De Provincie Baranya De Provincie Baranya ligt in het zuidwesten van Hongarije, in de streek Zuid-Transdanubië, ten noorden van Kroatië. De provinciehoofdstad van Baranya is Pécs, met 200.000 inwoners. De tweede stad van de provincie is Komló. De provinciehoofdstad, Pécs, werd reeds bewoond in de Romeinse tijd, toen deze stad Sopianae genoemd werd. Deze periode van vroeg Christendom kunt u nog altijd terugvinden in de oude Christelijke begraafplaats die voor de huidige kathedraal, dichtbij Mons Sacrum (de heuvel van de Heilige) ligt. De begraafplaats maakt deel uit van de wereld erfgoedlijst van UNESCO. Bijna precies duizend jaar na de Romeinse invasie, stichtte Koning Stephen I de kathedraal van Pécs. De Gotische kerk met vier torens is nog altijd één van de aantrekkelijkste gebouwen van Pécs. Er waren in de oudheid vele grenskastelen in de provincie Baranya. Tegenwoordig is het kasteel van Siklós nog het meest intact van al deze kastelen. Het majestueuze, eenzame middeleeuwse kasteel op de heuveltop is werkelijk indrukwekkend mede door haar onregelmatige rechthoekige vorm.
De provincie Baranya kreeg haar huidige vorm als gevolg van het Verdrag van Trianon dat in 1920 bepaalde dat het zuidelijke deel (1163 km²) aan Joegoslavië diende te worden afgestaan. De Provincie Baranya heeft een oppervlakte van 4430 km2 en een bevolking van ca. 403.000. De streek wordt goed ontsloten door diverse autowegen; een autosnelweg (M6).
Baranya is tegenwoordig volgens velen de meest kleurrijke provincie van Hongarije. In deze provincie wonen grote groepen minderheden, zoals Hongaarse Duitsers (Schwaben), Kroaten (o.a. zgn. Sokacen) en Serviërs (zgn. Bunjevacen). Een geliefd recreatiegebied is de driehoek Orfű (met vier meren), Abaliget (met o.a. een druipsteengrot en 2 meertjes) en Magyarhertelend (kuurbad). Kern van de Provincie Baranya is de 50 km lange, 10 à 20 km brede bergrug Mecsek (hoogste top is de Zengő met 682 m). De bergrug behoort tot de mooiste en klimatologisch aangenaamste streken van Hongarije, met een sub mediterraan klimaat. Door het prettige klimaat kunnen zeldzame gewassen in deze omgeving groeien. In de beboste heuvels kunt u zoete kastanje en amandelbomen vinden. Rond het Mecsek gebergte liggen lage heuvels, die verder naar het zuiden overgaan in het Villány gebergte. Hier bevindt zich de Wijnstraat van Villány-Siklós, een van de bekendste van Hongarije, en vermaard om zijn witte Chardonnay en rode portwijnen. Aan de voet van het Mecsek ligt het folkloristisch interessante gebied genaamd Ormánság.
De meren van Orfü In de heuvelachtige omgeving van Orfű bevinden zich drie kleine meertjes en een groot stuwmeer. U kunt hier zwemmen, zeilen, waterfietsen, kanoën, windsurfen, spelevaren en vissen. Het vakantiegebied heeft zeer veel bossen en het ligt in een mooie groene omgeving waar u prachtig kunt fietsen, wandelen, golfen, paardrijden, ed. In de omgeving zijn thermaalbaden. Zij behoort tot de mooiste en in klimatologisch opzicht aangenaamste streken van Hongarije. Een gebied rijk aan flora en fauna (veel loofbomen, herten en vossen). U kunt er heerlijk wandelen op de vele uitgezette wandelroutes.
De vier meren zijn samen 113 hectare groot. Op het kleine en grote meer kunt u vissen (visvergunning te verkrijgen in het dorp. Aan het kleine meer ligt ’n kleine camping en ’n leuk restaurant. Aan het grote meer liggen diverse eetgelegenheden en er zijn sportfaciliteiten zoals minigolf, tennisbaan, zwembad, tafeltennis, verhuur van bootjes ed. ( In het laagseizoen beperkte openingstijden) Het zwembad van Orfű is met 5000 m² het grootste strandbad van Hongarije en heeft plaats voor 5000 personen. Het strandbad met waterglijbaan en luchtkussens is een afgebakend en bewaakt zwembad in het meer van Orfü.
In Orfű kan men ook fietsen of scooters huren.
De grot van Abaliget Abaliget ligt naast Orfű midden in de Mecsekgebergte op 20 km afstand van het centrum van Pécs in de provincie Baranya. Het dorp heeft ongeveer 650 inwoners, waarvan er 500 kiesgerechtigd zijn. In Abaliget zijn de eerste levensbehoeften verkrijgbaar. In het dorp bevinden zich een bakker, een buurtwinkel, een postkantoor en natuurlijk het onvolprezen Hongaarse dorpscafé. In de omgeving van Abaliget vindt u uitgestrekte natuur met bossen, beekjes en watervalletjes. Het mooiste uitzicht op het dorp is aan de kant van de heuvel Bodó (Op een hoogte van 219 m). Abaliget staat bekend om zijn druipsteengrot. In 1768 zocht de molenaar József Mattenheim naar de oorsprong van de beek die zijn molen normaal gesproken in werking hield. Doordat de beek was opgedroogd zocht hij naar de reden daarvan. Nadat hij de eerste grot van 38 m doorwas gelopen, die in gebruik was als wijnkelder, ontdekte hij de ingang van de grote grot. Deze eerste grot wordt tegenwoordig ' Paplika ' (hol van de priester) genoemd. De wandelroute die u tegenwoordig nog kunt lopen is vijfhonderd meter lang en brengt u langs een onderaardse rivier en langs mooie rotsvormen en druipsteenformaties. Op de wanden zijn de meest grillige figuren ontstaan door het omlaag druppelende water. Diep in de grot stroomt een beek. De grotten van Abaliget behoren tot de mooiste van Europa en een bezoek eraan schijnt bronchitis te verlichten. De fauna van het hol is zeer rijk. Er leven onder andere soorten rivierkreeften, de dichtste verwanten hiervan leven in holen in Frankrijk, Spanje. In Abaliget is ook een vleermuis museum.
Thermale bad Magyarhertelend Het thermale bad Magyarhertelend is 20 km ten noorden van Pécs gelegen aan de noordelijke hellingen van het Mecsek gebergte. De gemeente is al sinds de Romeinse tijd bewoond, alle ZuidHongarije doorkruisende volkeren hebben hier hun sporen achter gelaten. Vóór ongeveer 300 jaar werd het dorp ook het woongebied van Schwaben uit Duitsland, die hier sinds die tijd samen met de Hongaarse bevolking leven. Het kalme dorp is aantrekkelijk door zijn wijngaarden, waar een goede druif gecultiveerd wordt. In de nabijheid is het meer van Orfü gelegen en in het naburige Abaliget bevindt zich de grootste druipsteengrot in Transdanubië. In het aangename, schaduwrijke thermaal park van 3 hectare groot zijn talrijke zeldzame planten te vinden, er staan 4 bassins ter beschikking. De eerste thermale bron werd 1958 ontsloten, toen naar uranium erts werd gezocht. Omdat het thermale water sterk gezondheids bevorderend bleek te zijn werd 1962 een verdere bron geboord. Het thermale water kan met succes worden gebruikt bij reumatische klachten, storingen van de bloedsomloop en ziekten van het zenuwstelsel. Het bevat waterstofcarbonaten, natrium, kalium, ijzer, magnesium, sulfaat, calcium, chloride, jodium, koolzuur en paraffine. Het fluoride houdende water geeft een opmerkelijke preventieve bescherming tegen ziekte.
Het Mecsekgebergte Het Mecsekgebergte is een bergrug van 50km lang en 10 tot 20 km breed. Het hoogste punt van het gebergte (683 meter) ligt bij Zengõ. De vier- à vijfhonderd meter hoge bergen bieden schone lucht en talloze fraaie, beschermde vogels. De bezienswaardigheden in deze bergen zijn de mooie rotsvormen van de Jakab-berg (592 meter), de watervallen in het dal van Melegmány, het in juni bloeiende 28 hectare grote kastanje bos bij Zengõvárkony, het arboretum in Kisújbánya en Püspökszentlászló en een wandelroute naar het dal van Óbánya. Het Mecsekgebergte behoort tot de mooiste en in klimatologisch opzicht aangenaamste streken van Hongarije. Het Mecsek-gebergte is een natuurgebied ideaal voor wandeltochten en een gewilde plek voor liefhebbers van het dorpstoerisme. Tijdens uw wandelingen kunt u veel wilde zwijnen en enorme herten tegenkomen. Rond het Mecsek gebergte liggen lage heuvels, die verder naar het zuiden overgaan in het Villánygebergte.
Wijngebieden in de omgeving Voor onze jaartelling werd al wijn gemaakt in het Donaubekken. De Romeinen die dit gebied Pannonia noemden, vonden er alle voorwaarden om goede wijnen te maken om hun bacchanalen mee te bevloeien. Na de Tweede Wereldoorlog en de communistische periode die er op volgde is de wijnindustrie er voornamelijk op gericht geweest om goedkope wijnen te leveren. Nu maakt Hongarije weer furore met zowel haar oude traditionele als met haar nieuwe wijnen. De passie voor wijn en de vakkennis van Hongaren zijn niet verdwenen. Hongarije produceert een zeer grote verscheidenheid aan wijnen. Dit is te danken aan de vele verschillende druivenrassen, met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 130.000 hectare, en aan de al even talrijke grondsoorten. Ongeveer 65-75 procent van de wijnen is wit, de rest is naast een beetje rosé rood. De belangrijkste witte druivenrassen zijn de olasz (= welschriesling), furmint, hárslevelü en kéknyelü. De meest aangeplante blauwe druif is de kadarka (dat is dezelfde druif die in Bulgarije 'gamza' wordt genoemd), gevolgd door de kékfrankos (= blaufränkisch). Vooral de afgelopen jaren zijn er onder invloed van buitenlandse wijnbedrijven die in Hongarije investeren veel populaire Franse druivenrassen, zoals merlot, cabernet-sauvignon en dergelijke aangeplant. De wijnwetgeving is grotendeels aan die van de EU aangepast. Kwalitatief staan de wijnen op een hoog tot zeer hoog niveau. Hongaarse wijn etiketten taal Bor
Wijn
Száraz bor
Droge wijn
Félszáraz bor
Half-droge wijn
Félédes bor
Half-zoete wijn
Edes bor
Zoete wijn
Asztali bor
Tafelwijn
Tájbor
Landwijn
Minöségi bor Különleges
Kwaliteitswijn
Védett erdetü bor
Wijn met gecontroleerde herkomst
Eredetvédelem bor Wijn met gecontroleerde herkomstbenaming Op 22 plaatsen wordt in Hongarije wijnbouw bedreven. Na Duitsland, Frankrijk, Portugal en Spanje is Hongarije het vijfde wijnland van Europa. Hongarije telt ruim twintig individuele herkomstgebieden die wettelijk als zodanig erkend zijn en waarvan ongeveer de helft van meer dan lokale betekenis is. In de namen van wijnen komt achter de plaatsnaam de uitgang -i. Wijn uit bijvoorbeeld Villány wordt dus Villányi.
1. Csongrád: 'De vurige Csongrádi Kadarka' Grootte: 2330 hectare. Klimaat: droog, veel zon. Dit wijngebied ligt in één van de warmste en de zonnigste streken van Hongarije. De rode en de Siller wijn zijn het beroemdst . De witte wijnen hebben een laag zuurgehalte en ze zijn geurig en smaakvol. De rode wijnen hebben een uitstekende smaak. Druiven die hier voorkomen zijn: Kadarka, Kékfrankos, Zweigelt en Olaszrizling. 2. Hajós-Baja: 'De vurige wijnen uit kelders' Grootte: 1710 hectares, Klimaat: Droog, veel zon. Dorpen: In dit wijngebied overheerst een typische barokke volksarchitectuur. Er zijn vroeger grote kelders gebouwd. De witte wijnen zijn smaakvol en geurig en de rode wijnen hebben net zo'n goede kwaliteit als de wijnen uit de beste wijngebieden. Druiven die hier voorkomen zijn: Kékfrankos, Cabernet frank, Cabernet sauvignon en Kadarka. 3. Kunság: 'De schat van het gouden zand' Grootte: 28930 hectares. Klimaat: Hete, zonnige zomers en droge winters. Dit is een van de grootste wijngebieden van Hongarije. Ondanks de filoxera besmetting is de waarde van dit gebied intact gebleven, hij is zelfs toegenomen. De wijn die op de zanderige ondergrond groeit is een wijn voor door-de-weeks. Het is niet voor hoogtijdagen nog voor grote feesten, maar een prima wijn voor tussendoor. De zuren van de wijnen die hier groeien zijn milder dan van de wijnen uit rotsbodem en dat komt aardig uit voor de gemiddelde Nederlandse smaak. 4. Ászár-Neszmély: 'De parel van de blauwe Donau' Dit gebied strekt zich uit over de heuvels die tussen de Donau en het Dunántúli-gebergte liggen. In de tweede helft van de 19e eeuw werden hier de beroemde wijngaarden en de wijnkelder van de Esterházy Csákvári Uradalom ( het hof van de baron Esterházy ) opgericht De wijnen hebben een relatief hoog zuurgehalte en ze zijn rijk van geur en smaak, Zeer fris, intens fruitig en bijzonder aangenaam. Lekker met gans, eend of vis. Drinktemperatuur: 10-12°C.Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Tramini, Chardonnay en Irsai Olivér. 5. Badacsony: 'De vurige wijnen van de slapende vulkaan Badacsony is een wijnbouwgebied aan de noordzijde van het Balatonmeer. Hier komen enkele van de mooiste Hongaarse wijnen vandaan. Ze zijn overwegend wit en hebben meestal een rijk en vol karakter. Uit het Balaton gebied komen witte kéknyelü (Blauwstengel) en Szürkebarát (Grijze Monnik)-wijnen, de wijncentra zijn: Badácsony, Balatonfüred en Csopak. Het klimaat wordt milder gemaakt door het meer, en de bodems van de wijngaarden zijn van vulkanische oorsprong. De zuidelijke berghellingen van Badacsony strekken zich uit tot aan het Balatonmeer. De wijnen uit Badacsony zijn vurig, zwaar, smaakvol en zuur. In de goede wijnjaren hebben deze wijnen een natuurlijk hoog suikergehalte. Men heeft vele druivenvariëteiten aangeplant zoals de welschriesling, de grauer mönch of szürkebarát (pinot gris), de gewürztraminer, riesling, sauvignon blanc, muscat ottonel, Olaszrizling, Szürkebarát en Kéknyelü. 6. Balatonfüred-Csopak: 'De vurige wijnen van de rode grond Ér is al sinds de Romeinse periode een bloeiende wijncultuur aan de noordelijke oever van het Balatonmeer te vinden. Het gebied beschikt over buitengewoon goede ecologische eigenschappen. De bekendste druivensoort is de Olaszrizling. Het schiereiland Tihany is beroemd geworden om zijn rode wijnen. Deze wijnen zijn geurig, hebben een goed zuurgehalte
en zijn zwaar. De smaak van de witte wijnen lijkt op de smaak van amandel en reseda. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Riszlingzilváni, Tramini, Chardonnay, Cabernet sauvignon en merlot. 7. Balatonmellék: 'De wijnen uit het vurige Keteldal' Dankzij de buitengewoon goede ecologische eigenschappen van het KáliKeteldal, dat ooit door de Pannonzee bedekt was, en de vulkanische bergen worden hier lekkere wijnen gemaakt. De wijnen hebben een hoog zuurgehalte en een aangenaam bouquet. Ze zijn meestal zwaar maar elegant. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Riszlingzilváni, Chardonnay, en Zöldveltelini. 8. Etyek-Boeda: 'Wijn en Champagne' Centrum van de wijnhandel is Budafok, een zuidelijk voorstadje van Budapest waar onder de grond in voormalige steengroeven meer dan 100 km aan wijnkelders ligt. De industriële wijnproduktie is hier eind vorige eeuw tot ontwikkeling gekomen. Uit deze streek komen de Hongaarse champagnes, w.o. de bruisende Törley. Aan het einde van de 19e eeuw liet de bekende familie Törley hier druiven planten, zodat er Champagne kon worden gemaakt. De geringe regenval, de zonnige plateaus en de bodem van klei zijn gunstig voor de wijnteelt. Door de hoge zuren combineren de wijnen van Etyek het best met vettige gerechten van bijvoorbeeld varkensvlees. Drinktemperatuur: 8-12°C. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Chardonnay, Sauvignon blanc en Királyeányka. 9. Mór: 'De geheimen van de kapucijner kelders' In het Vertes bergland wordt debröi hárslevelü geproduceerd (Met de stad Mór als centrum). Uit het Vertes-gebergte komt de dieprode kékfrankos-wijn (Sopron is het centrum). Dit wordt gemaakt van de kékfrankos druif. Een andere benaming is Zweigelt (Oostenrijk)of Lemberger (Duitsland). Ezerjó is de populairste wijnsoort aan de zuidwestelijke berghellingen van het Vértes-gebergte. De wijnen die in dit gebied gemaakt worden zijn vurig en rijk aan zuur, geur en smaak. De beroemde wijngaarden waar men o.a. de lokale ezerjó, chardonnay, riesling en sauvignon blanc heeft aangeplant. Het gebied brengt wijnen voort van wisselende kwaliteit. De wijnen komen het best tot hun recht aan tafel, bij stevige kost, het liefst met varkensvlees, gans of konijn. Drinktemperatuur: 14-16°C. Druiven die hier voorkomen zijn: Ezerjó, Leányka en Tramini. 10. Pannonhalma-Sokoróalja: 'De wijnen van de Benedictijnse abdij' Sinds het stichten van de Hongaarse staat wordt er op de St. Martinberg wijn gemaakt. De uitstekende witte wijnen zijn rijk aan geur en smaak. Ze zijn zwaar en hebben een apart karakter. Deze wijnen combineren goed met gebraden varkensvlees, kalfsvlees of gevogelte. Drinktemperatuur: 10-12°C. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Rajnai, Rizling en Tramini. 11. Somló: 'De vurige Somlai wijnen voor tijdens de huwelijksnacht 'Het Somló-wijngebied is het kleinste wijngebied in Hongarije. Het blikt wel terug op een lange geschiedenis. Wijnen die hier vandaan komen zijn vurig, hebben een hard karakter en een hoog zuur en alcoholgehalte. Dank zij de lange gistingsperiode krijgen ze een lekkere geur en een
goede smaak. Druiven die hier voorkomen zijn: Hárslevelü, Furmint, Olaszrizling en Juhfark. 12. Sopron: 'De wijnen van de Poncichter trouw' Dit is één van de oudste wijngebieden van Hongarije. Van dit alpengebied zijn vooral de rode wijnen populair en beroemd geworden. De rode wijnen zijn een beetje zuur en zwaar, terwijl de witte fris zijn. Prima wijnen voor geroosterd (wild) vlees, stoofschotels (pörkölt) en ovenschotels. Drinktemperatuur: 14-16°C. Druiven die hier voorkomen zijn: Kékfrankos, Zweigelt, Cabernet frank, Zöldveltelini en Sauvignon blanc. 13. Zuid-Balaton: 'De wijnen van hoop & geloof Na de filoxera besmetting werd ten zuiden van het Balatonmeer een bloeiende wijncultuur opgericht. Er is een brede keuze aan kwaliteitswijnen die volledig aan de moderne eisen voldoen. Ze zijn lekker, elegant en rijk aan geur en smaak. . Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Chardonnay, Királyleányka, Rajnai, Rizling, Muscat ottonel, Kékfrankos en Cabernet sauvignon. 14. Mecsekalja: 'Het land van de kruidige wijnen' Op de heuvels van dit gebied worden goede witte en blauwe druivensoorten verbouwd. Er heerst een mediterraan klimaat. Vroeger werd hier uitstekende Kadarka gemaakt. Tegenwoordig komen er echter meer vurige, kruidige witte wijnen vandaan. Ze zijn over het algemeen een beetje zacht en rijk aan geur en smaak. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Chardonnay en Cirfandli. Uit de omgeving van Kalocsa komt "kardarka" een lichtrode wijn. Het Mecsek bergebied in het zuiden levert de dessertwijnen "rizling" en "furmint"; "villányi burgundi" is een rode wijn, ook van zuidelijke herkomst. Droge wijn wordt met "sarasz", halfdroge met "félsarasz" en zoete met "feher" aangegeven. 15. Szekszárd: 'De wijnen van Schubert en Liszt' In dit mediterrane gebied worden buitengewone lekkere rode wijnen gemaakt. De wijnen hebben een mooie kleur zijn vurig en fluweelachtig. De Szekszárder Stierenbloed is de beste kwaliteitswijn uit dit gebied. Vroeger werd hier vooral Kadarka geproduceerd maar tegenwoordig zijn de Kékfrankos, de Cabernet franc, de Cabernet sauvignon en de Merlot sterk in opkomst. 16. Villány-Siklós: 'De mediterrane , vurige wijnen van de duivel' In de wijnregio van Villány-Siklós, in het zuiden van Hongarije, ligt de één van de meest bezochte Hongaarse wijnroutes. De wijnroute, die loopt van Palkonya tot Máriagyúd, is de oudste wijnroute van Hongarije. Langs de route zijn tal van oude wijnkelders geopend voor publiek, kunnen diverse traditionele werktuigen en hulpmiddelen worden bekeken en bestaat de mogelijkheid om de vele verschillende wijnsoorten te proeven. Ieder jaar worden er meer wijnkelders opengesteld voor het publiek. Daarnaast worden er ook verschillende evenementen georganiseerd om het de bezoekers optimaal naar de zin te maken. De wijnstreek van Villány-Siklós is het enige gebied in heel Hongarije waar meer rode wijn dan witte wijn wordt geproduceerd. Het aangename klimaat met een voelbare warme luchtstroom afkomstig van de Middellandse Zee is bijna submediterraan te noemen. Het gebied rond Villány leent zich dan ook met name voor het telen van rode druivensoorten, terwijl het gebied rond Siklós gekenmerkt wordt door de productie van witte wijnen. Het mediterrane klimaat zorgt voor buitengewoon goede omstandigheden om lekkere
Bordeaux-rode, zware wijnen te kunnen maken. De wijnen worden in houten vaten gegist waardoor ze rijk zijn aan smaak en geur. De Villány Burgundy is niet van de pinot noir maar van blaufränkisch-druiven gemaakt. Ook maakt men wijnen van de cabernet franc en cabernet sauvignon. In de buurt van Siklós worden witte wijnen gemaakt van goede kwaliteit. Ze hebben een natuurlijk hoog suikergehalte. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Kékoportó, Cabernet sauvignon, Cabernet franc en Hárslevelü. 17. Bükkalja: 'De gouden schat van de oude kelders' De berghellingen van het Bükk-gebergte en de enorme keldersystemen worden al sinds de middeleeuwen voor de wijnbouw gebruikt. De witte wijnen hebben een uniek karakter en een aangename smaak, geur en zuurgehalte. De rode wijnen zijn buitengewoon lekker. Dit wijnbouw gebied in Hongarije grenst aan het gebied Eger. De meeste wijnen uit dit gebied worden hier ook geconsumeerd en zijn dus sporadisch in Nederland en Belgie te koop. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Leányka, Cserszegi füszeres en Kékfrankos. 18. Eger: 'Het land van het stierenbloed' Dit gebied heeft een rijk middeleeuws verleden. De wijnen hebben een mooie kleur en prima zuurgehalte. De wijnen worden jarenlang in houten vaten in de kelders gegist waardoor ze een beetje zurig worden en rijk van smaak De witte wijnen hebben een harmonische smaak en een lekkere geur. Hoe de rode wijn uit de omgeving van Eger, een wijnbouwgebied in NoordHongarije, aan zijn naam "egri bikavér" (stierenbloed) komt kunt u lezen bij de stadsbeschrijving van Eger. Het is geen wijn die door haar alcoholpercentage krachtiger smaakt, het is integendeel een milde wijn met een vanilleachtige smaak. De beste egri bikavér zijn vol, krachtig en vurig van karakter. Veel exportversies vallen de laatste jaren tegen. Ze zijn vrij dun, licht, zurig en soms wat scherp van karakter. Eens waren ze mooi vol en rijk. De kadarka vormde de basis van stierenbloed, maar men heeft deze druif steeds meer vervangen door de kékfrankos (blaufränkisch) die een minder volle en krachtige, maar lichtere en zuriger wijn levert in Eger. Deze wijn is in Nederland en België veelvuldig verkrijgbaar. Open de wijn bij voorkeur een uur voor het drinken. Drink de betere Egri Bikavér bij (wild) vleesgerechten, gevogelte in licht pikante saus, (wild) stoofschotels of ovengerechten. Drinktemperatuur: 16-18°C afhankelijk van de kwaliteit, hoe beter hoe hoger de temperatuur. De witte wijnen van Eger zijn soms interessant, met name als ze gemaakt zijn van de leányka, chardonnay en welschriesling. Men maakt er tegenwoordig ook wijnen van de cabernet sauvignon en merlot. Een mooie bekende witte wijn uit deze streek is "egri léanyka" (Meisje uit Eger). De helft van alle geëxporteerde wijn uit Hongarije komt uit de buurt van Eger, al naar de wens van het exportland wordt de wijn aangepast of versneden. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Leányka, Kékfrankos, Kékoportó en Cabernet sauvignon. 19. Mátraalja: 'Wijnen afkomstig van een eiland in de Pannonzee' Op de zuidelijke berghelling van het Mátra-gebergte wordt al sinds de vroege middeleeuwen
wijn bouw bedreven. Het wijngebied beschikt over buitengewoon goede eigenschappen. Het brengt dan ook Kruidige, harmonische en zware witte wijnen voort. Prima wijnen voor bij gevogelte en zelfs bij lamsvlees. Drinktemperatuur: 8-12°C. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Hárslevelü, Chardonnay en Muscat ottonal. 20. Tokaj-Hegyalja: 'Wijn der koningen, koning der wijnen' In heel Hongarije wordt wijn gemaakt, maar slechts één soort is echt wereldberoemd: de Tokajer, genoemd naar het dorpje Tokaj aan de voet van de gelijknamige berg. De Tokajer rijpt in een 28 gemeenten omvattende streek, gelegen in het Noordoostelijke Hongaarse grensgebied Tokaj-Hegyalja. De wijnoogst begint traditioneel op 28 oktober en loopt door tot in december. In Tokaj-Hegyalja vindt men in alle gemeenten wijnkelders die in bergen zijn ingegraven. Een bijna zwarte aanslag van schimmel op de muren zorgt voor een apart microklimaat dat bijdraagt tot de ontwikkeling van de Tokajer. Het rijpingsproces verloopt uiterst langzaam. Voor de volledige rijping heeft de Tokajerwijn 6 à 8 jaar nodig. Tokaj-Hegyaljais al vanaf de 16e eeuw beroemd vanwege de Aszú-wijnen. Koningen, pausen en edelen schonken deze wijn graag en veelvuldig. De Furmint en de Hárslevelü wijnen zijn vurig, zwaar en rijk aan smaak en geur. De Tokaj-wijnen zijn wereld beroemd om de buitengewoon lekkere smaak. Druiven die hier voorkomen zijn: Furmint, Hárslevelü, Muscat lunel en Oremus. 'Wijn der koningen, koning der wijnen.' Zo refereerde de Franse koning Lodewijk de XIVe aan Tokaj. Deze wijn werd de meest geliefde drank aan de verschillende Europese hoven. Tokajer "furmint" is een droge wijn, "szamorodni" is halfzoet en sherry achtig (is goed gekoeld ook als aperiteif te drinken). "Aczi" of "aszu" is een stroperige, zoete wijn: een dessertwijn gemaakt van overrijpe druiven, die men heeft laten verdrogen waardoor een geconcentreerd sap wordt verkregen. Naar gelang de zoetheid wordt de wijn gewaardeerd met 1 t/m5 punten. De Tokaj wordt op een speciale wijze bereid. Het ontstaan van de Tokajer gaat terug tot in de 17de eeuw, toen een grootgrondbezitster de wijnoogst verschoof naar een later tijdstip. Daardoor begonnen de druiven uit te drogen en te verschrompelen, het verschijnsel botrytis cinerea (edele rotting). Het suikergehalte van de druiven nam toe en hun zuurgehalte nam af. De uit deze verschrompelde druiven geperste wijn vond zijn weg naar verschillende vorstenhuizen waaronder die van Louis XIV. In een omgeving waar warmte en nevel aanwezig zijn kan de schimmel Botrytis cinerea zich ontwikkelen. Nabij rivieren en meren, maar ook na regen, zal zich sneller nevel vormen. De waterdruppels in de lucht slaan neer op de koude druiven en dit zorgt ervoor dat de rijpe druiven vochtig worden. Zodra de zon door de nevel heen begint te prikken en de temperatuur begint te stijgen wordt het ideale milieu gecreëerd voor de schimmel Botrytis cinerea. Deze schimmel kan veel schade aan de wijnstok aanrichten, maar met druiven welke deze schimmel op de schil hebben kunnen merkwaardigerwijs ook de mooiste wijnen worden gemaakt. Door de schimmel zal het velletje van de druif poreus worden en vocht uit de druif verdampen. Hierdoor verschrompelt de druif en neemt het aandeel suiker en extract (droge stof) in het sap toe. Deze druiven worden Edelfaul genoemd. Wijn die van deze druiven wordt gemaakt noemt men edelzoet. Bekende edelzoete wijnen komen uit de Pfalz, Mosel, Rheingau of Sauternes (Bordeaux); ze worden in Hongarije Tokaj genoemd en komen ook voor in Oostenrijk, Californië en Australië. 21. Zala: 'Het gebied van de gastvrije kelders' Op de zuidelijke berghelling van het heuvelland van Zala wordt al eeuwenlang wijn verbouwd. Er zijn veel verschillende wijnen die overeenkomsten hebben op het gebied van een hoog
zuurgehalte en lekkere geuren. Zij bieden een bijzondere belevenis voor w(f)ijnproevers. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Rizlingszilváni en Cserszegi füszeres. 22. Tolna: 'Vreugde voor de wijnproevers' Er worden hier -door reductie- lekkere kwaliteitswijnen gemaakt. Ze hebben een fruitig en frisse smaak, en zijn licht van karakter. Druiven die hier voorkomen zijn: Olaszrizling, Chardonnay, Tramini, Zöldveltelini, Olaszrizling en Sauvignon blanc.
De stad Pecs Pécs is een stad in Hongarije en de hoofdstad van de provincie Baranya, in het zuiden van Transdanubië, aan de voet van het Mecsekgebergte is de grootste stad in zuid-Transdanubia met 200.000 inwoners. De stad Pécs was in 2010 cultureel hoofdstad van Europa. Pécs was al in de Romeinse tijd van belang als verkeersknooppunt, was als Sopianis of Sopianiae hoofdstad van de Romeinse provincie Valeria. Ze was van de 9de eeuw tot de late middeleeuwen de grootste Hongaarse stad, bisschopszetel (sinds 1009) en een belangrijk cultureel centrum. Ze stond wel bekend als Quinque Ecclesiae, naar de vijf grote kerken die de stad haar aanzien gaven. Nog steeds is de Duitse naam van de stad Fünfkirchen. Ze behoorde van 1541 tot 1687 tot het Osmaanse rijk en werd in 1780 tot koninklijke vrijstad verheven. Pécs is de vijfde stad van Hongarije. Het is een universiteitsstad met een Domkerk waar verschillende pausen in het verleden een bezoek brachten. Bij de Dom worden opgravingen gedaan uit de Romeinse tijd. Deze opgravingen zijn te bezichtigen. De stad heeft een prachtig oud centrum, dat elk jaar leuker wordt, want veel gebouwen en pleinen worden opgeknapt. Midden in het centrum staat de kerk van St Augustinus, voorheen een moskee. Dat is aan de bouw ook wel te zien. In het centrum zijn veel nostalgische winkeltjes. Het is een genoegen daar op je gemak rond te kuieren. Pécs is ‘n levendige universiteitsstad met prachtige monumenten, gezellige markten en zeer veel historische panden. Terrasjes zijn volop te vinden in het centrum. Pécs is het belangrijkste historische en culturele centrum van Dunántúl. De Janus Pannonius Universiteit, oorspronkelijk gesticht in 1367, werd heropgericht in 1922; de universiteitsbibliotheek dateert uit 1774. Verder zijn er de Medische Universiteit van Pécs (1951), alsmede diverse hogescholen en wetenschappelijke onderzoeksinstituten. Er is een porseleinmuseum en ook het geboortehuis van de beeldend kunstenaar Victor Vasarely is ingericht als museum (1976); verdere musea zijn het Janus Pannoniusmuseum (1904; natuurwetenschappen, archeologie, moderne Hongaarse kunst) en twee kunstgalerieën, w.o. het Uitz Museum (1978; werk van Béla Uitz). Pécs is zetel van een roomskatholiek bisschop.
Aan de rand van de stad zijn de moderne warenhuizen zoals de Tesco (reuzensuper). Ook is er de Plaza, een overdekt winkelcentrum met restaurantjes en een bioscoop.
Interessant is ook de vlooienmarkt op zondag. Dat is een rommelmarkt waar je werkelijk alles kunt kopen, nieuw en gebruikt, alle soorten goederen, maar ook auto's en dieren. Je kunt er makkelijk een dag doorbrengen. De stad ligt in de warmste regio van het land en kent een mediterraan klimaat. De stad heeft de status van stedelijk district (145 km2) en is het centrum van een uitgestrekt mijnbouwgebied, waar o.m. steenkolen en uraniumerts gewonnen worden; de industrie omvat aardolieraffinage, machinebouw, chemische en elektrotechnische industrie, verwerking van tabak en vervaardiging van porselein, lederwaren, meubelen, voedingsmiddelen en een bierbrouwerij. Romaanse dom St.-Petrus De stad is rijk aan historische bouwwerken, waaronder de van oorsprong Romaanse dom St.-Petrus (11de–12de eeuw), een drieschepige basiliek met vier torens en een middeleeuwse crypte. Deze dom is 70 m lang en 22 m hoog met vier hoektorens. De oudste gedeelten van de dom zijn het koor uit de 11de eeuw en de benedenkerk; de kerk werd diverse malen ingrijpend verbouwd en gerenoveerd. Turkse monumenten Uit de Turkse tijd stammen enkele voormalige moskeeën, waarvan de Pasja Kasim Gasi-moskee wel de fraaiste is. Op de moskee van Pasja Hassan Jakovali in de Rákóczi út 2 verrijst een slanke, twaalfhoekige minaret, symbool van het best bewaard gebleven Turkse bouwwerk uit de 16de eeuw. De türbe van de Idris Baba, een achthoekige grafkapel op Nyár utca 8, staat in de tuin van het huidige kinderziekenhuis. Domplein Uit de Romeinse tijd stammen diverse graven en grafkamers, w.o. een met fresco's gedecoreerde kamer uit de 4de eeuw (gerestaureerd in 1930), die in 1783 bij het domplein werd gevonden. Aan de westzijde van het plein staat het bisschoppelijk paleis; de oudste gedeelten hiervan dateren van de 12de eeuw. Aan de oostzijde zijn oudchristelijke grafkamers uit de 4de eeuw blootgelegd. De muren zijn met schilderingen versierd zoals u ze verder alleen maar in de beroemde Romeinse catacomben aantreft. Aan de zuidzijde - dat wil zeggen aan het Szent István tér - staat de Barbakán, de stadsmuur uit de 15de eeuw. Lenau-huis Cultureel centrum van de Hongaarse Duitsers. Munkácsy utca 8, wisselende openingstijden, tel. 72324141 Széchenyi tér Twaalf straten komen uit op het plein, dat beheerst wordt door de moskee van pasja Kassim Gasi uit de 16de eeuw. Op het grootste gebouw in Hongarije uit de periode van de Turkse bezetting tegenwoordig de katholieke kerk van de binnenstad - staat een 27 m hoge koepel met een doorsnede van 17 m. Het Drievuldigheidsstandbeeld werd omstreeks 1710 opgericht als dank voor het einde van de pestepidemie; het ruiterstandbeeld van János Hunyadi herinnert aan de zegevierende legeraanvoerder in de slag tegen de Turken in het jaar 1456 bij Nándorfehérvár (Belgrado). Tettye-plateau Om vanuit het park te kunnen genieten van het schitterende uitzicht op de stad, moet u wel een half uurtje lopen of een eindje de bus nemen (buslijn 34 en 35). Wie van een wandeling houdt, volgt het
wandelpad dat met geel is aangegeven en bereikt de 534 m hoge Misina-top. Het allermooiste uitzicht op Pécs hebt u echter vanaf de televisietoren.
Uitstapjes Bos van Gemenc Het grootste wildreservaat van Hongarije beslaat 50.000 ha en ligt 55 km ten oosten van Pécs. Er leven hier veel zeldzame vogelsoorten, de zilverreiger bijvoorbeeld. Natuurliefhebbers en andere belangstellenden kunnen het reservaat alleen in groepsverband en per smalspoor bezichtigen. Tolna Tourist, Szekszárd, Széchenyi utca 38, tel. 74-312144, fax 315252 Manege Tussen Baranya Szentgeorgy en Pecs, in het Mecsek ligt een manege waar men kan paardrijden. Hier is ook een zwembad en restaurant aanwezig. Harkány Deze stad ligt onder Pécs en is een prima vakantieoord. U kunt ook naar het termaalbad van Gyula, Gyogy Furdo, en eigenlijk naar elk bad. Maar Gyula is zeer geliefd bij de eigen bevolking en mensen uit het Hongaarse toeristenwezen gaan zelf ook graag naar Harkány! Kaartje koste in 2001 500 forint p.p. (Kinderen 330 forint) voor een hele dag. Musea: In heel Hongarije staat Pécs bekend als de stad van de musea. Ze zijn dagelijks, behalve op ma, van 10.00-18.00 uur geopend. Het Zsolnay museum is een museum met keramiek; klein maar mooi. Wijn Op de hellingen van het Mecsekgebergte wordt onder meer wijn verbouwd.