Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:02
Pagina 1
Een lap van de molen
Een creatief proces in het Molenmuseum
Het nuttige verenigen met het aangename Het mensenras houdt zich graag warm. Sinds de vroegste tijden hebben onze verre voorouders zich tegen de kou beschermd met huiden en, zodra de ontwikkeling in de verwerking van natuurlijke materialen als wol, linnen, katoen of hennep mogelijkheden biedt tot lappen stof, met kleding en huis- en bedtextiel. Daarnaast lijken mensen een onweerstaanbare drang tot versieren te hebben. Ieder deed dat en doet dat op zijn manier, ook al zijn er dan in de loop van millennia grote verschillen ontstaan, ook al hebben soms nu nog maar moeizaam te traceren esthetische motieven gegolden en is vervaardiging geraffineerder geworden. En wat zien we zo gebeuren? Steeds wordt in de textielverwerking het nuttige met het aangename verenigd. Vergelijkbare bewegingen Ð soms in een ÒopgaandeÓ lijn, soms terug naar de basis Ð zien we ook in de bouwkunst, huisraad en mode, de overige zogenoemde toegepaste kunsten.
Kunst met naald en draad Inmiddels komen we naald en draad alleen nog tegen in de naaimand thuis en ja, we zetten nog wel eens een knoop aan. Maar grootmama borduurde en smokte, breide nog sokken, wollen onderbroeken en truien; in lange donkere avonden werden jurken en broeken in elkaar gezet en meerdere malen opgelapt en boorden gewoon verdraaid. Geen weldenkend mens houdt zich nu nog bezig met sokken stoppen of kleding verstellen, want de gescheiden gymles voor jongens en handwerken voor meisjes is inmiddels terechtgekomen in de geschiedenisboekjes, zo ergens tweede helft vorige eeuw. En zet deze ontwikkeling eigenlijk al niet rond 1860 in, wanneer Isaac Singer patent aanvraagt op zijn uitvinding van de naaimachine? In winkelstraten rijgen kledingwinkels zich aaneen: Je kunt het voor dat geld niet meer zelf maken, al helemaal niet als het uit lagelonenlanden komt, lijkt de gedachtengang.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:02
Pagina 2
2
Nuttig handwerk is uit, alleen aangenaam handwerk, zo lijkt het, is gebleven of herleeft. Ruim baan voor textieldecoratie als kunstzinnige bezigheid: Textiele kunst. Nostalgie in katoen: de quilt In glossy interieurbladen, vooral wanneer de aandacht zich op de Angelsaksische country style, country living enz. richt, vieren zorgvuldig over bank of bed gedrapeerde quilts hoogtij, terwijl eikenhouten balken aan het plafond en openslaande deuren naar een Engels gazon een steevast decor vormen om tegemoet te komen aan nostalgische mijmeringen. En daar is natuurlijk niets mis mee. Maar sinds centrale verwarming en airconditioning bijna overal in het westen tot de basisvoorzieningen zijn gaan behoren, bestaat er helemaal geen keiharde noodzaak meer voor deze quilts en is hun functie daarmee louter decoratief. Vroeger was dat dus anders. Het doorstikken of doorpitten van drie lagen stof tot een stevige deken, gevulde zak of kussen Ð culcita in het Latijn, via de Franse woorden couette en cuile Ð gebruikte men om warm te blijven, want de wollen tussenlaag zorgde voor comfortabele isolatie. De oudst bekende quilt dateert trouwens ook uit de Romeinse tijd maar dit stuk blijft, gezien de vergankelijkheid van het gebruikte materiaal natuurlijk een unicum. Vanaf de elfde eeuw maken kruisvaarders kennis met appliques op tenten en banieren van de Sarazenen en leren hun gequilte kleding waarderen.Deze beschermt hen tegen kou, hun ruwe harnassen en wapens.
Of en in welke mate de quilttechniek in Europa een algemeen gebruik blijft, is niet helemaal duidelijk, maar zeker is wel, dat kruisvaarders vanaf de elfde eeuw kennismaken met appliques op tenten en banieren van de Sarazenen en hun gequilte kleding leren appreciren, want sindsdien dragen soldaten gequilte jassen als bescherming, soms tegen de kou en altijd tegen hun ruwe harnassen en primitieve wapens. De oudst bekende quilt in Nederland is rond 1680 gemaakt en de meeste van de nu nog bewaarde stukken gaan terug tot de achttiende en negentiende eeuw. En dat is niet verwonderlijk. In deze periode viert patchwork hoogtij in Angelsaksische landen en met name in Amerika. Hier houden de Amish people een rijke traditie op het gebied van quilt en patchwork hoog; op zoek naar godsdienstvrijheid emigreerde deze hechte en zeer gelovige gemeenschap begin achttiende eeuw vanuit Zwitserland naar Amerika. Nu nog leven de Amish dichtbij de bijbel en zijn zij wars van technische vernieuwingen. En dus is ook de naaimand bij hen nog volop in bedrijf. Maar in het algemeen geldt, dat het gebruik van verschillende lappen met uiteenlopende patronen Ð patchwork Ð dus vooral een decoratieve keuze is, die wat het ontwerp betreft meestal nauw aansluit bij de (geometrische) motieven die we al in de Oudheid herhaaldelijk tegenkomen op bijvoorbeeld aardewerk en mozaekvloeren. Wanneer er specifieke symbolen in verwerkt zijn, bijvoorbeeld bij gelegenheid van een bruiloft of een geboorte, krijgen quilts ook nog eens een historische betekenis, net als bij merklappen soms het geval is. Dat zien we bijvoorbeeld wanneer er data, namen of familiewapens of zelfs realistische voorstellingen in verwerkt zijn. Zoals ook het quiltwerk van de Amish vaak als historisch document kan gelden, omdat juist zij lange tijd heersende motieven in de kunst als uitgangspunt kozen voor hun ontwerp.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:02
Pagina 3
3
Quilten de Amish natuurlijk nu nog steeds met de hand, sinds de uitvinding van de naaimachine rond 1860 komen quilts en patchwork meer en meer machinaal tot stand. De variatie in toegepaste technieken blijft echter onveranderd. Zo accentueren de maaksters Ð het zijn meestal vrouwen Ð blokpatronen en ontstaat de outline of echo quilt. Of men kiest juist voor het rijgen van de naden van de blokranden, zodat de quiltsteek niet opvalt - de ditchquilt. Leggen de deelnemers een of meer lapjes stof op een effen top waar dan de motieven omheen worden gequilt, dan resulteert een applicatiequilt. Zaans stikwerk Een variant van de applicatiequilt ontleent zijn naam aan onze regio en mag daarom in deze, overigens uiterst summiere opsomming niet ontbreken. Zaans stikwerk, de naam zegt het al, gebruikt een stik- in plaats van rijgsteek. In deze reliftechniek zijn de motieven, net als bij trapunto en boutis, extra opgevuld met katoenen draden en soms extra vulmateriaal. Het lijkt dan net alsof de motieven boven op de stof liggen. Alleen, waar voor trapunto met drie stoflagen gewerkt wordt, bestaan boutis en Zaans stikwerk uit twee lagen en dus mogen we om die reden strikt genomen weer niet van quilts spreken. De Amish leven volgens hun eigen eeuwenoude traditie. Ze spreken Pennsilfaani-Deitsch, een variant van het Hoogduitse dialect zoals dat nog steeds wordt gesproken in Zuid-Duitsland en Zwitserland, waar hun voorouders vandaan kwamen.
Quilts en patchwork ontstaan niet uit weelde. Immers, verwijst patchwork naar iets anders dan naar hergebruik van restjes Ð patches -- gedragen kleding of gebruikt textiel? En is dat oorspronkelijk dan ergens anders noodzaak dan onder sociaal zwakkere klassen en in economisch moeizame tijden? En het eindproduct, is dat niet pas dan des te charmanter, wanneer een nostalgische hang van de rijken naar het eenvoudige en ruwe land- en buitenleven Ð het klassieke Arcadia, de pure countrystyle Ð op de voorgrond treedt? Artquilts In de loop der jaren krijgt met name in Amerika het quilten een artistieke status en in 1924 wordt er in New York zelfs een eerste tentoonstelling aan gewijd! Maar het duurt tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw dat Amerikaanse textielkunstenaars volop gaan experimenteren en er artquilts ontstaan, waar zelfs textiel-vreemde materialen in verwerkt worden. Europa blijft daarin achter. Pas na de tweede, en dit keer reizende tentoonstelling American pieced quilts in New York in 1971, die een jaar later ook te zien is in het Pavillon de Marsan in het Louvre in Parijs en in het Amsterdamse Stedelijk Museum onder de titel Quilts, Amerikaanse lappendekens uit de 19e eeuw, komt het quilten onder de aandacht van het Europese publiek.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:02
Pagina 4
4
En die aandacht krijgt nauwelijks kans om te verslappen, want vijf jaar later viert Amerika zijn tweehonderdjarige onafhankelijkheid met daarin nadruk op oude ambachten en eeuwenoude tradities. En dus ook op patchwork en quilten. Zo wordt quilten een sociale bezigheid. Men richt clubs en verenigingen op, werkt samen en wisselt onderling patronen uit. Kortom: we hebben weer een hobby: we quilten (baby)dekens, spreien en wandkleden, tassen, jassen en andere kledingstukken. En kunstmusea presenteren die maar al te graag. Recentelijk nog in het Fries Museum met als titel Kunst met een Q. Quiltwinkels rijzen als paddenstoelen uit de grond en kunsthistorici houden zelfs congressen. Tot op wetenschappelijk niveau dus. En nu een tentoonstelling in het Molenmuseum: Een lap van de molen. Artquilts in het Molenmuseum Beeldend kunstenaar Marjoke Staal geeft onder auspicin van FluXus, Centrum voor de Kunsten te Zaandam, masterclasses voor textielkunstenaars die het traditionele quilten onder de knie hebben en alle steekjes van het vak inmiddels wel kennen. Zelf werkt Staal in uiteenlopende materialen en is uit dien hoofde ook in textiele kunstvormen genteresseerd. Jonathan Holstein en Gail van der Hoof. Hun publicatie American pieced quilts uit 1971 krijgt een jaar later een follow up in tentoonstellingen in New York, Parijs en Amsterdam.
Haar eigen werk mag dan weinig uitstaande hebben met de techniek zelf, zij slaagt er wel in om haar leerlingen artistiek op een hoger plan te brengen. De deelnemers aan haar masterclasses zijn de traditionele technieken en patronen voor patchwork voorbij en zoeken naar wegen om zelf een patroon te ontwikkelen om zo de kwalificatie kunstnijverheid te ontstijgen en te komen tot autonome kunstwerken. Tot artquilts. In de Zaanstreek vormen molens een voor de hand liggende bron van inspiratie en om in vogelvlucht een beeld te krijgen van de vele facetten van het molenleven, toog Staals masterclass naar het Molenmuseum in Koog aan de Zaan en men bezocht enkele molens. Dat zoÕn aanpak leidt tot even zo vele oorspronkelijke ontwerpen en uiteindelijke resultaten als er deelnemers zijn, zal niemand verbazen. Iedereen ziet immers op eigen wijze mogelijkheden en onmogelijkheden, ondergaat een individueel proces van uitproberen en bewandelen van diverse wegen om tenslotte de hoofdweg te bepalen. Het kan gaan om een kleine wijziging van het bestaande, soms wijkt het zozeer daarvan af, dat je er even aan moet wennen. Soms is zoÕn weg tamelijk recht en kent maar weinig zijwegen, maar vaker is er overeenkomst met de plattegrond van een stad, aldus Staal, met veel mogelijkheden om ergens te komen maar even zo veel om te verdwalen. En wie verdwaalt, komt op plekken waar hij of zij anders nooit gekomen zou zijn en die zeer de moeite waard blijken. Vandaar dat Staal in haar masterclass juist de nadruk gelegd heeft op het belang van het verdwalen, van spelen en dus van een nieuwsgierig uitproberen van allerlei gedachten en ideen zonder meteen aan het uiteindelijke resultaat te denken. Onderzoek tot welke beeld- en woordassociaties de inspiratiebron je zoal voert is haar adagium.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:02
Pagina 5
5
En wat de deelnemers onderweg op deze manier ontdekt hebben, kunnen ze wellicht nog eens in een volgend project gebruiken; reden waarom Staal de deelnemers hun eigen creatieve proces zorgvuldig laat vastleggen. Sommigen onderzochten de specifieke kenmerken in de molens, het mechaniek van raderen en wieken, anderen hielden zich bezig met de molenbiotoop: het samenspel van wind, water en landschap, en weer anderen lieten zich inspireren door de arbeid en met name die van de lompensnijders. Juist textiel lijkt tot aanraken uit te nodigen en deze tactiele kwaliteit speelt daarom een haast even grote rol als het beeld. In haar masterclass heeft Staal daarom beide aspecten aan bod laten komen en, ondanks het feit dat de kunstenaars primair een voorkeur hebben voor textiel, behandelt zij ook andere manieren van beeldonderzoek. Zij stemt dat af op hetgeen de individuele deelnemer wil onderzoeken. Sommigen onderzoeken de artistieke mogelijkheden van het materiaal om tot een realistische voorstelling te komen,
bij anderen staat juist het materiaal waarmee gewerkt wordt centraal. En ja, soms is het de combinatie van beide elementen. Staal maakt daarom gebruik van een overheadprojector, want daarmee kun je een beeld op een eenvoudige manier vergroten of verkleinen. Of zelfs vervormen. En contouren worden goed zichtbaar. Een creatief proces is steeds een kwestie van trial and error. Want behalve eindresultaten laat de tentoonstelling Een lap van de molen zien, welke wegen bewandeld en weer verlaten zijn om inzicht te geven in het ontwerpproces van de deelnemers. Voor de meeste deelnemers heeft dit proces geleid tot n of meerdere kunstwerken. Voor een aantal van hen is het voortraject zo arbeidsintensief en leerzaam geweest, dat zij ook dit in de tentoonstelling hebben ingebracht. Dick Verroen, conservator Molenmuseum
De Mennonieten hebben hun wortels in Nederland en NoordDuitsland. Hun ruimdenkendheid over de doop en aversie tegen geweld zijn de belangrijkste oorzaken van hun diaspora. Gevlucht voor de vervolgingen in Zwitserland en Zuid Duitsland kwamen velen in Noord- en ZuidAmerika terecht en namen, net als de Amish hun tradities mee. Links knopen vrouwen van de Maple Glen Mennonite Church bij Grants- ville, Maryland, een comforter.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:03
Pagina 6
6
Inge Bosman
Molen, mens, wind en water Plastic ca. 180 x 35 cm Met het werk Molen, mens, wind en water in de vorm van een vijzel geeft Inge een aantal kenmerken van de molen weer. Essentie is de rondgaande beweging van de wieken, de raderen en de stenen en dat is terug te zien in de zowel ronde als rondgaande beweging. De portretten van Zaanse molenaars zijn niet steeds herkenbaar, want Inge heeft ze met behulp van Photoshop verwaterd weergegeven. Op die manier verbeeldt zij in dit ontwerp de interactie van de mens met wind en water en daarmee het droogmalen van de polders. Ook het licht speelt een rol in dit werk. Door delen transparant te laten, werpen de portretten hun schaduw op de omgeving van het object, zoals de molens hun schaduw werpen op het landschap. Het verrassende aan het werkstuk van Inge is dat het niet traditioneel van textiel maar van plastic gemaakt is, terwijl de kenmerkende gelaagdheid van de quilttechniek er duidelijk herkenbaar is, nl. de drie lagen die door middel van steken aan elkaar verbonden zijn.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:03
Pagina 7
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:03
Pagina 8
8
Jansje Dane
Het Jonge Schaap 27 cm, ¯ 25 cm
Voor Jansje Dane stond n ding vast. Wat ze ook als thema zou kiezen in het Molenmuseum, het resultaat moest shiny zijn. Ze was immers gegrepen door de diamanten schedel van Damian Hirst. Dat leidde tot het idee om noppenfolie te gebruiken, want ook dat schittert en reflecteert licht.
De zeskantige vorm van molen Het Jonge Schaap sprak Jansje het meest aan om datgene te realiseren, wat haar voor ogen stond. Haar ervaring met tekenen en berekenen, snijden en knippen kwam haar in dit project goed van pas. Een heel andere aanpak is gevolgd in het werkstuk Vreugdestand (157 x 136 cm) dat in met latex bewerkt katoen is uitgevoerd. De smokachtige structuren leken Jansje het best tot hun recht te komen door molenwieken als thema te kiezen. Om meer lengte te suggereren zijn deze niet even lang.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:03
Pagina 9
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:04
Pagina 10
Ria Demarteau
Ode aan de Lompensnijders Wit 18x34x48cm Blauw 18x34x44cm textiel, knopen, papier
De Schoolmeester in Westzaan, als enige nog bestaande en op windkracht werkende papiermolen ter wereld, trekt Ria Demarteau aan als een magneet. Een vertrouwde naam door haar opleiding als kleuterleidster; de molen zelf, het proces tot en met het eindproduct, en het papier waar ik altijd al een warme belangstelling voor koester. Ik zie hoe de lompensnijders, zittend op smalle bankjes de vodden klein maken om het karige loon aan te vullen. Ik zie een bijkomend extraatje in de vorm van neten en ander klein dierlijk ongemak. En ik zie hoe het rechtopstaand zwaardmes soms wordt beschadigd wanneer knopen of gespen zijn achtergebleven en niet meegenomen. De grondstoffen van dit proces zijn zichtbaar geworden in een stapeling; een vorm die in het Molenmuseum bij de uitleg van de zeildoeken voor de wieken terugkomt. De blokvorm refereert aan de sorteerbakken van het textielafval in De Schoolmeester. Naast een witte moest er nog een blauwe versie bij komen om het product blauwsel, beter bekend als Zaans blauw, te eren. Blauwsel werd als optisch wit gebruikt in wasserijen terwijl de grutter blauw papier gebruikte om zijn waren lichtbestendig in te pakken.
10
Zo gaat de molen 150x 250 x ± 40 cm Textiel met beamerpresentatie
Op weg in de auto van Amstelveen naar Leiden werd mijn blik getrokken door het draaien van wieken van een molen en een windturbine, die in een lijn stonden. Ik begon spontaan het kleuterliedje Zo gaat de molen te zingen. Ik zag kinderen in de klas de bewegingen maken en vroeg me af of ik die beelden op textiel zou kunnen projecteren.
De drie, voor een quilt gebruikelijke lagen zou ik los kunnen laten hangen en met een proefopstelling ontdekte ik hoe er op die manier leuke effecten ontstonden. Door de middelste laag uit verschillende soorten stof samen te stellen en een soort omkering te maken door de patchworklaag tussen twee lagen in te plaatsen en niet als toplaag, zoals gebruikelijk, ontstond een spannende dieptewerking. Door een aantal fotoÕs van een kleuterklas na elkaar te projecteren ontstaat de suggestie van beweging.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:04
Pagina 11
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:04
Pagina 12
12
Simone de Haan
Na het maken van een serie tekeningen van molens blijven de wieken als essentieel kenmerk over. Simone heeft daar meerdere afbeeldingen van gemaakt en deze op verschillende manieren versneden om het effect te testen. Daarbij wilde zij zich uitdrukkelijk beperken tot het werken met textiele stoffen. Bovendien, in het traditionele quilten wordt eenzelfde vorm vaker herhaald en is het quiltwerk in eenvoudige rechte lijnen uitgevoerd. Daarin schuilt juist de kracht, aldus Simone de Haan. Terug naar de basis dus. Maar daarin zag Simone meteen een uitdaging om een vertaalslag te maken naar de tegenwoordige tijd. Deze uitdaging heeft geresulteerd in Misty en Merry Mills, resp. Moulin Rouge. In deze drie opeenvolgende quilts plakte zij de losse lapjes met vlisofix, in plaats dus van het traditionele naaiwerk, op een ondergrond. In Merry Mills gebruikte zij nog bonte Ð meestal zelf geverfde Ð stoffen, om uiteindelijk het kleurpalet te reduceren tot louter grijstinten. Deze Misty Mills is, aldus Simone zelf, het meest geslaagd.
Merry Mills 89 x 196 cm
Moulin Rouge 41 x 152 cm
Misty Mills 45 x 134 cm
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:05
Pagina 13
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:05
Pagina 14
14
Karin Hoogerbrugge
Het Rad 100 x 70 cm Katoen Tandraderen doen al honderden jaren hun werk in de molens. En het hout waarvan het is gemaakt, heeft dan ook nog eens al een heel leven als boom achter de rug! Door het intensieve werk slijten de tanden van het rad. De slijtplekken laten restjes structuur zien van de oorspronkelijke vorm en hebben een mooie warme kleur. Karin heeft zich tot dit werk laten inspireren door zowel het warme oranje als door de structuur. Er zijn diverse proefmodellen aan vooraf gegaan; geschilderd, gevouwen van papier, gequilt en aaneengenaaide lapjes. Dat proces leidde tot haar uiteindelijke werk Het Rad. Het bijzondere aan Het Rad is, dat het van alle vier de zijden opgehangen kan worden.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:05
Pagina 15
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:05
Pagina 16
16
Josée Jakobs
Poldermolens 180 x 120 cm
Poldermolens stonden vroeger in een landschap, waarin het zachte land en het water contrasteerden met de harde Ð in kleur uitgedrukte Ð onderdelen van de molen. Maar er zijn ook overeenkomsten: landschap en molens zijn al eeuwen geleden door mensenhanden gevormd resp. gemaakt en de molen gebruikt de wind die waait over het lage land. In het Molenmuseum laat Jose Jakobs zich inspireren door de kaart van het veenweidegebied Ð de molenbiotoop met drassig laag land en veel waterwegen Ð met zijn lijnenspel en interessante namen van de akkers. Op de voorgrond werpen molenwieken een schaduw op het land, want naar mijn idee vormen wieken de essentie van een (wind)molen. Schaduw suggereert bovendien diepte. Wieken zijn groot en daarom links slechts een deel om de suggestie te wekken, dat hier een molen staat. De afmetingen van de quilt geven het idee van de ruimte waarin molens staan om voldoende wind te vangen. Moderne windmolens in de verte duiden de toekomst van het gebruik van windenergie Ð inmiddels werkelijkheid! Ð aan.
Wielen 25 x 120 cm
Ook de vele ronde vormen van de molen inspireren Jose. Daarom heeft zij er een aantal in textiel uitgevoerd.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:05
Pagina 17
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:06
Pagina 18
18
Nora Ketel-Kloet
Bij haar bezoek aan het Molenmuseum aan het begin van de workshop noteerde Nora Ketel-Kloet verschillende observaties: Harenbank en paardenhaar, weefgetouw, houten stammen met zaagsnede, papiermolen De Schoolmeester en vodden, makelaar en vijzel, krukas en zaagmolen, lijnkoek uit lijnolie. Het werd uiteindelijk een gezaagde boomplak. Deze vertoont grote gelijkenis met de log cabin vorm uit het patchwork en dat lijnenspel wilde Nora graag gebruiken. Diverse experimenten in uiteenlopende vormen en technieken gingen vooraf aan het uiteindelijke resultaat.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:06
Pagina 19
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:06
Pagina 20
20
Wies Scheffer
Voddenzakken Geel 14 kg Groen 11 kg Rood 12 kg Na een dag rondgelopen te hebben in De Schoolmeester en na het maken van een groot aantal fotoÕs was Wies Scheffer vastbesloten om het proces van recycling als onderwerp te nemen voor haar uiteindelijke werkstuk. Want het is fascinerend te bedenken, dat oude vodden in de vorm van papier Ð het Zaansch bord Ð een tweede leven kunnen leiden. Er moesten vodden en papier verwerkt worden in haar werk.
Dit leidde tot het idee om voddenzakken te gaan maken. Wies maakte drie zakken van oude lakens die ze in verschillende kleuren verfde en op een uiteenlopende manieren bewerkte met gelatinedruk dan wel machineborduren, machinequilten of paper lamination. De fotoÕs zijn natuurlijk allemaal gemaakt in De Schoolmeester. Het interessante aan een workshop is, dat een kunstwerk in fasen tot stand komt. In dit geval werd pas toen de zakken klaar waren, duidelijk hoe Wies het aspect papier erin zou verwerken. Ze koos ervoor om de binnenzijden te maken van papier-mach, waarvoor het Zaansch bord, net als de fotoÕs en andere materialen, ook weer afkomstig is van De Schoolmeester.
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:06
Pagina 21
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:06
Pagina 22
22
Lamberdina van Thiel
Beeldbepalend staan ze daar in het weidse NoordHollandse landschap van groene weiden, sloten en rivieren. Wolkenluchten die je uitnodigen mee op reis te gaan. Bouwwerken met geraamten van hout; gemaakt van zo licht mogelijk materiaal Ð hout Ð vanwege de drassigheid van het lage land. Vier grote lange bladen, de wieken, kruiselings verbonden en onderaan de vaak rieten kap bevestigd. Windafhankelijk, met of zonder opgespannen zeildoek. Gevaar van brand door op hol slaande wieken bij harde wind. Kleine raampjes, verzonken in de rieten bekleding. Door een kleine deur kom je de molen binnen en het is even wennen aan het stoffige interieur. Slechts verlicht door n van de kleine ramen. Het voelt als het betreden van een geheime ruimte. Met ontzag kijk je naar de eeuwenoude techniek die zo simpel lijkt. Grote assen met kamraderen die draaien en weer andere wielen voortbewegen. Het is n en al beweging. Er is een zacht snorrend geluid van hout langs hout te horen. Bij een stilstaand rad zijn duidelijk de kammen en de as in het midden van het rad te onderscheiden en daardoor gefascineerd ben ik op zoek gegaan om dit in textiel (polyestervlies) en papier tot uitdrukking te brengen. De negatieve vormen van een rad bleken het meest spannend.
De plaatselijke bakker krijgt zijn meel in grote bruine bedrukte papieren zakken aangeleverd. De binnenzakken zijn van effen bruin papier. Polyestervlies is sterk en doorzichtig, je kunt het nat maken, strijken en bestikken.
De dunne bruine verf op het vlies geeft de stoffigheid weer zonder dat de transparantie verloren gaat. De vormen knipte ik uit bedrukte en effen papieren meelzakken. Door ze met olie in te smeren werden ze licht doorzichtig en door ze over elkaar te leggen creerde ik herhaling en beweging en liet ik nieuwe interessante vormen ontstaan. Door n rad stilstaand weer te geven komt de sterke vorm goed tot zijn recht. Door de negatieve vormen overlappend met de naaimachine aan elkaar te zetten suggereert het tweede rad beweging. Ieder rad bevestigde ik ieder op een licht beschilderd vlies en de ruimte daartussen suggereert diepte. Zo kijk je ook dieper in het geheimzinnige interieur van de molen, alsof je door een van de kleine vensters tuurt. Rad-draaien 100x150 cm polyestervlies, papier en Zaansch bord van De Schoolmeester
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:07
Pagina 23
Binnenwerk brochure quilts
18-02-2010
20:07
Pagina 24
24
Wie en wat is Fluxus?
De naam FluXus staat voor een kunststroming uit de jaren zestig waarbij de gewone, dagelijkse dingen uitgangspunt vormden voor een kunstwerk. Verschillende kunststromen benvloeden elkaar. Dit uitgangspunt is nog altijd springlevend bij FluXus. Kunst is voor iedereen en gaat over alles.
De afdeling Beeldende Kunst van FluXus, centrum voor de kunsten, spant zich in om het werk van amateurkunstenaars onder de aandacht van de Zaanse samenleving te brengen. Behalve het vergroten van het publieksbereik en het onder de aandacht brengen van de hoge kwaliteit van de regionale amateurkunst, ziet FluXus het stimuleren van het exposeren als een onmisbaar onderdeel van de begeleiding van de amateurkunstenaar. De kunstcursussen van FluXus zijn er op verschillende niveaus en op verschillende locaties in Zaandam, Koog aan de Zaan en Krommenie. Les wordt gegeven door gediplomeerde vakdocenten waarvan de meesten ook uitvoerend kunstenaar zijn. Iedereen is welkom, er is geen toelatingseis.
Voor gevorderde cursisten worden er masterclasses georganiseerd rond een specialistisch thema. En ook zij worden in de gelegenheid gesteld hun werk te exposeren. We werken hierbij nauw samen met een aantal instellingen in Zaanstad. Behalve exposities in haar eigen gebouwen heeft FluXus in de afgelopen jaren tentoonstellingen gerealiseerd in het Weefhuis in Zaandijk, het stadhuis, de HEMA en de bibliotheek in Krommenie. Mocht u belangstelling hebben voor het volgen van een cursus of workshop dan verwijzen wij u graag naar onze website www.fluxus.nl. Als u een brochure wilt ontvangen dan kunt u contact met ons opnemen via
[email protected] of op telefoonnummer 075 635 04 51.