pagina 32
45
S M A RT C I T I E S
auteurs: kennislab voor urbanisme en jan jager
TRENDS, BEHOEFTES EN ICT ALS PANACEE
ONLINE BUURTNETWERK
EEN NIE NUTSVO ZIENING ZO ROND 2020 WONEN IN DE WESTERSE WERELD MEER DIGITAL NATIVES
DAN MENSEN DIE ZONDER SMARTPHONE ZIJN OPGEGROEID. EN DE TECHNISCHE MOGELIJKHEDEN VAN ICT ZIJN ONBEGRENSD. MA AR WAT WILLEN WE ER EIGENLIJK MEE? EN HOE KUNT U ALS STEDELIJKE PROFESSIONAL DE STAD ERMEE VERBETEREN? OP DE VOLGENDE 12 PAGINA’S PROBEREN WE ANTWOORDEN TE VINDEN OP DEZE VR AGEN. VERSPREID OVER DE PAGINA’S: EEN OVERZICHT VAN APPLICATIES DIE UW WERK NÚ AL OVERNEMEN.
pagina#32 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
S M A RT C I T I E S
UWE OORG? Als we willen, kunnen we de Aarde vernietigen. Althans: het leven op Aarde. Toch doen we het niet, want we willen het niet. De invoering van een slimme meter die het stookgedrag van huishoudens registreert en deelt met producenten strandde onlangs in de Eerste Kamer vanwege onze privacy. Die willen we blijkbaar niet opgeven om meer inzicht te krijgen in ons stookgedrag. In elk geval eisen we zekerheden die nu niet zijn gegarandeerd. Techniek is goed. Techniek heeft de stad beter gemaakt (sanitaire voorzieningen verdreven dood en verderf zaaiende ziektekiemen uit de stad), maar technische middelen zijn lang niet altijd zaligmakend. Denk aan hoogbouw voor gezinnen, gedempte stadsbeken en verkeersdoorbraken in oude stadscentra die in de jaren ’60 in de mode waren. De ‘toekomst’ werd in veel gevallen teruggedraaid.
Levende sensoren Stedelijke professionals moeten nadenken over de vraag hoe ze nieuwe technieken aanwenden
sociaal\\fysiek\\economisch
om de stad beter te maken. Een smart city met burgers als levende sensoren: dat is het schrikbeeld dat menig romanticus heeft van een door technologie gedomineerde stad zoals momenteel door Cisco wordt ontwikkeld in Korea. Wij stellen daarom niet de techniek maar de behoeftes voorop, en werpen de vraag op in hoeverre we met nieuwe ICT-technieken in die behoeftes kunnen voorzien, met een focus op de continue verbondenheid tussen mensen. Met andere woorden: hoe kunnen we slim gebruikmaken van nieuwe netwerken? Daarbij moet worden gezegd dat ook de behoeftes niet los kunnen worden gezien van die continue verbondenheid van mensen met elkaar en met de wereld, zoals studenten van het Kennislab voor Urbanisme op de volgende pagina’s constateren. Zij brachten de belangrijkste behoeftes en trends in kaart die samenhangen met de moderne netwerkmaatschappij. In het tweede deel van dit verhaal wordt ingegaan op de vraag in hoeverre je deze nieuwe netwerken kunt aanwenden om beter in te spelen op de geïdentificeerde wensen en behoeftes. Wat is de rol daarbij van de stedelijke professional? Kijkt hij toe? Faciliteert hij? Organiseert hij? Of creëert hij? Oud-kennislaboranten Korné Boekholt en Jules Pollaert laten verspreid over de pagina’s voorbeelden zien van netwerkapplicaties die nu al hun sporen nalaten in de buurt, voorzien van pakkend commentaar.
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#33
pagina 32
S M A RT C I T I E S
45
auteurs: kennislab voor urbanisme en jan jager
De netwerksamenleving: behoeftes en trends L I S E T T E VA N B E U S E KO M & A B E L M A L S C H A E RT KENNISL AB VOOR URBANISME
Het ideaalbeeld van de toekomstige stad is een fysieke omgeving die fungeert als een knooppunt van zowel offline- als onlinenetwerken. Het is een plaats waar mensen, goederen, stromen en kennis samenkomen en functioneren als één geheel. Het is een slimme stad, met als belangrijkste basisingrediënt de continue verbondenheid van zowel mensen als fysieke objecten met het internet. Deze continue verbondenheid geeft ons ruimte om ons leven flexibel in te richten, onaf hankelijk van plaats en tijd. De kracht van onze steden schuilt in het ontstaan van netwerken die mogelijkheden bieden voor zowel de bewoners als stedelijke professionals. Welkom in de netwerksamenleving!
grond. Je zou kunnen zeggen dat internet ons op verschillende manieren prikkelt om na te denken over ons consumptiegedrag door ons bewust te maken van de gevolgen ervan. De andere kant van het verhaal is dat deze behoefte er al eerder was. Denk aan het rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome, dat ons begin jaren ’70 al opriep ons consumptiegedrag aan te passen. In de jaren ’70 ging dat via het delen van een auto met de buren, wat vooral symboolwaarde leek te hebben. Nieuwe netwerken vormen aan prachtig midden om daar anno 2014 gestalte aan te geven. Met een eenvoudige autodeelapp kun je in theorie het bezit van de auto uitbannen.
Nieuwe behoeftes
Intensivering van tijd- & ruimtegebruik
Hieronder pogen wij een beeld te schetsen van nieuwe behoeftes en trends in de netwerkmaatschappij. Of deze altijd een gevolg zijn van de continue verbondenheid tussen mensen onderling en tussen mensen en de wereld via internet, valt niet met zekerheid te zeggen. Feit is dat er een aantal behoeftes en trends zijn waar te nemen die in verband kunnen worden gebracht met die continue verbondenheid. Deze zijn:
Sharing economy De netwerksamenleving beïnvloedt niet alleen de stedelijke behoeften, maar heeft ook de potentie om in deze behoeften te voorzien. Voorbeelden zijn de sharing economy en collaboratieve consumptie. Er lijkt een trend gaande waarin niet eigendom, maar het gebruik centraal staat. Initiatieven als BlaBlacar, Seats2Meet en Airbnb schieten als paddenstoelen uit de
Het feit dat plaats en tijd steeds minder statisch worden, dwingt ons tot efficiënt gebruik ervan. Doordat we deel kunnen uitma ken van meerdere communities tegelijkertijd zijn we in staat ons leven onafh ankelijk van plaats en tijd in te vullen. De scheiding tussen werk en privé wordt steeds vager, omdat we altijd bereikbaar zijn voor onze zakenpartners. We kunnen gebruikmaken van flexwerkplekken, waardoor we niet meer gebonden zijn aan één specifieke plaats om te werken. We leggen steeds grotere afstanden af in minder tijd, kunnen deze reistijd functioneel benutten en maken hier volop gebruik van. Constante verbondenheid zet door en beïnvloedt de mindset in de
pagina#34 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
beeld: xxx
S M A RT C I T I E S
sociaal\\fysiek\\economisch
OVER DE AUTEURS Korné Boekholt en Jules Pollaert zijn oud-Kennislaboranten en werken momenteel in opdracht van woningcorporaties Portaal en De Alliantie aan de ontwikkeling van een open platform voor de buurt, waar bewoners binnen een afgesloten virtuele omgeving met elkaar kunnen communiceren en delen. Deze virtuele plek is gekoppeld aan een geografisch afgebakend gebied, met als doelstelling de cohesie en het buurtgevoel binnen dit afgebakende gebied te vergroten, vanuit een eigen kracht.
Digitale handleiding voor de nieuwe planoloog: hier gebeurt het K O R N É B O E K H O LT & J U L E S P O L L A E R T
Iedereen kent en gebruikt wel webapplicaties die ontwikkeld zijn om – veelal – individuele interacties tot stand te brengen, zoals Marktplaats. Het valt op dat ze meestal door derden worden aangeboden. Er zijn ook applicaties die het bevorderen van interactie en dialoog tussen buurtbewoners tot doel hebben, waarmee ze vergelijkbaar zijn met sociale media als Facebook, Instagram, Youtube en LinkedIn. Belangrijkste onderscheid met deze wereldmerken is dat ze hyperlokaal zijn en enkel moderne interactievormen gebruiken ter ondersteuning van lokaal initiatief. Zoals altijd lopen de Amerikanen voorop met de hyperlokale toepassing van ICT. In de VS bestaan complete sociale media die speciaal zijn ingericht voor buurten. Mooie voorbeelden zijn Nextdoor en Everyblock, die zich onderscheiden van traditionele media zoals een krantje voor de buurt doordat ze de mogelijkheid scheppen om snel en gemakkelijk een discussie of dialoog aan te gaan met jouw publiek of gemeenschap. Deze dialoog heeft een grotere meerwaarde dan het puur en alleen zenden van informatie. Het is deze verschuiving naar dialoog die helpt bij het opbouwen van relaties binnen een gemeenschap, tussen burgers, maar wellicht ook tussen burger en andere instellingen.
NEXTDOOR Nextdoor is een van de opmerkelijkste buurtplatformen die we tijdens ons veldwerk zijn tegengekomen. Nextdoor is een sociale netwerksite voor buurten in de VS. Nextdoor onderscheidt zich van Facebook doordat er een maximum zit aan het aantal deelnemers per buurtnetwerk, waardoor privacygevoelige gegevens binnen het netwerk blijven. Het buurtplatform is in 2011 opgericht in San Francisco en inmiddels zijn al 31.000 buurten aangesloten. Dit betekent dat nu 1 op de 4 buurten in de Verenigde Staten gebruikmaakt van dit platform. Nextdoor heeft volgens de Washington Post bijgedragen aan een golf van gemeenschapszin in de VS.
Het geheim van Nextdoor Waarom werkt dit in de VS wel en wil het in de polder maar niet opschieten met onze eigen ‘nextdoors’, zoals Buurtlink of Buurbook? Wat maakt dit Amerikaanse platform zo anders? • Ten eerste: geld. Sinds de oprichting heeft de applicatie al meer dan 100 miljoen Amerikaanse dollars opgehaald. Het grootste deel komt van Tiger Global, Kleiner Perkins, dezelfde investeringsmaatschappij die achter Google, Amazon en Facebook zit. Door de enorme investering is het voor Nextdoor mogelijk om omvangrijke reclamecampagnes uit te rollen. • Ten tweede begrijpen de makers heel goed hoe je een buurt kunt activeren via een platform. Op een bepaalde manier voelt Nextdoor een beetje als Facebook, met veel conversatie en deelmogelijkheden. Ook lijkt het een beetje op Marktplaats, waar mensen dingen aan elkaar verkopen en met elkaar delen. Maar anders dan Facebook en Marktplaats werkt Nextdoor met digitale schotten. Je kunt alleen met mensen delen die in jouw buurt wonen. En anders dan bij Marktplaats weet je precies met wie je te maken hebt. Iedereen is verplicht om zijn identiteit bloot te geven en te vertellen waar hij woont. Nextdoor verifieert mensen die
n creërISeE R I N G
G LO C
AL
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#35
pagina 32
S M A RT C I T I E S
45
maatschappij. Doordat wij zelf ons leven zo flexibel inrichten wordt dat ook vereist van anderen, of dit nou je echtgenoot, collega, vriend of belastingadviseur is.
Glocalisering Door constant verbonden te zijn, vervaagt ook het toneel waarop wij ons dagelijks begeven. Van achter onze computer hebben we de hele wereld binnen handbereik. Deze binding van het mondiale aan onze huiskamer wordt ook wel ‘glocalisering’ genoemd. Glocalisering is een proces dat niet alleen betrekking heeft op de economie, maar ook op de buurt. We vormen door middel van social media onze eigen netwerk van vrienden, op basis van gemeenschappelijke interesses, normen en waarden. Deze netwerken staan volledig los van een fysieke omgeving als de buurt. Het belang van de buurt is verschoven van het sociale naar het identiteitsaspect. Je buurt en het type huis laten zien wie je bent. Maar de afgelopen jaren lijkt de focus juist weer meer op de fysieke buurt gericht, dá nk zij het internet. Of in elk geva l: het internet brengt vraag en aanbod in de buurt samen, en dat sluit aan bij een behoefte. Uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de inwoners van Nederland meer behoefte heeft aan contact in de buurt. Internet brengt mensen – ook op buurtniveau – dichter bij elkaar. Vaak ligt daar een praktische behoeft aan ten grondslag, bijvoorbeeld om te delen. Zie ook hierboven onder ‘sharing economy’.
auteurs: kennislab voor urbanisme en jan jager
‘alwetend’ geworden. We weten precies hoeveel uitlaatgassen de lucht in gaan en ook hoe schadelijk de plofk ip en bespoten groenten zijn. Via het internet en social media zijn we snel op de hoogte wanneer een bedrijf kleding importeert uit fabrieken waar werknemers slecht behandeld worden. Dit maakt ons bewust van onze eigen keuzes. Willen we eigenlijk wel kleding dragen die gemaakt is met kinderhanden? We eisen transparantie en willen dat onze spullen op een maatschappelijk verantwoorde manier geproduceerd worden. Persoonlijk contact met de klant en luisteren naar haar behoeften is belangrijker dan ooit. Een flexibele houding is daarbij vereist, omdat elke consument persoonlijke wensen heeft.
Horizontalisering In de laatste decennia is duidelijk geworden dat de relatie tussen de burger en de overheid is veranderd. Burgers weten zelf wat goed voor hen is en willen niet meer dat het systeem dat voor ons bepaalt, maar willen zelf het systeem bepalen. Ze zijn kritischer geworden op datgene dat de overheid organiseert, want ze gaan er niet langer vanuit dat dit de enige keus is. Door zelf met oplossingen en initiatieven te komen, kan er beter worden aangesloten op de eigen behoeften. Een ontwikkeling die de overheid overigens van harte lijkt toe te juichen met de huidige vergrijzing, economische crisis en bezuinigingen. Burgers moeten participeren. Het zijn slechts enkele voorbeelden van kenmerkende behoeftes en trends van
Bewustwording Mensen zijn door het internet en Google
MEER LEZEN? Het Kennislab voor Urbanisme putte voor dit artikel uit haar eigen Trenddocument Smart City. Auteurs: Tara van den Ban, Lisette van Beusekom, Sanne van der Drift, Astrid Kroes, Abel Malschaert, Lenneke Molendijk, Karst Rauhé, Boudewijn Swier en Jilldau Tjalma. Kijkt voor het volledige document op http://bit.ly/1mYBWrd
pagina#36 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
S M A RT C I T I E S
beeld: xxx
sociaal\\fysiek\\economisch
en zeggen wie ze zijn door een automatisch belletje naar een tvaste telefoonlijn, mailing, het verzenden van een post00 kaart of een creditcardverificatie. Het is daarom een 100 procent privaat-sociaal netwerk met je buren. o• Ten derde: Nextdoor combineert online- met off line-proat motie: Je kunt postkaartjes opvragen van Nextdoor, zodat en je die kunt verspreiden in de buurt en meerdere mensen olde site vinden. Nextdoor geeft cadeaubonnen van 25 dolrt lar aan mensen die binnen 21 dagen 10 mensen in de buurt online krijgen. Zo combineren ze heel handig online- en n. (persoonlijke) off line-methoden om mensen te binden. Hierdoor is het voor Nextdoor echter moeilijker om te en groeien dan andere sociale netwerken, maar het heeft een en positief gevolg. Omdat mensen zelf actief de site promoten cen privé-gegevens delen, krijg je het gevoel van eigenaarschap, samen met je buren. Het resultaat? Inmiddels ruimen mensen gezamenlijk de estraat op worden buurtbibliotheekjes opgericht, zijn garageod verkopen op buurtniveau georganiseerd, zijn ‘neighborhood awatches’ aangesteld en worden gezamenlijk klussen opgepakt, allemaal via Nextdoor.
www.nextdoor.com | www.everyblock.com
n creëre
HALLOIJBURG.NL
Bewoners die niet langer consument willen zijn van de overheid, corporaties en instellingen die hun problemen oplossen. Want zij weten zelf toch veel beter wat ze willen. Zodat ze instituties los kunnen laten, projecten gaan ondersteunen en faciliteren en het vangnet verzorgen voor hen die dat nodig hebben. Is dit niet de droom van elke wijkonderneming of initiatiefnemer uit de wijk? In ieder geval wel die van een groep bewoners op IJburg, die samen HalloIJburg. nl ontwikkelden. Zij stelden zich ten doel om mensen met ideeën te verbinden met mensen met kennis, ervaring, energie en/of geld. We spraken met mede-oprichter Michel Vogler over het succes van halloIJburg en zijn visie op de wijk als onderneming.
G LO C
A
ING L ISER
www.halloijburg.nl Michiel Vogler, oprichter HalloIJburg: ‘Ik probeer mijn rol klein te houden en juist gebruik te maken van techniek, om mensen elkaar te laten vinden’ Met een slordige 3.000 leden heeft HalloIJburg de brug weten te slaan tussen bewoners, organisaties en overheden. Dit stelt haar bewoners in staat om met elkaar oplossingen te vinden en zich te organiseren. Mede hierdoor zijn vele suc-
cesvolle initiatieven ontstaan in de wijk, zoals de Flexbieb en Moes32 (een moestuinproject). HalloIJburg is niet alleen zender van informatie, met een blog en een activiteitenagenda ( je kunt je voor activiteiten aanmelden en ziet profielen van andere deelnemers online), maar is ook een soort klankbord van de wijk. ‘We willen dat mensen de weg kunnen vinden’, zegt medeoprichter Michel Vogler. ‘Via het Kompas raken bewoners in gesprek over thema’s als leef baarheid, kinderen, parkeren, veiligheid en ga zo maar door. Hier worden wensen gedeeld, irritaties geuit en initiatieven genomen. Met het Kompas steven we ernaar dat bewoners zich meer committeren aan de buurt. Dat gaat nu eigenlijk automatisch. Ik hoeft er niet veel voor te doen, anders dan de infrastructuur beschikbaar te stellen.’ We stelden Vogler de vraag wat een goede buurt van een slechte buurt onderscheidt. ‘De basis van goed samenwonen, -werken en -leven is dat je met elkaar kunt praten, de dialoog met elkaar aangaat. Nu zijn mensen (vaak huurders) niet aanspreekbaar op hun gedrag, vooral als het om hun kinderen gaat. Facebook en Twitter zijn misschien wel sociaal, maar niet gestructureerd genoeg en vormen daarom geen oplossing voor vraagstukken in de woonomgeving. Online sociale netwerken moeten daarom vast onderdeel uitmaken van de buurt, net zoals er gas, water en elektra is.
Lees in Vitale Stad #3 het vervolg op dit interview, waarin Vogler ingaat op de vraag hoe een ideaal buurtnetwerk er volgens hem uitziet.
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#37
pagina 32
S M A RT C I T I E S
45
n creëRrIeN G
auteurs: kennislabauteur: voor urbanisme en jan jager xxx
DELEN MET JE BUREN
En voorbeeld van een site die zonder twijfel ook de buurtcohesie bevordert is Peerby. Met Peerby leen je dingen die je nodig hebt van mensen uit je buurt en andersom leen jij dingen uit die iemand anders nodig heeft. Het concept maakt gebruik van producten en kennis die op een plek aanwezig zijn en maakt het via de applicatie mogelijk om die eenvoudig met je omgeving te delen. Van bezit naar toegang tot!
SH A deze tijd die samenhangen met de continue verbondenheid van mensen. Het is echter ook zo dat de mogelijkheid om verbindingen tussen mensen te leggen oneindig veel meer kansen biedt, welke soms nog niet optimaal worden benut. Het ontstaan van dergelijke netwerken wordt steeds essentiëler voor het f it en vitaal houden van de stad. Door het internet zijn we onze buren en de directe leefomgeving een beetje uit het oog verloren, maar vanuit de oorzaak van dit probleem lijkt in dit geval de oplossing te komen. Met name op lokaal niveau lijken nieuwe netwerken het verschil te kunnen maken. Het is lastig te zeggen in hoeverre de overheid deze netwerken zélf kan vormen. Misschien ligt de kracht wel bij het bottom-up ontstaan van dergelijke initiatieven. De overheid kan dit wellicht faciliteren, of hier actief op sturen. Het vereist wederom een f lexibele houding, waarin snel en effectief geanticipeerd kan worden op geluiden uit de samenleving.
www.peerby.nl
ELKAAR HELPEN IN DE WIJK
n creëre
ING
Bij burgerinitiatieven zijn er verschillende taken die uitgevoerd worden, door verschillende mensen. Soms zijn dat kleine taken en soms grote, soms zijn er vrijwilligers en soms niet. Met Fiksers omschrijf je de taken van het initiatief en worden ze overzichtelijk weergegeven. Vervolgens kunnen bewoners op de site aangeven dat ze een taak willen ‘fiksen’. Door het goed af bakenen van taken in tijd zijn mensen eerder bereid om te helpen.
SH A R
www.fiksers.com
n creëre
BETALEN MET DE BUREN
Veel mensen hebben een wens voor hun buurt die ze graag willen uitvoeren, maar waarvoor ze de middelen niet beschikbaar hebben. Voorjebuurt is een website die er special op gericht is om projecten op buurtniveau te financ financieren. Hierbij zijn het bouwen van een community en be het bereiken van de kritieke massa van levensbelang voor lat slagen van het initiatief. het laten
SH A R
ING
www.voorjebuurt.nl
n creëre
MEETUP
Meetup is een handige tool, die het zelforganiserend vermogen van mensen vergroot. De website maakt het gemakkelijk om lokaal meetings te organiseren rond een bepaald theDo de meetings en gesprekken ontstaan communities ma. Door v rond verschillende thema’s in de buurt. Hierdoor zijn zij i staat om de eigen leefomgeving vorm te geven. beter in
PA R T
REN ICIPE
www.meetup.com
pagina#38 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
S M A RT C I T I E S
sociaal\\fysiek\\economisch
Kunnen we de moderne netwerkstad maken? JAN JAGER
DE ECHTE PIONIERS: TENENTSPIN (1999), LIVERPOOL Nextdoor is de eerste sociale netwerkapplicatie op buurtniveau die weet door te breken, vooralsnog in de VS. Maar de échte pioniers zaten in Engeland, waar kunstinstelling FACT (Foundation for Art and Creative Technology) in 1999 onder de noemer Tenentspin op basis van webstreaming huurders van 76 torenflats met elkaar verbond. Tenentspin liep van 1999 tot 2005 en mobiliseerde vooral oudere bewoners die samen programma’s maakten en online beschikbaar stelden. Andere bewoners logden in en bekeken de video’s, maar de nadruk lag op het creatieve proces. Het was voor het eerst dat realtime communicatie werd toegepast binnen een geografisch afgebakend gebied. De flats zijn inmiddels gesloopt. In Vitale Stad #3 leest u meer over de doelstellingen, werking en resultaten van het project, en geeft directeur Mike Stubbs van FACT zijn visie op hét buurtnetwerk van de toekomst.
In deel twee van dit verhaal stellen we de vraag in hoeverre je gebruikmaakt van nieuwe netwerken om de stad te verbeteren, of je nu ambtenaar bent, autonoom planoloog of actieve burger. Met andere woorden: kunnen we de moderne netwerkstad maken? Of moet je je als autoriteit vooral bescheiden opstellen en hooguit participeren in de netwerkmaatschappij? Almere en Amsterdam vertegenwoordigen twee denkrichtingen.
Creëren versus faciliteren Vrijwel elke stad heeft de participatiesamenleving als doelstelling omarmd, al was het maar omdat de gemeentelijke overheid niet meer de middelen heeft om in alle behoeftes vanuit de samenleving te voorzien. Maar niet in elke stad werkt de digitale netwerksamenleving als natuurlijk gegeven. Tuurlijk, iedereen is online. Maar dat betekent nog niet dat er overal goed functionerende online-communities zijn op het schaalniveau van de stad of de wijk. Voor een besloten dorpsgemeenschap is dat wellicht niet zo’n probleem – mensen weten elkaar toch wel te vinden –, maar in een stad zouden mensen online meer voor elkaar en de maatschappij kunnen betekenen. Meer voor elkaar betekenen: dat is ook de gedachte achter Almere Smart Society. Almere wil het volledige potentieel van ICT benutten voor een beter, gema kkelijker, goedkoper en leuker leven in de
polderstad. Een belangrijke vraag die de initiatiefnemers zich daarbij stellen, is hoe ze op nieuwe netwerken gebaseerde communities creëert. Een voorbeeld: de gemeente Almere wil nieuwe netwerken inzetten voor eenzaamheidsbestrijding. Maar hoe doe je dat? Wat als de benodigde netwerken er nog niet zijn? Amsterdam Smart City hanteert andere uitgangspunten. Amsterdam Smart City zet de Metropoolregio Amsterdam op de kaart als urban living lab dat bedrijven de mogelijkheid biedt om innovatieve producten te testen en te demonstreren. Er wordt gewerkt aan de hand van de thema’s wonen, werken, mobiliteit, publieke faciliteiten en open data. Voorbeeld van die publieke faciliteiten zijn nieuwe bottomup - ener g iecon st r uc t ies. A m sterd a m Smart City faciliteert groepen burgers die een eigen energieonderneming willen oprichten via technische ondersteuning door een van haar ( private) partners. Van het ‘creëren van een netwerksamenleving’ is in de hoofdstad geen sprake, benadrukte Smart City-baas Ger Baron op een jubileumbijeenkomst van Elba Media. Die netwerken ontstaan vanzelf. Mensen vinden elkaar vanuit een ambitie die ze delen ten aanzien van duurzame energie of een bouwambitie, getuige de tientallen
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#39
pagina 32
S M A RT C I T I E S
45
#ILOVENOORD n e r nl, een Het begon met website Ilovenoord.nl, e s organi ISER EN Facebookpagina met bijna 6.000 likes kes en
AL G LO C
Twitteraccount @Ilovenoord met bijna eld dat 3.000 volgers. Inmiddels kan wel worden gesteld gevoel het platform llovenoord bijdraagt aan het community-gevoel se Amvan met name de nieuwe bewoners van het ooit volkse ysieke sterdam Noord. Uit de sociale netwerken zijn tal van fysieke ijnlijk community-activiteiten gerold, die anders waarschijnlijk k nietniet hadden plaatsgevonden. Veelgehoorde klacht: ook noorders mengen zich in het feestgedruis, terwijl dee oorn meer spronkelijke bevolking achterwege blijft. Om ook hen et een te betrekken bij de activiteiten, kwam Ilovenoord met woners speciale Ilovenoordpas die exclusief aan noord-bewoners wordt uitgereikt. Een fysieke pas, dat wel.
www.ilovenoord.nl
seren N i n a g r o ISER E
BUURTBLOG: BOLOBOOST
‘Boloboost.nl is een platform van en voor bewoners van de Amsterdamse wijk Bos en Lommer (BoLo). Doel is om de buurt in alle opzichten een fijne buurt te maken om te wonen, werken, winkelen en spelen. Met Boloboost delen buurt bewoners ideeën, informeren ze over concrete plannen en activiteiten en vragen ze hulp om deze uit te voeren.’ Dit is de omschrijving over het buurtplatform op boloboost. nl zelf. Boloboost is opgericht in 2011 door een aantal enthousiaste buurtbewoners die de positieve aspecten van het leven in Bos en Lommer willen delen met de rest van de stad. Boloboost wordt ondersteund door een groep van 50 buurtgenoten die zich inzetten voor verschillende activiteiten, zoals de Bolobooze (kroegentocht) en Bolo-inpakwinkel rondom de feestdagen. Daarnaast ondersteunen ze ook initiatieven vanuit de buurt, zoals de BoLo-Kunstroute, BoLo Buurtbanieren en de Bos en Lommer Buurt Bingo. Wij spraken af in het café ‘van de buurt’ met Lex de Jong, een van de medeoprichters van BoLoboost, en bespraken de ontwikkelingen in de wijk.
AL G LO C
De Jong heeft een uitgesproken mening over hoe een wijkonderneming moet functioneren in een wijk. ‘Wij willen niet de rol van de gemeente overnemen. Mensen komen vaak met leuke ideeën naar ons toe en ver wachten ver volgens dat wij dat idee voor ze gaan uitvoeren. Maar daar voor zijn wij niet opgericht.’ Volgens De Jong zijn het juist ondernemers die initiatieven moeten begeleiden en niet de gemeente of andere instanties zoals woningcorporaties. ‘We willen mensen helpen om hun ideeën zelf uit te voeren. Zeg maar wat je nodig hebt, dan kijken wij hoe we je kunnen helpen of faciliteren in je idee. Omdat ons netwerk nu vrij uitgebreid is, vinden we bijna altijd wel
pagina#40 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
auteurs: kennislab voor urbanisme en jan jager
S M A RT C I T I E S
een goede match. De site van BoLoboost en onze Facebookpagina vormen een erg handige ondersteuning daar voor. Maar écht participeren is alleen voor mensen die écht willen. Om die te vinden, moet je altijd nog de buurt in. Buurtgerichte wijkondernemingen kunnen alleen succesvol zijn als je die ondersteunt met wijkprofessionals. Ik heb eerst de website opgericht en positieve verhalen verzameld, waardoor ik vanzelf in contact ben gekomen met actieve buurtbewoners. Nu is de site een kenmerk geworden voor de buurt, een nieuwe, positieve identiteit voor Bos en Lommer.’ Wat voor thema’s beweegt mensen in de buurt? ‘Het valt mij op dat initiatieven rond energie en milieu mensen vaak enthousiast maken. Een leuk voorbeeld hiervan is “Adopteer uw bak”. Als mensen geïrriteerd raken van de troep die elke keer bij die afvalbak ligt, nemen ze het heft in eigen handen om de boel schoon te maken in plaats van op de gemeente te wachten. Als adoptant houd je een oog je in het zeil bij de geadopteerde afvalbak. Het is een groot succes. Een andere geslaagd initiatief is “De Wisselruimte”. Dit voormalige winkelpand verandert regelmatig van functie, op verzoek van buurtbewoners. De ruimte is ontstaan uit de wens van de buurt voor een plek waar alle lokale expertises, talenten en ambities samenkomen.’ Zijn er sites die volgens u bijdragen aan een betere cohesie in de buurt? ‘We linken op onze buurt door naar Peerby, maar ik geloof zelf dat sites als Thuisafgehaald beter zijn om mensen bij elkaar
sociaal\\fysiek\\economisch
Netwerksamenleving: kun je die maken?
bouwgroepen die zich online manifesteren. Zo wordt Amsterdam vanzelf een smart society. A lmere Smar t Societ y en A msterdam Smart City verschillen in naam van elkaar, maar de verschillen zijn niet zo groot als ze misschien lijken. Almere legt misschien meer de nadruk op horizontale structuren in de samenleving van waaruit nieuwe vormen van cohesie kunnen ontstaan; uiteindelijk staat in beide programma’s the Internet of Everything centraal: een door Cisco bedacht concept waarbij niet alleen mensen en dingen onderling, maar vooral dingen en mensen met elkáár verbonden zijn en waarin open data de aanjager is van de nieuwe stedelijke economie. Beide initiatieven komen dan ook uit de koker van respectievelijk de Economische Development Boa rd A lmere en de Amsterdam Economic Board. Het belangrijkste verschil tussen de Almeerse en de Amsterdamse benadering is de rol die de gemeente voor zichzelf ziet weggelegd. In Almere staat de maakbaarheidsgedachte centraal, terwijl in Amsterdam veeleer de school van de moderne faciliterende gemeente zegeviert, met CTO Baron aan het hoofd.
De vraag die stedelijke professionals zich zouden moeten stellen, is welke positie hij inneemt in het spel dat stedelijke ontwikkeling heet, in een tijd dat het internet de ontwikkeling van onze steden meer en meer zal gaan beheersen. Ongeacht of hij nu werkzaam is als planoloog, stedebouwkundige, architect of wellicht vanuit de hoek van datamining. In mijn visie heeft hij de keuze uit vier ‘scholen’ die weer zijn onder te verdelen in twee hoofdstromingen: maakbaarheid en spontaniteit. Gemene deler bij de vier gepresenteerde werkwijzen is dat de burger uiteindelijk meer gaat bepalen en doen, juist omdat horizontale organisatiestructuren die va nuit internet ontstaa n de centra le regulering van publieke diensten deels kunnen ver vangen. Denk bijvoorbeeld aan een bibliotheek: waarom zou je nog een boek lenen als je via een lokaal afgebakend netwerk titels met de buren kunt uitwisselen? Maar wát als deze netwerken er (nog) niet zijn? Mag je zo’n netwerk als gemeente of als stedelijke professional vanaf de zijlijn creëren of organiseren? Met ander woorden: in hoeverre mogen we
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#41
pagina 32
45
S M A RT C I T I E S
auteurs: kennislabauteur: voor urbanisme xxx en jan jager
te brengen. Voor ons is Facebook het communicatiekanaal. Op onze eigen site willen we vooral positieve zaken plaatsen. Ik heb dus geen zin om vermistekat-advertenties te plaatsen, daar zou geen einde aan komen. Maar de gemiddelde socialemediagebruiker heeft een hbo-opleiding, is blank, redelijk welgesteld en gelukkig, waar ik er wel bij moet zeggen dat we liever mensen hebben die ons écht leuk vinden in plaats dat ze ons alleen maar likes geven. Om groepen allochtone groepen te bereiken, moet je echt de buurt in, dat red je met online communicatiemiddelen niet. Wees je vooral bewust dat je maar één van de vele stemmen bent in de buurt en niet de stem hebt van iedereen of namens de hele buurt of wijk spreekt. Pas op dat je daarin niet doorschiet.’
www.boloboost.nl | www.facebook.com/ boloboost
seren i n a g r o RING
AAT FACEBOOK POELDIJKSTRAAT
( bestaande sociale media) bouwd Naast de platforms die speciaal zijn gebouwd om buurtbewoners met elkaar in contact tact te taande brengen, vinden veel buren elkaar online via bestaande ar ook wegen. Sociale media als Twitter, Facebook, Flickr, maar Whatsapp-groepjes worden gebruikt om informatie met elkaar ep van te delen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Facebookgroep de studentenf lat in de Poeldijkstraat in Amsterdam. Dee Facebookpagina van de f lat is enkel bestemd voor bewoners van de lles en f lat. Flatbewoners gebruiken deze privépagina om van alles nog wat met de f latgemeenschap te delen. Er zijn drie mensen aangewezen die de pagina beheren en zij bepalen ook wie ‘geaciet aan cepteerd’ wordt en wie niet. Externe partijen komen er niet andeld te pas, behalve Facebook zelf. De thema’s die worden behandeld evelinop de pagina zijn vrij divers. Meestal gaat het over aanbevelinjes die gen in de buurt of stad, het melden van overlast, pakketjes enen of fout zijn bezorgd, kapotte dingen in de f lat, en over het lenen n voorverkopen van dingen. Hieronder een klein overzicht van beelden waar de gesprekken over kunnen gaan:
SH A
e te nemen. Lekker drums tic kjes om me e ms aa rin su we diepv ries. n ers e maaltijen in de “Vanavond verkope hebben we nog div st .” aa rtie arn po r Da pe id. ,50 kru pit tig ge vega curry. €2 , vega tandoori en o.a. Nasi, Mous ak ka Delft am, die een brief uit aar zonder ac hterna gekregen.” res ad jn mi op “Is er een Eva, blijkb m b he kunnen krijgen? Ik (Voors traat 46) zou end heeft zic h verbinden? Mijn vri as heeft om mee te ga drank stopt de die d or an do iem de er me “Is zn suikerziek te en or do en en ” ed de sn me t glas ge dus nie t voldoen n pleister is helaas nie t me t bloeden. Ee kan trekken als je ee je je raam droog arm wa g din ’n zo r?). Ik kwam d “Hoi! Heeft ieman trekker? Een wisse kt? (Een zeem? Een aa em als ng iet oo orl sch do bt hem he zonlicht meer jn raam nie t zoveel er ne t ac hter da t mi :)” ! nk da el ast ve hij zou moeten. Alv e weken geen iet s van twee of dri de 6de en hebben op tom. Bij wie n ne ms wo sto j r, Wi ide o! “Hall e start internetprov uw nie en de rlijk) Eminent ou tuu Internet tus sen ? ( tegen be taling na mee kunnen delen nk is groot!” tijd da jn die mi :) we n? en hie ud zo ate _UJH9X J missc riv _p Zy of 1f c8 -dc of hg 655d
Poeldijkstraat) (bron: Facebookgroep pagina#42 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
S M A RT C I T I E S
MAAKBAARHEID
creëren
sociaal\\fysiek\\economisch
SPONTANITEIT
organiseren
faciliteren
participeren
Als er geen lokale netwerken zijn,
Een bemoeizuchtige stedelijke profes-
De stedelijke professional stelt zich
Dit is meer de laissez-faire, laissez-
wat belet de stedelijke professional
sional wacht niet op het moment dat
op als dienstverlenende partij, die
passer-opstelling. Nieuwe, via het
dan om er zelf een te creëren? Het
er nieuwe communities ontstaan, maar
voorziet in de behoeftes van nieuwe
internet ontstane horizontale organi-
Amerikaanse ‘Next door’ is daar een
organiseert deze zelf vanuit bestaande
netwerken, bijvoorbeeld ten aanzien
satiestructuren nemen het stokje over
voorbeeld van: een digitaal netwerk op
netwerken. Te denken valt aan het
van energie. Of hij werkt vanuit een
van het verticaal ingerichte bestuurs-
de schaal van een woonblok, waar al
instellen van een Twitter-hashtag voor
behoefte van de producent en boort
model. Overheden moeten zich hier-
miljoenen Amerikanen lid van zijn.
ondernemers op een bedrijvenpark.
als het ware nieuwe netwerken aan.
naar schikken en zélf participeren.
de netwerksamenleving ‘maken’, ook al is het maar op kleine schaal?
Stedebouw als antipsychiatrie ‘Maakbaar’ is een besmet woord en riekt naar topdown, ambitieuze masterplannen en een-tweetjes tussen gemeenten en projectontwikkelaars. Maakbaar staat in de beleving lijnrecht tegenover bottom-up en participatie: modewoorden van vandaag. De radicalen in het participatiedenken stellen de stedelijke professional vaak pal naast de burger. Van een hiërarchie is geen sprake. Een gesprek over participatie ontaardt dan al snel in een semantische discussie waarbij de verkeerde verstaander snel voor dom wordt uitgemaakt. ‘Nee, de burger participeert niet, de gemeente participeert!’ krijg je naar je toegeworpen en daarmee impliciet het gevoel dat je het totáál niet hebt begrepen. Of je krijg het verwijt ‘ouderwets’ te denken, waarmee een goede discussie op grond van argumenten in de kiem is gesmoord. Kortom: je bent ongeschikt voor het vakgebied.
Het radicale participatiedenken lijkt nog het meest op de antipsychiatrie. De antipsychiatrie was een stroming in de geestelijke gezondheidzorg waarin de vraag werd opgeworpen wie eigenlijk gek is: de mensen in de instelling of de mensen buiten de instelling. In de praktijk resulteerde de antipsychiatrie tot psychiatrische ziekenhuizen waarin de verpleger naast de patiënt stond en niet erboven, zoals de sadistische hoofdzuster uit One Flew Over the Cuckoo’s Nest. De patiënt moest zich kunnen ‘uitleven’ en geen autoriteit tegenover zich hebben.
Maakbaar moet! Terug naar de vraag die aan hierboven werd opgeworpen. Mag je de natuur een handje helpen? Mag je netwerken die nog niet spontaan zijn opgekomen creëren of organiseren? Ja, het moet zelfs, denk ik. Op plekken waar nieuwe netwerken niet automatisch tot stand komen, dreigen steden een grote achterstand op te lopen. Nee, studentensteden met een groot aandeel
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#43
pagina 32
45
S M A RT C I T I E S
auteurs: kennislabauteur: voor urbanisme xxx en jan jager
eren I N G p i c i t r ER pa TA L I S
H
re n e t i l i c a N f IPERE
IC PA R T
N O R I ZO
BUURTBLOG: BUURLAND UTRECHT
Het begon als een anti-inbraakactie van de gemeente Utrecht met het slopen van schuttingen en snoeien van bomen en hagen, dat moest zorgen voor overzicht en sociale controle in de buurt. Buurland Utrecht groeide uit tot een bruisend buurtcollectief, waar n. Zo buren samen ideeën tot werkelijkheid maken. kwam er een zwembad en bubbelbad met een jaaruwd. lijks ‘zwemfest’ en werd er een pizzaoven gebouwd. recht Momenteel werken de leden van Buurland Utrecht p kofaan een gezamenlijke huiskamer voor een kop fie, om samen te eten of als werkplek. Ook zijn m zo er plannen om de moestuin uit te breiden om uurt. een groentetas te kunnen aanbieden in de buurt. eling Buurtbewoners zijn zo blij met de ontwikkeling elijke van hun woonomgeving dat ze nu ook de tijdelijke n. Als woningen willen verduurzamen en zelf kopen. at de Buurland Utrecht ons iets laat zien, is het dat dt gebuurt maakbaar is als hiertoe de ruimte wordt ecregeven en de juiste randvoorwaarden worden gecreeerd.
In dit laatste praktijkvoorbeeld blijft het digitaal gereedschap even achterwege, maar tonen we een voorbeeld van waar een gemeente zichzelf wel in een héél bescheiden rol manoeuvreert. De Stichtse Vecht is een van de gemeenten in Nederland die vooroploopt met het uit handen geven van de regie aan haar bewoners. De gemeente noemt zichzelf een van de participanten in de stedelijke ontwikkeling. Vooralsnog heeft dit geresulteerd in een beleidsvisie. Hoe het in de prakrijk vorm krijgt, is nog niet bekend. Doel is in elk geval om de ‘verkokering’ binnen de organisatie tegen te gaan. Hoe dan ook een nobel streven.
www.buurlandutrecht.nl
re n N G e t i l i c fa ORDI
BEWU
ST W
PARTICIPEREN – STICHTSE VECHT
AMSTERDAM SMART CITY
n iniHet begon met tal van tiatieven vanuit het bedrijfsleven die samen met partner Amsterdam een paar jaar geleden Amsterdam Smart City oprichtte. Daar rolden tal van projecten uit, van verduurzamingstools tot lokale glasvezeloplossingen. Maat dat was vooral vanuit de aanbieder bedacht. In de tussentijd zijn in de hoofdstad verschillende community-initiatieven vanuit de samenleving ontstaan, waaronder Ilovenoord. Amsterdam Smart City wil nu deze communities faciliteren door de projecten open te stellen voor deze netwerken.
pagina#44 › vitale stad › jaargang 17 › #02-2014
S M A RT C I T I E S
digital natives of een stad als Amsterdam met een hoogopgeleide, digitaal capabele en vooral creatieve inwonersgroep hebben geen hulp nodig, net als een stad als Helsinki waar de afgelopen jaren een explosie van grassroots-initiatieven heeft plaatsgevonden met populaire Restaurant Day als uitvloeisel, waarvan alleen het bureaucratische stadsbestuur het tempo niet kan bijbenen. Wat wil je: Helsinki is een populaire stad waar elke Fin met aspiraties of talenten naartoe trekt, als die al niet naar het buitenland vertrekt. Maar Assen, Almere, Hengelo, de vergrijzende stadswijk waar ouderen wonen die na 1 januari helemaal niet meer in aanmerking komen voor een plek in een verzorgingshuis: als we daar nu eens nieuwe netwerken voor kunnen creëren of organiseren?
NOOT VAN DE AUTEURS ‘VOORALSNOG ALLEEN IN DE RANDSTAD’ Op het moment zijn er landelijk honderden buursites, maar slechts enkelen brengen ook
De nieuwe stedelijke professional moet netwerken in kaart brengen en netwerken verbinden. Op het knooppunt van twee netwerken ontstaat toegevoegde waarde. Dat is eigenlijk niets nieuws onder de zon. Ruimte programmeren is altijd het werk van een planoloog geweest – het verbinden van actoren –, alleen verschuift het
sociaal\\fysiek\\economisch
werkveld van de planoloog zich voor een groot gedeelte naar de virtuele wereld. Behoorde een inventariserend rondje op de fiets vroeger nog tot een vast bestandsdeel in het werkproces van een zichzelf serieus nemende planoloog, tegenwoordig moet die inventarisatieronde online worden gehouden. Afgelopen februari verbleef ik twee weken in een favela in Brazilië. Vrijwel bewoners zitten op Facebook, via een smartphone. Denk eens na over de mogelijkheden die ontstaan als we dit netwerk gaan organiseren, gaan compartimenteren op grond van persoonlijke doelen of nabijheid – kortom: gaan verzilveren. Wat zijn de mogelijkheden van collaboratie consumptie? Van taalklasjes in het kader van het naderende WK-voetbal? Van onderwijs in algemene zin waar de overheid ernstig in gebreke blijft? De mogelijkheden van sociale netwerken zijn bijna onbegrensd. Het is zaak ze te herkennen en te verzilveren. In een stad als Helsinki of Amsterdam vult de gemeenschap dit zelf wel in, in een vergrijsde gemeenschap zul je de natuur wellicht een handje moeten helpen. Almere Smart Society laat het goede voorbeeld zien. De stedelijke professional organiseert interactie. Met of zonder computerprogrammeur: dat moet hij zelf organiseren.
daadwerkelijk interactie tot stand met meer cohesie tussen buurtbewoners onderling en activiteiten als resultaat. Wat ons het meest opvalt is dat buurtsites of -applicaties vooral in grote steden met een hoger opgeleide beroepsbevolking worden gebruikt, zoals Amsterdam en Utrecht. We hebben verwoed gezocht in middelgrote steden (met studenten) zoals Groningen en Tilburg naar vergelijkbare sites, maar op een paar Facebookpagina’s voor studentenflats na hebben we niks gevonden. Het valt daarom nog te bezien hoe dit soort plekken ook in de rest van Nederland tot hun recht kunnen komen. Naar onze mening is het altijd waarschijnlijker dat deze buurtpagina’s slagen als er een mix van bewoners, professionals, ervaringsdeskundigen en ‘activisten’ aanwezig zijn. Een goede organisatie is voorwaarde voor een succesvolle burgerparticipatie.
vitale stad › jaargang 17 › #02-2014 › pagina#45