Een gezonde lunch Een gezonde lunch Ga met folders van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding een gezonde lunch voor jezelf maken. Zoek daarvoor eerst uit wat er precies in een gezonde lunch moet zitten. Voordat je hem tussen de middag gaat gebruiken, ga je in een kringgesprek in de klas met elkaar na of jullie lunch inderdaad een goede lunch is.
Ontbijten! Veel mensen slaan ’s morgens het ontbijt over. Ze zeggen dat ze zo vroeg geen hap door hun keel kunnen krijgen. Anderen vinden het een goede manier om niet dik te worden. Jochem legt vaak aan mensen uit dat het lichaam ’s morgens echt wel wat nodig heeft om optimaal te kunnen werken. Fietsen, lopen en alle andere dingen die je doet, zorgen ervoor dat je lijf energie en vocht verbruikt. Ook groeien kost heel veel energie. Die energie haalt je lichaam uit glucose in je bloed en spieren. Het glucosegehalte in het bloed daalt snel waardoor je duizelig kunt worden of een knagend hongergevoel krijgt. Het advies dat Jochem aan mensen geeft, is om ’s morgens altijd iets te eten. Genoeg om een goede start te maken.
Ontbijt en energie Waarvoor gebruikt je lichaam ’s morgens energie? Waar haal je de energie uit om goed te kunnen werken? Ga eens in de klas na hoeveel leerlingen er niet ontbijten. Lees nog eens de tekst met het kopje ‘Ontbijten!’. Probeer allemaal eens een week lang te ontbijten volgens het advies van Jochem. Vertel na die week aan elkaar over je ervaringen.
Goed eten in Nederland Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog waren veel Nederlanders ondervoed. De laatste winter was er te weinig voedsel om iedereen genoeg eten te geven. Na de oorlog is de regering een actie begonnen om de mensen te helpen om met het weinige dat er was toch gezond te eten. De schijf van vijf werd uitgevonden. Daar hoorde een regel bij. Die luidde: eet elke dag iets uit elk vak. Als je dit deed dan kreeg je elke dag tenminste alle benodigde voedingsstoffen binnen. Toen het in de jaren 60 en 70 met Nederland steeds beter ging, werd de schijf van vijf steeds minder nodig. Toch bleven veel mensen volgens die regel hun maaltijden samenstellen. Langzaamaan veranderde de regel in: neem bij elke maaltijd uit elk vak iets.
De schijf van vijf
Gezond eten Als je in je familie iemand kent die de oorlog bewust heeft meegemaakt, praat dan eens over de jaren vlak erna. Over hoe het was om met weinig middelen toch gezond te blijven. Vertel hierover in de klas wat je kwijt wil. Mensen kregen steeds meer geld te besteden. Daardoor kwam een ander gevaar om de hoek loeren. Veel mensen worden te dik en krijgen hart- en vaatziekten. Waardoor komt dat? Denk je dat het nodig is om iedere maaltijd eiwit en vet binnen te krijgen? Kun je uitleggen waarom de schijf van vijf is veranderd in de maaltijdschijf met vier vakken?
Ziek van welvaart Door de welvaart in Nederland werd de schijf van vijf overbodig. Door bij elke maaltijd uit ieder vak te eten, kregen veel mensen te veel vet en eiwit binnen. Er ontstonden welvaartsziektes als vervetting, hartaanvallen en aderverkalking. Om deze welvaartsziektes te bestrijden, is in de jaren ’80 de maaltijdschijf bedacht. Deze heeft vier vakken. Twee grote en twee kleine. De grote vakken met zetmeelhoudende levensmiddelen en groente/fruit hebben de nummers 1 en 2. De kleine vakken met eiwithoudende voedingsmiddelen en vet/olie hebben de nummers 3 en 4. Hij wordt de maaltijdschijf genoemd omdat je bij elke maaltijd iets uit ieder vak moet kiezen. Uit de vakken 1 en 2 moet je meer eten dan uit de vakken 3 en 4. De voedingswijzer die we tegenwoordig kennen, is eigenlijk de maaltijdschijf met als vijfde groep ‘vocht’. Van vocht moet je 1,5 liter per dag binnenkrijgen. De voedingswijzer
Schijf van vijf Welke twee vakken van de schijf van vijf hebben ze bij elkaar gedaan om de maaltijdschijf te krijgen? Wat vind je van de regel om in elke maaltijd iets uit elk vak te eten? Leg uit waarom de vakken 1 en 2 van de voedingswijzer groter zijn dan de vakken 3 en 4.
Kant-en-klaar Je gaat een kant-en-klare maaltijd onderzoeken. Kant-en-klaar maaltijden
Neem van thuis de verpakking van een kant-en-klaar maaltijd mee of regel op een andere manier zo’n verpakking. Onderzoek de lijst met ingrediënten en zoek uit of de maaltijd voldoet aan de maaltijdschijf. Noteer van alle ingrediënten in welk vak van de maaltijdschijf ze thuis horen. Het kan ook zijn dat er ingrediënten zijn die in geen enkel vak thuishoren. Die schrijf je in een aparte lijst. Welk vak of vakken van de maaltijdschijf ontbreken in de onderzochte maaltijd? Geef mogelijkheden aan om dit gemis goed te maken. Zoek ook uit of er in de maaltijd meer is uit de vakken 1 en 2 dan uit de vakken 3 en 4. Geef de kant-en-klaar maaltijd een cijfer. Bekijk tot slot met de klas welke maaltijd het beste uit de test komt.
En hoe zit het met jou? Het is voor veel mensen niet zo makkelijk om hun eigen gedrag kritisch te bekijken. Toch is het wel eens goed om dat te doen, omdat je er altijd beter van wordt. Ga in tweetallen praten over je eetgedrag. Over wanneer je eet, wat je eet en wat je absoluut niet wil eten. Bekijk je eetgewoontes kritisch om er achter te komen of je wel aan de maaltijdschijf voldoet. Schrijf in korte aantekeningen van elkaar op wat er beter kan. Geef tot slot op papier aan elkaar een advies om het eetgedrag te verbeteren.
Kwartetten In deze opdracht maak je in groepjes van drie leerlingen een kwartetspel van voedingsmiddelen uit elke groep van de voedingswijzer.
Een voorbeeld van een kaart uit een kwartetspel
Je maakt twintig kaartjes in vijf groepen van vier. Van elke groep uit de voedingswijzer maak je een setje van vier verschillende voedingsmiddelen die bij die groep horen. Op elk kaartje staat altijd: • een serienummer (groep 1 t/m groep 5) • de naam van de groep (koolhydraten, groenten en fruit, eiwitten, vetten en vloeistof) • een plaatje of tekening van het levensmiddel • de vier namen van alle kaartjes die bij een serie horen (waarbij een van de vier is omkaderd) Speel dan een spelletje kwartet. Het is heel leerzaam om het spel te spelen met het pak kaarten van een andere groep!
De maaltijdschijf Je kunt werken met de maaltijdschijf. De voedingswijzer
Eén voedingsmiddel waar alles inzit, bestaat niet. Wie goed wil eten, moet verschillende voedingsmiddelen gebruiken en dat ook nog in een goede verhouding. Dat lijkt moeilijk, maar met wat handige tips kom je al een heel eind. In de maaltijdschijf zie je vier groepen voedingsmiddelen. Als je elke dag uit elk vak iets eet, krijg je alle voedingsstoffen binnen. Als je ze ook nog in de goede hoeveelheid eet, kom je niets tekort. Op werkblad staat een aantal voedingsmiddelen. Schrijf erbij in welk vak van de maaltijdschijf ze thuishoren. Gebruik de volgende indeling: • Vak 1: brood, aardappelen, rijst, macaroni of peulvruchten • Vak 2: groente en fruit; • Vak 3: melk, kaas of ander zuivelproducten, en vlees, vis, eieren, kip of een plantaardige vervanger hiervan zoals tahoe;
• Vak 4: halvarine, margarine of olie. Dagelijks de regels van de maaltijdschijf volgen, zorgt voor een gezonder lichaam.
Een maaltijd volgens de maaltijdschijf Je kunt een maaltijd samenstellen volgens de regels van de maaltijdschijf.
Een maaltijd is gezond als je uit elk vak van de maaltijdschijf iets neemt. Zijn de volgende ontbijten gezond? a Een snee brood met roomboter en een plak kaas. Om te drinken een glas sinaasappelsap. b Een bord melk met cornflakes en suiker, en nog een beschuit met hagelslag. Je gaat met een klasgenoot een maaltijd samenstellen die voldoet aan de eisen van de maaltijdschijf. Zoek zelf een recept. Laat je leraar controleren wat je hebt uitgezocht. Voer het recept uit en beantwoord de volgende vragen. a Hoe was het eindresultaat? Hoe smaakte het? Hoe zag het eruit? Wat zou je een volgende keer anders doen? b Kijk nog eens naar je eigen recept: Wat kwam uit vak 1? Wat kwam uit vak 2? Wat kwam uit vak 3? Wat kwam uit vak 4? c Heb je ook gekeken naar de hoeveelheden die je gegeten hebt? Waar at je veel van en waar at je weinig van? Een gezonde maaltijd is een maaltijd met producten uit elk vak van de maaltijdschijf.