1
HONDENLIEFDE
1
2 Scene 1
Een park in de namiddag. Een houten bankje. Een vervallen kruis met daarop het lichaam van Christus, zonder armen, zonder hoofd. Een prullenbak. Een man (60), in zwarte broek, zwarte instapschoenen, witte blouse en crème colbert, zit op het houten bankje. Zo nu en dan het geluid van krassende kraaien, en verkeer in de verte. De man lijkt het niet te horen. Hij speelt met zijn vingers alsof hij een wandelend mannetje is. Ergens slaat een klok tien uur. Er gebeurt een langere tijd niets. Hij: Ik heb het tafeltje van je moeder vanmorgen afgestoft. Pauze. Het notenhouten tafeltje in de woonkamer. Pauze. En de foto’s heb ik op het blauwe kastje teruggezet. Is toch beter. Zo onder het schilderij. Dat je vanaf de bank, als je dat wilt, er naar kunt kijken. Maar dat het niet persé moet. Pauze. Je roos staat er goed bij. De klimroos aan de voorgevel. Hij zit nu al boordevol knoppen. Pauze. De buurman zegt dat ik hem had moeten snoeien. Die wil altijd alles snoeien. Maak je geen zorgen. Ik trek me er niks van aan. Pauze. Ik laat ze mooi groeien. Ook al schrik ik soms wanneer de doornen tegen de ramen krassen. Pauze. O ja, ik heb de schoenen vandaag gepoetst Al onze schoenen. Eerst de leren in gepoetst.
2
3 Toen de suède opgeruwd en ingespoten. Daarna de leren uitgepoetst. Pauze. Mijn bruine wandelschoenen beginnen nu wel oud te worden. Korte pauze. Arthur belde gistermiddag. Hij vroeg of ik zin had met ze mee op vakantie te gaan. Lief. Ik moet er niet aan denken. Drie weken lang naar ’t geklaag van Gea te luisteren. Pauze. Ik heb gezegd dat ik er over zou nadenken. Hij wordt onderbroken door Hafid, de schoonmaker van het park. Hafid: Morgen meneer. Alles goed meneer? De man knikt even. Hafid begint het park op te ruimen. Hafid raapt wat flessen op uit een vuilnisbak. Een voor een stopt hij ze in een plastic tas. Hafid: Ai ai ai. Hij houdt een fles in de lucht en leest. Hafid: “ Voor de wereld van morgen.” Hij stopt hem in zijn tas, raapt een andere fles op en leest. Hafid: “ Satisfy your taste for adventure. Taste the coke side of life.” Hij raapt een andere fles op en leest. Hafid: “Haal eruit wat erin zit”… Mmm jammer, iemand voor mij al gedaan. Hij stopt de laatste fles in z’n tas,kijkt nog even rond en loopt naar de man op het bankje. Hafid: Stoor ik meneer? Is het goed als ik hier ga zitten? De man knikt. Hafid gaat zitten.
3
4 Hafid: Dank u. Zo hè hè. Hafid rekt zich uit. Ze zitten even in stilte naast elkaar. Hafid zoekt een sigaret. Hafid: Wat een weertje. Lekker weertje. Lente al in de lucht. Man: Mm. Hafid: Ja lente al in de lucht. Maar vannacht een storm. Een hele grote storm. Heeft u het gehoord? Man: Mm. Hafid: Geen zorgen. Hafid gaat dat allemaal opruimen. Man: Mooi zo. Hafid vindt een peukje. Hafid: Vanavond voetbal. Man haalt zijn schouders op. Hafid: Meneer houdt niet van voetbal? Man: Ik hou meer van de stilte. Hafid: Ah. Man: Ja. Hafid: Stilte is mooi. Zij die de stilte vrezen, zullen hun hart nooit lezen. Man: Als het tenminste echt stil is. Hafid: Natuurlijk. Zo stil als het zand in de woestijn meneer.
4
5
Hafid stopt een peukje in z’n mond. Hafid: Vuurtje? Man: Nee. Hafid: Jammer. Pauze. Hafid. Mag ik u misschien een onbeleefde vraag stellen meneer. Man: Dat hangt er vanaf. Hafid: Kunt u mij met een kleinigheidje helpen? Heeft u misschienMan: Nee. Hafid: Nee? Man: Ik heb geen geld. Hafid: Geld? Man: Het spijt me, ik heb niks bij me. Hafid: Ik wilde alleen maar vragen een sigaretje meneer. Geld….Hafid is geen bedelaar. Man: Goed ik denk dat ik maar eensDe man maakt aanstalten om op te staan maar blijft zitten. Hafid: Gaat u alweer? Man:
5
6 Ik moet nog van alles doen. Hafid: Meneer wil liever niet met Hafid praten zeker. Man: Jawel maar…Ik moet nog boodschappen halen. En mijn vrouw komt straks thuis enHafid: Ah…U is een goede man. Meneer is hoe jij dat noemen, geëmancipeerd. Doet u ook voor haar koken? Man: Wie weet. Hafid: Wat u gaat koken? Man: Dat weet ik nog niet, datHafid: Lievelingsgerecht vrouw? Man: Precies. Korte pauze. Hafid: Wat zij vindt lekker? Man: Weet ik veel…Hachee. Hafid: Hachee? Nooit van gehoord. Man: Uien met stoofvlees. Hafid: Heerlijk. En daarna? Wat u daarna gaan doen? Man: Waarom wilt u dat allemaal weten? Hafid:
6
7 Gaat u voetballen kijken? Man: Nee! Ik ga naar de opera. Hafid: Opera. Man: Dat is muziek. Hafid: Ik weet wat dat is meneer. Voor ik uit mijn land vluchtte, ik ging altijd naar de opera. Welke opera u gaat luisteren? Man: Dat weet ik nog niet…..Mijn vrouw kiest dat altijd uit. Hafid: Met muziek sterft droefheid van de wereld in jouw hart. Hafid neuriet. Hij wordt onderbroken door het gekras van kraaien. Hij kijkt naar boven. Hafid: De doden. Ze worden onrustig. Is bijgeloof in mijn land. Goed Hafid moet weer werken. Hafid centjes verdienen. Hafid staat op. Hafid: Nog een prettige dag meneer. Dank u allerhartelijkst voor deze mooie conversatie. Hafid veel heeft geleerd. Hachee. Hafid maakt een buiging. De man zit een tijd lang op het bankje. Hij controleert of Hafid weg is. Man: Ik denk erover om de winkel te verkopen. Wat vind je daarvan? De loop is eruit. Ik heb er alles aan gedaan. Echt, ik meen het. De tijden. Ze zijn veranderd. Alles verandert zo vlug, Dat ik de verandering als verandering niet eens herken. Zo vlug gaat het. Je hield toch zo van hachee?
7
8
Black out. Muziek: The Hours Glass
8
9
Licht aan Muziek uit. Een blind meisje loopt richting het bankje. Het meisje tast met haar hand. De man schuift voorzichtig opzij. Ze gaat voorzichtig zitten, pakt een boek en begint te lezen.. Meisje: Hallo? Man: Sorry, ik wilde je niet laten schrikken. Meisje: Geeft niet. Het meisje slaat het boek dicht. Man: Wat lees je? Meisje: Och, ik moet het lezen voor mijn studie. Maar ik vind het deprimerend. Man: Waarom? Meisje: Het komt hierop neer. Het leven is kut. Wat de mens ook kiest het mislukt altijd. Onze verlangens blijven onvervuld. We sterven als vogeltjes met opengesperde snavels. Man: Ja, dat is zo. Meisje: Vindt u? Ik vind van niet. Man: Jij bent nog jong. Ze denkt na. Meisje: Ik geloof dat er altijd een kans is, ook al zie je die niet. Ik ben het licht in mijn ogen kwijtgeraakt. Maar al zouden ze me de maan in m`n linkerhand geven en de zon in m`n rechter, dan nog zou ik het licht in mijn ogen niet terugwillen. Alleen met je hart kun je echt zien. Het wezenlijke blijft voor onze ogen verborgen. Man: Wat is dat wezenlijke dan?
9
10 Ze denkt na. Meisje: Ik zie wat mensen willen zeggen. Man: Wat wil ik dan zeggen? Ze haalt haar schouder op. Meisje: U loopt met uw ziel onder de arm. Pauze. Man: Ik ben mijn vrouw verloren. Meisje: Dat spijt me. Man: Zestien september vorig jaar ging ze dood. Plotseling. Ze stierf aan een wespensteek. Meisje: Aan een wespensteek? Kan dat? Man: Ja dat kan. Lange stilte. Ze geeft hem een steen. Hij neemt de steen aan en bekijkt hem. Meisje: Hij heeft me lange tijd gezelschap gehouden. Ik vond hem met vakantie in de rivierbedding van de Taag. Hij is roodbruin. Maar dat kan ik me natuurlijk verbeelden. Ik heb hem heel wat vragen gesteld. Hij is in staat de loop van een rivier te veranderen. Stilte. De klok slaat twee uur. Ze staat op. De man wil haar de steen teruggeven. Meisje: Hou maar. Maar als u genoeg van hem hebt, geef hem dan aan iemand anders. Ze loopt langzaam weg. Black out. Muziek : Poets Acts - Glass
10
11 Licht aan. De man zit op het bankje. Aan zijn voeten de steen. Hij lijkt ermee in discussie. Hij legt de steen aan zijn oor. Hij legt de steen op zijn hoofd. Black out.
11
12 Licht aan. De man zit op het bankje in het park. Hij kijkt naar boven. Er gebeurt een lange tijd niets, dan geritsel. De man lijkt niets te horen en in gepeins verzonken. Uit de grond komt steunend en kreunend een oude vrouw gekropen. Moeder: Hallo? Wie roept daar? De man ziet de vrouw. Hij: Moeder. Moeder: Wie is daar? Hij: Ik ben het. Uw zoon. Moeder: Wat? Hij: Uw zoon! Verstaat u mij? Moeder: Wat zegt u? Hij: Ik ben het Pieter. Moeder: Pieter? Hij: Ja. Moeder: Mijn zoon? Waar is ie? Hij: Hier, naast u. Moeder: Ik heb geen bril meer. Hij staat op en zet haar een bril op. Ze bestudeert hem. Moeder: Bent u mijn zoon?
12
13 Hij: Ja. Moeder: Ben jij Pieter?... Pieter Cornelis? Hij: Dat ben ik moeder. Moeder: Wat zie jij er verschrikkelijk uit. Weet je zeker dat je mijn zoon bent? Hij: Ja. Moeder: Ben je ziek? Je bent zo mager. Eet je wel goed? Wat mankeert je? Hij: Het gaat niet goed met me moeder. Moeder: Waarom niet jongen? Hij: Ik mis haar. Moeder: Koop een Siamese kat jongen, zoals je voor mij deed toen je vader dood ging. Een Siamese kat heeft zoveel te bieden. Ze zijn aanhankelijk, kletsen graag met je, ze zijn intelligent. En ze zijn waaks, ze verdedigen je met hand en tand, tegen iedere indringer. Maar het allerbelangrijkste is dat ze niet verharen. Het zijn de schoonste katten die ik ken. Serieus, je kan ze gerust bij je in bed laten slapen. Ze zijn echte knuffels, zoals jij ook mijn lieve kleine knuffel bent. Kom hier. Ik heb je gemist. Ik heb je zo gemist. Ze kust hem. Man: Hoort u wel wat ik zeg? Moeder: Natuurlijk lieverd. Man: Wat moet ik nou doen? Moeder: Verkoop je winkel. Begin overnieuw. Niemand zit in dit land nog op muziek te wachten. Hondenliefde is het. Je had er nooit aan moeten beginnen. Het brengt geen stuiver op. Muziek. Ik heb je nog zo gewaarschuwd. Je had dominee kunnen worden, of dierenarts. Kijk waar je nu staat. Je bent zestig en de mensen lopen je voorbij.
13
14 Man: Ik heb het over mijn vrouw moeder. Moeder: Ach jongen, die is je allang vergeten. Ze is zich aan het voorbereiden op een ander leven. Ze is er nooit voor jou geweest. Niet zoals ik er voor jou ben geweest. Ik heb je gedragen. Ik was zo dik dat ik een kop en schotel op mijn buik kon zetten, zo dik. Ik heb voor je gezorgd. Je open knieën gekust. Je haren gekamd. Kijk toch hoe je eruit ziet, als een schooier. Er zijn meer vrouwen dan kerken lieverd maar van een moeder is er maar een. Ga nu maar slapen.. Ga maar slapen jongen. Doe je ogen maar toe. Zal mama wat voor je zingen. Man: Maar moeder. Moeder: Sssht. Ogen dicht en slapen. De man legt zijn hoofd op moeders schoot. Muziek: Victoria de los Angelos, songs of Auvergne, no 2. Moeder neuriet mee terwijl ze hem over zijn haren streelt. De man sluit zijn ogen. Black out.
14
15 Licht aan. De man ligt nog steeds op de grond te slapen. Hij schrikt plotseling wakker. Muziek stopt. De man komt bij zijn positieven en kijkt om zich heen. Verderop ligt een beeld dat zijn aandacht trekt. Hij veegt wat bladeren van het beeld en draait het om. Het is de romp van Jezus. Hij sleept de romp naar een vervallen houten kruis, tilt het op en bevestigt de romp aan het kruis. Black out. Muziek : The hours Poet Acts Glass.
15
16 De man en het meisje staan naast elkaar. Man: Hoe was je les? Nog iets opgestoken?... Ik heb even mijn benen gestrekt toen jij weg was….. Ik heb wel een half uur door het bos gebanjerd. Zalig om de bladeren onder je voeten te horen kraken of je eigen adem een weg zoekend door je mond naar buiten. Ik heb me niet verveeld. Zeker niet. Al die mensen die een praatje met je willen aanknopen. Om het even wat. Let maar niet op mij hoor. Je hoeft niks te zeggen als je dat niet wil. Korte pauze. Man: Ik heb ’m nog steeds. Je steen. Ik heb ’m niet weggegooid. Meisje: Mijn vriend heeft het uitgemaakt. Man: O. Meisje: We zouden samen naar Bolivia deze zomer. Maar hij heeft een ander. Korte pauze. Man: Dat is dom van hem. Hij weet niet wat ie mist. Meisje: Ach man, wat weet u daar nou van? Korte pauze. Meisje: Maar wat maakt het ook uit. Alles is toch zinloos. Man: Wie zegt dat? Meisje: U vanmorgen. En u had gelijk. Hij zoekt verlegen naar een houding, bestudeert haar, zoekt naar nieuwe aanknopingspunten. Meisje: Kunt u het zien? Man: Wat? Meisje: U kijkt naar mijn borsten.
16
17
Man: Niet waar. Ik keek naarMeisje: Mag best hoor. Man: Ik keek naar de lucht. Het gaat zo regenen. Meisje: Raak ze maar aan. U heeft vast lang geen borsten gevoeld. Man: Wat?..Nee dat zouMeisje: Of durft u niet? Man: Het is niet een kwestie van durven maarMeisje: Nou dan. Man: Ik had je vader kunnen zijn. Meisje: Toe dan…Alstublieft. Hij wil haar aanraken. Meisje: Dan niet. Lafaard. Hij trekt zijn hand terug. Black out. Muziek The hours.
17
18 Licht aan. Muziek uit. Geluid van wind. De man zit op het bankje. Jezus: He! Psst. Mens. Hier! Nee, links. De man ontdekt Jezus en slaat een kruis. Man: Lieve Here Jezus. Hij knielt. Man: Vergeef me!... Ik heb de laatste tijd niet veel gebeden. En naar de kerk ben ik ook niet gegaan. Vergeef me alstublieft. Vergeef me! Jezus: Rustig maar, rustig…Ik kan je pas vergeven als ik weet wat ik je moet vergeven. Wat zijn je zonden? De man kijkt naar het beeld. Man: Het zijn er zoveel, ik weet niet waar ik moet beginnen. Jezus: Begin maar bij de laatste. Man denkt na. Man: Ik…Ik ben zonder tramkaartje hier naartoe gereisd. Jezus: Dat zijn burgermanfratsen. Dat is geen echte zonde. Ik wil iets substantieels. Man: Ik..Ik heb gezegd dat u niet bestaat. Jezus: Zo, dat is niet zo fraai. Man: Maar waarom liet u me dan ook over de kop slaan met mijn nieuwe fiets?! Jezus: Ik? Wanneer? Man:
18
19 Mijn splinternieuwe fiets! Voor mijn negende verjaardag. Er zat zo’n slag in het voorwiel. Jezus: Je moet ook niet met je ogen dicht fietsen Pieter. Man: Ik was aan het bidden om u te bedanken! Jezus: Geloven is iets anders dan blind vertrouwen. Goed, wat heb je nog meer voor zonden begaan? Man: Ik heb heel veel gelogen. Jezus: Zolang de motieven van de leugen maar nobel zijn. Man: Ik heb ook wel eens gelogen uit eigen belang. Jezus: Wie alleen het belang van zijn naaste wil dienen, ontkent de menselijke natuur. Ga verder. Man: Ik kijk heel veel naar vreemde vrouwen. Jezus: Ik kijk elke dag naar vreemde vrouwen. Man: Ik ben verliefd geweest op mijn buurvrouw. Jezus: Nou en? Man: Ik ben met haar naar bed geweest, toen mijn vrouw naar de bibliotheek ging. Jezus: Heeft ze er erg onder geleden? Man: Mijn buurvrouw? Jezus: Je vrouw. Man: Ik heb het haar nooit verteld. Jezus: Heeft het de vlam van jullie liefde gedoofd?
19
20
Man: Integendeel. Ik hield meer van haar dan ooit. Maar dat kan ook uit schuldgevoel zijn geweest. Jezus: Heb je geen echte zonde begaan? Heb je niet iemand verkracht of vermoord? Man: In mijn gedachte wel. Jezus: Wie geen duistere gedachtes heeft, kan ook geen goede daden begaan. De man haalt zijn schouders op. Man: Dan weet ik het ook niet meer Here Jezus. Jezus: Heb je ook niet de allergrootste zonde van de mensheid begaan? Man: Welke is dat? Jezus: De allergrootste…….Onverschilligheid. Man: Onverschilligheid? Jezus: Je schouders ophalen. Doen alsof je neus bloedt. Laat maar waaien. Kies jij maar. Maakt mij niks uit. Na mij de zondvloed. Korte pauze. Man: Vergeef me. Jezus: Sta op Pieter. Het is je vergeven. Man: (licht verbaasd) O…Dank u. Jezus: Ga heen.
20
21 Korte pauze. Man: Lieve Here Me Jezus Christus. Jezus: Ja Pieter? Man: Ik heb nog een verzoekje..….. Mijn vrouw. Jezus: Maar Pieter…Ze is al een jaar dood. Man: Mag ik haar niet nog een keertje zien? Jezus: Je kunt de doden niet te pas en te onpas wekken. Man: Een keertje, heel eventjes maar. Jezus: Je mag zoveel aan haar denken als je wil. Maar raak niet verslaafd aan de pijn van je wonden. Draag je wonden, koester ze niet. Aan het begin van je leven zijn er talloze wegen, talloze wegen naar valleien van hoop. Maar als je eenmaal zover hebt gelopen, dat je zeker weet dat die valleien nooit zullen komen dan heb je nog maar twee keuzes: of je geeft toe aan de wanhoop en stopt met lopen, of je loopt door, omdat je nu tenminste weet wat je niet te wachten staat. Ga terug naar huis. Koop een nieuwe fiets. En neem vakantie. Man: Maar wie past er dan op de winkel? Jezus is verdwenen. Harde wind. Black out. Muziek: Glass
21
22 Muziek: Philip Glass. De man zit op een bankje. Hij heeft zijn ogen gesloten. Hij vlijt denkbeeldig zijn hoofd in de hals van zijn vrouw, legt zijn hand op de lege bank en streelt zacht het hout. De man opent zijn ogen, muziek verdwijnt. Stilte. Misschien in de verte zo nu en dan een kraai. Man: Ik moet weg. Ik moet op huis aan. Ik moet niet meer met je praten. Ik moet de rozen snoeien. Zoals de buurman dat wil. Je blauwe ochtendjas weggooien. Je sierraden. Je sneeuwbollen op de kast van de slaapkamer. Ik moet ze niet bewaren. Je groen geruite vest. Je wandelschoenen. Je sky leren tas met al je.. Ik moet het niet bewaren. Je schildersezel. Je kwasten. De verfspetters in de gootsteen. Afkrabben. Je schilderijen. Mijn god je schilderijen. Waar moeten ze naartoe? Op huis aan. Uitzwaaien. Voorgoed. Die kade. Die boot. Die sterren. Het uitzicht. Die Reling. Die rotzooi. Je handen. Black out Muziek: I’m going to make a cake. Glass
22
23 Licht aan. Geluid van kikkers. De man zit in lange tijd stil op een bankje. Het is avond. Hafid verschijnt. In zijn hand heeft hij een bos sleutels. Hafid: Goedenavond meneer, we gaan sluiten. Man: Goedenavond Hafid. Hafid herkent de man. Hafid: Meneer! U hier nu nog steeds zitten?! Man: Alweer….Ik zit er alweer. Hafid: Alweer? Man: Ik heb eerst boodschappen gedaan, en toen ben ik naar huis gegaan enHafid: Hachee goed gelukt? Man: Hachee? Hafid: Vond uw vrouw het lekker? Man: O, ze vond het zalig. Ze heeft nog nooit zo lekker gegeten, dank je voor het vragen. Hafid: U is een goede kok, vast. Korte pauze. Man: Sorry dat ik zo onaardig was vanmorgen. Hafid: Geeft niet meneer. Hafid eelt op z’n ziel hebben. Meneer zo naar opera toe? Man: Wie weet. Wie weet. En u?
23
24 Hafid: Nee, Hafid vroeg naar bed en centjes verdienen. Hafid rinkelt ongeduldig met zijn sleutels. Hafid: Hafid zo gaan meneer. Man: Hafid…Denkt u vaak aan uw land? Hafid? Wat meneer? Man: Of u uw land mist? Hafid: Mijn land altijd in mijn hart zitten meneer. Hafid kan reizen naar de mooiste momenten. Als hij door het raam van zijn kamer kijkt, dan hoeft ie maar met oog te knippen en ziet hij vrienden uit zijn dorp. Dan hij kan de geur van eten in de kleine straten bijna proeven. En als de wind en de regen hem hier in zijn gezicht slaan, dan Hafid ruikt de zee die nooit ver weg is. De klok slaat acht uur. Hafid: Hafid moet echt sluiten. Anders hij problemen krijgt met baas. Man: Ja, ik denk dat ik ook maar eens opstap. De man blijft zitten. Hafid: Zal Hafid u naar de poort brengen? Man: Nee…Ik vind het wel. Hafid: U hoeft alleen maar te volgen de lantarens. Man: Zal ik doen. Hafid: Goed meneer, ik ga alvast….Hafid wacht op u bij de poort meneer. Man: Ik kom zo. Hafid loopt weg. Draait zich om.
24
25
Hafid: Meneer….Morgen weer een dag. Man: Ja Hafid. Morgen weer een dag. Hafid maakt een buiging. De man blijft zitten. Langzame fade out tot bijna donker.
Kees Roorda © 2010
25