Een inloopfunctie in de wijk opzetten
Handreiking Werkt u in de eerste lijn, in een welzijnsorganisatie, GGD of gemeente? Deze handreiking helpt u bij het opzetten van een inloopfunctie in de wijk in vijf fasen.
Colofon © Vilans, Utrecht, januari 2012 Tekst: Barbara de Groen, Doortje Boshuizen en Lidewij Vat Fotografie: stockfotografie Vilans, Typhoonski via Dreamstime, Lena van der Wal Postbus 8228, 3503 RE Utrecht Telefoon: (030) 789 2428 E-mail:
[email protected] Website: www.vilans.nl
1
In deze handreiking Tien vragen over de inloopfunctie Deze handreiking helpt u bij het opzetten van een inloopfunctie in de wijk in vijf fasen. Hier ziet u de tien belangrijkste vragen en antwoorden over de inloopfunctie. Inloopfunctie in de wijk: wat is het? Er zijn in Nederland verschillende soorten inloopfuncties. In dit hoofdstuk ziet u wat een inloopfunctie inhoudt, welke soorten er zijn en welke vragen van burgers er worden beantwoord. Inloopfunctie opzetten: hoe doet u dat? Dit hoofdstuk beschrijft in vijf fasen hoe u een inloopfunctie ontwikkelt en organiseert. Er bestaat geen blauwdruk voor de opzet van de inloopfunctie. Dit verschilt per wijk. 1: de initiatieffase 2: de ontwerpfase 3: de voorbereidingsfase 4: de uitvoeringsfase 5: de uitbouw- en monitoringsfase Succesfactoren en barrières op een rij Wat zijn succesfactoren bij het starten van een inloopfunctie? En welke barrières kunt u tegenkomen? In dit hoofdstuk vindt u tips, gebaseerd op de ervaringen van de acht wijkinitiatieven. Achtergrond: waarom een inloopfunctie? Een inloopfunctie past goed in het beleid van de overheid. In dit hoofdstuk ziet u waarom de overheid een laagdrempelige voorziening in de wijk stimuleert. Meer weten? Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4:
Waarom moeten zorg en welzijn samenwerken? Acht wijkinitiatieven Businesscase opstellen Voorbereiding handreiking
2
Tien vragen over de inloopfunctie Deze handreiking helpt u bij het opzetten van een inloopfunctie in de wijk in vijf fasen. Hier ziet u de tien belangrijkste vragen en antwoorden over de inloopfunctie. 1. Wat is een inloopfunctie? Een inloopfunctie is een plek in de wijk waar mensen terecht kunnen met allerlei vragen. Er zijn verschillende vormen van inloopfuncties mogelijk, bijvoorbeeld een inloopfunctie met zorg als insteek of een breed advies- en informatiepunt met welzijn als insteek. Wat voor insteek u kiest, zorg dat zorg en welzijn met elkaar worden verbonden. 2. Waarom gaan mensen naar een inloopfunctie? Bewoners gaan naar een inloopfunctie met uiteenlopende vragen, zoals vragen over het aanbod in de wijk, eenvoudige medische vragen, vragen over ondersteuning, vragen over ‘vage’ lichamelijke klachten maar ook vragen over hoe je gezond kunt leven met een chronische aandoening. 3. Zijn er ook digitale inloopfuncties? Jazeker, een inloopfunctie is niet per se een centrum waar je binnenloopt. De functie kan op meerdere plekken zitten en kan ook digitaal worden aangeboden. Allerlei vormen zijn denkbaar, afhankelijk van wat er in de wijk al is en wat bewoners willen. 4. Wie neemt het initiatief voor een inloopfunctie? Een inloopfunctie kan worden gestart door een professional binnen de eerste lijn, een welzijnsorganisatie, GGD of gemeente. Ook een adviseur van een Regionale Ondersteunings Structuur (ROS) of inkoper van een zorgverzekeraar kan de eerste stap zetten. 5. Hoe begin je met het opzetten van een inloopfunctie? Maak allereerst met elkaar een preventieplan waar de inloopfunctie onderdeel van is. Betrek hier ook de burgers bij. Als het initiatief niet gedragen wordt door de bewoners in de wijk, zal het per definitie niet succesvol zijn. Ga vervolgens uit van bestaande voorzieningen en initiatieven in de wijk. Wat werkt goed, wat is bekend bij burgers en wat zijn de wensen van burgers? Hanteer dit als vertrekpunt. Het is niet nodig iets nieuws neer te zetten in een wijk als de voorzieningen er zijn en vooral ook herkenbaar zijn voor de burger. 6. Waarom is een inloopfunctie zo belangrijk? Een inloopfunctie voorkomt dat mensen onnodig een beroep doen op de zorg. Dit is om twee redenen belangrijk. Allereerst krijgen mensen in de wijk via de inloopfunctie beter overzicht over het aanbod in de wijk. Daarnaast zorgt een inloopfunctie dat de juiste vraag bij de juiste persoon terecht komt. Nu nog krijgt bijvoorbeeld de huisarts veel vragen van chronisch zieken over de impact van hun aandoening op hun leven. Het bespaart kosten als deze vragen terecht komen bij een ander type zorg- of dienstverlener. Bovendien komt dit tegemoet aan principes van zelfredzaamheid, klantvriendelijkheid en vraaggericht werken. 7. Wat heeft een gezonde leefstijl met een inloopfunctie te maken? Via een inloopfunctie kunnen mensen geholpen worden bij een gezonde leefstijl. Dat scheelt de samenleving veel geld. Per jaar geven we ruim zestig miljard euro uit aan de gezondheidzorg in Nederland. Maar liefst zestig procent van deze kosten is te vermijden omdat ze gedragsgerelateerd zijn. Dat blijkt uit berekeningen van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Veel welvaarsziekten zijn dus te voorkomen met een gezonde leefstijl. Bovendien is het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden in gezonde jaren aanzienlijk. 3
Hoogopgeleide mensen krijgen bijna twintig jaar later gezondheidsproblemen dan laagopgeleide mensen. 8. Wat is de succesformule van een inloopfunctie? Een inloopfunctie werkt als zorg en welzijn in de wijk met elkaar samenwerken aan preventie. Alleen dan kan de omslag worden gemaakt van ziekte en zorg naar gezondheid en gezond gedrag. 9. Hoe past de inloopfunctie in het zorgstelsel? De Nederlandse gezondheidszorg wordt vaak getypeerd aan de hand van het traditionele zorgmodel: nuldelijns, eerstelijns, tweedelijns en derdelijns zorg.
Als we de laagdrempelige inloopfunctie in de wijk in dit model positioneren, dan komen we uit in de nuldelijns- en eerstelijnszorg. De inloopfunctie kan daarmee als voorportaal dienen voor de eerste-, tweede en derdelijnszorg. 10. Past de inloopfunctie in het toekomstplaatje van de zorg? Ja, het idee van het ministerie van VWS is om de gezondheidszorg te organiseren als een piramide. De basis van de piramide (‘nuldelijn’) wordt gevormd door makkelijk toegankelijke welzijns- en gezondheidsvoorzieningen in de wijk, zoals consultatiebureaus, Centra voor jeugd en gezin, het Wmo-loket, het maatschappelijk werk en GGD-en. Hier kunnen gezondheidsproblemen vroeg gesignaleerd worden en kan worden voorkomen dat het zwaardere zorgvragen worden. Het uitgangspunt daarbij is: dichtbij en onder eigen verantwoordelijkheid waar mogelijk, specialisatie waar dat moet, concentratie waar het echt niet anders kan. De inloopfunctie zit aan de basis van de piramide.
4
Inloopfunctie in de wijk: wat is het? Er zijn in Nederland verschillende inloopfuncties. In dit hoofdstuk ziet u wat een inloopfunctie inhoudt, welke soorten er zijn en welke vragen van burgers er worden beantwoord.
Inloopfunctie in het kort Een inloopfunctie is een ‘plek in de wijk’ waar mensen terecht kunnen met al hun vragen over zorg en welzijn. De inloopfunctie heeft niet per definitie een fysieke locatie, maar doelt op functionaliteit en beschikbaarheid.
Basiskenmerken -
Laagdrempelige toegang, dus zonder verwijzing, niet op afspraak Voor iedereen toegankelijk Ruime openingstijden, bij voorkeur ook buiten kantoortijd Centrale locatie in de woonwijk en/of digitaal Bemand door een medewerker die in staat is de hulpvraag te achterhalen en kennis heeft van de sociale kaart in zorg en welzijn Gericht op het bevorderen van gezondheid Financiering door gemeente en zorgverzekeraar
Optionele kenmerken -
Behandeling van kleine medische kwalen in het centrum Ontmoetingsfunctie Verbonden aan andere loketten zoals Wmo-loket, consultatiebureau voor ouderen, Centrum voor jeugd en gezin, apotheek, gezondheidscentrum, eerstelijnscentrum, huisartsenpost, voedselbank, CIZ-loket, bibliotheek of buurtcentrum
Twee soorten inloopfuncties Inloopfuncties zijn in Nederland volop in ontwikkeling. In de praktijk zien we grofweg twee soorten: 1. Inloopfunctie met zorg als insteek, zoals Zorgpunt Centrum Huisartsen Schiedam en het inloopspreekuur Mozaïek. Deze twee zijn meer medisch georiënteerd. Hierbij is sprake van taakherschikking, het verrichten van eenvoudige medische handelingen en het ondersteunen van zelfmanagement. 2. Een breed georiënteerd informatie adviespunt met welzijn als insteek, zoals STIP, Portal Kessel en het ontmoetings- en informatiepunt Nieuwegein. Hier ontmoeten burgers elkaar en worden ze gestimuleerd om zelfredzaam te zijn.
5
“Ik ben Gerda Smit, ik ben 75 jaar en woon in Lochem. Ik maak me zorgen om mijn broer. Hij is een maand geleden gevallen en heeft hierdoor even in het ziekenhuis gelegen. Ik zorg voor mijn broer. Hij heeft niemand en woont bij mij in de buurt. Mijn dochter is alleen maar druk met werken en vindt dat mijn broer huishoudelijke hulp moet nemen. Ik wil dit liever niet. Ik weet niet wat ik moet doen en voel me er alleen voor staan.”
Verschillen tussen inloopfuncties Verschillende functies De inloopfunctie kan verschillende functies vervullen: Informeren. Adviseren. Vraag verhelderen. Signaleren. Ondersteunen bij zelfmanagement of andere zaken. Stimuleren, bijvoorbeeld tot participeren of tot zelfmanagement. Aandacht geven, luisteren. Ontmoeten, koffie drinken. Toeleiden en verwijzen. Verstrekken van bijvoorbeeld medicijnen, hulpmiddelen, folders of gemeentelijke producten. Behandelen van eenvoudige medische vragen/kwalen. Nog meer verschillen Behalve in functie verschillen de wijkinitiatieven in: Doelgroep: de inloopfunctie is voor alle wijkbewoners of juist speciaal gericht op ouderen, chronisch zieken, jongeren, risicogroepen, mensen met psychosociale klachten. Doelstelling: de inloopfunctie is gericht op behandeling van eenvoudige medische kwalen, kostenbesparing, afstemming tussen zorg en welzijn, zelfmanagement en preventie, participatie van burgers in de wijk. Locatie: de inloopfunctie is te vinden in een zorginstelling, welzijnsorganisatie, gemeente, gezondheidscentrum, huisartsenpraktijk, buurtcentrum, centraal gelegen in de loop van burgers, decentraal of digitaal. Samenwerkingspartners: de inloopfunctie is een samenwerking van zorginstellingen/professionals, welzijnsorganisaties/werkers, gemeente, woningcorporaties, vrijwilligersorganisaties, buurtregisseurs, scholen, wijkbewoners. Initiatiefnemers: de inloopfunctie is vanuit zorg opgezet of juist vanuit welzijn, burgerinitiatief, al dan niet in samenwerking met verschillende partners. Fasering: de inloopfunctie functioneert al een aantal jaren of bevindt zich nog in de initiatieffase. 6
Vijf typen vragen 1. Wegwijsvragen Bij een inloopfunctie kunnen mensen terecht met vragen over het complete aanbod in de wijk en over het specifieke aanbod op het gebied van zorg en welzijn. 2. Vragen die vraag en aanbod matchen Bij de inloopfunctie komen vraag en aanbod bij elkaar: vragen van burgers in de wijk die ondersteuning of advies nodig hebben en het aanbod van burgers die hun diensten aanbieden. Bijvoorbeeld: de één zoekt iemand die klusjes in huis kan doen, de ander doet graag boodschappen voor oudere mensen of helpt met tuinieren in de buurt. Bij de inloopfunctie worden vraag en aanbod gematcht. 3. Eenvoudige medische vragen Eenvoudige medische vragen, die nu bij de huisarts terecht komen, kunnen via de inloopfunctie worden beantwoord. Zeventig procent van de vragen die bij de huisarts terecht komt, kan prima afgehandeld worden door de doktersassistente. Huisarts in Schiedam
4. Gedragsgerelateerde vragen Via de inloopfunctie kunnen mensen met een chronische aandoening worden geholpen met gezond gedrag en een gezonde leefstijl. Het merendeel van de chronische aandoeningen is gedragsgerelateerd. Als mensen de verantwoordelijkheid nemen voor hun gezondheid, zullen aanpassingen nodig zijn in het gedrag. Sommige mensen pakken dit zelf op, maar het merendeel is gebaat bij ondersteuning. Gezond gedrag en een gezonde leefstijl vragen tijd en aandacht voor zelfmanagement en preventie. ‘Ik zou eigenlijk moeten afvallen, maar hoe doe ik dat?’ 5. Vage vragen Veel vragen die nu bij een huisarts terecht komen, hebben een diffuus karakter. Mensen komen met vage lichamelijke klachten bij de huisarts, maar bij doorvragen blijken er sociale of psychische componenten mee te spelen. Soms lijkt een vraag eenvoudig maar liggen er complexe problemen aan ten grondslag. Oorzaak en gevolg lopen door elkaar en zijn niet altijd even transparant. Via een inloopfunctie kunnen deze vragen worden verhelderd zodat mensen op de juiste plek terecht komen voor hulp. Veel vragen zijn medisch eenvoudig, maar kunnen in sociaal opzicht complex zijn. Ze vragen van de praktijkondersteuner mensenkennis, flexibiliteit en drukbestendigheid. Hiervoor heeft de praktijkondersteuner soms de backing nodig van een ervaren huisarts of andere supervisor. Huisarts in Rotterdam
Wie beantwoordt deze vragen? Veel van deze vragen komen in het medische circuit terecht, terwijl dat niet altijd nodig is. Dikwijls kunnen vragen adequaat en effectief worden aangepakt via taakherschikking of ze zijn beter op hun plek buiten het medische circuit. Andere vragen zijn meer gebaat bij een breed georiënteerd informatie- en adviespunt of kunnen worden opgelost door het realiseren van een ontmoetingsruimte in de wijk of een digitaal ontmoetingspunt.
7
Samenwerking is hierbij het sleutelwoord. Het ligt meer voor de hand om taken en functies van zorg en welzijn met elkaar te verbinden dan om iets nieuws in de wijk neer te zetten. Lees meer over de noodzaak van samenwerking tussen zorg en welzijn in bijlage 1. Het type vragen dat gesteld wordt in een wijk zou het aanbod moeten bepalen. Een punt waar mensen met allerlei vragen kunnen binnenlopen, kan voorzien in deze behoefte, maar het kan ook worden ondergebracht bij verschillende bestaande voorzieningen. De manier waarop de inloopfunctie wordt vormgegeven verschilt en is afhankelijk van veel factoren.
“Ik ben Salma Rabhi, ik ben 36 jaar en woon in Schiedam. Mijn dochter heeft een wondje onder haar voet. Is het een wratje of toch wat anders? Moeten we er iets aan doen? Het zou fijn zijn als iemand er even naar kijkt.”
Welke inloopfuncties zijn er al? Nederlandse inloopcentra In Nederland kennen we verschillende vormen van inloopcentra, zoals de GGZ inloophuizen, inloopcentra voor kankerpatiënten en informatiepunten die wegwijs bieden in welzijnsvoorzieningen. De RVZ beschrijft de inloopcentra als een (gemeentelijke) functie ten behoeve van preventie, zelfmanagement en participatie. Deze functie dient te liggen in de loop van burgers: winkelcentrum, bibliotheek, school of als virtueel loket. De RVZ noemt de volgende kerndisciplines: verpleegkunde, maatschappelijk werk, diëtetiek, psychologie en fysiotherapie, waarbij de wijkverpleegkundige de leiding heeft. Gemeente en zorgverzekeraar kunnen optreden als co-financier waarbij de gemeente, op basis van de Wmo en de Wet publieke gezondheid, verantwoordelijk is en woningcorporaties bijdragen aan de huisvesting. Om het oprichten van inloopcentra te stimuleren, stelt de RVZ een nieuwe financiële prikkel voor: een ‘preventiebonus’. Zorgverzekeraars die met gemeenten investeren in inloopcentra zouden in aanmerking kunnen komen voor een soortgelijke bonus uit het ZvW-fonds. Verder suggereert de RVZ dat Centra voor jeugd en gezin en consultatiebureaus voor ouderen een plek krijgen in de centra en dat deze nauw samenwerken met politie, justitie en onderwijs. Het zouden een soort consultatiebureaus kunnen worden voor alle levensfasen. (Zorg voor je Gezondheid!, 2010; Medisch specialistische zorg in 20/20, oktober 2011). Acht Nederlandse voorbeelden Deze handreiking is gebaseerd op de ervaringen van acht wijkinitiatieven: 1. Steun- en Informatiepunt STIP Groningen Dit is een laagdrempelig, onafhankelijk en fysiek loket waar mensen terecht kunnen met allerlei vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
8
2. Wijkschakelteam Amsterdam Oost Dit is een initiatief ter bevordering van een betere verbinding tussen zorg en welzijn in de wijk, door elkaars aanbod te leren kennen en samenwerking op klantniveau te stimuleren. 3. Zorgpunt Centrum Huisartsen Schiedam Dit is een plek waar burgers drempelloos zelfzorgadviezen en eenvoudige, laagcomplexe, medische hulp kunnen krijgen. 4. Mozaïek Rotterdam Zuid Dit is een inloopspreekuur waar mensen dagelijks ’s ochtends terecht kunnen voor zorggerelateerde vragen en klachten. 5. Wijkservicepunt gezondheidscentrum De Roerdomp en Stichting Welzijn in Nieuwegein (in wording) Dit is een fysiek ontmoetings- en informatiepunt als aanvulling op de samenwerking tussen de Roerdomp en Stichting Welzijn Nieuwegein. 6. Resto van Harte Dit is een laagdrempelige sociale infrastructuur (ontmoetingscentra) voor een diversiteit aan culturen, generaties en religies in de vorm van dertig Van Harte eettafels. 7. Portal Kessel, Kessel Noord Limburg (in wording) Dit is een interactief digitaal platform. Het portal bouwt aan een ‘inclusieve samenleving’ met diensten op het gebied van participatie, ondersteuning en zorg. 8. Trefpunt Zelfzorg, Enschede Dit is een fysiek trefpunt waar bewoners terecht kunnen voor verschillende welzijnsgerelateerde diensten. Kijk in bijlage 2 voor een beschrijving van deze acht inloopfuncties. Walk-in centra in Engeland en Amerika In het buitenland bestaan verschillende vormen van walk-in centra. Veel van deze buitenlandse walk-in centra zijn medisch gericht. De walk-in centra in Amerika zijn veelal gericht op het leveren van (acute) zorg door doctoren buiten het ziekenhuis om. In Engeland kent men de NHS Walk-in centra. De NHS Walk-in centra worden meestal beheerd door een verpleegkundige en zijn gemakkelijk toegankelijk. Iedereen kan zonder afspraak binnenlopen om eenvoudige aandoeningen en verwondingen te laten behandelen. De meeste centra zijn 365 dagen per jaar open, ook buiten de kantooruren. Er zijn ongeveer 100 centra in Engeland die bij elkaar ongeveer drie miljoen patiënten per jaar zien. Ze hebben bewezen een succesvolle complementaire dienstverlening te bieden naast de traditionele huisartsenzorg. De centra hebben ook een belangrijke sociale functie en zouden zo een brug slaan tussen zorg en samenleving.
9
Inloopfunctie opzetten: hoe doet u dat? Dit hoofdstuk beschrijft in vijf fasen hoe u een inloopfunctie ontwikkelt en organiseert. Er bestaat geen blauwdruk voor de opzet van de inloopfunctie. Dit verschilt per wijk.
Fase 1: de initiatieffase In de initiatieffase verkent u de behoeften en problemen in de wijk, de sociale kaart, mogelijke samenwerkingspartners en financieringsbronnen.
Initiatief fase
• Wijkverkenning • Dienstverleners, initiatieven en organisaties • Samenwerkingspartners • Financieringsbronnen
Check 1: Wat heeft deze wijk nodig? Iedere wijk is anders. Om te kunnen bepalen wat een wijk nodig heeft, is het belangrijk om de behoeften en problemen die leven in de wijk in beeld te brengen. Start daarom met het verzamelen van informatie over de wijkbewoners en problematiek die speelt in de wijk. Informatie verzamelen over de wijk Er zijn verschillende hulpmiddelen die van pas kunnen komen bij het verkennen van de wijk: -
Gezondheidsmonitor De gezondheidsmonitor is een instrument om informatie te verzamelen over gezondheid (lichamelijk en psychisch) en factoren die met gezondheid samenhangen, zoals leefstijl, sociale en fysieke omgeving en zorg. De gezondheidsmonitoren worden uitgevoerd door de GGD en hebben betrekking op doelgroepen als kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen op regionaal en gemeentelijk niveau. (https://www.monitorgezondheid.nl/)
-
De nationale wijkscan 1ste lijn De wijkscan is een analyse-instrument waarmee een diepgaande analyse van een wijk kan worden gemaakt. Het is ontwikkeld door de ROS’en, in samenwerking met ABF-research. Met de ROS-wijkscan brengen de ROS’en verschillende soorten informatie met elkaar in verband. Ook kunnen prognoses gedaan worden over de toekomstige zorgvraag en zorgaanbod. Daarnaast kan er via een benchmark onderzocht worden hoe 10
de lokale situatie afwijkt van andere wijken/buurten/gemeenten of de regionale, provinciale dan wel nationale situatie (www.wijk-en-eerstelijn.nl). -
Andere instrumenten De wijkscan kunt u aanvullen met informatie uit andere instrumenten, zoals de Vraag Aanbod Analyse Monitor (over de zorgvraag in een wijk of gemeente, http://www.nivel.nl/vaam/) en de Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV). Daarnaast kan de wijkscan analyse aangevuld worden met lokale informatie, te verkrijgen via enquêtes van de GGD, vanuit zorgverzekeraars of vanuit de huisartsen informatiesystemen of keteninformatiesystemen.
Portal Kessel Uit de rapportage van GGD Midden Nederland en de gegevens uit de huisartsenpraktijk van de Roerdomp bleek dat dertig procent van de huisartsenconsulten bezocht wordt door mensen met lichte psychosociale klachten. Dit was voor Stichting Welzijn Nieuwegein SWN en gezondheidscentrum de Roerdomp een aanleiding om samen te gaan werken. Portal Kessel heeft in samenwerking met studenten van een hogeschool vier klantprofielen samengesteld en onderzocht welke behoeften er spelen bij de inwoners. Deze informatie heeft Portal Kessel gebruikt voor het opstellen van een programma van eisen.
Praten met wijkbewoners Het organiseren van een focusgroep, wijkbijeenkomst en interviews kan helpen om informatie te verzamelen over de behoeften van wijkbewoners. Ook sociale media kunnen hiervoor benut worden. Inventariseer vervolgens hoe een inloopfunctie in de wijk kan voorzien in deze behoeften. In Groningen kwamen wijkbewoners zelf met een handvol folders bij de wethouder om te vertellen dat het hen niet duidelijk was waar zij naartoe kunnen met hun vraag.
Check 2: Welke dienstverleners en initiatieven zijn er al? Een volgende stap is het verkennen welke organisaties, initiatieven en voorzieningen in de wijk al aanwezig zijn. En welke producten en diensten worden aangeboden op het gebied van zorg, welzijn en wonen in de wijk? Waar kunnen wijkbewoners nu terecht? Zijn er al vormen van een inloopfunctie in de wijk? Maak een sociale kaart Een sociale kaart kan een goed hulpmiddel zijn bij het verkennen van de infrastructuur. Veel gemeenten hebben sociale kaarten ontwikkeld. Maak gebruik van sociale kaarten zoals: -
http://www.socialekaarten.nl
Deze sociale kaart geeft informatie over zorg, zorggelateerd wonen en zorggerelateerd welzijn voor burgers.
11
Wijkservicepunten in Amsterdam Coördinatoren van de wijkservicepunten in Amsterdam organiseren een paar keer per jaar themabijeenkomsten. De thema’s worden gekozen op basis van de gezondheidsmonitor, demografische bijzonderheden en de sociale kaart van de gemeente Amsterdam. Bijvoorbeeld een themabijeenkomst over angst en depressie. De wijkschakelteams in Amsterdam-Oost fungeren als een soort levende sociale kaart. De kern van het team bestaat uit de coördinator van het wijkservicepunt, de wijkverpleegkundige en een medewerker van welzijn.
Check 3: Waar kunt u bij aansluiten? Bij het opzetten van een laagdrempelige voorziening in de wijk is het raadzaam te onderzoeken of het mogelijk is om het initiatief te integreren in een bestaand loket, inloopinitiatief of zorgpraktijk in de wijk of stad. Immers: burgers denken niet in loketten en hokjes, maar willen een integrale aanpak. Hierbij een aantal voorbeelden van bestaande initiatieven, waar u mogelijk op aan kunt sluiten. Klant Contact Centra: één loket voor alle overheidsvragen Het Klant Contact Centrum (KCC) van een gemeente is een portaal waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen voor alle producten en diensten van de overheid en daarmee samenhangende producten en diensten van de ketenpartners (Vraagwijzer). Wmo-loketten: ondersteuning bij wonen, welzijn en zorg Het Wmo-loket bestaat uit één of meer plekken binnen een gemeente waar burgers terecht kunnen voor informatie, advies of ondersteuning bij het verkrijgen van passende voorzieningen, vooral op het terrein van wonen, welzijn, zorg en inkomensondersteuning (Vraagwijzer). Wijkinformatiepunten: aanspreekpunt van de gemeente in de wijk Een wijkinformatiepunt (WIP) is een punt waar bewoners terecht kunnen met hun vragen over de wijk, waar informatie gevonden kan worden over de wijk en waar vanuit verschillende organisaties diensten worden aangeboden (Vraagwijzer). Centra voor jeugd en gezin Een Centrum voor jeugd en gezin (CJG) geeft advies, begeleiding en hulp bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. In elke gemeente zit een CJG. In een CJG werken de GGD, het consultatiebureau en het Bureau Jeugdzorg samen. Ook andere organisaties kunnen betrokken zijn bij het CJG. De samenwerking moet ervoor zorgen dat problemen bij kinderen sneller ontdekt worden. Ook krijgen ouders en kinderen betere hulp als de organisaties samenwerken (Regelhulp). Consultatiebureaus voor ouderen Een consultatiebureau voor ouderen is een periodieke vorm van preventieve zorg voor ouderen vanaf vijftig jaar, waarbij naar de gehele mens gekeken wordt. Het consultatiebureau is veel meer dan een medische gezondheidscheck. Het is een holistische of integrale vorm van preventie die naar het individu kijkt en probeert te achterhalen wat hij of zij nodig heeft om gezond en actief ouder te kunnen worden (Bouwen aan leefbaarheid).
12
Bureaus Sociaal Raadslieden Veel grotere gemeenten hebben een Bureau Sociaal Raadslieden. Dit bureau geeft gratis advies en informatie op sociaal-juridisch terrein aan mensen die problemen hebben met regels en instanties (Sociaal Raadslieden). Gezondheidsmakelaar Een gezondheidsmakelaar is een functie of rol waarbij het draait om het verbinden van mensen en projecten rondom gezondheid. Deze rol kan op verschillende niveaus worden ingezet: op het niveau van uitvoering in de wijk maar ook op bestuurlijk niveau bij de gemeente. De gezondheidsmakelaar is een processtimulator die kansen op lokaal niveau benut om gezondheidsachterstanden te verkleinen (NIGZ). Zichtbare Schakel De Zichtbare Schakel is een wijkverpleegkundige die burgers kan helpen bij vragen op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Vragen over chronische ziekte, eenzaamheid, opvoeden of problemen in de woonsituatie: de wijkverpleegkundige is het eerste aanspreekpunt in de wijk, biedt een luisterend oor en denkt mee om een oplossing te vinden (Zichtbare Schakels Rotterdam). Gezondheidscentra In gezondheidscentra werken huisartsen onder één dak samen met bijvoorbeeld fysiotherapeuten en een apotheek. Er komen steeds grotere gezondheidscentra en koepels of ketens van gezondheidscentra (Nivel). Regelhulp Regelhulp is een digitale wegwijzer van de overheid voor iedereen die op zoek is naar zorg of ondersteuning. Het webportaal bevat actuele informatie op het gebied van zorg, welzijn, opvoeden en sociale zekerheid. Samenwerkende organisaties zijn onder andere gemeenten, het CIZ, UWV en SVB (Regelhulp).
Check 4: Welke samenwerkingspartners? Mensen hebben vaak problemen en vragen op meerdere terreinen. Tegelijk zijn er veel partijen die diensten en producten leveren. Idealiter wordt een inloopfunctie in de wijk opgezet door verschillende partijen, bij voorkeur vanuit zorg, welzijn en wonen. Gemeente, zorg, welzijn De gemeente, zorgprofessionals of welzijnsorganisaties kunnen als trekkers fungeren om samenwerking tussen zorg- en hulpvormen te realiseren. Het is belangrijk om te onderzoeken in hoeverre het opzetten van een inloopfunctie in de wijk past in het beleid van de gemeente, zorgverzekeraars, zorgorganisaties en welzijnsorganisaties. Welke wensen en belangen hebben zij? Welke kansen en bedreigingen zien zij? Hoe kunnen zij bijdragen aan een inloopfunctie in de wijk? En hoe kan een inloopfunctie bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente, zorgorganisaties, welzijnsorganisaties en zorgverzekeraars?
13
Vier tips voor samenwerking met de gemeente 1. Vraag de nota’s lokaal gezondheidsbeleid en Wmo op bij de gemeente en verdiep u in het lokale beleid en de lokale beleidscyclus. 2. Sluit aan bij de speerpunten van de gemeente. 3. Samenwerken doe je pas als je iemand kent. Investeer daarom in het contact met uw gemeente. Laat zien wat uw organisatie betekent en wissel in een periodiek overleg ideeën uit. Zo leert de gemeente u kennen en vergroot u de kans dat zij met u wil samenwerken. 4. Formuleer, samen met de gemeente, een gedeelde visie op laagdrempelige voorzieningen in de wijk en maak vervolgens een plan hoe u dit rendabel kunt realiseren.
Andere partners Kijk ook over de grenzen van de publieke domeinen. Ook private ondernemers in de wijk kunnen een interessante samenwerkingspartner zijn. Daarnaast kunnen vrijwilligersorganisaties, bewonersorganisaties en communities in de wijk partner zijn in de samenwerking. Het maakt een initiatief krachtig als deze samen met wijkbewoners wordt opgezet. Dat wil zeggen dat burgers ‘eigenaar’ zijn van het initiatief of in ieder geval mee sturen. Voor de werkbaarheid en efficiency kan het zinvol zijn om te starten met een beperkt aantal samenwerkingspartners en deze later uit te breiden naar meerdere domeinen en partners.
Gemeente Kessel De samenwerking in de gemeente Kessel kwam tot stand naar aanleiding van een denktanksessie. Vanuit de gemeenschappelijke visie is door de betrokken partijen en organisaties de ambitie geformuleerd om een interactief mediaplatform voor het dienstenaanbod te formuleren. Hierin werken samen: een tandheelkundig centrum, kapper, thuiszorg, bibliotheek, kinderopvang, woningstichting, maatschappelijk werk, zorgverzekeraar, huisartsen, fysiotherapeuten en een zorginnovatienetwerk. De verschillende type aanbieders bieden hun diensten via het portal aan. Winkelondernemers zien een meerwaarde in de samenwerking doordat steeds meer winkels uit het dorp verdwijnen. Zorg- en welzijnsorganisaties zien een meerwaarde in de samenwerking doordat daarmee de bereikbaarheid verbeterd kan worden.
Samenwerkings partners Gemeente
Meerwaarde van een inloopfunctie -
-
Zorgverzekeraar
-
Vergroot de leefbaarheid en sociale samenhang (Wmo-prestatieveld 1) door het inrichten van een ontmoetingsfunctie waar verschillende zorg- en welzijnsfuncties gecombineerd worden. Draagt bij aan informatie, advies en cliëntondersteuning (Wmo-prestatieveld 3) door één loket voor vragen op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Vergroot de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers (Wmo-prestatieveld 4). Geeft de mogelijkheid om samenhang te creëren tussen lokaal gezondheidsbeleid en de Wmobeleidsplannen. Stimuleert gezond gedrag en zelfmanagement door een laagdrempelige aanpak. Stimuleert doelmatigheid in kosten o.a. door 14
Huisarts(voorzie ning)
-
Welzijnsorganisatie
-
Private ondernemingen
-
Wijkbewoners, wijkpanel of bewoners/ vrijwilligersorganisaties
-
taakdelegatie, verminderd uitstelgedrag en nadruk op ontmedicalisering. Zorgt dat vragen bij de juiste persoon terecht komen. Vergroot de kwaliteit van zorg door persoonlijke aandacht direct toegankelijk en dichtbij huis. Vergroot de klanttevredenheid. Lagere belasting van telefoonlijn door laagdrempelige toegang voor (eenvoudige) vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Ontlasting huisarts waardoor er meer ruimte is voor educatie, begeleiding en complexe problematiek. Vergroot samenwerking met welzijn waardoor er een meer geïntegreerd zorgaanbod kan worden geboden, bijvoorbeeld bij onverklaarde lichamelijke klachten. Hierdoor kan meer ‘zorg op maat’ worden geboden1. Kwetsbare burger eerder in beeld door verbeterde bereikbaarheid. Betere afstemming van vraag en aanbod. Betere coördinatie en samenwerking met professionals. Vergroot zichtbaarheid van producten en diensten. Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Draagt bij aan zelfredzaamheid en gezond gedrag van werknemers in de regio/wijk. Biedt mogelijkheden voor faciliteren van werkplekken dichtbij huis (flexplekken). Biedt mogelijkheden voor participatie in de wijk. Vergroot afstemming van vraag en aanbod. Helpt mensen om op een laagdrempelige manier informatie en ondersteuning te vinden. Ondersteunt mensen om gezond te blijven.
Check 5: Welke financieringsbronnen? Ga na of samenwerkingspartners bereid zijn om een financiële bijdrage te leveren aan het initiatief. Ervaring leert dat de kans van slagen groter is als partijen allemaal een bijdrage leveren. Het helpt om win-win situaties te zoeken en te benoemen. Probeer om zowel vanuit de zorg als vanuit de gemeente een financieringsbron te vinden. Sluit aan bij een belangrijk actueel thema in een gemeente. De wensen en behoeften van wijkbewoners zouden startpunt moeten zijn. Maak afspraken voor een bepaalde termijn, bijvoorbeeld voor twee tot vier jaar. Het kan interessant zijn om wijkbewoners ‘eigenaar’ te maken van de inloopfunctie en bijvoorbeeld contributie te vragen. Ook nu is het nuttig om over de grenzen van publieke domeinen te kijken, ondernemers en winkelketens kunnen wellicht een financiële bijdrage leveren. Denk ook aan reclameopbrengsten, bijvoorbeeld door online advertenties of advertenties in een nieuwsbrief en door verhuuropbrengsten van ruimten aan derden.
1
Zie ook het project Hapinezz in Utrecht Overvecht http://www.overvechtgezond.nl/nieuws/publicatie-project-happinezz 15
In de toekomst biedt populatiebekostiging wellicht kansen. De RVZ pleit in het advies ‘Preventie van welvaartsziekten’ (2011) voor een preventiefonds waaruit doortimmerde plannen voor preventie van verzekeraars en gemeenten gefinancierd kunnen worden. Daarnaast kunnen fondsen en projectsubsidies een tijdelijke financieringsbron zijn, bijvoorbeeld om als startkapitaal te benutten. Let op: focus vanaf de start op duurzame financiering, om te voorkomen dat na de projectfinanciering de inloopfunctie weer verdwijnt.
STIP Op 22 oktober 2007 ondertekenden negentien partijen - waaronder woningcorporaties, zorgstellingen, welzijnsorganisaties, het Zorgkantoor en de gemeente Groningen - de samenwerkingsovereenkomst Zorgen voor Morgen. Partijen committeerden zich hiermee aan het samen verbeteren van de woon- en leefsituatie voor mensen met een zorgvraag. STIP wordt gefinancierd door de gemeente Groningen en woningcorporaties. Hierover zijn afspraken gemaakt voor de periode 2011-2014.
16
Fase 2: de ontwerpfase In de ontwerpfase bepaalt u het ambitieniveau en werkt u de ideeën verder uit in diensten en producten. Gezamenlijk bepaalt u hoe de front- en backoffice ingericht kan worden. Wijkbewoners kunnen meedenken in de ontwerpfase, bijvoorbeeld in de vorm van een wijkpanel.
Ontwerp fase
• Missie en visie • Diensten en producten • Inrichting frontoffice • Inrichting backoffice • Werkwijze
Check 1: Wat zijn de missie & visie? Een gezamenlijke missie en visie zijn een voorwaarde om een inloopfunctie in de wijk te kunnen ontwikkelen. De missie en visie bepalen immers de strategie en de inrichting van de inloopfunctie, alsmede de intensiteit van de samenwerking. Missie Een missie geeft het bestaansrecht van de inloopfunctie aan. Welke problematiek speelt er in de wijk? Waar biedt de inloopfunctie een oplossing voor? En voor wie? Bepaal met elkaar de doelgroep. Het kan zinvol zijn om te starten voor een afgebakende doelgroep en later het concept uit te breiden naar meerdere doelgroepen als daar vraag naar is. STIP In Groningen hebben wijkbewoners veel welzijnsvragen en behoefte aan een laagdrempelig onafhankelijk fysiek loket. De missie van STIP is om wijkbewoners laagdrempelig objectieve informatie, advies en ondersteuning te bieden waardoor zij op het terrein van wonen, welzijn en zorg met de juiste informatie in staat zijn zelfstandig keuzes te maken.
Visie Een visie gaat over de toekomstige gewenste situatie. Een visie heeft betrekking op de inhoud en het aanbod: wat dient de inloopfunctie aan zorg en ondersteuning te bieden? Centrale vragen bij het formuleren van een visie zijn: - Wat zijn de zorg- en ondersteuningsvragen en behoeften van wijkbewoners? - Wat vinden samenwerkingspartners dat de inloopfunctie zou moeten bieden? Naast een visie op inhoud en aanbod is het belangrijk een visie te formuleren op de samenwerking: hoe dient de zorg en ondersteuning georganiseerd te worden? Formuleer met de samenwerkingspartners een aantal gezamenlijke 17
uitgangspunten (zie figuur 1). Leg samenwerkingsafspraken vast, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant.
STIP De visie van STIP is dat welzijn voor zorg gaat. Vanuit de gemeenschappelijke visie op ‘Leven in het Dorp - Wonen Welzijn Zorg’ is in de gemeente Kessel door de betrokken partijen en organisaties de ambitie geformuleerd om een interactief mediaplatform voor dienstenaanbod te formuleren, dat uitgaat van de behoefte van de cliënten/bewoners zelf en gebruik maakt van een gezamenlijke vorm van technologische ondersteuning.
Uitgangspunten STIP
Doelgroep: alle wijkbewoners Informeren Adviseren
Domeinen: wonen, welzijn en zorg STIP vrijwilligers
Ondersteunen Medewerker: - vraag klant achterhalen - schetsen mogelijkheden
Toeleiden
Uitgangspunten: Vraag klant centraal Actieve benadering Laagdrempelige inrichting en organisatie Goede bereikbaarheid Geen financiële drempels
Verwijzen
Onafhankelijkheid Up-to-date informatie
Luisterend oor
Centrale doelstellingen: Ontmoeting en participatiebevordering Koppeling van vraag en aanbod
Geen indicatiestelling Continuïteit
Aandacht
Kwaliteit Privacy regels
Tijd voor koffie
Regelmatige besprekingen en bijscholing
Doelstellingen Om de effecten in de toekomst te kunnen meten, formuleert u doelstellingen (SMART). Het is belangrijk om in deze ontwerpfase al na te denken over een evaluatieonderzoek en een nulmeting uit te voeren. Gebruik de gegevens uit de inventarisatiefase als basis. De doelstelling van Zorgpunt Schiedam is om geneeskundige zorg beter bereikbaar maken voor patiënten en bewoners van de wijken Nieuwland, Centrum en Oost, door drempelloze toegang tot onderdelen van de Welkeopproducten en van diensten huisartsenzorg ieder moment de dag.gaan we bieden?
18
Check 2: Wat zijn de diensten en producten? De volgende stap is het bepalen van de exacte dienstverlening en producten van de inloopfunctie. De producten en diensten kunnen per wijk verschillen. Een inloopfunctie kan vijf verschillende functies hebben: 1. Informatie- en adviesfunctie De inloopfunctie biedt bijvoorbeeld informatie op het gebied van zorg-, welzijnen woonaanbod in de wijk. Maar bewoners krijgen hier ook voorlichting over thema’s als eenzaamheid, preventie van depressie, voeding en leefstijladviezen. En voorlichting over de OV-chip of een rollatorspreekuur met informatie over valpreventie. Dit kan op individueel niveau of groepsniveau. Ook een E-health preventieaanbod dat wijkbewoners via internet kunnen volgen, is mogelijk. Trefpunt Zelfzorg organiseert voorlichtingsbijeenkomsten op het gebied van diabetes, rouwverwerking, borstvoeding geven & werken.
2. Verwijsfunctie Op basis van een sociale kaart kunnen mensen via de inloopfunctie gericht doorverwezen worden naar het aanbod dat past bij hun vraag. Een aandachtspunt is om vragen en problemen zoveel mogelijk binnen het informele circuit of de inloopfunctie op te lossen en alleen bij ernstige gevallen door te verwijzen naar het aanbod van zorg, welzijn of wonen. De focus dient te liggen op ‘zorgen dat’ en niet op ‘zorgen voor’. STIP werkt met vrijwilligers die mensen op weg helpen en indien nodig gericht en direct doorverwijzen naar het aanbod van zorg, welzijn en wonen.
In Nieuwegein kunnen bewoners een individueel gesprek krijgen met een ‘spinner’. Deze professional (zichtbare schakelwelzijnsmedewerker) probeert de vraag achter de vraag boven tafel te krijgen en kan verwijzen naar professionals indien dat noodzakelijk is. 3. Ontmoetingsfunctie De inloopfunctie biedt een luisterend oor en brengt mensen in contact met vergelijkbare vragen of problemen. Maar hier kunnen ook mensen uit de wijk worden samengebracht, door het organiseren van sociale activiteiten als stimulans voor maatschappelijke integratie, participatie en het voorkomen van sociaal isolement. Resto VanHarte brengt mensen samen door het inrichten van een eetkamer als ontmoetingsplek. Vanuit de maaltijd organiseert VanHarte activiteiten om mensen te informeren en met elkaar in contact te brengen. Vaak eten de wijkagent, de imam of de sociaal raadsman ook mee. Daarnaast werken lokale instanties op het gebied van zorg en welzijn, re-integratie en onderwijs mee aan allerlei Resto VanHarte-activiteiten. Resto vanHarte biedt hierdoor een combinatie van 'eten, ontmoeten én activeren'. Portal Kessel biedt een digitale ontmoetingsfunctie. Op het portal is het mogelijk om (anoniem) te kunnen posten of te reageren op bijvoorbeeld een forum.
19
4. Zorg- en dienstverleningsfunctie De inloopfunctie helpt bij het faciliteren van (deels digitale) levering van geneesen hulpmiddelen, thuiszorgtechnologie op maat of het verrichten van kleine medische handelingen of controles. Een wijkverpleegkundige kan bijvoorbeeld een rol hebben wij het oppakken van zorgvragen. Het inloopspreekuur Mozaïek en Zorgpunt Schiedam biedt diverse zorggerelateerde diensten zonder afspraak. Zo biedt Zorgpunt Schiedam oog- en voetcontroles, urineonderzoek, bloeddrukmeting, behandeling van lichte brandwonden, wratten, oorpijn, keelpijn, luieruitslag, diarree. Tevens biedt het zorgpunt verkoop van zelftesten met uitleg, reizigersadvies met vaccinatie en uitleen van hulpmiddelen. 5. Faciliterende functie De inloopfunctie kan een faciliterende functie hebben, bijvoorbeeld bij het faciliteren van een ruimte waar wijkbewoners zelf activiteiten kunnen organiseren (bijvoorbeeld koffieochtenden). Een inloopfunctie kan ook een rol hebben als sociaal makelaar, gericht op het verbinden van mensen door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Bij een buurtcentrum van SWN in Nieuwegein kunnen ondernemers flexibele betaalbare werkplekken huren.
Voorbeelden van marktplaatsen Inrichting frontoffice Het initiatief Buuv invan Haarlem (www.buuv.nu) of het initiatief ‘zorg voor elkaar’ (www.zorgvoorelkaar.com) of ‘tijd voor elkaar’ (http://www.tijdvoorelkaar-utrechtzuid.nl/)
Check 3: Hoe richten we de frontoffice in? De frontoffice is het deel dat rechtstreeks in contact staat met de wijkbewoners. Dit kan een fysieke plek zijn waar wijkbewoners naartoe kunnen gaan, maar ook een website, telefoon, e-mail of sociale media. Welke inrichting het meest geschikt is, hangt af van de inwoners en het type vragen dat zij hebben. Hoe ziet de dagindeling van wijkbewoners eruit? Wanneer hebben zij behoefte aan een frontoffice? Hoe vaak willen zij contact? Hoe snel willen zij reactie? Op basis van deze informatie kunt u een keuze maken voor de inrichting, personele bezetting en bereikbaarheid van het frontoffice. Fysieke frontoffice Bij een fysieke frontoffice is de locatie een belangrijke factor voor succes. Inloopcentra in de loop van voorzieningen, bijvoorbeeld bij scholen, winkels of treinstations, hebben meer kans van slagen dan inloopcentra die aan de rand van een verlaten industrieterrein liggen. Het hoeft geen nieuwe locatie te zijn, kijk vooral ook of er al bestaande voorzieningen zijn in de wijk waar de inloopfunctie in gevestigd zou kunnen worden. Bijvoorbeeld in een gezondheidscentrum, buurthuis of winkelcentrum. Naast de locatie zijn de geboden faciliteiten en uitstraling belangrijk. Een inloopfunctie kan gebruikt worden voor meerdere doeleinden, bijvoorbeeld voor het drinken van lekkere koffie, printen, internetten, boeken lenen of een was draaien.
20
Gezondheidscentrum De Roerdomp in Nieuwegein wil haar wachtkamer en de entree van het gezondheidscentrum ombouwen tot een aantrekkelijke inloop. In het centrum moet lekkere koffie zijn en een gastvrouw die aanwezig is voor allerlei soorten vragen. Naast het binnenlopen voor bloedprikken kunnen mensen er ook terecht wanneer ze zich bijvoorbeeld onveilig voelen in de buurt. Digitale frontoffice Een frontoffice kan ook digitaal of een combinatie van fysiek en digitaal zijn. Door gebruik te maken van nieuwe media kunt u aansluiten bij het gedrag, de wensen en behoeften van inwoners. Afstanden en fysieke beperkingen leveren dan minder problemen op omdat mensen via computer of smartphone contact met wijkbewoners of zorg- en dienstverleners kunnen zoeken. De gemeente Kessel realiseert een interactief digitaal platform. Het platform heeft tot doel burgers proactief en preventief te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Het platform kent verschillende functies: zoekfunctie, een forum, informatie over lokale activiteiten, feedbackfunctie en is gelinkt aan sociale media. Menskracht en deskundigheid De mensen die in het frontoffice werken, moeten kunnen inspelen op de vragen en behoeften van de burgers. Vaak is het daarvoor belangrijk dat zij kennis hebben van de sociale kaart, klantvriendelijk zijn en over goede communicatievaardigheden beschikken. Afhankelijk van de behoeften van de wijkbewoners en functies van de inloopfunctie hebben zij specifieke competenties of een opleiding nodig. Voor sommige vragen is wellicht geen inzet van beroepskrachten nodig, maar kan worden volstaan met vrijwilligers of wijkbewoners. Voor inloopcentra die een zorgverleningsfunctie bieden, is ervaring met triage en zorg absoluut een vereiste. Echter, niet alle verrichtingen hoeven door een huisarts uitgevoerd te worden. Er kan ook gedacht worden aan taakdelegatie van de huisarts naar de wijkverpleegkundige, doktersassistent of praktijkondersteuner. Ga na welke competenties en welk opleidingsniveau noodzakelijk zijn voor de mensen die het frontoffice bemannen en stel een functie- en competentieprofiel op. STIP is gestart met beroepskrachten en vrijwilligers als frontoffice personeel. Uit evaluatieonderzoek bleek dat STIP-klanten over allebei even tevreden waren. Beide invullingen kennen belemmerende en bevorderende factoren (zie tabel 2). Alle STIP’s worden nu bemand door vrijwilligers.
In het Zorgpunt Schiedam en bij huisartsenpraktijk Mozaïek wordt zorg geleverd door een ervaren doktersassistent of praktijkverpleegkundige onder supervisie van een huisarts. ‘Onze ervaring is dat veel klachten direct afgehandeld kunnen worden in ons inloopfunctie.’ Huisarts, Zorgpunt Schiedam
21
Tabel 2 STIP door beroepskrachten of vrijwilligers? Belemmerende factoren vrijwilligers Stimulerende factoren vrijwilligers Het netwerk dat de backoffice De STIP-klanten zijn zeer tevreden vormt, is niet zo betrokken bij over de bejegening STIP Vrijwilligers houden STIP mogelijk De begeleiding, werving en beter op orde, door in rustige scholing van vrijwilligers vraagt tijden de beschikbare informatie om tijdsinvestering van up-to-date te maken beroepskrachten Belemmerende factoren Stimulerende factoren beroepskrachten beroepskrachten Beroepskrachten voelen een grote De STIP-klanten zijn zeer tevreden druk vanuit hun organisatie en over de bejegening hebben beperkte tijd om in STIP Beroepskrachten pakken hun STIPte investeren werkzaamheden snel op en hebben minder begeleiding nodig dan vrijwilligers Het uitvoerend netwerk is meer betrokken bij STIP, omdat ze zowel de front- als de backoffice vormen
Check 4: Hoe richten we de backoffice in? De backoffice ondersteunt de frontoffice. Essentieel hierbij is goede afstemming en terugkoppeling tussen de frontoffice en de backoffice. Communicatie met bijvoorbeeld de huisarts is belangrijk om overzicht te houden en continuïteit van zorg te kunnen waarborgen. Doelgroepgerichte netwerkbijeenkomsten of themabijeenkomsten kunnen een krachtig middel zijn om samenwerking in de wijk te bevorderen. Begin met elkaar te leren kennen en met het opbouwen van vertrouwen. Een volgende stap is het afstemmen van het aanbod en het maken van afspraken over de rol- en taakverdeling. Het kan zinvol zijn om een coördinator of wijkverpleegkundige verantwoordelijk te maken voor de voortgang en coördinatie. Stadsdeel Amsterdam-Oost zet wijkschakelteams op om activiteiten op het gebied van zorg en welzijn met elkaar te verbinden. Het wijkschakelteam wordt gevormd door een coördinator van het wijkservicepunt (verbinding naar wijk), wijkverpleegkundige (verbinding naar zorg) en een medewerker van een welzijnsorganisatie (verbinding naar welzijn).
22
De achterwacht van STIP wordt bemand door de dienstdoende buurtwerker maatschappelijke ondersteuning, Groningse welzijnsorganisatie MJD (binnen kantooruren) en telefonische hulpdienst Sensoor (buiten kantooruren). De ketenondersteuner is mede verantwoordelijk voor de voortgang en coördinatie van STIP punten en voor het realiseren van afstemming tussen samenwerkingspartners.
Check 5: Wat wordt de werkwijze? Hoe dienen frontoffice medewerkers om te gaan met klantvragen? In welke mate is de fontoffice medewerker ondersteunend? Maar vooral: in welke mate laat de frontoffice medewerker de wijkbewoner zelf het initiatief nemen? Een valkuil van de frontoffice kan zijn ‘u vraagt, wij draaien’. Dit vraagt een kanteling in het denken. Het frontoffice personeel heeft meer de rol van coach dan zorgverlener, waarbij de focus ligt op ‘zorgen dat’ in plaats van ‘zorgen voor’. Een mooi voorbeeld is de werkwijze van de Eigen Kracht Centrale. Tijdens een Eigen Kracht-conferentie maakt iemand samen met familie en bekenden een plan voor de toekomst. Een onafhankelijke coördinator van de Eigen Kracht Centrale brengt iemands sociale netwerk bijeen en organiseert de conferentie (http://www.eigen-kracht.nl). Een ander voorbeeld is het initiatief De EigenKrachtWijzer, een digitale vraagbaak voor inwoners en professionals. Het kan een hulpmiddel zijn om vragen van inwoners over wonen, werken, welzijn en zorg van een helder antwoord te voorzien. Dit wordt gebruikt voor beslissingsondersteuning (www.eigenkrachtwijzer.nl, www.eigenkrachtwijzeralmere.nl). Voor een frontoffice dient het duidelijk te zijn wanneer en naar wie men kan doorverwijzen. Ook moet duidelijk zijn welke taken en activiteiten de frontoffice uitvoert. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan welke vorm van registratie en communicatie wenselijk is (telefoon, e-mail, digitale media, overleggen, werkbijeenkomsten, jaarlijks symposium, nieuwsbrief). Maak ook afspraken over informatieoverdracht en terugkoppeling.
23
Fase 3: de voorbereidingsfase In de voorbereidingsfase werkt u de afspraken en ideeën uit de ontwerpfase verder uit in concrete methoden, producten, diensten en planning. Hierbij gaat het ook om het werven en opleiden van personeel. Essentieel in deze fase is het ontwikkelen van een communicatiestrategie om de wijk te informeren.
Voorbereidings fase
• Werving van personeel • Werkwijze uitwerken • Opleiden van front-office personeel • Communicatiestrategie ontwikkelen
Check 1: Werving van personeel? In de vorige fase heeft u al nagedacht of u professionals of vrijwilligers wilt inzetten en of u nieuw personeel nodig heeft of bestaande medewerkers wilt omscholen. Als u nieuwe medewerkers (vrijwilligers of professionals) wilt aantrekken, zult u daarvoor mensen moeten werven. U maakt daarbij gebruik van het functieprofiel met de benodigde competenties en opleidingsniveau van personeel. STIP werft haar vrijwilligers door te adverteren in wijkkrantjes en de vrijwilligersvacaturebank. Ook organiseert STIP informatiebijeenkomsten met de mogelijkheid voor opgave van een intakegesprek.
Check 2: Hoe gaan we precies werken? Nadat in de ontwerpfase op hoofdlijnen is bedacht hoe het concept moet gaan werken, is een precieze uitwerking van de werkwijze nodig. Een van de manieren om dit te doen, is het opstellen van protocollen. Een protocol is een document dat professionals ondersteunt bij het uitvoeren van handelingen, met andere woorden het geeft aan hoe een handeling uitgevoerd kan worden. Het Zorgpunt van Centrum Huisartsen Schiedam heeft, op basis van landelijke, door de beroepsgroep erkende standaarden, een digitaal handboek opgesteld waarin protocollen voor alle geleverde zorg en controles zijn vastgelegd. Ook het STIP heeft haar werkwijze in protocollen gespecificeerd. Er is een protocol opgesteld over beschikbaarheid van een achterwacht voor STIP medewerkers op de front-office. Ook is er een methodiek en bijbehorend stroomschema over de wijze waarop informatie, advies en ondersteuningsverzoeken worden afgehandeld. 24
Vragen registreren Naast het opstellen van protocollen, is het belangrijk om voorafgaand aan de start na te denken over de manier van registreren van klantvragen. Registratie is om diverse redenen belangrijk. Het is noodzakelijk om een goede follow-up naar de backoffice of andere samenwerkingspartners te realiseren. Bovendien kunt u op die manier meta-informatie verzamelen. Bijvoorbeeld over de meest voorkomende klantvragen, bezoekersaantallen en doelgroepen die u bereikt met uw initiatief. U zult een afweging moeten maken welke ICT-informatie of welk registratiesysteem in uw situatie het meest geschikt is. Bij voorkeur hebben alle medewerkers en samenwerkingspartners toegang tot het systeem en kunnen ze er allen in werken. In het STIP werken verschillende organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg samen. Er wordt gewerkt met een registratiesysteem (regas light) en vastgestelde professionele standaarden, zoals een privacyreglement. Als u in uw organisatie al een registratie- of informatiesysteem heeft, kan het een logische keuze zijn om daar op voort te bouwen. Het Centrum Huisartsen werkte al met een Huisartsinformatiesysteem. Dit systeem is van oorsprong bedoeld voor registratie door huisartsen. Het centrum koos ervoor om alle medewerkers, mits toestemming van patiënten, toegang te geven tot dit systeem en daar in te werken. Hierdoor is er sprake van een centraal patiëntendossier dat door alle disciplines kan worden geraadpleegd. Patiënten vinden het een fijn idee dat hun doktersassistente, fysiotherapeut, diëtist of wijkverpleegkundige over de juiste informatie beschikt. Bovendien kunnen zorgprofessionals elkaars agenda raadplegen. Voor ons betekent dit een enorme efficiencyslag.’ (huisarts, Centrum Huisartsen Schiedam).
Check 3: Hoe leiden we front-office personeel op? Naast het opstellen van protocollen moeten medewerkers instructie en opleiding krijgen om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Ook kunnen multidisciplinaire afspraken nodig zijn om goede afstemming tussen verschillende samenwerkingspartners te realiseren. Om de werkwijze in de praktijk te kunnen brengen, is het zinvol om nieuw personeel een inwerktraject te laten volgen waarin ze geschoold worden in hun werkzaamheden. Ontwikkel hiervoor een handboek waarin de werkwijze beschreven staat. Bij huisartsenpraktijk Mozaïek wordt de zorg tijdens de inloopspreekuren Nadat medewerkers geschoold zijn, is het van belang omsupervisie hun kennis opde peil te geboden door somatische praktijkondersteuners onder van houden en medewerkers ook van elkaar te laten leren. huisarts als mede-consultvoerder. De scholing van praktijkondersteuners somatiek (HBO POH) is onvoldoende om de eindverantwoordelijkheid te nemen in de consultvoering, maar deze medewerkers zijn goed in staat om vooraf vastgestelde onderdelen van een consult uit te voeren. Om deze werkwijze in de praktijk mogelijk te maken, volgen de praktijkondersteuners een inwerktraject van ongeveer twee jaar waarin ze geschoold worden in het leveren van generalistische zorg. De huisarts moet over de vaardigheid beschikken om in teamverband te werken en snel tot concretisering van hulpvraag, diagnose en advies te komen.
25
STIP organiseert elke zes weken ervaringsbijeenkomsten voor vrijwilligers om ervaringen uit te wisselen, van elkaar te leren en de werkwijze bij te stellen waar nodig.
Check 4: Wat wordt de communicatiestrategie? Het bedenken en opzetten van een inloopfunctie in de wijk is één, zorgen dat bewoners het weten te vinden is twee. Daarvoor is een communicatiestrategie in de vorm van een communicatieplan noodzakelijk. Een communicatiestrategie bestaat uit vijf onderdelen: 1. Doelgroep. 2. Boodschap. 3. Partijen die boodschap verspreiden. 4. Methoden. 5. Timing. 1. Doelgroep Stem de communicatiestrategie af op de doelgroep. Bepaal daarom heel precies de doelgroep waar u zich met de inloopfunctie op richt. Als de inloopfunctie meerdere doelgroepen bedient, kan het nodig zijn om meerdere methoden in te zetten om de hele doelgroep te bereiken. 2. Boodschap Als u uw doelgroep heeft bepaald, formuleert u de boodschap die u aan hen wilt overbrengen. U heeft de boodschap scherp als u in een paar zinnen kunt uitleggen wat uw organisatie doet en waarvoor potentiële klanten u kunnen benaderen. Een goede boodschap voldoet aan vijf criteria: 1. Duidelijk: de boodschap is eenvoudig te begrijpen 2. Beknopt: de boodschap is makkelijk te lezen 3. Consistent: de boodschap is consistent met andere informatie 4. Actiegericht: de boodschap maakt de verwachte actie duidelijk 5. Continu: de boodschap wordt meerdere keren verspreid 3. Partijen die de boodschap verspreiden Het is belangrijk om te kijken welke personen of organisaties de meeste invloed hebben op de doelgroep. Dit kunnen bijvoorbeeld zorgverleners, buurtregisseurs of zelfs bekende Nederlanders zijn. Komt er een bekende sporter uit die wijk, probeer deze dan te betrekken bij verschillende wijkinitiatieven. Deze rolmodellen spreken de doelgroep hoogstwaarschijnlijk beter aan dan zorgprofessionals. ‘Eén keer flyeren is niet genoeg, een persoonlijke aanpak trekt mensen pas echt. Bijvoorbeeld als een huisarts het aanbeveelt.’ Projectleider, gezondheidscentrum de Roerdomp 4. Methoden Er zijn verschillende manieren om wijkbewoners in contact te brengen met uw initiatief: - Elektronische kanalen: websites, social media, e-mail, E-nieuwsbrief. - Face-to-face kanalen: individuele consulten, presentaties, bijeenkomsten, workshops. - Media: persberichten, huis-aan-huisbladen, brochures, kranten, organiseren van ludieke acties. 26
Het Trefpunt Zelfzorg pakte dit als volgt aan. Ze maakten patiënten via een brief van de huisarts attent op activiteiten van het Trefpunt en richten zich onder andere tot de redactie van een plaatselijk huis-aan-huisblad zodat het nieuws zich via de plaatselijke krant kon verspreiden.
STIP koppelde haar communicatiestrategie aan lopende campagnes in de stad, zoals de ja/nee-sticker, de milieuvriendelijke boodschappentas en de stadsgids, die gratis bij de diverse STIP-locaties in de stad konden worden opgehaald. Bewoners werden op deze manier verleid om ongedwongen kennis te maken met het STIP.
5. Timing Essentieel bij het verspreiden van de boodschap is de timing. Het kan interessant zijn om activiteiten juist wel of niet te koppelen aan gebeurtenissen in de wijk, feestdagen, vakantie of bijvoorbeeld een kermis. Trefpunt Zelfzorg organiseerde een oliebollenactie. Het Trefpunt deelde in samenwerking met de huisarts tijdens de jaarwisseling oliebollen uit aan ouderen en creëerde zo meteen bekendheid voor het Trefpunt.
27
Fase 4: de uitvoeringsfase In de uitvoeringsfase kijkt u of de inloopfunctie werkt zoals u met elkaar heeft afgesproken. U monitort de werkwijze en checkt met name of de frontoffice en backoffice goed samenwerken.
Uitvoerings • Monitoren van werkwijze -fase • Samenwerking tussen front- en backoffice
Check 1: Bevalt de werkwijze? Nadat de protocollen in de voorbereidingsfase zijn opgesteld, is het van belang dat u ze in de uitvoeringsfase op de juiste manier gebruikt. Kijk bij de eerste bezoekers of de werkwijze inderdaad verloopt zoals afgesproken. Bijvoorbeeld door bezoekers na hun bezoek te bellen of een korte vragenlijst te laten invullen zodat de bezoekerstevredenheid kan worden gemonitord. Checklisten kunnen het frontoffice personeel helpen bij het uitvoeren en monitoren van de werkwijze. In het Zorgpunt van het Centrum Huisartsen Schiedam gaat de geprotocolleerde werkwijze van doktersassistentes en POH-ers als volgt. Voor kleine kwalen, zoals een blaasontsteking, kunnen zij, volgens het protocol, medicatie voorschrijven. Een dienstdoende huisarts wordt geconsulteerd als het te complex is. Aan het einde van elke werkdag nemen de dienstdoende huisarts en de medewerker van het Zorgpunt ter controle alle consulten door.
Met behulp van monitoring kunt u bepalen of de feitelijke werkwijze van uw initiatief in lijn is met de gewenste werkwijze. Ook levert het u inzicht op in de resultaten.
Check 2: Hoe is de samenwerking tussen de front- en backoffice? Veel inloopcentra hebben een front- en backoffice. Om als inloopfunctie in de wijk goede resultaten te boeken, is het afstemmen tussen front- en backoffice van groot belang. Bij Mozaïek zijn de lijnen tussen frontoffice (POH) en huisarts (backoffice) kort. Afstemming is dan relatief gemakkelijk. Er zijn ook voorbeelden waarbij de lijnen langer zijn, omdat de front- en backoffice zich niet samen in een organisatie bevinden. STIP zet het Yammer netwerk (sociale media) in om de samenwerking te verstevigen. Eens per zes weken komt de backoffice bij elkaar in een netwerkoverleg. De ketenondersteuner heeft de rol als voorzitter bij dit overleg. 28
Goede communicatie tussen front- en backoffice is cruciaal. Een medewerker van het Zorgpunt van Centrum Huisartsen Schiedam illustreerde het als volgt: ‘We moeten er niet alleen voor zorgen dat we iemand naar de juiste instantie doorsturen. We moeten ervoor zorgen dat iemand er ook aankomt’. Dit betekent in de praktijk: niet alleen verwijzen, maar iemand helpen met het maken van een afspraak en een backoffice die aan de frontoffice terugkoppelt hoe het is verlopen. Dit vraagt om registratie van bezoekersgegevens, informatieoverdracht en reguliere overleggen zoals beschreven in de ontwerp- en voorbereidingsfase. Resultaten monitoren, evalueren en bijstellen is een continu proces. In Amsterdam-Oost organiseren wijkschakelteams drie keer per jaar netwerkbijeenkomsten voor alle betrokken organisaties in de wijk, gericht op ontmoeting, uitwisseling, afstemmen van aanbod, signaleren van klantsignalen en het ontstaan van nieuwe initiatieven.
“Ik ben Toon de Vries, ik ben 66 jaar en woon in Groningen. Ik heb last van mijn rug en werk daardoor al acht jaar niet meer. Sinds het overlijden van mijn vrouw, twee jaar geleden, is het nog erger geworden. Ik lust nog wel eens een borrel. Verder kijk ik veel televisie. Wat moet je anders? Gisteren kreeg ik een brief van de deurwaarder. Had een rekening niet betaald. Dat is natuurlijk niet in orde.”
29
Fase 5: de uitbouw- en monitoringsfase In deze vijfde fase functioneert de inloopfunctie al enige tijd, de werkwijze is ingebed bij het front- en backoffice personeel en wijkbewoners weten de inloopfunctie te vinden. Nu gaat u de resultaten evalueren, verbeterpunten oppakken en diensten en producten uitbouwen.
• Evalueren van Uitbouwresultaten en monitorings • Gezamelijke uitwisseling over fase doorontwikkeling
Check 1: Wat zeggen de resultaten? Om iets te kunnen zeggen over bereikte resultaten is het belangrijk dat u bij de start een nulmeting doet (hiervoor kunnen de gegevens uit de inventarisatiefase gebruikt worden) en jaarlijks bezoekerscontacten rapporteert. Na ongeveer anderhalf jaar kan dan een evaluatieonderzoek uitgevoerd worden. Methoden om resultaten in beeld te brengen - Registratiegegevens: bezoekersaantallen, type hulpvragen, doorverwijzingen, aantal huisartsen bezoeken, aantal opnames, aantal spoed/crisisdiensten, medicatiegebruik. - Uitkomstmaten: gezondheid (gezondheidsmonitor kan hiervoor gebruik worden), ervaren kwaliteit van leven, mate van zelfredzaamheid/zelfstandig wonen, mate van participatie. - Proces- en organisatie-uitkomsten: mate van samenwerking, afstemming van zorgaanbod. - Tevredenheidsonderzoek: enquête, diepte-interviews, groepsgesprekken met bezoekers en direct en indirecte betrokken partijen. - Bekendheid en gebruik: aantal mensen dat bekend is met de inloopfunctie versus het aantal bezoekers. Zet de kosten af tegen de resultaten zodat u inzicht krijgt in de kosteneffectiviteit. Het kan ook zinvol zijn om de resultaten te vergelijken met een soortgelijke wijk waar geen inloopfunctie is. In bijlage 3 ziet u een voorbeeld van een business case. STIP verrichtte in 2010 een evaluatieonderzoek in samenwerking met studenten van de Universiteit van Groningen. Zij concludeerden dat door de beleidsinstrumenten ketenondersteuning en Stip een bijdrage is geleverd aan de realisatie van ketensamenwerking, het verbeteren van het aanbod en het verschaffen van steun- en informatie in de wijk. De meeste betrokkenen zijn positief gestemd over de instrumenten, al worden op diverse gebieden verbeterpunten aangedragen.
30
Check 2: Gaan we de inloopfunctie verder ontwikkelen? De evaluatierapportage kan gebruikt worden om met elkaar te praten over uitbouw- en ontwikkelpunten. Denk aan het uitbreiden van producten en diensten en het zoeken naar nieuwe samenwerkingsmogelijkheden. Denk ook aan het controleren en aanpassen van protocollen, het aanpassen van inwerk- en scholingsprogramma’s, het uitbreiden van locaties, openingstijden en doelgroepen. Ook het zoeken naar nieuwe structurele financieringsbronnen hoort bij deze fase.
31
Succesfactoren en barrières op een rij Wat zijn succesfactoren bij het starten van een inloopfunctie? En welke barrières kunt u tegenkomen? In dit hoofdstuk vindt u tips, gebaseerd op de ervaringen van de acht wijkinitiatieven. Twaalf succesfactoren 1. Sluit aan bij omstandigheden in een wijk of gemeente, bijvoorbeeld nieuwbouwplannen, de gemeenteraadverkiezingen en landelijk beleid zoals ‘zorg dichtbij huis’. 2. Zorg dat de visie en het actieplan gedragen worden door bestuurders van de gemeente en van zorg- en welzijnsorganisaties. 3. Betrek wijkbewoners bij de inloopfunctie, bijvoorbeeld door het initiëren van de inloopfunctie vanuit wijkbewoners, door vrijwillige inzet van wijkbewoners, door eigenaarschap bijvoorbeeld in de vorm van een coöperatie. 4. Investeer in een goede relatie met de wethouder en zorgverzekeraars en betrek hen er in een vroegtijdig stadium bij. 5. Zorg voor een aanspreekbare eerstelijnsvoorziening als een (virtueel) samenwerkingsverband van eerstelijns professionals, welzijnswerkers en gemeente. 6. Ga voor populatiebekostiging als kans om wijkgerichte samenwerking effectief te ondersteunen. 7. Houd de onafhankelijke ketenondersteuners in de wijk ‘bij de les’. 8. Koppel producten en diensten aan wijkactiviteiten, bijvoorbeeld op markten of braderieën. 9. Maak successen zichtbaar waardoor betrokkenen de meerwaarde van de samenwerking beter inzien. 10. Zorg voor een actieve klankbordgroep die klantgerichte samenwerking stimuleert. 11. Zorg voor een trekker van het initiatief die het initiatief goed kan communiceren, goed samenwerkt, de moed erin houdt en mensen in beweging weet te krijgen. 12. Koppel de inloopfunctie aan locaties die publiek trekken, zoals winkelcentra, apotheek, wijkrestaurants, het station. Vijftien barrières 1. Wees alert op organisaties die hun eigen aanbod willen ‘wegzetten’ en moeite hebben om eigen materiaal en diensten los te laten. Marktwerking zorgt ervoor dat zorgorganisaties meer belang hebben bij klantwerving. 2. Lastig om in contact met de doelgroep te komen en een representatief geluid van de doelgroep te krijgen. 3. Gebrek aan vertrouwen: dubbele agenda, ‘erbij horen maar onder voorwaarden’. 4. Het vinden van een goede toegankelijke locatie is soms lastig. 5. Wmo koppelen aan inloopfunctie, tussen beide kunnen verschillen bestaan in werkwijze, procesgang en dynamiek. 6. Organisaties kennen elkaar soms onvoldoende op sommige gebieden. 7. Netwerkleden hebben soms te weinig tijd vanwege drukke functies. 8. Verloop binnen de betrokken organisaties. 9. Cultuurverschillen tussen verschillende aanbieders: zorg, welzijn en wonen hebben elk hun eigen plannen, wijze van verantwoording, mate van maatschappelijke betrokkenheid en taalgebruik. 10. Trage bureaucratische processen binnen gemeenten. Veel financiële stromingen en organisaties zijn aanbodgericht terwijl een inloopfunctie zich in principe op multiproblem situaties richt. Dit kan een
32
barrière zijn bij het betrekken van samenwerkingspartners en het regelen van financiën. 12. Financiering; financieringsschotten en het ontbreken van startkapitaal om eerste investeringen te kunnen doen. 13. NMA richtlijnen die samenwerking in de wijk in de weg staan.2 14. Het is lastig om de informele zorg- en ondersteuning te verbinden met de formele zorg- en ondersteuning. Dit vraagt ook om het zichtbaar maken van resultaten van informele zorg en niet zozeer het aantal verwijzingen. 15. Focus op eigen kracht vraagt een omslag in denken, dit vraagt om training en coachingsvaardigheden, maar ook om tijd.
2
Link naar spelregels voor samenwerking bij ketenzorg: http://www.vilans.nl/Pub/Informatiecentrum/Informatiecentrumoverig/Spelregels-samenwerking-bij-ketenzorg.html 33
Achtergrond: waarom een inloopfunctie? Een inloopfunctie past goed in het beleid van de overheid. In dit hoofdstuk ziet u waarom de overheid een laagdrempelige voorziening in de wijk stimuleert. Burgers snel helpen Een inloopfunctie komt tegemoet aan de behoefte om burgers snel te kunnen helpen. Significant en de RVZ pleiten al langer voor een breder voorportaal waar gezonde en kwetsbare burgers snel en gericht worden geholpen bij hun vragen, ook om een ongezonde leefstijl te voorkomen. Pas als er sprake is van aandoeningen en ziekte, kunnen mensen vervolgens naar het relatief kleine zorgdomein.
Burgers zelf aan zet Het idee van een laagdrempelige voorziening of functie in de wijk past goed in het beleid dat de minister voorstaat. In haar brief ‘Zorg en ondersteuning in de buurt’ (2011) presenteert ze de visie van de gezondheidszorg als piramide met als uitgangspunt ‘dichtbij en onder eigen verantwoordelijkheid waar mogelijk, specialisatie waar dat moet, concentratie waar het echt niet anders kan’. In de brief benadrukt ze dat burgers zelf aan zet zijn als het gaan om hun gezondheid. Zij kunnen hier eventueel de hulp bij inschakelen van een laagtoegankelijke welzijns- en gezondheidsvoorziening in de wijk.
34
Betere samenwerking in de wijk De minister wil betere samenwerking tussen partijen in de buurt tot stand brengen. Om dit te ondersteunen, wordt een experiment opgezet om ervaring op te doen met populatiegerichte zorg dat wordt gefinancierd vanuit een populatie gebonden budget. Het idee is dat daarmee geïntegreerde zorg op wijkniveau tot stand kan komen. Andere bekostigingsstructuur Samenwerking tussen verschillende partijen wordt op dit moment belemmerd doordat de financiering van de eerstelijnszorg een lappendeken is. Denk daarbij, naast de zorgverzekeringswet, AWBZ, Wmo en Wet Publieke Gezondheidszorg, aan de GES modules, integrale bekostiging, koptarief en M&I modules. Elke verrichting wordt uit een andere pot gefinancierd en soms is er sprake van dubbele financiering. Doelmatigheid wordt pas echt gestimuleerd als we elkaar aanzetten tot het leveren van dezelfde kwaliteit tegen minder kosten voor die populatie, aldus het instituut. Een populatie gebonden aanpak met bijbehorend populatie gebonden organisatie en financiering zou een opening kunnen bieden omdat het uitgaat van het principe van ‘shared-savings’. Per wijk wordt een epidemiologische analyse uitgevoerd om de populatie met haar gezondheidsproblemen in kaart te brengen. Belangen en perspectieven van verschillende betrokken partijen worden in kaart gebracht, de zorgbelasting van de diverse zorgpartijen wordt doorgerekend. Dit resulteert in een business model. Op basis van dit model kan er een verdeling plaatsvinden van het populatie gebonden budget over de zorgverlenende partijen. De minister gaat enkele experimenten met een alternatieve bekostigingsstructuur ondersteunen. Behoefte aan nieuwe organisatie van de zorg Er is behoefte aan een nieuwe zorgorganisatie die niet uitgaat van het traditionele zorgmodel dat lineair is georganiseerd, maar die uitgaat van ketensamenwerking. Daarbij is sprake van een dynamische keten omdat er geen sprake is van een aantal ‘standaard’ partijen dat met elkaar samenwerkt. De samenwerking is context gebonden: de specifieke situatie en klantvragen bepalen welke partijen met elkaar samenwerken. In deze dynamische keten participeren niet alleen zorgorganisaties, maar een breed scala aan spelers zoals burgers, de gemeente, de woningbouwcoöperatie, onderwijsinstellingen, ondernemers en welzijnsorganisaties. Zij zetten zich samen in om toekomstbestendige zorg te realiseren. Deze trend is een gevolg van de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waardoor de gemeente een belangrijkere speler is geworden als het gaat om preventie, zorg en welzijn. Een tweede aanleiding voor deze trend is dat we ons realiseren dat we het met een ‘ziekte en zorgbenadering’ niet redden. We moeten meer focussen op gezonde leefstijl en
35
actieve burgers. Vanwege deze paradigmaverschuiving is het nodig om partijen te betrekken die in het traditionele zorgmodel geen plek hebben. Nieuw: Preventmodel Een model dat beter past – dan het traditionele zorgmodel - bij het idee van toekomstbestendige zorg, is het Preventmodel. Dit model is door het Platform Personalized Prevention (2011) ontwikkeld. In het Preventmodel draait het om persoonlijke preventie. Dat wil zeggen dat op basis van individuele behoeften en risicofactoren wordt ingeschat hoe groot de kans is op een chronische ziekte. Vervolgens wordt hier met passende informatie of (leefstijl) interventies op in gespeeld. Het model gaat uit van het geïnformeerde en gemotiveerde individu in een gezonde leefomgeving die mee kan doen in de maatschappij. Als het individu daartoe niet in staat is, kan hij of zij gebruik maken van een sluitend netwerk van hulpverlening.
Laagdrempelige inloopvoorzieningen in de wijk kunnen een belangrijke rol spelen bij het informeren en motiveren van burgers. Bovendien kunnen zij burgers die niet in staat zijn om hun probleem zelf op te lossen, naar een organisatie leiden die hierbij kan helpen. Als het om gezondheid gaat, kunnen inloopcentra een rol hebben in de zes interventiemogelijkheden die in de onderkant van het model worden geschetst: variërend van ‘gewoon gezond leven’ door bijvoorbeeld een evenement over gezonde voeding te organiseren tot ‘voorkomen van erger’ door de bloeddrukcontrole van een chronisch zieke burger via de inloopfunctie te laten plaatsvinden. Dit alles is afhankelijk van de situatie waarin de burger zich bevindt.
36
Meer weten? Andere handreikingen Er zijn verschillende handreikingen en publicaties die u kunnen helpen bij het doorlopen van ontwikkelingsfasen: -
Samenwerken aan zorg en ondersteuning. Leidraad voor gemeenten en zorgkantoren: www.vng.nl/Documenten/Extranet/Wmo/01-Leidraad.pdf
-
Integrale preventie, ketenkwaliteit in wijk of kern, handleiding voor lokale samenwerkingstrajecten: www.nigz.nl/upload/integrale_preventie.pdf
-
Handreiking patiëntenparticipatie: http://www.vilans.nl/docs/producten/handreikingpatientenparticipatie. pdf
-
Samen werken aan gezondheidsbevordering. Mini-toolkit voor gemeenten en zorgkantoren: http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Wmo/05Gezondheidsbevordering.pdf
-
Handreiking samenwerken in de eerste lijn: http://www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl/scrivo/asset.php?id=567665
Verder lezen Jan van Es Instituut (2011). Column: Substitutie bereik je via populatiegerichte zorg: Geld volgt Zorg! Platform Personalized Prevention (2011), Het preventmodel Raad Voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) (2011). Advies Preventie van welvaartsziekten. Effectief en efficiënt georganiseerd. Raad Voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) (2010). Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe ordening. Raad Voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) (2010). Perspectief op gezondheid 20/20 Significant (2010). Achtergrondstudie voor Advies Zorg voor je gezondheid van RVZ. Ministerie van VWS (2011). Kamerbrief zorg en ondersteuning in de buurt
37
Websites Vraagwijzer: http://www.vraagwijzer.nl/upload/0220-1271065458.pdf Regelhulp: https://www.regelhulp.nl/rh/webapp/kennisbank/Informatie/CentrumVoorJeug dEnGezin?gclid=COfYnMOczawCFYJH3god_3zRrw# Bouwen aan leefbaarheid: http://www.bouwenaanleefbaarheid.nl/index.php/Consultatiebureau_voor_oude ren Sociaal Raadslieden: http://www.sociaalraadslieden.nl/ NIGZ: http://www.nigz.nl/index.cfm?act=project.details&proj=57 Zichtbare Schakels Rotterdam: http://www.zichtbareschakelsrotterdam.nl/nl/home Nivel: http://www.nivel.nl/oc2/page.asp?PageID=16774&referer=rss Regelhulp: https://www.regelhulp.nl/rh/webapp/kennisbank?init=true# www.zorgwelzijn.nl www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl www.vilans.nl
Aan de slag? Wilt u aan de slag met de inloopfunctie in de wijk of wilt u met partijen uit de wijk een wijkgerichte aanpak van preventie ontwikkelen? Vilans kan u verder helpen. Vilans, kenniscentrum voor langdurende zorg, biedt verschillende vormen van ondersteuning, zoals advies op maat, onafhankelijke procesbegeleiding, knelpunten analyse, begeleiden van focusgroepen, bewonersgesprekken, doelgroep analyse en het uitwerken van business case. Fit in de wijk In 2012 werkt Vilans aan een wijkgerichte aanpak via het project ‘Fit in de wijk; samenwerken aan preventie’. Binnen dit project helpt Vilans partijen in de wijk bij de samenwerking en het gezamenlijk vormgeven van preventie en integrale zorg en ondersteuning in de wijk. Meer weten? Neem contact op met Barbara de Groen, senior adviseur Chronisch Zieken bij Vilans,
[email protected] / 06-22810632.
38
Bijlage 1: Waarom moeten zorg en welzijn samenwerken? Preventie, zelfmanagement en participatie zijn belangrijke componenten die integraal onderdeel uitmaken van de inloopfunctie. Het is belangrijk dat mensen in de wijk de regie en verantwoordelijkheid over hun leven en hun gezondheid kunnen nemen. Voor een grote groep mensen gaat dat niet vanzelf. Vanuit een laagdrempelige voorziening kunnen zij hierin ondersteund worden, door andere burgers, door informele zorg en ondersteuning of door zorg- en dienstverleners die integraal naar de mens en zijn vraag kunnen kijken. Een integrale benadering van vragen van wijkbewoners vraagt om een laagdrempelig front-office, inclusief een netwerk van samenwerkende organisaties op het terrein van zorg, wonen, welzijn en preventie als back office. Voor mensen is het belangrijk dat de hulp- en dienstverlening inspeelt op de werkelijke vragen die er leven. Dat bevordert hun welbevinden en gezondheid. Het is belangrijk te onderkennen dat mensen niet in eerste instantie oplossingen zoeken voor gezondheidsproblemen. De verwachting is dat als mensen zich gesteund voelen in het oplossen van door hen ervaren urgente problemen, zij ook meer open staan voor andere onderwerpen, zoals de aanpak van risicofactoren voor chronische aandoeningen (roken, ongezond eten, weinig bewegen, alcohol, stress en eenzaamheid). De risicofactor wordt dan niet behandeld als een op zichzelf staand probleem, maar als gevolg van andere problemen en kan in die context effectiever worden aangepakt. Vanuit deze visie is gezondheid te beperkt als insteek voor preventie. Werk of wonen kunnen urgenter zijn en vanuit die insteek beter aangepakt worden. Bovendien lijkt een grote groep mensen die een groter dan gemiddeld risico loopt om een chronische aandoening te krijgen, niet zo begaan met dat risico. Roken bijvoorbeeld is nu eenmaal noodzaak of deel van hun leven geworden. ‘Dan leef ik maar wat korter’, wordt wel eens gezegd. Mensen stellen andere prioriteiten of bezien vooral de voordelen op de korte termijn. Zij zijn niet altijd in staat en bereid hun gedrag te veranderen ten gunste van een gezonder leven op langere termijn. Andere aspecten zijn belangrijker of urgenter in hun leven, zoals het hebben van een baan, inkomsten of de opvoeding van de kinderen. Dit vraagt om een integrale benadering van de wijkbewoner en zijn vragen.
39
Bijlage 2: Acht wijkinitiatieven Hieronder ziet u een beknopte beschrijving van acht wijkinitiatieven. Wijkinitiatief: Steun- en InformatiePunt (STIP) Groningen Type laagdrempelige voorziening STIP is een laagdrempelig, onafhankelijk en fysiek loket waar mensen terecht kunnen met allerlei vragen en problemen ten aanzien van wonen, welzijn en zorg Focus De focus van STIP ligt op behoud van eigen regie, participatie en preventie, met de nadruk op welzijn Doelgroep Alle wijkbewoners (23 +) met een vraag, ondersteuningsbehoefte of aanbod op het gebied van wonen, welzijn en zorg in de wijk Locatie Elf wijken in Groningen, de locatie verschilt per wijk (o.a. centra voor dagbesteding, welzijnsorganisatie) Samenwerkingspartners Negentien partijen waaronder woningcorporaties, zorginstellingen, welzijnsorganisaties, het zorgkantoor en de gemeente Groningen. Er ligt een samenwerkingsovereenkomst ‘Zorgen voor Morgen’ Faciliteiten Informeren, adviseren, ondersteunen, toeleiden, verwijzen, tijd voor koffie, aandacht, luisterend oor Initiatiefnemer(s) Gemeente Groningen e.a. Meer informatie http://gemeente.groningen.nl/zorg-enwelzijn/stips
Wijkinitiatief: wijkschakelteams Amsterdam Oost Type laagdrempelige voorziening
Focus
Doelgroep Locatie Samenwerkingspartners
Faciliteiten
De wijkschakelteams zijn een initiatief ter bevordering van een betere verbinding tussen zorg en welzijn in de wijk, (nog) geen inloopfunctie voor buurtbewoners Verbinden van zorg en welzijn door elkaars aanbod te leren kennen en samenwerking op klantniveau te stimuleren Professionals in de eerstelijnszorg en welzijnsprofessionals Amsterdam stadsdeel Oost Coördinator van het wijkservicepunt (de verbinding naar welzijn), een wijkverpleegkundige van de Zichtbare Schakel (de verbinding naar zorg), één of meerdere buurtregisseurs (de verbinding naar wijk) De coördinatoren van de wijkservicepunten hebben een belangrijke rol in het verbinden van 40
Initiatiefnemer(s)
Wijkinitiatief: Zorgpunt Centrum Huisartsen Schiedam Type laagdrempelige voorziening Focus Doelgroep Locatie Samenwerkingspartners
Faciliteiten
Initiatiefnemer(s) Meer informatie
Wijkinitiatief: Mozaïek Rotterdam Zuid Type laagdrempelige voorziening Focus Doelgroep Locatie
Samenwerkingspartners Faciliteiten
zorg en welzijn in de wijk. Elk wijkschakelteam geeft een eigen invulling aan de samenwerking. De onderlinge samenwerking en activiteiten zijn afgestemd op wat de betreffende wijk nodig heeft Agis, GGD, stichting 1ste Lijn Amsterdam en het stadsdeel Amsterdam Oost
Het zorgpunt is een plaats waar burgers drempelloos zelfzorgadviezen en eenvoudige laagcomplexe medische hulp kunnen krijgen Het zorgpunt is een inloopcentrum ten behoeve van preventie, zelfmanagement en participatie Burgers van Schiedam Het inloopcentrum bevindt zich in het Centrum Huisartsen Schiedam, ligt in de loop van burgers nabij winkels en school Kerndisciplines vormen: de huisartsenvoorziening, thuiszorg, gemeente en de apotheek. Verpleegkundigen en doktersassistentes hebben een centrale rol in het inloopcentrum, met de beschikbaarheid van een huisarts op de achtergrond Het zorgpunt levert gezondheidsbevordering, inloopfunctie voor kleine kwalen, informatie en advies over hulpmiddelen en medicatie, Wmoconsultatiefunctie en overige diensten gericht op het stimuleren van zelfredzame burgers in een wijk De huisartsen van Centrum Huisartsen Schiedam https://sites.google.com/a/chsdam.nl/zorgpuntpu b/
Huisartsenpraktijk Mozaïek biedt een inloopspreekuur waar mensen dagelijks ’s ochtends terecht kunnen voor allerlei vragen en klachten Mozaïek richt zich op zorggerelateerde vragen. Voor zowel acute als chronische vragen kunnen mensen op het inloopspreekuur terecht Het inloopspreekuur is toegankelijk voor mensen met acute en chronische klachten of vragen De praktijk is gesitueerd in een sociaaleconomisch zwakke deelgemeente van Rotterdam (Feijenoord) met relatief veel jongeren, tachtig procent van de bevolking is van niet-Nederlandse herkomst De dagelijkse inloop wordt door de huisartsen en praktijkondersteuners verzorgd, in samenwerking met de receptioniste (praktijkassistenten) Mozaïek levert een inloopspreekuur voor diverse acute en chronische zorgvragen. Mozaïek biedt patiënten een adviesgesprek, gezondheidseducatie en voorlichting, doorverwijzing, medicatie, kleine 41
Initiatiefnemer(s) Meer informatie
behandelingen, geruststellen, aanvullend onderzoek, laboratoriumonderzoek De huisartsen van huisartsenpraktijk Mozaïek http://www.praktijkmozaiek.nl/pages/praktijk.ph p
Wijkinitiatief: wijkservicepunt (in wording) Gezondheidscentrum de Roerdomp project integratie zorg en welzijn Type laagdrempelige voorziening
Focus Doelgroep
Locatie
Samenwerkingspartners
Faciliteiten
Initiatiefnemer(s)
Wijkinitiatief: Resto VanHarte Type laagdrempelige voorziening
Focus
Doelgroep
Het wijkservicepunt is een fysiek ontmoetings- en informatiepunt en vormt een aanvulling op de samenwerking tussen de Roerdomp en Stichting Welzijn Nieuwegein Het wijkservicepunt focust op psychosociale klachten en aan welzijn gerelateerde vragen De groep bewoners van de wijk Doorslag/patiënten met lichte psychosociale klachten tussen de 18 en 80 jaar die het gezondheidscentrum de Roerdomp bezoeken Stichting Welzijn Nieuwegein huurt een ruimte binnen Gezondheidscentrum de Roerdomp in de wijk Doorslag Nieuwegein De inloop zal worden bemand door een gastvrouw/heer (vrijwilliger) en/of welzijnsmedewerker. In 2010 is er een convenant gesloten tussen: gemeente Nieuwegein, Stichting Welzijn, De Roerdomp, woningcorporaties, verpleeghuizen en scholen (Digitaal) informatiepunt, voorlichting, gerust stellen, ontmoetingsfunctie met lekkere koffie, activiteiten in de avonduren Bestuurders van Gezondheidscentrum de Roerdomp en Stichting Welzijn Nieuwegein
Resto VanHarte biedt een laagdrempelige sociale infrastructuur voor een diversiteit aan culturen, generaties en religies in de 30 VanHarte eettafels (resto’s) Resto VanHarte wil het sociaal isolement doorbreken en de leefbaarheid in wijken vergroten. Om mensen uit hun isolement te halen, biedt Resto VanHarte, via de eettafel, een sociaal netwerk aan Iedereen kan zich aanmelden via een (gratis) telefoonnummer om bij Resto 42
Locatie
Samenwerkingspartners
Faciliteiten
Initiatiefnemer(s)
Meer informatie
Wijkinitiatief: Portal Kessel Type laagdrempelige voorziening
Focus
Doelgroep
Locatie
VanHarte te komen eten Meestal bevindt het Resto zich in een buurthuis of school, waar een professionele keuken aanwezig is. Twee of drie keer per week toveren de Resto VanHarte manager, de horecacoördinator en de vrijwilligers de ruimte om tot een Resto VanHarte Vaak eten de wijkagent, de imam of de sociaal raadsman mee. Daarnaast werken lokale instanties op het gebied van zorg en welzijn, reintegratie en onderwijs mee aan allerlei Resto VanHarte-activiteiten. Ook werkt Resto VanHarte samen met VMBO/MBO/HBO scholen, bureau HALT, vrijwilligers en bedrijven Voor, tijdens en na de driegangenmaaltijd is tijd ingeruimd voor activiteiten, zoals informatieve, educatieve of recreatieve inleidingen, gesprekken, lezingen en/of optredens. Altijd staat voorop dat deze bedoeld zijn om het gezelschap nader tot elkaar te brengen en om elkaar te leren kennen Stichting VanHarte, gevestigd in Amsterdam, is opgericht in 2004 door enkele grondleggers van Artsen zonder Grenzen en een aantal betrokken ondernemers en kunstenaars, die in hun eigen omgeving veel sociaal isolement signaleerden www.restovanharte.nl
Het dorp Kessel realiseert een interactief digitaal platform. Het portal bouwt aan een ‘inclusieve samenleving’ met diensten op het gebied van participatie, ondersteuning en zorg Het portal heeft tot doel burgers proactief en preventief te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Het bevordert en versterkt het informele netwerk rondom de burger en geeft tegelijk direct toegang aan formele hulp- en dienstverleners Er zijn twee doelgroepen: de eerste doelgroep betreft alle inwoners uit Kessel. De tweede doelgroep betreft de binnen Kessel werkzame vrijwilligers en commerciële en professionele dienstverleners De portal gaat dit najaar live en vindt 43
Samenwerkingspartners
Faciliteiten
Initiatiefnemer(s)
Wijkinitiatief: Trefpunt Zelfzorg Type laagdrempelige voorziening Focus
Doelgroep Locatie Samenwerkingspartners
plaats op internet, maar wordt gecombineerd met een fysieke gemeenschappelijke ruimte in Merwijck. In het complex bevinden zich een bibliotheek, tandartspraktijk, kinderopvang en gemeenschappelijke ruimte In dit project werken verschillende partijen samen: de gemeente Kessel, zorgorganisatie Proteion, Hogeschool Zuyd en ondernemers uit het dorp (waaronder een tandarts en kapper) Het precieze dienstenaanbod is nog niet bekend omdat de portal nog in ontwikkeling is. Maar op dit moment wordt gedacht aan communicatiemogelijkheden tussen dienstverleners uit het dorp onderling, communicatie tussen inwoners van Kessel, aanbod van arrangementen en diensten voor burgers, afgestemd op klantprofiel en beeldcontact met diverse eerstelijns hulpverleners Het initiatief is tot stand gekomen vanuit het zorginnovatienetwerk FC WELZIJN van Gemeente Peel en Maas (waar Kessel deel van uitmaakt)
http://www.bureauspv.nl/index.php/trefpuntzelfzorg Een fysiek trefpunt waar bewoners terecht kunnen voor verschillende welzijnsgerelateerde diensten Trefpunt Zelfzorg is makelaar op het gebied van welzijn en gezondheidszorg. Trefpunt signaleert, legt contacten, stelt de ruimte waar de activiteit zal plaatsvinden beschikbaar, streeft naar een kosteloos en laagdrempelig aanbod en brengt vervolgens vraag en aanbod met elkaar in contact. Een kwaal is niet altijd op te lossen met een pilletje of zalfje, omdat vaak de oplossing welzijnsgerelateerd is. Allemaal redenen waardoor vaker een consult bij de huisarts werd geboekt. Vaak onterecht en zonder resultaat. En waarmee een huisarts in een tienminuten consult weinig resultaten boekt. Huisartsenpraktijk Richters besloot daarom in 2009 een nieuwe weg in te slaan met het Trefpunt Zelfzorg Burgers van Enschede, onder andere mensen met een sociaal isolement In een huisartsenpraktijk Huisarts Richters heeft een consulterende en ondersteunende functie. Daarnaast is er contact met 44
Faciliteiten
Initiatiefnemer(s) Meer informatie
verschillende ketenpartners die activiteiten verzorgen Het trefpunt biedt een inloop voor eenzame mensen, een cursus actief met gewrichtsklachten, scootmobielclub, kundalini yoga, voorlichting over diabetes, lotgenotengroepen voor borstkanker en rouwverwerking, hulp en advies in de opvoeding, een presentatie voor mantelzorgers Huisartsenpraktijk Richters. Inmiddels is het initiatief overgenomen door Bureau SPV http://www.bureauspv.nl/index.php/trefpuntzelfzorg
45
Bijlage 3: Business case opstellen In de business case wordt de rechtvaardiging voor het project weergegeven, gebaseerd op een afweging tussen de geschatte kosten, de verwachte benefits en de risico’s. Het onderstaande format kunt u gebruiken als hulpmiddel bij het opstellen van een business case. Inhoud
Toelichting
Samenvatting
Doel
-
Huidige situatie
-
Initiatiefnemers Betrokken partijen Aanleiding Doel Benefits Wat is de doelstelling van het initiatief? - Kwaliteitsdoelstelling? - Doelmatigheidsdoelstelling? - Substitutiedoelstelling? Wat is de doelgroep? Om hoeveel mensen gaat het? Wat is de kans of het knelpunt in de wijk?
Gewenste situatie
-
Welke resultaten bewerkstelligt de inloopfunctie?
Benefits
-
Tijdschema
Wat zijn de (verwachte) voordelen van de inloopfunctie? Wie profileren er van de resultaten? Wat is de bijdrage aan de doelstelling van financiers (gemeente, zorgverzekeraar, ondernemers, burgers) Betrokken partijen, taak- en rolverdeling Inrichting front-office en back-office Welke producten en diensten levert de inloopfunctie? Wat zijn indicatoren? Op welk moment en op welke manier worden resultaten gemeten? Geld: - Opstartkosten: onderzoekskosten, projectleiding, advieskosten, reclame, eenmalige investeringen - Kosten op jaarbasis: huur, energie, website, monitoring - Personele kosten: arbeidsuren, overhead en management Menskracht Faciliteiten Planning
Risicoanalyse
Beschrijving van risico’s en randvoorwaarden
Financiële analyse
Analyse van kosten, inkomsten en baten (indirecte en directe baten)
Strategie
Evaluatie
Benodigde middelen
46
Bijlage 4: Voorbereiding handreiking
Werkconferentie wijkinitiatieven 9 september 2011 heeft Vilans een werkconferentie georganiseerd met de acht initiatieven om ingrediënten voor de handreiking te verkrijgen. De volgende personen waren hierbij aanwezig: - Geert van Rooij, Centrum Huisartsen Schiedam - Carola Veth, Centrum Huisartsen Schiedam - Ina Holtrop, ketenondersteuner STIP Groningen - Klaas van den Berg, Gemeente Groningen - Ludy vd Veer, Evean, Amsterdam - Marianne Bramson, 1elijn Amsterdam - Marcel van Lochem, beleidsadvies gemeente Amsterdam - Suus van Rooijen, gemeente Peel en Maas, Portal Kessel - Rein de Wit, tandarts, Portal Kessel - Karen de Groot, projectleider gezondheidscentrum De Roerdomp, Nieuwegein - Jeannette Smiesing, welzijnsorganisatie Nieuwegein - Annelie Bosscha, Trefpunt Zelfzorg Enschede - Lyssanne Willems, Trefpunt Zelfzorg Enschede - Doortje Boshuizen, Vilans - Lidewij Vat, Vilans - Barbara de Groen, Vilans Expertmeeting ‘Inloopfunctie’ 18 november 2011 hield Vilans in samenwerking met de RVZ een expertmeeting om van gedachten te wisselen over de inloopfunctie. De onderstaande personen waren hierbij aanwezig: - Helene Wüst, Raad van Bestuur Vilans, voorzitter - Anoeska Mosterdijk, VWS - Jan Galesloot, huisarts Rotterdam - Geert van Rooij, huisarts, Schiedam - Klaas van den Berg, gemeente Groningen - Ludy vd Veer, wijkverpleegkundige Amsterdam - Karen de Groot, projectleider Nieuwegein - Denijs Guijt, projectadviseur IJburg, Amsterdam - Jaap Koot, NIGZ - Chris Nijboer, Chrisfit - Marloes Merkus, Seinpost - Jan Joost Meijs, Gezondheidscentrum De Roerdomp Nieuwegein - Rob A.E. van Damme, St. Integrale Eerstelijns zorg Lent Oosterhout - Arie Jongejan, Caransscoop - Eric Franck, TNO - Henk den Boer, Aafje - Corine Zijderveld, NPCF - Anja Clement, Stichting Robuust - Anja de Leeuw, Stichting Robuust - mw C. Tutein Nolthenius, Zorggroep Almere - Helma Slingerland, VWS - Anne van Dorst, GGD Zuid-Holland Zuid - Ina Holtrop, ketenondersteuner STIP Groningen - Fons Hopman, CVZ - Coline van Everdinge, Van Everdingen Zorgconsult - Carola Veth, Centrum Huisartsen Schiedam - Ien van de Goor, Tilburg University/ Tranzo - Jan-Willem Mulder, NPCF 47
-
Suus van Rooijen, gemeente Peel en Maas Rob van Boxtel, ROS Friesland Dhr. R.W. Leeuwenburgh, Second care Miriam de Kleijn, huisarts, adviseur Pink-Fox Hans Vlek, medisch manager Eerstelijns Centrum Tiel, Vilans Pieter Vos, RVZ Bart v.d Gevel, RVZ Anke Rijkschroeff, RVZ Stannie Driessen, Vilans Lidewij Vat, Vilans, Doortje Boshuizen, Vilans Barbara de Groen, Vilans
48
Dit is Vilans Vilans is het landelijke kenniscentrum voor langdurende zorg. Samen met het veld pakken we urgente problemen aan. We inspireren elkaar om vernieuwende en praktijkgerichte oplossingen in gang te zetten. We versterken organisaties en hun medewerkers in hun werk. En we versnellen processen die nieuwe kennis structureel helpen invoeren in de praktijk. Zo houden we met elkaar niet alleen de zorg en ondersteuning efficiënt én van goede kwaliteit. We verbeteren zo ook de kwaliteit van leven van mensen die de zorg en ondersteuning nodig hebben. Daar is het ons uiteindelijk om te doen.
Programma Chronisch Zieken Catharijnesingel 47 3511 GC Utrecht Postadres: Postbus 8228 3503 RE Utrecht
Telefoonnummer secretariaat: 030-7892392 E-mail secretariaat:
[email protected] www.vilans.nl