Een lastige puber: een gril il off iets i t meer? ?
Wim Beyers Vakgroep OntwikkelingsOntwikkelings Persoonlijkheids Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie Universiteit Gent
Een eerste typering...
Welk beeld van jongeren wordt opgehangen door de media? Hoeveel % van de jongeren komt terecht in de BJZ? Gaat het van kwaad naar erger met onze jongeren?
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
1. Een wijdverspreidde opvatting (stereotype) over de adolescentie kritisch kunnen bespreken: p De adolescentie is ‘een moeilijke leeftijd’! BEELDVORMING 2. De problemen van sommige jongeren kunnen plaatsen binnen de normale ontwikkeling ontwikkeling. NORMALE ONTWIKKELING 3. De problemen van sommige jongeren kunnen plaatsen binnen de context waarbinnen ze opgroeien (gezin, leeftijdgenoten). GEZIN - LEEFTIJDGENOTEN G J G O 4. Beheersen van principes van hulpverlening en interventie bij jongeren met problemen problemen. INTERVENTIEMOGELIJKHEDEN
De ape ape-jaren… jaren (Google) •
roken k hoort h t nog altijd ltijd bij d de apejaren j hé
•
en mijn twee dochters in hun apejaren die nu van die idiote oorringen in hun neus dragen en de hele nacht in de kelder gitaar zitten te spelen
•
hij verglijdt meer en meer van braaf en volgzaam baasje naar een tiener in zijn apejaren
•
Omdat er één iemand iets zegt die tegen uw gedacht indruist moet iedereen deraan geloven, awel manneke tis te zien da ge in uw apejaren zit zenne
•
ik ben mijn zotste apejaren voorbij en krijg nu heel geleidelijk aan een beetje verstand
•
'k Ben B gelukkig l kki zelf lf di die apejaren j een beetje b tj kkwijt ijt
•
Da forum dient hier ni voor zo'n kinderachtigheden hé, volgens mij zijde gij ne puber in zijn apejaren, apejaren
•
Toen Jan 13 jaar was, was het al duidelijk dat zijn apejaren voor zijn ouders,leerkrachten en hemzelf niet makkelijk zouden worden
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
- Populaire visie: -
‘De adolescentie is een moeilijke j leeftijd j !’ Emotionele beroering – ‘Sturm und Drang’ Emotionele onrust – ‘Storm and Stress’ Maar ook: gedragsproblemen & opstandigheid
‘de de ape ape-jaren’ jaren - Vaak bestreden: - Te veel aandacht voor oppervlakkige aspecten - Media: Probleemjongeren krijgen teveel aandacht! - Wetenschap: Onterechte veralgemeningen
- Stadia-theorieën werken deze negatieve beeldvorming in de hand! - ‘Elk ‘Elke ffase h heeft ft zijn ij eigen i problemen bl di die opgelost l t moeten worden (ontwikkelingstaken)! - vb. Anna Freud: ‘emotionele onrust is normaal en zelfs normatief voor jongeren’! - vb. Erikson: ‘jongeren staan voor het oplossen van hun identiteitscrisis’!! identiteitscrisis
Jeugdonderzoek Vlaanderen 2000 - groep van 4829 jongeren (12-18j) uit heel Vlaanderen - representatief mbt. geslacht, leeftijd, schooltype, -grootte, verstedelijkingsgraad, studierichting - éénmaal gemeten met vragenlijst De Witte, H., Hooge, J., & Walgrave, L. (2000). Jongeren in Vlaanderen: Gemeten en geteld. g Universitaire Pers: Leuven.
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe ruim zijn ‘Sturm und Stress’ verspreid? Jeugdonderzoek g Vlaanderen 2000 Î
Drie vragen/opmerkingen: 1. Eenmalige stemmingen/problemen versus langdurende patronen - Veel uitproberen/experimenteren uitproberen/experimenteren, weinig echte delinquenten - Veel wisselende stemmingen, weinig echt depressieven Î Negatieve beeldvorming klopt niet!
2. Spanningen bij nieuwe taken versus spanningen als signalen van gestoorde ontwikkeling - Stress S bijj eerste verliefdheid is g geen chronische stress - Maar, ook: Chronische stress gaat niet vanzelf over! Î Sommige jongeren hebben echt ernstige problemen of stoornissen!
Hoe ruim zijn ‘Sturm und Stress’ verspreid? Jeugdonderzoek g Vlaanderen 2000 Î
Drie vragen/opmerkingen: 3. Problemen van de adolescentie versus problemen van vóór de adolescentie - Al een heel leven antisociaal (life-course persistent) versus antisociaal vanaf adolescentie (adolescencelimited) (Moffitt)
Moffitt (1993)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe ruim zijn ‘Sturm und Stress’ verspreid? Jeugdonderzoek g Vlaanderen 2000 Î
Drie vragen/opmerkingen: 3. Problemen van de adolescentie versus problemen van vóór de adolescentie - Al een heel leven antisociaal (life-course persistent) versus antisociaal vanaf adolescentie (adolescencelimited) (Moffitt) - Depressieve gevoelens bij eerste liefdesverdriet zijn geen chronische depressie die stamt uit de kindertijd! Î Veel problemen gaan spontaan over, zonder gevolgen gevolgen. Î Maar, voorgeschiedenis is belangrijk! Tijdens de adolescentie vaak uitvergroting van reeds eerder bestaande problemen!
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten I t ti • Interventie • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe ruim zijn ‘Sturm und Stress’ verspreid? Jeugdonderzoek J g Vlaanderen 2000 000 Î Drie vragen/opmerkingen: - Eenmalige stemmingen/problemen versus langdurende patronen p g bijj nieuwe taken versus spanningen p g als - Spanningen signalen van gestoorde ontwikkeling - Problemen van de adolescentie versus problemen van vóór óó d de adolescentie d l ti Conclusie: - De adolescentie, dat is meer dan alleen maar ‘ape-jaren’! - Emotionele onrust en probleemgedrag zijn niet normatief of a o algemeen ge ee ge geldend! de d - Ernstige emotionele onrust of ernstige gedragsproblemen zijn (bijna) nooit het directe of logische gevolg van de vele veranderingen in de adolescentie! - Sommige jongeren hebben wél ernstige problemen, bij hen gaat er iets fout in de ontwikkeling. Zij verdienen bij bijzondere d aandacht! d ht!
Zijn alle pubers lastig? Hoe kunnen we de problemen van sommige jongeren kaderen binnen de normale ontwikkeling? – Lichamelijke ontwikkeling • Lichaam • Hormonen • Hersenen
– Cognitieve ontwikkeling • Formeel-Operationeel denken • Cognitief egocentrisme
– Emotionele ontwikkeling • Labiliteit én regulatie • Kennis van emoties • Spreken over emoties
– Identiteitsontwikkeling • Zelfconcept en –waardering • Proces: Identiteitsstijl • Produkt: Identiteitsstatus
• Doelstellingen Normale lichamelijke ontwikkeling: Lichaam • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? Algemeen Meisjes Jongens Verschil • Drie vragen • Conclusie Groei in de Snellere M lopen 2 • Normale ontwikkelingkindertijd groei jaar voor. • Lichamelijk Start M 2-2,5 , • Cognitief 10,6-16 jaar eerder. 7,6-13 Bij langere • Emotioneel Aanvang (mediaan 13) ÎTussen 11 (mediaan kinderen • Identititeit groeispurt en 14 jaar 10,6)) eerder • Context zijn M langer. • Gezin • Leeftijdgenoten Toename Sterkst 1 jaar 6-11 cm/jaar 10,5 cm/jaar Top bij J later • Interventie I t ti lichaamsna begin van hoogtepunt: hoogtepunt: & hoger Î J • Problemen lengte de groeispurt 12 jaar 14 jaar langer • Normaal/abnormaal? • Professionele hulpToename J 2 jaar later, Piek: 12,6-13 Piek: 14-14,6 • Relatie tussen A & lichaamsHV maar meer 2,7 kg/jaar 3,4 kg/jaar • Vormen van hulp g gewicht toename • Referenties & Contact Einde groeispurt i t
Finale lengte ~ lengte vóór groeispurt
17 jaar
18,6 jaar
• Doelstellingen Normale lichamelijke ontwikkeling: Lichaam • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling Algemeen Meisjes Jongens Verschil • Lichamelijk • Cognitief 10 15 jaar; 10-15 M zijn 1 jaar Begin 9-14 jaar • Emotioneel M = 12-13 eerder. • Identititeit • Context Menarche / Gemiddeld Gemiddelde spermarche 13,4 jaar onduidelijk • Gezin • Leeftijdgenoten I t ti • Interventie G idd ld Gemiddeld G idd ld Gemiddeld M zijn ij 1 jjaar Geslachtsrijp 15 jaar 16 jaar eerder. • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
-
Normale lichamelijke ontwikkeling: Lichaam Zie leeftijden in Tabel 3 3.1: 1: - Grote verschillen tussen jongeren in tijdstip van lichamelijke veranderingen! - Leeftijd = mediaan = 50% heeft verandering al doorgemaakt!
-
Oorzaken van verschillen: - Tussen landen en etnische groepen: socioeconomisch - Erfelijke factoren - Voedingstoestand (beter = vroeger) - Stress St (meer ( = vroeger)) - Lichaamstraining (sterk = later) - Gezinswarmte (meer = later) - Psychische problemen (meer = vroeger) - Gedragsproblemen (meer = vroeger) - IQ (lager = vroeger)
Î Kalenderleeftijd ≠ biologische ontwikkelingsleeftijd! Î Kalenderleeftijd ≠ psychosociale ontwikkelingsleeftijd!
• Doelstellingen Normale lichamelijke ontwikkeling: Lichaam • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? Directe invloeden • Drie vragen • Conclusie Biologische Psychische • Normale ontwikkeling veranderingen effecten • Lichamelijk • Cognitief Indirecte effecten • Emotioneel OPVATTINGEN • Identititeit (fantasieën (fantasieën, • Context gevoelens, • Gezin angsten) • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen REACTIES van • Normaal/abnormaal? Biologische g Psychische y ANDEREN • Professionele hulp veranderingen effecten (ouders, • Relatie tussen A & HV leeftijdgenoten) • Vormen van hulp • Referenties & Contact
CULTURELE betekenis (normen, wensen)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Lichaam - VROEG rijp zijn is voor JONGENS eerder positief: - Hogere eigenwaarde - Maar,, risico op p probleemgedrag p g g
- VROEG rijp zijn is voor MEISJES negatief: - iets minder tevredenheid over eigen lichaam - toename in gewicht leidt tot laag zelfbeeld (langdurig) - risicofactor voor ontwikkeling van antisociaal gedrag - Let op! Vroeger ook al vaak problemen in gedrag! Vroege puberteit versterkt bestaande problemen. - Let L op!! V Vroegrijpe ij meisjes i j h hebben bb een h hogere status bij oudere jongens, en dit hangt samen met probleemgedrag! Î Interactie I t ti Individu I di id x O Omgeving i
- Alsaker (1995): opeenhoping van ontwikkelingstaken! - Veranderingen V d i iin relatie l ti mett ouders d en lleeftijdgenoten ftijd t - Lichamelijke veranderingen - Overgang naar middelbare school - Weinig sociale steun van minder rijpe leeftijdgenoten! Î eenzaamheid, stress, probleemgedrag
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hormonen
(GRH) F Feedba ckmech hanismen
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
= Follikel Stimulerend Hormoon en Luteïniserend Hormoon
borstvorming menstruatie eicelrijping eisprong zaadvorming spermarche
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hormonen Hypothalamus regelt ook: - Groeihormoonhuishouding Î groeispurt - Cortisolhuishouding ( ti l = ‘‘stress-hormoon’) (cortisol t h ’) Î Normale cortisolcyclus:
- piek bij opstaan (activatie) - daarna daling - stress: acute stijging (buffertoestand)
Î Puberteit:
- inkorting van cortisolreactie op stress - rol van testosteron?
Î Gewelddadige jongeren
- lagere cortisolspiegel - minder sterke reactie op stress
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hormonen
- Directe effecten van ontwikkeling in hormonen: - Testosteron es os e o Î agg aggressie ess e (jo (jongens) ge s) - Oestrogenen Î stemming (meisjes)
- Indirecte effecten van ontwikkeling g van hormonen: - Hersenen worden gevoeliger voor geslachtshormonen (hypothalamus, amygdala) - Vooral bij seksueel en seksegebonden gedrag
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hersenen Groeispurt = Toename massa van hersenen (vroege adolescentie) - F Frontale t l kwabben: k bb ttott 11 à 12 jjaar (planning, organisatie, abstract denken)
- Temporale kwabben: tot 16 à 17 jaar! (emotionele functies, taal)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hersenen Grijze cellen = hersencellen (neuronen, gliacellen, synapsen) - Toename tot vlak voor puberteit - Afname daarna!
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hersenen Witte stof = verbindingen tussen hersencellen (axonen) Toename tot in adolescentie! = myelinisatie van axonen = sneller maken van de communicatie tussen neuronen
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hersenen Groeispurt = Toename massa van hersenen Grijze cellen = hersencellen h ll ((neuronen, gliacellen, li ll synapsen)) - Toename tot vlak voor puberteit - Afname daarna!
Witte stof = verbindingen tussen hersencellen (axonen) Toename tot in adolescentie!
Toename van efficiëntie van hersenen! Specialisatie van de hersenen! Herstructurering! Eerder bij meisjes dan bij jongens!
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale lichamelijke ontwikkeling: Hersenen
Î Nieuwe interpretatie ‘Sturm Sturm und Drang’! Drang ! In vroege adolescentie zijn hersenen nog onrijp! - Gebied in hersenen betrokken bijj p planning, g, beheersing, redeneren (prefrontale cortex) - Gebied in hersenen betrokken bij complexe, emotionele beslissingen (temporale kwabben) - Belangrijke verbindingen nodig om verstandige beslissingen te nemen Î Door de lichamelijke en sociale ontwikkeling worden adolescenten vaak geconfronteerd met complexe situaties voordat de hogere-niveau functies van de situaties, hersenen die nodig zijn om hierin beslissingen te nemen ontwikkeld zijn! Î Puberteitskenmerken: ruziemaken, stemmingswisselingen, risico-gedrag
• Doelstellingen Normale cognitieve ontwikkeling: FOD • Beeldvorming 1. Werkelijkheid W k lijkh id versus Mogelijkheid M lijkh id • Hoe ruim verspreid? 1 • abstract denken & meta-denken • Drie vragen • over niet-waarneembare en niet-ervaren dingen (toekomst) • Conclusie • over zaken k di die anders d kkunnen zijn ij d dan ze nu zijn ij • Normale ontwikkeling • denken over mogelijkheden • Lichamelijk • zelfreflectie, dagdromen, fantasie • Cognitief • thema’s: milieu milieu, oorlog oorlog, discriminatie discriminatie, vrijheid vrijheid, liefde liefde, • Emotioneel rechtvaardigheid, … • Identititeit 2. Empirisch-Inductief Empirisch Inductief versus Hypothetisch Hypothetisch-Deductief Deductief • Context • vooronderstellingen (hypotheses) maken + • Gezin • gevolgen (deducties) trekken • Leeftijdgenoten g & redeneringen: g ‘wat als…’,, ‘als … dan …’ • beweringen • Interventie I t ti • experimenterend denken & theoretisch denken • Problemen • Normaal/abnormaal? 3. Enkelvoudig versus Combinatorisch • combinaties bi ti van id ideeën ë • Professionele hulp • combinaties van eigenschappen nagaan • Relatie tussen A & HV • kwantitatieve relaties tussen eigenschappen uitdrukken • Vormen van hulp • causale ca sale verbanden erbanden afleiden • Referenties & Contact
Dus: kritisch denken!
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale cognitieve ontwikkeling: Egocentrisme
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale cognitieve ontwikkeling: Egocentrisme H t adolescente Het d l t cognitieve iti egocentrisme ti (Elkind) (Elki d) - Bijproduct van nieuwe, nog onvolmaakte cognitieve structuur ((Elkind)) - Adolescent kan zich nog onvoldoende verplaatsen in zienswijze van andere personen
Uiti Uitingsvormen - Naïef idealisme (overschatting van resulaten van eigen denken)) - Zwart-wit redeneringen (denken in absolute categorieën) - Imaginair publiek (ik word bekeken!) - Ik ben het centrum van de wereld… - Wat vinden anderen van mij? Schaamte...
- Persoonlijke fabel - Overwaardeing van eigen gevoelens en opvattingen - Onkwetsbaarheid
Nieuwe visie (Lapsley) - Egocentrisme komt voort uit - spanning tussen onafhankelijkheid en verbondenheid (onafhankelijkheidsstreven Î persoonlijke fabel) (streven naar verbondenheid Î imaginair publiek)
- Ondersteund in onderzoek
• Doelstellingen Normale emotionele ontwikkeling: Labiliteit & Regulatie • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? Cfr. Nieuwe interpretatie ‘Sturm und Drang’! In vroege • Drie vragen adolescentie zijn hersenen nog onrijp! • Conclusie Gebied in hersenen betrokken bij planning planning, • Normale ontwikkeling beheersing, redeneren (prefrontale cortex) • Lichamelijk Gebied in hersenen betrokken bij complexe, • Cognitief emotionele ti l beslissingen b li i (t (temporale l kkwabben) bb ) • Emotioneel Belangrijke verbindingen nodig om verstandige • Identititeit beslissingen te nemen • Context Î Door de lichamelijke/sociale ontwikkeling worden • Gezin adolescenten vaak geconfronteerd met complexe • Leeftijdgenoten g functies van de situaties,, voordat de hogere-niveau • Interventie I t ti hersenen die nodig zijn om hierin evenwichtige • Problemen beslissingen te nemen, ontwikkeld zijn! • Normaal/abnormaal? Î Puberteitskenmerken: ruziemaken, ruziemaken stemmingsstemmings • Professionele hulp wisselingen, risico-gedrag, emotionele labiliteit • Relatie tussen A & HV Î Geleidelijk toenemende vaardigheden in • Vormen van hulp emotionele regulatie! • Referenties & Contact vb. afstemmen van positieve en negatieve emoties vb. confrontatie aangaan met emoties vb betere kennis over emoties vb. vb. anders spreken over emoties
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale emotionele ontwikkeling: Kennis - Specifiek (zie voorbeeld Olthof) - ttussen 7 en 12 jjaar lleren van onderscheid d h id ttussen schuld en schaamte - vanaf 12 jaar scherpere onderscheidingen tussen schuld en schaamte
- Algemeen ~ cognitieve ontwikkeling - ‘emotie emotie zit vanbinnen’ vanbinnen - mentale kant van emoties - optimisme over controleerbaarheid/beheersbaarheid van emoties ti
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale emotionele ontwikkeling
Labouvie-Vief et al. (1989)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale identiteitsontwikkeling: Definitie - Identiteit = combinatie van essentiële psychische kwaliteiten die persoon typeren en onderscheidbaar maken; Gevoel van identiteit = ervaring daarvan (samenhang en continuïteit) + sociale kant: anderen (h)erkennen mij - Verwant begrip: het zelf (zelfconcept of zelfbeeld) - Dus: - identiteit = kenmerken die persoon gevoel van eigenheid en continuïteit geven en hem/haar tot dezelfde mens maken in ogen van anderen (Erik Erikson); - zelfconcept = zelfbeeld (= antwoord op vraag “Wie ben ik?”); g van zelfbeeld = zelfwaardering g lading
- Identiteitsverwarring = niet kunnen integreren en zijn/haar plaats in maatschappij niet kunnen vinden Uitingsvormen: -
Problemen met intimiteit Ver aging van Vervaging an tijdsperspectief Gebrek aan concentratie en inzet (bv. op school) Keuze van negatieve identiteit (= als ongewenst en gevaarlijk, maar ook zeer waarschijnlijk voorgesteld; is “omgekeerde omgekeerde identiteit”)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale identiteitsontwikkeling: Zelfbeeld •
Evolutie van kindertijd naar adolescentie (1) Andere inhoud: – vb. vb 1 (Damon & Hart) • Vroege adolescentie: interpersoonlijke implicaties van eigen kenmerken g g en • Late adolescentie: levensovertuigingen toekomstplannen
– vb. 2 (Harter) • Kinderen: concrete beschrijvingen (sociale en gedragsmatige d ti b buitenkant) it k t) • Adolescenten: abstractere beschrijvingen (innerlijke)
(2) Toenemende differentiatie - in verschillende eigenschappen - steeds meer variatie in functie van context ( b ouders (vb. d en vrienden) i d )
(3) Steeds meer integratie in samenhangend geheel - Vroege adolescentie (12 jaar): tegenstrijdigheden nog geen probleem Midden-adolescentie adolescentie (14-15 (14 15 jaar): zeer bewust van - Midden tegenstrijdigheden (hoort niet zo) - Late adolescentie (18 jaar): geen probleem meer
Normale identiteitsontwikkeling: Zelfwaardering • Ontwikkeling – Jonge kinderen: heel positief – Basisschool: realistischer, minder positief – Vroege adolescentie: verdere daling
• Verklaringen: – Verandering g van referentiegroep g p ((overgang g g secundair onderwijs) – Tijdstip van lichamelijke rijping (vroeg = negatief, vooral bij meisjes)
• Domeinen hebben verschillend belang (1) Fysieke verschijning: meisjes minder tevreden (2) Acceptatie door anderen: wordt steeds belangrijker
• Betekenis voor functioneren van adolescenten – Depressieve en suïcidale adolescenten: vaak heel lage zelfwaardering – Delinquente adolescenten: lang niet altijd lage zelfwaardering Verklaringen: -
Sociale factoren; omgang met leeftijgenoten Vermijden lage zelfwaardering (afstand nemen van dominante cultuur) Streven naar positief zelfbeeld (aansluiten bij deviante referentiegroep; tolereren of aanmoedigen afwijkend gedrag)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Normale identiteitsontwikkeling: Stijlen • Identiteitsstijl = manier waarop adolescent omgaat met informatie die relevant is voor eigen identiteit • Basisdee: identiteit opbouwen p = informatie over zichzelf op juiste manier verwerken • 3 verschillende stijlen (of oriëntaties) – IInformatieve f ti oriëntatie: ië i gaan iinformatie f i op actieve i manier evalueren – Normatieve oriëntatie: laten zich leiden door verwachting en opvattingen van belangrijke anderen – Diffuus-vermijdende oriëntatie: doen niets met deze informatie (stellen keuzes uit, vermijden conflicten, maken opportunistische keuzes) – Alle adolescenten kunnen in principe alle stijlen gebruiken, maar ontwikkelen een voorkeur
• Vergelijking drie stijlen inzake functioneren Diffuus-vermijdende stijl = meest problematisch (1) Meer internaliserende problemen (bv. depressie) (2) Meer externaliserende problemen (bv. gedragsproblemen) (3) Meer M eetstoornissen t t i (4) Hulpverlening aan alcohol- en drugsverslaafden loopt moeilijker
Normale identiteitsontwikkeling: Status - STATUS = mogelijke uitkomst van identiteitsproces - James Marcia: halfgestructureerd interview over allerlei domeinen (beroep (beroep, godsdienst godsdienst, politiek ideologie, seksrol) - Twee CRITERIA: - mate van EXPLORATIE: (openstaan voor) afwegen van, uitproberen van keuzemogelijkheden - mate t van BINDING: BINDING in i staat t t zijn ij bindingen bi di en verplichtingen aan te gaan
- Vier STATUSSEN: achievement
Bi di Binding foreclosure Exploratie
moratorium
diffusion
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten I t ti • Interventie • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Zijn alle pubers lastig? Hoe kunnen we de problemen van sommige jongeren kaderen binnen de normale ontwikkeling? – – – – –
Lichamelijke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Emotionele ontwikkeling Identiteitsontwikkeling de t te tso t e g ...
De veelheid en dynamiek van ontwikkeling en ontwikkelingstaken in de adolescentie maakt sommige jongeren labiel en kwetsbaar voor problemen. – Internaliserende problemen (Hoofdstuk 10) – Externaliserende problemen (Hoofdstuk 11)
Zijn alle pubers lastig? Hoe kunnen we de problemen van sommige jongeren begrijpen vanuit de context waarbinnen ze opgroeien? – Gezin - Ouders • Opvoeding • Conflicten • Gezinsfunctioneren
– Leeftijdgenoten - Vrienden • Vriendschappen • Vriendengroepen • Sociale status
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Invloed van gezin - ouders: Opvoeding • Ondersteuning O d t i – verzorgende/beschermende omgeving voor g ontwikkeling – gericht op fysiek en emotioneel welzijn van kind – daardoor voelt kind zich begrepen en geaccepteerd vb. bemoedigen, g , accepteren, p , helpen, p , samenwerken,, affectie tonen, prompt/adequaat reageren op signalen
• Ouderlijke controle – overdracht van kennis kennis, waarden waarden, normen – bieden van structuur (= sturen) Soorten controle! – Autoritatieve controle • • •
reden en uitleg waarom iets moet of niet mag door informatie en aanwijzing (inductie) beroep doen op verantwoordelijkheid (demandingness) positief effect op ontwikkeling
– Autoritaire controle • • • •
machtsuitoefening, restrictiviteit machtsuitoefening stellen van strikte regels (geen bewegingsvrijheid) toepassen van macht (vb. straf, verbieden) negatief effect op ontwikkeling
– Psychologische controle ! vb
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Invloed van gezin - ouders: Opvoeding
Zscore: Aanvaarding Zscore: Controle
1,00000
0,50000
Vlaanderen (2000)
n a e M0,00000
-0,50000
Ward Method
-1,00000 1 00000
1
2
3
Ward Method
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
4
Autoritair Onverschillig Toegeeflijk Democratisch
Frequency 815 1367 1399 1193
Valid Percent 17 1 17.1 28.6 29.3 25 0 25.0
Invloed van gezin - ouders: Opvoeding • DEMOCRATISCH (steun ( t + controle) t l ) – Meest positieve ontwikkeling – Bevordert ontwikkeling g zelfstandigheid g – Positief zelfbeeld
• AUTORITAIR (te veel controle) (straffen) – Meer kans op probleemgedrag – Lagere sociale competentie – Geen groot zelfvertrouwen
• TOEGEEFLIJK (te (t weinig i i controle) t l ) – – – – –
Zwakke controle van impulsen Gebrek aan sociale vaardigheden Moeilijk verantwoordelijkheid opnemen Sterk gericht op leeftijdgenoten Meer p probleemgedrag g g
• ONVERSCHILLIG (te weinig ondersteuning) – – – – – –
Negatief zelfbeeld Slechte schoolprestaties Gebrek aan empathie Negatieve sociale verwachtingen G b k aan zelfcontrole Gebrek lf t l Verhoogd risico op delinquentie
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Invloed van gezin - ouders: Conflicten • Conflict = meningsverschil vb. Adolescent wil iets doen (weggaan met vrienden) en ouder zegt: eerst iets anders doen (mee tafel afruimen)
• Frequentie (1 à 2x per week) – Vroege adolescentie: vaker (t (toenemende d zelfstandigheid) lf t di h id) – Late adolescentie: minder – Meestal conflicten met moeder 12 10 8 frequentie conflicten
6
intensiteit conflicten
4 2 0 vroege adolescentie
midden adolescentie
late adolescentie
• Onderwerpen – Vaak: alledaagse aspecten gezinsleven (bv. huisregels, tijdstip thuiskomen) – Zelden: ideologie (bv. politiek, waarden) en persoonlijke zaken (bv. seksualiteit, relaties)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Invloed van gezin - ouders: Conflicten
• Rol van ouders (opvoeding): – weinig ondersteuning: meer conflicten – meer autoritair: i i meer conflicten fli
• Gevolgen g ((verschillende visies): ) – ‘Normatief’: Normaal aspect van ontwikkeling – ‘Gezond’: Belangrijk voor ontwikkeling (bv meer open communicatie) (bv. – ‘Ongezond’: Aanwijzing problemen in relatie
• Onderzoek: O d k – Meestal steun voor derde visie (‘ongezond’) – Als meer en ernstiger conflicten conflicten, dan meer problemen (externaliserend en internaliserend) – Ook negatieve effecten op ouders (vaak meer uitgesproken) – Verschil betekenis ouders – adolescenten: • Adolescenten: geen effect op relatie/ onschadelijk h d lijk • Ouders: meer en langer zorgen
• Doelstellingen Invloed van gezin - ouders: Gezinsfunctioneren • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Systeembenadering: • Drie vragen – Er moet duidelijke hiërarchie zijn • Conclusie – Gezin omvat verschillende subsystemen: • Normale ontwikkeling • oudersysteem • systeem van kinderen • Lichamelijk • Cognitief • Problemen P bl mett subsystemen b t • Emotioneel (1) Ouders niet op één lijn • Identititeit - Verschillende opvoedingsstijlen (minder erg) • Context - Tegenstrijdige verwachtingen (erger) • Gezin - Onderlinge machtsstrijd (ergst) • Leeftijdgenoten (ernstige huwelijksdisharmonie) • Interventie I t ti • Problemen (2) Grenzen tussen subsystemen te vaag/onduidelijk • Normaal/abnormaal? - Kind neemt plaats in subsysteem ouders in • Professionele hulp (vb. ouder ziet kind als gelijke, of ouder gaat • Relatie tussen A & HV coalitie aan met kind tegen andere ouder) • Vormen van hulp - Personen van buiten gezin bemoeien zich • Referenties & Contact
(3) Omgekeerde hiërarchie - ouders oefenen te weinig gezag uit - gezagsvacüum ü ontstaat t t t - vaak bij jeugdige delinquenten
• Doelstellingen Invloed van gezin - ouders: Gezinsfunctioneren • Beeldvorming Cohesie • Hoe ruim verspreid? Los Zand Kluwen • Drie vragen • Conclusie - (Te) weinig betrokkenheid - (Te) veel betrokkenheid • Normale ontwikkeling - grote emotionele afstand - te weinig afstand • Lichamelijk - weinig steun - te veel steun • Cognitief - weinig controle - autonomie en individualiteit • Emotioneel beperkt toegestaan • Identititeit • Context - leidt tot veel problemen bij - meer (externaliserend) ( t li d) • Gezin adolescenten probleemgedrag • Leeftijdgenoten Flexibiliteit • Interventie I t ti = vermogen om zich aan te passen aan veranderende • Problemen omstandigheden (komen vaak voor in adolescentie) • Normaal/abnormaal? Chaotisch Rigide • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV - te hoog - te laag • Vormen van hulp p g g aanpassingsvermogen p g g aanpassingsvermogen • Referenties & Contact
- te weinig structuur - te weinig veiligheid
- zelfde regels blijven hanteren - ernstige conflicten f en opstandig gedrag
• Doelstellingen Invloed van gezin - ouders: Gezinsfunctioneren • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Vorige benaderingen: Vorm van interacties • Drie vragen g j ((bv. hoe is macht verdeeld belangrijk • Conclusie binnen gezin? • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Nu: N Inhoud I h d van iinteracties t ti iis b belangrijk l ijk • Emotioneel = manier van communiceren • Identititeit • Context • Gezin • Vele disfunctionele patronen van • Leeftijdgenoten communicatie • Interventie I t ti – niet laten uitspreken, verwijten maken, niet • Problemen luisteren • Normaal/abnormaal? – oude koeien uit de gracht halen • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV – niet durven communiceren (uit angst voor escalatie) • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Belangrijker dan gezinshiërarchie bij voorspelling gedragsproblemen
• Doelstellingen Invloed van leeftijdgenoten - vrienden: Vriendschappen • Beeldvorming William W W. Hartup (1983 (1983, 1993 1993, 1996) • Hoe ruim verspreid? The best indicator of how well • Drie vragen your child will adapt as an adult is y • Conclusie not school grades or IQ, it is the • Normale ontwikkeling quality of their peer friendships. • Lichamelijk A child’s child s ability to get along with • Cognitief others is possibly the most • Emotioneel • Identititeit important factor in how he or she • Context will succeed as an adult. adult • Gezin • Vriendschap = relatie tussen twee mensen die elkaar graag mogen • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Essentiële kenmerken: • Problemen – Gelijkwaardigheid (gevoel van) • Normaal/abnormaal? – Wederkerigheid (tweerichtingsverkeer) • Professionele hulp – Betrokkenheid (iets voor elkaar over hebben) • Relatie tussen A & HV • Belangrijke functies: • Vormen van hulp – Opbouwen en onderhouden van vriendschappen • Referenties & Contact – Leren van waarden en normen
– Ontwikkeling van perspectief nemen – Ontwikkeling van zelf en identiteit – Leren van sociale vaardigheden (conflicthantering, omgaan met agressie, communicatie en assertiviteit)
• Doelstellingen Invloed • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? 1. • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief 2. • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV 3. • Vormen van hulp • Referenties & Contact
van leeftijdgenoten - vrienden: Vriendschappen (Al of niet) vrienden hebben – meer sociaal competent (vb. sociale vaardigheden, samenwerken) – betere psychische gezondheid (vb. ( zelfwaardering, f minder eenzaamheid) !! voorzichtig interpreteren (richting?; effect andere relaties?)
Wie zijn de vrienden (kenmerken)? – vaak zelfde kenmerken, positief én negatief – gelijkheid kan ontstaan via twee (parallelle) processen 1. Selectie (= gelijkheid van bij begin) -
vanuit behoefte om te gaan met mensen zoals wij positieve bevestiging; p g g; vorming g identiteit
2. Wederzijdse socialisatie (= meer gelijk worden) -
imitatie (elkaar als rolmodel zien) (non)verbale beloning en aanmoediging
Kwaliteit van vriendschapsrelatie -
belangrijk voor instandhouden vriendschap moeilijk te meten: zelf zelf-rapportage, rapportage subjectief subjectief, visie 1 persoon perceptie kan voor twee partners in relatie heel ≠ zijn discrepantie tussen percepties van de twee vrienden hangt meer samen met psychosociaal functioneren (dan perceptie van één van de vrienden)
• Doelstellingen Invloed van leeftijdgenoten - vrienden: Vriendschappen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Korte termijn: vooral emotioneel (plezier) • Drie vragen • Lange termijn: sociaal, emotioneel, cognitief • Conclusie – vriendschap = unieke context voor ontwikkeling • Normale ontwikkeling – mogelijkheid om specifieke vaardigheden te leren! • Lichamelijk • Cognitief • Sociale ontwikkeling • Emotioneel – prosociale vaardigheden (vb. helpen) • Identititeit – affectieve band (vb. zich open stellen) • Context – conflicten oplossen • Gezin ÎFundament voor latere liefdesrelaties • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Emotionele ontwikkeling • Problemen – veilige basis; daardoor uitwisseling intieme gevoelens • Normaal/abnormaal? – emoties leren uitdrukken en reguleren • Professionele hulp – omzetten emoties in gedrag (bv. helpen; luisterend oor) • Relatie tussen A & HV – vriendschap is zelf intense emotionele ervaring • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Cognitieve ontwikkeling (minder gekend)
– leren ideeën uitwisselen en onder woorden brengen – standpunten van anderen leren zien – denken over denken (denken over cognities)
• Doelstellingen Invloed van leeftijdgenoten - vrienden: Vriendschappen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Ook negatieve effecten (mogelijk)! • Conclusie ~ kenmerken van vrienden • Normale ontwikkeling • Lichamelijk - socialisatie van deviant gedrag • Cognitief - stimuleren tot gebruik alcohol alcohol, sigaretten, sigaretten drugs • Emotioneel • Identititeit ~ lage g kwaliteit van relatie • Context - problemen met vrienden Î verstorend gedrag op school • Gezin - veel conflicten Î conflictueus interactiepatroon (of –stijl) • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
~ hoge kwaliteit van relatie - self-disclosure Î onzekerheid,, afhankelijkheid, j , angst g - grotere kans op deze negatieve gevoelens bij meisjes!
• Doelstellingen Invloed van leeftijdgenoten - vrienden: Sociale Status • Beeldvorming S i l status t t = sociale i l positie iti iin groep • Hoe ruim verspreid? • Sociale • Twee processen: • Drie vragen – Sociale acceptatie (peernominaties ‘tof’ / ‘aardig’) • Conclusie – Sociale S verwerping (peernominaties ( ‘‘niet tof’) f) • Normale ontwikkeling • Bepalende kenmerken: • Lichamelijk – Individuele kenmerken (gedrag) • Cognitief – Kenmerken van groep (normen/waarden) ( / ) • Emotioneel Î Interactie: gedrag (hard studeren) verworpen in ene groep • Identititeit (kantjeslopers) wordt aanvaard in andere groep (strevers) • Context • Gevolgen: G l • Gezin – Positieve status: zelfwaardering, welbevinden, prosociaal • Leeftijdgenoten gedrag • Interventie I t ti – Negatieve N ti status: t t eenzaamheid, h id d drugs, agressie i en delinquentie • Problemen • Normaal/abnormaal? • Stabiliteit: – Discontinuïteit Di ti ït it zou regell moeten t zijn: ij b betekenis t k i gedrag d • Professionele hulp verandert met leeftijd • Relatie tussen A & HV (vb. verlegen: geen verwerping bij kinderen, wel bij • Vormen van hulp adolescenten) • Referenties & Contact – Toch: Relatief stabiel (op alle leeftijden zelfde)! • •
Belang van prosociaal gedrag (samenwerking, betrokkenheid, helpen) Combinatie van agressie en ontbreken van prosociaal gedrag leidt tot blijvende verwerping
• Doelstellingen Invloed van leeftijdgenoten - vrienden: Sociale Status • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • 5 verschillende statusgroepen: • Drie vragen Acceptatie • Conclusie + • Normale ontwikkeling POPULAIR CONTROVERSIEEL • Lichamelijk - meer cognitieve vaardigheden - meer sociaal (= populairen) • Cognitief - minder agressief/verstorend - meer agressie agressie, > verworpenen • Emotioneel - minder eenzaamheid/ - meer regels overtreden • Identititeit teruggetrokken - actief en handig • Context - meer sociaal vaardig: (≠ gedrag in GEMIDDELD relationele doelen ≠ groepen) • Gezin minder goed dan positieve relaties • Leeftijdgenoten populairen Verwerping 15% 5% I t ti • Interventie - minder slecht dan + • Problemen verworpenen GENEGEERD VERWORPEN • Normaal/abnormaal? - niet of nauwelijks - meer zichtbaar dan - meer agressief/ • Professionele hulp genegeerden opgemerkt verstorend (regels • Relatie tussen A & HV- minder sociaal vaardig 58% overtreden, conflicten dan gemiddelden met ouders/ leraren) • Vormen van hulp - meer sociaal geïsoleerd en • Referenties & Contact - respecteren regels - verlegen en gereserveerd teruggetrokken (minder dan verworpenen) - meer depressie en angst
7%
15% -
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Zijn alle pubers lastig? Hoe kunnen we de problemen van sommige jongeren begrijpen vanuit de context waarbinnen ze opgroeien? – Gezin - Ouders – Leeftijdgenoten - Vrienden
De context waarin sommige jongeren opgroeien maakt hen labiel en kwetsbaar voor problemen. – IInternaliserende t li d problemen bl (H (Hoofdstuk fd t k 10) – Externaliserende problemen (Hoofdstuk 11)
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? J Jongeren mett problemen: bl
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? N Normaal l vs Ab Abnormaall gedrag? d ?
-
-
-
De sociale wereld van leeftijdgenoten De beleving van het eigen lichaam en de seksualiteit Existentiële eenzaamheid Identiteitsontwikkeling V Veranderende d d verhoudingen h di bi binnen h hett gezin Maatschappelijke omstandigheden
- Onderscheid is gradueel - Normale problemen: - geven last - oplosbaar zonder specifieke behandeling - gaan soms vanzelf over
- Stoornissen: – veel ingrijpender – in frequentie, duur, intensiteit en omvang van problemen – deskundige hulp nodig
- Stoornis = Ongebruikelijk patroon van gedragingen, dat gepaard gaat met leed of minder goed functioneren, of dat (sterk) de kans verhoogt op lijden, dood of vrijheidsverlies
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? P f Professionele i l hulpverlening h l l i - Hulp bij het oplossen of beter hanteerbaar maken van problemen. - Ingaan op belemmeringen en klachten + Aansluiten bij positieve mogelijkheden van jongere en omgeving! g g - Het gestagneerde ontwikkelings- of adaptatieproces weer op gang brengen brengen. - Aanreiken van een toekomstperspectief - Vergroten van mogelijkheden tot ontwikkeling - Verruimen van keuzemogelijkheden - Vergroten vrijheid tot nemen van beslissingen - Soms ook: probleemgedrag inperken, ombuigen, stoppen! Let op! Hulp vragen is niet eenvoudig voor jongeren!
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen - Ambivalentie tegenover de HV: Schaamte versus • Conclusie behoefte aan hulp • Normale ontwikkeling Æ Houding van de HV: • Lichamelijk • actieve rol van jjongere g in de therapie p • Cognitief beklemtonen • Emotioneel • Identititeit • duidelijke informatie bieden over mogelijkheden • Context van de therapie en verwachtingen tt.a.v. a v de • Gezin jongere • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti - Wantrouwen en vertrouwen: Kwetsbaarheid, • Problemen verborgen agenda? • Normaal/abnormaal? Æ Houding van de HV: • Professionele hulp • Jongere als gelijkwaardige gesprekspartner • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Afspraken p over doorgeven g van informatie • Referenties & Contact • Beroepsgeheim
Hoe kunnen we jongeren helpen? D relatie De l ti adolescent-hulpverlener d l th l l
• Stijl jongere respecteren • Steun & veiligheid bieden
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen - De positie van de ouders: • Conclusie • Wie komt met hulpvraag? • Normale ontwikkeling • Adolescent afhankelijk van ouders • Lichamelijk Æ Houding g van de HV: • Cognitief • Duidelijke afspraken over wie betrokken wordt in • Emotioneel • Identititeit de hulpverlening • Context • Eventueel werken met co co-therapeut therapeut • Gezin • Leeftijdgenoten - De opbouw p van de werkrelatie: • Interventie I t ti • Hoe inspelen op de hulpvraag? • Problemen • Normaal/abnormaal? Æ Houding van de HV: • Concreet: aansluiten bij ontwikkelingstaken; • Professionele hulp verwarrende situatie analyseren • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Toekomstgericht: g leer- en ontwikkelingsprocessen g p • Referenties & Contact stimuleren (bijv. opdrachten)
Hoe kunnen we jongeren helpen? D relatie De l ti adolescent-hulpverlener d l th l l
• Flexibel inspelen op wisselende en onverwachte probleemsituaties
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen: Begeleiding/ondersteuning -
-
Ondersteunen van de motivatie om hulp te vragen V h ld Verhelderen en analyseren l van d de probleemsituatie bl it ti Nagaan in hoeverre bepaalde vaardigheden of oplossingsmethoden p g van de adolescent een rol kunnen spelen bij de problemen waarvoor zij hulp vragen B Benoemen van gevoelens l iivm d de probleemsituatie bl it ti zonder de aard van die gevoelens te veroordelen Bespreken p van keuzen en beslissingen g Bespreken van opvattingen en normen van de jongere bij het nemen van beslissingen G Geruststellen t t ll Bespreken van concrete gedragsveranderingen die binnen het bereik van de jjongere g liggen gg
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen:
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen:
De protocollaire aanpak -
vertrekt van classificatiesysteem voor psychopathologie h th l i ((vb. b DSM DSM-IV IV off ICD-10) ICD 10) belang van goede diagnose niet voor elke stoornis voorbeelden: • protocolbehandeling voor jongeren met obesitas of eetbuien • oudertraining bij ouders van kinderen of adolescenten met externaliserend gedrag • het h t ‘P ‘Pak k aan’’ programma voor ki kinderen d mett d depressie i • faalangsttraining • sociale vaardigheidstraining
Psychodynamische therapie -
-
psychodynamisch model • centraal staat het ‘intra-psychisch conflict’ • niet-opgeloste conflicten uit vroege fasen in de ontwikkeling t ikk li werken k d door iin d de adolescentie d l ti en d de volwassenheid diagnose via gesprek en projectieve methoden gesprekken, kk psychodrama h d emotioneel intensief
Gedragstherapie g p -
-
analyse van factoren die actueel gedrag uitlokken en in stand houden diagnostiek • functie-analyse (dagboek, observatie-opdracht) • betekenis-analyse behandeling • gedragstherapeutische technieken: exposure, mediatie, token-economy Î • betekenis van bepaalde stimuli veranderen • aanleren van nieuwe vaardigheden • cognitieve herstructurering
Voorbeeld ‘puntenkaart’ punten ma
di
wo
do
vr
za
zo
1. ‘s Morgens op tijd klaar 10 2. Op afspraak thuis 5 3. Kamer opruimen - vuile was in wasmand 5 5 - propere was in kast 4. Ruzie met broer/zus - muziek niet hoger dan “4” 5 - tv-programma’s afspreken 10 Totaal per dag Totaal per week
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen: Psychodynamische therapie -
-
psychodynamisch model • centraal staat het ‘intra-psychisch conflict’ • niet-opgeloste conflicten uit vroege fasen in de ontwikkeling t ikk li werken k d door iin d de adolescentie d l ti en d de volwassenheid diagnose via gesprek en projectieve methoden gesprekken, kk psychodrama h d emotioneel intensief
Gedragstherapie g p -
-
analyse van factoren die actueel gedrag uitlokken en in stand houden diagnostiek • functie-analyse (dagboek, observatie-opdracht) • betekenis-analyse behandeling • gedragstherapeutische technieken: exposure, mediatie, token-economy Î • betekenis van bepaalde stimuli veranderen • aanleren van nieuwe vaardigheden • cognitieve herstructurering
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen: Interpersoonlijke probleemoplossing - h hett gezamenlijk lijk oplossen l van problemen bl iin h hett gezin i - Stap-voor-stap methode: - Probleemstelling - Brainstorming - Beslissing g - Evaluatie van de uitvoering - Gezinsraad - Wekelijks - Actief luisteren
Systeemtherapie - adolescent houdt stabiliteit gezin in stand door zelf als probleemgeval te fungeren - interventie: gezinslid g geeft visie op p de p problemen - ieder g - verandering in het gezinssysteem bekomen - de omstandigheden bepalen de keuze voor een bepaalde invalshoek
Hoe kunnen we jongeren helpen? H l Hulpvormen: voor problemen die de samenleving als b d i bedreigend d ervaart! t! - voor externaliserende problemen g of drang g - interventie via dwang - ernst van de problematiek in rekening brengen (cfr. Moffit: adolescentie-gelimiteerde of levensloop-persistente delinquentie) - succesvolle hulpverlening voor externaliserende problematiek: - structuur biedende vaardigheidstrainingen en gedragstherapeutische interventies (zowel in groep, individueel als systeeminterventies); aandacht voor probleemoplossen, waarnemen en interpreteren van informatie in het sociale verkeer; hanteren van g om impulsen p beter te sturen; aandacht denkstrategieën voor mogelijkheden in de leefomgeving van de jongere - participatie van ouders - multimodale interventies
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
• Doelstellingen • Beeldvorming • Hoe ruim verspreid? • Drie vragen • Conclusie • Normale ontwikkeling • Lichamelijk • Cognitief • Emotioneel • Identititeit • Context • Gezin • Leeftijdgenoten • Interventie I t ti • Problemen • Normaal/abnormaal? • Professionele hulp • Relatie tussen A & HV • Vormen van hulp • Referenties & Contact
Om te besluiten...
Sommige jongeren hebben problemen. NIET ALLE PUBERS ZIJN LASTIG !
Vaak kunnnen we die begrijpen vanuit de normale ontwikkeling t ikk li en d de context t t waarin i jjongeren opgroeien! i ! JA, EEN GRIL (ALS JE WIL)...
Soms zijn die problemen ernstig, niet vanzelf voorbijgaand, en storend. DAN IS GOEDE HULP NODIG, INTERVENTIE!
Referenties: Slot, W., Slot W & van Aken Aken, M M. (2010). (2010) Psychologie van de adolescentie: Basisboek. Baarn: ThiemeMeulenhoff. Peeters, J. (1995). Moeilijke adolescenten. Leuven: Garant. Peeters JJ. (2000/2003) Peeters, (2000/2003). Antisociale jongeren jongeren. Leuven: Garant. Rigter, J. (2002). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. j di B Bussum: C Coutinho. ti h
Contact: Wim Beyers:
[email protected] Universitair Centrum Kind & Adolescent: http://users.ugent.be/~phamers/centrum.htm