EEN HEEL BIJZONDERE FAMILIE
Leerlingendeel
Activiteit 1: De brief van oom Grikkelnak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
1
Allerliefste familie, Hier volgen de tips om de sleutel van mijn huis te vinden. Eerst en vooral ga je naar mijn tuin natuurlijk. Wanneer je bij het tuinhekje bent gekomen, moet je dat eerst openmaken natuurlijk! Maar hoe? De sleutel van het hekje ligt onder de mat bij de achterdeur van mijn mooie huis! Je wandelt door de tuin naar de haag. Zie je het gat in de haag? Kruip door het gat. Het gat in de haag is er al heel lang. Weet je nog Sonia, dat wij dat samen gemaakt hebben? Wanneer je door het gat bent gekropen, kom je in een doolhof terecht. Als je bij de uitgang bent gekomen zie je het standbeeldje van Rosie al staan. Rosie was mijn allerliefste varkentje. Mijn leukste huisdier. Maar vorige zomer is Rosie gestorven. Ze was de beste danseres van het varkensballet. Ze danste en danste en danste. Aan een stuk, zonder één keer te stoppen. Maar op een dag heeft ze zich doodgedanst. Erg he? Voorbij het standbeeld van Rosie ligt de vijver. Jullie mogen in die vijver zwemmen, Roza en Tom. Dat is geen probleem! Maar let wel op voor Kasper! Kasper is mijn allerliefste krokodil! Vergeet hem nooit eten te geven! Hij is dol op chips en frieten! De vijver laat je nu even links liggen. Een beetje verder staan de fruitbomen. Er zijn appelbomen, perenbomen, bananenbomen en ananasbomen. Als je goed kijkt, zie je ook de snoepjesbomen staan. Voordat je verder loopt mag je zoveel snoepjes eten als je wilt! Kies maar van welke boom je eet. Maar ik zou het gezonde fruit niet eten. De snoepjes van de snoepjesbomen zijn veel lekkerder! Nu ben je bij het tuinhuisje gekomen. In het tuinhuisje ligt een roeiboot. Pas wel op, er staat heel veel rommel! De boot neem je mee. Maar waar zijn de roeispanen? Daarvoor moet je eerst door het tunneltje in de rotstuin. Daar liggen ze. Neem alles mee. Met deze voorwerpen loop je over het gras naar de plaats die je eerder links moest laten liggen. Daar gebruik je de voorwerpen. Zo kom je bijna bij de sleutel van het huis. De sleutel vind je in een klein kistje. Dat kistje ligt begraven onder de grootste boom van de drie! Proficiat, jullie hebben de sleutel gevonden! Veel plezier in mijn mooie huis!
2
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 1: De brief van oom Grikkelnak
Activiteit 1: De brief van oom Grikkelnak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
3
Wie ben ik?
Mijn naam is Paolo Cossimo. Ik ben getrouwd met Sonia. Ik ben de vader van Roza en Tom. Ik ben de langste van de familie. Ik heb groene ogen en donker, krullend haar. Dat vindt Sonia erg mooi. Italiaans eten vind ik lekker. Vooral spaghetti eet ik graag. Beroep Mijn beroep is tandarts. Dat vind ik leuk werk. En weet je, iedereen heeft andere tanden! Er komen veel mensen op mijn spreekuur. Ze komen uit allerlei landen, soms ook van heel ver! Sommige mensen spreken andere talen. Die moet ik natuurlijk ook kunnen verstaan. Daarom heb ik veel woordenboeken. Dan kan ik de moeilijke woorden opzoeken. Zo kan ik iedereen goed begrijpen! Lievelingsdieren In mijn kamer staat een viskom met een goudvis erin. Dat is mijn lievelingsdier. Een cavia in mijn kamer lijkt me ook leuk. Die heb ik nog niet, maar ik heb al een caviakooi gemaakt. Ik hou van knutselen en timmeren. Ik maak soms speelgoed voor Tom en Roza. Bijvoorbeeld een poppenhuis of een zeeroversschip. Helemaal van hout. Dat is heel moeilijk! Lievelingskleuren In mijn kamer hangen foto’s aan de muur van verre, warme landen. Er hangt een foto van een goudgeel strand. Zonnige, lichte kleuren zoals geel, rood en oranje vind ik het mooiste. Dat zijn ook de kleuren van mijn zwembroek. In mijn kast ligt een zonnebril. Als de zon schijnt, zet ik die bril meteen op mijn neus! Mijn verzameling Weet je wat heel bijzonder is? Ik heb een doos met speciale dingen! Daarin verzamel ik vreemde geldbriefjes en soms ook postzegels. Als er leeuwen en olifanten opstaan, bewaar ik ze zeker! Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
5
Wie ben ik?
Hallo! Ik ben Sonia. Ik ben getrouwd met Paolo. Ik ben de moeder van de tweeling Tom en Roza. Het zijn lieve kinderen. Ik draag graag oorbellen. Het liefste met felle kleuren. Ik hou van alle kleuren. Maar mijn lievelingskleren zijn groen. Ik heb een groene jas en een groene broek en ook groene schoenen! Beroep Tekenen en schilderen doe ik het liefst de hele dag. Ik ben tekenaar van beroep. Ik werk in de stad. Maar soms ook thuis aan mijn tekentafel. Ik teken het liefst dieren die kunnen vliegen. En vooral dieren met mooie kleuren. Bijvoorbeeld vlinders of papegaaien. Geen kippen dus! Mijn tekeningen staan in boeken en kranten. Ik teken ook graag stripverhalen. Maar ik maak geen tekenfilms. Dat is te veel werk! Hobby’s Mijn lievelingssport bestaat niet. Ik hou niet van sport. Soms ga ik wel eens fietsen, maar alleen als het moet! Bijvoorbeeld als ik naar mijn werk ga in de stad. Muziek beluisteren doe ik heel graag. Pianomuziek vind ik het mooist. Maar ik kan zelf niet pianospelen, hoor! Lievelingsboek In mijn lievelingsboek staan avonturen over de spin Anansi. ‘s Avonds lees ik daaruit wel eens verhaaltjes voor aan Tom en Roza. Maar mijn held is natuurlijk Paolo. Want met hem ben ik getrouwd! Mijn broer, Grikkelnak Oeps, ik ben nog iets vergeten te vertellen! Ik heb een heel rare broer, Grikkelnak. Het is al heel lang geleden dat ik hem nog zag. Hij is uitvinder en ook wereldreiziger. Hij heeft voor mij mooie spullen meegebracht uit verre landen. Ik heb hele rare dingen van hem gekregen. Bijvoorbeeld slingers, hoeden en vlaggen. Maar gelukkig geen zeeroversvlaggen!
6
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Wie ben ik?
Roza is mijn naam. Ik ben acht jaar oud. Ik heb een tweelingbroer Tom. Toch lijkt hij niet op mij. Ik ben veel groter dan hij. We zijn heel verschillend, raar hè? Mijn lievelingskleren hebben allemaal streepjes. Vooral mijn gestreepte sjaal heb ik graag om. Ik draag nooit oorbellen, want daarmee kan je niet goed voetballen. Hobby’s Mijn hobby’s zijn wandelen en voetballen. Maar kamperen in de tuin vind ik toch het leukste wat er is. Vooral met een zelfgemaakte tent en een echte hangmat. Dat is een bed van touw. Je kan het tussen twee bomen ophangen. Om te kamperen heb ik natuurlijk ook een zaklamp. Want in de tent is het erg donker. Lievelingsdieren Mijn lievelingsdieren zijn mijn goudvis Wanda en mijn knuffelbeer Karim. Wanda geef ik elke dag speciaal eten voor vissen. Karim mag altijd mee als ik ga kamperen. In mijn tent lees ik boekjes met verhaaltjes over dieren. Mijn lievelingsboek gaat over beren. Ik heb dat boek al drie keer gelezen. En ik ga het nog een keer lezen! Mijn rare oom Weet je dat ik een hele rare oom heb? Hij heet oom Grikkelnak. Hij is eigenlijk wereldreiziger. Ik heb heel lang geleden van hem een mooie vulpen gekregen. Zo kan ik brieven naar hem schrijven als hij op reis is. Ik denk dat ik wel eens met hem mee wil! Ik heb een verzameling met landkaarten van mijn rare oom gekregen. En ook postzegels uit de hele wereld. Vakantie Ik ga het liefste op vakantie naar zee. Dan kan ik schelpen zoeken op het strand en heel grote zandkastelen bouwen. Mijn zeeroversvlag zet ik altijd op het zandkasteel. Zo weet iedereen dat ik het gebouwd heb!
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
7
Wie ben ik?
Tom is de naam! Samen met mijn zus Roza ben ik een tweeling. Wij zijn allebei acht jaar oud, maar ik ben een beetje kleiner dan Roza. Dat geeft niks, want ik kan veel harder zwemmen. Ik heb al twee zwemdiploma’s! Hobby’s Zwemmen is natuurlijk mijn grootste hobby. Maar ik kan nog veel meer! Gitaarspelen vind ik ook fijn. Ik heb een heel mooie gitaar. Maar als ik uit school kom ga ik toch het liefst met mijn zus een tent bouwen in de tuin. Wat ik later wil worden Mijn vader heet Paolo. Ik mag hem vaak helpen wanneer hij het eten klaarmaakt. Wij maken samen heel lekkere spaghetti. Ik wil later kok worden. Want ik kan heel goed koken. En ik vind alles lekker, behalve rijst. Rijst is heel vies. Ik bak liever koekjes en taarten. Mmmm, lekker, met veel chocolade! Lievelingsdieren Ik heb twee vogels. Ze heten Krokie en Cas. Ze zitten samen in een kooitje. Krokie is geel, groen en wit met zwarte streepjes. Cas is groen met zwarte streepjes. En op zijn kop heeft hij een blauwe vlek. Groen is mijn lievelingskleur, dus groene vogels vind ik heel mooi. Ik zorg goed voor ze. Ze krijgen van mij lekkere vogelzaadjes en af en toe een stukje appel. Als ik op mijn gitaar speel fluiten ze mee. Zo vormen we samen een orkest! Mijn verzameling Ik spaar een hele verzameling rare dingen bij elkaar. Ik heb al een uitklapbare spin, een potje sneeuw van de Noordpool en nog een heleboel stoffige dingen. Ik heb ooit iets heel bijzonders van mijn rare oom gekregen. Het is een soort tovermachine. Maar ik weet niet zo goed hoe de machine werkt. Als mijn oom nog eens komt zal ik het hem vragen.
8
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Kist 1: Deze kist is tot het randje vol met boeken! Sommige boeken hebben heel moeilijke letters. Misschien zijn het wel Arabische letters! Op de boeken staan ook titels. Bijvoorbeeld: Woordenboek Engels en Woordenboek Chinees.
Deze kist hoort bij:
"
Kist 2: Als je deze kist opendoet, zie je een grote stapel tekeningen. Er staan vogels op, en ook spinnen en vlinders. Het zijn er heel veel. En ze hebben heel mooie kleuren. Het lijkt wel of ze echt leven, zo mooi zijn ze getekend!
Deze kist hoort bij:
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
9
Kist 3: Wie houdt er van kamperen? Die moet deze kist hebben! Boven in de kist ligt een zaklamp. En je ziet een klein stukje van een rode slaapzak. Daarnaast ligt een tent. En daarnaast een boek over beren.
Deze kist hoort bij:
"
Kist 4: O, een echte gitaar in deze kist! Daarmee kun je mooie muziek maken! Hij is gelukkig niet zo groot. Zo kun je hem goed vasthouden. Er liggen ook twee zwemdiploma’s in de kist. En een zwembroek natuurlijk.
Deze kist hoort bij:
10
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Kist 5: Deze kist zit vol met eten. Koekjes, snoepjes en beschuiten. Er zit ook Italiaans eten in. Onder in de kist ligt een berg spaghetti. Zo veel, dat je wel twee weken spaghetti kunt eten. Een kookboek ligt er gelukkig ook bij.
Deze kist hoort bij:
"
Kist 6: Potloden, stiften en lege bladen. Die heb je nodig om te tekenen! Maar er zitten ook rare vlaggen in deze kist. Misschien ligt er een zeeroversvlag bij. Maar dat weet je niet zeker. Want er liggen andere spullen bovenop. Je kunt die vlag dus niet zo goed zien.
Deze kist hoort bij:
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
11
Kist 7: Wat een vrolijke kleding zit er in deze kist! Een zwembroek die geel, oranje en rood is. Een zonnebril met vrolijke kleuren. En een fleurige hoed. Het is kleding die heel mooi bij donker haar past!
Deze kist hoort bij:
"
Kist 8: Een stukje fiets zie je het eerst. Het lijkt wel een wiel. En het stuur zie je natuurlijk ook meteen! Er zitten geen sportspullen in deze kist. De voetbal- en de sportschoenen zullen dus in een andere kist zitten.
Deze kist hoort bij:
12
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Kist 9: Wie is dol op streepjes? Die moet deze kist hebben! Je wordt een beetje duizelig van zoveel streepjes bij elkaar. Overal streepjes! Gestreepte sokken en een gestreepte sjaal! Zelfs gestreepte zakdoeken vind je in deze kist!
Deze kist hoort bij:
"
Kist 10: Deze kist is voor iemand die van dieren houdt. Er zijn al een paar vogelzaadjes uit de kist gevallen. En ook een beetje zand. Er ligt een klein vogelbadje in de kist. Er zit een naambordje op. Voor Krokie en Cas staat erop geschreven.
Deze kist hoort bij:
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
13
Kist 11: Deze kist is voor iemand die van dieren houdt. Er zit eten voor vissen in. En drie boeken over dieren. In de boeken staan verhaaltjes over beren, olifanten en leeuwen. Onder in de kist liggen schelpen. Bovenop de doos zie je foto’s van de zee met een goudgeel strand. Er liggen ook postzegels uit verre landen bij. Uit de hele wereld!
Deze kist hoort bij:
"
Kist 12: Alles is groen in deze kist! Groene schoenen, een groene damesjas, maar ook groene vogelveren. Zoveel groen doet pijn aan je ogen! Er liggen ook oude spullen van oom Grikkelnak, dat zie je meteen! De tovermachine zit ook in deze kist! Spannend!
Deze kist hoort bij:
14
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 2: Wij gaan verhuizen!
Beste kinderen Ik heb iets heel leuks meegemaakt! Vorige week was ik aan het rondsnuffelen in ons nieuwe huis. Ik ben tot op de zolder geklommen. En daar stond een geheimzinnige kist! Er zaten allemaal oude boeken in. Zo oud, dat ze uit elkaar vielen. Op de bladen stonden heel veel verhaaltjes. Heel mooie en spannende. Ik denk dat jullie die ook wel willen lezen! Ik heb al veel nieuwe vrienden leren kennen hier in de straat. Ik wil de verhaaltjes natuurlijk ook graag aan mijn nieuwe vrienden laten lezen! Maar nu is er een probleem. Sommige vrienden zijn een beetje raar. Ze willen alleen speciale verhaaltjes lezen. Bijvoorbeeld over dieren, of over toveren. Nu moet ik voor iedereen de goede verhaaltjes zoeken. Maar de kist zit zo vol, dat ik dat niet alleen kan. Willen jullie mij een handje helpen? Ik heb voor jullie al opgeschreven wie mijn nieuwe vrienden zijn. Als jullie alles bij elkaar gezocht hebben, mogen jullie het naar mij opsturen. Mijn nieuwe vrienden en ik zullen jullie heel dankbaar zijn! Groetjes Roza
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
15
De zusjes Kromneus en Langteen Deze zusjes zijn eigenlijk twee heksen. De ene heet Kromneus. Vanwege haar lange, kromme neus. De andere wordt Langteen genoemd. Vanwege... nou ja, dat snap je wel. Kromneus en Langteen wonen op een uurtje bezemvliegen van elkaar. Ze eten elke dag samen een kopje spinnenwebben-soep. Meestal zitten ze in Langteens kelder. Dat is een fijne plek. Geen zon, lekker vochtig en kil. Ze lezen daar graag griezelige verhalen uit spannende boeken. Vooral over toveren of over vampieren willen ze lezen. Neefje Olivier Olivier is dol op tekenen. Hij maakt zelf tekeningen bij verhaaltjes. Hij leest altijd alle verhaaltjes over dieren. Want die kan hij heel goed tekenen. Meestal tekent hij gewone dieren. Maar soms ook monsters. Vreselijke wezens met veel haar, overal armen en puntige oren. En ook tanden tot op de grond. Echt griezelig dus! Soms wordt hij zelf een beetje bang van zijn monsters. Dan leest hij vlug een gewoon verhaaltje. En daarna tekent hij weer een mooi, lief dier. Super Oma Greet Super Oma Greet heeft spierballen als meloenen. Misschien was haar moeder wel een zeerover! Ze woont in een huis met drie torens. En met een heleboel wapperende vlaggen. Eigenlijk is Super Oma Greet heel lief. Ze houdt veel van de kinderen in de straat. Op woensdag mogen alle kinderen uit de straat komen spelen. Maar Super Oma Greet weet eigenlijk niet veel over kinderen. Wanneer het etenstijd is, geeft ze hen geen boterhammen of aardappels zoals thuis, maar wel snoepjes, ijs en taart! Super Oma Greet wil dan ook zoveel mogelijk weten over kinderen. Daarom leest ze er heel veel over. Het liefst leest ze de verhaaltjes over kinderen die iets doen wat niet mag van hun ouders. Dat vindt ze reuzefijn!
16
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Postbode Peter Postbode Peter houdt heel veel van zingen. In de straten en op de fiets, hij zingt overal! Hij was nog maar twee jaar toen hij ermee begon. Zijn moeder vond dat heel knap. Postbode Peter zingt heel mooi. Zo mooi dat alle mensen meteen gaan dansen. Zomaar, midden op straat! Hij leert ook vaak nieuwe liedjes. Dan leest hij eerst tekstjes die rijmen. Want die kan hij natuurlijk het beste zingen. Hij zingt met gemak de pannen van het dak! Applaus voor postbode Peter! Meneer Pepperoni Meneer Pepperoni is een beroemde uitvinder. In de Wir War-winkel van meneer Pepperoni kun je bijna alles kopen. Bijvoorbeeld een trompet voor je olifant, of een koplamp voor op je hoofd. Of bedsokken voor rond de poten van je bed. In de Wir War-winkel staat alles door elkaar. Maar meneer Pepperoni is nooit iets kwijt. Want hij heeft een groot boek met tekeningen van zijn uitvindingen. Daar kijkt hij in als hij iets zoekt. En dan weet hij weer hoe zijn uitvindingen eruit zien. Meneer Pepperoni houdt alleen van boeken met tekeningen. Verhaaltjes zonder tekeningen leest hij nooit!
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
17
" HET VERHAALTJE: ...............................
HET VERHAALTJE:
Staat er een tekening bij het verhaaltje? o ja o nee
Staat er een tekening bij het verhaaltje? o ja o nee
Rijmt het verhaaltje? o ja o nee
Rijmt het verhaaltje? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over kinderen? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over kinderen? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over dieren? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over dieren? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over toveren of draken? o ja o nee
Gaat het verhaaltje over toveren of draken? o ja o nee
VOOR WIE?
VOOR WIE?
Roza kan het verhaaltje dus geven aan:
Roza kan het verhaaltje dus geven aan:
o de zusjes Kromneus en
o de zusjes Kromneus en
o o o o
o o o o
18
Langteen neefje Olivier Super Oma Greet postbode Peter meneer Pepperoni
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
................................
Langteen neefje Olivier Super Oma Greet postbode Peter meneer Pepperoni
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Het zoontje van de koning Het zoontje van de koning deed niks dan zich vervelen. Hij hield niet van naar school gaan, hij hield ook niet van spelen. Hij hield niet van zijn vader, hij hield niet van zijn zus, zijn hele leven gaf hij zijn moeder zelfs geen kus. Het zoontje dacht aan één ding, één ding maar moet je weten en dat was dat hij vreselijk veel hield van lekker eten. Eens, op een maandagochtend, kwam hij zijn bed niet uit. Hij was niet ziek, maar nam gewoon een prinselijk besluit. Hij at, hij vrat, hij snoepte de hele lange dag. Hij zwol op tot er op het bed tweehonderd kilo lag. Hij zakte door het bed heen, hij zakte door de grond, hij zakte diep en wel zo diep dat men hem nooit meer vond. Wanneer je in de aarde een zacht gerommel hoort, dan weet je dat de maag van het koningszoontje knort.
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
19
Op school Sammy is de zoon van een belangrijke zeero- ver. Zijn vader verwacht dan ook dat hij een even dappere piraat zal worden, dat begrijp je wel! Sammy was nooit de beste op de piratenschool. En ook nooit de tweede. En zelfs nooit de derde. Sammy bengelde altijd aan het staartje van de klas. Voor alle vakken. Maar dat vond zijn vader niet erg. ‘Och, je zal wel zien dat je een prima piraat wordt,’ lachte hij altijd als Sammy met zijn slechte cijfers thuiskwam. Maar Pa wilde wel dat hij er zijn best voor deed. En dat deed Sammy ook. Want hij wilde niets liever dan een prima piraat worden. Waar Pa trots kon op zijn. Maar kon hij het helpen dat ze op school niets anders dan stomme vakken kregen? ‘Driedubbel overgehaalde garnalen!’ brulde de meester. ‘Driedubbel overgehaalde garnalen!’ brulde de hele klas hem na. ‘Luider!’ schreeuwde de meester. ‘Jullie lijken wel een groep flauwe meisjes!” Ze hadden les vloeken. Op school moesten ze de verschillende vloeken uit het hoofd leren, en dat vond Sammy niet gemakkelijk. Sammy moest vooraan in de klas komen. De meester schreeuwde: ‘En, heb je je les geleerd?’ ‘Ja,’ zei Sammy dunnetjes. ‘Wat zeg je tegen iemand die een kop koffie over je broek giet?’ ‘Wel...’ zei Sammy. Hij was er zeker van dat hij het wist. ‘Wel a...’ ‘Zei je daarnet niet dat je je les had geleerd?’ kraste de meester. ‘Komt er nog wat van of niet?’ ‘Wel alle duivels!’ zei Sammy. De meester verslikte zich bijna. ‘Deze keer heb je geluk. Maar maak jezelf niets wijs, dat lukt je maar één keer. Wat zeg je als je zelf een kopje laat vallen?’ ‘Duizend bommen en granaten!’ riep Sammy. ‘Hm. Goed. Juist. Nog één enkel vraagje: wat zeg je als iemand een kanonbal op je voet laat vallen?’ ‘Dertig dolgedraaide drollendozen!’ schreeuwde Sammy. Hij hoefde ditmaal zelfs niet na te denken! Sammy was heel blij. Hij had zijn les kunnen opzeggen van achter naar voren. Pa zou blij zijn...
20
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Van een duizendpoot De moeder van een duizendpoot is vreselijk ontevreden, want haar zoontje is zojuist in de sloot gegleden. En als je even rekent weet je wat dat betekent: op zijn hoofd een grote buil en duizend sokjes vuil.
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
21
Keuken vol sop
Mama doet de afwas. ‘Mag ik afdrogen?’ vraagt Simon. Mama is bijna klaar met afwassen. ‘Goed,’ zegt ze, ‘doe jij de vorken en de messen maar, dan doe ik de borden wel.’ Simon pakt de handdoek en droogt netjes een voor een de vorken en de messen af. Mama doet de vaatdoek in het sop om het fornuis schoon te maken en plots gaat de telefoon. ‘Ik ben zo terug!’ zegt mama, terwijl ze de keuken uitloopt. Maar het duurt heel lang. Mama heeft altijd zoveel te zeggen aan de telefoon. Simon droogt ondertussen ook de borden af. Zie je wel dat hij dat ook best kan? Mama is altijd bang dat hij iets gaat breken. Hij is heus geen baby meer! Wacht, hij zal mama eens verrassen. Eens kijken, wat moet er nog meer gebeuren? Oh ja, het fornuis moet nog schoongemaakt worden, de vaatdoek ligt al klaar in de afwasbak. Au zeg, wat is dat water heet! Er zit ook bijna geen schuim meer op. Simon pakt de fles met afwasmiddel en knijpt er heel hard in. Er komt een dikke straal groen spul uit. Dan laat hij koud water in de afwasbak lopen. Kijk nu! Terwijl het water in de afwasbak loopt, komen de belletjes omhoog. Ze komen zo hoog dat het sop over de randen van de afwasbak loopt. Simon draait de kraan dicht en neemt twee handen vol sop.
22
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Hij blaast ertegen en er vliegt een grote klodder schuim tegen de tegeltjes achter de kraan. Dat is leuk! Simon pakt nog twee handen vol en klapt in zijn handen. Het schuim vliegt alle kanten op, tegen de onderkant van de keukenkastjes, tegen de tegeltjes en zelfs in zijn gezicht. Simon proest en veegt zijn gezicht af aan de handdoek. Dan pakt hij weer een handvol schuim en klapt in zijn handen. Weer vliegt het overal heen. Hij doet het nog eens. En nog eens. Ondertussen praat mama maar door aan de telefoon. Wat kunnen die grote mensen toch kletsen! Als Simon de keuken rondkijkt, schrikt hij toch wel een beetje. Het lijkt wel alsof het gesneeuwd heeft, alles zit onder het schuim. Hijzelf zit er ook helemaal onder. Snel neemt hij de vaatdoek, wringt hem uit en begint te poetsen. Hij moet opschieten, want mama zal dadelijk binnenkomen. Als hij bijna klaar is, komt mama terug in de keuken. Ze kijkt boos. ‘Wat krijgen we nu?’ zegt ze. ‘Ben jij aan het schoonmaken?’ ‘Ik eh...’ zegt Simon. ‘Maar ik heb alles afgedroogd, kijk maar,’ wijst Simon trots. ‘Ja,’ moppert mama, ‘en toen ben je eens lekker aan het kliederen gegaan. Je moet eens kijken, je zit helemaal onder het schuim!’ Simon vindt dat het best meevalt. Moeders doen vaak zo kinderachtig. ‘Ga eens in de spiegel kijken,’ zegt mama. Aan haar ogen ziet Simon dat ze bijna moet lachen. In de spiegel ziet hij waarom. Op zijn haar liggen allemaal kloddertjes schuim! Ook de voorkant van zijn trui is helemaal nat...
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
23
Afwassen Er staat een reuzenafwas in de keuken. Het lijkt wel alsof de afwas van de hele week is blijven staan. Maar dat is niet zo. De hele familie was op bezoek: oma, opa, ooms, tantes, neven en nichtjes. Met z’n allen hebben ze gegeten. Het bezoek is vertrokken, maar de afwas staat er nog. Uitgeput liggen vader en moeder op de bank. ‘En nu die afwas nog,’ zucht moeder. Ibrahim heeft een plan. Hij fluistert het Fatma in haar oor. Fatma lacht. ‘Echt?’, vraagt ze. ‘Tuurlijk,’ zegt Ibrahim lachend. ‘Wij doen de afwas wel,’ zegt Fatma. ‘Prima,’ roept vader, ‘prima idee.’ Moeder sputtert nog wat tegen: ‘Zo’n grote afwas?’ Ibrahim en Fatma hebben alle bordjes en kopjes in de tuin gezet. Fatma houdt de tuinslang vast en Ibrahim draait de kraan open. Ze spuiten alles nat en het vuil vliegt van de borden! ‘Goed hè!’ roept Fatma. ‘Ja,’ lacht Ibrahim, ‘maar nu wil ik spuiten.’ Moeder is naar de keuken gelopen. Ze ziet het lege aanrecht. Moeder snapt er niks van. Maar als ze naar buiten kijkt, snapt ze alles. Schreeuwend holt ze de tuin in. Ibrahim schrikt. Hij draait zich om naar zijn moeder. De tuinslang draait ook mee. De straal klettert in haar gezicht. Moeder is helemaal nat! Het lijkt even of ze kwaad wordt, maar dat valt mee. En even later staat de hele familie in de tuin. Om de beurt mogen ze elkaar natspuiten. Nog nooit was afwassen zo leuk!
24
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Auto
Op een dag waaide er een boekje van de mensen weg waarin stond hoe een auto in elkaar zat. Het boekje kwam in het bos terecht. ‘Dat is leuk,’ zei het egeltje dat het boekje vond, ‘het is een handleiding. Nu kunnen we een auto bouwen.’ ‘Prachtig,’ riep het eekhoorntje, ‘daar kunnen we een heleboel nootjes mee vervoeren!’ ‘En worteltjes’, zei het haasje. ‘En appelen, kersen, eikels, insecten’, riepen de anderen. ‘Vooruit, laten we beginnen’, zei het egeltje en hij pakte het boekje. ‘Hé,’ zei hij, ‘wisten jullie dat het belangrijkste onderdeel van een auto niet de stoelen zijn, omdat je net zo goed kunt blijven staan? De motor, die maakt dat de auto loopt als je op het gaspedaal drukt, daar gaat het om. Om de motor te maken heb je in de eerste plaats de krukas nodig.’ Hij keek zijn vriendjes aan. ‘Krukas?’, zei hij, ‘dat betekent as van een kruk. We moeten een kruk verbranden.’ ‘Maar we hebben helemaal geen krukjes in het bos’, zei de eekhoorn. ‘Jammer,’ zei het egeltje, ‘want zonder krukas heb je geen motor en zonder motor kan onze auto niet rijden.’ Daarom deden ze het in het bos maar zonder auto net als altijd.
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
25
Jeronimus van Groezel
In het land van slaap en doezel, in het huisje van Klaas Vaak, woont Jeronimus van Groezel. ‘t Is een vriendelijke draak. Als de sterren en de maan, even na zons-ondergang, blinkend aan de hemel staan, wordt Jeronimus doodsbang. Bang voor piepen van de deuren. Bang voor donker op de gang. Bang voor wat er gaat gebeuren. Schaduwen op het behang. Maar zijn allergrootste angst is, waar hij altijd goed op let, waarvoor hij het allerbangst is, is een mens onder zijn bed!
26
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Het verhaal van de knol Er was eens een man die met zijn vrouw en zijn kind op een boerderij woonde. Op een ochtend plantte de man een paar zaadjes van een knol. Na een tijdje staken er kleine knolblaadjes uit de bruine grond. En toen gebeurde er iets geks... Eén knolplantje werd veel sneller groot dan de andere plantjes: het groeide maar en het groeide maar! ‘Vanavond gaan we die knol opeten,’ zei de man. Hij begon de knol uit de grond te trekken. Hij bleef maar trekken en trekken en toch bleef de knol vastzitten in de grond. ‘Vrouw,’ riep hij, ‘help eens mee om deze grote knol uit de grond te trekken.’ Zijn vrouw kwam aangerend. Ze trok aan haar man en de man trok aan de knol. En ze trokken samen geweldig hard! Toch bleef de knol vastzitten in de grond. ‘Kind, kind,’ riep de moeder, ‘help eens mee om deze grote knol uit de grond te trekken!’ Het kind kwam aangerend en greep zijn moeder stevig vast. Het kind trok aan zijn moeder en de moeder trok aan haar man. En de man trok aan de knol. Toch bleef de knol vastzitten in de grond. Het kind floot naar de hond. ‘Help eens mee met deze grote knol,’ zei het kind. De hond trok aan het kind, het kind trok aan zijn moeder en de moeder trok aan haar man, die dan weer aan de knol trok. Toch bleef de knol vastzitten in de grond. De hond blafte naar de kip. De kip kwam meteen aangefladderd en pakte de staart van de hond vast.
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
27
Zo trok de kip aan de hond, de hond trok aan het kind en het kind trok aan zijn moeder. De moeder trok aan haar man en de man trok aan de knol. Toch bleef de knol vastzitten in de grond. ‘Tok, tok, tok!’, kakelde de kip. Meteen kwam de haan aanfladderen om te helpen. De haan trok aan de kip, de kip trok aan de hond en de hond trok aan het kind. En het kind trok aan zijn moeder, de moeder trok aan de man en die trok aan de knol... PLOEP!... Daar schoot de knol uit de grond! Ze vielen allemaal achterover over elkaar heen. Gelukkig had niemand zich pijn gedaan. Lachend kropen ze weer overeind. De grote knol was te zwaar om te dragen. Ze moesten hem het huis inrollen. De moeder maakte er het eten mee klaar. Iedereen smulde ervan. Er was zelfs genoeg over voor de volgende dag, de dag daarna en zelfs nog voor de dag dáárna!
28
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Het jongetje dat van de maan at Kennen jullie Basje Bekker, Basje uit Westzaan? Geen jongetje op de wereld deed wat Basje heeft gedaan. Hij werd op een keertje wakker en dacht dat de zon al scheen, maar er hing een verschrikkelijk grote maan scheef over de dakgoot heen. Iedereen lag nog te slapen, doodstil was het in Westzaan, en Bas stond op het balkonnetje naast die grote maan. Hij kwam, voorzichtig, wat dichterbij, een stapje, nog een stap, ging even op z’n tenen staan, ineens - nam hij een hap. Hij vertelt het nu aan iedereen. Als je vraagt: ‘Hoe smaakt de maan?’, dan zegt hij: ‘Een beetje naar melk en ijs, en een spikkeltje naar banaan!’ Maar als hij het druk heeft met boodschappen doen, die kleine Basje Bekker, dan zegt hij alleen maar: ‘Lekker!’
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
29
Mug
Het is heel gemakkelijk om te weten te komen of je met een mannetjes- of een vrouwtjesmug te maken hebt. Om te beginnen moet je een mug tegenkomen. Als het mooie, warme weer begonnen is en je ‘s avonds in je kamer bent met de ramen open en het licht aan, laat de mug niet lang op zich wachten. Zodra je hem hoort, zoem, zoem, zoem, zoem, blijf dan stil zitten. Geef hem vriendelijk je blote arm. Als hij je steekt is het een vrouwtje, want mannetjesmuggen prikken niet!
30
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een spookje gaat op pad Er was eens een spookje dat met zijn vader en moeder in een oud kasteel woonde. Het spookje was pas vijf jaar. Maar ook al was het nog zo klein, het kon al goed spoken. ‘s Nachts spookte hij ijverig rond om mensen bang te maken. Maar eigenlijk vond hij mensen ook best aardig. ‘Ik vind het eigenlijk maar stom dat we ze bang maken en wegjagen’ zei hij tegen zijn ouders. ‘Ik zou de mensen eigenlijk best wat beter willen leren kennen.’ ‘Dat kan niet!’ antwoordde zijn vader. ‘Spoken is nu eenmaal ons beroep! Heb je me begrepen?’ Het spookje sprak zijn vader niet tegen. Maar hij dacht er het zijne van. Op een morgen stond het spookje in het geheim op en ging toch naar de mensen, zonder dat zijn ouders het wisten. Het werd een hele lange tocht. Op een bepaald moment kwam hij bij een boerderij. Buiten in de tuin speelden twee kinderen. Het waren een jongen en een meisje. ‘Goeiemorgen!’ zei het spookje. ‘Mag ik met jullie meespelen?’ Maar de jongen en het meisje verstonden niet wat het spookje zei. Overdag kunnen de mensen een spook immers niet horen. De kinderen dachten dat het spookje een hemd was. ‘Mama, mama!’ riepen ze. ‘Er staat een wit hemd in de tuin!’ ‘Dat kan niet! Hemden staan niet!’ antwoordde hun moeder toen ze naar buiten kwam gelopen. Toen ze het spookje zag snapte ze er niets van. ‘Het is echt een raar hemd!’ zei ze. Het is geen hemd van ons. De wind heeft het vast weggewaaid. Ze nam het spookje op en liep ermee naar de waslijn. Daar hing ze het tussen de andere hemden. Het spookje spartelde en fladderde. Het riep om hulp. Maar jammer genoeg hoorde niemand
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
31
het. Want mensen kunnen spoken overdag niet horen. ‘s Avonds liep moeder de tuin in om de was binnen te halen. Ze legde alles in de wasmand. Ze nam de mand mee naar binnen. Het spookje wachtte tot iedereen naar bed was. Toen kroop hij uit de wasmand. Hij wou zo snel mogelijk naar huis. Gelukkig stond het keukenraam op een kiertje. Het spookje maakte zich heel dun en glipte er doorheen. Toen hij thuiskwam, stonden zijn ouders naar hem uit te kijken. Gelukkig waren ze niet al te boos op hem. ‘Mensen zijn stom!’ zei het spookje. ‘Ze dachten dat ik een hemd was. Ze hebben me aan de waslijn gehangen!’ ‘Je hebt nog geluk!’ zei de vader van het spookje. ‘Ze hadden je ook kunnen opvouwen en in de kast leggen. Dan zat je nu opgesloten!’ Daar schrok het spookje vreselijk van. Hij beloofde dat hij overdag nooit meer naar de mensen zou gaan. Voortaan zou hij meer zijn best doen om ze ‘s nachts bang te maken. Hij wilde zo gauw mogelijk een groot, slim spook worden.
32
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
De verdwenen rugzak Kara is boos... Het weekend zit er bijna op en morgen moet ze weer naar school. Maar ze kan haar rugzak nergens vinden! Hij is weg. Foetsie! Kara holt haar kamer uit. ‘Mamaaaaa!’ roept ze naar beneden. ‘Weet jij waar mijn rugzak is?’ Mama is in de keuken. Ze doet wormen in de heksensla voor het avondeten. ‘Hij staat naast je bed, schat!’ roept ze terug. ‘Daar staat hij niet!’ gilt Kara. Mama zucht. ‘Slodderheks!’ schreeuwt ze. Ze kent haar dochter. ‘Ik ben geen slodderheks!’ tiert Kara. ‘Vandaag toch niet. Ik weet heel goed waar ik mijn rugzak gezet heb: op zijn plaats, naast mijn bed!’ En dan denkt ze aan Klif, haar broer. ‘Hij heeft hem meegenomen!’ bromt ze. ‘Die jaloerse heksenjongen! Ik zal hem een lesje leren...’ Kara sluit haar ogen. Ze zegt hardop een toverspreuk. Alle ramen van het huis zwiepen open. Nog een toverspreuk en Kara verandert in een zwerm wespen. De diertjes vliegen naar buiten. In geen tijd zijn ze op topsnelheid. Ze scheuren om het huis heen en razen de kamer van Klif binnen. In een hoek, tegen het plafond, blijven de wespen zweven. Hun angels trillen en gloeien. De zwerm maakt zich klaar voor de aanval. Doelwit: de billen van Klif. Maar plotseling vliegt de deur van de kamer open. Mama staat boos te kijken! Ze gilt een toverspreuk. De zwerm verandert in Kara. Maar Kara kan niet vliegen en valt... gelukkig op het bed van Klif! ‘Hou ermee op!’ roept mama tegen Kara. Je broertje heeft je rugzak niet. Die staat naast je bed. Je hebt hem er zelf gegooid. Maar je hebt er een hoop kleren bovenop gegooid. En daarom vond je de rugzak niet!’ Kara druipt af naar haar kamer. ‘Ik ben toch een slodderheks,’ kreunt ze. ‘Mama heeft gelijk. Zoals bijna altijd...’
Activiteit 3: Kist ontdekt op zolder!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
33
HET MOPPENSPEL
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
35
MOPPEN: Deel 1 Kopieer deze kaartjes recto verso op het gepaste gekleurd papier (bijvoorbeeld groen) en knip ze uit. Aan de ene kant staat nummer 1, aan de andere kant het eerste deel van de mop.
1 Welke slang eet nooit, maar drinkt veel?
2 Waarom zie je in de woestijn geen caravans?
3 Wie ligt er het eerst in bed: een haas of een krokodil?
4 Pieter moet als huiswerk een zebra schilderen. De volgende dag komt hij met lege handen op school. ‘Het is niet gelukt, meester,’ zegt hij, ‘want...
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
37
"
38
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
5 Weet je hoe je je kind gemakkelijk bij je kunt houden?
6 Een mevrouw zat met haar hondje in de trein. Naast haar zat een meneer. Hij rookte een pijp! ’U mag niet roken in de trein,’ zei de mevrouw. Ze trok de pijp uit de mond van de meneer en gooide hem uit het raam. De man was boos. Hij pakte het hondje en gooide dat ook uit het raam. Toen de trein stopte, kwam het hondje eraan lopen. En wat denk je dat het in zijn bek had?
7 Waarom lachen kabouters als ze voetballen?
8 Wat krijg je als een olifant en een mol samen een kindje krijgen?
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
39
"
40
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
9 Waarom zingt een koe nooit?
10 Wat is het verschil tussen een egel en een schommel?
11 Waarom blaft een hond als hij vreemde mensen ziet?
12 Waarom eet een tijger alleen rauw vlees?
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
41
"
42
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
13 Jantje, Pietje, vader en moeder lopen in de stad. Ze hebben niets in hun handen. Toch dragen ze iets. Ra, ra, hoe kan dat?
14 Een jongetje vraagt aan een mevrouw: ‘Heeft u varkensvlees gegeten?’ De mevrouw kijkt raar op. ‘Hoezo?’
15 Onderwijzer: ‘Som vijf dingen op die melk bevatten!’
16 ‘Mama, ik was vandaag de enige uit de hele klas die het antwoord wist op de vraag van de juf!’ Mama kijkt op van haar boek en glimlacht. ‘Wat was de vraag, lief kind?’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
43
"
44
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
17 Anke schrijft tijdens de les schrijven een brief aan haar broertje uit de eerste klas. De meester kijkt verwonderd over haar schouder mee. ‘Waarom schrijf je zo traag, Anke?’
18 Waarom vliegen vogels in de winter naar het zuiden?
19 Twee trage slakken staan op de berm. ‘Komaan,’ zegt de durfslak, ‘we steken over!’ ‘Ja maar, ja maar...,’ protesteert de bange slak...
20 Na een hete dag in Afrika wil een toerist een frisse duik nemen in de rivier. ‘Zwemmen hier krokodillen?’ vraagt hij aan de Afrikaan. ‘Nee hoor!’ lacht de man. De toerist neemt een flinke aanloop en duikt in het water. Hij zegt tegen de Afrikaan: ‘Hoe kan dat nou, dat hier geen krokodillen zwemmen?’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
45
"
46
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
21 Twee koeien zitten samen in bad. Gezellig. Zegt de ene koe:‘Mmmm wat ruikt die zeep lekker!’
22 Een man begiet zijn bloemen op het balkon. Zijn buurvrouw lacht: ‘Maar Albert, er zit helemaal geen water in je gieter!’ De man haalt zijn schouders op. Hij antwoordt:
23 ‘Dokter,’ klaagt een patiënt, ‘ik kan ‘s nachts niet slapen. Ik heb vannacht geen oog dicht gedaan.’ ‘Geen wonder,’ zegt de dokter, ..
24 Twee slangen kruipen door het bos. Zegt de ene slang tegen de andere: ‘Ik hoop dat ik niet giftig ben.’ Vraagt de ander: ‘Hoezo?’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
47
"
48
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
25 Een man moet naar het ziekenhuis om zijn vinger te laten afzetten. Na de operatie vraagt hij aan de dokter: ‘Dokter, kan ik nu pianospelen?’ Dokter: ‘Ja, natuurlijk!’ De man antwoordt:
26 Dochter: ‘Papa, er is een man aan de deur met een snor.’
27 Een man sliep een nacht in een hotel. Plotseling hoorde hij een eng geluid: ‘Boeoeoeoeoeoeoe, ik ben het spook met de twee rode ogen.’ Even later sliep de man weer. Ineens hoorde hij: ‘Boeoeoeoeoeoeoeoe, ik ben het spook met de twee rode ogen.’ ‘Ja,’ zei de man ‘dat weet ik nu wel. Als je nu je mond niet houdt, ...’
28 Moeder: ‘Zeg Maaike, waarom ben je zo vroeg uit bed?’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
49
"
50
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
29 Marie moppert: ‘Mijn moeder weet ook niet wat ze wil!’ ‘Wat bedoel je?’ vraagt haar oom.
30 De kinderen in de klas moeten een verhaaltje schrijven over ‘Mijn kat’. De volgende dag moet Riet bij de juf komen. De juf zegt: ‘Jouw opstel is hetzelfde als dat van je broer!’
31 Een kind vraagt aan een mevrouw: ‘Waarom breit u zo snel?’ De mevrouw antwoordt:
32 De meester zegt tegen Rob: ‘Ik leg drie eieren op tafel. En jij legt er nog twee bij. Hoeveel eieren liggen er dan?’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
51
"
52
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
33 Jantje gaat met de taxi naar huis. Als hij er is, zegt de chauffeur: ‘Dat kost dan 250 frank.’ Jantje zegt: ‘Ik heb maar 200 frank. Weet je wat?’
34 Een klein jongetje vraagt aan zijn opa: ‘Opa, bent u vroeger ook klein geweest?’ Opa antwoordt: ‘Natuurlijk jongen!’ Waarop het jongetje zegt:
35 Oma zegt tegen haar kleinzoon: ‘Als je netjes je gezicht wast, krijg je een snoepje van mij. En als je ook je handen wast, krijg je er twee.’ Waarop de kleinzoon antwoordt:
36 Koen rijdt veel te snel met de auto. Een politie-agent laat Koen stoppen en vraagt: ‘Meneer, waarom reed u zo verschrikkelijk hard?’ Koen antwoordt:
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
53
"
54
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
37 Een zoontje vraagt aan zijn vader: ‘Papa, waarom staat een ooievaar op één poot?’ De vader antwoordt:
38 Fatma brengt een bezoekje aan de dierentuin. Ze ziet een oppasser die er een beetje bedroefd uitziet. Ze vraagt hem: ‘Waarom kijkt u zo bedroefd?’ De oppasser antwoordt: ‘Onze grootste olifant is vanmorgen gestorven.’ Waarop Fatma zegt: ‘U hebt zeker veel van hem gehouden?’ De oppasser antwoordt:
39 In het ziekenhuis vraagt een dokter aan een verpleger: ‘Wie heeft het been van deze patiënt in het gips gedaan?’ De verpleger antwoordt: ‘Ik heb dat gedaan. Zit het gips dan niet goed, dokter?’ Waarop de dokter zegt:
40 Een man, die een erfenis heeft gekregen en daardoor plotseling schatrijk is geworden, laat een groot huis bouwen. In de tuin laat hij drie zwembaden aanleggen: één met warm water, één met koud water, en een leeg zwembad. ‘Waar is dat lege zwembad voor?’ vraagt een bezoeker. Waarop de rijke man zegt:
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
55
"
56
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
41 ‘Waarom huil je, jongen?’ ‘Omdat mijn grote broer vakantie heeft en ik niet.’ ‘Hoe komt het dan dat jij geen vakantie hebt?’
42 Twee gekken gaan een eindje fietsen. Onderweg stapt een van de twee af en laat zijn banden leeglopen. ‘Waarom doe je dat nou?’ vraagt de ene gek. Waarop de andere gek antwoordt:
43 ‘Waarom ben je toch voortdurend in dat boek aan het lezen, Karel?’
44 Wat is het verschil tussen een tandarts en een juffrouw?
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
57
"
58
LEERLINGENDEEL
1
1
1
1
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
MOPPEN: Deel 2 Kopieer deze kaartjes recto verso op het gepaste gekleurd papier (bijvoorbeeld geel) en knip ze uit. Aan de ene kant staat nummer 2, aan de andere kant het tweede deel van de mop.
"
Een tuinslang!
Je ziet er geen caravans omdat kamelen geen trekhaak hebben!
De haas, want die hoeft maar twee tanden te poetsen!
‘Ik kon geen gestreepte verf vinden!’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
59
"
60
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
Als je een kangoeroe bent kun je je kind gemakkelijk bij je houden!
De hond had natuurlijk zijn tong in zijn bek!
Kabouters lachen als ze voetballen omdat het gras dan onder hun armen kietelt.
Hoe je dat dier noemt, dat weet ik niet. Maar wat ik wel zeker weet is dat je dan heel grote gaten in de tuin krijgt!
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
61
"
62
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
Een koe zingt nooit omdat ze bang is dat de andere koeien ‘boe’ roepen.
Ga er maar eens opzitten, dan weet je wel wat het verschil is!
Omdat een hond niet kan praten!
Omdat een tijger niet kan koken!
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
63
"
64
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
Jantje, Pietje, vader en moeder dragen kleren.
‘Nou, uw maag knort de hele tijd!’
Sara: ‘Boter, kaas, roomijs en twee koeien!’
‘Wie heeft deze duimspijker op mijn stoel gelegd?’ was de vraag.
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
65
"
66
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
Ik schrijf zo traag omdat mijn broertje nog niet zo snel kan lezen,’ zegt Anke.
‘Vogels vliegen in de winter naar het zuiden omdat het te ver is om te stappen!’
‘Ik durf niet oversteken want ik heb gehoord dat hier morgen een bus voorbijkomt...’
De Afrikaan antwoordt: ‘Omdat er hier haaien zijn, en waar haaien zijn, komen geen krokodillen!’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
67
"
68
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
‘Ja,’ zegt de andere koe, ‘maar ik krijg mijn vlekken er niet mee af!’
‘Er hoeft geen water in de gieter te zitten, de bloemen zijn toch van plastic.’
‘Ik kan ook niet slapen als ik mijn ogen open houd!’
‘Ik hoop dat ik niet giftig ben, want ik heb net op mijn tong gebeten!’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
69
"
70
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
‘Maar dat is geweldig! Voor de operatie kon ik nog geen piano spelen!’
Papa: ‘Zeg maar dat ik al een snor heb.’
‘Als je nu je mond niet houdt, ben je straks het spook met de twee blauwe ogen!’
Maaike: ‘Omdat mijn droom afgelopen was!’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
71
"
72
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
‘Nou, als ik ‘s avonds nog geen slaap heb, moet ik toch naar bed van mijn moeder. En als ik ‘s morgens nog moe ben, moet ik weer opstaan!’
‘Dat klopt. Mijn broer en ik hebben dezelfde kat!’
‘Ik brei zo snel omdat ik de trui af wil hebben voordat de wol op is!’
‘Ik kan geen eieren leggen, meester.’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
73
"
74
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
‘Rij maar een stukje terug met je taxi!’
‘Wat zult u er dan grappig hebben uitgezien, met een lange baard en een bril op!’
‘Kan ik dan maar niet beter helemaal in bad gaan, oma?’
‘Mijn remmen werken niet meer. Daarom wou ik vlug naar huis rijden, voor er ongelukken zouden gebeuren.’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
75
"
76
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
Dat is toch logisch. Als de ooievaar zijn andere poot ook zou optrekken, dan zou hij vallen!’
‘Nou, nee, niet zo zeer. Maar ik moet een gat in de grond maken om de olifant te begraven.’
‘Dat wel. Maar het gips zit om het verkeerde been!’
‘Nou, ik heb een paar vrienden die niet kunnen zwemmen. Het lege zwembad is voor hen!’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
77
"
78
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
‘Ik heb geen vakantie omdat ik nog niet naar school ga!’
‘Ik liet de banden van mijn fiets leeglopen omdat het zadel een beetje te hoog stond!’
‘Omdat ik morgen negen jaar word, en het is een boek voor jongens van zes tot acht jaar!’
Een tandarts zegt: ‘Mondje open’ en een juffrouw zegt:’Mondje dicht.’
Activiteit 4: Het moppenspel
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
79
"
80
LEERLINGENDEEL
2
2
2
2
Een heel bijzondere familie
Activiteit 4: Het moppenspel
AGENDA PAPA PAOLO
Voormiddag: 9 u: Ontbijt 10 u:
...................................................................................................................
11 u:
...................................................................................................................
12 u: Middageten Namiddag: 1 u:
...................................................................................................................
2 u:
...................................................................................................................
3 u:
...................................................................................................................
4 u:
...................................................................................................................
5 u:
...................................................................................................................
Avond: 6 u: Avondeten 7 u:
...................................................................................................................
8 u:
...................................................................................................................
9 u:
...................................................................................................................
10 u:
...................................................................................................................
11 u:
...................................................................................................................
12 u:
...................................................................................................................
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
81
AGENDA MAMA SONIA
Voormiddag: 9 u: Ontbijt 10 u:
...................................................................................................................
11 u:
...................................................................................................................
12 u: Middageten Namiddag: 1 u:
...................................................................................................................
2 u:
...................................................................................................................
3 u:
...................................................................................................................
4 u:
...................................................................................................................
5 u:
...................................................................................................................
Avond: 6 u: Avondeten
82
7 u:
...................................................................................................................
8 u:
...................................................................................................................
9 u:
...................................................................................................................
10 u:
...................................................................................................................
11 u:
...................................................................................................................
12 u:
...................................................................................................................
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
83
PAPA PAOLO Voormiddag: 9 u: Ontbijt 10 u: ..................................................................................................... 11 u: ..................................................................................................... 12 u: Middageten Namiddag: 1 u: ..................................................................................................... 2 u: ..................................................................................................... 3 u: ..................................................................................................... 4 u: ..................................................................................................... 5 u: ..................................................................................................... Avond: 6 u: Avondeten 7 u: ..................................................................................................... 8 u: ..................................................................................................... 9 u: ..................................................................................................... 10 u: ..................................................................................................... 11 u: ..................................................................................................... 12 u: .....................................................................................................
MAMA SONIA
Voormiddag:
9 u: Ontbijt
10 u: .....................................................................................................
11 u: .....................................................................................................
12 u: Middageten
Namiddag:
1 u: .....................................................................................................
2 u: .....................................................................................................
3 u: .....................................................................................................
4 u: .....................................................................................................
5 u: .....................................................................................................
Avond:
6 u: Avondeten
7 u: .....................................................................................................
8 u: .....................................................................................................
9 u: .....................................................................................................
10 u: .....................................................................................................
11 u: .....................................................................................................
12 u: .....................................................................................................
Krokie en Cas moeten samen met mama Sonia naar de dierenarts Krokie en Cas moeten naar de dierenarts. Mama Sonia heeft een afspraak gemaakt. Krokie en Cas hebben zich dus vlug verstopt! Met hun ogen vol van schrik zitten ze daar. Ze zweten en hijgen. Weten ze al dat ze een prik tegen vogelziekte krijgen? Rare wachtkamer is dit. Ze kijken in het rond naar het volkje dat daar zit: een marmot en een oude hond. Iemand met een rat op schoot. O, het beestje bibbert zo. En een jongetje geeft brood aan zijn ernstig zieke vlo. Daar komt de verpleegster aan voor de volgende patiënt. Krokie en Cas hebben haar verstaan en waren dolgraag weggerend. Dan de prik, au, au, au! O, nu staat hun kont in brand! Maar gelukkig, het ging gauw! Nu kunnen zij weer in de kooi. Krokie en Cas zijn zo flink geweest! Tom en Roza hebben wat voor hen bewaard, thuis krijgen ze een heerlijk feest: pinda’s en zaadjestaart! Krokie en Cas hebben reuzenhonger! De hele voormiddag zijn ze bij die domme dokter geweest. Ze kunnen het zelf bijna niet geloven dat ze zo lang niet hebben gegeten. De pinda’s en de zaadjestaart zijn overheerlijk. Een toffe beloning van die goede Tom en Roza. Daarvoor willen ze nog wel eens naar de dokter gaan!
84
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Hoe eten mama Sonia, papa Paolo, Roza en Tom ‘s middags?
Gehakt met wortels op het bord. Die eten ze netjes met mes en vork. Rijst met kalkoen in brokjes. De rijst kunnen ze al met stokjes. Frieten en saus aan de rand. Dat mag wel met de hand. Wat is er vandaag voor lekkers? Spruitjes! Die eten ze met lange tanden.
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
85
Wie doet de afwas? Tom, Roza, papa Paolo en mama Sonia zijn klaar met eten. In de keuken staat veel afwas en die is heel vuil. ‘Wie doet de afwas?’ roept mama Sonia. Papa Paolo zegt: ‘Ik heb nog heel veel werk deze namiddag! De hele familie Mol komt dadelijk om hun tanden te laten nakijken.’ ‘Roza, doe jij de afwas?’ vraagt mama Sonia. ‘Nee mama, ik niet’, zegt Roza. ‘Ik ga naar Kikki. Kan Tom de afwas niet doen?’ ‘Ja, Tom, doe jij de afwas maar!’ roept mama. ‘Oh nee!’ zegt Tom. ‘Ik wil niet! Ik moet het al zo vaak doen. Nu doe ik het niet en daarmee uit!’ ‘Ja maar...’ zucht mama. ‘Hoe moet dat dan? Ik kan het niet doen, ik moet dadelijk enkele tekeningen naar het werk brengen! Nou ja, laat ook maar, het kan ook later.’ Nu is het huis leeg. Iedereen is vertrokken. Papa kijkt de tanden na van de familie Mol en Roza is naar haar vriendin Kikki. Mama is naar haar werk in de stad en waar Tom is, dat weet niemand. Maar in de keuken staat de afwas en de afwas is heel boos. Niemand wil de afwas doen! Dat is toch ook wat! Terwijl hij toch heel vies is. Maar weet je wat? De afwas gaat zelf wel wassen! En hup, daar gaat het sop al in de afwasbak en dan een kopje, en een mes. Nog een kopje, sop sop sop, dan de pot, een zeef, hop hop hop. De afwas heeft er zin in. ‘Ziezo,’ zegt de afwas, ‘Kijk eens hoe schoon ik ben.’ Dan komt mama Sonia weer terug van haar werk. ‘Ach, kijk nou! De afwas is klaar! Fijn! Roza, je bent een schat hoor! Of ben jij dat Tom? Heb jij de afwas gedaan?’ Roza kijkt heel raar en Tom ook. Ze begrijpen er niets van, want ze waren allebei weg! En de afwas? Die knipoogt naar mama.
86
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Bezoek Het is midden in de namiddag. Mama Sonia krijgt bezoek. Drie mevrouwen: een dikke, een dunne en een gewone. Mama is net terug van haar werk. Ze heeft zeven taartjes gekocht in de stad en die zet ze netjes op een schaal. Roza is net terug van Kikki. Samen met haar broer kijkt ze naar de taartjes. Ze zien er allemaal heerlijk uit. Roza is dol op chocola en op slagroom. ‘Ik wil die bruine!’ zegt ze dan ook. ‘Ik wil ook een taartje!’ zeurt Tom. Maar mama zegt: ‘Even geduld. Eerst het bezoek. Wachten jullie maar af wat jullie krijgen. Kinderen komen het laatst.’ Roza en Tom krijgen een kleur van kwaadheid. ‘En niet zeuren!’ zegt mama. ‘Want dan krijgen jullie niks.’ Roza en Tom weten niet wat ze moeten doen. Soms helpt zeuren heel goed, want dan krijgen ze toch hun zin. Maar soms helpt het helemaal niet en dan krijgen ze straf. En daar hebben ze geen zin in. Ze weten niet wat ze moeten doen. Waf! Waf! Waf! Daar is Leo, de hond van de buren. Hij is zomaar komen binnenlopen. Hij ruikt zeker de taartjes! Waf! Waf! Waf! Hij gaat steeds harder blaffen. Mama Sonia vraagt: ‘Wel, Leo, heb je honger?’ Ze geeft hem drie hondenkoekjes. ‘Waf! Waf! Waf!’ doen Roza en Tom. ‘Hebben jullie ook honger?’ vraagt moeder. ‘Waf!’ roepen Roza en Tom. ‘Wij hebben vreselijke honger in chocoladetaartjes!’ Maar dat hoort mama Sonia niet. Ze legt zes hondenkoekjes op tafel. ‘Zo,’ zegt ze. ‘Die zijn voor jullie. En nu maar weer lief zijn.’ Wat een moeder. Bah!
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
87
Verhaaltje voor Roza en Tom : De heksen van Grizonia In het land Grizonia schijnt nooit de zon. Want daar wonen de heksen. Ze wonen in enge kastelen. De wind fluit er door de gaten en de kieren. Het is er heel koud. Maar de heksen vinden dat niet erg. Ze houden niet van zon en bloemen en droge, warme bedden. Nee! In donkere kelders maken ze toverdrankjes. Drankjes van poten van spinnen en staarten van ratten. Met vreemde toverspreuken veranderen ze groene velden in stinkende modderplassen. ‘s Nachts vliegen ze op bezemstelen door de lucht. Ze zingen valse liedjes.
Bliksem en donder trekken over Grizonia. Alle uren van de dag is er onweer. Ga er maar nooit heen. Alleen als je van heksen houdt is het leuk. Ze zullen zeggen: ‘Welkom! Eindelijk: bezoek!’ Misschien mag je mee op hun bezemsteel en dansen in de heksenkring. Maar pas op! Drink nooit van hun drankjes! Voor je het weet, verander je in een kat of een rat. Of erger nog: een heks. Denk daaraan wanneer je naar Grizonia gaat want straks is het misschien te laat... Dit verhaaltje heeft mama Sonia uitgekozen om voor te lezen aan Tom en Roza. Tom en Roza hebben geluk. Elke avond, voor het slapengaan (dat is rond acht uur), lezen mama Sonia en papa Paolo elk een verhaaltje voor aan hun kinderen. 88
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Wakker Het is middernacht. Iedereen slaapt. Alleen Tom ligt klaarwakker in het
bovenste bed van het stapelbed. Hij denkt aan de verhaaltjes die papa en mama verteld hebben. Hoe hij zich ook draait of keert, het lukt hem niet meer om in slaap te komen. Stil klimt hij uit zijn bed. Zijn zusje Roza ligt in het onderste bed van het stapelbed. Ze wordt niet wakker. In de badkamer drinkt Tom een glas water. Dan loopt hij naar de slaapkamer van papa en mama. Hij doet de deur zachtjes open en fluistert: ‘Mama, mama, ik kan niet in slaap komen, mag ik in jullie bed?’ ‘Huh?’ zegt mama Sonia slaperig. ‘Ik kan niet slapen,’ zegt Tom. ‘Kom dan maar naast me,’ zucht ze. Tom lacht. Hij vindt het lekker warm in het grote bed. Papa Paolo heeft niets gemerkt. Die ligt zachtjes door te snurken. Na een tijdje slapen mama en Tom ook. Maar nu is Roza wakker geworden. Zachtjes roept ze haar broer. Maar Tom geeft natuurlijk geen antwoord. Roza ziet het lege bed. En ook Roza loopt naar de kamer van papa en mama. Na een tijdje slaapt iedereen. Iedereen?
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
89
Nu is papa wakker geworden. Hij kijkt naar Tom en Roza. Dan laat hij zich uit het bed glijden en sluipt naar de slaapkamer van Tom en Roza. Hij gaat in het onderste bed van het stapelbed liggen en valt als een blok in slaap. Hèhè, nu zal iedereen wel slapen. Bijna iedereen. Mama is wakker. Ze heeft niet gemerkt dat papa de kamer is uitgeslopen. Mama probeert Tom en Roza wat opzij te duwen, maar telkens rollen ze weer terug. Weet je wat ik doe, denkt mama, ik ga in het bed van Roza liggen. Ze loopt zachtjes naar de kamer van Tom en Roza. Doodmoe laat ze zich met een plof op het onderste bed van het stapelbed vallen. Bovenop de dikke buik van papa. Mama slaakt een kreet van schrik en papa schreeuwt het uit van de pijn. Ze schreeuwen zo hard dat Tom en Roza er wakker van worden. Midden in de nacht lopen ze alle vier door het donkere huis. Ieder is op weg naar zijn of haar eigen bed. En na een paar minuutjes... slapen ze alle vier als roosjes...
90
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
De tandarts en de krokodil De krokodil zit lachend in de stoel van tandarts Paolo en zegt: ‘Kijk, aan mijn tanden mankeert een heleboel.’ Paolo staat te beven, helemaal wit van kop tot teen, en stottert: ‘N-n-natuurlijk, i-i-ik doe het zo meteen!’ De krokodil zegt: ‘Vooral de achterste tanden goed nakijken graag, die rotte tanden moeten het eerst eruit vandaag!’ Hij opent zijn grote muil. Hij toont zijn gebit van driehonderd scherpe tanden, allemaal blinkend wit. Tandarts Paolo staat te bibberen zo veraf als hij kan. Dan pakt hij zijn langste tang en ja hoor, hij begint. De krokodil zegt dreigend: ‘U staat veel te ver weg! De achterste tanden moeten het eerst, dat heb ik toch gezegd! Om die te zien moet u, dat heb ik goed bekeken, uw hoofd heel ver tussen mijn kaken steken.’ Tandarts Paolo hijgt: ‘Nee, o nee! Ik zie het prima hier. Ik werk altijd het beste op een afstandelijke manier.’ ‘s Morgens vroeg een krokodil op mijn stoel, dat is niet zo leuk. Dat doe ik nooit meer,’ denkt tandarts Paolo. Opeens komt een dame met een gouden riem de kamer ingerend. Ze roept: ‘O foei! Jij stoute Krokodil, ondeugende kleine vent!’ ‘Kijk uit!’ schreeuwt de tandarts en klimt vlug op een kast. ‘Straks eet hij ons nog op!’ ‘Doe niet zo gek’, zegt de dame met een gilletje. ‘Dit is mijn lieve huisdier, mijn knuffel-krokodilletje!’
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
91
De familie Mol bij de tandarts
De familie Mol is bij tandarts Paolo. Mama, papa, Mina en Manus Mol mogen direct na de middag samen binnen in de spreekkamer. Om de beurt gaan ze op de stoel liggen. Het is een speciale stoel die naar beneden en naar boven kan. En ook naar voor en naar achter. De tandarts controleert iedere tand. Papa Mol mag eerst. ‘Alles in orde,’ zegt tandarts Paolo, ‘de volgende graag.’ ‘Mooi zo!’ lacht papa. Mina Mol is aan de beurt. Zij heeft ook geen gaatjes. Ze zucht. Ook alles in orde! Gelukkig! ‘De volgende!’ zegt de tandarts. Manus Mol is de volgende. Maar Manus wil niet. ‘Ik ga wel eerst,’ zegt mama Mol. Ze ligt al op de stoel. Ook bij mama is alles in orde. Nu moet Manus. Met tegenzin gaat hij op de stoel liggen. ‘Het valt reuze mee!’ zegt papa Mol. ‘Ja...’ zegt Manus zacht. Hij blijft kalm liggen. Tot de tandarts een gaatje ontdekt. ‘Zie je wel!’ huilt Manus, ‘ik heb ook altijd pech!’ Hij wil van de stoel af. Maar de tandarts houdt hem tegen. Manus schreeuwt en tiert: ‘NEE, NEE, NEE!’ Papa Mol weet een oplossing. Hij gaat op de stoel liggen. ‘Kom maar’ zegt hij tegen Manus. Manus gaat op de schoot van papa Mol zitten. Mama houdt zijn benen vast, Mina kijkt uit het raam en de tandarts boort het gat. Manus is weer rustig. Hij wrijft de tranen van zijn wangen. ‘Dat gaat snel, en het deed geen pijn!’ zegt Manus. Mama schudt zuchtend haar hoofd. Papa wrijft de zweetdruppels van zijn voorhoofd. Mina lacht. En tandarts Paolo zegt: ‘De volgende alstublieft!’
92
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Roza en Tom gaan in bad
Het begint buiten al donker te worden. De hele familie is klaar met eten. Roza en Tom pakken hun rugzak in. ‘Wat doen jullie?’ vraagt papa Paolo, die hun kamer binnenkomt. ‘Dat zie je toch zeker wel,’ roept Roza. ‘We gaan op reis!’ ‘Nu? Ik heb net water in het bad laten lopen,’ zegt papa. ‘Lopen jullie soms van huis weg?’ ‘Nee, we gaan op reis en daarna komen we weer terug,’ roept Tom. ‘Dan is het goed,’ zegt papa. ‘Waar gaan jullie naar toe?’ ‘Ver,’ zegt Roza, ‘en dan nog verder.’ ‘En hoe lang blijven jullie weg?’ vraagt papa. ‘Lang,’ zegt Tom, ‘en dan nog langer.’ ‘Ik denk dat ik dan wel moet huilen,’ zegt papa, ‘want zo lang kan ik jullie niet missen.’ ‘Goed,’ zegt Roza, ‘dan gaan we niet zo ver en niet zo lang.’ ‘Je mag ook wel mee op reis,’ stelt Tom voor. ‘Nou nee,’ zegt papa, ‘ik moet nog strijken.’ ‘Dan gaan we maar,’ zegt Roza. ‘Zijn jullie niks vergeten?’ vraagt papa. Roza en Tom schudden hun hoofd. Ze hebben aan alles gedacht. Ze zwaaien naar papa en papa zwaait terug. ‘Trekken jullie wel een dikke jas aan? En zet je muts op, want in de wijde wereld is het koud.’ ‘Dat hoeft niet,’ zegt Tom, ‘want we gaan naar een warm eiland en onze zwembroek is al ingepakt. Nou dag hoor!’ ‘Dag,’ zegt papa. ‘Sturen jullie een kaartje met kusjes?’ ‘Dat zullen we doen,’ belooft Roza. Ze pakt gauw een potlood en een blaadje papier, en stopt die in de rugzak. Daarna lopen Roza en Tom honderd voetje-voor-voetjes ver. Ze moeten
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
93
een berg op die heel steil is. Maar wanneer ze eindelijk boven zijn, zien ze het eiland al. Er is een waterval en in het water rond het eiland zwemt een eend. Het is er lekker warm. Roza en Tom trekken onmiddellijk hun kleren uit. Ze trekken hun zwembroek aan. Ze springen in het warme water. Gelukkig is het water niet te diep, want zwemmen kunnen ze nog niet zo goed. Even later loopt papa Paolo de trap op met de gestreken overhemden. Als hij langs de badkamer loopt, ziet hij een brief onder de deur uitsteken. Hij pakt hem op. Er staat een zon op getekend en een eiland met palmen. Er staan ook een meisje en een jongen op. Roza en Tom hebben er hun naam onder geschreven. Met drie kruisjes. Dat zijn kusjes. ‘Ik denk dat Roza en Tom het fijn hebben, daar op het eiland,’ zegt papa hardop. Dan hangt hij de gestreken overhemden in de kast.
94
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Verhaaltje voor Roza en Tom : De zeven domme kikkers Wanneer mama Sonia haar verhaaltje heeft voorgelezen, is het papa Paolo zijn beurt om een verhaaltje te vertellen aan zijn kinderen: ‘Papa, waar wonen de kikkers in de winter?’ vraagt Tom als hij onder de dekens kruipt. ‘Ze slapen in de modder van de sloot,’ zegt papa Paulo. ‘Wat zielig,’ rilt Roza. ‘Nee, hoor. Anders gaan ze dood,’ zegt papa Paolo. ‘Luister maar eens naar het volgende verhaaltje!’ Er waren eens zeven kikkers. Op een dag gingen ze naar hun koning. ‘Sire, we willen de wijde wereld in,’ zeiden ze. De koning dacht diep na. ‘Goed dan,’ zei hij. ‘Maar kom terug voordat de winter begint!’ De kikkers vertrokken, maar ze luisterden niet naar hun koning. Toen kwam de winter en het werd erg koud. Snel wipten de kikkers terug naar hun sloot, maar het was al te laat. Op de sloot lag een dikke laag ijs. Daar zaten ze dan. Gelukkig hadden ze warme sjaals en mutsen bij zich. Anders waren ze vast doodgevroren. ‘Wat gebeurde er toen, paps?’ vragen Tom en Roza tegelijk. ‘Ik hakte een gat in het ijs. Wip! Weg waren ze!’ Paps geeft Tom en Roza een zoen. ‘Slaap lekker!’ zegt hij.
Activiteit 5: De verjaardagstaart
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
95
ALLE DONDERS EN PIRATEN ! Elke familie heeft wel een geheim. De familie van Oom Grikkelnak ook! Je weet al dat de overgrootvader van Oom Grikkelnak een piraat was. Natuurlijk gaat Oom Grikkelnak niet zomaar verklappen hoe zijn overgrootvader heette! Daarom heeft Oom Grikkelnak een puzzel gemaakt. Als jullie de puzzel goed oplossen, komt er van boven naar beneden een woord uit. Misschien is dat de naam van de overgrootvader van Oom Grikkelnak! De schrik van alle piraten! Hij was de beroemdste piraat van de wereld! Hij was verschrikkelijk gevaarlijk. Hij zag er angstaanjagend uit! Hij wilde dat iedereen bang was voor hem.
LET OP ! Lees eerst een verhaaltje. Lees daarna de vraag die eronder staat. Je kan kiezen uit drie antwoorden. Eentje daarvan is goed. Kleur het vakje vóór het goede antwoord. Als je het antwoord niet zeker weet, lees je het verhaaltje nog een keer. Niet gokken! Bij elke vraag staat een klein tekeningetje. Op het blad met de puzzel schrijf je het goede antwoord achter het juiste tekeningetje. Je moet telkens één letter in één vakje zetten. Vul de puzzel met potlood in. Als je fouten maakt, kan je het nog uitgommen. Als jullie samen de puzzel helemaal ingevuld hebben, kunnen jullie van boven naar beneden een woord lezen. Dat is de naam van de overgrootvader van Oom Grikkelnak, de schrik van alle piraten.
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
97
OP ZOEK NAAR AVONTUUR ! Lang geleden was de zee vol piraten. Piraten waren echte avonturiers. Met hun schepen voeren ze over de zee. Soms gingen ze heel ver weg van huis. Overal naartoe, tot aan de andere kant van de wereld. Sommige mensen waren piraat van beroep. Andere mensen werden maar voor een tijdje zeerover. Over piraten bestaan hele gruwelijke verhalen. Weet je hoe dat komt? Piraten waren geen nette en lieve mensen. Piraten waren vaak ontsnapt uit de gevangenis. Meestal waren ze op de vlucht. Ze wilden niet aan wal blijven. Op het land was het voor hen heel gevaarlijk. Daarom gingen ze naar de zee. Met hun snelle zeeschip beroofden ze andere schepen. De piraten haalden alle andere schepen leeg. Ze namen alles mee wat ze konden vinden. Want de piraten wilden niet arm zijn. Ze hadden zin om heel rijk te worden! Piraten waren nergens bang voor. Vaak doodden ze de zeelui van de andere schepen… Nu weet je waarom er een doodskop op een piratenvlag staat!
M Lang geleden was de zee vol piraten. Wat is een ander woord voor piraat?
o zeeschip
98
LEERLINGENDEEL
o bommetje
Een heel bijzondere familie
o zeerover
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
HEEL SLECHT ETEN ! Vroeger maakten de piraten heel lange zeereizen. Soms waren ze wel een paar maanden op zee! De piraten namen veel eten mee op hun schip. Er gingen ook grote tonnen met lekker water mee. Want zeewater is heel zout. Dat konden de piraten natuurlijk niet drinken. Maar weet je wat ze niet op hun schip hadden? Gezond eten! Bijvoorbeeld: verse groenten, fruit en vlees. Dat konden ze niet meenemen aan boord. Want ze hadden natuurlijk geen koelkast! Maar als je geen groenten eet, word je heel snel ziek. Dat begrijp je wel. Alle piraten waren dus heel vaak ziek. En ze moesten ook altijd hetzelfde eten. Ze aten alleen maar heel droog brood. Dat noemden ze scheepsbeschuit. En dat droge brood zat vol beestjes! Op een piratenschip was het eten dus niet lekker!
ó De piraten werden vroeger vaak ziek. Wat hadden ze nodig om niet ziek te worden?
o medicijn
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
o groenten
o zeewater
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
99
REGELS Vroeger mochten de piraten zelf een kapitein kiezen. Die was de baas van het schip. De kapitein maakte strenge regels voor het schip. Die waren heel belangrijk. De piraten moesten goed naar de kapitein luisteren. Anders… Dit zijn een paar piratenregels: Je mag niet vechten op het schip. En je mag niet stelen op het schip. Anders moet je naar een onbewoond eiland. Daar ga je dan dood. l
Als je een schat vindt, moet je die delen. De schat is voor iedereen. Alle piraten op het schip krijgen evenveel. l
Er mogen geen jongens en geen vrouwen op het schip komen. Er mogen alleen mannen op het schip zijn.
l
Pistolen, messen en zwaarden moeten altijd proper zijn. Truien, broeken en sokken moeten vuil zijn.
l
Om acht uur ´s avonds moet het donker zijn op het schip. Dan moeten alle kaarsen uit zijn. Dan gaan de piraten slapen.
l
v Wat is belangrijk op een piratenschip? o messen
100
LEERLINGENDEEL
o sokken
Een heel bijzondere familie
o regels
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
TEN AANVAL ! Eilanden in de zee zijn het beste voor piraten. De piraten verstoppen zich achter een eiland. Gewoon, met hun piratenschip! Achter de hoge rotsen wachten ze op een ander schip. Het andere schip zit vol met goud en zilver. Het volle schip vaart héél langzaam langs het eiland. Zo zwaar is het! Maar de piraten hebben een klein, snel schip. Ze kunnen veel vlugger varen dan het andere schip. De piraten gaan snel op het schip af. Ze gaan steeds dichter bij het andere schip varen. En als ze er vlakbij zijn, dan hijsen ze snel hun vlag. Een zwarte piratenvlag met een doodskop erop! Aanvallen! De piraten gaan eerst naast het andere schip varen. Dan springen ze met veel geschreeuw erop. De piraten zwaaien met gevaarlijke zwaarden, messen en pistolen. Die hebben ze onder hun kleren verstopt. Dan gaan ze vechten. De zeemannen schrikken natuurlijk heel erg. Ze geven zich meteen over. Ze doen alles wat de piraten vragen. Want ze zijn heel bang voor de piraten! Meestal willen de piraten goud en zilver stelen. Maar soms willen ze alleen eten en drinken roven. Want op hun eigen piratenschip is het eten heel erg slecht!
N Wat draagt een piraat altijd bij zich? o kompas
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
o zwaard
o zilver
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
101
STRENGE STRAFFEN ! De rijke koningen waren natuurlijk niet blij met de piraten. De piraten beroofden zoveel schepen! De koningen probeerden de piraten te vangen. En dan kregen ze strenge straffen. Eerst kregen de piraten zweepslagen. Daarna werden ze opgehangen in een kooi van ijzer. Ze moesten zo heel lang blijven hangen. Dit was een waarschuwing voor de andere piraten! Op het schip moesten de piraten naar de kapitein luisteren. Wie dat niet deed kreeg straf. Bijvoorbeeld: kielhalen. Dat is een heel strenge straf! Dan gooiden ze een piraat met een touw eraan in het water. En dan trokken ze hem onder het schip door. Zijn huid schuurde open aan het hout van het schip. Een vreselijke straf voor de piraat! Maar nog erger was achtergelaten worden op een onbewoond eiland! Zonder eten en drinken. En zonder wapens om dieren te vangen. En niets om te koken en warm te blijven. Dan ging de piraat dus snel dood. Want het schip was in de verte verdwenen. En niemand kwam hem redden van het eiland! 6 Wat was de ergste straf die de kapitein gaf aan een piraat die niet
naar hem luisterde? o achterlaten
102
LEERLINGENDEEL
o zweepslagen
Een heel bijzondere familie
o openschuren
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
DE VERSCHRIKKELIJKE PIRAAT Z. Piraat Z. is de beroemdste piraat die er ooit geweest is. Hij beroofde meer dan 400 schepen! Piraat Z. was een heel gevaarlijke piraat. Hij dronk heel veel bier en heel veel rum. Zijn lievelingsdrankje was rum met geweerkruit. Tijdens een gevecht droeg piraat Z. altijd zijn mooiste kleren. In de riemen die zijn borst kruisten droeg hij dan zes pistolen. Piraat Z. had een heel lange zwarte baard. Die baard bedekte bijna zijn hele hoofd. Hij knipte zijn baard nooit. Daarom hing die baard van zijn ogen tot zijn borst. Voor een gevecht knoopte hij touwen in zijn baard. En die touwen stak hij daarna in brand! Zo leek het net alsof de beroemde piraat zelf in brand stond! Iedereen was bang voor hem. Hij zag er echt monsterachtig uit tijdens een gevecht! Er wordt gezegd dat piraat Z. veertien vrouwen had.
9 Waar maakte piraat Z. brandende touwen aan vast? o hoofd
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
o borst
o baard
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
103
DOODSKOPPEN Vroeger had elk schip een eigen vlag. Dus ook elk piratenschip. De piraten hingen een grote, zwarte vlag op hun schip. Op de piratenvlag stond altijd een doodskop. Daaronder stonden twee gekruiste botten. Enge botten van een skelet. Iedereen die de vlag zag werd meteen bang. Want de piraten waren heel gevaarlijk. Ze wonnen altijd bij een gevecht op zee. De piraten vonden het leuk om iedereen bang te maken. Het liefst wilden de piraten overal doodskoppen. Bijvoorbeeld op de deur van hun schip. Of op hun kleren, of op hun hoed. De grootste en akeligste doodskop stond natuurlijk op de vlag. Hoog boven op de boot wapperde hij in de wind. Die piratenvlag kon je al van heel ver zien.
i Waarop stond bij de piraten de grootste doodskop? o boot
104
LEERLINGENDEEL
o vlag
Een heel bijzondere familie
o hoed
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
GEEN VROUWEN AAN BOORD ? Er mochten geen vrouwen op een piratenschip komen. Dat was echt verboden! Maar… Anne Bony werd verliefd op een piraat. Ze trouwde met hem. En ze ging mee op zijn schip. Samen zijn ze over de hele wereld gevaren. Toen ontmoette Anne Bony nog een piratenvrouw! Dat was Mary Read. Zij was ook getrouwd met een piraat! Er werd gezegd dat Anne en Mary meestal een jurk droegen op het schip. Maar niet als ze gingen vechten, hoor! Dan trokken ze hun mannenkleren aan. Want Anne en Mary konden natuurlijk ook vechten als mannen. En ze konden ook werken en schelden als echte piraten.
ª Wat was verboden op een piratenschip? o vechten
o trouwen
o vrouwen
Anne
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
Mary
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
105
DE VERDWENEN SCHATKAART Ik ben een oude zeepiraat mijn schip ligt in de haven en alle schatten die ik stal heb ik hier steeds begraven. De diamanten en het geld en grote gouden staven en nu ben ik aan land gegaan om alles op te graven. Ik had een mooie kaart gemaakt waarop stond aangegeven waar hier ergens in de grond mijn schatten zijn gebleven. Maar nu ben ik die schatkaart kwijt en ik moet bijna huilen ik graaf en graaf en vind echt niets ik heb al honderd kuilen! t Wat heeft de oude zeepiraat nog nodig om zijn schat op te graven? o kaart
106
LEERLINGENDEEL
o schop
Een heel bijzondere familie
o schip
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
SCHATE ILAND De piraten hebben heel veel schatten gestolen. Maar ze konden niet alle schatten bewaren. Dat was veel te veel! En hun schip was veel te klein! Daarom gingen ze de schatten verstoppen. De piraten kozen een slimme plaats. Op een geheime plek gingen ze de schatten begraven. Bijvoorbeeld in een diepe grot op een eiland. Of bij een riviertje. Of op de bodem van een klein meertje. De piraten maakten een kaart van de geheime plek. En ze tekenden een kruisje waar de schat lag. Want later gingen de piraten de schat terughalen! Maar soms kwamen de piraten niet meer terug. Sommige piraten waren verdronken op zee. En andere piraten gingen dood door een enge ziekte. En dan bleef de schat natuurlijk op het eiland liggen. Heel erg lang. Misschien liggen er nu nog steeds schatten!
P Wat deden de piraten met hun schatten? o begraven
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
o verdelen
o vergeten
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
107
Puzzel
M N 6
v
ó P i t
ª 9
108
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 6: Alle donders en piraten!
EEN RAAR SCHIP Tai is al heel lang in het weeshuis. Op zekere dag moet hij bij de directeur komen. Voor de deur blijft hij staan. Hij aarzelt. Maar dan gaat de deur al open. ‘Kom binnen, Tai,’ zegt de directeur. In de kamer staat een vreemde man. ‘Dit is je oom Weng,’ zegt de directeur. ‘Als je wilt, mag je met hem mee.’ ‘Voor altijd?’ vraagt Tai. De directeur knikt. ‘Voor altijd!’ Tai is erg blij, want hij is al heel lang in het weeshuis. Oom Weng heeft hij nog nooit gezien. Hij is de broer van zijn moeder. Hij is kok op een groot schip. Maar een zeeman is altijd op reis. Tai kijkt naar hem op en lacht. Oom Weng zegt: ‘Je mag mee naar mijn schip. Daar is werk genoeg voor jou. We gaan een flinke kerel van je maken.’ Tai haalt vlug zijn kleren. Dan moet hij afscheid nemen van zijn vrienden in het weeshuis. ‘Je vergeet je bal,’ zegt Han. ‘Die mag jij hebben,’ zegt Tai. ‘Ik heb geen tijd meer om te spelen. Ik ga nu werken!’ Even later stapt hij trots naast zijn oom Weng. Nog één keer kijkt hij om en zwaait. Dan loopt hij verder. Hij voelt zich nu geen wees meer. Nu is hij gewoon een jongen met zijn oom. Ze lopen door de stad naar de haven. Tai is hier nog nooit geweest. Wat is het druk! Tai kijkt zijn ogen uit! Dan wijst oom Weng. ‘Kijk, daar is ons schip. Wat zeg je ervan?’
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
109
Tai kijkt verbaasd. Wat ziet de boot er vuil uit. Oom Weng grijnst. ‘Mooi is het niet en proper ook niet. Maar dat went wel.’ Dan gaan ze de loopplank over. Oom Weng brengt Tai naar de kapitein. Het is kapitein Zwartbaard, de gevaarlijke zeerover, maar dat weet Tai natuurlijk nog niet… ‘Dit is mijn neef,’ zegt oom Weng. ‘Hij is pas twaalf, maar hij is erg sterk. Hij zegt dat hij goed kan vechten!’ Oom Weng lacht hard. De kapitein lacht ook. Tai vindt het niet leuk. Waarom lachen ze zo vreemd? Dan knikt kapitein Zwartbaard. ‘Goed, zet hem maar aan het werk.’ Er wordt van alles aan boord gebracht. Tai moet de hele dag in de keuken helpen. Wat is alles vuil! De keuken van het weeshuis was helemaal anders. En oom Weng is opeens niet aardig meer. Hij geeft Tai een draai om zijn oren. Zo gaat het steeds als hij niet vlug genoeg is. Tai wordt een beetje bang voor Oom Weng. Ook de andere mannen op het schip zijn niet aardig. Tai kent ze nu haast allemaal. Maar ze drinken en maken steeds ruzie. Als Tai even aan dek komt kijkt hij rond. Er liggen veel schepen in de haven. Daar wordt ook hard gewerkt. Maar nergens maken ze zoveel ruzie als hier. En het is ook nergens zo smerig. Wat is dit toch voor een raar schip?
110
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
RUZIE AAN BOORD Het is avond. De mannen zitten in het ruim. Tai zit stil in een hoek. Kapitein Zwartbaard zit achter een grote kist. Voor hem ligt een landkaart. Boos kijkt hij de kring rond. ‘Zeuren jullie toch niet zo!’ roept hij. Hij wijst op de kaart. ‘Het is maar een dag varen naar het eiland. Dan weten we of de schat er ligt!’ Dan kijkt hij de kring rond. ‘Ik snap niet waar jullie zo bang voor zijn. Morgen varen we naar het eiland. Als er een schat ligt, is die voor ons.’ ‘O ja,’ vraagt Liang, ‘en de draak dan? Wil jij vechten met de rode draak?’ Maar de stuurman lacht hem uit. ‘Je bent een oude zeurpiet, Liang. Het is gewoon een eiland. Draken bestaan alleen in sprookjes.’ ‘Misschien,’ zegt Liang, ‘en misschien niet. Maar wie daarheen gaat, is gek.’ Hij spuwt op de grond. De stuurman haalt diep adem. ‘Dus ik ben gek?’ zegt hij langzaam. ‘Of ben jij misschien bang? Ben jij misschien gewoon een bang, oud wijf?’ ‘Ik vaar al veel langer dan jij, stuurman. Ik heb veel vreemde dingen gezien. Maar niemand kan zeggen dat ik bang ben,’ zegt Liang. Het is nu heel stil in het ruim. Dan slaat kapitein Zwartbaard met zijn vuist op de kist. ‘Morgen varen we naar het eiland. Er wonen alleen maar een paar vissers. Met wat geiten en schapen. En ze zeggen dat er een oude man woont, dat is alles. Zijn jullie echte piraten of niet? Jullie lijken wel bange oude wijven!’
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
111
Tai kruipt nog dieper in zijn hoekje. Piraten? Nu snapt hij wat er aan de hand is. Dit is geen gewoon schip. Dit is een piratenschip. Die mannen zijn piraten! En ze gaan een schat stelen! Tai wil helemaal geen piraat worden. Hij wil zo snel mogelijk weg! Hij besluit om de volgende morgen, voor ze vertrekken, te vluchten. Terug naar het weeshuis. Hij kan niet slapen. Hij woelt heen en weer in zijn kajuit. Het schip deint zachtjes op en neer. Daardoor valt Tai toch in slaap. Hij wordt pas wakker door een harde duw. ‘Hé, slaapkop,’ roept oom Weng. ‘Sta eens op. Je moet aan het werk!’ Tai schrikt. Hij kijkt om zich heen. Ze varen al. Nu kan hij niet meer weg! Het schip vaart bijna de hele dag. Op grote golven deint het schip omhoog en omlaag....
112
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
IS HET EILAND BEHEKST? Tai kijkt in de verte. Er is nog steeds niets te zien. Geen land en ook geen eiland. Er is alleen maar water. Dat is vreemd. Waar is dat eiland? Ze moesten er nu toch haast zijn. Kapitein Zwartbaard loopt heen en weer. Af en toe kijkt hij op de kaart. Er klopt iets niet. Hij schreeuwt tegen de man aan het roer. ‘Je vaart niet goed, stommerd!’ ‘Kom hier, Tai,’ zegt kapitein Zwartbaard. Hij geeft hem een verrekijker. Dan wijst hij naar boven. ‘De mast in,’ zegt hij. ‘Jij hebt jonge ogen. Schreeuw maar als je land ziet.’ Tai aarzelt. Hij kijkt omhoog en begint te klimmen. De mast zwaait heen en weer. Tai durft niet naar beneden kijken. Dan is hij boven. Daar is een klein platform. Hij gaat zitten. Door de verrekijker tuurt hij over de zee. Hij ziet alleen maar golven. Maar opeens... Wat is dat? Hij ziet een streep. In de verte ligt een kleine zwarte streep. Tai geeft een schreeuw. Hij wijst in de verte. Hij roept: ‘Land! Land!’ Nu zien de mannen en kapitein Zwartbaard het ook. ‘Zie je nou wel?’ schreeuwt de kapitein. ‘Ik zei het toch. Het is gewoon een eiland.
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
113
Niets om bang voor te zijn!’ ‘Dat zullen we nog wel eens zien,’ zegt Liang. Maar hij zegt het zachtjes. De kapitein mag hem niet horen. Tai is uit de mast geklommen. Hij kijkt naar het eiland. Ze komen nu steeds dichterbij. Je kunt zien dat er heuvels zijn. En bossen. In het midden ligt een hoge berg. Maar wat is die vreemde rode gloed? Er hangt een vreemde rode gloed rond het eiland. ‘Dat doet de draak,’ fluistert iemand. ‘Hij spuwt vuur.’ ‘We moeten weg voor het te laat is. Als dat beest ons in de gaten krijgt...’ ‘Schei toch uit,’ zegt kapitein Zwartbaard. ‘Dat is iemand die een vuurtje stookt. De vissers maken een lekkere maaltijd klaar. Dat komt goed uit! Want ik heb honger!’ Ze zijn nu vlakbij het eiland. Tai ziet het water tegen de rotsen spatten. Er is ook een smal strand. Maar wat is dat? De wind blaast. De zeilen staan bol. Maar het schip komt niet meer vooruit! Het ligt stil! Hoe kan dat? ‘Het eiland wil niet dat wij komen.’ zegt Liang. Hij spuwt in de golven. Maar kapitein Zwartbaard luistert niet naar hem. ‘Gooi het anker uit,’ roept hij. ‘En hijs de vlag!’ De zwarte vlag met het doodshoofd gaat omhoog. Dat is de vlag van de piraten. ‘Zo weet de draak dat we er aankomen,’ lacht Zwartbaard. ‘Laat de sloep maar zakken. Het is niet ver meer naar het strand. We roeien erheen.’
114
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
DE SCHAT IN DE TEMPEL De mannen roeien zo hard ze kunnen. Het lijkt alsof de sloep niet vooruit komt. Nadat de mannen een hele tijd geroeid hebben, komen ze aan op het kleine strand. Aan alle kanten ziet Tai hoge rotsen. Opeens wijst oom Weng naar een smal pad. ‘Daar,’ roept hij. ‘Daarlangs kunnen we naar boven.’ Ze lopen een hele tijd. Boven begint een groot bos. De mannen duwen de takken opzij. Ze lopen verder. Tai struikelt steeds. Komt er dan nooit een eind aan het bos? Oom Weng loopt voorop. Opeens blijft hij staan. ‘Kijk nou eens!’ roept hij verbaasd. Voor hen ligt een grote weide. In het midden ligt een vijver. En naast de vijver staat een tempel. De tempel is niet groot. De deur staat wijd open. Tai ziet een heel mooi beeld. Het lijkt het beeld van een godin. Ze heeft vier armen, die ze omhoog houdt. Op haar voorhoofd schittert een rode steen. Tai wordt er een beetje bang van. Het lijkt wel een groot boos oog. Maar Zwartbaard is niet bang. ‘Dat is de robijn!’ roept hij. ‘Dat is de schat die we zoeken! Dat ding is heel veel geld waard. Kom mee, we gaan hem halen.’ Zwartbaard wil naar beneden gaan. Maar de mannen blijven staan. ‘Stop, kapitein!’ zegt Liang. ‘Wij gaan niet verder.’ Kapitein Zwartbaard draait zich om. ‘Wat?’
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
115
Dreigend loopt hij naar Liang. ‘Wou jij hier de baas spelen?’ ‘Neen,’ zegt Liang, ‘u bent de baas. Dat weet ik heus wel. Op zee doe ik alles wat u zegt. Maar dit is wat anders. Stelen uit een tempel brengt geen geluk.’ Zwartbaard kijkt rond. Hij roept: ‘Stelletje oude wijven! Is er nog iemand die niet durft? Je zegt het maar, hoor!’ Met zijn hand klopt hij op zijn zwaard. Niemand zegt iets. Dan klautert Zwartbaard omlaag. Een voor een gaan de mannen achter hem aan. Tai blijft iets achter. Nu zijn ze op de weide. De vijver en de tempel zijn vlakbij. Zwartbaard loopt recht op de tempel af. Wat raar, denkt Tai. Is er niemand die hem tegenhoudt? Is er niemand die de tempel bewaakt? Maar dan ziet Tai de oude man. Hij zit voor de deur van de tempel. In zijn hand heeft hij een lange dunne stok. Zwartbaard loopt naar hem toe.
116
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
DE RODE DRAAK ‘Opzij!’ schreeuwt hij. De oude man beweegt zich niet. Hij glimlacht alleen maar. Zwartbaard dreigt met zijn zwaard. ‘Hoor je niet wat ik zeg? Maak dat je wegkomt, ouwe! Want anders…’ Maar de man zegt niets. Hij kijkt Zwartbaard alleen maar aan. ‘Zit daar niet zo stom,’ snauwt Zwartbaard. ‘Wil je soms vechten?’ Meteen springt hij op de man af. Zijn zwaard suist omlaag. Tai knijpt zijn ogen stijf dicht. Dan hoort Tai kapitein Zwartbaard vloeken. Verbaasd doet hij zijn ogen weer open. De oude man zit nog steeds op zijn plaats. Heeft Zwartbaard hem gemist? Weer gaat het zwaard omhoog. Nu ziet Tai wat er gebeurt. Kapitein Zwartbaard slaat. Zijn zwaard vliegt op de oude man af. Pas op het laatste moment beweegt de stok. Het gebeurt razend snel. Met zijn stok slaat de oude man het zwaard opzij. Woedend draait kapitein Zwartbaard zich om. ‘Sta daar niet zo stom! Help mij liever!’ Nu gaan de anderen ook meedoen. Langzaam vormen ze een halve kring. En ze sluipen op de oude man af. Ze zijn al vlak bij hem. Opeens springt de man op. Hij geeft een vreemde, lange schreeuw.
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
117
Zijn handen steekt hij hoog boven zijn hoofd. En opeens is er geen oude man meer. Er staat een draak! Een rode draak die vuur spuwt. De draak heeft wel vijf of zes koppen. Hij spuwt vuur uit elke bek. De mannen staan verstijfd van schrik. Maar kapitein Zwartbaard schreeuwt: ‘Kijk dan, sukkels! Die draak is niet echt. Je kunt er doorheen kijken. Het is een truc van de oude man.’ Maar dan komt de draak op hen af. Gillend en schreeuwend slaan ze op de vlucht. De mannen botsen tegen elkaar op. Ze vallen over hun eigen voeten. Tai begint ook te hollen. Hij is doodsbang. Hij rent vlak langs de vijver. Opeens glijdt hij uit. Hij valt in het water. Hij probeert zicht vast te grijpen. Hij voelt alleen maar water en modder. Zijn handen raken verward in de stengels van de planten. Hij spartelt en schreeuwt. ‘Help! Ik verdrink!’
118
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
HIER WIL IK BLIJVEN ! Plots voelt Tai iets hards. Met beide handen grijpt hij zich vast. Hij voelt hoe hij naar de kant wordt getrokken. Dan is alles zwart om hem heen. Tai komt weer bij. Hij ligt in het gras. Naast hem zit de oude man. Hij ziet de angst in Tai zijn ogen. ‘Je hoeft niet bang te zijn,’ zegt hij. ‘Ik heb je uit het water gehaald.’ ‘Dankjewel meneer,’ stottert Tai. De oude man lacht. ‘Noem me maar meester Woe. Ik zorg voor de tempel.’ Tai kijkt om zich heen. ‘Waar is oom Weng en de rest?’ ‘Ze zijn weg naar het schip,’ zegt meester Woe. ‘Hebben ze dan niet op mij gewacht?’ Meester Woe schudt zijn hoofd. Tai slikt. Bijna moet hij huilen. Nu heeft hij niemand meer. ‘Misschien is het wel beter zo,’ zegt meester Woe. ‘Jij bent geen echte piraat. Als je wilt kun je hier blijven. Bij mij.’ Tai kijkt verbaasd. ‘Hier blijven?’ ‘Ik ben al heel erg oud,’ zegt Woe. ‘Er moet iemand voor de tempel zorgen. En ook voor de mensen die hier wonen.’ ‘Is dat niet erg moeilijk?’ vraagt Tai. Meester Woe lacht. ‘O ja, maar ik kan het je leren. Al zul je heel hard moeten werken.’ Tai aarzelt nog. ‘Denkt u echt dat ik het kan?’ ‘Ik weet dat jij het kunt,’ zegt meester Woe.
Activiteit 7: De rode draak
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
119
‘Anders had de godin je niet hier laten blijven.’ Tai kijkt naar het beeld in de tempel. De robijn glanst zacht. Het is nu geen boos oog meer. Meester Woe legt zijn hand op Tai zijn schouder. ‘Mooi hé?’ zegt hij. Tai knikt. Hij is nu niet bang meer. ‘Ja,’ zegt hij, ‘hier wil ik blijven.’
120
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 7: De rode draak
Activiteit 8.1: Het piratenfeest
Een heel bijzondere familie
LEERLINGENDEEL
121
Een piratenfeest organiseren (deel 1) Een heel leuk thema voor een feest is het thema ‘piraten’. Het is heerlijk om je te verkleden in een zeerover, om op zoek te gaan naar een schat, om stoere spelletjes te spelen en om een boot te bouwen. Maar voor zo een feest moet je wel heel wat voorbereiden. Je hebt van alles nodig! Om er een echt piratenfeest van te maken, moet iedereen zich natuurlijk verkleden. Rokken heb je dan echt niet nodig. Vrouwen zijn immers verboden op een piratenschip! Iedereen moet dus een broek aandoen. Als je het feest in de zomer geeft, kan het best een korte broek zijn. In de winter is een lange broek natuurlijk beter. De kleren van piraten zijn dikwijls kapot door de vele gevechten. Piraten hoeven hun kleren ook nooit te wassen. Je wordt dus een echte piraat als je een scheur in je hemd hebt, of vlekken op je bloes. Om iedereen gelijk te kleden, kun je het best gestreepte hemden nemen. Dat zie je vaak op tekeningen van zeerovers. En natuurlijk heb je veel doeken nodig om op de hoofden te knopen. Liefst met vlekken! Piraten houden van felle kleuren: rood, blauw, paars, wit. Groen en bruin vinden ze niet mooi. Om het helemaal echt te maken, kun je nog baarden en snorren tekenen op elkaars gezicht. Dat kan met een zwart oogpotlood van je mama. De stoere vechters hebben ook littekens natuurlijk. Wist je dat zeerovers ook een oorbel in één oor hebben? Vind je dat raar voor zo een stoere kerels? Misschien wel. Maar voor een zeerover is dat een teken van rijkdom. Hoe meer schatten je hebt veroverd, hoe meer goud aan je oor! De ooglappen mag je ook niet vergeten! Maar pas op! Als je voor elk oog een lap doet, zie je natuurlijk niets meer!
122
LEERLINGENDEEL
Een heel bijzondere familie
Activiteit 8.1: Het piratenfeest
Een piratenfeest organiseren (deel 2) Je verkleden in een piraat is natuurlijk nodig voor een echt piratenfeest! Maar wat heb je nodig om een echte piraat te zijn? Sommige piraten hebben een papegaai op hun schouder zitten. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon je kanarie of parkiet in een kooitje meenemen naar het piratenfeest. Je kan ook een piratenvlag dragen! Iedereen gaat dan voor jou uit de weg. Er moet ook een muziek-piraat zijn. Die zingt stoere piratenliedjes. Als je gitaar kunt spelen, klinkt het natuurlijk nog beter! Vergeet ook niet dat zeerovers heel veel drinken. Neem enkele lege flessen uit de keuken! En om het allemaal heel echt te maken, moeten sommige piraten ook een landkaart bij zich hebben. Om de schat te gaan zoeken natuurlijk. Je kunt zelf zo een landkaart tekenen, of je kunt gewoon wat oude landkaarten nemen. Wat is ook weer het belangrijkste voor een piraat? Zijn wapen! Om een dolk of zwaard te knutselen, heb je nodig: karton, schaar, zwarte stift, zwarte en grijze verf (of zilverpapier). Je kunt natuurlijk ook een houten zwaard maken. Maar wees dan wel erg voorzichtig! Maak je wapen vast aan een riem. Die mag je wel gebruiken van je mama of papa. Eigenlijk liepen zeerovers op hun blote voeten. Dat was handig om in de mast van het schip te klimmen. Alleen de kapitein droeg schoenen. Hij droeg lange, stevige laarzen. Maar op het feest zijn blote voeten of laarzen niet zo handig. Trek dus maar gewoon gemakkelijke schoenen aan. Om een zeeroversschip na te bouwen, heb je niet veel nodig: gewoon veel plaats en een stok om de zeeroversvlag op te hangen. En natuurlijk liefst een hangmat voor de piraten die moe zijn!
Activiteit 8.1: Het piratenfeest
Een heel bijzondere familie LEERLINGENDEEL 123
Het piratenlijstje van Roza en Tom cavia doeken met verfvlekken een goudvis gestreepte kleren geweren gitaar gouden verf grijze verf groene en bruine kleren groene verf hangmat houten zwaarden jurken karton kettingen kleren met scheuren erin kleren met verfvlekken erop korte broeken laarzen landkaarten lange broeken lange rokken lege wijnflessen lippenstift mooie kleren ooglappen oorbellen piano piratenvlag plastiek folie plastieken zwaarden pruiken riemen sandalen scharen schoenen met hoge hakken spaghetti sportschoenen vogels in een kooi zeeroversschip zonnebril zwart oogpotlood zwarte stiften 124
LEERLINGENDEEL
Papa Paolo
Een heel bijzondere familie
Mama Sonia
Roza
Tom
winkel
Activiteit 8.1: Het piratenfeest