EEN JAAR NA DE LANCERING VAN RENAULT ECO² ZET RENAULT ZIJN VORDERINGEN OP MILIEUGEBIED VOORT

PERSBERICHT 18 juni 2008

EEN JAAR NA DE LANCERING VAN RENAULT ECO² ZET RENAULT ZIJN VORDERINGEN OP MILIEUGEBIED VOORT. In mei 2007 lanceerde Renault het label Renault eco², waaraan de klanten de meest milieuvriendelijke modellen uit het gamma kunnen herkennen. In november 2007 stelde Renault op de Challenge Bibendum Logan ‘Renault eco²’ Concept voor om aan te tonen dat ‘ecologisch en economisch’ niet noodzakelijk ten koste moeten gaan van de prestaties en uitrusting. Het merk zet die stelling vandaag kracht bij met de presentatie van de TCe 130 motor, de recentste innovatie tot stand gekomen door Renaults knowhow op het gebied van mechaniek, die past in de downsizingfilosofie.

Dankzij de inspanningen van vele jaren behoort Renault nu tot de drie meest doeltreffende constructeurs in Europa wat de CO2-uitstoot betreft. Dit is een opmerkelijke prestatie, maar het beperken van de verontreinigende emissies is op zijn minst even belangrijk. De NOx Trap, die tijdens de milieuworkshop werd voorgesteld, illustreert het werk van Renault op het vlak van de emissiebeperking.

Parallel zet Renault zijn ontwikkelingsstrategie voor elektrische voertuigen voort. In januari 2008 ondertekenden de Alliantie Renault-Nissan en Project Better Place een overeenkomst om vanaf 2011 op grote schaal elektrische voertuigen te lanceren in Israël en Denemarken. Het is best mogelijk dat binnenkort andere markten volgen. In 2006 bepaalde het Renault Contract 2009 dat Renault, in het kader van dit plan, brandstofcelwagens gebaseerd op de geavanceerde technologieën van de Alliantie zou testen. Vandaag presenteert Renault het prototype Scénic ZEV H2, een elektrisch voertuig met een brandstofcel die alleen waterdamp uitstoot. Met deze wagen zullen proefritten uitgevoerd kunnen worden tijdens de workshop.

Er zijn nog andere projecten die onze inspanningen voor het milieu illustreren. Met enkele eenvoudige en doeltreffende handelingen kunnen wij als bestuurder ons brandstofverbruik met 20% verlagen. Renault zal zijn klanten een opleiding Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT ‘ecorijden’ aanbieden met een simulator die vanaf het einde van het jaar beschikbaar zal zijn in het dealernet. Deze simulator zal tijdens de milieuworkshop getest kunnen worden.

Renault is al jaren koploper wat het levenscyclusmanagement betreft. In februari creëerde Renault trouwens Renault Environnement om de ontplooiing van toekomstige recyclageactiviteiten en andere milieuaspecten te vergemakkelijken, en dat zowel in Frankrijk als daarbuiten. Renault kondigde dit jaar ook de ondertekening aan van een joint venture aan met SITA, een dochteronderneming van Suez Environnement. Dat partnerschap is een wereldprimeur met als doel de operationele implementatie van de verwerking van voertuigen aan het einde van hun levensduur te versnellen. Ten slotte werden de inspanningen van de productiesites voortgezet en dragen vandaag 100% van de Renault-fabrieken het milieulabel ISO 14001.

Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT

INHOUDSOPGAVE

1. Mechaniek ten dienste van het milieu

a. Downsizing: bv. TCe 130 b. Beperking van de verontreinigende emissies, bv. NOx Trap 2. Naar ‘nulemissie’ a. Het elektrische voertuig b. Het prototype Scénic ZEV H2

3. Ecorijden, of hoe zich een milieuvriendelijke en zuinige rijstijl eigen te maken a. Wat is ecorijden? b. Praktische tips

4. Levenscyclusmanagement, een prioriteit bij Renault a. Renault bevestigt zijn toonaangevende positie op het vlak van het levenscyclusmanagement. b. 100% van de Renault-fabrieken dragen het ISO 14001 label.


PERSBERICHT

1. MECHANIEK TEN DIENSTE VAN HET MILIEU Om een gamma milieuvriendelijke en voor iedereen toegankelijke voertuigen te kunnen aanbieden, moeten de ingenieurs van Renault permanent een dubbele uitdaging voor ogen houden: terzelfder tijd de CO2-uitstoot (broeikasgas) en de emissies van verontreinigende stoffen beperken. Downsizing is voor Renault het verkleinen van de cilinderinhoud om de CO2uitstoot te verlagen zonder aan te prestaties te raken. Dit is mogelijk dankzij het gebruik van de drukvulling. De familie TCe benzinemotoren, waarvan de TCe 130 de jongste telg is, past perfect in deze filosofie. Dankzij zijn turbocompressor met geringe inertie ontwikkelt dit nieuwe 1,4-l blok het vermogen van een 1,8-l motor en het koppel van een 2,0-l, terwijl het verbruik iets lager is dan dat van een 1,6-l krachtbron. Om de verontreinigende emissies te beperken en aan de toekomstige Europese regelgeving

te

voldoen,

werken

de

Renault-ingenieurs

ook

aan

de

emissiebeperking aan de bron, door de verbranding te optimaliseren en nabehandelingssystemen te ontwikkelen. Het NOx-verwijderingssysteem ‘NOx Trap’, waarmee de 2.0 dCi uitgerust zal zijn, is hiervan het beste voorbeeld.

Downsizing om zuinigheid te combineren met rijplezier De optimalisering van de klassieke motoren (benzine en diesel) blijft een van de beste middelen om het brandstofverbruik en dus ook de emissies van broeikasgassen te beperken. Het principe van 'downsizing’, waar Renault al heel wat ervaring mee heeft, biedt dan ook twee grote voordelen. Als de cilinderinhoud van een motor wordt verkleind, stoot hij minder CO2 uit terwijl zijn specifieke prestaties (koppel en vermogen per liter cilinderinhoud) verbeteren. Dit is mogelijk met turbodrukvulling, waarbij een deel van de energie in het uitlaatsysteem gerecirculeerd wordt om de inlaatlucht samen te persen. Die energierecuperatie en het feit dat een kleine motor, voor een bepaald voertuig, in een toerentalbereik met een hoger rendement werkt, resulteren in een beperking van het verbruik en dus van de CO2emissies tot waarden die iets lager liggen dan bij een 1.6 motor. Op Laguna bijvoorbeeld wordt een 2.2 dieselmotor die in 1996 een maximumvermogen van 115 pk ontwikkelde, nu vervangen door een 1.5 dCi van 110 pk. In minder dan 11 Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT jaar werd de CO2-uitstoot dus met 60 g/km verminderd, wat overeenstemt met een verlaging van het verbruik met 2,3 l/100 km.

dieselmotor

1996

2001

Laguna

Laguna II

2.2 dT 115 pk

1.9 dCi 110 pk

1,5 dCi 110 pk

7,2

5,6

4,9

1996 -> 2007: - 32%

190

150

130

1996 -> 2007: - 32%

brandstofverbruik (l/100 km) CO2-emissie (g/km) in de gemengde cyclus

2007 Nieuwe Laguna

Op Clio vervangt de TCe 100 motor de 1.7 benzinemotor die in 1991 een maximumvermogen van 90 pk ontwikkelde. De TCe 100 stoot 75 g minder CO2/km uit, ondanks zijn hoger vermogen. 1991 Clio

2001 Clio II

2002 CLIO III

benzinemotor

1.7 - 90 pk

1.4 - 98 pk

1.4 - 98 pk

CO2-emissies (g/km) gemengde cyclus

212

174

158

2007 CLIO III TCe 100 (1.2 16v turbo)

137

1991 -> 2007: - 35%

In het gamma voor het C-segment zal een 2,0-l benzinemotor die in 2002 een maximumvermogen van 136 pk en een maximumkoppel van 191 Nm afleverde, over enkele maanden vervangen worden door de TCe 130 motor (1,4-l turbo). De TCe 130 motor stoot ongeveer 16% minder CO2/km uit, maar behoudt vrijwel dezelfde vermogensen koppelwaarden. 2002 Mégane II

2009 Renault-voertuig C-segment

benzinemotor

2.0 16v 136 pk

(1.4 16v turbo)

verbruik en CO2emissie

Index 100

Index 84

TCe 100

2002 -> 2009: - 16%

De TCe-familie breidt uit met de TCe 130 De TCE 130, de nieuwste aanwinst in het gamma benzinemotoren van Renault, illustreert perfect de ervaring die de constructeur op het vlak van downsizing heeft verworven. Met het vermogen van een 1,8-l motor (130 pk) en het koppel van een 2,0-l (190 Nm) laat Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT deze nieuwe krachtbron met een cilinderinhoud van 1,4 l, op de voertuigen van het Csegment, CO2-emissies optekenen die iets lager zijn dan die van een 1.6. Net zoals bij zijn kleine broer, de TCe 100, zorgt de combinatie van een kleine cilinderinhoud met een turbo met beperkte inertie voor een grote levendigheid vanaf de lage toeren. De TCemotoren, die bijzonder zuinig en milieuvriendelijk zijn, anticiperen op een mogelijke vernieuwde populariteit van de benzinemotor bij de overschakeling op de Euro 5-norm. De TCe 130, ontwikkeld in het kader van de Alliantie Renault-Nissan, illustreert perfect de synergie tussen de twee partners: de knowhow van Nissan in de ontwikkeling van de benzinemotor en de ervaring van Renault op het vlak van verbranding en drukvulling. Deze nieuwe krachtbron, afgeleid van de atmosferische HR15 en HR16 motoren (1,5-l en 1,6-l, allebei verkrijgbaar in het Nissan-gamma), heeft een aluminium carter en een turbocompressor met enkelzijdige inlaat. Het profiel van de inlaatleidingen werd gewijzigd ten opzichte van de atmosferische motor. Met deze nieuwe leiding maakt de inlaatlucht een wervelbeweging in de verbrandingskamer die de homogeniteit van het mengsel verbetert en een hoger verbrandingsrendement oplevert. Die luchtbeweging, tumble of koprolwervel genoemd, bevordert de voortschrijding van het vlamfront en optimaliseert zo het koppel onderin, zonder aan de prestaties bij hogere toerentallen te raken. Continu variabele timing van de inlaatnokkenas verbetert de prestaties bij alle toerentallen en draagt bij tot de verlaging van het brandstofverbruik. Deze motor heeft een distributiesysteem dat gericht is op geluidscomfort, betrouwbaarheid en duurzaamheid. De TCe 130 motor wordt gekoppeld aan een handgeschakelde 6-versnellingsbak. Hij wordt geproduceerd in de fabriek van Valladolid, Spanje.

Technische kenmerken van de TCe 130 pk motor Motorenfamilie (Renault): H4Jt Cilinderinhoud: 1397 cm3 Boring x slaglengte (mm): 78 x 73,1 Aantal cilinders/kleppen: 4 / 16 Compressieverhouding: 9,2 : 1 Max. vermogen: 96 kW (130 pk) bij 5500 t/min Max. koppel: 190 Nm bij 2250 t/min. Injectietype: Multipoint sequentieel Emissieniveau: Euro 5 Versnellingsbak: TL4 handgeschakelde 6-versnellingsbak Voertuigmodellen: Renault-gamma voor het C-segment


PERSBERICHT

Technologie ten dienste van de luchtkwaliteit Om de verontreinigende emissies te beperken en aan de toekomstige Europese regelgeving te voldoen, concentreren de Renault-ingenieurs zich in een eerste fase op emissiebeperking aan de bron door de verbranding te optimaliseren (luchtinlaatsysteem, injectie en mengselvorming), en vervolgens op het ontwikkelen en plaatsen van nabehandelingssystemen (katalysator, deeltjesfilter voor dieselmotoren, …). Dankzij de verhoging van het gehalte aan edelmetalen in de driewegkatalysator zullen de benzinemotoren in overeenstemming zijn met de toekomstige Europese voorschriften betreffende de emissie van verontreinigende stoffen (Euro 5-norm die 1 september 2009 in werking treedt voor nieuwe voertuigen, en op 1 januari 2011 voor alle personenwagens). Dieselvoertuigen moeten, om aan de Euro 5-norm te voldoen, systematisch voorzien worden van een deeltjesfilter, nu al verkrijgbaar op de dieselmotoren van Renault (1.5 dCi, 1.9 dCi en 2.0 dCi). Nabehandeling van NOx (stikstofoxiden) is waarschijnlijk nodig om bepaalde personenauto’s in overeenstemming te brengen met de Euro 5-norm, en vrijwel zeker onvermijdelijk om aan de Euro 6-norm te voldoen.

Systeem voor stikstofoxideverwijdering van Renault, de NOx Trap De NOx Trap past perfect in het streven van Renault om de uitstoot van verontreinigende stoffen te beperken. Dit chemisch systeem houdt stikstofoxiden, die schadelijk zijn voor de gezondheid, op en zet ze om in neutrale gassen. Dit nabehandelingssysteem zal vanaf september in Frankrijk en Duitsland beschikbaar zijn op privé wagenparken van Renaults Espace met de 2.0 dCi motor. Renault deponeerde 36 patenten op dit systeem. Deze nieuwe NOx Trap oxidatiekatalysator vervult een dubbele functie: -

traditionele oxidatie van HC (koolwaterstoffen gevormd ten gevolge van een onvolledige verbranding) en CO (koolmonoxide die ontstaat als de verbranding onvolledig is ten gevolge van een zuurstoftekort)

-

behandeling van NOx (stikstofoxiden die bij zeer hoge temperaturen worden gevormd tijdens de verbranding van diesel).


PERSBERICHT

Werking van de NOx Trap

De werking van de NOx Trap berust op een opeenvolging van vulfasen (gedurende ongeveer 10 min./ 10 km rijden) en ledigingsfasen (5 seconden) die volkomen transparant zijn voor de klant. Tijdens het vullen slaat de NOx Trap de stikstofoxiden uit de uitlaatgassen op door ze chemisch op te sluiten door middel van een specifieke impregnatie in de katalysator (platina, barium, rodium). Het platina op de katalysator zet het stikstofmonoxide om in stikstofdioxide (NO2). Bariumoxide bindt de NO2-moleculen zodat een Ba(NO3)2-keten ontstaat die zich in de NOx Trap vasthecht. Tijdens de ledigingsfase worden de in de NOx Trap opgeslagen elementen verwijderd door een chemische reactie in het reductiemidden (de motor werkt met mengverhouding 1, d.w.z. met een mengsel waarvan de luchthoeveelheid net voldoende is voor een volledige verbranding van de diesel). De stikstofoxiden worden zo omgezet in een neutraal gas (hoofdzakelijk stikstof). De NOx Trap wordt gereinigd en is dan weer klaar om zijn functie als systeem voor stikstofoxideverwijdering te vervullen. Voor

een

optimale

luchtinlaatsysteem

van

werking de

worden

motor

en

bijkomende in

het

sensoren

uitlaatsysteem

geplaatst

in

het

(zuurstofsensoren,

temperatuursensor). Informatie die via het CAN-netwerk naar de computer wordt gestuurd, dient als basis voor het management van de NOx Trap (wanneer ledigen?) en het uitvoeren van nieuwe verbrandingsmodi (hoe ledigen)?


PERSBERICHT

2. NAAR ‘NULEMISSIE’ Eind 2007 maakte voorzitter Carlos Ghosn bekend dat de Renault-Nissan Alliantie de ambitie koestert om de ‘nulemissie’ te bereiken. Die ambitie berust bovenal op de grootschalige commercialisering van elektrische voertuigen in Israël en Denemarken vanaf 2011, in het kader van het partnerschap met Project Better Place, een vennootschap die het stroomdistributienet ontwikkelt. Het is best mogelijk dat binnenkort andere markten volgen. Voor de langere termijn onderzoeken Renault en Nissan de ontwikkeling van elektrische voertuigen met brandstofcel. Vandaag presenteert Renault het prototype Scénic ZEV H2, dat alleen waterdamp uitstoot. Met dit voertuig kunnen proefritten worden gemaakt.

a. Het elektrische voertuig

Renault werkt aan een aantal oplossingen om op korte en middellange termijn de CO2emissies terug te dringen zodat iedere klant over een aangepaste mobiliteitsoplossing zal kunnen beschikken. Eén van die oplossingen, de commercialisering op grote schaal van 100% elektrische voertuigen, is een belangrijke uitdaging. In het kader van een samenwerking met Project Better Place zal de Alliantie Renault-Nissan vanaf 2011 elektrische voertuigen kunnen commercialiseren in Israël en Denemarken. Andere markten zouden kunnen volgen.

Het is de eerste keer in de geschiedenis dat alle voorwaarden voor het succes van deze commercialisering samen vervuld zullen zijn: -

wereldwijde bewustwording van de opwarming van het klimaat ten gevolge van de CO2-emissies;

-

verstrenging van de wetgeving ten aanzien van voertuigen die CO2 uitstoten (fiscaliteit, beperking van de toegang tot de steden);

-

structurele stijging van de petroleumprijzen;

-

evolutie van de technologie (grotere autonomie van de batterijen en optimalisering van de integratie van de elektrische aandrijflijn);

-

toename van de mobiliteitsbehoeften in de stad (2007: wereldwijde bevolking in de steden voor het eerst groter dan de bevolking op het platteland);


PERSBERICHT

-

behoeften inzake buurtmobiliteit: 80% van de Europeanen legt minder dan 60 km per dag af.

• Het objectief van nulemissie zal zo worden bereikt, terwijl de wagen zich qua prestatieniveau zal situeren op het niveau van een 1,6-litermotor. De 100% elektrische voertuigen van Renault zullen uitgerust zijn met lithiumionbatterijen die een grotere autonomie, een langere levensduur en een lager gewicht hebben dan de batterijen van de vorige generaties. Deze voertuigen zullen opgeladen worden met behulp van een nieuw distributienet, ontwikkeld door Project Better Place. Renault bouwt voort op zijn vroegere ervaringen (bv. Kangoo Electroload) en is nu in staat tegemoet te komen aan de nieuwe verwachtingen van de markt. • Een vernieuwend economisch model: voor het eerst wordt een volledige service aangeboden, inclusief de batterij, de elektrische energie en een geïntegreerde computer die niet alleen de resterende autonomie aangeeft, maar ook de oplaad- of vervangpunten in de omgeving. Een dergelijke service kan gefactureerd worden volgens een maandelijks forfait of per afgelegde kilometer, volgens een schema dat vergelijkbaar is met die welke worden toegepast voor mobiele telefoons.

b. Het prototype Scénic ZEV H2

Voor de langere termijn zet de Renault-Nissan Alliantie zijn activiteiten met betrekking tot prototypes van elektrische voertuigen met brandstofcel voort. Dit resulteerde al in een aanzienlijke vergroting van de autonomie, maar dergelijke voertuigen zijn moeilijker op grote schaal te industrialiseren en commercialiseren. Om deze innovatieve technologie uit te bouwen, is een infrastructuur nodig voor de productie, het transport en de distributie van waterstof – minder dan 300 stations wereldwijd in 2008 – alsook een betaalbare brandstofcel, een doel dat meer bepaald bereikt kan worden door de hoeveelheid edelmetalen te beperken.

Op basis van een Grand Scénic ontwikkelde de Alliantie de Scénic ZEV H2. Nissan leverde de brandstofcel, de hogedruk-waterstoftank en de lithiumionbatterij. De ingenieurs van Renault pasten de architectuur van de Grand Scénic aan met het oog op de installatie van al deze elementen in het onderste deel van de wagen. De wagenbodem werd gewijzigd en het volledige voertuig werd 60 mm verhoogd. Voor het eerst in een dergelijk Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT prototype met brandstofcel blijft de passagiersruimte van het originele voertuig (plaats voor vijf volwassen personen) volledig behouden. De ingenieurs van Renault integreerden ook de elektrische en elektronische systemen van Renault en Nissan. Het brandstofcelsysteem als dusdanig heeft een vrij autonome elektronica, ontwikkeld door Nissan, die moet communiceren met een aantal componenten of uitrustingen van het voertuig, zoals het instrumentenpaneel, het ABS/ESP-systeem, de airconditioning en de airbags. Al deze voorzieningen behouden hun originele prestaties. Andere componenten moesten worden aangepast aan de nieuwe aandrijflijn van het voertuig,

zoals

bijvoorbeeld

de brandstofmeter,

die

werd

vervangen

door

de

waterstofdrukindicator. De weergegeven temperatuur is die van de brandstofcel, en de toerenteller geeft het aantal omwentelingen/min. van de elektrische motor weer. De Scénic ZEV H2 is ook een voertuig dat weergaloos rijplezier biedt: een geruisloze werking en dynamische hernemingen gaan gepaard met een voorbeeldig weggedrag naar Europese normen. De Scénic ZEV H2, aangedreven door een elektrische motor, weerspiegelt perfect de rijsensaties die men in een elektrisch voertuig kan ervaren. Het enige verschil is de aanwezigheid van een brandstofcel (cf. § ‘Waterstof en brandstofcel’). Hoewel het om een prototype gaat, leunt de Scénic ZEV H2 dicht aan bij een ‘echte’ wagen, die door zijn reiscomfort en prestaties perfect in het dagelijks verkeer zou kunnen worden gebruikt. En hij stoot alleen waterdamp uit …

Het Scénic ZEV H2 project In 2006 beslisten Renault

en

Nissan

hun

krachten

te

bundelen

en

een

demonstratievoertuig met brandstofcel te ontwikkelen dat gebaseerd is op de technologieën van de Alliantie. De Scénic ZEV H2 werd ontworpen in 15 maanden, inclusief tests. Nadat de gedetailleerde studies afgerond waren, werd in de zomer van 2007 in Frankrijk met de montage van het eerste voertuig begonnen. Eind september 2007 ontmoetten Fransen en Japanners elkaar voor een gezamenlijke controle (‘joint check’). In deze fase moest worden nagegaan of de componenten van Renault en Nissan fysiek

konden

worden

geïntegreerd

overeenkomstig

de

computerberekeningen.

Vervolgens werd het eerste prototype naar Japan overgebracht voor de eindmontage. Eind 2007 reed het eerste voertuig. Het project werd eind april 2008 beëindigd na alle ontwikkelingsfasen te hebben doorlopen.


PERSBERICHT

Waterstof en brandstofcel

Waterstof, dat bestaat uit een kern en één elektron, is het eenvoudigste en lichtste chemische element. Het is bijvoorbeeld veertien keer lichter dan lucht. Het bevriest bij 259,14°C, en kookt bij 252,87°C. In een brandstofcel worden waterstof en zuurstof aan elke zijde met elkaar verbonden door een polymeermembraan, de elektrolyt. Zij gaan een verbinding aan om water te vormen, de enige 'uitstoot' van de Scénic ZEV H2, waarbij elektrische energie en warmte worden vrijgegeven. Het is deze elektrische energie die de elektrische motor van het voertuig zal voeden. Een brandstofcelvoertuig is dus niets meer of minder dan een elektrisch voertuig dat zijn elektriciteit aan boord produceert en bijgevolg niet noodzakelijk een externe voeding nodig heeft.

SCÉNIC ZEV H2: TECHNISCHE KENMERKEN •

Eén asynchrone motor met een vermogen van 90 kW.

•

Lithiumionbatterij met een spanning van ongeveer 400 V en een vermogen van 25 kW.

•

Brandstofcel gevoed met gasvormige waterstof, samengeperst bij een druk van 350 bar.

•

Optimalisering van het waterstofverbruik: energierecuperatie tijdens het remmen en opslag van de energie in de vermogensbatterij, die ze later zal vrijgeven wanneer dat nodig is.

•

Topsnelheid: 160 km/u.

•

Acceleratie 0-100 km/u: 14"65.

•

Autonomie: ongeveer 350 km (NEDC-cyclus) met een waterstoftank bij 350 bar (3,7 kg H2) De tank is ontworpen om op termijn 700 bar te bevatten en een autonomie van meer dan 500 km te bieden.

•

Voorbeeldig geluidscomfort: geen motorgeluid, alleen rolgeluiden bij lage snelheid en windgeruis bij hoge snelheid.

•

Behoud van de interieurruimte Volume passagiersruimte identiek aan dat van de standaard Scénic.

•

Eenvoudig in het gebruik: het instrumentenpaneel is overgenomen van het seriemodel, evenwel met aanvullende informatie over de waterstof (bv. de toerenteller geeft het Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

PERSBERICHT toerental van de elektrische motor weer en het Energy Display is geïntegreerd in het Renault-navigatiescherm).

•

Gewicht: 1850 kg (1550 kg voor de Scénic dCi130).

Werking van het voertuig: Het PAC-systeem van het demonstratievoertuig bestaat uit vijf hoofdgroepen: de waterstoftank die de brandstofcel voedt, de vermogenselektronica gekoppeld aan een regelaar die de brandstofcel verbindt met de elektrische motor, en lithiumionbatterijen. Dankzij het hybridische vermogensprincipe kan het voertuig werken volgens vijf hoofdmodi:

•

Alleen de batterij staat in voor de rechtstreekse voeding van de elektrische motor. Dit gebeurt bij het starten van het voertuig, in een parking of in het stadsverkeer. Deze modus wordt ook ingeschakeld bij krachtige acceleratie, waarbij de batterij een hoog vermogen kan leveren ter aanvulling van de brandstofcel.

•

Alleen de brandstofcel voedt de elektrische motor, meestal wanneer het voertuig tegen constante snelheid rijdt, zoals op de autoweg. De energie die niet door de elektrische motor wordt gebruikt, gaat naar de vermogensbatterij.

•

De elektrische motor wordt gevoed door de brandstofcel en de batterij bij een hoge vermogensvraag, bijvoorbeeld op een lange oprit van de autoweg of bij een inhaalmanoeuvre.

•

Bij stilstaand voertuig en draaiende motor dient de door de brandstofcel geproduceerde elektriciteit om de batterij op te laden.

•

Bij gas-loslaten ten slotte gedraagt de elektrische motor zich als een generator die de vermogensbatterij voedt. Het opladen kan ook gebeuren door middel van de brandstofcel.


PERSBERICHT

3. ECORIJDEN, OF HOE ZICH EEN MILIEUVRIENDELIJKE EN ZUINIGE RIJSTIJL EIGEN TE MAKEN a. Wat is ecorijden?

Als autoconstructeur moet Renault vernieuwende oplossingen aanbieden die zijn klanten in staat stellen het brandstofverbruik en de uitstoot van broeikasgassen te beperken. De bestuurder van zijn kant kan zelf ook een belangrijke bijdrage leveren tot het beperken van het verbruik. Ecorijden is een rijstijl gebaseerd op een zo gering mogelijke belasting van het voertuig, dat goed onderhouden moet zijn en aangepast moet zijn aan de behoeften van zijn bestuurder.

Door ecorijden kan het verbruik met ongeveer 20% worden verlaagd. Daarom besliste Renault zijn klanten vanaf het einde van het jaar een opleiding ‘ecorijden’ aan te bieden. Met behulp van een simulator kan de bestuurder zijn rijstijl beoordelen en voor verbetering vatbare punten identificeren. Deze virtuele rijsimulator zal geleidelijk in de dealerbedrijven worden geïnstalleerd. De

bestuurder

zal

vervolgens

Ook Ellen MacArthur opteerde voor Renault eco2

praktische tips krijgen om zich een milieubewuste en zuinige rijstijl eigen te maken. In samenwerking met de zeilster

Ellen

campagnes

bij

MacArthur het

grote

zullen publiek

worden gevoerd, op 4 oktober 2008 in Parijs en later in diverse Europese steden. Tijdens

De globale aanpak van Renault, die erin bestaat

de

voertuig

in

milieueffecten elke

fase

van van

het zijn

levenscyclus te beperken, bekoorde en overtuigde

Ellen

MacArthur,

de

zeilkampioene die zich inzet om de evolutie van onze samenleving naar

deze

dagen

worden

de

volgende activiteiten aangeboden aan het publiek: - gratis cursussen ecorijden - tests op ecosimulatoren - een ecorally voor gezinnen.

duurzame ontwikkeling te steunen. In april 2008 werd een partnerschap voor

twee

jaar

ondertekend.

Deze

overeenkomst geeft concreet gestalte aan een samenwerking met Renault UK die in 2003 een aanvang nam.


PERSBERICHT

b. Praktische tips Ecorijden berust bovenal op anticipatie en regelmaat.

Tip 1: Optimaliseer het schakelen - Schakel terug bij ongeveer 1000 t/min. - Schakel op bij ongeveer 2000 t/min. voor een diesel en 2400 t/min. voor een benzinewagen. ! Zorg ervoor dat u bij 50 km/u al in de 4de of 5de versnelling rijdt.

Tip 2: Kies voor een soepele rijstijl - Houd een regelmatige snelheid aan (> 40 km/u) - Rem op de motor en gebruik zo weinig mogelijk het rempedaal. Dankzij de natuurlijke vertraging kan de brandstoftoevoer onderbroken worden. ! Bij 50 km/u in 5de, neem de voet van het gaspedaal 100 m voor een rood licht.

Tip 3: Beheers de acceleraties - Tot 50 km/u is het beter krachtig te accelereren om zo snel mogelijk de 5de versnelling te kunnen inschakelen. - Boven 50 km/u moeten de acceleraties gematigd zijn. ! Schakel zeer snel op tot de 5de versnelling.

Tip 4: Rijd beheerst op hellingen en afdalingen - Handhaaf uw snelheid tijdens een afdaling. - Vertraag op hellingen zonder het verkeer te hinderen en houd indien mogelijk een constante snelheid van meer dan 40 km/u aan. ! Maak van een afdaling gebruik om gas te minderen.


15

PERSBERICHT

Tip 5: Gebruik de motor verstandig - Schakel de motor uit wanneer u langer dan 30 seconden stilstaat. - Laat de motor niet warmdraaien, zelfs niet in de winter. ! Start snel nadat u het contact hebt ingeschakeld.

Tip 6: Optimaliseer het gebruik van uw voertuig - Controleer maandelijks de bandendruk. - Als airconditioning nodig is, houd het verschil tussen de buiten- en de binnentemperatuur dan zo klein mogelijk. - Laat geen lading onnodig in de wagen liggen. - Neem de dwarsstangen en de dakkoffer van het dak wanneer u ze niet nodig hebt. ! Een goed onderhoud en gebruik van het voertuig zijn even belangrijk als ecorijden.


16

PERSBERICHT

4.

LEVENSCYCLUSMANAGEMENT,

EEN

PRIORITEIT

BIJ

RENAULT a. Renault bevestigt zijn toonaangevende positie op het vlak van het levenscyclusmanagement. Renault, dat zich bewust is van de milieu-inzet en zijn verantwoordelijkheden als autoconstructeur, voert al sinds 1995 een ambitieus en internationaal milieubeleid, waarbij rekening wordt gehouden met de volledige levensduur van een voertuig, van het ontwerp tot het einde van de levensduur ervan.

In februari 2008 nam Renault in dat opzicht een nieuwe stap met de oprichting van Renault Environnement. Deze business unit, 100% eigendom van Renault, heeft als doel om zowel in Frankrijk als daarbuiten projecten en partnerschappen uit te werken om het hergebruik van de producten op het einde van hun levensduur te bevorderen en nieuwe milieuservices te ontwikkelen.

Renault kondigde onlangs ook de oprichting van Re-Source Industries Holding aan, een joint venture met SITA, een dochteronderneming van Suez Environnement. Beide partners zullen in gelijke mate bijdragen om samen met de andere actoren in de sector de verwerking van voertuigen aan het einde van hun levensduur in Frankrijk te versnellen. Om de ontwikkeling te ondersteunen, denkt de joint venture eraan om Indra Investissement SAS over te nemen, aangezien deze groep al twintig jaar actief is in de afbraak en recyclage van auto’s.

Renault, autoconstructeur, SITA, belangrijke speler op de markt van de verwerking en recyclage van afval, en Indra, met zijn netwerk van sloopbedrijven en zijn ontmantelingsfabrieken, beschikken samen over een ongeëvenaarde en complementaire kennis om het welslagen van de joint venture te garanderen. De synergie tussen de verschillende partners zal bijdragen tot een snellere implementatie van de verwerking van de afgedankte wagens in de beste ecologische en economische omstandigheden. Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

17

PERSBERICHT

•

Renault, een onbetwiste marktleider op het vlak van gerecycleerd plastic.

Al meer dan tien jaar ontwerpt Renault auto’s zodanig dat ze op het einde van hun levensduur gemakkelijk te demonteren en te recycleren zijn. Zo heeft Renault in aanzienlijke mate bijgedragen tot de opkomst van de eerste hypergeavanceerde bedrijven voor de recyclage van kunststoffen door zijn ingenieurs te doen samenwerken met recyclage-experts en leveranciers. De wagens met het Renault eco² logo bevatten ten minste 5% gerecycleerde kunststoffen. Voor Nieuwe Laguna, die sinds oktober 2007 wordt gecommercialiseerd, bereikte dat aandeel zelfs een recordniveau van 17%, hetzij meer dan honderd kunststofonderdelen die op ecologische wijze werden ontworpen in samenwerking met onze leveranciers.

b. 100% van de Renault-fabrieken dragen het ISO 14001 label.

Het ISO 14001 label (internationale organisatie voor normalisering) getuigt van het engagement van een onderneming om ononderbroken vooruitgang te boeken op milieuvlak en de effecten van haar activiteiten op het natuurlijke milieu te verminderen. Na een grondige audit wordt het label afgeleverd door onafhankelijke, op hun beurt erkende instellingen, in het geval van Renault: UTAC1 en SGS2.

Om het ingevoerde management vooruitgang te laten boeken overeenkomstig de ISO 14001 norm, voert Renault elk jaar een interne audit van zijn vestigingen uit. Daarbij wordt een beroep gedaan op de gecombineerde knowhow van de milieuspecialisten en de medewerkers. Deze organisatie verhoogt de milieucompetentie van de medewerkers en bevordert terzelfder tijd de bewustwordingsdynamiek tussen de diverse vestigingen.

Het verhaal dat tien jaar geleden begon, wordt vervolgd. De fabriek van Sandouville ontving in december 1998 als eerste vestiging van de groep het ISO 14001 label. Datzelfde jaar werd de mechaniekfabriek in het Ayrton Senna complex (Brazilië) ingericht om zonder industrieel productieafval te werken, wat ontzettend belangrijk is voor een land dat over zeer weinig infrastructuur voor de Renault België Luxemburg Directie Communicatie W.A. Mozartlaan 20, 1620 Drogenbos Tel.: + 32 (0)2 334 78 55 – Sites : www.renault.be & www.media.renault.be

18

PERSBERICHT

verwerking van industrieel en ander afval beschikt. De fabriek ondertekende ook een overeenkomst met de overheidsinstanties voor het behoud van de groenzones op het terrein, waarvan 60% wordt beschouwd als beschermde zones voor de biodiversiteit.

Iedere inplanting in een nieuw land gaat gepaard met aanzienlijke inspanningen op het vlak van economische, ecologische en sociale ontwikkeling. De acties op de site van Pitesti in Roemenië zijn hier een mooi voorbeeld van. De vestiging, die sinds 2002 in de rapporteringsperimeter van de Renault-Groep is opgenomen, ontving haar eerste ISO 14001 label in 2005. De vestiging in Somaca (Marokko) werd in 2006 in de rapporteringsperimeter van Renault opgenomen en ontving begin 2008 het ISO 14001 label. Er werden talrijke investeringen (in mensen en middelen) gedaan om haar milieueffecten te beperken. In 2008 zal een nieuw station voor de fysisch-chemische zuivering van industrieel afvalwater in gebruik worden genomen. Een ander belangrijk voorbeeld: in 2007 werd een globaal afvalbeheer overeenkomstig de Europese normen geïntroduceerd. Op energiegebied resulteerden de actieplannen met betrekking tot de productie in een energiebesparing per geproduceerde wagen van 15% in 2006 en 22% in 2007. De AvtoFramos site (Russische federatie) werd in 2005 in de rapporteringsperimeter van de Renault-Groep opgenomen en ontving de ISO 14001 certificatie in april 2008. Dit is de voorlopig de laatste industriële vestiging van de Groep die dit label kreeg. De geleverde inspanningen hebben vooral betrekking op het sensibiliseren van het personeel voor het milieu. Overtuigende resultaten: In tien jaar tijd resulteerde het milieumanagement van de industriële vestigingen in een vermindering van:

-

het energieverbruik (kW/voertuig) met 25%;

-

het waterverbruik (m³/voertuig) met 61%, wat overeenstemt met een waterbesparing van 10 miljoen m³;

-

de geproduceerde hoeveelheid afval (kg/voertuig) met 64%;


19

PERSBERICHT

-

de VOS (vluchtige organische stoffen – kg/voertuig) met 34%;

-

de lozing van toxisch afval in het water met 47%.

Iedere Renault-medewerker verbindt zich ertoe het milieu te eerbiedigen. De vorderingen moeten zichtbaar zijn voor elke klant. De economische en ecologische aspecten moeten samen continu verbeteren om te komen tot overtuigende resultaten op het vlak van de milieueffecten, bereikt door een zo groot mogelijk aantal personen voor producten die door een zo groot mogelijk aantal personen worden gebruikt.


20

PERSBERICHT

Vestigingen die het ISO 14001 label dragen VESTIGING ACI Le Mans ACI Villeurbanne ACI Roemenië AUBEVOYE GUYANCOURT / TCR BATILLY (SOVAB) BURSA (Oyak) CACIA CHOISY LE ROI CLEON Ayrton Senna complex PITESTI (DACIA) DIEPPE (Alpine) DOUAI FLINS GIETERIJ CORDOBA GRAND COURONNE LARDY MAUBEUGE (MCA) NOVO MESTO (Revoz) PALENCIA BUSAN LOS ANDES (Cormecanica) VILVOORDE (RIB) RUEIL RUITZ (STA) SANDOUVILLE Santa Isabel CORDOBA SEVILLA St ANDRE de L'EURE (Sofrastock) VALLADOLID Koetswerk - Montage VALLADOLID Motoren VILLIERS St FREDERIC MEDELLIN (Sofasa) Colombia TANDIL KIHEUNG SOMACA AVTOFRAMOS

Datum van de eerste certificatie 10/2000 02/2004 02/2006 05/2000 05/2000 06/1999 09/1999 06/2000 07/2000 10/1999 12/1999 05/2005 12/1999 06/1999 11/1999 01/2003 11/2006 12/2000 05/1999 07/1999 03/1999 05/2003 06/2004 06/2006 12/2001 12/1999 12/1998 06/2006 09/2002 09/2003 02/1999 06/1999 06/2000 08/2002 11/2002 05/2006 02/2008 04/2008


21

PERSBERICHT

Hogeresolutiefoto's van de milieusystemen kunnen gedownload worden van de website www.media.renault.com > Mediatheek > Innovaties > Milieu. Hogeresolutiefoto’s van TCE

130

en

de

NOx

Trap

kunnen

gedownload

worden

van

de

site

www.media.renault.com > Fototheek > Mechanische componenten


22

EEN JAAR NA DE LANCERING VAN RENAULT ECO² ZET RENAULT ZIJN VORDERINGEN OP MILIEUGEBIED VOORT

Recommend Documents