar de zittende regering gewoonlijk weggestemd wordt. De oplossing voor de crisis in het idee van maakbaarheid ligt in het koppelen van pragmatisme aan bevlogenheid. Pragmatici hebben een genuanceerde opvatting over de maakbaarheid, maar deze boodschap komt slecht aan bij de massa. Het is te hopen dat een nieuwe generatie politici in staat is tot het koppelen van pragmatisme aan bevlogenheid.
Het functioneren van de democratie Robert Putnam leert ons dat de kracht van de democratie sterk
afhangt van de mate van organisatie binnen een maatschappij. Deelnemen aan een organisatie vereist vaardigheden zoals omgaan met tegengestelde belangen. Het aanleren van die vaardigheden komt onder druk te staan door de toenemende verschuiving van het fysieke naar het virtuele. Op internet is sprake van groepspolarisatie, want alleen gelijkgestemden gaan verbanden aan. Daardoor is er minder contact met andersdenkenden. Het grootste gevaar voor democratie zijn mensen die ongeorganiseerd zijn, nooit iemand ontmoeten die anders denkt en daar niet mee hebben leren omgaan. In Nederland daalt het aantal georganiseerde verbanden. Tegelijk wordt de kloof tussen georganiseerden en ongeorganiseerden groter. Deze ontwikkelingen kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor het functioneren van onze democratie. De opdracht voor de komende tien jaar is dat we een manier vinden waarop het benoemen en formuleren van politieke wensen kan worden gekoppeld aan het zelf bijdragen aan de oplossing daarvan. “To be able to practice what you preach.” Maakbaarheid krijgt een nieuwe gedaante, dichter bij het individu en dichter bij huis. We zullen moeten nadenken over vragen als hoe je burgers een grotere rol geeft in de veiligheid in de buurt, bij het verzorgen van ouderen en het helpen van kinderen met een achterstand. Een voorbeeld van hoe het kan is de zege van Barack Obama. Obama’s campagne was een succes omdat hij mensen inspireerde mee te doen. Zijn boodschap was niet ‘stem op mij’, maar ‘doe met me mee’. Hij wist vorm te geven aan participatie, op een ongekend succesvolle manier. Is het participatie-model van Obama’s campagne once in a lifetime’? Of is dit het model van nieuwe politieke bewegingen? Ik hoop en vermoed het laatste.
De komende tien jaar zul je zien dat Europa op internationaal gebied steeds duidelijker met één stem spreekt en standpunten inneemt. Het geratificeerde verdrag van Lissabon zal leiden tot een veel sterker Europees buitenlands beleid met een eigen diplomatieke dienst, in plaats van 27 verschillende nationale diplomatieke diensten. Clinton en Obama kunnen één telefoonnummer draaien als ze Europa bellen.
12 12 2009 - 12.oo uur CAFé Hegeraad noordermarkt, AMSTERDAM
Onzeker is hoe de harde macht van Europa zich zal ontwikkelen. Komt er een Europees leger? Tot nu toe hebben de Amerikanen de hete kolen voor ons uit het vuur moeten halen, zelfs bij vredesmissies op de Balkan en de Kosovo-oorlog. Dat zal in de toekomst anders moeten gaan. Tenminste, als Europa de ambitie heeft een politieke wereldspeler te worden die waarden als democratie en mensenrechten daadwerkelijk wil kunnen verdedigen. Dat zou ze werkelijk kunnen zijn. De druk en invloed van Europese burgers op hoe Europa functioneert zal verder toenemen. Een individu kan veel eenvoudiger zijn stem laten gelden, simpelweg omdat er de middelen zijn die democratisering, transparantie en rekenschap vergroten. Online petities en websites waarop overheidsinformatie staat verbinden burger, overheid en politiek; in 2020 zal er ook meer actieve samenwerking zijn. Nieuwe media spelen hier een grote rol in. Ze kunnen mensen sneller en massaler - online én offline - mobiliseren. Naast burgerjournalistiek zal onderzoeksjournalistiek een opleving kennen als tegenhanger van korte berichten en headlines. Typerend is manier waarop Neelie Kroes in 2009 haar eigen campagne om de stoel van Eurocommissaris voerde. Ze zwom tegen de stroom uit Den Haag in en claimde uiteindelijk
Marietje Schaake Europarlementariër voor D66
“ De internationale ambities van Europa voor 2020 worden bepaald door haar omgang met Turkije”
succesvol de Nederlandse plek in de Europese Commissie. Haar campagne was succesvol omdat zij veel draagvlak had onder mensen in Nederland en Europa. Er was veel positieve druk van de media en social networks in Nederland. Dat beseften ook CDA en PvdA. Beide regeringspartijen durfden het niet aan om openlijk een eigen kandidaat voor de post naar voren te schuiven omdat dan overduidelijk zou zijn dat partijpolitiek boven publiek draagvlak zou gaan. In het Europese politieke klimaat zullen populistische en xenofobe stromingen in de nabije toekomst waarschijnlijk toenemen in kracht maar steeds meer tegemoet getreden worden met scepsis en visie. Mensen zullen zien dat zwart-witte en eenvoudige oplossingen niet werken in de praktijk. Deze bewegingen kunnen hun beloften niet waarmaken. In 2020 wordt de politieke agenda bepaald door brede progressieve sociaalliberale stromingen. Gelukkig maar, want tegen die tijd zet de vergrijzing de verschillende verzorgingsmodellen steeds verder onder druk. In zo’n situatie is het noodzaak om open en constructief vooruit te denken, en prioriteit te leggen bij onderwijs en kennis. In 2020 zullen nog verdergaande hervormingen van onze arbeidsmarkt noodzakelijk zijn. Daarbij moeten we Europees denken, want de interne markt blijft de basis voor onze welvaart en ontwikkeling.
De toekomst van de EU Geografisch gezien wordt Europa de komende tien jaar groter. Landen als Kroatië en IJsland en wellicht ook Albanië zullen tegen 2020 deel uitmaken van de Europese Unie. Grote onzekerheid is hoe we als Europa omgaan met Turkije. Hopelijk is de vraag rond het lidmaatschap van Turkije in 2020 geen gepasseerd station, voldoet Turkije aan de Kopenhagen criteria en hoort het bij de EU. Niet alleen heeft het toetredingsproces invloed op de wijze waarop Turkije zich ontwikkelt en verder democratiseert, maar misschien nog wel belangrijker: de geopolitieke positie van Turkije is van onschatbare waarde voor de internationale ambities van Europa. Maar de toetreding van een land zo groot als Turkije betekent ook een inperking van de macht van WestEuropese lidstaten staten binnen de Unie. Hoe Europa invulling
geeft aan haar relatie tot Turkije zal voor een groot deel het succes van Europa bepalen. Ook hierin zijn burgers en civil society belangrijk, contacten tussen mensen zullen prominenter naast politieke banden komen te staan. Turkse studenten doen al mee in Erasmusuitwisselingen, maar Turken moeten nog steeds visa aanvragen voor ze naar Europa gaan voor vakantie, familiebezoek, vergadering of levering van goederen. De grootste omslag in de komende tien jaar is dat natiestaten minder dominant worden. Het politieke debat zal meer op waarden en verbanden over grenzen heen georiënteerd zijn dan strikt op nationale belangen. Bedrijven, bewegingen en internationale organisaties zullen ook belangrijker worden. Dit hangt samen met een wisseling van generaties die nu gaande is en zal leiden tot een nieuw soort leiderschap. Die wisseling van de wacht is al begonnen en zal het komende decennium leiden tot een andere politiek in Europa. Een van de grootste onzekerheden is hoe de jongere generaties bij Europa betrokken raken. Dat kan in de vorm van een ‘internetdemocratie’. Ik geloof in een verbreding van progressieve sociaalliberale stromingen. In 2020 is er ruimte voor nieuw politiek leiderschap dat een pakkende, verbindende en internationale visie voor de langere termijn durft te formuleren. We moeten ‘back to the future’: Nederlanders ontwikkelden zich tot creatieve, welvarende mensen door een open blik op de wereld.
03 12 2009 - 09.oo uur GMT SKYPE interview jaipur, india
Om te begrijpen hoe de Nederlandse democratische samenleving zich zal ontwikkelen moeten we terug naar haar begin in 1848. Het systeem dat Thorbecke en de zijnen toen ontwierpen was vooral toegesneden op het oplossen de belangrijkste problemen van die tijd. Dat systeem heeft de grootste problemen waar wij als samenleving voor stonden opgelost. Aan het eind van de twintigste eeuw was de emancipatie van het volk nagenoeg voltooid. Het opgetuigde systeem is echter in tussentijd behoorlijk uitgedijd en is op zoek naar nieuwe taken, terwijl de problemen veel kleiner zijn geworden. Een gigantische oncontroleerbare bureaucratie staat tegenover een samenleving die zich steeds minder interesseert in de publieke zaak. De belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling is namelijk individualisering. Oorspronkelijk ging de democratie uit van welbegrepen eigenbelang. In dit type eigenbelang was er ruimte voor de lange termijn en voor wederkerigheid in individuele belangen. De publieke zaak is er niet alleen voor jou, maar voor iedereen. Dat betekent dat je soms concessies moet doen aan je eigen wensen, ten bate van het publieke belang. Door de individualisering is dat idee vervangen door een opvatting van direct individueel eigenbelang. Dat compromitteert het maatschappelijk draagvlak van democratie. Individualisme en bureaucratie zijn de belangrijkste bepalende factoren voor de toekomst van de democratie. Daarnaast zien we dat het politieke systeem niet meer functioneert. Politieke partijen zijn nauwelijks nog in staat om maatschappelijke waarden uit te drukken. Zo werkt het democratische systeem enkel nog voor diegene die het publiek naar de mond praat. Burgers zappen tussen politieke partijen die hun eigen belang het best uitdrukken. De collectieve waarden
Albert Jan Kruiter Kafkabrigade EN Promoveert op Alexis de Tocqueville
“Een complex web van allerlei instellingen waar niemand echt controle over heeft en waar niemand verantwoordelijkheid neemt”
van politieke partijen hebben hun aantrekkingskracht op individuen verloren. De tijd van de grote verhalen voor Nederland is voorbij. Dat zal ook gelden voor het verhaal van Wilders. Ook begrippen als samenwerking en solidariteit verliezen sterk aan inhoud. Anno 2020 zullen ze zijn verworden tot holle frasen uit het verleden. Nu zie je dat al bij de vakbonden. Weinig menen lopen daar nog warm voor. Ons politieke systeem is gebaseerd op kiezers die met hun stem steun betuigen aan een consistent partijprogramma. De praktijk leert dat mensen steeds meer een proteststem uitbrengen op basis van single issues. Dat is totaal het omgekeerde. We zien dus dat bureaucratie en individualisme elkaar versterken en dat het politieke systeem haar grip op de samenleving en bureaucratie verliest. Het lukt haar niet mee te komen met individualisering en eigenbelang. Zij reageert door meer regels en toezicht in te stellen om zo controle te houden over maatschappelijke ontwikkelingen. Neem bijvoorbeeld de ouderschapsvergoeding, of het persoonsgebonden budget in de zorg. Mensen gebruiken dat om zichzelf te betalen voor een dagje uit met de kleinkinderen. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, dus de overheid tuigt nieuwe controle- en handhavingmechanismen op. Langzamerhand verschuift de kern van de verzorgingsstaat van dienstverlening naar repressie, toezicht en handhaving. Wat de bureaucratie weer verstekt. Er ontstaat een vorm van mild despotisme: een complex web van allerlei instellingen waar niemand echt controle over heeft en waar niemand verantwoordelijkheid neemt. Daar waar er dingen mis gaan, van Savannah tot vuurwerkramp, wordt gereageerd met meer regels en toezicht. Steeds verder breidt het systeem haar werkterrein uit. Het is te verwachten dat die lijn doorzet. In de toekomst zal de overheid veel dieper aan het persoonlijk leven van haar inwoners raken dan nu. En steeds minder mensen zullen zich daar druk om maken omdat individualisme zich moeilijk verhoudt tot interesse in de publieke zaak en het welzijn van allen.
Res Publica in de 21e eeuw Het voortbestaan van democratie is niet vanzelfsprekend. Het is onduidelijk geworden wat de publieke zaak is. De klassieke Res Publica zal opnieuw geformuleerd moeten worden om de houdgreep op te heffen. Niet meer denken dat de overheid er is voor jou, maar dat de overheid er is voor ons. Maar dat valt moeilijk af te dwingen. Gelukkig zijn er tegenkrachten. Althans, er zijn groepen die volstrekt om het oude systeem heen gaan terwijl ze wel waarden en normen delen. Vooral als het gaat om de vraag hoe je met elkaar discussieert en in gesprek blijft. GeenStijl is daarvoor bijvoorbeeld illustratief. Afgezien van het taalgebruik, dat voornamelijk de gevestigde orde tegen de borst stuit, vertonen ze alle kenmerken van een nieuwe politieke organisatie. Ze hebben nu zelfs een eigen omroep. Daarnaast zie je hier en daar kleinschalige sociale initiatieven die de overheid zeer bewust buiten de deur houden. En precies daar moet de verandering vandaan komen, van initiatieven buiten het systeem. Maar we zijn zo gewend om democratische processen binnen de gevestigde instituties te zoeken, dat we ze daarbuiten niet eens zien. In de toekomst zal het democratisch systeem meer gericht moeten zijn op het per issue legitiem afwegen van belangen. De overheid moet zich bescheidener opstellen en mensen moeten zich weer eigenaar van de publieke zaak gaan voelen. Daar heb ik wel vertrouwen in. Publieke problemen zullen altijd blijven. Ik denk dat we over een jaar of tien midden in de fase van transitie zitten.
Een scenario voor 2020
de mensen uit je netwerk het product waarderen. Ook kun je zien welke producten door wie gekocht zijn. Vorige week nog, wilde Ben een nieuwe magnetron kopen. In plaats van zelf te zoeken hoefde hij slechts in zijn netwerk te kijken wie welke magnetron heeft en hoe die bevalt.
Het nieuwe ochtendritueel
17 maart 2020 Ben Elker (33, duurzaam designer) staat op 6:30 uur: de lampen in de slaapkamer van Ben Elker beginnen zachtjes te branden. Uit kleine luidsprekers klinkt het gekwetter van vogels. De verwarming is een uur geleden ingeschakeld. De slaapkamer heeft een aangename temperatuur. Op de witte muur aan het voeteneind van het bed komt een tekstblokje in beeld. “Goedemorgen schatje, heb je lekker geslapen? Het is vandaag donderdag, vergeet je niet de kaart voor oma’s verjaardag in de bus te doen? De volgende lichting is pas over een week... dankjewel xxx”
Aan de rand lichten veertien balkjes op: berichtjes van vrienden uit het buitenland, daar heeft Ben nu geen zin in. Eerst koffie. Om 8:00 knippert de keukentafel. Op het tafelblad verschijnen nieuwsberichten van afgelopen nacht, vooral internationaal. Ben heeft zich geabonneerd op een nieuwsservice die alleen artikelen doorstuurt uit zijn interessegebieden. Dat zijn er nog steeds zo’n 20 per dag, maar het scheelt een hoop zoeken door nutteloze onzin. Als Ben om 9:00 uur de ochtendkrant (zoals hij de digitale nieuwsvoorziening
nog steeds noemt) heeft gelezen, schakelt hij zijn JCom in. Op de achtergrond van zijn bureaublad begint een constante stroom van berichtjes en status-updates te lopen. Als je eraan gewend bent valt het nauwelijks op. Berichten die mogelijk interessant zijn voor Ben komen naar de voorgrond. 09:30 Tijdens de fietstocht op weg naar zijn werk luistert hij muziek. Allemaal nieuwe nummers gebaseerd op zijn eigen voorkeuren. Als hij zijn fiets op slot zet herinnert hij zich de kaart die nog op de eettafel ligt. Verdorie, dat wordt weer een bosje bloemen per koerier. Net als vorig jaar…
Ben is zelf geen actieve publicist. Dat geldt overigens voor de meeste mensen. Het internet wordt gedomineerd door een klein aantal opiniemakers. De rest luistert. Ben is wel actief op een forum over duurzaam design, zijn vakgebied. Het forum wordt bevolkt door ZZP’ers die hun kennis en ervaringen delen. Hoewel de meeste deelnemers concurrenten van elkaar zijn, loont het toch om ervaringen uit te wisselen. Voor wat hoort wat, natuurlijk. Sociale Media zijn niet langer een doel op zich, maar zijn geïntegreerd met andere media. Zo krijg je bij online producten te zien hoe
Mensen zijn een stuk opener geworden over hun koop- en leefgedrag, valt Ben op. Dat heeft veel voordelen. Als je problemen hebt met een product, kun je heel makkelijk in je netwerk op zoek naar een oplossing. Dat scheelt weer eindeloos bellen met een callcenter in India… Ben merkt af en toe hoe eenzijdig zijn netwerk is. Allemaal gestudeerd, allemaal links-liberaal, grotendeels dezelfde interesses. Logisch natuurlijk, want hoe meer je overeenkomsten, hoe sterker je netwerkrelatie wordt. Maar een beetje jammer is het wel… Soms lijkt het alsof de nieuwe verbanden ten koste gaan van oudere verbanden, zoals het Nederlands staatsburgerschap.
In 2020 zijn de oude media grotendeels afgebroken en is de manier waarop publieke opinie en politiek tot stand komt drastisch veranderd. Er is geen verschil meer tussen televisie en internet. De inhoud wordt bepaald door de internetcultuur, niet door omroepbazen die voor de kijker kiezen. Wat je bekijkt wordt bepaald door je social media networks. Programma’s worden aanbevolen door kennissen, je maakt dossiers aan van thema’s waarvan je op de hoogte gehouden wordt en aanbieders weten op basis van je surf- en kijkgedrag wat je wilt zien. 16 11 2009 - 10.oo uur Kantoor Bennink Bikker Cate 1e Const.Huygensstr, Amsterdam
Gedrukte media blijven bestaan, al zitten die in 2020 anders in elkaar dan nu het geval is. Geen diepe achtergrondrapportages – als je details wil weten dan ga je online – maar gewoon een overzicht van de belangrijkste punten. Denk NRCnext en vergeet de zaterdageditie van de Volkskrant. Maar de papieren krant blijft bestaan want dat leest uiteindelijk toch het prettigst. En het is de enige garantie op blijvende nieuwsvoorziening als de stroom uitvalt of het internet crasht. In 2020 is de publieke omroep nog niet verdwenen. Maar wat er nog is zal er anders uitzien dan nu. Minder versnipperd, minder televisie in naam van God (die hebben nu zeven omroepen!) en een breder aanbod. De ontzuiling is voltooid en nieuwe omroepen zoals PowNed hebben het karakter van het nieuwe omroepbestel gevormd: het zijn de kijkers die de inhoud bepalen. Dat gebeurt nu al in het klein: journalisten en politici krijgen vragen of informatie aangereikt via Twitter of een ander netwerk. PowNed zal op die manier structureel het bestel veranderen. Het draait allemaal om de kijkers: zij bepalen, leveren en zijn uiteindelijk de inhoud.
Social News Networks Een teken van veranderende tijden is Twitter, de sociale nieuwssite. Voor sommigen is Twitter nu al het belangrijkste medium
Jan Bennink secretaris PowNed en partner Bennink Bicker Caarten
“In de publieke sfeer spelen we niet langer de kleren van de keizer: als iets niet deugt, dan zegt iemand dat”
voor contact met de buitenwereld. Dat zal in de toekomst, via Twitter of welke tool dan ook, voor meer mensen gelden. Iedere minuut komen nieuwe berichten binnen, rechtstreeks van een Kamerlid, journalist of opdrachtgever. Even makkelijk slinger je je eigen mening de wereld in. Wie je opneemt in je social networks wordt niet bepaald door diens politieke partij, vereniging of levensbeschouwing. Contacten tellen om hun individuele inbreng. Zo kun je gruwelen van de partijcultuur bij de PvdA en tegelijk de tweets van Kamerlid Martijn van Dam zeer waarderen. Twitter verandert de manieren hoe mensen met verschillende levensovertuigingen met elkaar omgaan. Is Andries Knevel op zoek naar een paar goede vragen om aan Andre Rouvoet te stellen? Via Twitter komen suggesties binnen, et voilà: ’s avonds komt je vraag aan de orde op televisie. Online wisselen mensen ideeën en inzichten uit. En zo gaat het verder. Een gesloten debat of in afgezonderde omgeving tot een idee of mening komen: dat is in 2020 hopelijk verleden tijd. De achterkamertjes worden openbaar.
Publieke debat in 2020 De snelheid waarmee mensen met elkaar communiceren heeft een bredere invloed dan alleen op het omroepbestel. Politiek en democratie worden hierdoor directer: volksvertegenwoordigers worden gevoed en ondersteund, endorsed door hun digitale achterban. De Griekse agora keert terug, maar dan volledig online. Het debat wordt niet gevoerd door een kleine incrowd achter gesloten deuren, maar door vele grote en open netwerken. Dat gebeurt niet alleen in verkiezingstijd, maar juist in de periode daartussen. Dat is goed voor het democratische gehalte van Nederland. Partijtijgers verliezen aan kracht; veel belangrijker is het directe draagvlak van de individuele politicus. Weet die zich genoeg geworteld in zijn communities? Niet alleen de oude, gevestigde elite kan meepraten, maar ook de gewone man. Politieke agendasetting wordt heel anders. Ook is een sterkere controle op het doen en laten van de overheid mogelijk. Niet langer
spelen we kleren van de keizer. Als iets niet deugt, dan komt er iemand die dat zegt. Wat is links, wat is rechts? Deze overkoepelende termen gelden niet meer.
Risico’s Deze ontwikkelingen hebben een reinigende werking op een achterhaald bestel. De positieve effecten kunnen alleen plaatsvinden als je een totaal open internet hebt, zonder beperkingen op up- of downloaden. We moeten stevige waarborgen krijgen dat je digitale footprint niet in verkeerde handen valt. Want hoe vrij ben je eigenlijk online? Alle digitale sporen die je achterlaat leveren een goudmijn aan informatie op. Bedrijven registreren en analyseren je aankoopgedrag om dat voor de toekomst te kunnen voorspellen. Google heeft een kopie van het complete internet en kent als missie ‘jou te vertellen waar je zin in hebt, voordat je het zelf bedenkt.’ Wie beheert al deze informatie, die inzichten opleveren die veel verder gaan dan een persoonsregister? Denk aan het rekening rijden: iedereen krijgt een gps-kastje in zijn auto en alles is traceerbaar. Natuurlijk belooft de overheid voorzichtig met de informatie om te gaan, maar ondertussen worden wel al je bewegingen bijgehouden. In Iran kon je in 2009 zien hoe nuttig Twitter was voor de autoriteiten: kritische Twitteraars werden opgepakt op basis van hun IP-adres. Big brother is watching you. Wie controleert internet: is er een uitknop? Hier draait het om bij de ontwikkeling van nieuwe media: wie garandeert ons dat wij in dat opzicht veilig zijn? Zolang de verschillende databestanden niet gekoppeld worden is er een zekere waarborg dat die informatie niet misbruikt wordt. Maar waak ervoor dat al die data in een enkele hand komt, want dat leidt geheid tot gedonder. Het is als Tolkiens Lord of the Rings: zolang de ringen verspreid zijn is er niets aan de hand, maar: you gotta keep’m separated.
Kranten hebben van oudsher één hoofdfunctie: ze bepalen voor hun lezersgroep wat nieuws is en wat niet. Met de komst van internet en nieuwe media is deze bepalende functie minder houdbaar geworden. Nieuwe media stellen het individu in staat zelf te bepalen wat nieuws is en wat niet. Daarmee is de traditionele positie van de krant onhoudbaar geworden.
17 12 2009 - 14.oo uur THUIS Reguliersgracht, Amsterdam
Toch zal de krant voorlopig niet verdwijnen. Er blijft vraag naar kwalitatief goede journalistiek. Dit komt vooral van hoger opgeleiden die het volgen van het nieuws als onderdeel van hun werk beschouwen. De krant van de toekomst heeft wel een veel specifiekere rol en klantengroep dan nu het geval is. Kranten werken alleen als ze samenvallen met een bepaalde kring: een soort peer group. Denk aan het Financieele Dagblad: ondernemers en economen kunnen niet buiten het FD, omdat ze willen weten wat hun concurrenten weten en doen. Het biedt een forum en een ijkpunt voor een afgebakend gezelschap van professionals. Op dezelfde manier zou de Volkskrant het sociaal-cultureel dagblad van Nederland kunnen worden, gelezen en gedragen door alle professionals in dat vakgebied. Dat zou wel betekenen dat de krant veel algemeen nieuws dat ze nu nog brengt, voortaan laat liggen. Hier ligt een taak voor het publieke omroepbestel, dat overigens, net als de krantenwereld, zeker zal veranderen. De publieke omroep wordt kleiner, want er kijken steeds minder mensen naar. Haar legitimatie ligt in het algemene en ‘het nationale’ van het nieuws, zoals het achtuurjournaal, de verslaggeving van Koninginnedag, de Olympische Spelen, het lijsttrekkersdebat. Televisie zal zich sowieso steeds meer richten op emotie en vermaak. Voor verdieping gaan mensen online – en sommigen naar de radio.
Yvonne Zonderop zelfstandig journalist en programmamaker
“De grootste verander ingen zie je altijd over het hoofd”
Voor een land vervullen massamedia een belangrijke functie. Ze hebben de mogelijkheid een gevoel van gezamenlijkheid te creëren. Ze voeden het collectieve geheugen. Met de komst van nieuwe media fragmenteert deze gedeelde denkbeeldige wereld. De tijd die mensen doorbrengen met het surfen langs hun favoriete weblogs brengen ze niet door met het kijken naar Tv-programma’s waar ze met hun collega’s over kunnen praten.
professioneel aanpakken. Toen dit uiteindelijk niet bleek te werken - de vrije markt maakte de belofte niet waar - raakte de ratio in diskrediet. De komende jaren zal de factor van ‘het gevoel’ de overhand houden. Dat zal zich ook politiek vertalen: het theatrale of dramatische gehalte spreekt meer aan dan de inhoud. De leiders van nu weten hun burgers vooral een gevoel te verkopen: kijk naar Obama en Putin.
Nieuwe netwerken
De afgelopen decennia was het goed mogelijk om sociaal te stijgen in Nederland. Nieuw talent is boven komen drijven. Maar nu zie je een sociale bovenklasse die haar positie probeert veilig te stellen door haar kinderen toegang tot hoogwaardig onderwijs en werk te garanderen. Er komen steeds minder momenten en plaatsen waar onder- en bovenklasse elkaar ontmoeten. Dat leidt tot verdere vervreemding tussen beide groepen, die kan omslaan in afgunst en arrogantie. Die situatie is op lange termijn niet houdbaar. Het hoeft geen nieuwe Franse revolutie te zijn, waarbij de onderklasse afrekent met de bovenklasse, een gebaar als het negentiende-eeuwse Kinderwetje van Van Houten kan voldoende zijn om de spanning weg te nemen. Maar dat er iets moet gebeuren, dat staat buiten kijf.
Kan een democratische samenleving zonder gevoel van gezamenlijkheid? Wat betekent dat voor een begrip als solidariteit? Dat zijn vragen die de komende jaren steeds belangrijker worden. De nieuwe functies van media ondersteunen een trend die toch al gaande is: de vorming van nieuwe kringen van gelijk gestemden. Daarbij gaat het om mensen met grofweg dezelfde socio-economische achtergrond en dezelfde interesses. Dit wordt verder versterkt door de expansie van sociale media netwerken: steeds meer gelijkgestemden weten elkaar te vinden. De wens dat internet een vrijplaats zou zijn om allerlei andere mensen te ontmoeten, is niet realistisch. De verzuiling is terug in nieuwe vorm. Facebook wordt in de Verenigde Staten al als ‘blank’ netwerk gezien, terwijl MySpace de ‘zwarte’ netwerkvariant is. Nationale culturele referentiepunten worden zwakker, omdat ‘cultuur’ voor de verschillende subgroepen steeds iets anders betekent. Het verdwijnen van de oude massamedia draagt bij aan het uit elkaar groeien van de boven- en onderlaag in onze maatschappij. Er groeit een tweedeling tussen hen die greep denken te hebben op hun leven, en zij die dat gevoel niet hebben. Dat veroorzaakt argwaan, onbegrip en wantrouwen, aan beide zijden. In de jaren ’90, de hoogtijdagen van Paars, waanden we ons in een maatschappij waarin alle oude tegenstellingen waren opgeheven. Het communisme was verslagen, de liberale markt economie had gezegevierd. Ontdaan van onze ideologische veren konden we de problemen in de wereld rationeel en
Wie vraagt naar de toekomst van nieuwe media, vraagt naar de toekomst van het internet. In 2010 wordt internet 21 jaar en daarmee, in Amerikaanse termen, volwassen. Dat geeft aan dat de ontwikkeling van het internet nog maar heel kort aan de gang is. Tien jaar geleden was Google er nog niet. De komende tien jaar verandert er veel, zoveel zelfs dat de vraag niet moet zijn wat er gaat veranderen, maar wat er nog over is van het internet zoals we dat nu kennen.
30 11 2009 - 12.3o uur Restaurant P.King Vijzelstraat, Amsterdam
Boris VelDhuijzen van Zanten internetondernemer
Social networking zoals we dat nu kennen zal sterk veranderen. Het netwerken om te netwerken verdwijnt, maar de functionaliteit van social networking blijft en wordt ingebouwd in nieuwe applicaties. Er is een groot verschil in de mate waarin mensen openstaan voor actief gebruik van de nieuwe technologieën. Sommigen willen wel en andere houden zich er verre van. De richting van de technologische ontwikkeling is duidelijk. We creëren God, door middel van technologie. We zijn al een aardig eind op weg. Door mobiele telefoons kan iemand op ieder moment spreken met iedereen overal ter wereld. Als zoiets honderd jaar geleden was voorspeld, was iemand met die vaardigheid zeker als goddelijk beschouwd. Met de verandering in nieuwe media veranderen ook de eisen aan gebruikers. Veel belangrijker dan het opdoen van feitenkennis wordt het leren omgaan met dynamische systemen. Technologische innovatie gaat veel sneller dan vroeger en de snelheid waarmee nieuwe standaarden ontstaan, en weer verlaten worden, neemt nog steeds toe. Het is niet zo belangrijk of je de huidige versie van Hyves goed begrijpt, maar veel belangrijker dat je snel leert omgaan met de volgende versie. Daarbij hoort ook de kunst dat je vaardigheden en kennis die
“Learn, Unlearn, Relearn”
overbodig zijn geraakt ‘ontleert’. Learn, unlearn, relearn. In de toekomst zullen gebruikers hier steeds beter in worden. Ook multitasken is een vaardigheid die in ontwikkeling is. Vrouwen kunnen dat nu nog veel beter dan mannen. Maar mannen zijn bezig met een inhaalslag.
Van wie is straks het internet? Internet lijkt een democratiserende werking te hebben. Iedereen kan een blog beginnen en wereldberoemd worden. Maar macht heeft de neiging zich in enkele individuen te concentreren. Vroeger dacht je, ‘Kreeg ik maar een kans, dan zou ik…’ en nu is het ‘Ik heb de kans, maar eigenlijk kan ik het niet.’ Het draait meer om talent dan vroeger, en nog steeds zal niet iedereen kunnen meekomen. Internet is meer meritocratie dan democratie Bij macht op internet denken de meesten aan giganten als Google en Microsoft. Maar dat zijn slechts verschijningsvormen van de macht. Al is dat nu moeilijk voorstelbaar; ook hun monopolies zullen verdwijnen. Bij Google is al een kentering waarneembaar in de publieke beleving van het bedrijf. Men vertrouwt niet langer op de ‘do no evil’ slogan. En de macht van internet is dat de overstapkosten naar een alternatief gering zijn. Niets houdt je bij Google, behalve je eigen gewoonten. Over het algemeen loont het op internet meer om goed te doen dan slecht. Een systeem als eBay werkt omdat reputaties zorgvuldig worden bijgehouden. Als iemand iets verkeerd doet, dan staat dat tot in de lengte van dagen in de cache van Google en is het voor iedereen vindbaar. Dat beseft dringt steeds meer door. Kwaad doen wordt bestraft, goed doen wordt beloond. Een doemscenario is dat het maatschappelijke perspectief op innovatie verandert. Dat over enkele jaren innovatie niet meer als goed wordt gezien, maar als iets onwenselijks. Dat is de grootste bedreiging. Kranten gaan verdwijnen. Een analyse van de inhoud van een krant toont aan dat het grootste deel van de content nu al veel
beter thuis is op internet. Neem het weer, de beursinformatie, het lokale nieuws, de Tv-gids en ook advertenties. Kranten voegen alleen opinie en nieuwsduiding toe. Maar dat is een functie beter vervuld kan worden door weekbladen, als HP/de Tijd en The Economist.
01 12 2009 - 16.oo uur Kantoor Solv advocaten Schippersgracht, Amsterdam
Steeds meer consumenten gebruiken sociale media. Dat heeft grote gevolgen voor hun interactie met vrienden en familie maar ook voor de beleving van de eigen identiteit. De komende jaren zullen sociale media volwassen worden. Dan zal blijken waarvoor sociale media wel, maar ook waar ze niet geschikt voor zijn. Ze zijn bijvoorbeeld heel geschikt voor het bijhouden van contacten uit het verleden. Of voor collaborative story telling, het samenwerken aan een verhaal. En LinkedIn is de recruitment-wereld radicaal aan het veranderen. Steeds meer blijken ook de nadelen rond sociale media. Dat spitst zich toe op twee punten rond sociale controle en privacy. Het eerste nadeel is de druk om altijd beschikbaar te zijn. Via virtuele sociale netwerken en mobiele telefoons zijn veel mensen 24/7 aanspreekbaar door anderen. Ze voelen een sterke druk om te moeten reageren op verzoeken om contact. Privacy heeft meerdere betekenissen. Een daarvan is de opvatting van privacy als het recht om niet gestoord te worden. Dat recht is aangetast door deze nieuwe ontwikkelingen. Op de lange termijn is de hoge contactbelasting niet vol te houden. Op dit moment bevinden we ons in een turbulente overgangsperiode. We gaan toe naar een systeem met nieuwe (technologische) mogelijkheden en sociale conventies om rust te zoeken als ons dat uitkomt. De verschuiving zie je al bij Twitter. Het gebruik van Twitter vereist een hoge intensiteit en dat is niet voor iedereen vol te houden. Veel Twitteraars stoppen er dan ook na verloop van tijd mee. Uiteindelijk blijft een beperkte groep mensen over op Twitter: mensen die hun populariteit door middel van Twitter kunnen exploiteren. De verhouding tussen volgers en zenders op Twitter wordt zo steeds schever. Enkele autoriteiten zenden
Christiaan Alberdingk Thijm Internetadvocaat en oprichter Solv Advocaten
“De druk om 24/7 Beschikbaar te zijn is niet vol te houden. We gaan toe naar een systeem waarin weer ruimte is voor rust”
en die worden door anderen gelezen. Dat is meer een idool-fan relatie dan een gelijkwaardige.
rechtstreeks moet gaan concurreren met GeenStijl en met de kranten.
Een tweede nadeel van sociale media betreft privacy als de mogelijkheid om je in verschillende sociale kringen verschillend te presenteren. In real-life zijn de meeste mensen voor hun ouders heel anders dan voor vrienden, collega’s of hun partner. De mogelijkheid om anders te zijn geeft vrijheid. Een medium als Twitter biedt je die mogelijkheid niet: integendeel. Een bericht aan je klasgenootje is ook door je grootmoeder te lezen. Bovendien blijven berichten voor lange tijd online en is die geschiedenis traceerbaar voor iedereen. Veel mensen ervaren dit als vervelend en beperkend. De behoefte aan gescheiden sociale kringen staat op gespannen voet met de manier waarop sociale media nu functioneren. Ook daarvoor moet een oplossing worden gevonden.
Internet kan een superieur netwerk zijn voor televisiedistributie, waarop je alle documentaires en films kunt kijken wanneer je maar wilt. Maar deze diensten zijn er nog nauwelijks. De grote vraag is wanneer dat doorbreekt. Rechtenkwesties remmen de ontwikkelingen af. Rechten op filmmateriaal zijn in handen van filmindustrie of omroepen, zelfs als het materiaal met publiek geld tot stand gekomen is. De neiging van de publieke omroepen om de ontwikkeling zelf te willen sturen is gevaarlijk, omdat dit de innovatie sterk kan remmen.
Nieuwe media De meeste verandering is te verwachten op de muziekmarkt. We gaan toe naar een situatie waarin men voor een vast maandbedrag toegang heeft tot een muziekcatalogus op een online plek – de internet cloud. De muziekindustrie heeft een moeizame relatie met internet. Niet alle bestaande grote muziekproducenten zullen in staat zijn zich aan te passen aan deze nieuwe modellen. Apple lijkt een permanente nieuwe speler te worden. De komende jaren zullen we de doorbraak van de E-books zien. E-books hoeven niet per se de plaats van papieren boeken in te nemen. Eerder zijn ze voor uitgevers wat de videorecorder is voor de filmindustrie: een interessant nieuw verkoopkanaal. Het publieke omroepbestel is achterhaald en gaat veranderen. De subsidies van de staat voor de omroepbedrijven zijn niet langer te rechtvaardigen. Omroepen zijn producenten en de subsidieverstrekking wordt steeds meer ervaren als concurrentievervalsing. Overheid en omroep willen dit nog niet inzien: recent is het taakveld van publieke omroepen zelfs verruimd. Neem de start van joop.nl, de site van de VARA, die
Nieuwe content Er komt behoefte aan een ander type content. Neem het nieuwe genre minidocumentaire, waarmee NRCnext.nl al experimenteert. Dat is een veelbelovend nieuw format, zeer geschikt voor de mobiele telefoon. Ook de interesse in amateurhandycam materiaal groeit. Professionele productiebedrijven reageren hierop door zelf ook steeds meer in amateurstijl te filmen, omdat de ‘authenticiteit’ aanslaat bij gebruikers. Amateurs zullen op tal van manieren content gaan gebruiken en verrijken. The Guardian is al heel sterk in het samenwerken met amateurs/lezers door middel van commentaar en videomateriaal. Ondanks de mogelijkheid voor amateurs om zelf content te produceren zullen professionele organisaties toch het belangrijkst blijven. Succesvolle amateurs worden na verloop van tijd professioneler en worden dan overgenomen door een grote mediaspeler. De integratie en verrijking van informatie zal verder toenemen. Een voorbeeld is Google books, dat een boek over Amsterdam automatisch koppelt aan een filmpje, de kaart en het wikipedialemma over de stad. Denk ook aan de lancering van Layar in 2009: een gratis applicatie op je mobiele telefoon die laat zien wat zich om je heen bevindt, door de koppeling van realtime beelden (combinatie camera en GPS in je mobiel) met digitaal beschikbare informatie.
Een tijdlijn tot 2020
3-10 april 2012
12 oktober 2015
30 augustus 2017
De Waal treedt buiten haar oevers. Deskundigen duiden de overstroming als direct gevolg van klimaatverandering. De binnenstad van Nijmegen komt onder water te staan. Door de snelle stijging van het water en fouten bij de evacuatie overlijden 23 inwoners.
De Tweede Kamer stemt voor de restwarmte-wet Vandendriel. Vanaf 2018 moet alle restwarmte die vrij komt bij industriële processen zinvol besteed worden. Op het wegkoelen van restwarmte staat een hoge boete.
De subsidieregeling voor mestvergisting bij agrariërs is niet langer nodig. Door toegenomen efficiëntie en de sterk gestegen gasprijs is mestvergisting rendabel geworden. Veel agrariërs leveren biogas aan woningen in de omgeving.
1 maart 2014 Enexis implementeert smart network in Oost Nederland.
16 februari 2013 In een handelsconflict met de EU draait Rusland de gaskraan dicht. Grote delen van Duitsland zitten langdurig zonder gas.
1 september 2018 Minister van Economische Zaken: 23% van de Nederlandse energie wordt nu duurzaam geproduceerd.
1 december 2016 Woningcorporatie Stadgenoot-Ymere start energielevering aan eigen huurders. Woonlasten met 25% teruggebracht.
1 januari 2020
3 april 2017 Ministerie van EZ: 15% van energie nu duurzaam opgewekt.
31 november 2014 Het terugleveren van elektriciteit aan het energienet door particulieren wordt niet langer belast. Huiseigenaren investeren massaal in zonnepanelen en weten zo hun energiekosten aanzienlijk te verminderen.
1 juli 2017 Bewoners van Hardenberg richten eigen energiecoöperatie op. Overschotten aan energie worden geleverd aan omliggende gemeenten. De winst van de coöperatie wordt gestoken in voorzieningen voor de lokale gemeenschap.
23 augustus 2018 RWE en Vattenvall trekken zich terug uit de consumentenmarkt en richten zich enkel nog op grote bedrijven en overheden. Die laatste groep neemt energie af om energietekorten bij particulieren op te vangen.
In 2020 rijden alle auto’s deels op elektriciteit. De infrastructuur voor het opladen van accu’s is op veel plaatsen aanwezig, maar het opladen kost veel geld. Thuis opladen is veel goedkoper. Elektrische auto’s vormen een belangrijke component in de energievoorziening van huishoudens.
10 12 2009 - 11.45 uur Wethouderskamer Stopera Amsterdam
De trend is duidelijk: om verschillende redenen, hoofdzakelijk economische, zullen we uiteindelijk overstappen op duurzame energie. Het klimaat is een belangrijke reden. Ook de groeiende roep om energieonafhankelijkheid in Nederland speelt mee. Afhankelijkheid van landen als Rusland wordt steeds minder geaccepteerd. Maar de belangrijkste reden voor de overstap is dat de winning van fossiele brandstoffen steeds duurder zal worden en schaarste optreedt. Dat zullen we al snel merken. Na de kredietcrisis zullen de brandstofprijzen fors stijgen. Op den duur zullen duurzame alternatieven eenvoudigweg de meest rendabele optie zijn. Wanneer dat moment komt, is niet precies te voorspellen, maar dat het komt, is zeker. De energiemarkt van de toekomst zal er anders uitzien dan nu. We gaan toe naar een markt die veel decentraler is georganiseerd dan in het verleden. Naast enkele grote energiecentrales, zullen er veel kleine en verschillende productiesystemen komen. Bijvoorbeeld windmolens, zonnecellen en bodemwarmtesystemen. Ook de diversiteit aan spelers op de energiemarkt zal toenemen. Denk bij nieuwe spelers bijvoorbeeld aan woningcorporaties, bedrijven, maar ook aan bewoners zelf. Op de nieuwe energiemarkt zullen zij ook financieel baat hebben bij een eigen rol in de energievoorziening. Het flexibel toeleveren en afnemen van energie stelt hoge eisen aan het elektriciteitnetwerk. Elektrische auto’s gaan een belangrijke rol spelen in de energie voorziening. Gedurende de tijd dat zij aan het net gekoppeld zijn, fungeren de accu’s van deze auto’s als buffer om pieken en dalen in de stroomvoorziening op te vangen. Voor onze warmte stappen we in veel gevallen over van gas naar industriële warmtevoorziening. Warmte die vrijkomt bij
Marijke Vos wethouder Amsterdam
“ Er is 11 vierkante kilometer bruikbaar dak in Amsterdam: een goudmijn aan zonne-energie”
industriële processen kan ingezet worden om woningen te verwarmen. Die energie gaat dan niet verloren. In Amsterdam wordt dat nu met succes toegepast en de verwachting is dat het navolging zal krijgen in andere industriële gebieden. Ook overheden gaan een grotere rol spelen. Natuurlijk als regisseur en aanjager, maar ook als uitvoerder. Terwijl aandelen in Nuon en Essent net verkocht zijn, beginnen steeds meer lokale overheden te denken over hun eigen energievoorziening. Vaak op basis van duurzame technologieën. De rol van de oude spelers - de grote energiebedrijven - wordt kleiner, maar zal niet geheel verdwijnen. Dat kan ook niet, want de overschakeling op duurzame energievoorziening kost tijd. Het is te hopen dat grote energiebedrijven zich zullen richten op grootschalige duurzame alternatieven, zoals projecten met wind op zee. Voor kleinschalige systemen, zoals zonnepanelen op daken, hebben ze het verkeerde organisatiemodel. Wie nadenkt over de toekomst van energievoorziening, kan niet buiten besparing. Energie die niet gebruikt wordt, hoeft ook niet geproduceerd te worden. Geleidelijk aan wordt de woningvoorraad energiezuiniger. Natuurlijk is deze omslag het makkelijkst te maken in de nieuwbouw. IJburg II wordt de eerste pilot in Amsterdam waarin echt klimaatneutraal gebouwd wordt. Duurzaamheid is dan ook een belangrijke afweging bij de gunning. Maar ook de bestaande voorraad wordt energiezuiniger. Alleen al in Amsterdam hebben woningcorporaties 200.000 woningen. Op het moment dat die gaan meedoen, kunnen er grote stappen gemaakt worden op gebied van besparing en op gebied van energieopwekking. Er is 11 vierkante kilometer bruikbaar dak in Amsterdam: een goudmijn aan zonne-energie. Ook de trend naar decentrale organisatie draagt bij aan besparing. Energieverliezen bij transport zullen hierdoor minder worden.
Andere regelgeving Tot het moment dat duurzame technologieën economisch rendabel zijn, zijn initiatieven afhankelijk van subsidies. Het voornaamste probleem met subsidies voor alle duurzame
bronnen is dat ze maar voor korte tijd worden ingesteld. Subsidies vormen dus een grote onzekere factor bij het opstellen van businesscases. Het is een goede zaak dat er nu wordt gedacht over een Nederlandse variant op het Duitse feed-in tarief, waarbij subsidie voor duurzaam voor langere tijd vast komt te liggen. Als er geen goede subsidieregeling komt, blijven we meer afhankelijk van fossiele brandstoffen dan nodig. Ook de regelgeving zorgt voor onzekerheden en beperkingen. Het bouwbesluit is zeer beperkend voor de experimenten die Amsterdam kan uitvoeren omdat het strikte eisen stelt aan gebouwen. Er komt een nieuwe warmtewet aan. Deze bevat een ‘niet meer dan anders’-principe, dat een plafond stelt aan de prijs die consumenten voor warmte moeten betalen. Consumentenbescherming is natuurlijk een groot goed. Maar dit principe brengt het risico met zich mee dat er onvoldoende producenten zijn die met warmte aan de slag gaan omdat ze de nieuwe systemen niet voor die prijs kunnen aanbieden. Te veel regels bemoeilijken de omslag naar een duurzame energievoorziening. Op andere gebieden is juist meer regelgeving nodig. Bijvoorbeeld op gebruik van de bodem. Verschillende warmtenetten, warmte/koude opslagsystemen en leidingen moeten elkaar niet in de weg zitten. Daar ligt een taak voor de overheid om regie te voeren. Belangrijk is om met regels een situatie te creëren waarin mensen zelf voordeel hebben bij het overschakelen op duurzaam. Je moet zorgen dat het collectieve belang samenvalt met het individuele belang. Tot slot blijven we in Nederland nog teveel hangen in de sfeer van pilots. Op een gegeven moment moet het groter. Pas als we opschalen ontstaan ook de schaalvoordelen die nodig zijn voor rendabiliteit. En dat is nodig om zonder subsidie een alternatief te vormen voor het gebruik van fossiele brandstoffen.
14 12 2009 - 10.oo uur Werkkamer TNO Rijswijk
Europa heeft te weinig eigen energiebronnen om onafhankelijk te kunnen zijn van leveranciers uit het Midden-Oosten of Rusland. Deze onwenselijke afhankelijke positie vormt een belangrijke drijfveer om duurzamer en efficiënter met energie om te gaan. Daarbij is technisch gezien steeds meer mogelijk, niet alleen op het gebied van energieopwekking, maar ook van distributie en gebruik. Die technologieën worden verder ontwikkeld en toegepast en zorgen ervoor dat er steeds minder energie verloren gaat in het gebruik. De ontwikkeling van zogenoemde Smart meters is hier een goed voorbeeld van: slimme energieregelaars optimaliseren de energievoorziening van gebouwen en woningen. Daarnaast laat de introductie van de HRE-ketel, die niet alleen je huis verwarmt maar ook elektriciteit levert, zien dat consumenten ook producenten kunnen zijn. Als deze ontwikkelingen doorzetten, zal dat de energiewereld op zijn kop zetten. De bovengenoemde technologische en politieke ontwikkelingen maken het aannemelijk dat centrale energieopwekking terrein gaat verliezen aan decentrale energieopwekking. Met decentrale energievoorziening kan energie, vooral in de vorm van elektriciteit, op elke denkbare plek kleinschalig worden opgewekt door middel van windmolens, zonnecellen, warmte-energiewisselaars en andere technologieën. Decentrale energieopwekking heeft veel voordelen. Zo zijn de kosten voor het transport erg laag. Hoe verder de energie door een kabel moet, hoe meer energie er verloren gaat. Bij decentrale opwekking zijn deze verliezen vele malen kleiner dan bij centrale energieopwekking, en dus efficiënter. Decentrale opwekking maakt het netwerk minder kwetsbaar. Grootschalige netwerken brengen grote risico’s met zich mee. Denk aan de
Annelies Huygen Columnist Trouw en senior consultant TNO
“Transitie komt zelden voort uit de hoek van de gevestigde orde”
black out in New York en andere Amerikaanse staten toen de schakels in het energienetwerk als dominosteentjes onderuit gingen. Of dichter bij huis: de Apache helikopter die tegen een Brabantse hoogspanningskabel vloog waardoor dagenlang de energievoorziening voor een groot gebied was onderbroken. Bij decentrale netwerken zijn deze risico’s veel kleiner.
Het belang van politieke keuzes Er zal nog flink geïnvesteerd moeten worden in verder onderzoek en ontwikkeling van op brede schaal toepasbare technieken. Op het niveau van een huishouden kunnen we de omschakeling naar decentrale energieopwekking wellicht binnen tien jaar realiseren. Interessant is dat gemeenten en woningcorporaties al erg actief zijn op dit gebied. Maar een termijn van tien jaar is te kort voor grootverbruikers als Hoogovens om volledig duurzaam te produceren. Misschien nog wel belangrijker is de wijze waarop het uitrollen van de nieuwe technieken georganiseerd wordt. Hier is politiek leiderschap essentieel. Er zal coherent en overtuigend politiek beleid gevoerd moeten worden, dat verder kijkt dan de huidige belanghebbenden. Op dit moment ontbreekt het aan goed leiderschap. Dat blijkt uit de weinig zinvolle combinatie van windenergie en kolencentrales. Windenergie is weinig voorspelbaar en inefficiënt: het levert alleen bij de juiste weersomstandigheden voldoende energie op en de vrij komende energie is niet op te slaan. Als back-up hebben we nu kolencentrales, maar die kun je niet eventjes uitzetten als er voldoende windenergie is. Kortom, inzetten op deze twee energiebronnen is een slechte combinatie omdat ze niet complementair zijn. Decentrale energieopwekking heeft de toekomst maar kan alleen slagen als de wet- en regelgeving op dit terrein wordt aangepast. Nu is dat op nationaal niveau geregeld en beredeneerd vanuit grootschalige centrale opwekking. Dat heeft geleid tot een topdown benadering. Decentrale opwekking vraagt om een totaal andere benadering: veel meer lokale speelruimte en ondersteuning op kleinschalig
niveau. De vraag is in hoeverre de grote energieconcerns de ontwikkeling naar een decentraal stelsel zullen steunen. Op dit moment is er in Europa een klein aantal spelers met relatief veel macht. Hoe lang houdt hun lobby de verandering tegen? Transitie komt zelden voort uit de hoek van de gevestigde orde. We hoeven straks niet verbaasd te zijn als blijkt dat baggeraars, bouwontwikkelaars of telecom-aanbieders een grotere rol gaan spelen in dit transitieproces dan Shell, Essent of Nuon. En de overheid, op haar beurt, zal haar eigen rol opnieuw moeten definiëren en zal zich veel meer richten op het faciliteren van de omschakeling. Zo goed als zeker is dat de rol van de consument steeds belangrijker wordt: deze wordt betrokken in het proces, laat kritisch van zich horen en stelt vervolgens eigen eisen op. Over tien jaar kan de huidige consument een efficiënte en duurzame producent zijn.
Dat de Hummer in 2009 massaal in de uitverkoop ging is niet verwonderlijk. Het imago van die auto past niet meer in deze tijd en bovendien verbruikte hij teveel dure benzine. Een moreel en een praktisch punt. De omslag in de populariteit van de Hummer markeert een omslag in het denken over energie en daarbij wint het duurzaamheidaspect veel maatschappelijk terrein.
01 12 2009 - 10.oo uur Koffietafel Stadsherberg Van der Werf, LEIDEN
Martine van der Post oprichter adviesbureau Post Fossil Fuel
Nog voor 2020 zal een grote stap naar elektrisch rijden zijn gezet. De ontwikkelingen gaan hard op dit gebied: er wordt steeds efficiënter met energie omgegaan, zowel in de productie als in het gebruik. Het aanbod van elektrische voertuigen wordt steeds breder en goedkoper. De actieradius van elektrische voertuigen wordt ook steeds groter en opladen kan op steeds meer plekken. We bewegen naar een meer decentrale energievoorziening. We gaan weg van het centrale netwerk met centrales op kolen, bio massa of kernenergie. Kleinere en slimmere energieopwekkers, die stroom terug kunnen leveren aan het netwerk, winnen aan belang. Dat zijn systemen die werken met zonnecellen, GFT-vergisters, windenergie of andere technologieën. Systemen worden zo ontworpen dat het weglekken van energie minimaal is. Nu worden deze technieken op kleine schaal toegepast, maar straks is het mainstream. Dit heeft grote gevolgen voor grote energieconcerns en voor verwante industrietakken, maar ook voor vraagstukken rondom mobiliteit en arbeidsverhoudingen. Decentrale duurzame productie is ook de enige optie om van fossiele brandstoffen af te komen. Met kernenergie blijft het probleem van nucleair afval en kernfusie is nog lang niet voldoende ontwikkeld. Het alternatief van biomassacentrales
“ Er zijn geen belemmeringen voor de ontwikkelingen naar duurzame energievoorziening, maar slechts vertragingen”
kent als groot nadeel dat deze moeten worden gevoed door een enorm landbouwareaal. Die optie is evenmin duurzaam en conflicteert met de voedselproductie.
Gevolgen van decentrale productie De grote energiebedrijven zijn zich zeer bewust van de ontwikkeling van decentrale productietechnieken. Ze zullen hun kernactiviteiten verleggen van grootschalige energieopwekking naar het faciliteren van decentrale energieopwekking. Grootschalige processen worden vervangen door een netwerk van allerlei kleine en lokale producenten. Dat leidt tot een ander soort energiemarkt. Niet langer gaat het om het leveren van energie, maar om de installatie en het onderhoud van de kleinschalige energiesystemen. Grote energiebedrijven zullen van productie overstappen op dienstverlening: zij leveren straks de diensten die het jou mogelijk maken zelf energie te leveren. Door decentraal te produceren wordt een enorme efficiëntieslag gemaakt. Om dit punt te illustreren: nu gaat 57 procent van de opgewekte energie verloren in het transport naar je stopcontact. Met decentrale energievoorziening wordt het energieverlies door transport enorm verminderd. In de toekomst wordt de energie van je wegstromend warm water opgevangen en omgezet in nieuwe energie, net als het bioafval uit de keuken. Dit scenario leunt op de veronderstelling dat mensen zich bewust worden van de eindigheid en het weinig duurzame karakter van fossiele brandstoffen. Niet langer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, maar vanuit een noodzaak en overtuiging kiezen voor een duurzaam alternatief: lokale energieopwekking is dan een voor de hand liggende route.
Geen afstel, maar uitstel Er zijn er geen belemmeringen voor dit scenario, maar slechts vertragingen. Deels is dit een complex politiek probleem. Nationale staten en multinationals met gevestigde belangen kunnen nog lang vasthouden aan het oude systeem, al weten ook zij dat dit op termijn geen stand houdt. Er worden wel initiatieven genomen, rondom bijvoorbeeld de opslag van
CO2, maar dat gaat voorbij aan de vraag hoe we duurzamer met energie kunnen omgaan. Op nationaal niveau doet de politiek nu veel te weinig om particulieren en bedrijven zelf energie te laten produceren. Zo wordt vervuiling steeds zwaarder bestraft, maar wordt verrijking niet beloond en nauwelijks gestimuleerd. Daar moet verandering in komen.
23 12 2009 - 11.oo uur GMT SKYPE interview Salmiya, Kuwait
De enige grote winst die we kunnen behalen op het terrein van energie is door veel efficiënter met energie om te gaan, zowel in de opwekking als in het gebruik. Op het terrein van het gebruik zijn de meest veelbelovende ontwikkelingen te verwachten waar het om een zuinigere toekomst gaat. Goede isolatie, zuinige motoren, slimme regelaars en al wat dies meer zij. Of gewoon wat minder gebruiken, dat helpt ook. Wat opwekking betreft heb ik een minder blijde boodschap. Daar draait de discussie om fossiel of niet-fossiel en wordt voorgesteld alsof het om een simpele keuze voor of tegen gaat. De werkelijkheid is dat de ontwikkeling van duurzame energievoorzieningen nu nog te kostbaar, ondoordacht, complex of simpelweg niet duurzaam genoeg is om binnen een termijn van een decennium daad werkelijk uit te groeien tot de nieuwe hoofdbron voor energie.
Bert Bokhoven oliehandelaar en all-round deskundige bij www.speld.nl
Fossiele brandstoffen blijven de toekomst van energie bepalen Kolen, gas en olie zullen de belangrijkste bron van onze energievoorziening blijven, of we dat leuk vinden of niet. De komende decennia verdubbelt het aantal voertuigen op deze wereld en die zullen allemaal energie nodig hebben om vooruit te kunnen komen. En niet alleen het aantal auto’s groeit. De wereldbevolking groeit met een miljard per decennium, en wanneer landen als China, India en Brazilië ook nog eens blijven groeien in welvaart, dan kun je zonder meer stellen dat de vraag naar energie explodeert. En aan die vraag valt nooit te voldoen door nu volledig in te zetten op zonnecellen, windenergie en tal van andere duurzame energiebronnen. Simpelweg omdat de bekende weg van fossiele brandstof de meest praktische en kostentechnisch de meest voor de hand liggende weg is.
“Machtsverhoudingen veranderen niet door idealisme”
Hoe hard we ook gaan bouwen aan elektrische karretjes: over tien jaar rijden er nog steeds honderden miljoenen auto’s met een verbrandingsmotor rond en die moeten allemaal voorzien worden van benzine of diesel. Het is niet realistisch te denken dat er tegen die tijd voldoende betaalbare elektrische auto’s beschikbaar zijn die de vraag naar fossiele brandstof overbodig maakt. Dat Hummer door een Chinees bedrijf is overgenomen, biedt geen gunstig vooruitzicht voor duurzaamheiddenkers. Stel, iedereen rijdt in een elektrisch voertuig. Waar moet die elektrische energie voor die auto’s vandaan komen? Zelfs al rijden er miljoenen elektrische auto’s rond, dan nog blijft men afhankelijk van fossiele brandstof om die benodigde energie op te wekken. Windenergie is verre van rendabel, zelfs als deze gesubsidieerd wordt. Er zitten te veel kosten in grondstoffen, productie en onderhoud om er een winstgevende business van te maken. Shell heeft zich om die reden in 2009 teruggetrokken uit de wind- en zonne-energie na hier voor meer dan 1,7 miljard dollar in geïnvesteerd te hebben. Dat we afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen moge blijken uit het handelen van onze minister van milieu, nota bene afkomstig uit de milieubeweging. Zij gaf twee jaar geleden vergunningen af voor de bouw van vierkolencentrales. Kortom: elektrisch rijden is misschien wel mogelijk, maar dat betekent nog geen winst voor duurzaamheid.
Waarom bent u er zo zeker van dat fossiele brandstof de toekomst heeft? Een belangrijke motivatie om de energievoorziening fossiel te houden is de enorme investering die we in de afgelopen eeuw hebben gedaan. Deze investeringen hebben een weerslaggevonden in tal van systemen en mechanismen die niet zomaar te vervangen zijn. We hebben een bijzonder fijn mazig, genuanceerd en complex productie- en distributiestelsel opgebouwd. Dat niet verder benutten is kapitaalvernietiging en in economische zin zelfmoord. Ook zijn de internationale geopolitieke machtsverhoudingen grotendeels gebaseerd op controle over energiebronnen. En de geschiedenis leert dat machtsverhoudingen niet veranderen door idealisme.
Om bovengenoemde redenen ligt de toekomst vooral in het verder vinden en benutten van nieuwe mogelijkheden en technieken om fossiele brandstof te winnen. Niet alleen worden er nog altijd nieuwe olievelden gevonden, er wordt ook steeds dieper gezocht. Ook velden die vroeger niet benut werden, kunnen nu met hulp van nieuwe technieken wel ontgonnen worden. Denk aan boren op grote diepte, of aan de teerzanden in Canada. Zolang de specifieke vraag naar fossiele brandstoffen blijft groeien, moeten we wel verder op zoek gaan naar meer.
...naar 2020 Democratie, nieuwe media en energie zijn verschillende thema’s, maar de aard van de veranderingen kent dezelfde basis: het toenemend belang van het individu. Dat is geen nieuws. Individualisering is een proces dat al decennia, zo niet eeuwen, gaande is. Het laatste decennium heeft individualisering echter een zeer sterke bondgenoot gekregen: informatieen communicatie technologie. Dankzij deze technologie worden we alziend, alhorend en alwetend. Het bondgenootschap tussen het individu en de technologie vormt de basis voor veranderingen die we de komende tien jaar gaan meemaken. Democratie krijgt een nieuwe dynamiek als individuen over dezelfde informatie en kanalen beschikken als politici en eigen fora benutten om zich te laten horen. De media zullen ingrijpend veranderen als individuen hun eigen nieuws maken en zelf kiezen wat ze waar en wanneer willen zien of horen. De wereld wordt steeds meer betrokken op de Ik-persoon, ook in morele vraagstukken ten aanzien van bijvoorbeeld het milieu of arbeidsomstandigheden. Hoeveel CO2 stoot ik uit? Waar komt mijn voedsel vandaan? Wie maakt mijn kleding? De afgelopen jaren hebben zich crises voorgedaan die te maken hebben met het falen van ‘grote systemen’. De kredietcrisis is daarvan het bekendste voorbeeld. Maar ook de ‘black out’ in de Verenigde Staten en de tijdelijke onderbreking van de levering van Russisch gas laten zien dat het falen van grote systemen grote gevolgen heeft. Tegelijkertijd – wellicht als tegenreactie – ontstaan er op tal van terreinen kleinschalige alternatieven voor de grootschalige systemen. Energie is daar een duidelijk voorbeeld van. Ons energiesysteem
kan in het komende decennium transformeren van een centralistisch systeem naar een netwerk van ‘prosumenten’. Dat heeft als gevolg dat mensen verantwoordelijk worden voor hun eigen energievoorziening en daarin eigen keuzes kunnen maken. Met de juiste technieken is een decentraal systeem zowel efficiënt als duurzaam en biedt daarmee een beter antwoord op de energie- en klimaatcrises dan ons huidige systeem. De ontwikkelingen in de media zijn een ander voorbeeld van de beweging van centraal naar decentraal. Web 1.0 was gebaseerd op het feit dat experts kennis beschikbaar stellen en die delen met gebruikers, bijvoorbeeld de online versie van de Encyclopedia Britannica. In Web 2.0 wordt de kennis online ontwikkeld en is een consument vaak ook producent, zoals bij Wikipedia. Hoe zal Web 3.0 eruit zien? De beste kandidaat is vooralsnog het semantisch web, waarin de normatieve duiding van informatie wordt overgelaten aan computers. In 2020 zijn mensen veel minder anoniem dan nu het geval is. Men deelt opvattingen en voorkeuren online en de omgeving reageert daarop. De interactie die vroeger plaatsvond op een dorpsplein verplaatst naar een online locatie. Nu creëren mensen vaak een virtuele identiteit die slechts een afspiegeling is van hun werkelijke identiteit. Profielen op relatie- en datingsites schetsen meestal een te rooskleurig beeld van iemand en de anonieme reaguurders van GeenStijl zijn in het dagelijks leven vaak heel wat genuanceerder. Dit soort sites en communities laten overigens wel zien hoe selectief netwerken ontstaan: er zijn specifieke datingsites voor mooi mensen, hogeropgeleiden en mensen van een bepaalde religie. Dus hoewel men meer dan ooit met elkaar in verbinding kan staan, ontstaan op een ander niveau nieuwe vormen van segregatie.
Autoriteit komt het komend decennium verder onder druk te staan. De transparantie, die het gevolg is van het voortdurend delen van kennis en ervaringen, maakt zichtbaar dat autoriteiten kunnen falen. Dat geldt voor artsen die verkeerde diagnoses stellen, wetenschappers die onjuiste conclusies trekken of ministers die het Parlement onjuist informeren. Mensen lijken, soms ten onrechte, meer vertrouwen te stellen in het oordeel van hun social network. Dat zagen we in 2009 bij de discussie over vaccinaties. De boodschap van het RIVM en het Ministerie van VWS legde het bijna af tegen die van bezorgde moeders die op Hyves actief waren. Hiërarchische systemen lijken niet meer van deze tijd. Ze missen het vermogen om te leren en zich snel aan te passen. In de toekomst gaat het niet alleen om leren, maar ook om ontleren en herleren. Die tendens maakt dat hiërarchische systemen slecht passen in een steeds platter wordende wereld. Verbindingen lopen in 2020 niet verticaal maar horizontaal. Geen politieke partijen met een vaste aanhang, maar netwerken van gelijkgestemden; geen omroepen met leden, maar netwerken van mediagebruikers met dezelfde smaak; geen energiecentrale met gebruikers, maar netwerken van prosumenten. Het zijn niet alleen de hier besproken thema’s waar dit speelt. Zie bijvoorbeeld hoeveel moeite een hiërarchische organisatie als het Amerikaanse leger heeft met het bestrijden van een relatief platte netwerkorganisatie als Al Qaida. De rol van Twitter in Iran laat zien hoe individuen met behulp van ICT zich spontaan kunnen organiseren tot krachtige, niet-hiërarchische bewegingen. Laptops en smartphones fungeren als spreekbuizen naar de rest van de wereld. Niet alleen politieke partijen, maar ook individuen kunnen
politieke betrokkenheid stimuleren. Ook hier stelt technologie mensen in staat om zelf verantwoordelijkheid te nemen in plaats van die uit te besteden aan politici. Een plat netwerk betekent niet dat iedereen binnen dat netwerk gelijk is. Het netwerk van Twitter is bijvoorbeeld sterk asymmetrisch. De meeste mensen hebben een handjevol volgers. Slechts enkelen hebben honderdduizenden en soms miljoenen volgers. Zij zijn de opinieleiders van Twitter en hebben een grote invloed op het publieke debat. Een opinie leider moet zijn volgelingen wel voortdurend tevreden houden, want verliezen die hun interesse dan verliest hij zijn centrale positie in het netwerk.
Futureconsult gelooft dat individualisering, kleinschaligheid en netwerkvorming geweldige kansen bieden voor onze samenleving. Mensen zijn meer dan ooit in staat om uiting te geven aan hun eigen idealen en daarbij gelijkgestemde individuen te vinden en aan zich te binden. Kleinschaligheid biedt de mogelijkheid om mensen meer bij hun omgeving te betrekken. Functionele samenwerking rondom bijvoorbeeld energievoorziening versterkt lokale gemeenschappen. Netwerkvorming, ten slotte, stelt mensen in staat verbanden te creëren en daarmee hun belangen te versterken. Dat is een gezond tegenwicht tegen machtige markt- en overheidspartijen. Het komend decennium biedt het individu mogelijkheden om meer greep te krijgen op de wereld om zich heen. De grote vraag is of de bestaande structuren en hiërarchische organisaties deze ontwikkelingen zullen aangrijpen en benutten om zich aan de veranderende tijden aan te passen, of dat zij geneigd zijn deze tegen te werken en af te remmen. In 2020 zal deze vraag beantwoord zijn.
Meer weten? Futureconsult is benieuwd naar uw mening over deze publicatie. Wellicht hebt u suggesties voor onderwerpen of personen die een volgende keer aan de orde moeten komen. Bezoek in beide gevallen onze website en laat uw bericht achter. U kunt mailen, bellen of langskomen op ons kantoor aan de Cruquiuskade te Amsterdam. Vanzelfsprekend staan wij klaar om u bij te begeleiden bij vragen over de toekomst van uw eigen organisatie.
Colofon
Contactgegevens
Tekst Henk-Jan van Alphen Ewoud Poerink Thijs Turèl
FutureConsult BV Cruquiuskade 309 1018AM Amsterdam T 020 320 31 00 E
[email protected] I www.futureconsult.nl
Ontwerp en vormgeving Annelies Pol Illustraties Peter Jelsma Druk Roto Smeets GrafiServices Utrecht