Een onderzoek van je nieren: nierscintigraFie
Wilhelmina Kinderziekenhuis
Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders
2
Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar
4
Een onderzoek van je nieren: nierscintigrafie
6
Tips
18
Wil je meer weten?
19
Voor ouders: voorbereiding en begeleiding
25
Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per E-mail:
[email protected]
1
Inleiding voor ouders Een onderzoek in een ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en hoort allerlei medische termen. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden.
Lees de folder eerst zelf. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Of uw kind leest de tekst zelfstandig. Bespreek daarna samen of alles duidelijk is. Als u korte vragen stelt over de tekst, kunt u nagaan of uw kind de informatie begrepen heeft. Achterin deze folder staat hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek.
Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op het onderzoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is nodig. Het geeft vaak meer zekerheid en vertrouwen. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts vertelt: • waarom uw kind dit onderzoek krijgt • hoe we dit onderzoek doen Thuis stellen kinderen meestal meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding.
2
3
Ben je 12 jaar of ouder? Lees dit dan! Een onderzoek in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden op het onderzoek. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.
Wie beslist: jij, je ouders of samen? Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO).
Tips Neem iemand mee naar het ziekenhuis. Je vader, moeder of iemand anders die je vertrouwt. Praat met je ouders, broers, zussen, vrienden en vriendinnen over wat er gaat gebeuren in het ziekenhuis. Schrijf je vragen op, dan vergeet je ze niet. Bij je volgende bezoek aan het ziekenhuis kun je ze stellen.
Wil je meer weten? www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.opeigenbenen.nu www.ikvoelpijn.nl
Ben je ouder dan 12 jaar Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven. Maar als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl
Ben je ouder dan 16 jaar Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl
4
5
Een onderzoek van je nieren: nierscintigrafie Je komt in ons ziekenhuis voor een nierscintigrafie Dat is een onderzoek waarmee we kunnen kijken hoe groot je nieren zijn, welke vorm ze hebben en hoe elk van je nieren werkt. Een ander woord voor nierscintigrafie is DMSA scintigram.
We doen ons best om ervoor te zorgen dat je hier zo min mogelijk last van hebt. Er mag iemand bij je blijven tijdens het nierscintigram. Je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt. Voor de nierscintigrafie kom je naar de afdeling Nucleaire geneeskunde Locatie AZU, Receptie 19. Na binnenkomst via de hoofdingang van het AZU sla je rechtsaf richting de poliklinieken. Aan het eind van de gang links zie je Radiologie.
Nierscintigrafie bestaat uit 3 woorden: Nier = dit is het orgaan dat de dokter wil onderzoeken Scinti = k omt van Scintillatie (“lichtflits”). Scintillatie betekent dat sommige stoffen een lichtstraaltje uitzenden. Dat gebeurt als ze in contact komen met een andere energierijke straal of deeltje Grafie = betekent in deze folder: vastleggen van gegevens met behulp van foto’s of beelden. Om een scintigrafie te maken is het nodig om een beetje radioactieve stof in je lichaam te brengen. Dit gebeurt via een infuus. Als je meer wilt weten over het infuus, ga dan naar pagina 13: Vóór de nierscintigrafie.
Ben je jonger dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het WKZ, 1e verdieping, receptie 3. Via het opnamebureau krijg je te horen hoe laat je daar moet zijn. Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus op de afde ling Nucleaire geneeskunde in het AZU. Het WKZ ligt naast het AZU. Het AZU is het ziekenhuis voor volwassenen. Als je uit het WKZ komt,ga je van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel. Dat kan lopend, rijdend in een bed of in een rolstoel.
Het onderzoek bestaat uit drie onderdelen: 1. Je krijgt het infuus en via dit infuus geven we je de radioactieve stof. 2. De radio-actieve stof werkt in. Dat duurt ongeveer 2 uur. 3. We maken het nierscintigram. Dat duurt maximaal een uur. Het hangt ervan af wat de dokter precies wil zien. Een nierscintigram maken doet geen pijn. De prik die we moeten geven voor het infuus kan wel pijn doen.
6
7
Je nieren Een nier is ongeveer zo groot als je eigen vuist. Je hebt er twee. Ze zitten aan de achterkant in je buik. Eén links en één rechts van je wervelkolom. Zet je handen maar eens in je zij. Onder die plek bij je duimen zitten je nieren. Heb je een nieuwe nier, een transplantatienier? Dan zit die nier niet in je zij, maar onder het litteken in je buik.
Wat doen je nieren? Nieren hebben verschillende taken: De belangrijkste taak is filteren (zeven) van je bloed. Nieren werken als een soort zeef. Al je bloed stroomt er doorheen. Door te filteren, maken nieren je bloed schoon. In je bloed zitten voedingsstoffen, maar ook afvalstoffen. Afvalstoffen heb je niet nodig. Je nieren halen die afvalstoffen eruit. Je nieren zorgen er ook voor dat je lichaam precies genoeg vocht heeft. Nieren halen vocht dat je niet nodig hebt uit je lichaam. Dit vocht en de afvalstoffen bij elkaar is urine. Nieren maken ook hormonen. Hormonen zijn stoffen die andere organen vertellen wat ze moeten doen. Daardoor regelen ze heel veel in ons lichaam. Nieren maken bijvoorbeeld hormonen die ervoor zorgen dat onze bloeddruk goed blijft.
Wat is radio-actieve stof? Radio = komt van radius en betekent straal Actief = werkzaam, het dóet iets Radio-actieve stoffen zenden ‘werkzame stralen’ uit. Dat klinkt geheimzinnig, maar is eigenlijk heel gewoon. Heel veel stoffen op aarde zenden namelijk werkzame stralen uit. Je wordt er de hele dag mee omringd. Alleen merk je dat niet. Je kunt straling niet voelen, horen, ruiken, proeven of zien. Daar hebben mensen geen zintuig voor. Vergelijk het met radiogolven,
8
9
die kun je ook niet horen. Alleen als je er een apparaat voor hebt, kun je naar radiomuziek luisteren! Ook straling kun je alleen met instrumenten meten. Een ander woord voor ‘radio-actief’ is ‘nucleair’. Je mag de twee woorden door elkaar gebruiken, ze betekenen hetzelfde. Een eigenschap van radio-activiteit is dat de straling steeds minder wordt. Dat regelt de natuur zelf.
Hoe ontstaat radio-activiteit? De aarde bestaat uit heel veel verschillende stoffen. Die stoffen zijn samengesteld uit bouwstenen. Vergelijk het met LEGO: de verschillende blokjes zijn de atomen. Die kun je combineren tot bouwsels (moleculen). Samen vormen ze een groter geheel, zoals een stad (de stof).
Toch moet je oppassen dat je niet te lang in de buurt van veel straling bent. We weten dat héél veel straling wel gevaarlijk is. Een grote hoeveelheid straling kan lichaamscellen beschadigen. Daar kun je ziek van worden. Net als zonnen. Een beetje zonlicht is goed voor je lichaam, maar van veel zon verbrandt je huid. Uit voorzorg gaan we daarom wel heel voorzichtig met straling om. Omdat baby’s en kinderen gevoeliger zijn voor radio-actieve straling, krijgen zij een kleinere hoeveelheid radio-actief materiaal dan volwassenen. De hoeveelheid die jij krijgt, is afhankelijk van je gewicht. De hoeveelheid straling die bij dit onderzoek vrijkomt, is ongeveer even groot als bij een röntgenonderzoek. Deze hoeveelheid is veilig.
De atomen veroorzaken straling. Sommige atomen zijn namelijk niet zo stevig, ze willen uit elkaar vallen. Als atomen uit elkaar vallen, schieten de stukjes alle kanten op. Dat wegschieten noemen we straling. De mens heeft de energie van de straling leren gebruiken voor heel veel slimme toepassingen. Zoals bijvoorbeeld stroom maken, ziektes bestrijden en onderzoeken hoe oud iets is.
Is straling gevaarlijk? Straling die in de natuur voorkomt, is niet gevaarlijk. Het is de hele dag om ons heen. Mensen komen ook in contact met kunstmatige straling, bijvoorbeeld bij het maken van een röntgenfoto. Je lichaam weet hoe het daar mee om moet gaan.
10
11
Hoe werkt het scintigrafie-apparaat?
Vóór de nierscintigrafie
De radio-actieve stof verspreidt zich, via je bloed, langzaam in je lichaam. Dat duurt twee uur. Het zit dan ook in de cellen van je nieren. Die cellen zenden tijdelijk radio-actieve deeltjes uit. Die fotograferen we met een speciale camera: een gamma camera. Een gamma camera kan de radio-actieve deeltjes omzetten in licht. Zo worden de foto’s gemaakt.
Wat doen wij vóór de nierscintigrafie begint?
De camera kan alle kanten op bewegen. Hij kan ook rond je buik draaien. Als je op de onderzoekstafel ligt, voel je je misschien een beetje als een tosti. Er hangt een groot foto-apparaat boven je en één onder je. De apparaten komen héél dicht bij je. Maar je hoeft niet bang te zijn dat ze je aanraken. Dat kan echt niet! De laborant let goed op. En het apparaat stopt vanzelf als het te dicht bij je komt.
Je krijgt eerst een infuus. Ben je jonger dan 6 jaar dan krijg je het infuus in het WKZ. Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het AZU. De radio-actieve stof komt in je lichaam via het infuus. Dit kan een beetje koud aanvoelen. De radio-actieve stof krijg je altijd in het AZU. Dat gebeurt met een spuitje en het is zo klaar.
Wat is een infuus? Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je ader zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje komt de radio-actieve stof in jouw lichaam. Een prik kan pijn doen. Daarom kun je een pleister met zalf krijgen op de plek waar geprikt gaat worden. Een uur van te voren. Die zalf verdooft je huid. Je voelt er dan minder van. Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkz.nl of vraag de folder over het infuus.
Na het inspuiten van de radio-actieve stof halen we het infuus uit je hand of arm. Je mag dan van de afdeling af. We spreken af hoe laat je weer terug moet zijn. In de tussentijd kun je iets anders gaan doen in het ziekenhuis.
12
13
Kom je van thuis, neem dan mee … Je moet goed stilliggen of zitten tijdens de scintigrafie. Dan pas kunnen we goede foto’s maken. Vind je het moeilijk om stil te liggen? Dan hebben we een speciaal kussen waardoor je makkelijker stil kan liggen.
Jasper (12 jaar): “Wat een raar idee dat je lichaam eigenlijk een beetje radio-actief is. Je merkt daar niets van.”
Als je wat ouder bent, is het ook handig om zelf iets mee te nemen, bijvoorbeeld een een luister CD, je knuffel of MP3 speler. Er is ook muziek in de onderzoeksruimte. Dus als je een favoriete zender hebt, kun je vragen of ze die aan zetten.
Voor ouders Heeft uw kind een luier om, neem dan een schone luier mee. U verschoont uw kind op de afdeling. Er zal ook wat radio-activiteit in de urine en dus ook in de natte luier zitten. Wij hebben speciale containers om deze luiers in weg te gooien. We raden u aan om de eerste 24 uur na het onderzoek handschoenen te dragen als u in aanraking komt met de urine van uw kind. Denk bijvoorbeeld aan verschonen of katheteriseren. De radio-actieve stof zit alleen in de urine, dus niet in andere lichaamsstoffen zoals zweet.
Hoe maken we de nierscintigrafie?
Je hoeft je niet uit te kleden. Let er op dat je geen metalen voorwerpen aan of op je kleding hebt. Metaal verstoort het onderzoek. Het kan dus zijn dat een riem af moet of je broek wat naar beneden moet als de rits en knoop van metaal zijn.
14
We maken de foto’s in een onderzoekskamer.
Je ligt op een smalle onderzoekstafel. Met je armen omhoog. Je vader en/of je moeder mogen bij je blijven.
15
Een laborant maakt de foto’s. Hij blijft in de behandelkamer en je kan gewoon met elkaar praten. Achter een glazen wand, zit de medisch nucleair werk(st)er. Tijdens het onderzoek is het halfdonker in de behandelkamer. De camera plaatsen we boven je buik. Soms draait de camera om je buik heen. Het duurt 25 minuten voordat het ‘rondje rond je buik’ klaar is. Je kunt op een beeldscherm meekijken. Je ziet dan ook hoe ver het onderzoek is. Als het balkje op het scherm helemaal vol is, is het onderzoek klaar.
Na de nierscintigrafie? De dokter van de afdeling Nucleaire Geneeskunde kijkt of de foto’s gelukt zijn. Als dat zo is, mogen jullie naar huis of terug naar de afdeling.
De uitslag De dokter bekijkt de foto’s heel goed. Als er al eerder een nierscintigrafie is gemaakt, dan vergelijkt de dokter de oude en de nieuwe foto’s. De uitslag krijg je van de dokter die de nierscintigrafie aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat er op de foto’s te zien is.
Als je goed zelf kunt zitten, vragen we je misschien wel om te gaan zitten. Je zit dan voor de camera.
Bijwerkingen
Je hoort een zacht gezoem van de camera, verder niets.
Het maken van de foto’s kan alles bij elkaar best lang duren. Soms wel een uur. Het is belangrijk dat je echt goed stilligt of zit. Je kunt ondertussen wel zachtjes praten.
Bij een nierscintigrafie heb je geen last van bijwerkingen. Door een nierscintigrafie krijg je er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Bij een nierscintigrafie is er geen kans op complicaties. Een nierscintigrafie is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
16
17
Tips
Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt.
Neem iemand mee naar het onderzoek. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt.
Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken.
Als je niet zoveel bezig wilt zijn met wat er tijdens het onderzoek gebeurt. Neem dan een knuffel, een (voorlees) boek of een MP3-speler mee om je af te leiden van het onderzoek. Je kunt ook een USB-stick met je eigen muziek erop meenemen, zodat je tijdens het onderzoek deze muziek kunt luisteren.
Heb je geen Pijnpaspoort*? Bedenk dan van te voren wat jij wilt. Bijvoorbeeld bij het infuus prikken. Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan kunnen doen. Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen. * Het Pijnpaspoort is een persoonlijk boekje waarin je kunt opschrijven wat jou helpt als je pijn hebt of bang bent. Je laat het aan de mensen in het ziekenhuis lezen als je dat nodig vindt, bijvoorbeeld voordat je een prik krijgt. Zij kunnen dan rekening houden met jouw wensen, zonder dat je het steeds weer hoeft te zeggen. De pedagogisch medewerker kan je hier meer over vertellen.
Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen. Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt. Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen. Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen.
Wil je meer weten? Kijk dan op: www.hetwkz.nl www.umcutrecht.nl www.kindenziekenhuis.nl www.jadokterneedokter.nl
Heb je nog vragen? Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
18
19
Voor vragen over een nierscintigrafie kun je bellen met de afdeling Nucleaire geneeskunde: • 088 7558818 • op werkdagen van 9.00 tot 10.00 uur is er een spoedspreekuur. U kunt het algemene nummer van het UMC Utrecht bellen en vragen naar zoemer 1880. Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedago gisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: • op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur • telefoonnummer 088 75 542 24 Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Voor ouders: voorbereiding en begeleiding Hoe kunt u uw kind voorbereiden Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past. • Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bijvoorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen. • Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het ‘hier en nu’. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen. • Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is. • Vraag hoe uw kind tegen de operatie aan kijkt en hoe het zich voelt. Uw kind kan bang zijn of pijn hebben. Bespreek thuis alvast wat uw kind kan helpen. Bijvoorbeeld een hand vasthouden, een MP3-speler met muziek meenemen… • Betrek de andere kinderen van het gezin bij de voorbereiding. Dan weten zij ook wat er met hun broertje of zusje gaat gebeuren.
20
21
Wat vertelt u en hoe • Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld.
• Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee. • U mag verwachten dat u tijdens het onderzoek duidelijke informatie krijgt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt.
• Vraag wat uw kind al weet over de operatie. • Let erop dat uw kind de informatie goed begrijpt en verwerkt. Vooral jonge kinderen kunnen gaan fantaseren over het ziekenhuis.
• Hebt u extra advies nodig voor de voorbereiding of begeleiding van uw kind? Dan kunt u contact opnemen met een pedagogisch medewerker van het WKZ, via het Secretariaat Pedagogische Zorg: • op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur • telefoonnummer 088 75 542 24
• Geef vooral bij jonge kinderen niet alle informatie tegelijk. • Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over.
Tips voor uzelf
• Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens de operatie. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft.
• Blijf tijdens het onderzoek zo rustig mogelijk. Dat maakt uw kind ook rustiger.
• Laat dingen zien als u over het ziekenhuis vertelt. Doktersspulletjes bijvoorbeeld. Of gebruik boeken en internet. Via www.hetwkz.nl kan uw kind alvast een kijkje nemen in het ziekenhuis.
• Richt uw aandacht op uw kind. Zorg dat uw kind er ook bij betrokken blijft als u met de arts of verpleegkundige praat. Zo geeft u uw kind de aandacht die het nodig heeft.
Hoe kunt u uw kind begeleiden • Ga met uw kind mee naar het onderzoek. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dit geeft steun en veiligheid. Tijdens het onderzoek kunt u voor afleiding zorgen. Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen.
22
• Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onverwachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund.
23
Schrijf hier je aantekeningen -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------------
Colofon
----------------------------------------------------------------------------------------------
Divisie Beeld Afdeling Nucleaire Geneeskunde © juli 2011, UMC Utrecht
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
24
KITE 06.008
----------------------------------------------------------------------------------------------
UMC Utrecht Locatie WKZ Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55 www.umcutrecht.nl www.hetwkz.nl