Een lied over het vertrouwen op de Heere Ds. C.G. Vreugdenhil – Psalm 125:1
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 48:1 Psalm 125 Psalm 125: 1, 2, 4 Psalm 73: 13 Psalm 4: 4
Gemeente, de tekstwoorden kunt u vinden in de psalm die we samen gelezen hebben, Psalm 125, het eerste vers: Een lied Hammaäloth. Die op de HEERE vertrouwen zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Het thema van de preek is: Een lied over het vertrouwen op de Heere. Drie dingen vragen onze aandacht: 1. Gevaar en onzekerheid 2. Veiligheid en geborgenheid 3. Hoe je zo geborgen kunt zijn 1. Gevaar en onzekerheid Gemeente, jonge vrienden, wij leven in een wereld vol gevaar en onzekerheid. Bergen zijn in de Bijbel een beeld van vastheid en onwankelbaarheid. We zeggen wel eens tegen elkaar: ‘Het staat zo vast als de bergen.’ Toch, ook bergen kunnen wankelen en schudden bij een aardbeving. Dan kunnen bergen wankelen. Hele dorpen worden weggevaagd door aardverschuivingen. Duizenden mensen komen daardoor in nood en dood. Wat een lijden, wat een nood, wat een gevaar! Denk aan orkanen, rampen en epidemieën die deze wereld teisteren. Gevaar, onzekerheid… Was eenmaal het World Trade Center in New York, met die hoge, sterke Twin Towers niet een geweldig symbool van veiligheid, van macht, van menselijke kunde? Onverwoestbaar! Wie had ooit gedacht dat die torens een keer aan het wankelen zouden gaan en zouden instorten? Wie had ooit gedacht dat er zoveel slachtoffers zouden zijn? Duizenden mensen vonden de dood en het werd voor hen eeuwigheid. Waar ben je nog veilig op deze wereld? Want daarna begon wereldwijd een netwerk van terreur in actie te komen. Overal las je over zelfmoordaanslagen, op Bali, in Londen, in Israël, in Irak, India, Indonesië, breid het maar uit. Hoeveel onschuldige mensen vinden de dood door geweld en terreur. Waar ben je nog veilig? Overal dreigt gevaar. Voelt u zich veilig? Voel jij je nog veilig? Misschien zeg je: ‘Ach, al deze dingen zijn zover van ons vandaan.’ Ja, maar bent u wel geborgen als de nood aan de man komt en als de dood aan de deur klopt? Laat ik het dan wat dichterbij brengen vandaag. Ook uw, ook www.prekenweb.nl
1/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
jouw wereld kan van de ene op de andere dag zomaar instorten. Door een ongeluk, een sterfgeval, een ernstige ziekte, een dwarslaesie waardoor je in een rolstoel terechtkomt, een tumor die ontdekt wordt waardoor je voor een operatie of een chemokuur komt te staan. Dat kan ook u, jou of mij treffen. Voelt u hoeveel gevaar en onzekerheid er in ons aller leven is? En dan is het toch een heel belangrijke vraag, gemeente: zijn we geborgen? Hebben we een toevlucht? Niet alleen voor dit leven, maar ook voor het leven na dit leven? Het gevaar kan ook in een stuk verleiding zitten, in een stuk dreiging. Daarover gaat het in Psalm 125. Het is een lied Hammaäloth, een lied dat onderweg gezongen werd door de feestgangers die optrokken naar Jeruzalem om daar een van de grote feesten mee te maken. Een bedevaartslied, met het oog gericht op de heilige stad. Maar de toestand was toen, op het moment dat dit lied werd gedicht, verre van rooskleurig. De dichter zingt immers over goddelozen waardoor de rechtvaardigen worden bedreigd. Het leven van de vromen loopt gevaar. Niet alleen dat goddeloze koningen of vreemde overheersers de macht uitoefenden, maar ook dat de vrome Israëlieten door de goddeloze praktijken van die mensen worden verleid en worden afgetrokken van de dienst van de Heere. Ze gaan de afgoden dienen. Ze gaan met het onrecht meedoen. Ze gaan de weg van de Heere verlaten. Ze gaan zelf uitmaken wat goed en kwaad is. Dat gevaar wordt beschreven in de psalm die we gelezen hebben. En dat is vandaag ook actueel. Want we zijn allemaal gevallen mensen, met een hart dat nog steeds uitgaat naar de dienst van de zonde. Zou er ooit een tijd geweest zijn waarin de verleiding tot zonde zo sterk op ons afkomt als in de wereld van vandaag, waarin wij leven? Het antichristelijk denken en doen oefent zijn geestelijke terreur uit bij jongeren en ouderen in onze maatschappij. Wat de Bijbel zonde noemt, vindt iedereen normaal. En zo’n ontwikkeling blijft niet staan voor de deur van de kerk. De duivel weet dat hij nog een korte tijd heeft om zijn grijpgrage handen naar ons en naar onze kinderen uit te strekken. Voelt u het gevaar, ook voor de christelijke gemeente, om te capituleren en met de zonde en de wereld mee te doen? Een begerige blik, een opstandige gedachte, een gemene insinuatie die in je hart opkomt en die je uitspreekt, en onze voeten glijden af van de vaste rots van Gods Woord. Wat een verleiding om ons heen om overstag te gaan qua levensstijl, muziek, interpretatie van de Bijbel of de visie op de omgang met elkaar voor het huwelijk en in het huwelijk. En je kunt de rij nog met vele voorbeelden aanvullen. En gemeente, jonge vrienden, als we dan opeens voor God komen te staan, Die de zonde straft… Zie je het gevaar? Wie zal er staande blijven in de verzoeking? De Heere Jezus heeft gezegd: ‘De poorten van de hel zullen Mijn gemeente niet overweldigen.’ Gode zij dank! Tot vier keer toe wordt in deze psalm de Naam van de Heere met allemaal hoofdletters geschreven. Dat wijst op de Verbondsgod en op Gods trouw. Op de God in Wiens Naam jullie en ik zijn gedoopt. Die God heeft gezegd dat Hij de God van ons en onze kinderen wil zijn. Te midden van alle gevaar en onzekerheid mag onze verwachting van Hem zijn. Juist in de nood van ons leven, als het erop aankomt, heeft de wereld niets en heeft de ongelovige mens geen houvast en steun. De goddelozen uit onze psalm zijn dan radeloos www.prekenweb.nl
2/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
en hopeloos. Maar die op de Heere vertrouwen, die de Heere kennen, die mogen het weten: ‘God is een Toevlucht voor de Zijnen en hun Sterkte als zij door droefheid kwijnen.’ Er is hoop, gemeente, er is uitkomst! Er is geen reden voor angst en paniek. Het is niet alleen maar gevaar en onzekerheid. Er is meer, juist in onze psalm. En dat is ons tweede aandachtspunt: 2. Veiligheid en geborgenheid Ieder mens snakt naar zekerheid en veiligheid en geborgenheid. U toch ook? En jullie toch ook, jongelui? Misschien verkeer je in grote onzekerheid. Hoe dan ook, ieder mens verlangt ernaar geborgen te zijn. En dat niet alleen voor je aardse bestaan. Nee, ook voor de eeuwigheid. Is er zo’n plaats, zo’n veilige plaats? Kun je geborgen zijn voor de eeuwigheid? Ja! Kijk, daar nadert de groep van omhoog klimmende feestgangers de stad Jeruzalem. Voeg u maar even in de geest bij hen. Daar beklimmen ze de heuvels en de bergen rondom Jeruzalem heen. En daar verrijst voor hun oog de Sionsberg. De berg Sion, waarvan staat dat hij niet wankelt maar blijft tot in der eeuwigheid. Kijk daar, op die Sionsberg staat de tempel. En daar beklimmen ze de heuvels en de bergen om Jeruzalem heen. Op Sion, de berg door God begeerd, die niet wankelt, daar staat de tempel waar de Heere gediend wordt, waar de Heere wonen wil te midden van Zijn volk. Daar klinkt het lied van het geloof, het lied van vertrouwen: Die op de HEERE vertrouwen zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Heerlijk, heilig evangelie, in oudtestamentische vorm bezongen! O, dat geeft de burger moed in alle strijd en nood, hoe uw situatie ook is. De berg Sion die niet wankelt, maar die blijft tot in der eeuwigheid… We zien hier de berg dus als symbool van vastheid en zekerheid. Maar we hoorden het net: door een aardbeving kunnen ook bergen aan het wankelen gebracht worden. En op de jongste dag zal dat ook gebeuren. Denk maar aan Jesaja 54 vers 10: Bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar (en dan komt hier die eeuwige vastheid!) Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE uw Ontfermer. De dichter in deze psalm spreekt niet over bergen in het algemeen. Er zijn bergen genoeg in Israël. De berg Basan, die zo’n bultige berg is. En de berg Hermon, die soms met sneeuw is bedekt. Je hebt ook de Olijfberg. Maar hier in Psalm 125 gaat het nadrukkelijk over de berg Sion. En dat is de berg waar de tempel staat. Niet het geografisch middelpunt, maar het geestelijk middelpunt van Israël. En die berg wankelt niet, omdat de Heere daar woont. Te midden van Zijn volk staat de ark van Gods verbond, waar het bloed gesprenkeld wordt op het verzoendeksel. Daar zegenen de priesters het volk. De berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. U hebt het begrepen, gemeente: de betekenis van deze berg reikt over de dag van de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem heen. De betekenis hiervan reikt over de dag van de wederkomst heen. Kijk niet alleen maar om je heen, naar wat er gebeurt in deze wereld en in je leven. Maar kijk eens omhoog, zegt deze psalm. Er is een eeuwige toekomst! www.prekenweb.nl
3/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
Onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid. (2 Kor.4:17) De vastheid van de Sionsberg ligt dus niet in die berg en ook niet in de tempel op die berg, maar in Hem Die gezegd heeft: ‘Ik heb die berg begeerd om te wonen.’ Op die berg heeft God Zijn Naam bekendgemaakt aan het volk. Op die berg wordt Hij aangeroepen. Op die berg worden de offers gebracht. En we weten dat al die oudtestamentische offers heenwezen naar dat ene offer in de vervulling, namelijk het offer van de Heere Jezus Christus. Het algenoegzame, volbrachte offer van Gods lieve Zoon, Die Zijn leven gaf tot verzoening van de zonden. Hier verrijst vandaag, vanuit deze oudtestamentische psalm, op de Sionsberg het kruis. Het kruis van de Heere Jezus. Hier zien we de spijkers door Zijn handen en voeten gaan. Het kruis, als symbool van vervloeking en schuld. Gemeente, jongelui, dat is de kern van deze psalm. Wij hebben God verlaten. Wij hebben God op het hart getrapt. Wij hebben gezondigd tegen Zijn heilige wet, maar ook tegen Zijn heilig evangelie. We hebben de eeuwige straf verdiend. We hebben alle ellende verdiend. We hebben onszelf eraan onderworpen. Maar nu was Gods liefdehart zo groot, dat Hij een weg heeft uitgedacht voor verloren zondaren om terug te komen in een verzoende betrekking met God, om zalig te worden. Om weggelopen mensen weer terug te brengen. God stuurde als vervulling van al die offers die gebracht werden in de tempel, Zijn eniggeboren, eigen geliefde Zoon tot in de dood aan het kruis, tot een Offer voor de zonde. En dat is de reden waarom hier staat dat die Sionsberg niet wankelt tot in der eeuwigheid. Want het borgwerk van de Heere Jezus heeft eeuwigheidswaarde. Zijn plaatsvervangend lijden en sterven aan het kruis is het diepste geheim waarom verloren zondaren mogen terugkomen bij God en waarom er plaats is voor verloren zonen en dochters, waarom God u en mij en jou opnieuw wil aannemen in Zijn gunst. De Heere Jezus heeft nooit iets verkeerd gedaan. Geen onreine gedachte is in Zijn hart geweest. Geen zonde heeft Hij gedaan. Hij verdiende helemaal geen straf. Maar nu het grote wonder, dat Hij toch, uit eeuwige liefde tot zondaren, de straf wilde dragen die anderen door hun boosheid verdienden. Daarom is Hij aan het kruis genageld op Golgotha. Daarom is Hij de vervulling van al die oudtestamentische offers. Daarom scheurde het voorhangsel van de tempel. Jesaja sprak het al: De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem. (Jes.53:5) Wat een liefde dat Hij dat heeft willen doen! Heeft dat uw hart nog nooit verbroken voor de Heere? Daarom kunnen u en ik nog verlost worden van Gods toorn. Wat een liefde van God! En dat alleen om het bloed dat Hij reddend vergoot. En die God, Die zo Zijn liefde heeft geopenbaard in het geven en in het overgeven van Zijn geliefde Zoon aan het vloekhout van het kruis, die God kunnen we leren kennen, opdat we op Hem zullen vertrouwen. En bij deze God zijn we zo veilig, zo geborgen. Wie met God is verzoend, is zo eeuwig rijk. O, dan ben je met lichaam en ziel niet meer van jezelf, maar het eigendom van die trouwe Zaligmaker Jezus Christus, Die met Zijn dierbaar bloed volkomen betaalde voor al je vuile zonden. De Sionsberg, de offers, de tempel, het kruis, Jezus, Zijn volbrachte werk… En gemeente, nu nodigt God ons, u en mij. Nu nodigt God ons uit om te vluchten tot Hem. Om te schuilen achter Zijn bloed. Om af te zien van onszelf en ons vast te klemmen aan
www.prekenweb.nl
4/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
Golgotha’s kruis. Ik denk aan dat lied dat het zo schitterend verwoordt. U kent het allemaal - en zing het maar: Vaste Rots van mijn behoud, Als de zonde mij benauwt, Laat mij steunen op Uw trouw, Laat mij rusten in Uw schaûw, Waar het bloed, door U gestort, Mij de bron des levens wordt. Dat bloed van de Heere Jezus, gemeente, dat reinigt van alle zonde. O, als je zo mag afzien van jezelf en mag zien op dat bloed door Hem gestort, en dat liefdehart van God daarachter, Die Zijn Zoon gaf tot in de dood aan het kruis, dan ben je dichtbij God. Dan zie je iets van het geheim van de Sionsberg. En daar hebt u in feite het derde aandachtspunt uit onze tekst: Hoe je zo geborgen kunt zijn. Wel, door op de Heere te vertrouwen. Laten we daarvan zingen uit Psalm 73 vers 13: Wien heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog Op aarde nevens U toch lusten? Niets is er, waar ik in kan rusten; Bezwijkt dan ooit, in bitt’re smart, Of bange nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed. Een lied over het vertrouwen op de Heere. Gevaar en onzekerheid, in ons aller leven, ook in deze psalm. Veiligheid en geborgenheid, bij God, in Christus, bij de Sionsberg die niet wankelt tot in eeuwigheid. Maar belangrijk is de vraag: Hoe kun je dan zo geborgen zijn? Dat is ons derde aandachtspunt: 3. Hoe je zo geborgen kunt zijn Geborgen worden, hoe gaat dat? Wel, dan zegt de psalmdichter: Die op de HEERE vertrouwen zijn als de berg Sion, die niet wankelt. Die op de Heere vertrouwen… Dat zijn diezelfde mensen die in dit lied de rechtvaardigen worden genoemd. En ook: de oprechten van hart. Wie geborgen wil zijn in alle nood en veilig in ieder gevaar, die moet op de Heere vertrouwen. Je komt dat zo vaak tegen in de Bijbel, maar zo weinig in de praktijk. De grote massa vertrouwt helemaal niet op God. Niemand doet dat van nature, vanuit zichzelf. We vertrouwen toch veel liever op onze eigen kracht en onze gezondheid en onze mogelijkheden en de mensen om ons heen en alles wat we om ons heen hebben opgebouwd. We hebben eenmaal ons vertrouwen gegeven aan hem die niet te vertrouwen is, en dat is de vorst der duisternis. En daarom moet de Heere er Zelf aan te pas komen, gemeente, om ons te laten ontdekken dat alles waarop wij ons vertrouwen www.prekenweb.nl
5/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
stellen buiten God, ons eenmaal in de steek laat. Gelooft u dat? Dan pas ga je zien dat alleen de Heere je vertrouwen waard is. Hij is zo betrouwbaar, gemeente, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Hij schonk Zijn Zoon. Zou Hij ons dan met Hem niet al die andere dingen schenken die we nodig hebben? Hij nodigt ons uit om ons vertrouwen op Hem te stellen. Want u begrijpt - zelfs het kleinste kind in ons midden begrijpt dat: om iemand te vertrouwen moet je hem wel kennen. Een wildvreemde, daar vertrouw je jezelf toch niet aan toe? Dat is hier ook zo. Je kunt je vertrouwen toch niet geven aan iemand die je helemaal niet kent? Aan iemand van wie je niet weet of hij wel betrouwbaar is? Om dus op God te vertrouwen, moet je Hem kennen, liefhebben, met Hem omgaan, weten Wie Hij is. Wat een wonder, gemeente, dat God Zich aan ons heeft geopenbaard. Hij heeft Zijn Naam bekendgemaakt aan Israël, maar ook aan u, aan mij en aan jou. Geboren in een christelijk gezin, opgevoed bij de Bijbel, naar de christelijke school, naar de catechisatie, naar de zondagsschool… God maakt Zich bekend, iedere zondag opnieuw, in de verkondiging van Zijn Woord, in de Bijbel. Hij heeft Zichzelf bekendgemaakt in Zijn eniggeboren Zoon, Die Hij gezonden heeft in deze wereld om zondaren te behouden, zalig te maken. Christus offerde Zichzelf. En Hij strekte Zijn armen nodigend uit tot de mensen en Hij heeft gezegd: ‘Mensen, zoals Ik ben, zo is God! Ik vertegenwoordig God. Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien. Zo barmhartig als Hij was, zo medelijdend met mensen, zo offerend in Zijn liefde, zo eerlijk, zo recht…’ Gemeente, kent u deze liefdevolle en betrouwbare God ook? Want als u gaat zien Wie Hij is, dan zal het niet zoveel moeite meer kosten om op Hem uw vertrouwen te stellen. Hij is zo betrouwbaar, zo liefdevol, zo vaderlijk in Zijn ontfermen. En nu hoef je daar niet sterk voor te zijn in jezelf. De sterkte zit in de rots, in de berg, in God. Weet u welk soort mensen op Hem vertrouwen volgens de Bijbel? De armen en verslagenen van geest en die voor Zijn Woord beven. Het zijn vaak de gekrookte rieten in al hun gebrokenheid en armoede en onvermogen, die zich aan niemand anders durven vastklemmen dan aan de Heere alleen. ‘Heere, tot wie moet ik anders heengaan, dan tot U? U hebt de woorden van het eeuwige leven!’ In het Hebreeuws zijn twee woorden voor vertrouwen. Het ene woord is een wat zwakker woord en het andere woord is een wat sterker woord. Enerzijds is er het ‘toevlucht nemen tot’. Maar er is ook het ‘geborgen zijn bij’ of het ‘geborgen zijn in’. Jongens en meisjes, dit voorbeeld snappen jullie allemaal. Stel je eens voor, je bent ergens in het open veld, in een weiland of in de natuur. En opeens zie je een geweldig zware onweersbui aankomen. En ja, dan zoek je een veilige schuilplaats. Je loopt zo hard als je kunt om ergens een huis te vinden of een schuur om in te kunnen schuilen. Zo neem je je toevlucht, omdat je erop vertrouwt dat het daarbinnen veilig is. Maar als je dan je toevlucht genomen hebt en je bent binnen, dan mag je het weten: ik ben veilig, ik ben geborgen. En zo gaat het nu eigenlijk ook met dat vertrouwen op de Heere. Bij Hem ben ik veilig. Dat weet je. Je vlucht tot Hem. En in Zijn nabijheid mag je weten dat je in Hem geborgen bent. Je vlucht tot de Heere Jezus en bij Hem aangekomen mag je weten: het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Dan ben je zo veilig. God is zo groot, zo sterk en zo
www.prekenweb.nl
6/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
machtig. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens Kracht, voor wie zou ik verschrikt zijn? (Ps.27:1) Die op de HEERE vertrouwen zijn als de berg Sion, die niet wankelt. Dus dat vertrouwen is eigenlijk niets anders als tot de Heere zeggen: ‘Heere, ik geloof het. Heere, ik geloof U. Ik geloof wat U zegt in uw Woord. U bent getrouw en U bent betrouwbaar en ik klem me aan U vast, in de situatie van mijn leven die zo onzeker is. Maar U hebt beloofd: Nooddruftigen zal Ik verschonen, aan armen uit genâ Mijn hulpe ter verlossing tonen. Ik sla hun zielen gâ. En daar vertrouw ik op, Heere, want U doet wat U zegt.’ De Heere vertrouwen, in de nood van je persoonlijke leven, de nood van je ziekte, de nood van je gezin, van je kinderen, van je zaligheid, breid het maar uit… Je overgeven in de vaderhanden van God. Je op Hem en op Zijn Woord verlaten. Want als je God kennen mag, gemeente, dan weet je toch ook hoe betrouwbaar Hij is en dat je staat op Hem kunt maken. En dan mag je het wel eens zeggen: ‘Heere, U bent goed.’ Dan mag je in de nood van je leven wel eens zeggen: ‘Heere, alles wat U doet is goed. Ik begrijp het niet, maar alle dingen moeten meewerken ten goede. Ik geef me over aan Uw leiding. Ik leg mijn bevende hand in Uw almachtige, beschermende hand, o betrouwbare God! De Heere is bij mij en ik zal niet vrezen. Ik stel mijn vertrouwen op de Heere mijn God. Want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. Ik zie naar Hem op en ik weet: Hij is mij steeds nabij.’ ‘Maar’, zegt iemand, ‘zo’n sterk geloof heb ik niet altijd.’ Nee, maar wie het bij de Heere zoekt en van Hem verwacht en zich op Hem verlaat, die is wel geborgen en veilig. Om het zo eens te zeggen: vertrouwen moet je leren. En daarbij is de Heilige Geest de Onderwijzer, de Leidsman, Die daar het Woord voor gebruikt. Niemand loopt met een vaart tegen de Sionsberg op. Soms glijd je zomaar een stuk omlaag en dan zeg je: ‘Grijp nu toch mijn hand vast, want anders kom ik er nooit!’ In alle aanvechtingen leer je wanhopen aan eigen krachten en word je geworpen op Gods vrijmachtige genade. In alle beproevingen, als we gaan door het dal der schaduwen des doods, mogen we het weten: Gij zijt met mij. (Ps.23:4) Jezus droeg het zwaarste kruis. En Hij loutert Zijn volk, opdat ze Zijn heiligheid zullen deelachtig worden. Op de Heere vertrouwen is dus ook zien op Jezus. O, verdenk Zijn liefde niet, ook niet in de raadsels van uw leven. Laat Hem besturen, waken; het is wijsheid wat Hij doet. En Hij kan het alles nog zo maken, dat u zich verwonderen moet. Gemeente, jongens en meisjes, heb je de preek kunnen volgen? Onze psalm is een lied van vertrouwen. Ieder mens verkeert in gevaar en onzekerheid. Maar we hoeven niet alleen om ons heen te zien en op onszelf te zien. We mogen ook naar boven zien! Daar is veiligheid en geborgenheid. Denk aan de berg Sion, de tempelberg, het kruis van de Heere Jezus. God heeft de wereld zo lief gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft niet zal verloren gaan, maar eeuwig leven. Die troost en die geborgenheid is haalbaar. Ook voor u! Want die op de Heere vertrouwt, met al zijn zonden en zijn zwakheid de toevlucht neemt tot deze gekruisigde Zaligmaker, die zal niet wankelen, maar blijven tot in eeuwigheid. Rondom Jeruzalem zijn bergen, schrijft de dichter. Zo is de Heere nu rondom degenen die Hem vrezen. Het is een beeld van Gods omringende liefde, Gods omringende tegenwoordigheid. Je ziet dat niet altijd, maar Hij is er wel en het blijft altijd waar wat www.prekenweb.nl
7/8
Ds. C.G. Vreugdenhil – Een lied over het vertrouwen op de Heere
Jezus zegt: Mijn schapen zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. (Joh.10:28) Zeker, de troost daarvan hangt samen met de mate van het geloof. Maar de veiligheid en de geborgenheid ligt eeuwig vast in God, in die doorboorde handen van de Heere Jezus Christus. En dat alleen geeft de burger moed! Amen.
Slotzang: Psalm 4:4 Gij hebt m’ in ‘t hart meer vreugd gegeven, Dan and’ren smaken in een tijd, Als zij, door aards geluk verheven, Bij koorn en most wellustig leven, ln hunnen overvloed verblijd. Ik zal gerust in vrede slapen, En liggen ongestoord ter neer; Want Gij alleen, mijn schild en wapen, Schoon ‘t onheil schijnt voor mij geschapen, Zult mij doen zeker wonen, HEER’.
www.prekenweb.nl
8/8