50
SILICON GHENT: LANCEERBASIS VOOR START-UPS
‘ EEN IDEE, VEEL GOESTING EN JE BENT VERTROKKEN’ Op kousenvoeten - denk: Happy Socks met felle print - is Gent de hotspot van een creatieve, digitale economie geworden. Met goede scholen, veel kunst en jonge mensen als de ideale potgrond voor internetbedrijfjes. ‘Netlog toonde ons dat je de American dream ook hier kunt waarmaken.’ Lieven Sioen, foto’s Fred Debrock, illustratie Debora Lauwers mper 24 is hij. Drie jaar geleden, net afgestudeerd, richtte Brecht Fourneau met een studiegenoot een internetbedrijfje op om in te spelen op het succes van de iPhone en iPad. Vandaag telt TapCrowd 20 personeelsleden, heeft het kantoren in São Paulo en Istanboel, en een offshore development office in Pakistan. Niet slecht voor een twintiger met de looks van een slordige student. Brecht ontwikkelde een onlineplatform waarmee klanten zelf apps kunnen maken voor grote beurzen. In plaats van plastic zakken vol brochures mee te slepen, kan de bezoeker alle info verzamelen met zijn tablet of smartphone. Omgekeerd kunnen standhouders perfect volgen wie interesse heeft in welke producten, om vervolgens gericht publiciteit naar individuele klanten te sturen. Allemaal papierloos. Een van Brechts eerste grote klanten was de evenementenorganisator Artexis. ‘Daarna is het razendsnel gegaan.’ TapCrowd huist in een oude jeneverfabriek in hartje Gent. Op de tweede verdieping zit een andere starter, Engagor, van Folke Lemaitre.
32 is hij en al een ancien in de sector, want Folke werkte jaren voor Netlog. Eind februari 2011 begon hij een eigen bedrijf dat een onlineinstrument aanbiedt waarmee grote firma’s kunnen meten wat hun reputatie is op het web of in sociale media. Vandaag heeft Engagor 12 mensen in dienst, klanten in 180 landen en een omzetgroei van 10 à 15 procent per maand. Een van de komende weken zal Folke een kapitaalronde afsluiten, om zijn product agressiever in de internationale markt te zetten. ‘Want de concurrentie zit niet stil.’ iHub, zo werd de oude jeneverstokerij gedoopt waar Engagor, Tap Crowd en nog enkele IT-bedrijfjes huizen. De eigenaar is Nico Nelissen (37), een burgerlijk ingenieur die zelf ook al drie IT-bedrijven begon en medevennoot is in TapCrowd. Hij wil van zijn pand een informeel incubatiecentrum maken voor technologische start-ups, waar jonge ondernemers niet alleen onderdak vinden, maar bij de koffie ook inspiratie en motivatie. ‘We dromen allemaal van Silicon Valley, maar je eerste klanten zoek je in je directe omgeving. Daarvoor is Gent ideaal.’ » 51
SILICON GHENT: LANCEERBASIS VOOR START-UPS
BART DE WAELE:
‘ Ik ga uit van een carrière bij Wijs van drie jaar. Daarna wordt 80 procent van die jongens en meisjes zelfstandig, en dus een concurrent’
Bits, bytes & hersencellen Er komt de laatste tijd opvallend veel digitaal nieuws uit de Arteveldestad. Posios sloot vorige week een strategische deal met een Amerikaanse multinational, om zijn app voor horecabeheer wereldwijd te verspreiden. Op de Future Energy Summit in Abu Dhabi won Econation de tweede prijs voor meest energiebesparende innovatie. Little Miss Robot lanceerde dinsdag de nieuwe onlineradio van de VRT. En eind december kocht een Frans datingbedrijf Netlog en Twoo voor 18,9 miljoen euro. Allemaal hebben ze bits & bytes en grijze cellen als grondstof, en allemaal zijn ze gevestigd in Gent. Toeval? Niet volgens de immer enthousiaste schepen van Economie Mathias De Clercq (Open VLD). Uit een studie van 2011 blijkt dat Gent 512 bedrijven in de creatieve sector telt, goed voor 6.053 arbeidsplaatsen. Daarnaast werken ook nog eens 3.662 kleine zelfstandigen in de creatieve economie, of zowat een vijfde van alle Gentse zelfstandigen. Dat zijn natuurlijk niet allemaal IT-bedrijfjes, ‘maar binnen de sector zijn de nieuwe media wel de tweede grootste creator van toegevoegde waarde’. ‘Gent is altijd een stad van eigenzinnigheid en experiment geweest’, zegt De Clercq. ‘Vernieuwing zit in ons DNA. Het loopt hier
vol kritische mensen, voor wie het nooit goed genoeg is, maar die er wel voor gaan. Combineer dat met de vele scholen en kennisinstellingen zoals iMinds of het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, en je krijgt een explosieve cocktail van creativiteit.’ Het gebeurt allemaal wat onder de radar, zonder luid te roepen of grote citymarketing. Maar ook dat is Gent. ‘Laat het maar bloeien van onderuit. Als bestuur willen we vooral faciliteren, advies bieden en mensen samenbrengen. Gent heeft het voordeel van de compactheid. De stad is groot genoeg om verloren te lopen, maar compact genoeg voor ontmoeting. Al die IT-mensen en creatievelingen komen elkaar tegen op de Korenmarkt.’
De apostelen van Netlog Flanders Technology, het bruine bord staat nog altijd langs de snelweg naar Gent. Maar veel van de jonge ondernemers die ik ontmoet, waren amper geboren toen Gaston Geens de technologiebeurs in 1988 lanceerde. Voor hen was Netlog het voorbeeld, een van de eerste succesvolle sociaalnetwerksites voor jongeren, tot Facebook de overhand kreeg. ‘Netlog toonde ons dat je de American dream ook vanuit Gent kon waarmaken’, zegt Louis Jonckheere (28). ‘Dat je als kleine start-up wereldwijd iets kunt betekenen.’ 52
Jonckheere is een van de oprichters van ShowPad, dat een platform biedt waarmee bedrijven iPad-applicaties voor hun verkopers kunnen ontwikkelen. ‘Verkopers gaan al vijftig jaar op stap met een koffer vol brochures, prijslijsten, orders, enzovoort. Al die informatie kun je ook in een iPad stoppen, met als bijkomend voordeel dat je voortdurend verbonden bent met de hoofdzetel of je klant. Prijsveranderingen, nieuwe producten, bestellingen: het wordt automatisch doorgegeven.’ ShowPad is twee jaar oud, telt twaalf werknemers en verkoopt in België, Europa, de VS en Canada. In oktober sloten Jonckheere en zijn vennoten een strategisch partnership met een grote speler in Silicon Valley, Jive Software. Een miljoenendeal. Daarvoor had Jonckheere met Jeroen Lemaire (31) en enkele anderen al In the Pocket opgericht, een van de eerste Vlaamse bedrijven die apps en websites voor tablets ontwikkelden. Het idee ontstond op café, in 2009, en de eerste bedrijfsruimtes waren de woonkamer en de tuin. Vandaag zitten de 20 personeelsleden boven het Notarishuis van Gent. Het magazine Vacature rekende In the Pocket tot de tien meest beloftevolle technologiebedrijven van Vlaanderen. Van de crisis heeft het weinig last, want de meeste klanten verhogen net de budgetten voor mobiele toepassingen.
FREDO DE SMET:
‘ ICT wordt interessant als het menselijk wordt, als het verder gaat dan de passie van nerds en geeks’
Jeroen Lemaire en Louis Jonckheere zijn maar enkele van de vele digitale ondernemers die de microbe bij Netlog te pakken kregen. ‘Op zijn hoogtepunt telde Netlog 120 personeelsleden, die daar allemaal kennis en enthousiasme opdeden. Toen het bedrijf in de problemen kwam, hebben velen een eigen zaak opgericht. Als de apostelen van Netlog. Ga en vermenigvuldig u.’ Lemaire: ‘Veel jonge mensen met een digitale passie dromen van een eigen start-up. Ze willen in de frontlinie staan van de digitale revolutie. Want dit is een sector waarin je als nieuwkomer nog echt impact kunt hebben. Bovendien lopen er in Gent ook veel illustratoren, kunstenaars en architecten rond. En apps zijn bij uitstek de combinatie van technologie en creativiteit. Het is hier veel makkelijker om getalenteerd personeel te rekruteren dan in Brussel.’ Jeugd is trouwens ook een commercieel voordeel in deze sector. ‘In grote bedrijven bezetten de ouderen de kaderfuncties. Maar voor de ontwikkeling van nieuwe media is een twintiger geloofwaardiger dan een vijftiger.’
Een vloot speedbootjes
Op zijn 41ste is Bart De Waele een van de anciens van de digitale scene. Voor de buitenwereld is hij minder bekend dan de stichters van Netlog, binnen het wereldje geldt hij als een
even inspirerend voorbeeld. Na tien jaar in de bankwereld maakte De Waele in 2006 van zijn passie - webdesign - zijn fulltime job. Op zijn zolderkamer richtte hij het webbureau Netlash op, dat al snel een referentie werd binnen de Vlaamse digitale wereld. In 2011 fuseerde Netlash met een andere Gentse internetpionier, bSeen, dat sites hoog doet scoren in zoekmachines. Het nieuwe bedrijf koos voor het zeer Gentse ‘Wijs’ als naam. ‘Omdat we vree wijze sites willen bouwen’, zegt De Waele in zijn bedrijfsruimte, een oude gietijzeren loods aan de dokken, volledig transparant, met zicht op het water, kleurrijke zithoekjes, glazen vergaderruimtes, gesloten cockpits voor de momenten van opperste concentratie en een gemeenschappelijke koffiebar. Hier worden de sites gemaakt van Humo, Rock Werchter, Studio Brussel, of klassiekere bedrijven als Jetair en Delta Lloyd. ‘We ontwikkelen ook digitale strategieën voor onze klanten, maken dat ze de juiste doelgroepen bereiken, meten de impact.’ Wijs staat bekend als top in de sector. Het bedrijf stelt 55 mensen te werk, maar is tegelijk de broedplaats voor nieuwe firma’s, opgericht door De Waele, vrienden of ex-werknemers. ‘Een ecosysteem’, noemt hij het. ‘De digitale wereld is geen tanker, maar een vloot speedbootjes die in dezelfde algemene richting varen, 53
elk via hun eigen route, of samen als het nodig is.’ Zo deelt Wijs de open loods met Talking Heads, opgericht in 2008, dat bedrijven en overheden sociale media leert gebruiken om te communiceren met hun klanten. Met AG Consult, dat de gebruiksvriendelijkheid van websites test. Of met Darwin Analytics, een start-up die de impact van onlinecommunicatie meet. De Waele: ‘De gemiddelde leeftijd van mijn werknemers is 28 jaar. Ik ga uit van een gemiddelde carrière bij Wijs van drie jaar. Daarna wordt 80 procent van die jongens en meisjes zelfstandig, en dus concurrent. Dat is normaal in een sector die zich constant vernieuwt. Daarom heb ik mijn bedrijfspand N-Cube genoemd. Het moet een incubatieplaats zijn voor nieuw talent, de humus waaruit nieuwe zaken groeien.’
Palet en penseel Dat talent is ruimschoots aanwezig in Gent, met 70.000 studenten de grootste studentenstad van Vlaanderen. De universiteit en de hogeschool Sint-Lievens hebben gerenommeerde informatica-opleidingen. Bovendien is Gent de eerste halte voor het West-Vlaamse hinterland. Jongeren die willen uitbreken naar de stad, zonder de Brusselse files te trotseren, blijven er gemakkelijk hangen.
»
SILICON GHENT: LANCEERBASIS VOOR START-UPS
Niet onbelangrijk: Kortrijk heeft een van de meest prestigieuze scholen voor nieuwe media, Howest. Dat is slechts een boogscheut van Gent. ‘We krijgen dertig tot veertig spontane sollicitaties per maand’, zegt Bart De Waele. ‘Er is hier enorm veel talent aanwezig en het kost een pak minder dan in Silicon Valley.’ ‘Tekenaars, designers... De straten lopen er vol van.’ Het klinkt als een echo van De Waele, maar in een ander register. Luc Van Driessche (43) is de oprichter van Creative Conspiracy, een bedrijf dat 3D-animaties maakt. Misschien zag u de geweldige reclamefilmpjes van De Lijn, met die mieren en pinguïns die samen sterker staan dan hun grote vijand. Tot in China zijn die commercials in de prijzen gevallen. Of zag u dat duel tussen een koffiekop en de drinker ervan, die vechten om een Lotuskoekje? Misschien kijken uw kinderen naar Uki, of de Klumpies. Producties van Universal Music, maar van de hand van Van Driessches team. ‘We stonden laatst met onze producten op een iMarkt in Gent. De bezoekers waren verbaasd dat al die zaken in hun eigen stad worden gemaakt. Misschien zijn we te bescheiden, want we spelen echt wel internationaal mee.’ De kantoren van Creative Conspiracy bulken van de computers en servers, maar hier hebben de twaalf creatieven het eerste woord, bijgestaan door een programmeur en een technisch directeur. ‘De computer is voor ons wat palet en penseel zijn voor de schilder. Een werkinstrument. Wij zijn ambachtslui. Een reclamespot van 30 seconden vraagt twee maanden werk van vijf mensen.’ Van Driessche is een geboren en getogen Gentenaar. Hij richtte in 1995 mee GRID op, een bedrijf voor digitale beeldverwerking. Maar omdat het kriebelde om ook zelf animatiefilms te creëren, voor de reclamewereld of eigen series, startte hij in 2004 Creative Conspiracy. En hoewel zijn klanten in Brussel, Amsterdam of Parijs zitten, ziet hij hoe langer hoe minder reden om uit zijn thuisstad weg te trekken. Als Leuven bekend is om zijn technologie en Antwerpen om zijn design, dan biedt Gent net de unieke blend van de twee. Het is de ideale plaats om iets kleins te beginnen, zegt Van Driessche, en in een digitaal tijdperk ligt de wereld sowieso aan je voeten. De
THOMAS JOOS EN VALENTIJN DESTOOP:
‘We beschouwen onszelf als architecten van het digitale. Het design leidt de techniek’
Maar misschien kent u het van de geanimeerde iPad-versie van Suske&Wiske of Kiekeboe. De onderzoekers Walter Van Andel en Koen Vandenbempt van de Antwerp Management School namen de firma op in hun boek Creative Jumpers, als voorbeeld van een groeibedrijf in de nieuwe media. Joos en zijn vennoot Valentijn Destoop (31) hebben zich het devies van Steve Jobs eigen gemaakt: Design is not just what it looks like, but how it works. ‘We beschouwen onszelf als architecten van het digitale. De ervaring van de gebruiker komt eerst. Hoe kan hij aangenaam naar onlineradio luisteren? Een fotoboek van Carl De Keyzer op iPad bekijken? Een strip lezen op tablet? En hoe moet zo’n strip er op tablet dan anders uitzien? Voor ons leidt design de techniek. We passen de fantasie van een klein meisje toe op de mogelijkheden van een gigantische robot.’ Thomas studeerde multimedia en communicatie in Kortrijk, Valentijn nieuwe media in Hilversum. Ze richtten Little Miss Robot op in 2009. Binnen hun niche worden ze tot de wereldtop gerekend. Toch willen ze de studio klein houden, met maximaal vijftien personeelsleden. ‘In een razendsnel evoluerende sector zijn kleine cellen beter in innovatie en creativiteit. En Gent is een inspirerende cocon om rustig te groeien.’
Go West kinderreeks Uki is ondertussen in 45 landen verkocht, Klumpies zal onder meer in China te zien zijn.
Out of the box Veertien personeelsleden telt Creative Conspiracy, de meeste met een artistieke opleiding. En ook onder hen veel West-Vlamingen die in Gent zijn blijven hangen. ‘Wie out of the box denkt, kleedt of gedraagt zich vaak ook out of the box. Maar deze stad is heel tolerant voor alternatieve lui. Niemand kijkt om als een vreemde vogel over de Korenmarkt loopt’, zegt Thomas Joos (25). We zitten ondertussen bij Little Miss Robot, ook al in een oud industrieel pand gevestigd. Het bedrijf haalde deze week het nieuws omdat het de nieuwe onlineradio van VRT ontwierp. 54
Opmerkelijk is dat geen van de bezochte bedrijven de behoefte voelt om uit de Arteveldestad weg te trekken. Internationale verkoopkantoren, dat willen ze wel. Maar de ontwikkeling houden ze liever in Gent. Think local, act global is het devies van Bart De Waele. ‘In de digitale wereld is lokale verankering geen obstakel. Vandaar ook de naam Wijs. Wij vertrekken vanuit onze wortels, al zitten de meeste klanten buiten Gent. Communicatie en creativiteit zullen altijd cultureel gebonden zijn. Ook multinationals moeten met lokale doelgroepen communiceren.’ Jonge ondernemers hebben bovendien het geluk iMinds in de buurt te hebben, het Vlaams onderzoeksinstituut voor Informatieen Communicatietechnologie. Hoewel de werking heel Vlaanderen bestrijkt, heeft de instelling haar hoofdzetel in Gent. Het onder-
steunen van nieuwe ICT-bedrijven is haar topprioriteit, en nieuwe programma’s worden bij wijze van experiment vaak eerst in de thuishaven uitgeprobeerd. ‘We bieden starters fysieke ruimte en financiering’, zegt Frank Gielen, directeur incubatie en ondernemerschap. ‘Maar we werken ook heel nauw samen met universiteiten en hogescholen om studenten warm te maken. Via het programma iBoot, bijvoorbeeld, kunnen student-ondernemers naar de Google Campus in Londen om ideeën te laten rijpen. iStart dient om dat idee te laten uitgroeien tot een volwaardig bedrijf, met financiering en advies. En Go West biedt startups ondersteuning om voet aan de grond te krijgen in Silicon Valley, New York of Boston.’ Posios, dat een mobiele toepassing voor restaurantbeheer ontwikkelde, kon op al die programma’s een beroep doen om internationaal door te breken. ‘iMinds zit hier om de hoek en twee ICT-vakgroepen van de universiteit hierboven’, zegt software-ingenieur Jan Hollez (30), die het bedrijf in 2011 met Zhong Yuan Xu (28) oprichtte. ‘We hadden allebei een goed betaalde job in een multinational. Maar het kriebelde, ook al omdat je bij anderen zag hoe groot je kunt worden vanuit een kantoortje in Gent. Een student met een idee en goesting vindt hier alle steun en stimulans die hij nodig heeft.’
JAN HOLLEZ:
‘Het kriebelde, ook al omdat je bij anderen zag hoe groot je kunt worden vanuit een kantoortje in Gent’ Besmettelijk Het is verleidelijk om van Silicon Ghent te spreken, maar Fredo De Smet huivert van de term. De schaal van Silicon Valley maakt elke vergelijking potsierlijk, en bovendien, vindt De Smet, moet Gent vooral zichzelf zijn. Eigenwijs. Daarom bedacht hij de term GentM voor de evenementen die hij organiseert rond nieuwe media en creativiteit. Inspiratie vond hij in de initialen van de oude Garage Mahy aan de Waalse Krook. Alleen staat M nu voor memetica. ‘De leer van de culturele informatieoverdracht. Het woord is afgeleid van genetica, omdat ideeën zich net als virussen verspreiden via besmetting. Als de besmetting succesvol is, wordt ze een epidemie en stuurt ze de evolutie. Zo niet, sterft ze uit. Goede ideeën verspreiden zich ook zo en worden een discours. 55
Slechte verdwijnen.’ Fredo De Smet heeft een verleden als dj. Twee jaar geleden begon hij analoge ontmoetingsmomenten te organiseren voor de digitale community: lezingen, pop-upcafés, gemeenschappelijke werkplaatsen. Het succes bewees dat er wel degelijk een digitale scene is in de stad, zegt hij. ‘ICT wordt pas interessant als het menselijk wordt, als het verder gaat dan de passie van nerds en geeks, en ook een maatschappelijk draagvlak krijgt. GentM bracht die dynamiek hier op gang. Op onze evenementen willen we zowel gebruikers met een passie voor digitale media als de ontwikkelaars erachter samenbrengen. Zowel de software-ingenieurs als graffitispuiters. Het is belangrijk om de digitale gemeenschap ook analoog bijeen te brengen. Zodat goede ideeën kunnen besmetten.’ De Smet neemt me nog even mee naar de Waalse Krook, achter de oude metalen poort van Garage Mahy. Daar wordt de site van het oude wintercircus omgebouwd tot een multimediaal park met een bibliotheek voor de 21ste eeuw en een centrum voor nieuwe media, waar behalve startende ICT-bedrijven ook iMinds onderdak zal krijgen. ‘Nieuwe media letterlijk en figuurlijk in het hart van het stadsleven. Als we die dynamiek ook op Vlaams niveau kunnen realiseren, dan pas mag je van Silicon I Vlaanderen spreken.’