Een parlement vol antidemokraten Door Harm Ede Botje, Vrij Nederland Afghanistan Special, 19 mei 2007 Oud-kamerlid Farah Karimi (Groenlinks) werkte drie maanden als adviseur voor de Verenigde Naties in het jonge Afghaanse parlement. Zij begon vol goede moed, maar het liep uit op een teleurstelling en ze besloot haar contract niet te verlengen. "Je kunt geen democratie opbouwen zonder democraten." Een drukke straat midden in Kaboel. Een gele muur, in de berm ligt wat afval. Op de hoek staan kraampjes met groente en fruit. De chauffeur van de fourwheeldrive van de Verenigde Naties stopt. Oud-kamerlid Farah Karimi (46) stapt uit. "Hier is het gebeurd," wijst ze. In de muur zitten putjes waar de granaatscherven zijn ingeslagen. Karimi vertelt hoe ze twee dagen eerder op weg was van haar guesthouse naar het parlement. Elke ochtend wordt ze opgehaald door de VN-auto waarin ze samen met drie collega´s wordt vervoerd. Karimi is de enige vrouw in het gezelschap en zit daarom altijd voorin naast de chauffeur. Ze waren halverwege de dagelijkse route toen ze een luide knal hoorde. Daarna volgde een rookontwikkeling. De chauffeur aarzelde geen moment en draaide om. "Die jongens zijn gelukkig goed op dit soort situaties voorbereid."Karimi en haar collega´s namen een andere weg naar hun bestemming. Op de autoradio hoorden ze een paar minuten later dat een zelfmoordenaar was ingereden op een voertuig waarin een hoge medewerker van de Afghaanse geheime dienst zat. Vijf mensen kwamen om het leven. Twaalf anderen raakten gewond. Karimi: "Dat hakt er wel in. We hebben geluk gehad. Als we een minuut eerder waren vertrokken waren we precies op de plaats geweest waar de zelfmoordenaar zichzelf opblies. Je vraagt je dan af: wat doe je hier?" Het is november 2006. De nieuwe Tweede Kamer is gekozen. Farah Karimi ontruimt haar bureau. Acht en een half jaar kamerlidmaatschap is genoeg geweest. Ze heeft zich niet opnieuw kandidaat gesteld. Als buitenlandwoordvoerder voor Groenlinks was Karimi nauw betrokken bij het politieke debat over onder meer de uitzending van troepen naar Irak en Afghanistan en reisde ze de hele wereld over. Karimi keek dan ook uit naar een baan in het internationale circuit. "Ik wilde me inzetten voor de bevordering van democratie en van mensenrechten, iets waar ik in de Kamer voor heb gepleit." Het Ontwikkelings Programma van de Verenigde Naties (UNDP) zocht adviseurs voor het jonge Afghaanse parlement en die baan leek geknipt voor Karimi. Als geboren Iraanse spreekt en leest ze vloeiend Farsi. Die taal verschilt net zo weinig van het in Afghanistan gesproken Dari als het Nederlands van het Vlaams. En als enig Iraans parlementslid ter wereld in een westerse democratie heeft ze een schat aan ervaringen die ze zou kunnen delen met haar Afghaanse collega´s. "Ik had er zin in," zegt Karimi. "Ik heb altijd geloofd in de kracht van de Verenigde Naties en wilde helpen met de wederopbouw van Afghanistan. Deze baan was geknipt voor mij!" Karimi bezoekt Afghanistan voor de eerste keer in 2000. Daarna gaat ze een paar keer terug, bereist een groot deel van het land en spreekt met politici, hulpverleners, mullahs en krijgsheren. In 2006 verschijnt Slagveld Afghanistan. Daarin beschrijft Karimi hoe ze langzaam haar geloof verliest in de militaire interventie in Afghanistan.
www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 1 van 8
Over het Afghaanse parlement haar nieuwe werkplek is Karimi in haar boek niet erg optimistisch. Krijgsheren met bloed aan hun handen kunnen zich in 2005 kandidaat stellen zonder dat de internationale gemeenschap bezwaren opwerpt. Ze worden in groten getale gekozen. De Amerikanen achten de krijgsheren immers nodig in hun oorlog tegen terrorisme. "De verkiezingen zijn geen vehikel gebleken voor veranderingen," noteert Karimi. Het oud-kamerlid weet dus waar ze aan begint als ze eind januari dit jaar in Kaboel aankomt. Toch hoopt ze ondanks alles in het parlement ook gelijkgestemde "democraten in hart en nieren" te treffen met wie ze een enige geestverwantschap heeft. Het Afghaanse parlement is gevestigd in een verzameling lage gebouwen aan de Darulaman Road, de weg die leidt naar het verwoeste koninklijke paleis. Farah Karimi staat bij de poort te wachten en loopt gehaast naar binnen, ondertussen telefonerend. "We gaan naar de commissie vrouwenzaken," zegt ze. In het parlement lopen kamerleden door de gangen, af en toe staan ze stil om iemand de hand te schudden. Een kwart van de parlementariërs is vrouw, ook internationaal gezien een ongewoon hoog aantal. Onder druk van internationale gemeenschap is een quotum voor vrouwen in het parlement opgenomen. In de grote vergaderzaal roepen de parlementariërs elkaar luid toe. Voorzitter Yoenis Qanooni (hij was een warlord, behoort tot de noordelijke alliantie en heeft presidentiële ambities) leest de kamerleden in lange monologen de les. In december 2005 vond de eerste zitting plaats, na nationale verkiezingen die volgens internationale waarnemers redelijk waren verlopen. In het parlement zitten 249 leden in Wolesi Jirga (de Tweede Kamer) en 102 senatoren in de Meshrano Jirga, het hoger huis. De leden zijn allen op persoonlijke titel gekozen. Het parlement heeft eindeloos gesteggeld over procedures en benoemingen van voorzitters van commissies. De afgelopen anderhalf jaar is er nauwelijks nieuwe wetgeving aangenomen. "De kamerdebatten zijn hier heel erg vermoeiend," zegt Karimi. "Omdat er geen politieke fracties zijn, krijgt iedereen het woord. Het duurt allemaal eindeloos. Dit parlement zit echt nog in zijn kinderjaren." Rondom een grote vergaderzaal liggen kleinere zaaltjes waar de commissies bij elkaar komen. Om half twee schuiven vijf vrouwen aan een tafel onder een groot portret van een 19-eeuwse hoogwaardigheidsbekleder in uniform. Op de agenda staat de behandeling van de begroting van het ministerie van Vrouwenzaken. De nieuw gekozen commissievoorzitter Ghadria Yazdanparast woonde vijf jaar in Nederland, in 2003 keerde ze terug naar Afghanistan. "Ik heb het Nederlands al weer een beetje verleerd," zegt ze. Maar toch kan ze zich bewonderenswaardig goed verstaanbaar maken. Over Farah Karimi niets dan lof. "Zij is heel eerlijk. We kunnen veel van haar leren." Karimi laat haar aanstekelijke lach horen. De commissie vrouwenzaken, mensenrechtenrechten en maatschappelijke organisaties bestaat alleen maar uit vrouwen. De afgelopen maanden hebben ze alleen maar gesteggeld over het voorzitterschap. Uiteindelijk is het Yazdanparast geworden. Haar tegenstanders maken haar uit voor "een jihadi" ze onderhoudt nauwe banden met de warlord Nurridin Rabbani, die jarenlang president van Afghanistan was en door de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch een oorlogsmisdadiger wordt genoemd. Uit protest tegen haar verkiezing blijven progressieve vrouwelijke kamerleden als Malalai Joya (die internationaal bekendheid kreeg door haar uitgesproken stellingname tegen de warlords) weg uit de commissie.
www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 2 van 8
Na afloop van de vergadering lucht Karimi haar hart. In de Afghaanse verhoudingen hoef je nauwelijks rekening te houden met een commissie waar alleen vrouwen in zitten. "Het is een heel zwakke commissie. Al die mannelijke parlementariërs hebben gedacht: we stoppen al die onderwerpen die de internationale gemeenschap belangrijk vindt in een commissie, en dat laten we over aan de vrouwen." Met lede ogen zag Karimi hoe de commissie door eindeloze twisten verdeeld raakte. "Ik heb tegen de dames gezegd: jullie missen nu kansen. Omdat mijn hart bij dit onderwerp ligt, heb ik ze eindeloos gebeld en in wandelgangen toegesproken. Ik zei: jullie hebben grote onderlinge verschillen, maar er zijn ook gemeenschappelijke belangen. Alle vrouwen willen verbetering van het huwelijksrecht of het gezondheidsrecht. Dat kun je bereiken zonder dat je daar ideologische discussies over voert. Kies één of twee onderwerpen en ontwikkel daarover een gemeenschappelijke strategie. Ik gaf als voorbeeld het Kamerbrede vrouwenoverleg in Nederlandse Tweede Kamer. Maar tot nu toe helaas zonder resultaat." De internationale hulporganisaties bemoeiden zich volop met de vrouwencommissie en de vrouwelijke parlementariërs maar daar zat geen enkele lijn in. "De vrouwen moesten soms wel naar vier gender-trainingen tegelijkertijd," zegt Karimi. "En sommigen van hen zijn de lieveling van het Westen. Ze worden overal uitgenodigd en als bevrijding van de Afghaanse vrouw getoond. Dit zorgt voor scheve ogen en onderlinge jaloezie. Tegelijkertijd worden de vrouwen in het parlement nauwelijks serieus genomen door hun mannelijke collega's." Een zijzaaltje van het parlement. Om een grote tafel staan vijftien zwarte leren stoelen die worden bezet door louter mannen met lange baarden en tulbanden (de meeste van hen voormalige krijgsheren, zonder uitzondering zeer conservatief). Sinds de parlementsverkiezingen hebben ze naast hun vooraanstaande positie binnen stam en clan ook veel macht gekregen als volksvertegenwoordiger Aan het hoofdeinde zit een politiecommissaris met naast zich een hoge ambtenaar van het ministerie van binnenlandse zaken, die zich naarmate de middag vordert steeds ongemakkelijker gaat voelen. Zij zijn verantwoordelijk voor de politiehervormingen die op dit moment worden doorgevoerd. Corruptie en incompetentie bij de politie zijn een groot probleem in Afghanistan. Vooral in de drugsgebieden worden politiechefs benoemd die onder één hoedje spelen met de drugssmokkelaars. Daar moet een einde aan komen en dus worden nu nieuwe politiecommandanten benoemd op basis van diploma"s en deskundigheid. De internationale gemeenschap is daar zeer over te spreken. Maar de parlementsleden denken er heel anders over. "Waarom worden mensen die altijd goed hun werk hebben gedaan, die goede moslims zijn, nu opeens terzijde geschoven?," vraagt een parlementslid. Als de ambtenaar van binnenlandse zaken even hapert snerpt de voorzitter: "Geef nu maar gewoon antwoord op onze vragen en draai er niet omheen." Een ander valt hem bij: "Jullie doen alleen maar wat die buitenlanders willen en niet wat de bevolking wil," zegt een ander. Met die buitenlanders wordt verwezen naar de Amerikanen en de Duitsers die hebben geholpen met het opzetten van de politiehervorming. De parlementsleden zijn allemaal gekozen in hun eigen districten en hebben dus rechtstreekse te maken met plaatselijke belangen. Vaak hebben zij zelf die corrupte politiecommandanten benoemd. En even vaak zijn die commandanten afkomstig van hun eigen stam, clan of is het een broer of neef. Een voor een nemen ze het woord, en in eindeloze monologen, doorspekt met www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 3 van 8
anekdotes zetten ze hun standpunt uiteen. "We zijn akkoord met de komst van nieuwe auto"s, wapens en kantoorinrichtingen en ook de opleidingen zijn goed," zegt de voorzitter. "Maar al die ontslagen moeten stoppen." Een kamerlid staat op en zegt dreigend: "De internationale gemeenschap moet begrijpen dat als je politiecommandanten ontslaat, er een nieuwe crisis zal ontstaan. Ze zullen samen met hun milities in opstand komen. En ik voorspel je: dan hebben we niet alleen met de taliban een probleem in het zuiden en oosten van het land, maar ook met muitende politiemensen in het noorden en oosten." De ambtenaar schuift nu heel onrustig op zijn stoel. "Het is een ongelofelijk moeilijke opdracht," zegt hij verontschuldigend. "Ik heb tegen de minister gezegd dat ik van mijn taak wil worden ontheven." Farah Karimi die op verzoek van de commissie bij de vergadering zit draait tijdens de opeenvolgende sprekers regelmatig haar ogen naar het plafond, alsof ze wil zeggen: wat móét je nou met deze mensen. De volgende dag spreekt Karimi met de commissie. Ze houdt de mannen voor dat het imago van het parlement bij de internationale gemeenschap er zeer onder zou lijden als de commissie de politiehervormingen zou afkeuren. De Afghaanse regering heeft immers in ruil voor miljarden dollars aan hulpgeld onder meer beloofd schoon schip te maken bij de politie. De mannen sputteren tegen dat bij de hervormingen teveel nieuwe politiechefs "met een communistische achtergrond" worden benoemd. Het lijkt niet meer dan een gelegenheidsargument. In werkelijkheid zijn ze bang dat hun machtsbasis wordt aangetast. Toch laten de Kamerleden zich uiteindelijk door Karimi vermurwen: ze gaan er mee akkoord vertegenwoordigers van de Verenigde Naties uit te nodigen in het parlement, om zich alsnog te laten overtuigen van het belang van de hervormingen. "Het parlement is eerder een rem op de veranderingen in Afghanistan dan dat het die aanmoedigt," zegt Karimi die avond in restaurant Soefi. Gezeten op een kussen, aan lage tafels, kun je daar genieten van de heerlijkste hapjes uit de lokale keuken. Al op de eerste dag dat ze aan het werk ging, was het raak. Toen werd de veelbesproken amnestieresolutie aangenomen, op grond waarvan oorlogsmisdadigers niet langer kunnen worden vervolgd. Na de executie van Saddam Hussein, een rapport van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch waarin Afghaanse oorlogsmisdadigers met naam en toenaam werden genoemd en de presentatie door president Karzai van een "actieplan voor vrede, gerechtigdheid en verzoening", werden de hoofdrolspelers uit de burgeroorlog zenuwachtig. Voormalige communisten en de krijgsheren (die elkaar tijdens de burgeroorlog naar het leven stonden) sloten in het diepste geheim een akkoord: de wederzijdse wandaden moesten tegen elkaar worden weggestreept, vonden ze. Hun deal werd zonder dat de internationale gemeenschap er erg in had op een achternamiddag door het parlement gejaagd. Karimi is er nog steeds verontwaardigd over: "De duistere krachten profiteren het meeste van de democratische instituten. De warlords gebruiken het parlement om dingen voor zichzelf te regelen." Om de internationale gemeenschap tegemoet te komen bracht president Karzai veranderingen aan in het voorstel, waardoor individuen alsnog oorlogsmisdadigers kunnen aanklagen. Maar Karimi vindt het nauwelijks een verbetering: "Welke burger begint er in dit land nu een rechtszaak tegen een machtige krijgsheer? Die is zijn leven niet zeker. Vergeet niet dat de rechterlijke macht in Afghanistan behoorlijk corrupt is. En Karzai maakt niet echt haast daaraan wat te doen." www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 4 van 8
Het is vrijdag, de nationale rustdag in het islamitische Afghanistan. Er stopt een grote witte VN-auto voor de deur van het guesthouse, dat ligt aan een drukke doorgaande straat in Kaboel. De slagboom gaat omhoog en de guard opent de ijzeren deuren van de toegangspoort. "Ik wil je meenemen naar de wijk Afshar," zegt Karimi. "Dan kun je met eigen ogen zien waarom ik zo boos word over die amnestiewet." Afshar ligt tegen een bergwand aangeplakt. Hier is geen stromend water of elektriciteit. De wegen zitten vol kuilen. Overal staan ruïnes van huizen die zijn vernietigd tijdens de burgeroorlog begin jaren negentig. Het uitzicht over Kaboel is overweldigend. De stad ligt in een vallei, omringd door hoge bergen met nu het nog voorjaar is besneeuwde flanken. De 37-jarige Marzia ontvangt ons op het binnenplaatsje van haar lemen huis. Om haar heen drentelen een paar peuters met snottebellen. Even later stappen ook haar vijftienjarige zoon en echtgenoot naar buiten. Ze zien er bleek uit. Geen wonder, want de mannen brengen hun dagen met het knopen van tapijten in een kleine, bedompte ruimte. Marzia´s familie is Hazara, een minderheid in Afghanistan die makkelijk is te herkennen aan de Mongoolse trekken. De Hazara zijn nakomelingen van de soldaten van de twaalde-eeuwse heerser Djengis Khan. De Hazara"s zijn in Afghanistan altijd gediscrimineerd en staan onder aan de sociale ladder. Tijdens de opeenvolgende oorlogen hebben ze het zwaar te verduren gehad. In februari 1993 trokken fundamentalistische Taliban-achtige troepen van de beruchte krijgsheer Adbul Rasool Sayyaf (die werd gesteund door Saoedi Arabië) de wijk Ashraf binnen. Ze richtten een bloedbad aan. Mensen werden uit hun huizen gesleurd, huisraad in brand gestoken. Mannelijke bewoners werden samengepakt in containers die vervolgens met granaten werden bestookt. Ook bij Marzia kwamen de strijders langs. Ze werd in elkaar geslagen en moest haar gouden ring af doen. Toen dat niet snel genoeg ging, hakte een van de soldaten twee van haar vingers af. "Ik heb een week lang bloedend in huis gewacht op hulp," zegt ze terwijl ze de aan elkaar gegroeide stompjes laat zien. Haar man werd afgevoerd. Ze zag hem pas vijftien maanden later weer terug. Hij was zwaar mishandeld en moest als slaaf werken in een van de kampen van Sayyaf. Hij is nooit meer de oude geworden. Nu, vijftien jaar later, zit Abdul Rasool Sayyaf in het Afghaanse parlement. De met een lange witte baard getooide krijgsheer heeft het zelfs tot voorzitter van de commissie buitenlandse zaken gebracht. Als ze weer in de auto stapt zegt Karimi: "Aan mensen als Marzia moet ik denken als ik in het parlement ben en types als Sayyaf zie rondlopen." In maart bezocht een Nederlandse kamerdelegatie Afghanistan. Op het programma stond een kwestie van protocol ook een bezoek aan voorzitter commissie buitenlandse zaken Sayyaf. VVD"er Hans van Baalen, CDA"er Henk Jan Ormel, PvdA-nieuwkomer Chantal Gillard en Karimi"s opvolger Mariko Peeters spraken toen met Sayyaf . Karimi herkent het dilemma van zo'n bezoek maar had duidelijker taal verwacht van de Nederlandse Kamerleden. De delegatie had volgens haar een signaal kunnen geven door in de openbaarheid te spreken met de weinige parlementariërs die het ondanks alle intimidaties aangedurfd hebben tegen de resolutie te stemmen. Karimi: "Mijn voormalige collega´s weten heel goed hoe het zit, maar houden de schijn op. Als je zegt: we accepteren Sayyaf niet, dan haal je het sprookje van de democratie in Afghanistan onderuit. We spélen dus www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 5 van 8
dat de voorzitters deugen, ook al betreft het een man als Sayyaf. Het Westen wil graag geloven in dit sprookje omdat ze het zelf heeft gecreëerd." Het kantoortje van Karimi bevindt zich op de begane grond, vlakbij de grote parlementszaal. Er staan luxe leren stoelen, aan de wand hangen plattegronden van Afghanistan. Er is niemand aanwezig. "Dat is meestal zo," zegt Karimi. "Dit is de dependance. Mijn collega´s van de UNDP zitten meestal in ons grote kantoor elders in de stad, waar ze achter hun computers rapporten schrijven." Karimi is de enige UNDPadviseur die zonder tolk kan werken. "Alleen al die tolk schept een enorme afstand," zegt ze. "Mijn collega´s moeten aparte afspraken maken met de parlementariërs, kunnen de kranten niet lezen en kunnen niet even in de wandelgangen een praatje maken." Karimi is niet te spreken over haar ervaringen de afgelopen maanden bij de UNDP. "De Verenigde Naties gaan mij aan het hart. Om een land als Afghanistan op te bouwen moet je een stevige VN hebben, maar helaas is dat niet het geval. De neiging bestaat om allerlei mooie rapporten te schrijven en zo een papieren werkelijkheid te creëren. In plaats van met je voeten in de modder te gaan staan en met echte mensen te werken." Ze heeft zich opgewonden over de geldverspilling bij de VN: een oud probleem dat ook in Afghanistan manifest is. "Een consultant is door mijn bureau voor drie weken hier naar toe gehaald om een rapport te schrijven over het wetgevingsproces. Toen hij in Kaboel aankwam wilde echter de commissie wetgeving dat hij een commentaar gaf op het kiesrecht. ³Ik weet niets van het het kiesrecht, was zijn antwoord² Hij heeft na drie weken een algemene rapport geschreven en daar kreeg hij duizenden dollars voor. Totale onzin. Die consultant spreekt de taal niet en dus zit de Afghaanse deputy-manager, een hoog opgeleide man, voor hem te tolken. De Afghaanse collega´s zien wat dat oplevert, dat bedrag verdienen zij in een jaar. Het vertrouwen in de VN wordt op die manier steeds minder." Hoe moet het verder met het Afghaanse parlement? Karimi vestigt haar hoop op democratisch georiënteerde kamerleden als Douad Sultanzoy. Deze gesoigneerde heer komt uit een aanzienlijke familie. Zijn vader was generaal, de familie bezit nog steeds landgoederen in de zuidelijke provincie Ghazni. De voormalige piloot Sultanzoy groeide uit tot een held toen hij na de inval van de Sovjets begin jaren tachtig met een vliegtuig van de staatsmaatschappij Ariana uitweek naar Duitsland. Hij reisde vervolgens door naar de Verenigde Staten, waar piloot werd bij United Airlines. Na de val van de Taliban stelde Sultanzoy zich kandidaat voor het parlement. Zijn familie verklaarde hem voor gek dat hij zijn pilotenbestaan ("ik verdiende 25000 dollar per maand") verruilde voor een gevaarlijk leven in Kaboel. Maar Sultanzoy zette door. "Ik heb schone handen," zegt hij. "Ik vertegenwoordig de stem die om verandering vraagt. Dit land snakt naar mensen die openstaan voor verandering." Karimi en Sultanzoy ontmoeten elkaar in een lunchroom waar franse quiches en tarte tatin worden geserveerd. Daoud, een groot charmeur, complimenteert Karimi met haar kleding en uiterlijk. Ze barst in schaterlachen uit. Dan neemt het gesprek een ernstiger wending. Sultanzoy vertelt hoe optimistisch hij was bij de opening van het parlement in december www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 6 van 8
2005. Maar van die stemming is niet veel over. Hij vindt dat het parlement is overgenomen door "maffiose lieden". Zelf is hij regelmatig bedreigd. Onbekenden hebben "als waarschuwing" molotovcocktails in zijn tuin gegooid, die gelukkig niet af gingen. Ook ontvangt hij regelmatig dreigtelefoontjes. Hij staat op een "zwijglijst" die is opgesteld door kamervoorzitter Yunis Qanooni, de voormalige warlord die onlangs nog met alle egards in Nederland werd ontvangen. "Kamerleden die met hem gelieerd zijn mogen in de wandelgangen niet met me praten," zegt Sultanzoy. "Ik ben er trots op." Onlangs werd de nieuwe partij United Democratic Front opgericht. Sultanzoy heeft geen goed woord over voor die partij. "Daar zitten alle boeven, schoften, misdadigers en oorlogscriminelen bij elkaar." Deze groepering heeft volgens Sultanzoy een enorme invloed op de rest van het parlement. "Ze geven smeergeld aan andere politici, er is sprake van groepsdruk. Veel kamerleden worden geïntimideerd." Buurlanden Iran, Pakistan en Rusland leveren goedkope olie, die vervolgens door warlords wordt doorverkocht. "Op die manier stromen er grote bedragen het land binnen, waarmee politieke partijen worden gefinancierd en kranten en radiostations worden opgezet. Die landen hebben er alle belang bij om het democratische project in Afghanistan te laten mislukken." Karimi valt Sultanzoy bij: "Onlangs schoot een vrouwelijk kamerlid mij aan. Zij was ook bedreigd. Ze durfde er niet officieel iets van te zeggen. Veel kamerleden zijn bang, durven niet op te staan. Een paar maffiose warlords trekken aan de touwtjes. Dat moet doorbroken worden." Samen met een stuk of dertig gelijkgestemden probeert Sultanzoy een nieuwe parlementaire groepering te vormen, die als tegenwicht moet dienen tegen de krijgsheren. Maar de gesprekken verlopen moeizaam. "Iedereen wil de baas zijn," zegt hij somber. "Zelfs als je daarvoor de capaciteiten niet hebt. Dat is echt het probleem van dit land. De ego´s zijn gigantisch. There are too many chiefs and no indians." Sultanzoy hoopt op financiële bijdragen van politieke partijen uit het Westen. "We hebben niet alleen morele steun nodig van onze Westerse vrienden, maar ook logistieke en organisatorische ondersteuning. Zij die ons democratie willen brengen moeten hun beloften nu waar maken. Mijn democratisch georiënteerde collega´s en ik hebben niet eens een kantoor. Ik kan niet eens mijn internetverbinding betalen. Terwijl de krijgsheren zwemmen in het geld." De bloesems in de tuin van het guesthouse geuren uitbundig. In de bomen zingen de vogels. Op de achtergrond is het getoeter te horen van de auto"s op straat. Op tafel staat een thermosfles met thee. Op haar vrije dag zit Karimi in de schaduw. Ze spreekt zet haar zorgen over de recente ontwikkelingen in het Afghaanse parlement nog eens op een rijtje. De amnestiewet, de almacht van de warlords, de corruptie, de desinteresse van de internationale gemeenschap, de geldverspilling, de goedbedoelde maar onnodige cursussen, de moeilijkheden als taalbarrières die haar VN-collega´s ondervinden om parlementsleden echt te helpen, het valt Karimi allemaal zwaar tegen. Maar ze is uiteindelijk het meest teleurgesteld in de Afghaanse parlementariërs zelf: "Ik heb hier vooral antidemocraten aan het werk gezien." Karimi voorspelt dat de volksvertegenwoordiging de komende maanden www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 7 van 8
hervormingen zal blokkeren of terugdraaien. De amnestiewet staat niet op zichzelf. Het parlement wil de mediawet zo aanpassen dat openlijke kritiek op het regeringsbeleid strafbaar wordt. Ook bestaan er plannen om de onafhankelijke mensenrechtencommissie vleugellam te maken. Karimi wil dat allemaal niet meer meemaken.Daarom heeft ze besloten haar contract niet te verlengen. Maar laat ze daarmee mensen als Sultanzoy niet in de steek? En is ze niet te ongeduldig? Is het niet juist nu van cruciaal belang om te blijven en er voor te zorgen dat het parlement door deze kritische fase heen komt? "Ik bén ongeduldig," zegt Karimi. "Dat zit in mijn karakter. Maar je kunt geen democratie opbouwen zonder democraten. Ik zal wegen zoeken juist de democratisch georiënteerde groep te steunen. Ze zijn de hoop voor de toekomst. Maar als VN-medewerker kon ik niet apart voor hen opkomen, ik moest er namens de internationale gemeenschap zijn voor álle parlementariërs en dat kan ik niet meer opbrengen."
www.farahkarimi.nl
Harm Ede Botje: Een parlement vol antidemokraten, VN mei 2007 8 van 8