bulletin NVZ nederlandse vereniging van zangpedagogen
nummer 20•juli 2011
www.zangpedagogen.nl
Een nieuwe bezuinigingsronde Elena Vink, voorzitter
In deze periode van toelatings- en overgangsexamens ontkom je er niet aan stil te staan bij de vraag: waar gaan deze musici straks allemaal heen? Is er wel werk voor ze? Op Open Dagen komen aspirant-studenten vaak met hun ouders en ook dezen stellen de vraag: kan mijn kind er straks van leven? Zoals het er op dit moment uitziet met de (zoveelste) vele bezuinigingen op cultuur is dat een terechte vraag. Want waar net afgestudeerde musici terechtkomen in het begin is het zogenaamd ‘alternatieve circuit’, de kleinere ad-hocmuziek(theater)producties. En juist deze groep wordt met totale opheffing bedreigd. Er zal vooral geld gaan naar de gevestigde instituten met een internationale reputatie want daar kan goede sier mee worden gemaakt over de grens. De experimentele kleine producties waar je dingen kunt uitproberen, je talent kunt ontwikkelen, waar eens iets helemaal mis mag gaan, die zullen verdwijnen. Maar wanneer straks alles aan dezelfde standaard van waarden en/ of smaak moet voldoen, wordt het een eenheidsworst in het culturele landschap van
Nederland, dat ooit bekend stond om zijn experimenteerlust. Iets dat ook veel buitenlandse kunstenaars aantrok, dat beroemde ‘open klimaat’. Ook gaat er geld naar een modeverschijnsel als werken in achterstandswijken en met probleemjongeren. Dat is leuk en aardig en daar zit natuurlijk ook talent tussen dat een kans moet krijgen, maar het is toch eigenaardig dat de ontwikkeling van dat talent nu belangrijker wordt gevonden dan, ik noem maar iets, goede muziekeducatie op basisscholen. De afgelopen jaren is het de ene na de andere bezuiniging geweest. Het trieste is dat wat je hebt afgebroken zo moeilijk weer op
te bouwen is. Het is straks inderdaad heel lastig voor jonge musici om werk te vinden. Conservatoria doen er veel aan om studenten ook op te leiden tot ondernemers en dat is ook goed. Maar er zullen altijd kunstenaars zijn die geen ondernemer kunnen of willen zijn maar die vooral kunst willen maken, volkomen terecht. We vragen Rutte immers ook niet om in de Stopera te zingen. Het is te hopen dat deze regering snel onderuitgaat en er mensen komen die wel een toekomstvisie hebben en nadenken over een verrijking van het Nederlandse culturele klimaat in plaats van deze afbraak en die dat verschrikkelijke marktdenken loslaten. Want zeg nou eerlijk, wat heeft u liever, kunst of een JSF?
Lustrumsymposium Het zal u niet ontgaan zijn: dit jaar bestaat de NVZ 25 jaar. Dit wordt gevierd met een feestelijk lustrumsymposium op zaterdag 1 oktober a.s. in de Fentener van Vlissingenzaal (K&W) in het Utrechts Conservatorium.
Van de redactie… Het zou een bescheiden juli-nummer worden met vooral wat bestuurlijk nieuws en natuurlijk de aankondiging van het lustrum. Ziehier echter, mede dankzij spontane inzendingen van leden, een volwaardig Bulletin. In verband met het lustrum op 1 oktober verschijnt het volgende Bulletin reeds half september. Een bijzonder Bulletin dat u kunt zien als ‘appetizer’ voor het lustrum. Er wordt hard aan gewerkt!
Op het programma staan lezingen (sprekers: Alex Boon en Gerrit Bloothooft), een kort klassiek concert, een kort pop/jazzconcert (door Maartje Waanders) en een verrassende workshop onder leiding van Juliette Dumoré. Tussendoor zullen er genoeg momenten zijn om collega’s te spreken, om met elkaar van gedachten te wisselen, om discussies aan te gaan, om herinneringen op te halen. Dus: ZATERDAG 1 OKTOBER–ZATERDAG 1 OKTOBER–ZATERDAG 1 OKTOBER
1
Voor het voetlicht
Betoverd door Berganza Dagboekvertelling door Mirella Reiche Dit voorjaar reisde Mirella Reiche, student-lid van onze vereniging, naar Spanje om een masterclass te volgen bij Teresa Berganza. Dit was niet haar eerste kennismaking met de beroemde mezzo, in 2009 had ze ook al les van haar gehad. De ervaringen van dit voorjaar deden de herinneringen aan twee jaar geleden weer bovenkomen. Fragmenten uit het dagboek van Mirella. Maandag 13 april 2009 Vandaag heb ik Teresa ontmoet en heb ik mijn eerste les van haar gehad. Ik was zo nerveus dat ik wel had kunnen sterven, maar het zou tamelijk zonde zijn te sterven voordat ik les had gehad, dus ik zong. Teresa is zo vriendelijk en warm, ze keek me aan met haar indringende bruine ogen, gaf me een knuffel en wist me zo snel op mijn gemak te stellen. Dit was met afstand de beste zangles van mijn leven! Ze weet zo veel over interpretatie en techniek, beide zijn binnen twee uur verbeterd. De discussie over mijn stemvak is wederom heropend. Ben ik dan misschien toch een lyrische sopraan? Woensdag 15 april Teresa lachte van oor tot oor toen ze zich overtuigd wist dat ik lyrische sopraan ben en geen mezzo, zoals ik zelf de laatste tien jaar dacht. Nu is er veel werk aan de winkel. Ze raakt me, beweegt me, inspireert me, opent me en geeft me haar energie en een herboren stem. De aria’s van Despina die ik heb meegekregen lijken me verbazend goed te passen. Laat ik eens wat dingen van de lessen opschrijven: - Om resonans te vinden, in het bijzonder in het middengebied: begin op “i” en verander naar “a”, bijvoorbeeld op de noten A-B-A-BA-B-A-B-A = i-i-i-i-i-a-i-a-i. Houd de “a” in dezelfde resonans als de “i”. Zoek naar het mooiste geluid! (Hoe simpel, ik was toch haast vergeten dat zingen daar om gaat...) Hou dezelfde toon aan en wissel van klinkers, mi-ma-me-mo-mu, houd de laatste zo lang mogelijk aan en maak zoveel mogelijk decrescendo. Hoge noten, mond open, denk aan “a”. Houd ademsteun. Kijk naar de zinnen zoals je ze spreekt en
ik me nog zo fris dat ik ook daarna nog zou kunnen zingen als het zou moeten. ‘s Avonds Vandaag was ongelofelijk! Teresa vertelde dat ze na de les naar Madrid moest voor de herdenkingsdienst van een overleden vriendin.Op het laatste moment was haar gevraagd om iets te zingen maar ze zong liever niet want ze voelde zich niet voorbereid. Plotseling pakte ze mijn hand beet en vroeg ze of ik niet iets bij me had wat ik kon zingen in de kerk. Ik zei haar dat dit echt te veel eer zou zijn voor mij. Hoe zou ik daar ooit kunnen zingen in plaats van haar? In de kerk aangekomen bleek er geen organist te zijn en uiteindelijk is Teresa achter het orgel gekropen.We waren beiden zeer nerveus, zij omdat ze na dertig jaar voor het eerst weer orgel speelde en ik omdat ik daar opeens in Madrid in een kerk vol belangrijke mensen samen met haar op het podium stond. We waren tot tranen geroerd toen we gespeeld hadden. Ik kan nog niet bevatten wat er zojuist is gebeurd. Ik ben niet gedoopt en niet gelovig, maar heb de geesten in de kerk toch voor de zekerheid bedankt.
Foto EFE
zoek zo de meest logische plek om te ademen. Een kleine glimlachstand helpt, heel weinig maar, zoals die van Mona Lisa. Open ook de neus. Denk een driehoek rond mond en neus. Denk aan het voorste deel van het verhemelte om de stem te centreren. Niets is horizontaal of verticaal, het is altijd rond. Teresa heeft trouwens een prachtig huis in El Escorial, recht tegenover het Monasterio. Het is net een museum met veel schilderijen en een enorme muziekbibliotheek. De studio is enorm, met een grote Steinway en foto’s en gezellige hoekjes om te zitten.
Kijk nou wat ik vanmiddag nog schreef, dat ik waarschijnlijk na de les nog wel zou kunnen zingen als het zou moeten. En het moest! Bijzonder hoe je nooit kan weten hoe je leven eruit ziet in de komende tien minuten.
Donderdag 16 april, ‘s middags Wacht eens even... Natuurlijk!! Dit moet de reden zijn waarom mijn stem altijd beter was als ik koud begon en dan nog het liefst ‘s morgens vroeg. Nu begrijp ik het, ik kon op die manier gemakkelijker in de verkeerde tessituur zingen! Daarbij voelde mijn stem altijd zo snel moe. Mijn stem is helemaal niet moe maar juist opgewarmd en moet de hoogte in! Nu oefen ik ‘s ochtends anderhalf uur, heb ik ‘s middags twee uur les en voel
Vrijdag 17 april Net de laatste les gehad. Het eerste uur zong ik Despina en Lauretta en daarna Spaans liedrepertoire. Ze wilde me Spaans horen zingen omdat ze wist dat ik daar zo veel van houd. Ik zong Guridi, Ginastera en Granados en kreeg een groot compliment over mijn uitspraak. Ze vertelde me dat ik binnen drie maanden thuis zal zijn in mijn sopraanstem. Ze wil graag het werk met me
2
voortzetten en me over een tijdje horen met mijn nieuwe repertoire. Na de les spraken we nog een tijdje over dingen van het leven. Over familie, over problemen, menselijke dingen. We moesten afscheid nemen. Het onvermijdelijke moment was daar. Beiden pinkten we een flinke traan weg. Gelukkig was het geen vaarwel, het was een tot ziens. Maart 2011 Op de kop af twee jaar later, eind maart 2011, volgde een hartverwarmende hereniging tijdens openbare masterclasses bij Opera Studio FGUA in Alcalá de Henares. Met in totaal zes zangers mochten we ons drie dagen laven aan de energie en bevlogenheid van Teresa Berganza. Wat me het meest opviel was de warme, open sfeer die ze al direct bij haar binnenkomst neerzet. Zo zorgde ze er voor dat de zangers vriendschappelijk met elkaar omgingen en meeleefden met elkaars ontwikkelingen. Ik genoot met volle teugen van alle lessen en kon voelen welke innerlijke verandering we allen doormaakten.
Op 8 en 9 juni jl. vonden in Orpheus in Apeldoorn twee succesvolle uitvoeringen plaats van de opera ‘Lakmé’ van Delibes, o.l.v. de dirigent Harrie Poulsen. Dit project was geïnitieerd door een van onze leden, Greet Woltjes. Alle zangers, dus koor én solisten (op twee mannelijke solisten na), waren leerlingen van Greet. “In mijn grote praktijk heb ik, behalve veel echte amateurs, wel tien leerlingen die studeren aan de Schumann-academie. Voor hen is een project als dit een geweldige kans om solistische ervaring op te doen.” Ook de Apeldoornse basisscholen hebben een graantje meegepikt van dit project. Voorafgaand aan de uitvoeringen werden er speciale lessen gegeven over onderwerpen die betrekking hadden op ‘Lakmé’, zoals hoe het leven in
Ze vond dat ik de afgelopen twee jaar keihard gewerkt heb en was erg blij met mijn vooruitgangen (met dank aan Ingrid Kappelle die mij na mijn eerste Berganzabeleving in Nederland verder heeft geholpen). Met name over mijn coloratuuraria’s was Teresa zeer te spreken en toen ik voor de grap, omdat er nog tijd over was “Mein Herr Marquis” zong op de laatste lesmiddag vond ze het zo leuk gespeeld dat ze me vroeg of ik dat alsjeblieft wilde zingen op het afsluitende hommage concert. Dat was wel spannend, ik had deze aria nog nooit in het openbaar gezongen, maar met zo veel hartelijkheid en steun kon het alleen maar goed gaan. De slotavond was een groot succes, allen presteerden bovennatuurlijk goed onder de betovering van onze Gran Maestra Berganza.
3
India eruit zag en nu ziet, over de kleuren en geuren en klanken van dat land. Uiteindelijk hebben kinderen van deze basisscholen ook meegewerkt aan de uitvoeringen. “Het was een zeer intensief project, het heeft veel van ons allen gevraagd. Werkelijk álles hebben we zelf gedaan, ook de decors en de kostuums. De financiering heeft ons heel wat kopzorgen gekost, maar is gelukkig toch rond gekomen.” Speciaal voor het realiseren van haar muziektheaterplannen heeft Greet een koorvereniging opgericht, La Respirazione. Het volgende project, in 2014, wordt waarschijnlijk ‘Noah’s flood’ van Britten. www.larespirazione.nl
3
Verslag Nascholingscursus Zangmethodiek
Methodiekgroep Amsterdam De eerstvolgende bijeenkomst van de Methodiekgroep Amsterdam zal plaatsvinden op donderdag 15 september a.s. Net als de vorige keer brengt elke aanwezige een casus in. De casus worden in de groep besproken en er worden tips en oefeningen uitgewisseld. Mocht u ook belangstelling hebben om mee te doen: van harte welkom! Graag aanmelden bij Ruth Carasso, Leliegracht 23, 06 21232042,
[email protected]
door Tineke van Geuns Al jaren ben ik werkzaam als zangdocente/coach zowel op muziekscholen als in mijn privépraktijk te Den Haag. Altijd nieuwsgierig en ‘hongerig’ naar nieuwe impulsen en uitdagingen volgde ik in het verleden verschillende cursussen om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen mijn vakgebied (zoals ‘Vocal jazz days’, CVT , ‘Zingen en acteren’ en ‘Zingen van 8 tot 18 jaar’). Weer toe aan een nieuwe uitdaging vond ik vorig jaar in mijn vakje een flyer met de cursussen van Nascholing Zangdocenten van Ineke van Doorn en Jolande Geven. Nieuwsgierig gemaakt kocht ik eerst het boek ‘Professioneel zingen voor iedereen’ geschreven door Ineke van Doorn. Het boek sprak me aan: het is overzichtelijk, analytisch, nuchter, het taalgebruik is helder en het boek is zeer compleet. Echt een aanwinst voor de zangliteratuur. Nog nieuwsgieriger gemaakt bezocht ik Ineke’s website waarop een schat aan informatie en verslagen, alle betrekking hebbende op zang: workshops, cursussen, lezingen die Ineke bezocht, gevolgd of zelf gegeven had! Kortom een gedreven vakvrouw met hart voor het vak en een duidelijke boodschap. Bij zo’n vakvrouw wilde ik graag een cursus volgen. Cursus Zangmethodiek Eerst moest ik het financiële stuk rond krijgen. Ik wilde graag de cursus Zangmethodiek volgen bestaande uit vier modules op vier vrijdagen van 10.00 tot 17.00 uur. De kosten: 750 euro. De muziekschool kon via een fonds 1/3 van het bedrag lospeuteren en dit gaf mij het laatste duwtje om mij in te schrijven voor de gehele methodiekcursus. Ik begreep later dat er ook een mogelijkheid bestond om een enkele module te volgen, maar bij nader inzien ben ik blij alle modules gevolgd te hebben.
De inhoud van de cursus Ik zal nu zeer globaal een overzicht geven van wat er gedurende de cursus zoal werd behandeld. Tijdens de eerste module gaf Jolande Geven na een voorstelronde een voorbeeldgroepsles aan de hand van een blues. Een pakkende introductie/warming up gevolgd door een speelse interactieve les. Een les die ik die week direct in mijn eigen lespraktijk gebruikte. Ook de andere modules startten met een dergelijke groepsles. Ineke van Doorn gaf bijvoorbeeld tijdens de tweede module een workshop over ‘noten leren lezen en theorie in de zangles’. Als voorbereiding lazen we een aantal hoofdstukken uit het boek ‘Professioneel Zingen voor iedereen’. Ook deze les was zeer praktisch en direct toepasbaar, met name in groepslesverband. Andere thema’s waren ‘Instuderen en interpretatie’ en ‘Improvisatie als hulpmiddel in de zangles’. Beide speelse, en soms uitdagende lessen met wederom veel bruikbaar materiaal om direct toe te passen. Na afloop ontvingen we hand-outs van de behandelde stof.
een lezing door Ineke van Doorn. Bijvoorbeeld over ‘De recente ontwikkelingen in de zangmethodiek’ en over ‘De bouw en werking van het stemapparaat’. Ook beluisterden en analyseerden we een stem. Thema van de dag Na de lunch was het tijd om het thema van de dag uit te diepen. Tijdens de eerste module inventariseerden en reflecteerden we over wat je als zangdocent moet kunnen, en wat een zangleerling ideaal gesproken na drie jaar les zou moeten kunnen. Bij het thema ‘De leerling’ bereidden we twee stukken voor en moesten we er een leerplan/plan van aanpak op los laten. We probeerden het op elkaar uit, waarbij je soms de leerlingenrol had en dan weer de docentenrol, alles onder het toeziend oog van Jolande en Ineke. Na afloop volgde een uitgebreide reflectie, evaluatie en nabespreking. Heel interessant en leerzaam. Voor een andere module bereidden we thuis een technische oefening voor en voerden deze uit met de groep of juist met één persoon. Vraag was onder andere: Hoe bied je
Na zo’n actief begin van de dag volgde er
De vier modules hadden ieder een ander thema: “De leerling, de docent en het vakgebied”, “De leerling”, “De docent” en “De praktijk: leerlijn en leerstijl”. Zes zangers/ zangdocenten vormden de vaste kern van deelnemers die alle modules volgden. Een mooi ‘intiem’ clubje zangers met verschillende achtergronden (vier klassiek en twee pop/jazz) maar allen openstaand voor elkaars stijlen. Daarnaast waren er deelnemers die zich inschreven voor een losse module. Vooraf kregen we ter voorbereiding van iedere module per mail een aantal leesen praktische opdrachten toegestuurd. foto’s door Ivo Voragen
Jolande Geven
4
Ineke van Doorn
op en verwerkten in module 3 en 4 meer praktische opdrachten. Over het algemeen genomen was het leerzaam en vruchtbaar om met elkaar over het vak te kunnen praten, te reflecteren, ideeën te kunnen uitwisselen, en gecoached te worden door twee vakvouwen. Het was ook mooi om te zien en mee te maken hoe Ineke en Jolande elkaar aanvullen; deze ondernemende vakvrouwen zijn in mijn optiek een aanwinst voor de Nederlandse zang (pedagogiek)wereld. Enthousiast door de cursus heb ik ook meegedaan aan een door hen georganiseerde workshop van Meribeth Dayme; een absolute aanrader!
het aan? Wat voor huiswerkopdrachten geef je? Het doel was steeds om je eigen zangmethodiek te analyseren. Voor de laatste module bereidden we een les voor aan de hand van één van de volgende stukken: ‘With a little help for my friends’ en de wat klassieker getinte ‘What thing is love’. De cursisten die niet actief waren als docent of als leerling, moesten observeren, waarna de evaluatie volgde. Dit onderdeel was natuurlijk best spannend om te doen, maar gelukkig hadden we inmiddels een veilige sfeer gecreëerd zodat iedereen zich met een gezonde spanning aan elkaar kon presenteren. Zeer interessant om iedereen op zijn eigen wijze aan het werk te zien! Ook hier was de evaluatie na afloop zeer nuttig, leerzaam en met momenten confronterend. Als afsluiting van de dag en de hele methodiekcursus volgde nog een evaluatie, waarna we een prachtige certificaat kregen uitgereikt!
Als docente moet je je voortdurend blootstellen aan reflectie, je bent een doorgeefluik. Om de kennis met enthousiasme en vakkundig door te geven moet je je rugzakje blijven vullen. Dus eigenlijk is het gewoon een ‘must’ voor alle zangdocenten om zo nu en dan jezelf bij te scholen, deze cursus draagt daar zeker toe bij! Dus ‘highly recommended’ deze methodiekcursus van Ineke van Doorn en Jolande Geven!
Samenvattend De motivatie om aan deze cursus deel te nemen was om mijn batterij weer eens op te laden, mijn eigen zangmethodiek weer eens te analyseren, bewust te worden van wat ik doe en van wat ik niet doe en van wat ik graag zou willen. Ik heb absoluut een heleboel geleerd in deze cursus en met name van het praktische gedeelte. Na afloop van module 2 kwam uit de evaluatie naar voren dat het praktische gedeelte van de cursus het meeste aansloeg. Ineke en Jolande pakten dat prima
Zangpedagoge en fluitiste Tineke van Geuns is na haar conservatoriumopleiding en diverse masterclasses o.a. bij Lieuwe Visser en Margreet Honig, al lange tijd werkzaam als docente zang en als soliste bij oratoria. Zo geeft zij vocal coaching bij verschillende muziektheaterprodukties en is mede-initiatiefneemster van ‘Studio Dagny’ die zangcursussen in Frankrijk organiseert (www.studiodagny.nl).
5
werkmiddag: workshop 2
werkmiddag: workshop 1
Introductie Voiceprint door Aberto ter Doest door Ineke van Doorn Tijdens de NVZ werkmiddag van 12 maart jl. gaf Alberto ter Doest een introductie over de manier waarop de software Voiceprint van de EVT methode kan worden gebruikt in de lespraktijk. schil zien tussen een toon met harmonische boventonen en ruis. Dit biedt de mogelijkheid verschillende toonaanzetten te oefenen en daarbij te profiteren van de visuele feedback die het programma biedt. Gezamenlijk oefenen we een geaspireerde aanzet (met veel ruis), een harde aanzet (glottisslag) en een neutrale aanzet, daarna worden verschillende aanwezigen uitgenodigd om de drie aanzetten te herhalen voor de microfoon. We zien duidelijk dat iedere aanzet een verschillend spectrum oplevert waarbij ruis duidelijk te onderscheiden is van harmonischen . Bij een volgende oefening zingen we met een hoge, neutrale en een lage strottenhoofdpositie. Dit doen we eerst op een respectievelijk hoge, midden en lage toon omdat dit gemakkelijker is, maar daarna oefenen we de drie posities op dezelfde toonhoogte en op één lange toon. Ook hier levert de spectrumanalyse duidelijke feedback.
Voiceprint is een realtime spectrum analyse programma dat de stem kan opnemen, analyseren en weer afspelen. Realtime betekent dat je, terwijl je zingt, direct op het scherm de analyse kunt aflezen. De spectrumanalyse geeft de grondtoon en de boventonen weer, waarbij met kleur de intensiteit van de boventonen zichtbaar wordt gemaakt. Je ziet bijvoorbeeld wanneer je luider gaat zingen het aantal boventonen toenemen. Wanneer je het timbre van je zanggeluid verandert zie je de intensiteit van bepaalde boventonen afnemen, terwijl de intensiteit van andere boventonen toeneemt. Een neutrale waarnemer Voordat Alberto aan de 16 aanwezigen het systeem uitlegt, benadrukt hij dat wanneer je met het programma gaat werken je eerst voor jezelf moet bepalen waarvoor je het programma wilt gebruiken. In het proces naar een bevredigende artistieke uitvoering onderscheidt hij de stappen ambacht, artistry (creatieve vaardigheden) en magie (wanneer alles op het podium samen komt). Voiceprint kan in dit proces fungeren als een ‘onbevooroordeelde’ waarnemer, het programma geeft immers slechts een grafische weergave van het zanggeluid zonder hieraan een interpretatie toe te voegen.
ik dat zeker niet zou doen. Maar, zoals Alberto in het begin van zijn inleiding al stelde, niet elke metafoor betekent voor iedereen hetzelfde en juist in deze gevallen komt een spectrumanalyse goed van pas. Als leraar kun je immers met Voiceprint niet alleen auditief, maar ook visueel de verschillen tussen de diverse klanken illustreren.
Twang en zangersformant Als laatste komt de zangersformant aan bod. Deze wordt door dr. Peter Pabon gedefinieerd als ‘de klustering van de formanten F3, F4 en F5’, door anderen omschreven als ‘versterking rond 3000Hz’ of als een metalige klank die de stem draagkracht geeft, of – weer door anderen – als ‘de klank van een lachende heks’. De formant is door een spectrumanalyse duidelijk zichtbaar te maken en wordt door Alberto gedemonstreerd. Het valt mij hierbij op dat Alberto afwisselend de termen twang en zangersformant gebruikt. Het verschil is volgens hem dat bij twang het frequentiegebied dat meer energie krijgt, breder is dan bij de zangersformant. Twang ontstaat wanneer er door het aanspannen van de AES (aryepiglottische sfincter) er drie centimeter boven de stemplooien een vernauwing ontstaat. De manier waarop Alberto bij het benoemen van de diverse klanken de twee termen gebruikt, sluit niet aan bij zoals ik deze in de praktijk tegenkom en gebruik. Hij gebruikt de term twang soms voor klankkwaliteiten waarbij
In een eerste demonstratie laat Alberto zien hoe de boventoonsamenstelling verandert wanneer je van klinker verandert, vervolgens zien we hoe de kleuren van het spectrum veranderen als hij de energie laat toenemen. Wil je metingen die op verschillende tijdstippen gemaakt zijn goed met elkaar kunnen vergelijken, dan is het belangrijk dat de opnamemicrofoon bij alle opnamen dezelfde afstand tot de mond heeft. Alberto gebruikt om die reden een speciaal gekalibreerde (gestandaardiseerde) koptelefoon met twee microfoons. Oefenen met Voiceprint Een spectrumanalyse laat duidelijk het ver-
6
Voorbeelden nazingen Het visualiseren van klankverschillen kan met Voiceprint ook tijdens het nazingen van voorbeelden. Het voorbeeld kan een bestaande cd-opname zijn, of door de docent zijn ingezongen. Tijdens het nazingen ziet de student het spectrum van het voorbeeld boven in beeld, de spectrumanalyse van zijn eigen stem staat er eronder. De student kan zo tijdens het nazingen de verschillen tussen zijn eigen klank en het voorbeeld zien en direct proberen zijn spectrum aan te passen aan die van het voorbeeld. Uiteraard geeft het programma hierbij geen feedback over de manier waarop de student zijn klank aanpast, alleen het resultaat is zichtbaar. Het ambacht De introductie van Alberto maakt duidelijk dat Voiceprint ondersteuning kan bieden bij het werken aan ambachtelijke vaardigheden. Bij een methode als EVT, waarbij veel
6
Arie Antiche, de uitvoeringspraktijk
getraind wordt in het produceren van vooraf gedefinieerde klankkleuren (voice qualities) is het een praktisch hulpmiddel dat veel jonge mensen aanspreekt. Er wordt opgemerkt dat het programma eigenlijk werkt als een visuele bevestiging van hetgeen je oren al gehoord hebben. Dit wordt door Alberto beaamd, ook logopedisten gebruiken het om die reden.
door José Lieshout “Wantrouw de uitgever!” – duidelijker kon Lodewijk Meeuwsen het niet zeggen tijdens de lezing ‘De uitvoeringspraktijk van de Arie Antiche’ die hij gaf tijdens de werkmiddag op 12 maart jl. in het Utrechts Conservatorium. zien van een negentiende-eeuws sausje. Dat heeft geleid tot een overdaad aan aanwijzingen met betrekking tot de dynamiek en de intentie waarmee de aria’s volgens Parisotti gezongen dienen te worden. Ook de pianobegeleiding staat bol van dit soort aanwijzingen. De veelvuldige ‘Weltschmerzachtige’ climaxen in een klatergoud van tertsen doen eveneens weinig authentiek aan. Een ander bezwaar is dat in de drie bundels geen recht wordt gedaan aan de verscheidenheid van stijlen. De aria’s beslaan immers een periode van zo’n tweehonderd jaar, van vroeg-barok tot laat-barok. Door de uniforme negentiende-eeuwse bewerkingen vallen de verschillen volledig weg. Dit geeft een vertekend beeld van de ontwikkeling die de muziek in de zeventiende en achttiende eeuw heeft doorgemaakt.
Reden voor deze stellige uitspraak was in dit geval de Parisotti-uitgave van de Arie Antiche. Welke klassiek zanger kent ze niet? Drie bundels met aria’s uit de zeventiende en achttiende eeuw die ook tegenwoordig nog veel worden gebruikt als oefenstof voor leerlingen en studenten.
De apparatuur Nadeel van Voiceprint is dat niet alleen de docent in zijn leslokaal over alle apparatuur en software moet beschikken, maar ook de leerling, wil hij thuis met het programma kunnen werken. Bovendien moet de apparatuur zich dan bevinden op, of meegenomen kunnen worden naar, een plek die geschikt is om te oefenen. Er bestaan overigens ook eenvoudiger (en dus goedkopere) spectrumanalyse programma’s. Alberto beveelt het vrij verkrijgbare ‘Overtone Analyzer’ aan dat te vinden is op http://www.sygyt.com. Voor de Iphone en Ipad zijn ook diverse simpele maar leuke apps te vinden voor spectrumanalyse, bijvoorbeeld bs-spectrum (€0,79). Voiceprint is nog niet beschikbaar voor Mac computers.
Onbetrouwbaar De eerste editie van de Arie Antiche stamt uit 1890. Alessandro Parisotti (1853-1913), oorspronkelijk componist, maakte hiermee naam als uitgever. Precisie stond in deze uitgave echter – bewust of onbewust – niet op de eerste plaats. Een aantal van de bekende aria’s uit deze bundels is namelijk niet geschreven door de componist die door Parisotti wordt vermeld. Als je kijkt naar de slechte tekstplaatsing van het veel gezongen ‘Se tu m’ami’ kun je slechts tot de conclusie komen dat deze aria onmogelijk afkomstig kan zijn van Giovanni Baptista Pergolesi - deze aria blijkt dan ook door Parisotti zelf te zijn geschreven. Een vergelijkbaar voorbeeld, weliswaar niet uit de Parisotti-bundels, is het enorm populaire ‘Ave Maria’ dat in het verleden aan Giulio Caccini (1551-1618) werd toegeschreven. Deze aria is echter in 1972 (!) gecomponeerd door Vladimir Vavilov. Dat van Caccini geen enkel ander geestelijk werk bekend was, had toch op z’n minst al aan het denken moeten zetten...
Voiceprint gebruiken Het inzetten van een spectrumanalyse programma tijdens de zangles zal voor velen nog een stap te ver zijn: de techniek schrikt af, het past niet binnen de gebruikte methodiek, of men vindt dat de investering niet in verhouding staat tot het verwachte gebruik. Mijn verwachting is dat op den duur dit soort programma’s nog toegankelijker en gebruiksvriendelijker zullen worden. In dat geval zou het een van de hulpmiddelen kunnen worden waar we binnen de zangles als vanzelfsprekend gebruik van maken, net zoals de meesten nu gebruikmaken van opname–apparatuur, cd- speler, meespeel cd’s, een piano enzovoort. Ook sluit ik niet uit dat er nog toepassingen voor een dergelijk programma worden gevonden die buiten het puur ambachtelijke vallen waardoor het programma voor een bredere groep docenten aantrekkelijk wordt.
Vroeg-barok: la sprezzatura Caccini, componist van onder meer het prachtige ‘Amarilli’, zorgde aan het begin van de zeventiende eeuw voor een nieuwe kijk op het zingen. Tot dan toe waren de – zeer virtuoze – zangers vrij geweest om naar hartelust en naar eigen inzicht versieringen aan te brengen. Dit leidde vaak tot extreem ingewikkelde en uitgebreide versieringen waardoor de oorspronkelijke melodie en tekst nauwelijks nog te herkennen waren. Het ego van de zanger was belangrijker dan de oorspronkelijke compositie. Caccini wilde hier paal en perk aan stellen. In zijn ‘Le nuove musiche’ uit 1602 (een bundel monodieën voor solostem en basso continuo) werd ‘het woord’ weer belangrijk. Om de tekst verstaanbaar te houden, werden de versieringen aan banden gelegd en heel precies uitgeschreven. De zanger had zich hieraan te houden. Deze ‘afstandelijke’ houding van de zanger ten opzichte van de melodie werd ‘la sprezzatura’ genoemd. De melodie werd benaderd vanuit de ‘recitando’-stijl, zonder vast basistempo. Er werd dus niet geteld! De twee meest gebruikte versierin-
Negentiende-eeuwse bewerkingen Parisotti heeft de oorspronkelijke aria’s voor-
vervolg op pagina 12
7
7
Jaarverslag 2010 van de NVZ
Balans NVZ per 31-12-10
Algemene Ledenvergadering De Algemene ledenvergadering vond plaats op 6 maart 2010 in het Gebouw van K en W van het Utrechts Conservatorium. Aanwezig waren het bestuur, met uitzondering van Coosje van Ramselaar, en ongeveer 40 leden. Tijdens de vergadering werd decharge verleend aan Coosje van Ramselaar als secretaris en Lieve Geuens als bestuurslid. Margo van Biezen werd geïnstalleerd als secretaris en Mariska Wessels als bestuurslid, belast met de taken website en PR. Diane Hidding zal zich bezig gaan houden met de organisatie van de ALV’s en de symposia. Roland Hangelbroek, die afscheid zou nemen als penningmeester, heeft toegezegd nog uiterlijk een jaar te willen aanblijven als penningmeester zodat gezocht kon worden naar een geschikte opvolger. Werkmiddag Op de werkmiddag aansluitend aan de Algemene Ledenvergadering werden drie workshops gegeven door leden van de vereniging. Ineke van Doorn verzorgde een workshop over Warming up voor zangers, Hetty Gehring over Adem stroomt en Maarten Rienks over de Lichtenberg Methode. Tot slot van de middag was er een paneldiscussie onder leiding van José Lieshout. De middag werd zeer gewaardeerd. Jammer was dat de workshops slechts twee maal werden gegeven zodat niemand alle workshops kon bezoeken. In het vervolg zullen we hiermee rekening proberen te houden. Bestuur Het bestuur heeft in 2010 vijf maal vergaderd: op 1 maart, op 5 juli, op 30 augustus (een extra inhoudelijke vergadering), op 13 september en op 13 december. We zijn heel blij dat al snel na de Algemene Ledenvergadering een nieuwe penningmeester is gevonden in de persoon van Christa Bornhijm. Helaas heeft Mariska Wessels wegens te drukke andere werkzaamheden besloten haar bestuursfunctie na een jaar neer te leggen. Derhalve is er per direct een vacature voor een nieuw bestuurslid.
Leden De vereniging telde op 31 december 2010 321 leden.
administratieve belasting die het met zich meebrengt. Naar verwachting zal in 2014 het project Leonardo III beginnen, waaraan de NVZ waarschijnlijk weer zal deelnemen. Het eindrapport van Leonardo I is voor een ieder ter inzage beschikbaar bij Petronella Palm.
Symposium Op 2 oktober werd in het gebouw van K&W van het Utrechts Conservatorium een drukbezocht symposium gehouden over ‘De ouder wordende stem’. In totaal hadden zich hiervoor 80 mensen aangemeld. In de ochtend waren er presentaties van prof.dr. Felix de Jong over de ‘medische kant van de ouder wordende stem’, van Geert Berghs over ‘onderzoek bij Nederlandse beroepskoren’, van Wim Ritzerfeld over ‘het programma VoceVista’ en van Janine Overbosch over ‘de oudere stem in de praktijk’. Na een lunchpauze ging het programma verder met een presentatie van Ank Reinders over ‘hormonen en de zangstem’ en van Joop Schets over ‘vergrijzing in de koorwereld’. Als verrassing heeft Margreet Witsen Elias, een van onze eigen leden, een tweetal liederen ten gehore gebracht, waarbij te horen viel dat ook de oudere stem zeer de moeite waard is om te beluisteren.
Bulletin De redactie is er ook dit jaar weer in geslaagd drie interessante en aantrekkelijke Bulletins te verzorgen. Hiervoor willen wij de redactie en alle anderen die een bijdrage aan het Bulletin hebben geleverd hartelijk bedanken. Voor 2011 staat een verdere professionalisering van het Bulletin op het programma, te starten met het jubileumnummer van september. Hiermee hopen wij dat het Bulletin een nog beter visitekaartje van de vereniging kan worden. Website Zoals gepland, zijn er dit jaar geen verdere ontwikkelingen te melden over de website. De website blijft vooral een middel voor interne communicatie. Na de realisatie van de opwaardering van het Bulletin zal de website hieraan worden aangepast.
EVTA Project Leonardo I, een pilot project bestaande uit vier EVTA Vocal Pedagogy Weeks in de jaren 2008-2010, is afgelopen jaar afgerond. Nederland was één van de zes landen die via de EU subsidie ontving voor dit project. Hierdoor hebben acht van onze leden met hun leerlingen kunnen deelnemen aan één van deze weken. Omdat slechts 70% van het door de EU te financieren bedrag aan de NVZ als voorschot kon worden uitbetaald, heeft dit enige frustratie met zich meegebracht voor enkele deelnemers. De laatste 30% van het bedrag kon pas worden uitgekeerd na goedkeuring van het eindrapport. Zo moest een aantal mensen langer dan een half jaar op hun geld wachten na afloop van hun deelname. Het nationale agentschap is van dit bezwaar op de hoogte gesteld. Inmiddels is het project Leonardo II van start gegaan, en heeft de NVZ besloten dit keer niet mee te doen vanwege de enorme
Kas Kapitaalrekening Girorekening Crediteuren Reserves voorschot EVTA/Leonardo
debet €3 € 15.060 € 4.320
€ 19.383
door Maja Schermerhorn
credit
€ 313 € 15.678 € 3.392 € 19.383
2010 Begroot 11.200 250
2010 Werkelijk 12.165 202 560
2011 B Begroot 13.200 200 0
subtotaal
11.450
12.927
13.400
Bulletin/ ledenlijst Algemene en bestuurskosten Kosten EVTA Jaarvergadering/ Symposia Website Publiciteit Lustrum
6.300 2.500 1.000 5.000 200 2.000
5.675 1.977 1.040 4.498 241 283
8.000 2.500 1.400 1.500 200 2.000 5.000
Totaal lasten
17.000
13.713
20.600
-5.550
-786
-7.200
Contributies Rente overige
Exploitatiesaldo
Begin jaren zestig lag ik op bed met mijn been omhoog in verband met een gescheurde knieband opgelopen tijdens een skivakantie. Ik luisterde naar een uitzending via radiodistributie en viel midden in een discussie tussen de zangeressen Elisabeth Lugt en Annette de La Bije onder leiding van pianist en bekend begeleider Felix de Nobel. Op dat moment was ik op een huishoudschool in Rotterdam lerares in de huishoudelijke vakken zoals wassen, koken en strijken. Ik had privézangles bij Atie Brederode-Bettink in Den Haag. In die tijd had ik geen enkel vermoeden dat ik ooit zang zou gaan studeren en dat Elisabeth Lugt mijn docente zou worden op het Conservatorium in Maastricht (ik ben zelfs de enige zangleerling geworden die bij haar af zou studeren als opera- en concertzangeres). En met Annette de La Bije zong ik later de twee sopraanpartijen, onder andere een duet, uit ‘Israël in Egypt’ van Händel. Tijdens de pauze van de repetities in het Philips Ontspannings Centrum in Eindhoven zaten we allebei te breien! Het onderwerp van de discussie was hoe de beide dames een nieuw stuk benaderden en instudeerden. Elisabeth verdiepte zich eerst diepgaand in de tekst – zij had trouwens Frans gestudeerd – en daarna in de muziek. Annette begon met de muziek en daarna met de tekst. Na de radiodiscussie werd ‘Erwartung’, de opera voor één vrouwenstem van Arnold Schönberg, uitgezonden. Dat stuk heeft toen mijn oren geopend voor moderne muziek, die een belangrijk onderdeel zou worden van mijn repertoire. Wanneer ik een nieuw stuk moest instuderen, bewandelde ik een tussenpad: eerst bekeek ik vluchtig de tekst, daarna tijdens het instuderen van de zangpartij steeds diepgaander de inhoud, in het vertrouwen dat de betreffende componist zich goed in de tekst en het gegeven verdiept had.
Opgemaakt door Margo van Biezen, secretaris, Driebergen, 8 maart 2011
8
Erwartung
Financieel verslag 2010 & Begroting 2011
9
Concept-Notulen Algemene Ledenvergadering NVZ
d.d. 12 maart 2011
Gehouden in het Utrechts Conservatorium, Mariaplaats 27 te Utrecht. Aanwezige bestuursleden: Elena Vink, Roland Hangelbroek, Margo van Biezen, Cora Peeters, Diane Hidding en Mariska Wessel. Afwezig met bericht: Petronella Palm. Aanwezig: 14 leden.
krijgt Roland een bos bloemen en een dirigeerstokje. Het bestuur zal op een ander moment tijdens een etentje afscheid van hem nemen. De voordracht van Christa Bornhijm als de nieuwe penningmeester van de NVZ wordt bij acclamatie aangenomen. Aan Mariska Wessel wordt decharge verleend als bestuurslid van de NVZ onder dankzegging en met een bos bloemen. Haar bestuurslidmaatschap was kort maar krachtig, maar haar eigen werkzaamheden gaan zo goed dat er niet langer tijd was voor een bestuursfunctie bij de NVZ. Er is nu per direct een vacature voor een algemeen bestuurslid. Irene Maessen heeft wel belangstelling en zal zich hierover beraden.
1. Opening Elena opent de vergadering.
- dat de kosten van de EVTA bestaan uit lidmaatschapsgeld van € 2,- per lid en de reis- en verblijfskosten van het bestuurslid dat de ledenvergadering van de EVTA heeft bijgewoond, - en dat de kosten voor de Publiciteit lager zijn uitgevallen omdat het bestuur heeft afgezien van het drukken van folders en ander publiciteitsmateriaal. Conclusie: er is in 2010 € 786,- ingeteerd i.p.v. de begrootte € 5.550,-. Er zijn geen vragen over de afrekening.
• Het blijkt dat de begrote kosten voor het Bulletin te weinig zijn om de voorgenomen vernieuwing te kunnen realiseren. Na stemming gaat de vergadering daarom akkoord met een verhoging van de post Bulletin naar € 8.000,-. Een deel van deze verhoging (€ 500,- à € 700,-) bestaat uit eenmalige ontwikkelingskosten en een deel is een structurele verhoging van de kosten Bulletin nieuwe stijl. • Ook de contributieverhoging wordt in stemming gebracht en aangenomen. De contributie zal nu resp. € 45,- en € 25,- gaan bedragen voor leden/begunstigers en studenten die per incasso betalen, en € 47,50 en € 27,50 voor hen die dat niet doen. • Een van de leden geeft het bestuur in overweging een korting op de contributie in te stellen voor leden die ouder zijn dan 65. • De wijzigingen in de begroting leiden er toe dat in 2011 een intering op de reserves wordt begroot van € 7.200,-. • De aldus gewijzigde begroting wordt goedgekeurd en per acclamatie aangenomen, met dank aan de penningmeester.
2. Agenda De voorgestelde agenda wordt akkoord bevonden.
3. Ingekomen en uitgegane stukken Er zijn geen ingekomen en uitgegane stukken.
4. Notulen Algemene Ledenvergadering 2009 • De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. • N.a.v. de notulen vraagt Ingrid Wage of er nog een keer een demonstratie van de website kan komen. Het bestuur belooft daarvoor te zorgen nadat de website is aangepast. Dat zal niet voor 2012 zijn. Als het goed is moet de website dan overigens zo zijn dat uitleg niet nodig is.
5. Jaarverslag 2009 Margo leest het jaarverslag voor en dit wordt, na enige aanvullende uitleg m.b.t. de EVTA, per acclamatie door de leden goedgekeurd.
6. Financieel Financieel verslag door de penningmeester Roland licht het financiële verslag toe. • T.a.v. de balans merkt hij op dat de betalingsdiscipline van de leden voorbeeldig is geweest dit jaar. De post crediteuren bevat de nog openstaande rekeningen. De Leonardo-subsidies staan aan de credit-kant omdat die pas in 2011 zijn binnen gekomen. De reserve van de vereniging is per 31-12-2010 € 15.678,-. • T.a.v. de afrekening licht Roland toe: - dat de overige inkomsten de entreegelden zijn van niet-leden op het symposium, - dat de rente wat lager is uitgevallen omdat de contributiebetalingen iets later zijn gebeurd dan voorzien, - dat de algemene en bestuurskosten wat lager zijn uitgevallen omdat de nieuwe software voor de administratie pas in 2011 zal worden gerealiseerd,
Verslag van de kascommissie De kascommissie, bij monde van Kathinka Minzinga, laat weten de boeken te hebben gecontroleerd en goedbevonden en stelt voor Roland Hangelbroek hiervoor decharge te verlenen. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt Roland bijzonder te bedanken voor zijn jarenlange inzet voor de NVZ en wordt de hoop uitgesproken dat de volgende penningmeester net zulk goed werk zal leveren. Benoeming nieuw lid kascommissie De kascommissie zal volgend jaar bestaan uit Hester Hazelaar en Ingrid Wage.
7. Verslag Bulletin Cora doet verslag van het Bulletin. • In 2010 is drie maal een Bulletin verschenen met goede artikelen. Op de inhoud van het Bulletin is niets aan te merken. • De redactie gaat in 2011 het uiterlijk van het Bulletin vernieuwen waardoor het meer het aanzien krijgt van een magazine. Het Bulletin is het visitekaartje van de vereniging en aangezien er nog steeds een beetje een ‘stoffig’ imago kleeft aan de NVZ is het noodzakelijk ook in de presentatie met de tijd mee te gaan. • Andere nieuwe ideeën zijn het opnemen van artikelen uit buitenlandse tijdschriften en het opnemen van samenvattingen van scripties van zangstudenten. • De hele redactie, en José Lieshout met name genoemd, wordt bedankt voor het werk van het afgelopen jaar.
Begroting voor het jaar 2010 • T.a.v. de begroting licht Roland toe: - de verhoging van de kosten van EVTA is noodzakelijk om de hogere reis- en verblijfskosten te kunnen dekken, - de kosten van Jaarvergadering/Symposia bevatten alleen de kosten van de jaarvergadering omdat het symposium wordt vervangen door de jubileumviering waarvoor een apart bedrag van € 5.000,- in de begroting is opgenomen, - het bestuur stelt een contributieverhoging voor van € 5,- per lid. • Er ontstaat enige discussie over de kosten voor publiciteit, die in 2011 op € 300,- zijn begroot. Men is van mening dat het belangrijk is nieuwe leden te blijven werven. Voorgesteld wordt om het lustrumnummer van het Bulletin, dat in een nieuwe vormgeving in september zal verschijnen, in tweevoud aan alle leden toe te sturen met het verzoek het tweede exemplaar aan een collega te geven die nog geen lid is van de NVZ. Verder wordt geopperd of het mogelijk is kaartjes te laten drukken om uit te delen aan potentiële leden. Om dit mogelijk te maken wordt besloten de post publiciteit te stellen op € 2.000,-.
column door Ank Reinders
Om een eerlijk vervolg te schrijven op de vorige column over de mooie man die mij tot de muziek bracht, zou ik een paar akelige feiten uit concentratiekampen moeten melden. Liever spring ik, slechts beladen met een minimaal trauma, naar de middelbare school. Vijftien jaar oud werd ik in Nederland klakkeloos in de derde klas van een meisjesgymnasium geplaatst, en na een grote inhaalslag, gestimuleerd door fantastische leraren, zat ik een half jaar later jaar met een paar lotgenoten in gymnasium vier. Toen gebeurde het: er was een zangkoor, geleid door een eminente docent klassieke talen, tevens rector van de school en veelzijdig musicus, die het meisjeskoor ‘s zaterdags de Heilige Mis liet zingen (er heerste nog geen vrij weekeinde). Toen ik mij op een repetitie meldde, kreeg ik te horen: “Kom jij maar vooraan staan.” Daar zong ik met mijn geliefde alt-vriendin – ook uit Indië – de regels van de voorzanger, Kyrie eleison, in diverse kerktoonsoorten.
9. Jubileum en voorstel benoeming ereleden In verband met het 25-jarig jubileum stelt het bestuur de vergadering voor om drie ereleden te benoemen. De ledenvergadering gaat akkoord met de voorgenomen benoeming als erelid van Meinard Kraak, Elly Ameling en Peggy Larsson.
En nog lees ik gregoriaans moeiteloos. Let wel, niemand vond ons belachelijk, er moest in de rooms-katholieke eredienst gezongen worden en dat deden wij. ‘Pop’ of ‘Rock’ waren in 1948 nog niet tot ons doorgedrongen. We zongen Latijnse motetten van Sweelinck en madrigalen van Monteverdi. En ‘de baas’ componeerde missen voor driestemmig meisjeskoor met soli voor sopraan. Deze rector had moed. Uit Salzburg bracht hij een klavieruittreksel mee van een klein operaatje van Mozart: ‘Apollo et Hyacinthus’. Dat konden wij in het Latijn uitvoeren met vijf bruikbare meisjesstemmen. Aan mijn prinsessenrol, die Mozart voor een jongetje van twaalf jaar heeft geschreven, werd, zoals het in het bel canto van Mozart betaamt, aan het slot van een grote aria een cadenza met d3 aan het slot toegevoegd. Deze aria ‘Laetari, jocari’ heb ik later op audities gebruikt, vaak met succes. Voor de alt heeft Mozart ook een prachtaria geschreven, maar mijn vriendin, gezegend met een schitterende, donkere alt, ambieerde geen muziekcarrière, ze stond tot aan het slotapplaus te beven.
Diane Hidding geeft een kort overzicht van de plannen voor de jubileumviering, die op 1 oktober 2011 zal plaatsvinden in het Conservatorium van Utrecht. De bedoeling is dat de leden ook actief aan de gang gaan. Dat zal zijn tijdens een actieve ‘warming-up’ en tijdens een middagsessie waarin aan een minimusical zal worden gewerkt die aan het eind van de dag zal worden gepresenteerd. Verder wordt gedacht aan een lezing in de ochtend en een afsluiting van de dag met een drankje en een hapje. Iedereen die ideeën heeft, wordt verzocht deze aan het bestuur kenbaar te maken.
10. Rondvraag Irene Maessen vraagt naar de verhouding tussen mannen en vrouwen binnen de leden van de NVZ. Het bestuur weet het niet zeker, maar denkt dat die verhouding 1/3 tegen 2/3 is.
11. Sluiting 8. Decharge en benoeming bestuursleden Aan Roland hangelbroek wordt decharge verleend als penningmeester van de NVZ. Elena looft het werk dat Roland voor de vereniging heeft verricht. Hij was ‘een rots in de branding’ en hield met zijn realisme de rest van het bestuur ‘met de hakjes op de grond’. Als dank
10
Elena sluit de vergadering en bedankt allen voor hun aanwezigheid en inzet. Notulen opgemaakt d.d.17-03-2011 door Margo van Biezen, secretaris.
Ik was mij er op dat moment ook niet van bewust dat er een muziektoekomst voor mij
11
in het verschiet lag, ik ging immers in Leiden Franse letterkunde studeren. Toen een van mijn professoren mij tijdens deze studie vriendelijk maar onverbiddelijk liet zakken voor een tentamen, met de vraag: “Mevrouw, wat doet u in Leiden behalve zingen?” begreep ik dat de schone Franse taal mijn hobby moest blijven, en stortte ik mij op het zangvak. Maar omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, heb ik op een examenonderdeel dat rond 1953 nog bestond, declameren, de commissie laten schrikken: met veel overtuiging declameerde ik de beginregels van Rabelais’ toneelstuk ‘Pantagruel’: “Quand Pantagruel fut né.” En ondanks niet zoveel begrip van de overige examinerende docenten sprong mevrouw Ans van Weerelt op en ritste ze me mijn handgeschreven spiekbrief uit de hand. “Dàt moet ik van je hebben!”, riep ze, en ze frommelde het snel in haar tas. Rabelais leverde me een van de weinige hoge cijfers op die ik in mijn leertijd behaald heb. Als de lezers nieuwsgierig blijven, zal ik nog eenmaal iets vertellen over het vervolg in Leiden, 1950-1954.
vervolg van pagina 7
Laat-barok Een heel andere benadering geldt voor de aria’s uit de Arie Antiche van bijvoorbeeld Georg Friedrich Händel (1685-1759). De muziek uit deze periode, de laat-barok, is vaak gebaseerd op barokke dansvormen. Hier is de vorm dus veel strakker, met een sterk gevoel voor de zware en de lichte tel. Het doorgaande karakter (men kan tijdens het dansen immers niet opeens stil gaan staan) is belangrijk. “Niet tellen!” Om de theorie in praktijk te brengen werden deze middag aria’s gezongen door leerlingen van aanwezige NVZ-leden. Bij de uitvoering van ‘Amarilli’ van Caccini moest de zangeres de tekst zingen zoals zij deze sprak, waarbij Lodewijk een paar keer riep “niet tellen!”. Natuurlijk moest de (in de uitgave van Parisotti niet aangegeven) ‘trillo’ (door een van de toehoorders aangeduid als ‘mekkertje’) op de voorlaatste noot worden uitgeprobeerd, en warempel, het lukte nog ook! Een andere zangeres werd tijdens het zingen van de aria ‘Lascia’ uit Händels Rinaldo gevraagd meer aandacht te besteden aan de zware en de lichte tellen. Dit gaf meteen resultaat, erg mooi. Conclusie De lezing van Lodewijk werd zeer gewaardeerd door de toehoorders. Het was fijn om dieper in te gaan op de achtergronden van de stukken die we bijna dagelijks gebruiken in de klassieke zanglespraktijk. En het was goed om er weer eens op gewezen te worden kritisch te blijven tegenover alles wat gedrukt staat. Het wachten is op een nieuwe, verantwoorde uitgave van de oude Italiaanse aria’s die tegelijkertijd, zoals Parisotti, makkelijk in het gebruik is. Tot die tijd zullen we het moeten doen met wat we hebben: de Arie Antiche in een negentiende-eeuws roomsausje.
de 3kHz, er binnen het Lichtenberger model nog twee zangersformanten worden onderkend. Een verklaring daarvoor wordt ondermeer gezocht in de gevoeligheid van het oor rond betreffende frequentiegebieden 5 kHz en 8 kHz. Dat het hier een wetmatigheid betreft die de reeks van Fibonnaci volgt, beschouwt hij, na lezing van Albert van der Schoot’s ‘De ontstelling van Pythagoras’, als een vergissing. Het belang van de Lichtenberger methode zit ‘m in zijn ogen vooral in het onderkennen van zelforganisatie als werkingsmechanisme. Daarin spelen zangersformanten (en het effect daarvan waarvoor het begrip ‘brilliance’ wordt gebruikt) een belangrijke rol, maar ze zijn geen doel op zich. De zangersformant is zeker te ontwikkelen langs de Lichtenberger weg (dat wil zeggen dat deze niet door manipulatie maar via stimulatie wordt ontwikkeld). Maarten verwacht wel dat wanneer deze zangersformant langs de Lichtenberger weg is verkregen, deze ook fundamenteel anders zal klinken. Een onderzoekje met VoceVista zou hierin misschien meer inzicht kunnen bieden.
‘wetenschappelijke kennis’ voor waar aan en beroepen zich erop. Ook is de stelligheid waarmee bepaalde methodes hun theorie poneren en iedere poging tot discussie afhouden (een houding die aanhangers op een of andere manier soms ook weer overnemen) tamelijk teleurstellend. Het remt vooruitgang en ontwikkelingen op het stempedagogisch vlak.
gen waren de ‘trillo’ (repeterende gutturale toon, niet te verwarren met ons begrip van ‘triller’) en de ‘gruppo’ (wat wij meestal verstaan onder ‘triller’). Daarnaast was de ‘esclamazione’ een veel gebruikte versiering als stijlmiddel voor het benodigde affect van een woord. Dit zijn uitroepen op toon, zoals ‘Ah!’, ‘Deh!’ en ‘Ma!’ die vaak een wending in de tekst markeren en met veel expressie dienen te worden gezongen.
Onder collega’s Verslag van een mailwisseling door Ineke van Doorn Naar aanleiding van het artikel in het Bulletin van oktober waarin Maarten Rienks een vergelijking maakt tussen de Lichtenberger methode en de methode Tomatis, ontstond er een mailwisseling tussen ondergetekende, Maarten Rienks en Hanny van Lankeren. Deze betrof in eerste instantie de inhoud van het artikel, maar leidde al snel tot een bredere discussie over een aantal zanggerelateerde onderwerpen. Een eerste aanleiding voor onze mailwisseling was dat de informatie in Maartens artikel op sommige punten afwijkt van wat in het algemeen als wetenschappelijke feiten wordt beschouwd. De Lichtenberger methode beroept zich echter ook op wetenschappelijk onderzoek, dus dat maakt het interessant. Hanny van Lankeren ging naar aanleiding van het artikel eerst zelf op internet op zoek naar een meer wetenschappelijke onderbouwing voor de methode, maar vond vooral eigen (en wat oudere) publicaties van het Lichtenberg Instituut. Dit maakt dat aan het wetenschappelijk verhaal geen algemene waarde kan worden gehecht. Een euvel dat echter voor meer methodes geldt die zich op wetenschappelijk onderzoek beroepen (EVT, CVT). Onderbouwing versus effectiviteit Hanny correspondeerde bijvoorbeeld met Cathrin Sadolin (CVT) over haar weten-
12
schappelijke arbeid, maar Sadolin kon geen wetenschappelijke referenties noemen voor haar werk. Hanny houdt zich intensief bezig met de EVT methode en ook daar zijn naar haar idee veel aannames die niet meer allemaal up-to-date zijn of worden onderschreven door recent wetenschappelijk stemonderzoek. Zelf schreef ik niet alleen een artikel over de methode Lichtenberg, maar recenseerde ook het boek van Cathrin Sadolin dat wemelde van de fouten en tegenstrijdigheden. Uiteraard staat een al dan niet kloppende wetenschappelijke onderbouwing van een methode helemaal los van de effectiviteit van de betreffende methode. Daar zijn we het met zijn drieën over eens. En zowel de Lichtenberger methode, EVT(S) en CVT hebben hun waarde inmiddels voor zeer veel zangdocenten bewezen. Storend is het soms wel: veel zangpedagogen nemen deze
De Lichtenberger methode Terug nu naar de theorie achter de Lichtenberger methode. Deze bevat volgens Hanny veel metafysische elementen; voor de beschreven fysiologische verschijnselen kan ze op internet geen wetenschappelijke bevestiging vinden. Hanny heeft grote waardering voor het artikel dat Maarten schreef. Met bepaalde passages echter, bijvoorbeeld die over formanten en de stem van Pavarotti, en met sommige definities heeft ze moeite. Het verbaast Maarten niet dat zijn artikel over de vergelijking tussen Lichtenberg en Tomatis en beschrijvingen over de Lichtenberger methode in het algemeen vragen oproepen over de wetenschappelijke onderbouwing van een en ander. De methode is niet op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd maar er is wel veel gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde inzichten van derden én van eigen wetenschappelijk onderzoek aan de technische universiteit van Darmstadt.
Dit verschil in opvatting over de definitie ‘zangersformant’ doet Hanny opmerken dat waar Maarten in het voorbeeld dat hij aanhaalt over Pavarotti spreekt over ‘een eerste formant van rond de 1000 Hz’ er naar haar idee sprake is van een clustering van de twee laagste formanten F1 en F2. “Pavarotti zingt in jouw voorbeeld waarschijnlijk op een klinker [a] en daarvan liggen de 1e en 2e formantfrequentie dicht bij elkaar, net boven de 1 kHz, zodat ze elkaar ook versterken.” Hanny merkt op dat het niet gangbaar is om dit ‘de vocaalformant’ te noemen. “Bij de meeste andere klinkers liggen F1 en F2 verder uit elkaar en zullen deze elkaar dus minder versterken. Men heeft het gewoon over ‘de klinkerformanten’ en dit betreft dan minimaal F1 en F2 en soms ook F3. De term zangersformant is uitsluitend gereserveerd voor de dominante piek met een frequentie van ongeveer 3 kHz die optreedt als 3e en 4e formant (en soms ook de 5e formant) elkaar in frequentie naderen en extra versterken. Als gevolg van het vernauwen van de ingang tot de ruimte onder de epiglottis (epilaryngeal space) verschijnt er een nieuwe formant in het spectrogram met een frequentie die ligt tussen de – oorspronkelijk - 3e en 4e formant. Op deze manier kan er een clustering optreden tussen 3e, nieuwe 4e en inmiddels
Aan de basis van de methode staat een interdisciplinair onderzoek aan de laatstgenoemde universiteit. Dat onderzoek, maar ook het werk van bijvoorbeeld de Amerikaanse zangpedagoog Cornelius Reid, heeft Gisela Rohmert op het spoor gezet van enkele fundamentele inzichten waaruit de methode is voortgekomen. Twee van die inzichten zijn de werking van zelforganisatie (synergie) in stemgeving (ingegeven door Reid; Rohmert volgt daarbij het werk van de Duitse theoretisch natuurkundige Hermann Haken) en de betekenis voor de (synergetische werking van de) stem van zangersformanten. Rohmert suggereert daarbij dat die zangersformanten de reeks van Fibonnaci volgen (Gulden snede). Zangersformanten Maarten schrijft dat naast de zangersformant zoals door Sundberg beschreven, rond
13
tot 5e formant gebombardeerde 4e....die leidt tot een heuse piek rond 3 kHz. Wanneer slechts twee van de drie formanten elkaar naderen dan zie je dat terug als een trapeziumvormige energieverhoging in plaats van als een piek. De effectiviteit van deze extra formant kan worden bevorderd door de keelruimte groot te maken met een ontspannen (lage) strottenhoofdstand en een hoge tong. Aanpassing van de klinkerkleur kan ook helpen om de zangersformant te vinden en compact te maken; dwz dat de energie zich in een kort frequentietraject bevindt (‘Klassieke Zangtechniek’ Ritzerfeld 2008). Hoe hoger de sluitingscoëfficiënt (bijv. in modaal register) hoe gemakkelijker dit te realiseren is. Klassieke bassen en tenoren produceren dan ook veel sterkere zangersformanten dan alten en sopranen. Zo spreken wetenschappers bij 3 kHz van de ‘zangersformant’, en tussen 4 en 5 kHz van ‘speakers formant’. Hogere zangersformanten bestaan niet, alleen formanten; de naam formant is al uitsluitend voorbehouden aan resonanties van de stemweg.” Hanny verwijst hierbij naar de boeken ‘The Science of the Singing Voice’ (Johan Sundberg 1987) en naar ‘Resonance in Singing’ (Don Miller 2008). Onderzoek met ‘geschoolde’ zangers Ik merk op dat in deze en andere wetenschappelijke literatuur onderscheid wordt gemaakt tussen ongeschoolde en geschoolde zangers, waarbij met geschoold automatisch ‘klassiek geschoold’ wordt bedoeld. Dit wordt zo normaal gevonden dat het vaak niet vermeld wordt. Maar het doet uiteraard wel ter zake, bijvoorbeeld wanneer men het over de zangersformant heeft die bij niet-klassieke zangers een totaal andere rol speelt. Hanny antwoordt hierop dat Sundberg in de zeventiger jaren uitsluitend onderzoek wilde doen met klassiek getrainde zangers en dat je dit moet zien in de context van die tijd. “Literatuur dient naar mijn idee altijd te worden gelezen in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen en cultuurhistorie, ook als het een hoog wetenschappelijk gehalte heeft. Dat maakt het niet minder waardevol maar verklaart wel de beperkingen. Inmiddels wordt bij wetenschappelijk onderzoek het onderscheid klassiek getraind/niet-klassiek getraind (en ongetraind) wel gemaakt.” De wetenschappelijke conclusies betreffende het gebruik van de zangersformant
berusten dus op onderzoek uitgevoerd met klassiek getrainde zangers. Maarten legt uit dat bij het voorbeeld van Pavarotti dat hij in zijn artikel gebruikt, het vooral gaat om de ‘Lichtenberger’ zangersformanten en dat zijn beschrijving in die zin misschien niet volledig is. Om dezelfde reden spreekt Maarten bij de piek rond 5kHz wél van een zangersformant en zou Hanny de term alleen hanteren bij de piek rond 3 kHz. Tot op heden las je eigenlijk overal dat een voorwaarde voor het ontstaan van de zangersformant een lage strottenhoofdstand is. Hanny refereert op mijn vraag hierover aan Johan Sundberg’s ‘The acoustics of the singing voice’ waarin hij het in 1977 al had over het belang van de epilarynx voor de zangersformant. Ook Ingo Titze publiceerde recentelijk een artikel over ‘source filter interaction’ en het belang van de ‘epilarynx tube’. Hanny schrijft dat de vernauwing van de ingang naar de epilaryngeal space kennelijk niet alleen zorgt voor versterking van frequenties rond de 3 kHz, maar ook voor een sterke koppeling tussen enerzijds de akoestiek van de stemweg en anderszijds de luchtstroom door de glottis en het daarmee samenhangende vibratiepatroon van de stemplooien. De rol van het oor Maar we correspondeerden niet alleen over de zangersformant. In Maarten’s artikel schrijft hij over het trainen van de oorspieren. Dit ontlokt mij de vraag of dit echt mogelijk is? Het is mij bekend dat Tomatis ermee werkt, maar is het onomstreden, en zijn er anderen (bijvoorbeeld medici) die er gebruik van maken? Maarten legt uit dat het werk van Tomatis zeker niet onomstreden is. In Frankrijk en in Canada wordt aan zijn werk veel geloof gehecht, maar onder foniaters in Nederland is Tomatis niet algemeen bekend. Maarten heeft de indruk dat Gisela Rohmert in haar uitspraken alleen afgaat op Tomatis zelf, al citeert ze ook Bentov bij bepaalde deelaspecten. Maarten vindt, net als ik, de ideeën over de trainbaarheid van de oorspieren zoals beschreven door Tomatis interessant, maar of hetgeen hij zegt en ermee doet echt mogelijk is betwijfelt ook hij. Ook de opmerking dat “iemand alleen maar die boventoonfrequenties kan produceren die hij zelf hoort” is intrigerend. Ik ken namelijk twee mensen die nagenoeg doof zijn. Bij
moeite doen hun methode wetenschappelijk te onderbouwen. Maar we zijn het erover eens dat het werken vanuit al dan niet wetenschappelijk bewezen kennis geen garantie biedt voor effectief en pedagogisch verantwoord handelen. Niet wetenschappelijk bewezen methoden kunnen zeer effectief en waardevol zijn, en het omgekeerde is ook mogelijk. Het zijn twee verschillende zaken die niet altijd voldoende onderscheiden worden. Om niet nog meer verwarring te creëren op het ‘theoretisch vlak’ is het belangrijk feiten en terminologieën waar men het over eens is te onderscheiden van uitgangspunten waarover (nog) discussie bestaat. Dat is ook de waarde van deze mailwisseling wat ons betreft!
de een is inderdaad de stem langzaamaan veel vlakker geworden, maar bij de ander in het geheel niet. Ook geheel dove mensen produceren boventonen lijkt mij. Maarten oppert dat het zeker interessant zou zijn met deze vraag enkele audiologen te benaderen. De persoon die nagenoeg doof is, neemt misschien nog geluid waar via botgeleiding? Hanny voegt toe dat Janice Chapman een boek schreef waarin ze de term ‘primal sounds’ gebruikt (geluiden die de stem maakt en die horen bij een emotie). Het lijkt haar niet dat doven anders zouden omgaan met emoties en stem dan horenden, tenzij er ook andere oorzaken een rol spelen (baard in de keel, andere stoornissen). Hanny leert haar leerlingen, volgens de EVT traditie, vanaf het begin aan dat bij iedere toonhoogte een andere tastzin van het strottenhoofd hoort. Op die manier leren ze om naast het gehoor ook de tastzin te gebruiken hetgeen bijvoorbeeld van pas komt bij het zingen in een koor. Ook toondove mensen profiteren hiervan. Toontastzin is zo een hulp bij het zich oriënteren in het stembereik.
Stemproblemen (ingezonden door Maja Schermerhorn) Onlangs was onze gewaardeerde collega Maria Rondèl te gast bij het programma ‘Tijd voor Max’. Het onderwerp was hoe het toch zou komen dat je tegenwoordig veel vaker dan vroeger hoorde over stemproblemen bij zangers. Een aantal voorbeelden werd genoemd uit de zogenaamde Lichte Muziek. Maria besprak enkele stemproblemen zoals stemknobbeltjes, de behandeling ervan en hoe ze te voorkomen waren. Eén, volgens mij, belangrijke oorzaak kwam niet ter sprake: dat door de technische mogelijkheden van vandaag het geluidsvolume van de begeleiding vaak behoorlijk wordt opgeschroefd. Hard is in! De zanger kan daardoor de neiging hebben te hard te gaan zingen, waardoor de stem overbelast kan raken met alle vervelende gevolgen van dien. Het zou leuk zijn hier een reactie op te krijgen van collega’s. U kunt deze sturen naar
[email protected]
Maarten legt uit dat een Lichtenberger idee is dat de akoestische waarneming vele malen gedifferentieerder is, of kan zijn, dan die van de tastzin. Voelen of ‘te veel in het voelen blijven’ kan een verdere ontwikkeling van de stem in de weg staan. Vanwege het niet ontwikkelde akoestisch waarnemingsvermogen van onervaren zangers is het zinvol op het ‘niveau’ van het voelen te beginnen (middels het bevragen). De hoogste staat van waarnemen is misschien die van ‘gestalt’. Dit is een staat van zingen/ zijn waarin ‘een totaalbeeld’ wordt ervaren, een ervaring die meer is dan de som van de afzonderlijke zintuiglijke prikkels, voorbij gericht voelen, horen, ‘zien’. Dat het uiteindelijke resultaat meer is dan de som der delen, in dit geval: afzonderlijke waarnemingen, daar kan ook Hanny zich alles bij voorstellen. Wetenschappelijk bewezen kennis Tijdens onze mailwisseling is er een veelheid aan onderwerpen langs gekomen. Onderwerpen die vaak meer vragen oproepen dan er op dit moment antwoorden zijn. Onderwerpen ook die erom vragen verder onderzocht te worden. Er zijn op dit moment steeds meer vocale methodes die status ontlenen uit het feit dat ze “werken vanuit wetenschappelijk bewezen kennis” en die
14
Workshop Roy Hart over ‘The Human Voice’ door Ineke Niezen In maart jl. gaf de acteur Ian Magilton een workshop vanuit de Roy Hart benadering over ‘The Human Voice’. De workshop werd georganiseerd door Annikki Scheu van Stem in Beweging (www.steminbeweging.nl). NVZ-lid Ineke Niezen heeft hieraan deelgenomen en vertelt over deze ervaring. worden van de relatie tussen lijf, adem en stem. Ook werd er regelmatig gewerkt in tweetallen, waarbij de ene persoon de andere kon uitnodigen meer te laten zien van zichzelf en zijn/haar stem.
De Roy Hart benadering ziet de stem als hét instrument om jouw eigen unieke zelf te ontdekken. Via de stem kun je doordringen tot het onbewuste en in contact komen met jezelf. Voor sommigen wordt dit proces aangeduid met de term ‘stembevrijding’. De ontdekkingsreis naar wie je bent, wat je wilt uitdrukken en waar je voor staat (wilt staan) is de rode draad tijdens de workshop. Want hoewel de stem uitdrukking geeft aan wie je bent, zit deze je ook vaak in de weg. Bijvoorbeeld omdat je een opvatting hebt over hoe iets moet klinken, hoe je je zou moeten presenteren, wat er van je verwacht wordt als je je mond open doet enz. enz. Al deze aannames maken het moeilijk om gewoon te zijn wie je bent, namelijk jezelf!
Ian Magilton is een kundig begeleider bij ieders ontdekkingsreizen; met humor, respect en warmte in zijn benadering van de ander. Naast het lichaamswerk werd er gezongen met Ian achter de vleugel en wij eromheen. Improviserend op een akkoordschema wat later uitmondde in ‘My funny Valentine’. Er was ook individueel aandacht voor het zingen waarbij de anderen meeluisterden en -leefden. Prachtig om te zien hoe Ian voor iedereen apart een eigen manier wist te vinden om hem/haar over drempels heen te durven laten stappen. Vanuit rust en ruimte en met een uitstekend gevoel voor eigenheid van de deelnemer. Bij de één juist met veel lawaai en lef beginnen en van daaruit naar binnen toe en bij de ander vooral van binnenuit en voelen/ronddolen op een toon verder komen. Heel mooi, moeilijk uit te leggen.
Tot zover kon ik me prima in bovenstaande vinden, maar een workshop daadwerkelijk volgen is wel een heel ander verhaal. Eigenlijk best een spannende aangelegenheid voor iemand als ik: klassiek geschoold en niet zo’n durfal als het gaat om improvisatie en theater. Onder het motto ‘leven is leren’ heb ik me toch ingeschreven. Zo stond ik 9 maart met zes andere deelnemers in een zaal van theater Vrijburcht op Steigereiland te Amsterdam. Allemaal in de ‘makkelijk zittende kleding’ en met ‘extra dikke sokken’ bij de hand. En allemaal net zo gespannen en nieuwsgierig als ik. De goedbedoelde woorden van mensen die ik vóór de workshop sprak (‘Iedereen vindt het spannend. Let maar eens op!’) bleken waar.
Bij thuiskomst de onvermijdelijke vraag van collega-zangers ‘Wat heeft deze aanpak met zingen te maken?’. Daarop is geen eenduidig antwoord te geven. Enerzijds wordt er vanuit ontspanning en het hier en nu gewerkt met de stem. Glijdend langs allerlei tonen en toonhoogtes kom je in gebieden waar je niet van wist dat je ze had. Doordat je ‘even helemaal niets anders hoeft’ dan bezig zijn met tonen en stemgeving, krijgen onbewuste gevoelens makkelijker ruimte om geuit te worden. Ik ervaar dit als zeer waardevol omdat de connectie tussen jezelf en jouw stem heel duidelijk wordt. De stem is de belichaming van wie je bent! Ook tekstbeleving krijgt zo een heel andere dimensie. Anderzijds staat door de manier van werken wel het zingen op de voorgrond, maar miste ik soms de zangtechniek als hulp bij
Het was leuk. Uiteindelijk. Of eigenlijk is ‘leuk’ niet het juiste woord, het was meer ‘een ervaring’. En, grenzen verleggen is niet zo eng als het lijkt. Met behulp van oefeningen uit de theaterwereld, yoga en een beetje lef ging het beetje bij beetje steeds meer vanzelf. Er was veel aandacht voor adem in relatie tot stemgeving. Bijvoorbeeld door in oefeningen uit te ademen met geluid en/of daarbij ook te bewegen, en je zo bewust te
15
het durven loslaten. Het is niet nodig om allerlei theorie te benoemen of in praktijk te brengen, maar vanuit de wetenschap hoe de stem goed aangezet kan worden e.d. kun je deelnemers soms met kleine aanwijzingen een steuntje in de rug geven. Naar mijn idee zou dit een workshop als deze nog meer diepte kunnen geven. Niettemin was het al met al een prachtige ervaring en kan ik alleen maar zeggen: ‘Beleef het zelf!’
contributie De contributie van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen bedraagt € 45,00 per jaar voor werkende leden en vrienden, en € 25,00 voor studenten. Aanmelding via de website www.zangpedagogen.nl of via de ledenadministratie. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur; afmeldingen vóór 1 december, uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie.
kopij Kopij voor het volgende Bulletin (half september 2011) kan niet meer worden ingeleverd.
[email protected]. Foto’s ter illustratie (min. 300 dpi) worden op prijs gesteld. Over plaatsing van een ingezonden bijdrage beslist de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen te corrigeren en/of te redigeren. De NVZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van in het Bulletin geplaatste artikelen. © 2011 auteursrechten voorbehouden, overname van artikelen slechts met toestemming van het bestuur van de NVZ.
berichten Nederland Kunstbende: Vanaf 1 juli kun je je inschrijven voor de Kunstbende, editie 2012. Kunstbende is een jongerenorganisatie voor talentontwikkeling. www.kunstbende.nl Zwolle Festival ZwArt vindt van 05 t/m 10 juli 2011 voor de vierde keer plaats in de binnenstad van Zwolle: op bijzondere locaties in de stad zijn voorstellingen te zien die speciaal voor die plek gemaakt zijn. www.festivalzwart.nl
colofon
Maastricht Op 5 en 6 november 2011 organiseert CoMAMaastricht een Samenspeelweekend Hedendaagse Muziek Voor Amateurs. CoMAMaastricht staat voor Contemporaine Muziek voor Amateurs en wil geïnteresseerde amateurmusici, zowel instrumentalisten als vocalisten, samen brengen tijdens dit weekend. www.comamaastricht.nl
Samenstelling van het bestuur: voorzitter
Elena Vink
[email protected]
secretaris
Margo van Biezen
[email protected]
penningmeester
Muziek Centrum Nederland Deze site geeft informatie over Pop, Klassiek, Hedendaagse, Jazz en Wereldmuziek. www.muziekcentrumnederland.nl
Christa Bornhijm
[email protected]
lid/ledenadministratie/EVTA
Petronella Palm
[email protected]
lid/Bulletin
Utrecht Festival Oude Muziek van 26 augustus t/m 4 september 2011. Het Festival focust dit jaar op Rome. Muziek van de Oudheid tot de late Barok in de sfeervolle binnenstadkerken en concertzalen. www.oudemuziek.nl Marseille (FR) Pevoc Conferentie van woensdag 31 augustus t/m zaterdag 3 september. http://www.pevoc.org/pevoc9.php Utrecht De Gaudeamus Muziekweek is een nieuwe en onafhankelijke organisatie. Naast de festivalactiviteiten wil Gaudeamus een platform zijn voor nieuwe prikkels en ontwikkelingen binnen de hedendaagse muziek. De eerste Utrechtse editie zal worden gehouden van 4 t/m 11 september 2011. www.muziekweek.nl Amsterdam Op maandag 17 oktober is er de Dag van de Klassieke Muziek 2011. De Dag van de Klassieke Muziek is de jaarlijkse ontmoetingsdag voor iedereen die werkzaam is in de klassieke muzieksector. http://www.muziekcentrumnederland.nl/ klassiek/projecten/dag-van-de-klassiekemuziek/ Amsterdam Op zaterdag 5 november 2011 vinden de eerste Voorronden plaats voor deelname aan het 49ste IVC dat gehouden wordt van 21 t/m 30 september 2012 in ’s-Hertogenbosch. www.internationalvocalcompetition.com/nl/
Vooraankondigingen: Katowice/Bytom (Polen) Van 15 t/m 23 april 2012: het Internationaal Adam Didur Opera Concours www.opera-slaska.pl
Cora Peeters
[email protected]
lid/symposia
Diane Hidding
[email protected]
lid/PR
Tonen 2000 Internationaal Koorfestival De volgende editie is op 28 t/m 30 september 2012. www.tonen2000.nl
vacature
ereleden
Bijscholing Hogeschool Utrecht - De fysieke stem. Utrecht, woensdag 28 september 2011. - De accentmethode van Svend Smith: Toepassing in de praktijk. Utrecht, maandag 3 oktober en woensdag 9 november 2011 http://www.cursussen.hu.nl/TotaalAanbod/ Gezondheidszorg.aspx
Cora Canne Meijer Margreet Witsen Elias Ank Reinders Maria Rondèl Kay Jensma
Samenstelling van de redactie: Cora Peeters, José Lieshout (eindredactie), Ineke van Doorn, Margreet Witsen Elias, Jolande Geven
[email protected] drukkerij
Multicopy Apeldoorn
vormgeving Bulletin
Nascholing Zangdocenten, Utrecht - Cursus Zangmethodiek: vrijdag 7 oktober en 4 november 2011, 10 februari en 2 maart 2012 - Praktijkdag Groepsles Geven aan Zangers : vrijdag 16 september 2011 - Praktijkdag Improvisatie in de Zangles : vrijdag 23 september 2011 - Praktijkdag Interpretatie in de Zangles : zaterdag 5 november 2011 - Praktijkdag Lesgeven aan Jongeren :vrijdag 25 november 2011 - Praktijkdag Adem in de Zangles : zaterdag 14 januari 2012 - Praktijkdag Circle Songs & Beeldpartituur : zaterdag 28 januari 2012 www.nascholingzangdocenten.nl
16
Bi©e (Trix van Vugt), Utrecht