Jaarberichten
Een jaarverslag. Het lijkt een hele klus, maar de werkelijkheid is anders. Wij maken voor u een makkelijk leesbaar, beknopt jaarverslag, waarin uw organisatie goed voor het voetlicht komt. In zes weken. Zonder dat het u veel tijd kost.
Al jarenlang maken Terlouw & Schotman Communicatie en Sinas grafische vormgeving tot volle tevredenheid van diverse opdrachtgevers mooie jaarberichten. Wij noemen het jaarberichten, want ze zijn beknopt, mooi om te zien en makkelijk om te lezen. Geen eenheidsworst, maar een jaarbericht waarin de identiteit van uw organisatie goed tot uitdrukking komt en de belangrijkste ontwikkelingen helder beschreven zijn. Van opdrachtgevers horen wij regelmatig dat het zo prettig is dat ze na twee gesprekken en twee besluitvormingsmomenten klaar zijn. Dan rest hen niets anders dan de dozen met jaarberichten in ontvangst te nemen. En soms zelfs hoeft dat niet. Dan maken wij een begeleidende brief en zorgen voor verzending. Makkelijker kan haast niet.
Hoe gaat het in z’n werk? Ineke Schotman van Terlouw & Schotman Communicatie en Ellen van der Veen van Sinas grafische vormgeving leggen in een kennismakingsgesprek de mogelijkheden uit en doen eerste voorstellen voor inhoud en vorm. In telefonische of persoonlijke interviews vergaart Ineke Schotman de informatie die zij nodig heeft om een boeiende tekst te schrijven. Ondertussen gaat Ellen van der Veen aan de slag met een eerste ontwerp, gebaseerd op de huisstijl van de organisatie en uw wensen inzake de vorm. Persoonlijk houden wij van een compacte vorm, bijvoorbeeld een drieslag A4, of een gevouwen A3 tot A4 formaat.
Vervolgens mag u een besluit nemen over de tekst en de vorm. Daarna worden tekst en vorm ineengevoegd en mag u nogmaals een besluit nemen: nu over de definitieve vorm van het jaarverslag. Afhankelijk van het aantal exemplaren, vorm en uw contacten met drukkers, zorgen wij dat het jaarverslag gedrukt wordt. Uiteraard houden wij in de gaten dat de kwaliteit is zoals u en wij die hebben willen. Daarna leveren we de jaarberichten bij u af of verzenden deze aan de hand van een door u aangeleverd adressenbestand. In de meeste gevallen lukt dit binnen zes weken.
Wilt u meer weten? Bezoek de website www.tscommunicatie.nl of bel direct met Ineke Schotman, 023 52 573 48, of Ellen van der Veen, 023 53 433 46. Wij komen graag bij u langs.
Precies wat u wilt, en altijd snel en goed. Over de tekst Een mooie tekst komt het snelst tot stand door interviews met sleutelfiguren binnen uw organisatie. Het aantal interviews kan variëren. Soms volstaan we met één gesprek en een aantal korte telefonische interviews om goede quotes te verzamelen. Soms komen alle afdelingen van een organisatie aan het woord. Net wat u wilt. Door interviews met medewerkers kunnen wij de stem en de kleur van uw organisatie goed in het jaarbericht laten doorklinken. Een jaarbericht dat écht van uw organisatie is. Een jaarbericht dat zich onderscheidt van andere jaarverslagen. Uiteraard kunnen wij ook allerlei schriftelijke informatie verwerken tot een jaarbericht, maar de praktijk leert dat dit meestal meer tijd (en dus geld) kost.
Over de vorm Uiteraard moet het jaarbericht de huisstijl van uw organisatie uitstralen. Dan ziet de lezer in een oogopslag wie de afzender is. Maar het jaarbericht mag zich ook best een beetje onderscheiden van uw andere communicatiemiddelen. Door een mooi kleuraccent of een grappig vormgevingselement. Met uw suggesties en onze ideeën en mogelijkheden wordt het een jaarbericht om trots op te zijn! Over het gebruik U kunt het jaarbericht naar alle relaties sturen en aan uw medewerkers, bestuur en vrijwilligers geven. Of u volstaat met een pdf van het jaarbericht op uw website. Of u doet beide. U kunt ook een leuke kaart versturen waarmee de ontvangers uw jaarbericht kunnen aanvragen. Er is heel veel mogelijk. Wij denken graag met u mee.
Op de volgende pagina’s ziet u enkele voorbeelden van jaarberichten die wij in de afgelopen jaren hebben gemaakt.
Terugblik
op 1 jaar Vita welzijn en advies Plannen voor 2008 en verder
Terugblikkend op 1 jaar Vita welzijn en advies valt op dat de fusie weinig stof heeft doen opwaaien. Daaruit kan de conclusie getrokken worden dat de fusie een goede stap was, op het juiste moment. De nieuwe naam was snel ingeburgerd. Op een aantal punten werd de dienstverlening verbeterd: er kwam een goede samenwerking tot stand tussen ouderenadviseurs en maatschappelijk werkers en de ouderenadviseurs gingen spreekuur houden in de wijksteunpunten waarmee de bereikbaarheid van de dienstverlening werd vergroot. Door de geografisch gerichte organisatiestructuur ligt de focus sterk op de werkgebieden. Dat betekent dat de professionals in het eigen werkgebied een netwerk opbouwen wat de samenwerking binnen de keten ten goede komt. De inrichting van de organisatie én de constructieve samenwerking binnen een regio vergemakkelijkt ook het vindplaatsgericht werken, een belangrijk uitgangspunt binnen de dienstverlening van Vita. Voor het aanbod had de fusie geen gevolgen: dit was al volledig complementair. Terugblikkend op de dienstverlening in 2007 valt op dat medewerkers en vrijwilligers geconfronteerd worden met complexere en meer diverse cliëntsituaties en dat de afstemming met andere partijen rondom dergelijke situaties steeds meer aandacht vergt. Dat heeft te maken met ontwikkelingen in de samenleving, wetswijzigingen en veranderingen in het aanbod van ketenpartners. Opvallend is ook het stijgend aantal mensen, dat te maken heeft met huiselijk geweld. Voor Vita is dat aanleiding om de doorverwijzing vanuit politie en huisartsen te verbeteren. In toenemende mate is ook de ondersteuning van jongeren een aandachtspunt. In samenwerking met politie en Cardanus wordt gezocht naar een adequaat antwoord op de hulpvraag vanuit de jongeren en waar mogelijk naar een preventief aanbod. Er is veel bereikt. En er zijn nog veel meer plannen en initiatieven. Deze moeten een nog beter antwoord geven op de hulpvragen van cliënten en waar mogelijk door preventieve activiteiten een hulpvraag voorkomen. Vita welzijn en advies doet dit bij voorkeur samen met andere organisaties in Amstelland. Belangrijke gesprekspartners zijn uiteraard de gemeenten, waarmee regelmatig constructief wordt overlegd. Ketenpartners van belang zijn verder de tweedelijns Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), Bureau Jeugdzorg, politie, woningbouwcorporaties en het zorgkantoor.
•
positie als maatschappelijke dienstverlener verstevigen met een fors accent op jeugdhulpverlening
•
signaleren en blijven zoeken naar een betere ondersteuning van langdurig thuiswonende ouderen
•
jonge vrijwilligers werven voor ondersteuning in de wijksteunpunten en voor hen een aantrekkelijk aanbod creëren
•
gespecialiseerde vrijwilligers werven voor de complexe situaties
•
de mogelijkheden onderzoeken van openstelling van de wijksteunpunten voor meer wijkbewoners
•
continueren van de dienstverlening aan kwetsbare burgers - de zogenoemde bemoeizorg - na overheveling van de ondersteunende begeleiding van de AWBZ naar de Wmo
•
de mogelijkheden onderzoeken van allianties met organisaties waarmee op bepaalde producten de dienstverlening versterkt kan worden
• •
meer vindplaatsgericht werken aanpassen van het bestuursmodel aan de eisen van de tijd: introductie van het Raad van Toezichtmodel en benoeming van de directeur tot bestuurder.
Psychosociale hulpverlening en maatschappelijke ondersteuning voor iedereen van 0 tot 100 jaar
Def 2.Vita jaarbericht 2007.indd 2
Vita, Amstelveen > Jaarbericht 2007 en 2008 Formaat: drieklapper gevouwen naar A4 en A3 gevouwen naar A4 formaat.
Sociale alarmering: een veilig gevoel Vita regelt in Amstelveen en Uithoorn de alarmering. Ruim 900 mensen, vooral ouderen, maken gebruik van deze voorziening die hen een veilig gevoel geeft en de garantie op hulp als het nodig is. De indicatie, plaatsing en onderhoud van apparatuur en de afhandeling van storingen worden gedaan door vrijwilligers van Vita welzijn en advies. De ouderen hebben een alarmapparaat in de woonkamer en dragen een alarm in de vorm van een hanger, clip of armband altijd bij zich. Naar keuze worden in geval van nood familie of vrienden gewaarschuwd of wordt een beroep gedaan op medewerkers van Amstelring. De kosten zijn afhankelijk van de zorgverzekering, het al dan niet hebben van een medische indicatie en in sommige gevallen van het inkomen van de oudere. In 2007 was het aantal gebruikers stabiel. De vrijwilligers van Vita zorgden voor ruim 136 nieuwe aansluitingen, waarbij de apparatuur ter plekke uitgebreid wordt getest, instructies worden gegeven over het gebruik en onderzocht of de apparatuur niet storend werkt of last heeft van bestaande internet- of telefoonverbindingen. Verder wordt regelmatig contact opgenomen met de gebruikers met het verzoek de apparatuur te controleren. Als men dat niet durft, of daartoe niet in staat is, gaat een vrijwilliger langs om te assisteren. Wanneer alarm geslagen wordt, krijgt men via een spreek-luister verbinding contact met de meldkamer bij het Slotervaart Ziekenhuis en wordt hulp geboden.
Derde ontmoetingsgroep voor vergeetachtigen en hun mantelzorgers Aandacht voor huiselijk geweld Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) heeft inmiddels zijn bestaansrecht bewezen. Met een groot aantal aanmeldingen vormt het SHG een belangrijk onderdeel van de keten van hulpverlenende instanties. De rol van het steunpunt bestaat vooral uit crisisinterventies en trajectbegeleiding. Steeds meer slachtoffers van huiselijk geweld weten op eigen initiatief of na doorverwijzing de weg te vinden naar het SHG: in 2007 bezochten 115 slachtoffers het spreekuur. Tijdens die spreekuren wordt het probleem verder geanalyseerd en de eerste aanzet gedaan tot stopzetting van het geweld. Daarna worden cliënten doorverwezen naar andere instanties voor hulpverlening of andere ondersteuning. Gemiddeld is hiermee vijf uur per cliënt gemoeid. Voor SHG is een goed netwerk van het grootste belang en daarin is dan ook veel geïnvesteerd. De meeste cliënten worden naar het SHG verwezen door de politie en Bureau Jeugdzorg. SHG verwijst cliënten vaak door naar instanties als GGD, Brijderstichting, Geestgronden, reclassering, vrouwenopvang en Vita. Daarnaast wordt samen met de ketenpartners een aanbod geformuleerd op terreinen die volgens de overheid extra aandachten moeten krijgen, zoals eerwraak, kindermishandeling en ouderenmishandeling. SHG Amstelland/Meerlanden maakt onderdeel uit van een landelijke keten van steunpunten, gestart op initiatief van het ministerie van VWS. SHG vormt als het ware de verlengde frontoffice, waar slachtoffers van huiselijk geweld naartoe worden verwezen door de frontoffice, de ’blijf groep’ in Amsterdam, die 24 uur per dag bereikbaar is.
De belangstelling voor de ontmoetingsgroepen is onveranderd groot. Ook voor de derde groep, gestart medio 2007, bestaat inmiddels een wachtlijst. Na Amstelveen-Zuid en Uithoorn, heeft nu ook Amstelveen-Noord een succesvolle ontmoetingsgroep. Verder ondersteunde Vita welzijn en advies SWO Aalsmeer bij het opzetten van een dergelijke groep. De groepen zijn onveranderd populair. Ze ontlasten de mantelzorgers en dragen ertoe bij dat de oudere met beginnende dementie zich prettiger voelt. De mantelzorgers worden ondersteund via lezingen, een gespreksgroep en een spreekuur. Voor de ouderen met beginnende dementie wordt drie maal per week een dagsociëteit georganiseerd, waar onder andere psychomotorische therapie, geheugenactiviteiten en creatieve activiteiten worden geboden. Verder vinden regelmatig uitstapjes plaats van deelnemers en hun mantelzorgers. De verwachting is dat het aantal ontmoetingsgroepen de komende jaren verder zal toenemen. Bovendien worden plannen ontwikkeld voor een regionale ontmoetingsgroep voor jong-dementerenden, een groep die een geheel andere aanpak en structuur vereist. Om efficiencyredenen is de voorbereidende dag, bestemd voor observatie van vergeetachtigen die op de wachtlijst staan, stopgezet. De observatie en de begeleiding van de mantelzorgers kostte de begeleiders onevenredig veel tijd. Bovendien bood de observatiedag qua wachtlijst geen soelaas: al snel kende zelfs de observatiedag een aanzienlijke groep wachtenden. Tot eind 2008 worden de ontmoetingsgroepen als zijnde ondersteunende begeleiding gefinancierd vanuit de AWBZ. Daarna valt het onder de Wet maatschappelijke ondersteuning, met de gemeenten als financiers. Verwacht wordt dat deze verandering geen gevolgen zal hebben voor deze succesvolle vorm van hulpverlening. Door deelname aan de ontmoetingsgroep kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en wordt verhuizing naar een intramurale voorziening uitgesteld of zelfs voorkomen.
Nieuw in het aanbod: ambulante jeugdhulpverlening Ouderenadviseurs krijgen meer complexe vragen Bezuinigingen en de introductie van DBC’s in de zorg, wetswijzigingen en ontwikkelingen in de samenleving zorgen voor zeer verschillende en meer complexere vragen aan de ouderenadviseurs van Vita welzijn en advies. Zowel de psychiatrie als het intramurale maatschappelijk werk beperkt hun hulpverlening aan ouderen noodgedwongen eerder dan wenselijk. Hierdoor worden de ouderenadviseurs steeds vaker geconfronteerd met ouderen met psychiatrische klachten en met ouderen die veel ondersteuning nodig hebben, op allerlei terreinen. Daarnaast is merkbaar dat ouderen sinds de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning niet meer weten waar ze terecht kunnen voor welke vorm van ondersteuning, begeleiding of hulpverlening. Voor Vita welzijn en advies is deze problematiek aanleiding om zich te beraden op de vraag of doorgegaan moet worden met generalistische ouderenadviseurs of dat gewerkt moet gaan worden met specialisten voor bepaalde soorten hulpverlening. Daarnaast wordt, in samenspraak met de Geestgronden, onderzoek gedaan naar een betere opvang van ouderen met psychiatrische vragen. Ook signaleert Vita dat meer middelen vrijgemaakt moeten worden voor de signalerende functie, waarvan de preventieve huisbezoeken een goed voorbeeld zijn. Een ander initiatief waaraan Vita meewerkt, is optimalisering van de vrijwilligersketen, met daarbinnen vrijwilligers die op verschillende niveaus werken. De hierboven geschetste ontwikkelingen gaan namelijk niet ongemerkt aan de vrijwilligers voorbij. Ook zij hebben te maken met complexere problematiek. Voorwaarde voor bovengenoemde acties is een ruimer budget. Daarover is Vita in onderhandeling met de gemeenten.
Tot het aanbod van Vita welzijn en advies behoren sinds medio 2008 ook trajecten van de ambulante jeugdhulpverlening. Een prima aanvulling op het bestaande aanbod. De ambulante jeugdhulpverlening sluit goed aan bij het huidige, laagdrempelige aanbod van Vita, dat onder andere bestaat uit hulpverlening aan ouders met bijvoorbeeld echtscheidingsproblemen of aan vrouwen die na een echtscheiding hun leven opnieuw moeten inrichten. Nu is het mogelijk om daarbij ook de kinderen te betrekken. Vita verwacht dat vanuit deze doelgroep, jeugd en hun ouders, ook veel opvoedingsen identiteitsvragen zullen komen. Het kan daarbij gaan om individuele trajecten, maar wat betreft Vita is uitgangspunt dat de hulpverlening het gehele systeem (huishouden of gezin) betreft. Voorheen behoorde deze hulpverlening tot het aanbod van Bureau jeugdzorg. Echter, de lichte ambulante van hulpverlening verliest zijn oorspronkelijke financiering en gaat vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning en daarmee onder regie van de gemeenten.
Ruim 400 vrijwilligers actief in de wijksteunpunten Vita welzijn en advies kan altijd rekenen op de ruim vierhonderd actieve vrijwilligers. Het gaat hier om een diverse groep: jonge, werkende mensen die actief zijn in bijvoorbeeld buurtbemiddeling en een grote groep trouwe vrijwilligers die hand- en spandiensten verlenen in de wijksteunpunten, gastvrouwen die voor maaltijden zorgen, vrijwilligers die alarmapparaten aansluiten en onderhouden of het vervoer van ouderen verzorgen. De tijd die zij besteden aan het vrijwilligerswerk varieert van een paar keer per jaar, tot enkele malen per week. Omdat ouderen steeds langer thuis blijven wonen, worden de vragen waarmee medewerkers en vrijwilligers van Vita geconfronteerd worden steeds complexer. Vandaar dat Vita op zoek gaat naar gespecialiseerde vrijwilligers.
Naast activiteiten zoals volksdansen, tai-chi, koersbal en bridge vond in de wijksteunpunten een grootschalige voorlichting plaats over veiligheid. Deze werd in alle wijksteunpunten door gemiddeld veertig ouderen bijgewoond.
Missie en visie Missie
Vita welzijn en advies is een laagdrempelige organisatie op de grens van zorg en welzijn, voor mensen van alle leeftijden. Vita welzijn en advies ondersteunt mensen bij het behouden en/of herstellen van de regie over het eigen leven vanuit hun eigen perspectief en bij het behouden en/of hervinden van aansluiting bij de samenleving. Vita welzijn en advies vraagt medewerkers om flexibel, creatief en zorgvuldig hun werk te verrichten en stelt hen daartoe in staat.
Visie
Vita functioneert in een tijdgeest die individualistisch is, maar meer en meer de nadruk legt op samenleving en samenwerking. De aandacht, zorg en welzijn die Vita biedt, is er voor de vele vormen van afhankelijkheid en kwetsbaarheid in het leven die onvermijdelijk zijn en waarvan het een kunst is om er mee om te gaan. Vita ondersteunt en begeleidt mensen in een kwetsbare fase, spoort bestaande sociale cohesie op en bekrachtigt deze. Vita doet dit via gesprekken, concrete hulp, activiteiten, signalering, belangenbehartiging en preventie.
Strategie
• Bijdragen aan preventie van gezondheids- en welzijnsproblemen • Signaleren/adviseren aan organisaties en overheden • Participeren, bevorderen en onderhouden van ketensamenwerking • Actief contact zoeken met de doelgroepen • Monitoren, begeleiden en bemiddelen • Bieden van informatie en advies en psychosociale hulpverlening • Organiseren van activiteiten voor ouderen en andere specifieke groepen ter bevordering van sociale netwerken • Activeren en ondersteunen van vrijwilligers en inzetten van vrijwilligerswerk als middel en doel tot participatie.
22-05-2008 14:22:12
2008 ****************************************************
SMD-MK heeft de vaart erin Voor Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden-Kennemerland was 2008 een druk jaar. De vraag naar de diverse vormen van hulpverlening steeg en werd complexer van aard. Daarnaast zag de organisatie kans op diverse terreinen verbeteringen door te voeren.
“Onze inzet - preventief
werk - voorkomt in veel
gevallen dat mensen een beroep moeten doen op (duurdere) zorg.”
NIEUWSFEITEN • Speciale aandacht voor ouderenmishandeling
• Regionale bijeenkomst
voor mensen met rouwproblemen druk bezocht
• Vraag naar sociaal juridische dienstverlening onverminderd groot
• Start project ‘preventie huisuitzetting’
• Maatschappelijk werk
is kernpartner in Centra voor Jeugd en Gezin
De ernst van de problemen waarmee inwoners van Midden-Kennemerland zich wenden tot SMD-MK wordt steeds groter. ‘Een maatschappelijk gegeven,’ zo laat directeur Eveline Kroezen weten, ‘met verschillende oorzaken, zoals de complexiteit van de samenleving met ontwikkelingen die steeds sneller gaan en tegelijkertijd de afname van sociale structuren. Dat leidde tot een groter beroep op onze dienstverlening, terwijl ons budget niet navenant groeide. We hebben dus creatieve oplossingen bedacht om meer mensen te helpen met minder geld: we zetten vrijwilligers in, breiden het groepswerk uit, werken samen met andere organisaties en organiseren waar mogelijk onze dienstverlening efficiënter.’ Eveline Kroezen kijkt tevreden terug op 2008. ‘We hebben niet stil gezeten. We konden veel mensen helpen, op allerlei terreinen. In 2009 gaan we op de ingeslagen weg door: mensen een steuntje in de rug geven zodat ze daarna zelf weer verder kunnen.’
De externe contacten van SMD-MK zijn talrijk en goed. Maatschappelijke dienstverlening zit tussen zorg en welzijn, tussen het buurthuis en het ziekenhuis. Om daartussen naar behoren te functioneren zijn goede samenwerkingsrelaties met alle partijen onontbeerlijk. Eveline Kroezen hierover: ‘De politiek wil dat we meer gaan concurreren, maar wij kiezen bewust voor samenwerking. Dat is efficiënter en wat nog belangrijker is: het is beter voor onze cliënten.’ In 2008 zijn veel samenwerkingsverbanden tot stand gebracht en/of geformaliseerd. Zo is een strategische alliantie gevormd met Kontext Haarlem en zijn intentieverklaringen ondertekend met MEE en Tandem om gezamenlijk projecten uit te voeren en kennis uit te wisselen. Goede contacten zijn er ook met de collega-organisaties voor maatschappelijke dienstverlening in Noord-Holland, met Stichting Welzijn Velsen en Zorgbalans. Belangrijk onderdeel van het werk is ook de signalering van structurele knelpunten, zoals de toename van armoede en de ingewikkelde procedures bij het aanvragen van sommige voorzieningen. Deze signalen gebruikt SMD-MK om het aanbod nog beter af te stemmen op de vraag van de klanten en om de gemeenten te helpen bij de ontwikkeling van visie en beleid. Verder worden signalen landelijk bijeen gebracht om zo druk uit te oefenen op politiek en overheid. In 2008 is de bereikbaarheid van de organisatie vergroot, onder andere door spreekuren op meer verschillende locaties. Steeds vaker wordt daarbij gebruik gemaakt van ruimtes in bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk. ‘Makkelijk bereikbaar voor de klant, goed voor de samenwerking, en een versterking van onze naamsbekendheid,’ zo vat Eveline Kroezen de voordelen bondig samen.
>>>
Vier vormen van dienstverlening krijgen in dit jaarbericht wat meer aandacht.
SMD, Beverwijk > Jaarbericht 2008. Formaat: A3 gevouwen naar A4 formaat.
Steeds vaker maakt SMD-MK gebruik van de diensten van vrijwilligers. ‘Een succes voor alle partijen’, aldus ouderenadviseur Josephine Hooyschuur.
De maatschappelijk werkers van SMD-MK bieden psychosociale hulpverlening aan de inwoners van MiddenKennemerland bij relatieproblemen, schulden, familieruzies, burenoverlast, opvoedingsvragen en verlies van werk of inkomen. Net als in voorgaande jaren steeg het aantal cliënten met problemen op verschillende gebieden. Dat leidde ertoe dat de dienstverlening intensiever was en langer duurde, dat er meer regelwerk bij kwam kijken en dat vaker overlegd moest worden met andere instanties. De maatschappelijk werkers van SMD-MK kijken breed en betrekken vaak ook partners of familieleden bij de hulpverlening. Die hulpverlening bestaat in de meeste gevallen uit een of meerdere gesprekken en/of deelname aan een cursus. In 2008 stonden op het programma de cursussen ‘omgaan met geld’, ‘beter opkomen voor jezelf ’, ‘echtscheiding’ en ‘van klacht naar kracht’, bestemd voor vrouwen met somatische klachten. In 2008 is bij SMD-MK een aantal projecten gestart, zoals het project ‘terugdringen huiselijk geweld’ in de gemeente Heemskerk. Daarnaast is een project ‘preventie huisuitzetting’ van start gegaan, in samenwerking met gemeenten en woningbouwcorporaties.
In 2008 is het schoolmaatschappelijk werk fors uitgebreid. ‘Eindelijk erkenning voor deze laagdrempelige zorg op maat’, zo laat een enthousiaste Marjan Boneschansker weten.
Na een inwerkprogramma zijn in totaal 35 vrijwilligers in Heemskerk en Beverwijk gestart met bezoeken aan 75-plussers. De bezoeken geven inzicht in wensen en leefwijze van ouderen. Verder worden ouderen tijdens het huisbezoek geïnformeerd over allerlei voorzieningen waarvan ze gebruik kunnen maken. Minstens zo belangrijk is de signalerende functie. De vrijwilliger verwijst, indien nodig, door naar de ouderenadviseur. Deze beoordeelt vervolgens samen met de oudere of en zo ja aan welke vorm van zorg of hulp behoefte is en assisteert bij het aanvragen. Daarnaast bezochten dertien vrijwilligers kwetsbare mensen om hen te helpen bij het op orde brengen en houden van hun financiële administratie. De belangstelling voor deze ondersteuning was zo groot dat het aantal vrijwilligers voor Beverwijk en Heemskerk is uitgebreid tot 33. Josephine is enthousiast over de inzet van vrijwilligers. ‘Het stemt alle partijen tevreden. De ouderen vinden het prettig dat de vrijwilliger de tijd heeft om hen rustig over het een en ander te informeren. Bovendien is het een verrijking voor de vrijwilligers. Zij krijgen scholing en begeleiding en hebben via hun vrijwilligerswerk veel sociale contacten. Ik verwacht dat in de toekomst vaker een beroep gedaan zal worden op vrijwilligers. Dat ligt namelijk in lijn met het overheidsbeleid. De Wet maatschappelijke ondersteuning bijvoorbeeld, gaat uit van burgerparticipatie.’
Het schoolmaatschappelijk werk heeft een belangrijke preventieve functie. Omdat de school de vindplaats is, krijgen problemen van kinderen in een vroeg stadium aandacht. Daarmee kan escalatie voorkomen worden en is zwaardere zorg meestal niet nodig. De belangstelling voor deze vorm van dienstverlening is groot. Voor de gemeente Velsen was dat aanleiding tot uitbreiding voor de basisscholen. Met Beverwijk en Heemskerk zijn hierover gesprekken gaande. In Castricum kocht een aantal scholen voor voortgezet onderwijs het schoolmaatschappelijk werk in bij SMD-MK.
*
Maatschappelijk werker Marjan legt uit hoe het werkt. ‘Als een leerkracht ziet dat een kind niet goed in z’n vel zit, schakelen ze mij in, de ‘praatjuf ’. Mijn bemoeienis bestaat soms uit een enkel gesprekje dat het probleem oplost of tot een verwijzing leidt. Soms ook gaat het om een langer traject met gesprekken eenmaal per twee weken. De ouders worden altijd uitgenodigd voor een gesprek en in overleg met hen wordt een traject bepaald. Afhankelijk van de problematiek wordt het gezin daarbij ook betrokken.’
8 0 20
Om met maatschappelijk werker Yvonne Velthuizen te spreken: er was in 2008 veel te doen. ‘Wij zijn het vangnet voor de meest kwetsbaren in de samenleving en we merken dat steeds meer mensen met die samenleving in de knel komen.’
Erkenning voor schoolmaatschappelijk werk
t h c i r e arb
Inzet van vrijwilligers een succes
2008
Algemeen Maatschappelijk Werk verstevigt positie
In 80% van de gevallen gaat het om klachten die voortkomen uit een scheiding van de ouders. Speciaal voor deze kinderen organiseert SMD-MK praaten spelgroepen, waarin kinderen geleerd wordt zich weerbaar op te stellen tijdens en na een scheiding. Een ander veel voorkomend probleem is het gebrek aan sociale vaardigheden, vaak met pesten of gepest worden als gevolg. Ook is nogal eens sprake van een combinatie van problemen li in het gezin, e jke c ha ppgeweld zoals schulden, huiselijk Ma ats g n ti Sticenh opvoedingsproblemen. ing
* * * * * * ** erlen d Diens tv en nemerla n idden -K M hogere eisen aan zijn burgers
“De maatschappij stelt en steeds meer mensen hebben moeite om daarin mee te komen.”
W NIEU a
SFEI
TEN
ppeli atscha
jk werk
olm • Scho ebreid g fors uit
eem atiesyst g registr
in w fstemm • Nieu etere a en va n aa k t b
m vorm illende jk versch mogeli ening rl ve st dien l n pa n e Cliënte msten erzoek • Uitko denheidsond e en tevr f positie enheid rtevred ewerke nlijk • Med aa nzie % e 8 7 t iddeld ligt me lijk gem e d n la boven %. va n 72 gers vrijwilli aa ntal eiend ro K G • D -M bij SM ac tief dvies et e n A n g n Va tscha p • Team et maa m id re D -MK M S uitgeb n erker va pelijk w reking ekbesp casuïsti • Start eld’ in w e g jk ‘huiseli erk Heemsk
Ja
‘In 2008 is onze positie in de lokale samenleving steviger geworden. Daar is ons beleid ook op gericht’, aldus Yvonne. ‘We willen lokaal herkenbaar zijn voor inwoners, overheden en andere organisaties. Laagdrempelig, makkelijk bereikbaar en goed om mee samen te werken. Dat is wat we nastreven en daarin boeken we goede resultaten.’
>>
J.A.M.
PRODUCTEN EN
DIENSTEN
g S a sj a W i e
rs
e
de Jong,
Par tiCu
xzorg in de fle g, vooral dat de zet stee aar was kb er . De om iste oep). M 05 door gr rg ook de ju zond 20 IVA! Zo lukte om e een ge konden (thans V IJmond d maakt IJmond diensten rtiCura a IJmon uiszorg uleren r het Pa bele zorg PartiCur klant Th ar flexi aardoo het form werd w interne ht aan vraag na voor de aandac der krap ijgende el st ve de arkt min IJmond ken die ede mix arbeidsm rtiCura n te trek je een go zorg. kers aa eedde Pa aliseer aan it van de medewer en. Verder best a: hoe re rwijl je kwalite n dilemm oord van de veren te t de g le or he it so beantw rbeterin kwalite d tot op tijd een id ter ve a IJmon ene kant is dat al el en van bele aan de PartiCur IJmond tie dubb rtiCura hoe ga je . Daar is organisa eiVoor Pa it, ofwel t houden t van de ondersch oe ch n m – kwalite staansre en laag e, met ee ing in van prijs is het be ganisati de tariev uitdrukk re kant daarmee en inventieve or oral tot en de de ande aagd en komt vo tieve eid tuss el in gesl e cultuur okkenh een crea t tr ez wonderw Er staa in de be ltuur. D wezen. ichte cu iënten en dwars be klantger bij de cl rvice- en ewerkers ch dende se van med het in zi kenheid iteit die namelijk de betrok inventiv derling. bestaan, iteit en kers on ar tiv samenmedewer alle crea fase in ha de ht van de en nisatie de krac iCura jke volg de orga om als Part belangri ren zal tdaging ende ja en om je n voor de rbij is het de ui en, vermog De kom nwende . Daa aan het gaat bied oeten aa worden’ ndelen tzelfde’ heeft, m wassen tie te bu r van he van ‘vol organisa tie ‘mee ncern. de fase organisa reguliere euwe co met de idiAls onze en het ni n. nn bi werking zal de hu rscheide nsrecht ber 2006 ar te onde s bestaa IJmond in septem genieten van ha n dele on r, want an n wij te et m d directeu en verlieze om te ga nieuwe Purmer verlaten voor de s model nisatie e met 17 tdaging d volgen de orga ganisati or dt een ui e a IJmon staat èse Bult, Dit wor n gezond ie-Thér PartiCur . En het ee t eft eur, Mar n de zorg ouwd to d’. Zij he ring va ge direct volgende en uitgeb ieuwe tij de uitvoe voor die vermog iende ‘n n overerkers in zettings schapen welverd or ew ge ed m stokje ka gie en do waarden en 307 or èse het vo ér veel ener kantoor zijn veel Marie-Th t kers op ouwen. da opvolger vanuit medewer gaat uitb or haar gaan er eur. e verder huis! Vo er. Wij re direct ganisati als een ent lig t bijzonde die de or t fundam volger, van een fase: he goede op id nemen aan een s afsche . dragen met trot le succes al n straks ij alvast Wij zulle ensen w volger w erend Haar op ra Purm
Vooral de nieuwe fusiepartner van Thuiszorg IJmond, Partners in de Zorg, zorgde voor een hogere omzet. Verder is aandacht besteed aan kwaliteit en professionaliteit.
ma
Veel vraag naar de De hogere omzet kan dus vooral geschreven worden op het conto van de intramurale zorg. Daarnaast steeg ook de zogenoemde blokzorg en de zorg in het Hospice in Beverwijk. Het aantal particuliere cliënten en cliënten met een PGB bleef stabiel en de belangstelling voor de nachtzorg en vooral 24-uurs zorg daalde licht. Manager zorgverlening Sasja Wiegersma is al met al behoorlijk tevreden. ‘Het was een lekker druk jaar, zonder wachtlijsten en met een hoge leveringsgarantie. Huishoudelijke zorg leveren we binnen een week en niet uitstelbare zorg nog dezelfde dag. Wij zijn elke dag bereikbaar, van 07.00 tot 23.00 uur, en dat hebben onze cliënten inmiddels wel door!’ Gelukkig bleken veel medewerkers van PartiCura bereid om ook in instellingen te werken, zodat aan de vraag van Partners in de Zorg voldaan kon worden. Verder is de personele formatie op peil gebracht via wervingsadvertenties en zijn de banden met uitzendbureaus aangehaald. ‘We hebben wel gemerkt dat intramuraal werken toch een ander vak is. We gaan onze medewerkers in 2006 hierop dan ook specifiek scholen,’ zo laat Sasja weten, ‘zodat we ook in instellingen optimale kwaliteit kunnen leveren.’ Over kwaliteit gesproken: ook de zorgopstart en het zorgdossier, beide geïntroduceerd
Voorw
Bestaansrecht bewezen
oord
oed o Van invl we kl als nieu ionali profess
20 0
MEDEWERKERS
Par
Bij Personeel & Beleid lag het accent op beleidsontwikk
een r a a N nele o i s s e prof atie s i n a org
€
1 81 -- 232
Naast de dagelijkse werkzaamheden ging in 2005 veel aandacht uit naar beleidsontwikkeling op diverse terreinen, zoals arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim, levensloop en pensioenen. ‘Dat had te maken met de wens van PartiCura om zaken te professionaliseren en met allerlei wet- en regelgeving die in 2005 op ons afkwam’, zo laten Monique de Munck en Marbel Montsma weten.
Ziekteverzuim
Het formuleren van ziekteverzuimbeleid stond ook in 2005 hoog op de agenda. Een eerste resultaat is de introductie van casemanagement. Monique hierover: ‘Zieke medewerkers volgen bij ons een bepaald traject en ik ondersteun hierin de bureaumanager en zorgmanager. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wij willen meer doen aan analyse van gegevens, trends gaan zien in ziekmeldingen en dergelijke. Dit krijgt in 2006 hoge prioriteit, net als een gedegen ziekteverzuim- en een reïntegratiebeleid. PartiCura wil het graag, maar we zijn het wettelijk ook verplicht. Overigens werken we op dit terrein nauw samen met Thuiszorg IJmond.’ De Arbo-Unie nam ook in 2005 een deel van de ziekteverzuimbegeleiding voor zijn rekening, in de vorm van de controle door een bedrijfsarts. Ook adviseerde de bedrijfsarts bij het opstellen van een plan van aanpak van langdurig zieke medewerkers en deed de Hepatitis B-vaccinaties. Het ziekteverzuimpercentage lag in 2005 op ruim 6%. Het voornemen is om dit in 2006 met enkele procenten omlaag te brengen.
0
3.236
-------85.468
2004 €
3 3.543.89
mm
5 in 200 tiCura
Verloop en werving/selectie In 2005 was de uitstroom van medewerkers beperkt. Vanwege de groeiende vraag naar diensten van PartiCura steeg het aantal medewerkers tot circa 350. De werving verloopt via advertenties, maar vooral via mond-tot-mond reclame. ‘PartiCura is een prettige, flexibele organisatie en dat vertelt men aan elkaar door,’ aldus Marbel en Monique. ‘In maart 2006 gaan we een medewerkerenquête houden onder onze uitvoerende medewerkers, zodat we meer te weten komen over hoe ze over PartiCura denken, waarom ze bij ons werken en hoe ze het vinden, hun mening over de arbeidsvoorwaarden en dergelijke. Daarmee willen wij te weten komen hoe wij onze organisatie kunnen verbeteren en inzicht krijgen in wat er leeft onder onze medewerkers. Ook dat is input voor beleid.’
1 3.537.61 ----------6. 281 5.474 ----------11.755 -2.277 ----------9.478
; Vo , Haarlem unicatie
rm: Sin
as, Haarl
em; Druk
: Nederlo
, Cruqu f Repro
ius
Patricura, Beverwijk > Jaarbericht 2005. Formaat: 600 x 420 mm gevouwen naar A4 formaat.
Opleidingen In 2005 zag het opleidingsbeleid het licht. Een onderdeel daarvan is de verplichting dat alle medewerkers van PartiCura de opleiding Thuishulp A moeten volgen. ‘Voor medewerkers die verder willen leren, bestaat een speciale uitgebreide cursus,’ zo laat Monique weten. ‘En wij honoreren zoveel mogelijk de opleidingswensen van de medewerkers voor zover deze passen in het beleid en voldoen aan de behoefte van PartiCura.’ Daarnaast kunnen medewerkers deelnemen aan de vakgerichte scholingen van Thuiszorg IJmond zoals de tilcursussen en de cursus verpleegtechnische handelingen. Ook zijn themabijeenkomsten georganiseerd met onderwerpen als ‘omgaan met agressie’ en ‘palliatieve zorg’. ‘Wij stimuleren het volgen van opleidingen. Dit doen wij onder andere door per medewerker de mogelijkheden te bekijken. Het is goed voor de medewerkers en komt ons imago als werkgever ten goede. Wij merken trouwens dat de belangstelling voor deskundigheidsbevordering groeiende is.’ In 2005 zijn introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers voorbereid. Vanaf begin 2006 worden groepjes van minimaal zes medewerkers in een frequentie van eenmaal per maand gedurende anderhalf uur geïnformeerd over het reilen en zeilen bij PartiCura. Deze bijeenkomsten zijn gebaseerd op het handboek ‘Werken bij PartiCura’ dat in 2005 geheel vernieuwd is.
2006 In 2006 gaan Nathalie, Marbel en Monique onder andere aan de slag met het leeftijdsbewust personeelsbeleid, zullen ze het meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden automatiseren en gaan ze verder met het beschrijven van de werkprocessen op kantoor. ‘En natuurlijk de medewerkerenquête, het ziekteverzuimbeleid en de introductiebijeenkomsten. We worden steeds professioneler!’
Vakantieproject Via het vakantieproject bood PartiCura in de zomermaanden veel extra zorg. Een stagiaire zette circa 120 medewerkers aan het werk en dat betekende veel plannen, coördineren en goed samenwerken. ‘Het vakantieproject staat inmiddels als een huis en wordt elk jaar verder
verbeterd. PartiCura biedt daarbinnen huishoudelijke verzorging en de laatste jaren ook persoonlijke verzorging en verpleging. Een omvangrijke klus, maar goed voor onze naamsbekendheid en heel leuk om te doen’, zo laten Monique en Marbel weten.
‘PartiCura wordt steeds professioneler en dat is leuk. We hebben de pioniersfase inmiddels achter de rug. Er is veel beleid gemaakt en in 2006 gaan we dat verder uitwerken en implementeren. Werkoverleg, functioneringsgesprekken, voortgangsgesprekken, allemaal prima ontwikkelingen’, aldus Sasja.
A D M I N I S T R AT I E
diensten van PartiCura
Administratie heeft zaken op orde
in 2005 bij de PGB- en particuliere cliënten, leverden een bijdrage aan de kwaliteit van de dienstverlening. In 2006 start PartiCura met een jaarlijkse evaluatie bij deze cliënten. Vooruitlopend hierop heeft Bureau Aanvullende Zorg, bij haar cliënten die nachtzorg en 24-uurs zorg krijgen, een informatieformulier geïntroduceerd bij aanvang van de zorgverlening en een evaluatieformulier als de zorg wordt afgesloten. Met de aandachtspunten die deze evaluaties opleveren, gaat PartiCura in 2006 aan de slag. Een aandachtspunt is bijvoorbeeld de wisselingen in medewerkers in de nachtdienst. Dit wordt door de cliënten minder gewaardeerd.
Er
n a Wa l r a v e
Na de herstructurering en introductie van nieuwe systemen in 2004, was 2005 een stabiel jaar. ‘Een gewoon, lekker jaar’, zo laat coördinator Erna Walrave weten.
Automatisering In 2005 is Harmony geïmplementeerd. Dit systeem automatiseert de beschikbaarheidslijsten en de registratie van uitleen en verbindt de twee bedrijfsonderdelen van PartiCura: Aanvullende zorg en Flexibele zorg. De medewerkers van deze bedrijfsonderdelen zijn hierop in 2005 geschoold. Op termijn zal Harmony ook het uitlenen van medewerkers automatiseren, zo is de verwachting, waarmee faxverkeer tot het verleden gaat behoren.
Het boekhoudprogramma DBS voldeed aan de verwachtingen. Het is een gebruiksvriendelijk systeem dat veel, eenvoudig te achterhalen informatie bevat. ‘En dat is heel handig, vooral als het gaat om facturen van uitzendbureaus, want die vergen nogal eens uitzoekwerk’, aldus Erna. ‘Kortom, het liep lekker. DBS levert echt de efficiencywinst op die we verwachtten.’ Tot het werk van de administratie behoren de financiële administratie, de urenregistratie van de medewerkers en de facturering. In de urenregistratie was duidelijk merkbaar dat PartiCura meer uren draaide dan gepland; er werden veel meer werkbonnen verwerkt tot facturen voor cliënten en salarisstroken van medewerkers dan het jaar daarvoor. De herstructurering in 2004 wierp zijn vruchten af: de medewerkers hebben een aantrekkelijk takenpakket en kunnen voor elkaar invallen als dat nodig is. De werkdruk ligt inmiddels op een acceptabel niveau, maar pieken in het werk, zoals het vakantieproject, zorgen nu en dan voor grote drukte.
Weinig klachten PartiCura IJmond nam deel aan het klachtenreglement van Thuiszorg IJmond, Partners in de Zorg en PartiCura Purmerend. De behandeling van klachten gebeurt via Thuiszorg IJmond als het hun cliënten betreft. Klachten van particuliere cliënten en cliënten met een PGB handelt PartiCura zelf af of indien noodzakelijk via de klachtencommissie. In 2005 zijn geen klachten voorgelegd aan de klachtencommissie. Verder ontving PartiCura negen telefonische klachten. Deze zijn tot tevredenheid van de klagers afgehandeld door Bureau Aanvullende Zorg.
‘Het moet vooral zo blijven’
Aantal 164 40 61 42 43 17 1
M
on
ck
Gerealiseerde uren Werkelijk Flexibele zorgdiensten 79.978 Intensieve thuiszorg 41.005 St. Thuiszorg Gehandicapten 186 SOV 122 PGB 4.132 Particuliere thuiszorg 3.690 Partners in de Zorg 9484
u ique de M
n
Ma r b e l
on
Aantal medewerkers Thuishulp A Verzorgende B Verzorgende C Ziekenverzorgenden Verpleegkundigen Ondersteunend personeel Directie
tsm
a
eling M
‘Weer een druk jaar, met allemaal leuke, nieuwe dingen.’ Begroot 55.000 45.000 0 0 5.000 2.000 0
Een externe boekhouder assisteert de administratie bij de afsluiting van de periodes en ook die samenwerking verloopt goed. ‘Ik doe de controlwerkzaamheden: managementrapportage, het grootboek controleren, boekingen doen voor de salarissen en de urenverantwoording controleren. Verder kijk ik of alles zo’n beetje loopt en of PartiCura niet achterblijft bij de begroting. En de jaarrekening en begroting liggen op mijn bordje,’ aldus Gerard Hoogland, werkzaam bij Evean. ‘Het loopt goed bij PartiCura. Daaraan gaan we niets veranderen, want het moet vooral zo blijven. ’ De administratie kreeg ook in 2005 veel vragen van medewerkers en verzoeken om informatie van uitzendbureaus. Erna vindt dat een leuke kant van het werk. ‘Het maakt ons werk afwisselend; enerzijds de vaste taken en anderzijds de onverwachte contacten met medewerkers en cliënten. Vooral de salarissen riepen nogal eens vragen op bij medewerkers. Wij gaan in 2006 dan ook een cursus volgen over de salarisberekeningen. Dat hebben we weliswaar uitbesteed, maar de vragen komen wel bij ons, vandaar.’
Arbeidsomstandigheden PartiCura ging in 2005 aan de slag met de conclusies uit de in 2004 uitgevoerde Risico-inventarisatie & evaluatie. Volgens deze inventarisatie was PartiCura op veel gebieden al goed bezig, alleen was er de al eerder genoemde noodzaak tot professionalisering en standaardisering van de processen. Daarom is op verschillende fronten beleid opgesteld, zoals het beleid Hygiëne en Infectiepreventie, het beleid Werkoverleg en het beleid bij bijna ongevallen. ‘Wat de uitvoerende medewerkers hiervan gemerkt hebben? De functies vanaf verzorgende
C zijn bijvoorbeeld uitgenodigd voor een vaccinatie ter preventie van het Hepatitis B virus. Daardoor was eind 2005 80% van de medewerkers gevaccineerd. Ook wordt er in het personeelsblad (PartiCourant) structureel meer aandacht besteed aan arbeidsomstandigheden en zijn alle medewerkers inmiddels uitgenodigd voor functionerings- en voortgangsgesprekken en een jaarlijks werkoverleg’, aldus Marbel. Nieuw is ook de zogenoemde Zorgopstart: bij de eigen cliënten van PartiCura is een intake geïntroduceerd waarbij ook gelet wordt op de arbeidsomstandigheden: kan
het werk veilig en verantwoord uitgevoerd worden? In 2006 gaat de afdeling aan de slag met een beleid voor gevaarlijke stoffen; preventie en reïntegratie; fysieke belasting; persoonlijke beschermingsmiddelen; en ongewenst gedrag. Marbel hierover: ‘Uiteraard besteden we al aandacht aan dit soort zaken, zeker hier op kantoor, maar we moeten ervoor zorgen dat onze aanpak in alle gevallen hetzelfde is en we moeten onze aanpak consequent communiceren. Vandaar dat we beleid gaan ontwikkelen.’
Directeur PartiCura IJmond B.V. Medewerker Personeel en beleid
Coördinator Administratie
Administratief medewerkers 1, 2 en 3
Planningsmedewerkers Zorgmanagers
Uitvoerenden tbv. de reguliere thuiszorg
Uitvoerenden tbv. nachtzorg, particuliere cliënten en cliënten met een persoonsgebonden budget
4
BALANS EN WINST - EN VERLIESREKENING
PartiCura in cijfers Medewerkers Medewerkers A Medewerkers B Medewerkers C Ziekenverzorgenden Verpleegkundigen Ondersteunend personeel Directie
Gerealiseerde uren Aantal 152 39 61 41 43 15 1
Flexibele zorgdiensten Intensieve thuiszorg Waakzorg PGB Particuliere thuiszorg
Werkelijk 68.347 41.628 3.074 4.655 4.125
Begroot 60.000 45.000 6.000 7.200 800
Balans per 31 december 2004 met vergelijkende cijfers per 31 december 2003
Actief
31-12-04
31-12-03
€
€
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
Passief
Totaal
16
Particura, Beverwijk > Jaarbericht 2004. Formaat: liggend A4 formaat.
31-12-03
€
€
18.151 414.081 -----------432.232
18.151 497.968 -----------516.119
764.582
1.054.863
-----------1.196.814
-----------1.570.982
Eigen vermogen 0 54.693 -----------54.693
0 65.080 -----------65.080
309.837 0 832.284 -----------1.142.121 -----------1.196.814
1.099.205 0 406.697 -----------1.505.902 -----------1.570.982
Aandelenkapitaal Algemene reserve
Vlottende activa Vorderingen en overl. activa Effecten Liquide middelen
31-12-04
Kortlopende schulden (< 1 jaar) en overlopende passiva
Totaal
DOEL, MISSIE EN VISIE
PartiCura in het kort PartiCura IJmond BV is opgericht op 18 juni 1998. Doelstelling van PartiCura IJmond BV is het aanbieden van thuiszorgproducten ten behoeve van cliënten die thuiszorg vragen in de regio IJmond. Hierbij stemt zij haar activiteiten af op die van de reguliere thuiszorgorganisatie Thuiszorg IJmond. Door middel van efficiënte organisatie en werkwijze stelt zij zich ten doel een gunstige verhouding van de directe versus indirecte kosten te realiseren. PartiCura heeft in het kader van een zelfstandige bedrijfsvoering een divers aanbod. Dit aanbod bestaat uit: • • • • •
Flexibele thuiszorg Intensieve thuiszorg Waakzorg Persoonsgebonden budget (PGB) Particuliere thuiszorg.
•
• • •
•
•
Missie De missie van PartiCura IJmond is het zo snel en efficiënt mogelijk leveren van kwalitatief goede zorg aan cliënten van instellingen of aan particuliere cliënten, waarbij ook rekening wordt gehouden met een goed sociaal klimaat voor alle medewerkers. Dit alles moet leiden tot het bereiken van een sterke positie in de regio, waarbij het uitgangspunt is dat PartiCura een geleidelijke groei doormaakt zonder daarbij de efficiëntie en kwaliteit uit het oog te verliezen.
•
Visie De missie kan niet bereikt worden zonder de volgende uitgangspunten: Bedrijfsmatig, efficiënt en marktgericht aanbieden van zorg, waarbij de prijs/kwaliteitsverhouding niet uit het oog wordt verloren. Redelijke tarieven hanteren. Vraaggericht werken, dat wil zeggen: uitgaan van de vraag van de cliënt. Activiteiten afstemmen op die van de reguliere thuiszorgorganisatie en in de toekomst op eventuele fusiepartners van de reguliere thuiszorgorganisatie. Iedereen binnen PartiCura IJmond moet zich er sterk van bewust zijn dat er in principe geen ‘nee’ verkocht wordt op verzoeken tot levering van zorgdiensten. Om dit te bereiken dient er veel zorg en aandacht te zijn voor het personeel, zodat zij zich ingebed weten in een organisatie van waaruit zij veilig en prettig kunnen werken en zich er daardoor ook van bewust zijn dat zij de ambassadeur zijn van PartiCura IJmond. PartiCura IJmond wil zowel voor cliënten als voor medewerkers laagdrempelig zijn. Van huishoudelijke verzorging
Directie Mw. M.T. Bult-Ossewold
tot complexe verpleging, bij mensen thuis.
Aandeelhouders Thuiszorg IJmond L.E.F. van Ruth PartiCura Purmerend J.A.M. de Jong
5
Winst en verliesrekening over 2004 met vergelijkende cijfers over 2003 2004 Bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten
€ 3.543.893 ------------
Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Kosten uitbesteed werk Lonen en salarissen Sociale lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
2003 €
€
3.543.893 709.461 2.117.877 548.591 31.910 129.772 ------------
Som der lasten
Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting
Pa r
€
4.043.802 -----------4.043.802 1.068.639 2.019.037 443.128 26.423 160.050 -----------3.537.611 -----------6.281 5.474 -----------11.755
3.717.277 -----------326.525 785 -----------327.310
-2.277 -----------9.478
-111.044 -----------216.266
d IJmon t i Cur a
jken i k d g u Ter gezon n e e op
Een afname van de zorgvraag heeft uiteindelijk tot een daling van de productie geleid van 143.111 naar 121.270 uur. Dit is een afname van 21.841 uur. De omzet is ten opzichte van 2003 met 13 % gedaald. Per saldo is over 2004 € 95.000,- meer uitgegeven. Enerzijds is dit een gevolg van ziektevervanging en anderzijds is de stijging van deze kosten een gevolg van inzet van projectmedewerkers ten behoeve van de inrichting financiële administratie. Ondanks een stijging van de indirecte kosten is de verhouding directe / indirecte kosten op 80:20 gebleven.
4 0 20 17
5 0 > 0 2 > >
>>> >>> > > >> >>> >>> > > > >>> >>> > > >> >>> >>>
VER JA A R
n en gemee iederen voor svoorestaan stelland Am W sbeleving bij de te de eers innen stelW Am AM n va ntozijn ka enten erd, financi nten ge
rz n (voo
SH FA C T
itter) Produc
rcen tie in pe
tages
••
150
do ssier rend e Langdu ten cont ac Korte
100
ni lpverle cteur eke hu es, dire specifi ning lpverle anager ink, m ene hu algem er ag man
75
ng
Lang
25 tel
0
r
Aalsmee
Proble
Oude Ams
en
Amstelve
matiek
Amstel
land
Uithoorn
langdu
21
AMW
s
kort
50
r• onzeke en en • verleg nciële mheid nruzie • fina en aa nz lem s • ee men • bure g • prob eel le ieprob echtsc h ei d in ieren • sexu ul • blemen • lastige form k uw er d • ro uw w gewel huiselijk
E ET
de ge van percenta n ge kome overe en aken tieafs pr produc
*
125
bureau ntraal
SLAG
43
rende
co
rcen n in pe ntacte
tages
en ob lem iële pr en Mater ob lem en nele pr ob lem Relatio ciale pr sc he /so hi yc Ps Diversenve rs en Di en dat
•• ••
lem om le prob 10 0% he/socia er dan ere aalenis me t meerd t tot nden. Heele problem ms me lland we zic h so Amste cliënten en AMW tot lem en le prob Materie problem
AMW Amstelland blikt vooruit
In 2006 zijn kwaliteitsbeleid, schaalvergroting, voorbereiding op de Wet maatschappelijke ondersteuning en het nieuwe steunpunt voor huiselijk geweld actuele thema’s binnen AMW Amstelland. Voor deze nieuwe elementen is de afgelopen jaren een gezonde basis gelegd.
Psychisc
58
Proble
53
matiek 6
5
*
ntac korte co
Relation
percen ten in
tages
en ob lem iële pr en Mater ob lem en nele pr ob lem Relatio ciale pr sc he /so Ps yc hi
•• ••
Di vers
Diversen
en
lemen
le prob
he/socia
Psychisc
De afgelopen drie jaar heeft AMW Amstelland antwoord gegeven op de behoefte van haar opdrachtgevers aan transparantie en zakelijkheid. Tegelijkertijd werkte de organisatie aan een grotere naamsbekendheid en profileerde zij zich met actuele producten zoals zorgtrajecten, buurtbemiddeling en woonbegeleiding. Hiermee zijn de condities geschapen voor verdere ontwikkeling van de organisatie. Zo zal AMW Amstelland zich in 2006 verder voorbereiden op de komst van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet legt verantwoordelijkheden en bevoegdheden neer bij de lokale overheden en stimuleert concurrentie. Onderzocht zal worden of samenwerking met Stichting Welzijn Ouderen Amstelveen/Uithoorn meerwaarde heeft als het gaat om de Wmo. In 2006 vraagt ook het kwaliteitsbeleid 12:56:56 de nodige de organisatie 06aandacht: 26-06-20 zal zich verder voorbereiden op HKZcertificering. Uitgangspunt vormen de in 2004 en 2005 uitgevoerde nulmetingen binnen de inhoudelijke en de ondersteunende processen. Certificering van de organisatie is van strategisch belang voor het verwerven van nieuwe projecten in de toekomst. Verder is in 2006 schaalvergroting actueel. In 2005 hebben de besturen van Stichting Welzijn Ouderen Amstelveen/Uithoorn en AMW Amstelland de intentie tot nauwe samenwerking uitgesproken. Samenwerking is in 2005 ook tot stand gekomen met Stichting Meerwaarde, een brede welzijnsinstel-
atie 69 mpens > Co ert k r we d lev elijk gewel p p k and a land j l el h i st l l amwam mste land.n aatsc info @ uisel A m h amstel W w t t m M .a e c www je j A op h > Pro en bi iet lijst gt n ro op t i u h n e c i a u 0, n w bez 13.50 > Gee lveen euro evert l Amste , g 0 n 0 i 3.0 iddel van 2 rtbem ning e l r e pv 06 gdhul Juni 20 20
an 48 ok kerla veen Amstel 18 5 JC 55 641 06 0 02 T. 0 02 56 64 0 F. 02
kwerk:
Drukke
lsi rij Exce
lemen
ele prob
Relation
lemen le prob Materie
or
ling waaronder ook algemeen maatschappelijk werk valt, werkzaam in de Meerlanden. Een eerste exponent van die samenwerking is het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld dat tot doel heeft huiselijk geweld te stoppen. Ook de zichtbaarheid van de organisatie vraagt in 2006 alle aandacht. AMW Amstelland wil zichtbaar zijn in de samenleving, aanwezig zijn in de wijk en aanspreekbaar voor andere professionals en vrijwilligers. Daaraan wordt gewerkt door meer contact op wijkniveau tot stand te brengen tussen professionals van zorg, welzijn, politie en vrijwilligersorganisaties. Ook het contact met de kerken wordt intensiever. Vooral in Amstelveen en OuderAmstel stonden de kerken cliënten in nood bij via een gevulde boodschappentas of kleine sommen geld. Vanzelfsprekend zal AMW Amstelland ook in 2006 volop betrokken zijn bij de samenleving en bij het toenemend aantal mensen dat de ontwikkelingen in die samenleving en het tempo waarin deze zich voordoen nauwelijks meer kan volgen. Zij raken in de knel door het groeiend beroep dat gedaan wordt op hun eigen verantwoordelijkheid en door de steeds wijzigende regelgeving rondom zaken als ziekte, arbeid, inkomen en verzekeringen. Ook in 2006 zal AMW Amstelland de hulpvraag van deze mensen beantwoorden met een optimaal beschikbaar en goed afgestemd aanbod.
>>>>>>>> Meer langdurende ondersteunende begeleiding
In 2005 kreeg AMW Amstelland te maken met een grote vraag naar langdurende ondersteunende begeleiding. Deze vorm van begeleiding vergt een geheel andere aanpak dan de kortdurende, doelgerichte hulp die de maatschappelijk werkers over het algemeen bieden. Steeds vaker krijgt AMW Amstelland cliënten die intensieve, langdurende begeleiding nodig hebben. Bij deze cliënten speelt vaak ernstige, samengestelde problematiek, zoals ouderen met chronische ouderdomsklachten die vereenzamen of uitbehandelde psychiatrische patiënten met een zwak sociaal netwerk, geldgebrek en relationele problemen. Deze cliëntengroep en hun hulpvraag wijken aanzienlijk af van wat AMW Amstelland als haar belangrijkste koers zag: kortdurende doelgerichte hulp bieden aan mensen bij wie enkelvoudige problematiek speelt, die hun probleem helder kunnen omschrijven en deze relatief snel de baas zijn. In de visie van AMW Amstelland hangt de toenemende vraag naar langdurende ondersteunende begeleiding samen met de afbouw van de verzorgingsstaat in Nederland, waardoor sociaal zwakkeren vaker dan voorheen tussen wal en schip dreigen te raken. Deze cliënten worden in de meeste gevallen verwezen door de GGD, de huisarts, de Sociale Dienst of door vrijwilligers, die hun hulpverlening stuk zagen lopen. De maatschap-
AMW Amstelland creëert veilige en gezonde werkple
cursus outreachende hulpverlening > Medewerkers vo
> Samenwerking tussen de Algemene Hulpdienst en h
AMW Factsheet.indd 2
AMW, Amstelveen > Jaarbericht 2005. Formaat: drieklapper gevouwen naar A4 formaat.
pelijk werkers gingen meer outreachend werken, omdat deze nieuwe cliëntengroep vaak thuis of elders bezocht wordt en ‘overgehaald’ moet worden tot het accepteren van hulp. Daarnaast verleende AMW Amstelland zorgtrajecten aan cliënten van de Sociale Dienst Uithoorn en Aalsmeer. Hierbij gaat het om mensen met een complexe problematiek die niet direct bemiddelbaar zijn naar werk. Het doel van deze trajecten is de zelfredzaamheid versterken en het tegengaan en voorkomen van uitsluiting en isolement.
>>>>>>>> Introductie productfinanciering
Na een grondige voorbereiding introduceerde AMW Amstelland in 2005 productfinanciering. Zowel richting financiers als voor de interne bedrijfsvoering blijkt dit een goede ontwikkeling. Bij de gemeente Amstelveen is al voor 2005 een productbegroting ingediend. Bij de andere gemeentes gebeurt dit in 2006 en 2007. De eerste ervaringen zijn positief. De productbegrotingen geven inzicht in de tijdsbesteding en kosten per product. AMW Amstelland vindt het plezierig dat de relatie met opdrachtgevers mede door de productfinanciering transparant wordt: de relatie bestaat uit een financiële en een inhoudelijke component en voor beide componenten is op verschillende tijdstippen en in verschillende overlegsituaties aandacht. Zo kan door producten in aantallen te offreren bij bezuinigingen inhoudelijk besproken worden welke producten wel/niet meer geleverd moeten worden en blijft de discussie niet beperkt tot de financiële
aspecten. In 2005 is bijvoorbeeld opgevallen dat meer tijd nodig was voor het verlenen van hulp aan cliënten en dat dit ten koste is gegaan van de preventieve taak van het maatschappelijk werk. Verder geldt de productfinanciering als goede voorbereiding op de situatie waarin het werk aanbesteed gaat worden, wellicht van kracht bij de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. Nadelen van de productfinanciering zijn een toename van registratie en extra kosten vanwege accountantscontroles. AMW Amstelland bewaakt nauwlettend dat de dienstverlening aan cliënten niet leidt onder deze toenemende registratie en verantwoording aan diverse (overheids)instanties.
>>>>>>>> Buurtbemiddeling op stoom
In 2004 startte AMW Amstelland in Amstelveen het project buurtbemiddeling. Bij buurtbemiddeling bemiddelt een aantal getrainde vrijwilligers in conflicten tussen buren en helpt om verstoorde relaties te herstellen. Cliënten bleken tevreden over deze laagdrempelige vorm van hulpverlening.
Cliënten maakten in 2005 regelmatig gebruik van buurtbemiddeling en waren tevreden over de resultaten. Over het algemeen waren de cliënten blij dat zaken weer bespreekbaar waren, dat het contact met de buren hersteld was en dat men weer rekening met elkaar hield. Daarmee levert buurtbemiddeling zoals verwacht een bijdrage aan een grotere leefbaarheid in de wijken. Toch bleef de vraag enigszins achter bij de verwachting, met als belangrijke oorzaak de geringe bekendheid van het product, vooral bij verwijzende instan-
ties, zoals politie en woningcorporaties. In 2006 wordt dan ook meer aandacht besteed aan de public relations en wordt het contact met de nieuwe buurtregisseurs geïntensiveerd. In het laatste kwartaal van 2005 gingen de voorbereidingen van start voor buurtbemiddeling in Uithoorn.
>>>>>>>>
plaatsvinden op basis waarvan zaken worden bijgestuurd. Dit cyclisch proces, vernoemd naar kwaliteitsdeskundige Deming, bevat steeds terugkerende onderdelen als vastleggen, implementeren, controleren en bijsturen.
>>>>>>>> Hulpverlening
Naar kwaliteits-
aan 18-23
certificaat
jarigen
In 2005 zette AMW Amstelland forse stappen op weg naar certificering. Zo ging de organisatie werken met een elektronisch kwaliteitshandboek en is een nulmeting uitgevoerd binnen de ondersteunende processen. Belangrijk was de bewustwording dat kwaliteit meer is dan alleen het in documenten vastleggen hoe iets moet worden gedaan. AMW Amstelland ging in 2005 gebruikmaken van het elektronisch handboek, toegankelijk via Internet. Dit handboek biedt handige formats waarbinnen documenten van een organisatie opgeslagen en geactualiseerd kunnen worden. Verder vond een nulmeting plaats binnen de ondersteunende processen van de organisatie. Een nulmeting binnen de primaire processen vond al eerder plaats. Op basis hiervan worden in 2006 verbetertrajecten opgezet. Deze betreffen het vastleggen van procedures en afspraken enerzijds en het naleven daarvan anderzijds. Waar tot voor kort de focus van kwaliteitstrajecten lag op het vastleggen van procedures, ontstond in 2005 het bewustzijn dat een dergelijk traject veelomvattender is: alle medewerkers leveren kwaliteitszorg en moeten dat verankeren in hun werkprocessen. Daardoor ontstaat een continu proces waarbinnen steeds metingen
Sinds 1 januari 2005 kunnen ook 18 tot 23-jarigen gebruikmaken van de diensten van AMW Amstelland. Via casuïstiekbespreking bekwaamden de maatschappelijk werkers zich in de hulpverlening aan deze jongeren, die andere accenten kent dan de hulpverlening aan volwassenen.
Per 1 januari 2005 droeg Bureau Jeugdzorg de hulpverlening aan jongeren tussen de 18 en 23 jaar over aan AMW Amstelland. Ruim 93% van het verwachte aantal jongeren maakte daadwerkelijk gebruik van de diensten van AMW Amstelland. De maatschappelijk werkers hebben zich via casuïstiekbespreking met een consulterende rol van een hulpverlener van Bureau Jeugdzorg voorbereid op de hulpverlening aan jongeren. Kenmerkend voor de hulpverlening aan jongeren - en nieuw voor de medewerkers van AMW Amstelland - is het vluchtige contact, de vaak crisisachtige sfeer van het contact en de korte spanningsboog van jongeren. Dit vraagt van de hulpverleners een andere houding. De manier waarop jongeren hun problemen presenteren en de kwetsbare levensfase waarin jongeren zitten, kunnen de hulpverlener die daar niet mee vertrouwd is gemakkelijk verleiden tot de rol van vervan-
gende ouder en dat is niet gewenst. Essentieel binnen de hulpverlening aan jongeren blijkt het aanspreken op zelfstandigheid en op het maken van eigen keuzes. De problematiek waarmee jongeren zich tot AMW Amstelland wendden, bestond voor een groot deel uit financiële problemen en schulden en uit problemen rondom het verlaten van het ouderlijk huis en het starten van een zelfstandig leven.
>>>>>>>> Bedrijfsmaatschappelijk werk succesvol
In 2005 beantwoordde het bedrijfsmaatschappelijk werk aan de gestelde doelen: de omzet lag boven de prognose, er is nieuw aanbod gecreëerd en het aantal klanten groeide.
Het bedrijfsmaatschappelijk werk voegde een aantal belangrijke klanten toe aan haar klantenkring, te weten Amstelring, Onderwijsgroep Amstelland, Kinderopvang Kinderrijk, Stichting Brentano en Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Verder steeg de dienstverlening aan de Bloemenveilig Aalsmeer aanzienlijk. Al met al groeide de omzet met 80% en maakt daarmee 4% uit van de totale omzet van AMW Amstelland. Om deze groei mogelijk te maken, breidde AMW Amstelland de formatie bedrijfsmaatschappelijk werkers uit. Bedrijfsmaatschappelijk werk is verder geprofessionaliseerd door opname in het registratiesysteem. Daardoor kunnen eenvoudig rapportages geproduceerd worden voor opdrachtgevers.
>>>>>>>> Aanvangscursus overbrugt wachttijden
AMW Amstelland zette in 2005 de aanvangscursus in als middel om wachttijden te overbruggen. Hoewel de wachttijden meevielen, maakten cliënten toch van het aanbod gebruik.
Sinds januari 2005 kunnen cliënten van AMW Amstelland de periode tussen intake en hulpverlening overbruggen door deelname aan de aanvangscursus. Deze cursus, en vooral de huiswerkopdrachten, helpen de cliënten inzicht te krijgen in de problematiek en kan deze alvast verlichten. Ook kan de cursus het hulpverleningsproces efficiënter laten verlopen, omdat de cliënt via de aanvangscursus al is begeleid bij het helder verwoorden van de problematiek. AMW Amstelland besloot aanvangscursussen aan te bieden omdat verwacht werd dat de vraag naar dienstverlening in 2005 zou groeien bij een gelijkblijvend of zelfs dalend aanbod. Dit zou leiden tot een grote druk op de medewerkers en lange wachttijden voor cliënten. Hoewel de wachttijden meevielen, namen gemiddeld toch vijf cliënten per week deel aan de aanvangscursus. Over de wachttijden: voor 63% van de cliënten bedroeg de wachttijd van intake tot hulpverlening tussen de 0 tot 2 weken. Voor 20% lag de wachttijd op 2 tot 3 weken en 17% wachtte langer dan 3 weken op hulpverlening.
ekken > Preventiemedewerker benoemd > Ziekteverzuim tijdelijk 17% > Maatschappelijk werkers volgen
olgen training korte oplossingsgerichte therapie > Uithoorn realiseert loket wonen, zorg en welzijn
het buurtproject Ouderen komt tot stand > AMW Amstelland ondersteunt projectgroep seksueel geweld
26-06-2006 12:57:03
De Cijfers
*
2005
2006
Leden 41.608 Bezoekers Uitleningen 1.187.304 Omvang collectie 422.000 Gebruik webdiensten 169.795 Gebruik digitale bestanden 177.492 Leenverkeer (excl. CDR*) onbekend Leenverkeer CDR* 2.113 Zoekvragen Al@din IS ** ca. 1.900 Zoekvragen Al@din IB ** 644 Tentoonstellingen/exposities 15 Bezoekers culturele activiteiten 1.750 Groepsbezoekers vmbo 600 Cursisten Nederlands als tweede taal (NT2) 496 Cursisten Makkelijk Lezen Plein
41.643 ca. 800.000 1.333.047 430.000 281.525 263.212 6.286 2.948 1.264 753 125 3.743 1.200 486 1.299
CDR staat voor Centrale Discotheek Rotterdam.
** Al@din IS staat voor zoekvragen op MBO-niveau; Al@din IB staat voor zoekvragen op HBO-niveau.
2
Zelfbedieningsbibliotheek Zelfservice waar het kan, service waar het moet. De Stadsbibliotheek voert een actief beleid om haar klanten zoveel mogelijk zelfstandig boeken en andere materialen te laten innemen, uitlenen, reserveren en verlengen. Bovendien is onze service erop gericht dat de klant met de elektronische hulpmiddelen, die zowel in de bibliotheek als thuis beschikbaar zijn, zijn weg naar informatie gemakkelijk vindt. In de afgelopen jaren zijn de bibliotheken Noord en Oost overgegaan op zelfbediening voor het lenen en inleveren van materialen. Voor Bibliotheek Oost is een speciale kast ontwikkeld die niet alleen automatisch inneemt, maar waarbij de klant zijn ‘waardering’ laat blijken door de boeken terug te zetten op boekenplanken met de termen ‘saai’, ‘spannend’ en inspirerend’. Het betrof hier een proef voor één jaar. Vanaf 2006 kan men met veel extra zoektermen - door middel van associatief zoeken - de gevraagde informatie eenvoudiger achterhalen. Daarnaast kan de klant zelf boeken en andere materialen reserveren in onze catalogus.
saai ✓ spannend inspirerend 8
Stadsbibliotheek Haarlem > Jaarverslag 2006. Formaat: 180 x 180 mm.
“
“Vrijheid, welvaart en de ontplooiing van
samenleving en individu zijn fundamentele menselijke waarden. Deze kunnen alleen worden gerealiseerd door goed geïnformeerde burgers, die in staat zijn hun democratische rechten uit te oefenen en een actieve rol te spelen in de samenleving. Constructief deelnemen aan het maatschappelijk leven en meewerken aan het vormgeven van de democratie zijn af hankelijk van voldoende opleiding en van vrije en onbeperkte toegang tot kennis, wetenschap, cultuur en informatie”.
”
Zo begint het Unesco Manifest over de Openbare Bibliotheek.
St
Servicebibliotheek Mensen op achterstand hebben een streepje voor.
Mensen die niet vanzelfsprekend gebruik kunnen maken van onze dienstverlening kunnen rekenen op extra service. Het gaat hierbij om mensen met een fysieke beperking, een achterstand in taal of een leeshandicap. Wij openden in alle vestigingen Makkelijk Lezen Pleinen voor kinderen met een leeshandicap. Het inmiddels reguliere jaarprogramma Makkelijk Lezen bereikte in 2006 343 kinderen, 518 ouders en 438 leerkrachten, veel meer dan waarop wij hadden gerekend.
9
6 0 0 2 n i n i p S e D
iothee adsbibl
em k Haarl
4 0 0 2
A G R S L R V E A UNT P A D J MEL CEN
TRA
AL
NOO ZORG
RON RD G
INGE
N
kkkk
A c A W s s s Y X G U J f P I G A O J A W o mlklkfAnnE
AAkAkkkyysy
De overdracht naar het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) is alles bepalend in het reilen en zeilen van het CMZ in 2004. De cliënt merkt nog weinig van de komende veranderingen. Zij krijgen een tijdige indicatie, gesteld in functies.
2004: CIZ in zicht Wie de afgelopen jaren het CMZ heeft gevolgd, zal niet verbaasd zijn dat ook 2004 veranderingen en onrust met zich meebracht. Het lijkt bij de indicatieorganen te horen. Dé verandering voor 2004 is de overdracht van de gemeentelijke verantwoordelijkheid naar die van het Rijk. Naast onrust over behoud van werk voor alle medewerkers, bracht het ook gemengde gevoelens met zich mee. Er is sprake van opluchting bij het bestuur omdat het CMZ niet meer op de begroting van de gemeenten drukt. Aan de andere kant betreurt zij het dat niet alle zorgvragen vanuit één loket kunnen worden behandeld. Gedurende het jaar zijn regelmatig informatiebijeenkomsten georganiseerd om directie, bestuur en medewerkers zoveel als mogelijk te betrekken bij de overdracht naar het CIZ. Daarbij werd snel duidelijk dat de functie van de directeur van het CMZ in de nieuwe organisatie niet zou voortbestaan. Zij aanvaardde aan het eind van het verslagjaar een functie als Manager opleidingen bij het CIZ. Hoewel het behoud van de werkgelegenheid voor alle medewerkers in de overdracht vroegtijdig is geregeld, heeft het lang geduurd voor de medewerkers duidelijkheid werd geboden in de vorm van een nieuwe arbeidsovereenkomst. De CMZ medewerkers hadden gedurende het hele reorganisatieproces het gevoel dat sommige zaken door tijdsdruk niet altijd goed doordacht of soms onzorgvuldig zijn aangepakt. Overigens hebben de vakbonden een sociaal akkoord met het CIZ kunnen afsluiten. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de medewerkers onder de CAO voor Verpleeg- en 4
CMZ, Noord Groningen > Jaarverslag 2004. Formaat: A4 formaat.
Verzorgingshuizen vallen en dat er afspraken over de ziektekostenverzekering en de pensioenvoorziening zijn gemaakt. Ondertussen ging het “gewone” werk door. De indicatiestellers konden in 2004 aardig uit de voeten met het functiegericht indiceren, maar de zorgverzekeraars en zorgaanbieders bleken hier meer moeite mee te hebben. Het heeft tot in juli geduurd voordat het zorgkantoor de gegevens van het CMZ kon verwerken. Tot die tijd moesten alle gegevens door het CMZ geconverteerd worden in een andere versie, hetgeen veel tijd kostte. In 2005 zal de EI(Externe Integratie)-standaard door het CIZ onder de loep worden genomen, daar het zorgkantoor heeft aangegeven dat de nu aangeleverde gegevens te summier zijn. In het najaar van 2004 werden tussen de directeur en de indicatiestellers productieafspraken gemaakt, die er toe leidden dat aan het einde van 2004 alle achterstanden waren weggewerkt. Het aantal aanvragen daalde in 2004 in lichte vorm. Door de invoering van het werkdocument “Gebruikelijke Zorg” moesten meer cliënten worden teleurgesteld, omdat hun aanvraag voor hulp afgewezen wordt als er ook mantelzorg aanwezig is. Het CMZ is enigszins ongerust over de discrepantie die ontstaat door de bezuinigingen binnen de AWBZ-zorg en de toenemende behoefte aan zorg bij de cliënten. Ook het CMZ diende in 2004 te bezuinigen. De gemeenten stelden hier een bedrag van € 20.000,= voor vast en
“ De website van het CIZ is informatief voor zowel personeel als cliënt”
AysyfnnEGIJGY
De indicatiestellers konden in 2004 behoorlijk uit de voeten met het functiegericht indiceren, maar zij werden soms gehinderd door invloeden van buiten. In het najaar werkten zij meer productiegericht en zijn de achterstanden weggewerkt.
Indicaties: geen achterstand en meer Functiegericht indiceren Gedurende het verslagjaar 2004 raakte het functiegericht indiceren redelijk ingebed in de organisatie. De LVIO (Landelijke Vereniging van Indicatie Organen) ontwikkelde per functie een werkdocument ter verduidelijking van de functies, maar deze konden interpretatieverschillen niet geheel voorkomen. Collegiaal overleg of hulp van de helpdesk van de LVIO bracht in die gevallen vaak uitkomst. Ook heeft de LVIO een keer een casuïstiekbespreking bij het CMZ bijgewoond, om te komen tot meer inzicht in de interpretatieverschillen. Het is aan het CIZ om hier in 2005 verder mee aan de slag te gaan en voor een zo groot mogelijke eenduidigheid zorg te dragen. Het werkdocument ‘Gebruikelijke Zorg’ noopte de indicatiestellers ertoe om vaker een hulpvraag af te wijzen als er mantelzorg aanwezig is. De nieuwe werkwijze vroeg meer uitleg aan de cliënten tijdens de huisbezoeken. De mogelijkheid om te kunnen kiezen voor de beste zorgzorgaanbieder wordt door het CMZ als het grootste voordeel van het functiegericht indiceren gezien.
indiceren in het aanbod van de zorgleveranciers. In Noord Groningen heeft dit onder andere geleid tot het samenstellen van zorgarrangementen voor de thuiszorg. Het CMZ ervaarde dat de zorgaanbieders nog veelal productgericht denken en werken. Productiviteit In het najaar van 2004 zijn er met de indicatiestellers productieafspraken gemaakt. Er is een tijdschema gemaakt voor de directe, standaard, uitgebreide en verkorte indicaties. Aan de hand van een zogenaamde nulmeting is vastgesteld hoeveel afspraken en indicatieaanvragen zij per dag konden afhandelen. Hoewel dit in eerste instantie enige weerstand bij de medewerkers gaf, kon aan het eind van het verslagjaar worden gesteld dat het hun ook een nieuwe uitdaging en houvast gaf. De indicatiestellers kregen bovendien de mogelijkheid aangeboden om vanuit huis de telefonische indicaties te behandelen. De datatypistes zorgden vervolgens voor de administratieve afhandeling. Het is verheugend te kunnen stellen dat met deze nieuwe wegwerkwijze de achterstanden geheel konden worden weggewerkt. Overigens bleek het waarborgen van de kwaliteit een punt van aandacht bij het telefonisch indiceren. Alle indicaties zijn tijdig genomen. Er was sprake van een kleine afname in 2004 in het aantal hulpvragen en gestelde indicaties.
kkWHHJ De omslag naar functiegericht indiceren bleek voor de zorgverzekeraars en de zorgleveranciers niet eenvoudig te maken, onder andere door problemen met het exporexporteren van de gegevens (zie gegevensverwerking). Het AWBZ-brede AWBZ -brede zorgregistratie (AZR ((AZR)-systeem AZR)-systeem )-systeem zorgde uiteinuiteindelijk voor de oplossing. Dit systeem zorgt ervoor dat de indicatiebesluiten dagelijks naar het zorgkantoor worden gestuurd en het zorgkantoor deze gegevens kan verwerverwerken voor de eigen administratie en die voor de zorgzorgaanbieders. Tevens vindt terugkoppeling plaats op het moment dat de zorg wordt ingezet. In de stuurgroep “model koploperproject” is in 2004 verder gewerkt aan de integratie van het functiegericht
“ Ik wens dat de trein die de afgelopen jaren voort bleef razen het juiste station is binnengelopen.”
6
het CMZ besloot derhalve te bezuinigen op opleidingen en automatisering. Dit dreigde voor de laatstgenoemde categorie mis te gaan toen de computers crashten. Gelukkig zegde het CIZ toe om de nog benodigde investeringen in de automatisering aan de gemeenten te vergoeden. Hierdoor kwam de voortgang in het werk niet al te zeer in gevaar. Op het gebied van kwaliteit zijn resultaten geboekt door het omschrijven van protocollen en werkprocessen en doordat het CIZ SIP’s (standaard indicatieprotocollen) ontwikkelde voor eenvoudige indicaties als insuline spuiten en wondverzorging. Deze SIP’s zorgen voor een snellere dienstverlening aan de cliënt. De reorganisatie had ook gevolgen voor de samenwerkingspartners. “Een vloot op koers” richtte zich dan ook niet meer op robuuste rio’s, maar trachtte besturen en directies zoveel mogelijk te ondersteunen in het proces van overdracht. Waarschijnlijk zal dit samenwerkingsproject halverwege 2005 worden opgeheven. Gedurende het verslagjaar werden ook de contacten met de gemeenten minder intensief om zo te kunnen toegroeien naar het moment waarop de verantwoordelijkheden van die gemeenten konden worden overgedragen aan het Rijk, die uitvoeringstaken heeft neergelegd bij het CIZ. Zoals gezegd, met hier en daar gemengde gevoelens, maar met de wens dat de cliënt de zorg krijgt toegewezen waar hij recht op heeft.
Overige indicaties Ook in 2004 zijn de indicaties voor de GGZ (Geestelijke
Gezondheidszorg) de gehandicaptenzorg aan het Jurry Bonnema -ensecretaris CMZ
GGZ en de LCIG (Landelijke Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg) gemandateerd. De indicaties voor
Met de (Wet overdracht van het CMZ aan zijn het door CIZde de Wvg voorzieningen gehandicapten) komt een gemeenten einde aanbehandeld. een langeDe periode vaninperbetreffende gemeenten het soonlijke betrokkenheid bij het regionale indicatieorgaan van Jurry Bonnema, hoofd van de afdeling welzijn van de gemeente Loppersum,. Hij vertelt: “Deze betrokkenheid gaat terug naar 1982, toen ik als projectleider in dienst kwam van de Stichting Welzijn Ouderen Loppersum, Stedum, Ten Boer en ’t Zandt. De stichting organiseerde samen met de maatschappelijk werkster van de toenmalige indicatiecommissie het overleg over de wachtlijsten van de verzorgingshuizen. Bij de overleggen waren, naast ons, betrokken de directeur van het betreffende verzorgingshuis, de gezinsverzorging, de wijkverpleging en soms de huisarts. Naast de cliëntbespreking leverde de informatie uit de overleggen voor de Stichting Welzijn Ouderen steeds weer bouwstenen op voor nieuwe voorzieningen, waarmee ouderen langer zelfstandig konden wonen. Denk bijvoorbeeld maar aan het hulpoproepsysteem, dagopvang, een restaurant en tijdelijke opname. En de eerste stappen werden gezet in de uitwisseling van diensten tussen thuiszorg en verzorgingshuis. Met gesloten beurs, want daar voorzagen de regels nog niet in. Fusies en schaalvergrotingen in de zorg maar ook in de indicatiestelling hebben deze kleinschalige vormen van overleg en bemiddeling in de loop der jaren verdrongen. Daarmee kreeg ook mijn bemoeienis een ander karakter. Als hoofd van de afdeling Welzijn van de gemeente Loppersum werd ik secretaris van de gemeenschappelijke regeling van gemeenten die het CMZ in stand houden. Een turbulente periode van vergroting van het werkgebied, verzelfstandiging van het bureau, toevoeging van de thuiszorgindicaties, verbreding van taken, professionalisering en provinciale samenwerking en uiteindelijk de overdracht. Ik vind het een leuke ervaring, met vele collegiale en vriendschappelijke contacten en met vele tegenspelers die voorbij kwamen. Eerst was het gemakkelijk om er even bij te doen maar uiteindelijk was het naast het “gewone” werk niet meer goed bij te benen. De versterking met een eigen directie en in de laatste jaren het provinciale projectbureau bood wel goede compensatie, maar ik denk dat het goed is dat nu op een gedegen en professionele structuur kan worden verder gebouwd. Ik wens de organisatie en de individuele medewerkers van harte toe, dat de trein die de afgelopen jaren voort bleef razen het juiste station is binnengelopen.”
5
werkgebied van CMZ Noord Groningen hebben deze indicaties ook niet aan het CIZ overgedragen op januari 2005. Gegevensverwerking Problemen met het verwerken van de functiegerichte indicaties door de zorgverzekeraar hebben ertoe geleid dat het CMZ tot in juli 2004 alle gegevens converteerde naar productgerichte gegevens. Dit kostte de medewerkers van het CMZ extra tijd, maar bemoeilijkte ook voor hen de omslag van product naar functiegericht denken. Voor de organisatie bracht dit een financiële tegenvaller met zich mee, omdat zij de toegezegde bijdrage van het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) misliepen. Dit ministerie had een bijdrage toegezegd per indicatie als de automatiseringsproblemen voor juli zouden zijn opgelost. De zorgverzekeraars hebben aangegeven dat de gegevens die worden aangeleverd volgens de EI-standaard soms te beperkt zijn. Het is aan het CIZ om hier in 2005 mee aan de slag te gaan. De applicatiebeheerder van het CMZ heeft haar kennis en vaardigheden gedurende een periode gedeeld met de CMZen Hoogezand-Sappemeer en Westerkwartier, om de gegevensverwerking ook daar goed te kunnen organiseren. In het verslagjaar waren er regelmatig updates van het GINO (het administratiesysteem). De gegevens uit dit systeem zijn ook dit jaar naar het Sociaal Planbureau gestuurd. Het SPB schrijft aan de hand van alle landelijk aangeleverde gegevens een rapport waarop bijvoorbeeld het zorgbeleid kan worden vastgesteld. Verder is het planningspakket Paralax ingevoerd om de aanvragen te kunnen plannen. Alle medewerkers zijn hier intern op ingewerkt en zij zijn hier enthousiast mee aan de slag gegaan.
Jeannette Zwiers – secretariaat “Vijf jaar geleden had ik geen idee wat een indicatieorgaan was. Ik ben hier via een uitzendbureau komen werken en ik ben nooit meer weggegaan”, vertelt Jeannette Zwiers. Zij werkt samen haar collega’s met veel plezier op het secretariaat. “Ja, we zijn een hecht team en we kunnen alles met elkaar bespreken. Het was bijvoorbeeld voor mijn collega, die directiesecretaresse was, lang onduidelijk welke functie zij zou gaan krijgen. Dat raakt ons dan allemaal, maar gelukkig heeft zij inmiddels een andere functie binnen het CMZ gekregen. Ondanks alle onrust die er is hebben we erg veel lol met elkaar en ik stap hier dan ook vrolijk ’s morgens naar binnen. Hoewel het werk voor ons nog niet heel erg sterk verandert na de overname, is er wel een aantal taken die regionaal overgenomen zullen worden. Dat is bijvoorbeeld de inkoop van kantoorartikelen, maar ook de bezwaarprocedure is daar een goed voorbeeld van. Best wel jammer, want dat was voor mij een boeiend onderdeel. Dit zal misschien wel het laatste jaarverslag zijn waarvan ik de werkzaamheden coördineer.” Jeannette had namelijk ook de communicatie en p.r. in haar takenpakket. Ze is tevreden over de wijze waarop het personeel en de relaties zijn geïnformeerd. “We kregen veel nieuws op de mail en persoonlijk vind ik de website van het CIZ ook erg informatief voor zowel de cliënt als het personeel. De huisstijl ziet er professioneel en mooi uit. Die positieve uitstraling geeft natuurlijk het vertrouwen dat er gebouwd wordt aan een degelijke organisatie, waar de cliënt goed geholpen kan worden. Ik wil de overdracht graag zien als een positieve verandering, die even de tijd moet krijgen om dat te kunnen laten zien.”
yysyfnnEGIJGY 7