Mariken Een film van André van Duren
Pedagogisch dossier www.lesseninhetdonker.be
FILM EN EDUCATIE ... in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant-en-klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
FEEDBACK! We horen graag je reactie op de film, de bespreking en lesmap. Surf naar www.lesseninhetdonker.be om een evaluatiefiche in te vullen. Ook de leerlingen kunnen hun reactie kwijt op de pagina van de film die ze zagen.
Pedagogisch dossier MARIKEN
2
Inleiding
In dit pedagogisch dossier vind je heel wat informatie over de film „Mariken‟: De technische fiche en synopsis, een bespreking van de personages en de thema‟s uit het verhaal, uitleg over de filmproductie en de verschillen tussen het boek en de film. Naast deze achtergrondinformatie willen we je verwerkingstips meegeven voor een creatieve bespreking van de film in de klas In bijlage is een lesbrief voor leerlingen toegevoegd die je kan kopiëren voor de klas. Ook daarin staan nog enkele leuke opdrachten… We hopen dat zowel de filmvisie als de verwerking voor u en de kinderen een boeiende ervaring zal zijn! We horen graag hoe die is verlopen: op onze website is een evaluatieformulier terug te vinden: neemt u even de tijd om het in te vullen? Bedankt! Op onze site vind je nog meer educatief materiaal rond het medium film… Lessen in het donker vzw www.lesseninhetdonker.be/
[email protected]
Lessen in het donker vzw stelt jaarlijks een filmprogramma samen voor het onderwijs in Vlaanderen. De vertoningen vinden plaats in tal van cultuurcentra en bioscopen in de vijf Vlaamse provincies. Het filmprogramma van elke locatie is terug te vinden in de programmabrochure en op onze website. De werking wordt financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap. De pedagogische dossiers worden opgemaakt door: Lessen in het donker vzw Sint-Jakobsstraat 36 / 8000 Brugge / 050 34 91 93
[email protected] / www.lesseninhetdonker.be Het Vlaams Centrum voor Kinder- en Jeugdfilm/ Jekino Paleizenstraat 112 / 1030 Brussel / 02 242 54 09
[email protected] / www.jekino.be
Pedagogisch dossier MARIKEN
3
Technische fiche MARIKEN Nederland, 2001 90 min. Speelfilm in kleur Verkrijgbaar op 35 mm & video
Regie Scenario Camera Muziek Producent Cast
André van Duren Peter van Gestel, Kim Van Kooten Steve Walker Mark van Platen Hans de Weers- Egmond Film and Television Laurien Van den Broeck, Jan Decleir, Willeke Van Ammelrooy, Johanna ter Steege, Kim Van Kooten, Dora Van der groen, Ramsey Nasr
Mariken is een vondeling. Ze woont samen met de kluizenaar Archibald in het Waanwoud. Mariken haalt haar wijsheid uit het boek „De Mensheid is een Klucht‟. Op een dag verlaat ze haar vertrouwde omgeving om een geit te kopen in de stad. Tijdens haar tocht naar het onbekende beleeft ze allerlei avonturen en leert ze de goede en de slechte kanten van de mens kennen.
Die Duvel: Schoon kint, en vreest grief noch smerte; Ick en sal u hindere, grief noch quaet doen. Uit „Mariken van Nieumeghen‟ en geciteerd in het boek “Mariken” door Peter van Gestel.
Pedagogisch dossier MARIKEN
4
Synopsis
De oude zonderling Archibald wordt door de trotse Magister Aesculaap (raadgever en lijfarts van de Gravin) de stad uitgejaagd. Archibald, die met de mensheid sowieso niet al te veel wil te maken hebben, trekt zich met zijn geit Sofie terug in het Waanwoud. Aan de rand van het bos vindt Archibald een huilende baby. Op haar jasje staan in bloedletters de woorden: 'ZORG VOOR MARIKEN'. Voorzichtig tilt de man het kleine hummeltje op en neemt haar onder zijn hoede.
In het Waanwoud Mariken groeit op bij Archibald, afgezonderd van de bewoonde wereld. Ze wordt omringd met niets dan liefde en wijsheid. Archibalds belangrijkste levensles: was elke dag je voeten, eet elke dag een bord geitenmelksepap en lees elke dag in het boek 'De Mensheid is een Klucht'. In dat boek leest ze (dat heeft Archibald haar geleerd) over de dingen die gebeuren buiten het Waanwoud. Over God en de Duvel en over de stad, waar priesters, burgers en graven schijnen te wonen. Als op een dag de geit Sofie sterft, besluit Mariken naar de stad te gaan om voor Archibald een nieuwe geit te kopen. Ze schrijft de slapende Archibald een briefje, geeft hem stiekem een kusje en vertrekt zonder hem te wekken.
Gevangen & Ontsnapt Na eindeloos lang stappen, arriveert Mariken op een erf. Achter het huis vindt ze een mekkerende, zwarte geit. Wanneer Mariken het dier wil meenemen, wordt ze resoluut tegengehouden door de Zwarte Weeuw, een godvrezende, enge vrouw, van kop tot teen in het zwart gekleed. De vrouw vermoedt overal trawanten van de duivel en sluit het meisje op in de schuur, bij Rattejan en zijn talrijke rattenvriendjes. - "Wie ben jij?" - "Rattejan. Ze zegt dat ik de zoon van de Duvel ben, omdat ik geen navel heb!" Daarom wordt dit ventje door zijn tante aan de ketting gehouden. Hij is best wel blij met zijn nieuwe gezelschap. Mariken en Rattejan vertellen elkaar verhalen; zij vertelt over koningen en aapjes, hij over de „zwarte dood‟. Nog voor ze gebraden wordt, weet Mariken aan de Weeuw te ontsnappen en ze belooft Rattejan snel terug te komen om hem te bevrijden uit de klauwen van zijn akelige tante.
Een Woud van Mensen Mariken ontvlucht het erf, verborgen in de wagen van een koopman, die haar naar de stad voert. Daar kijkt ze zich de ogen uit het hoofd. "Ik sta in een woud van mensen." Het is jaarmarkt en overal wordt ze omringd door stemmen en lawaai van verkopers en klanten. Maar in de drukte wordt ze gelokt door een vreemde figuur: een vuurspuwer in
Pedagogisch dossier MARIKEN
5
duivelstenue. Hij heet Joachim en is eigenlijk een wagenspeler, een rondreizend toneelspeler. Hij is met zijn kompanen naar de stad gekomen om één van hun stukken op te voeren. Joachim ontfermt zich over het meisje en neemt haar mee naar het kamp van de wagenspelers. Door wordt ze hartelijk ontvangen door de groep: Isabella (Joachims vrouw), Griet (Joachims moeder), Dirc en Monne. Ondergedompeld in een ton en met een flinke plens water over haar hoofd, krijgt Mariken haar eerste wasbeurt. Terwijl ze haar pakje van hazenbont uittrekt en zich in veel te strakke meisjeskleren wurmt, leert ze dat kussen hetzelfde is als zoenen. En dat slimme vragen vaak dié vragen zijn waar een verstandig mens niet zo snel een antwoord op weet…
"Jij bent Slecht!" De groep neemt Mariken overal mee naartoe. Zo belandt het meisje op het kasteel van de Gravin, een ijskoude, kinderloze vrouw. Ze is altijd ziek, wispelturig, nooit tevreden. De wagenspelers zijn er uitgenodigd om er 'Het Spel van Masscheroen' op te voeren, maar ook hun spel kan haar niet behagen. Wanneer de Gravin de voorstelling plots stil legt, maakt Mariken zich erg kwaad: “Het was mooi. Het was prachtig. Je had niet moeten roepen. Jij bent slécht!”. De gravin, gefascineerd door deze vreemde flapuit, wil Mariken bij zich houden. Ze zal gekleed en opgevoed worden als was ze de Gravins eigen dochter, als een echte jonkvrouw. De wagenspelers worden het kasteel uitgezet, maar Isabella, die zich inmiddels sterk aan Mariken heeft gehecht, is vastberaden haar terug te halen… In dit twistspel tussen 2 volwassenen, kijkt Mariken verbaasd toe. Maar ze is nog niet aan het einde van haar verrassingen... Voor ze naar het Waanwoud kan terugkeren, moeten er nog een heleboel mysteries opgehelderd worden, nog een heleboel vragen een antwoord krijgen...
Pedagogisch dossier MARIKEN
6
De personages
Mariken Ze groeit op in een besloten omgeving, afgezonderd van de rest van de wereld. Haar enige kennis heeft ze gehaald uit het boek „De Mensheid is een Klucht‟ en uit de verhalen die Archibald haar vertelt. Wanneer het meisje naar de stad vertrekt, denkt ze alles te weten. Nog maar net buiten het Waanwoud, merkt ze dat het leven er daar toch wel een beetje anders uit ziet dan verwacht. Haar onschuld en onwetendheid maken dat ze voor niks of niemand bang is; angst kent ze immers niet en ze zegt altijd wat ze denkt. Zelfs wanneer Archibald haar vraagt te liegen (“vertel aan niemand dat je kan lezen of schrijven”), vergeet ze dat. En die enkele keer dat ze het toch probeert, wordt ze zo rood als een tomaat…
Archibald Archibald houdt niet erg van de mensen en de mensheid. Ondanks zijn drie gekke levensregels (“Was elke dag je voeten, eet elke dag een bord geitenmelksepap en lees elke dag in „De Mensheid is een Klucht‟”) wil hij Mariken in alle vrijheid opvoeden, zonder te zeggen wat ze wel en niet mag, of wat slecht en goed is. Hij wil haar niet leren hoe de mensheid in elkaar zit, hij wil haar er om doen lachen. Daarom laat hij haar lezen in „De Mensheid is een Klucht‟, een boek dat hij zelf heeft geschreven (zoals wij pas op het einde van de film ontdekken). Maar Archibald kan haar niet eeuwig beschermen tegen chantage, oplichterij en valsheid.
Rattejan Dit onschuldige jongetje is het personage dat het dichtst aanleunt bij Mariken. Hij wordt aanzien als een kind van de Duvel, omdat hij anders is: hij heeft geen navel. Net zoals Mariken door de Zwarte Weeuw aanzien wordt als een satanskind, omdat ze kan lezen en schrijven. Net zoals Mariken is hij opgegroeid in afzondering, maar omdat hij wordt gevangen gehouden. Rattejan is net zoals Mariken een ouderloos kind. Mariken is echter opgevoed met fantasieverhalen, Rattejan met het echte leven. Het verhaal van de zwarte dood, de pest (waaraan zijn moeder is gestorven), is het enige verhaal dat hij kent.
De Zwarte Weeuw Deze vrouw vertegenwoordigt de terreur van de pest: de angst, miserie en het verdriet waarmee de mensen moesten leven en die het tijdsbeeld van de Middeleeuwen tekenden. Mariken kent geen verdriet, geen angst en miserie. Ze is nog maar net het Waanwoud uit of ze wordt er mee geconfronteerd. De Zwarte Weeuw is een vrouw uit het volk. Wie veel weet en kan lezen of schrijven, is voor haar een duivel of een heks. Haar verbitterd, cynisch en vreugdeloos bestaan, vol donker pessimisme, is geheel doortrokken van dit besef en van de bijbehorende achterdocht en paranoïa. Zij heeft de pest overleefd, maar het drama heeft bij haar enorme mentale littekens geslagen.
Pedagogisch dossier MARIKEN
7
Joachim Joachim is als wagenspeler de vermenselijking van het boek waarmee Mariken is opgegroeid. Hij is (speelt) God, Maria en de Duvel in één persoon; hij maakt het volk met zijn verhalen aan het lachen maar levert ook kritiek op de mensheid. Hoewel… dat durft hij enkel wanneer hij verkleed is en een rol speelt. Maakt dat van hem een lafaard? Wanneer Mariken hem voor het eerst ontmoet, gaat ze er meteen van uit dat hij écht de duivel is. Hij lijkt zo hard op de prentjes waarmee ze is opgegroeid. In de loop van het verhaal wordt haar beeld minder duidelijk: hij is niet enkel de duivel, hij is ook Joachim… Wanneer ze op een bepaald moment kribbig tegen Isabella zegt: “Dat wist ik heus wel, dat hij niet écht de Duvel is”, gaan we des te harder vermoeden dat ze het nog steeds niet goed begrepen heeft.
Isabella Isabella heeft een groot hart voor kinderen. Wanneer Joachim Mariken mee naar huis brengt, is ze meteen verknocht aan het impulsieve meisje. Ze behandelt Mariken als was ze haar eigen kind. Mariken ontdekt voor de eerste keer een moederfiguur in haar leven, hoewel ze Isabella aanvankelijk eerder beschouwt als 'een engel'. De moederband komt er pas op het einde van het verhaal, wanneer Mariken ziet dat ook zij het resultaat is, het gevolg is van een liefde tussen mensen, zoals de liefde tussen Joachim en Isabella. Isabella is een sterke figuur, recht voor de raap, iemand die haar hart volgt, losgekoppeld van regels en wetten. Daarom is ze moedig genoeg om ongewenst bij de Gravin binnen te dringen en zonder omwegen te zeggen wat ze op haar hart heeft: "Ik ben geen onderdaan van u. U kan mij geen bevelen geven" en "U heeft macht, ik niet."
Gravin De Gravin is het type-voorbeeld van een eenzaam meisje, afgezonderd opgevoed naar regels, beperkingen en wetten. De Gravin wil wraak nemen op de opvoeding die ze heeft gekregen en de eenzaamheid waarin ze verkeert. Ze is kil en afstandelijk. Bij haar krijgt Mariken voor de eerste keer in haar leven te maken met omkoperij ("Wil je nog een taartje?" - "Ja." - "Blijf je dan bij me?" - "Neen." - "Als je bij me blijft, krijg je nog een taartje." en "Die pony is van jou als je op het kasteel blijft."). Maar Mariken volgt haar hart. Hier leert de gravin zelf ook een les: ze ziet hoe Mariken Isabella om de hals vliegt, en wordt zo gewezen op de vergankelijkheid van haar macht. Isabella: “Ze is uw dochter niet!” Gravin: “Wie durft mij tegen te spreken?” Isabella: “Na uw dood zullen ze u tegenspreken. Ze zullen zeggen: dat meisje is een indringster. Ze zal onthoofd worden, haar mooie kleren en goeie manieren zullen haar niet helpen.”
Pedagogisch dossier MARIKEN
8
Inhoudelijk – thema’s
De mensheid is een klucht Mariken werd grootgebracht met verhalen en de verhalen die ze gehoord heeft, neemt ze voor waar. Net zoals veel mensen met de Bijbel opgroeien en daar hun kennis over het leven aan ontlenen, zo doet zij dat aan de hand van het satirische boek 'De Mensheid is een Klucht'. Archibald leert haar dat ze de verhalen die ze leest niet moet geloven, maar erom moet lachen. Hij leert haar te lachen om de mensheid. Door het boek leert hij haar niet hoe de mensheid werkelijk in elkaar zit; hij leert haar om alles van op een afstand te bekijken en te relativeren, haar hart te blijven volgen en zich niet te laten vangen door corruptie, huichelarij, valsheid en oplichterij. - “Geloof je dat verhaal?" - “Ik geloof ze allemaal.” - “Je moet ze niet geloven. Je moet er om lachen.” Zelfs wanneer Archibald in de slotscène afscheid neemt van Mariken, kan hij het niet laten haar nog één keer te waarschuwen: - "Geef ze ervan langs!” - “Wie?” - “De mensheid natuurlijk!” In het boek leest ze over de Duvel, de Engel, God, de Mens… Over God die zo‟n harde scheet liet, dat de Duvel geboren werd. Die Duvel kuste een engel en zorgde zo voor duizenden nakomelingen. Zo leert ze dat iedereen half engel, half duivel is. Of met andere woorden: niemand is compleet slecht of compleet goed.
‘Mariken van Nieumeghen’ en het ‘spel van Masscheroen’ 'Mariken' is zeker niet de verfilming van het bekende Middeleeuwse verhaal en mirakelspel* 'Mariken Van Nieumeghen'. Toch vertonen de twee verhalen vele gelijkenissen met elkaar en kan je zonder meer stellen dat Peter van Gestel, de auteur van 'Mariken', zijn verhaal erop gebaseerd heeft.
Pedagogisch dossier MARIKEN
9
Korte inhoud van het Middeleeuws Mirakelspel: 'Mariken van Nieumeghen' was één van de bekendste verhalen waarmee de rondreizende minnestrelen, troubadours en vertellers vroeger de aandacht van hun publiek wonnen. Kermissen en jaarmarkten waren de ideale plaats voor zulke vertoningen. Mariken van Nieumeghen woont bij haar oom, een priester. Als Mariken op een dag naar de stad moet, verkoopt ze, zonder het te beseffen, haar ziel aan de duivel. Zeven jaar lang trekt ze met de duivel op. Wanneer ze weer in Nijmegen komt en op het marktplein de opvoering van het wagenspel 'Het Spel van Masscheroen' ziet, krijgt ze berouw. Mariken biecht, maar zo'n zware zonde kan de priester, en zelfs de paus, haar niet vergeven. Mariken gaat in het klooster en krijgt drie ijzeren ringen om haar hals en armen. Op een dag bevrijdt een engel haar van de ringen: het teken dat God haar heeft vergeven. Heel opvallend (en verwarrend) is dat ín het verhaal van 'Mariken van Nieumeghen' zelf verwezen wordt naar een ander bekend wagenspel, nl. 'Het Spel van Masscheroen'. Zo krijgen we dus een toneelstuk ín een toneelstuk. Dit 'Spel van Masscheroen' gaat over een satansproces, waarbij de Duvel via zijn advocaat Masscheroen het mensdom van God opeist en waarin Maria als advocaat van de mensheid optreedt.
* Mirakelspel: een Middeleeuws toneelstuk of verhaal waarin een mirakel gebeurt, iets onmogelijks, een wonder: Mariken van Nieumeghen begaat een zeer zware zonde, maar een engel komt haar verlossen. Een mirakel!
Enkele opvallende gelijkenissen tussen het verhaal 'Mariken' en het Middeleeuwse mirakelspel:
Het hoofdpersonage heet telkens 'Mariken'. In beide verhalen vertrekt Mariken onschuldig naar de stad. In het mirakelspel wordt ze naar de stad gestuurd om eten te kopen, in het nieuwe verhaal gaat ze voor Archibald een geit zoeken.
Buiten haar vertrouwde omgeving wordt ze meteen onterecht veroordeeld. In 'Mariken' ontmoet ze de Zwarte Weeuw, die haar als een heks aanziet. In 'Mariken van Nieumeghen' verwijt een dronken tante het onschuldige meisje een slet te zijn.
Ze trekt op met de Duvel, hoewel hij in 'Mariken' slechts een wagenspeler is in de plaats van de echte duivel. Mariken: “Ben jij de Duvel?” Joachim: “Wil je mij je ziel misschien verkopen?” Mariken: “Wat is dat, je ziel?” Joachim: “Je ziel is wat je bent, voelt, denkt en waar niemand iets van af weet.
Pedagogisch dossier MARIKEN
10
In de film zien we heel vluchtig hoe Mariken met haar duivel naar de herberg trekt om weer op krachten te komen. Ook in 'Mariken Van Nieumeghen' bezoeken ze samen een herberg, waar het meisje haar eerste zware zonde begaat.
In beide verhalen wordt 'Het Spel van Masscheroen' opgevoerd, met Mariken in het publiek.
In beide verhalen komen figuren voor zoals God, de duivel en Maria. Zij staan symbool voor de strijd tussen goed en kwaad, tussen schuld en onschuld.
De Middeleeuwen Inhoudelijk 'Mariken' én 'Mariken Van Nieumeghen' spelen zich af rond het jaar 1500: de overgangstijd van de Middeleeuwen naar de Renaissance. Het was een tijd van chaos, verwarring en twijfels: heksenprocessen en duivelsvrees, de angst voor én tevens het verlangen naar het onbekende. Het geloof veranderde, samen met het beeld van de mensheid. Het was tevens de tijd van de grote pestepidemieën. Dit alles is ook terug te vinden in het verhaal van 'Mariken'.
Mariken is een heks of een bosgeest. Daar lijkt ze toch op, volgens de mensen. Al wie kon lezen en schrijven, al wie meer wist dan anderen werd als verdacht, of als heks beschouwd. (Daarom vraagt Archibald aan Mariken om te liegen over haar kennis van lezen en schrijven.) Zwarte Weeuw: “Lezen in een boek? Jij bent een kleine heks! Hoeveel tenen heb je? Hoeveel vingers? Als ik het teken vind, dan braad ik je op het heetste vuur ooit gestookt!”. Mariken: “Kan jij lezen?” Gravin: “Ja.” Mariken: “Dat mag je nooit zeggen… Ik weet ook niet waarom.”
Mariken sluit een verbond met de duivel. Weliswaar op een kinderlijke manier: ze trekt op met Joachim, de wagenspeler. Bij hem vindt ze immers bescherming. Tegelijk doet ze dat ook uit nieuwsgierigheid, uit verlangen naar kennis: ze heeft zoveel over de duivel gelezen en plots ontmoet ze „hem‟… Ze is gefascineerd door hem, door zijn ogen, zijn stem en door het vuur.
De Middeleeuwse mens ontdekt ontzettend veel over zichzelf; hij ontdekt (dankzij nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap) hoe zijn lichaam en geest functioneren. Een gelijkaardige ontdekking doet ook Mariken tijdens haar avontuur. Zij dacht dat ze perfect wist hoe de mensheid in elkaar zat. Gedurende haar lange tocht vervormt (en vervaagt) haar beeld; ze beseft dat ze nog veel te leren heeft.
Pedagogisch dossier MARIKEN
11
Gravin: “Waar zijn je vader en moeder?” Mariken: “Dat weet ik niet. Vroeger wist ik nog alles van de mensheid, nu niet meer.” Gravin: “Hoe komt dat?” Mariken: “De mensheid is een klucht.” Gravin: “De mensheid is een treurspel.” Mariken: “Nee, een klucht.”
Het was in de Middeleeuwen heel belangrijk om berouw te hebben over je zonden. Na dit leven was er immers ofwél helse verdoemenis (de hel) ofwel eeuwige zaligheid (de hemel). Dat idee vind je ook terug in het „Spel van Masscheroen‟ waar Mariken naar kijkt: alles zal je vergeven worden als je maar berouw hebt. Het was voor de mensen toen heel duidelijk wat goed en fout was; goed en kwaad stonden lijnrecht tegenover elkaar. In onze tijd is dat vaak veel minder duidelijk.
De Middeleeuwen werden getekend door de pest. De pest, ook „zwarte dood,‟ genoemd, joeg de mensen van angst de daver op het lijf. Zij dachten dat het een straf van God was Mariken: “Wat is dat, de pest?” Gijs: “Dat is de straf van God voor onze hebzucht, onze hoogmoed en ijdelheid. Als de mensen maar zwarte kleren dragen, dat is belangrijk. En bidden. Veel bidden.” De Zwarte Weeuw is een vrouw uit het volk, ze leeft in miserie en heeft vrienden en familieleden verloren. De pest was een ziekte voor het volk. Men was ervan overtuigd dat alleen zij, omwille van hun zonden, erdoor getroffen konden worden; de rijke adel zou van de pest bespaard blijven. Gravin: “Mijn moeder is dood.” Mariken: “De Zwarte Dood…” Gravin: “Neen, de Zwarte Dood is voor het volk.”
Tijdens de Middeleeuwen braken er 4 grote epidemieën uit, waarvan de eerste in 1348. De ziekte teisterde heel West- en Midden-Europa, en 1/3 tot 1/2 van de toenmalige bevolking stierf aan de ziekte. De mensen stierven meestal binnen de drie dagen na het verschijnen van de eerste symptomen. Geen enkel medicijn kon de ziekte genezen.
Pedagogisch dossier MARIKEN
12
De filmproductie
André van Duren: de regisseur Hij studeerde in 1984 af aan het instituut voor Theaterwetenschappen in Utrecht en werkt sindsdien als regisseur. Hij maakte enkele (bekroonde) kortfilms (o.a. „Het Verhaal van Kees‟ en „Richting Engeland‟), regisseerde afleveringen voor de series „Pleidooi‟ en „Tijd van Leven‟, alsook enkele reclamespotjes. „Mariken‟ is zijn eerste langspeelfilm. “Wat me zo aanspreekt in het verhaal is dat er zo veel verschillende thema‟s in verwerkt zijn zonder dat het meteen opvalt. Het is heel verleidelijk voor mij al die thema‟s te gaan opsommen, maar ik heb het gevoel dat ik dan een beetje het mysterie uit de film haal. Er is een duidelijk contrast tussen de eigenlijk vrij zware thema‟s die er in zitten (zoals loyaliteit, trouw en liefde) en de lichte manier waarop ze behandeld worden.” “Ik weet nu, na twaalf jaar filmervaring, wat het belangrijkste is bij het maken van een film: op de eerste plaats staat de cast, op de tweede het script en de regisseur komt pas als derde. Dat is de volgorde als je een publieksfilm maakt.”
Laurien Van den Broeck: Mariken Zij werkte mee aan „De Vliegende Doos‟ en „De Liegende Doos‟, twee tv-shows van Bart Peeters en acteerde in enkele kortfilms en tv-series: „De 7 Deugden‟, „Maria op zolder‟, „Sancta Mortale‟ en „Els‟. Heel wat van deze films werden bekroond. “Mariken is nergens bang voor en ze vertelt altijd de waarheid. Dat zijn eigenschappen die ik ook heb. Dat er in één scène ratten om me heen lopen, vond ik helemaal niet erg. We hebben thuis veel dieren: kippen, konijnen, paarden, duiven, katten en honden, dus ik ben wel wat gewend.”
Jan Decleir: Archibald Hij begon zijn imposante filmcarrière in 1971 met een rol in de Vlaamse speelfilm „Mira‟. Hij speelde mee in talloze films en theaterstukken, maar had het meeste succes met zijn hoofdrollen in „Daens‟ (Oscarnominatie voor Beste Buitenlandse Film) en in de Oscarwinnaars „Antonia‟ en „Karakter‟.
Pedagogisch dossier MARIKEN
13
Steve Walker: de cameraman Het verhaal van „Mariken‟ is sprookjesachtig, maar Steve Walker heeft het heel realistisch, quasi documentair gefilmd. Het sprookjesachtige werd wat afgezwakt, uit angst dat het publiek het verhaal anders niet serieus zou nemen. Vaak toont de camera ons de personages van heel dichtbij, zodat we hun gevoelens heel nauwkeurig van hun gezicht kunnen aflezen en er ons door laten meeslepen. Wanneer Archibald, aan het begin van de film, van de stad naar het Waanwoud loopt, wordt zijn gezicht van vlakbij gefilmd; dat noemen we een „close up‟. Ook tijdens de gesprekken tussen Mariken en Isabella zit de camera „met zijn neus boven op de personages‟; zo lijkt het bijna of we zelf bij deze gesprekken aanwezig zijn.
Dirk Debou: de productiedesigner De productiedesigner beslist hoe de decors van een film er zullen uitzien. Dirk Debou onderzocht drie maanden lang hoe alles er in de Middeleeuwen uitzag. Hij liet zich vooral inspireren door boeken en stripverhalen. Daarna maakte hij schetsen van de decors. Decorbouwers hebben die schetsen uitgewerkt.
Het decor van ‘Mariken’ Het is niet vanzelfsprekend om een film te maken die zich afspeelt in de Middeleeuwen, met alle bijpassende visuele details. Het historisch decor moet immers volledig correct zijn, met de juiste kleding, de juiste voorwerpen; er mag niet geflaterd worden. Eerst en vooral moet je de juiste locaties vinden, de geschikte plaats om te filmen. Bepaalde scènes uit „Mariken‟ werden gedraaid op het Begijnhof te Leuven, waar een complete set werd opgebouwd (enkele straten werden volledig aangepast). De kasteelscènes werden opgenomen in het Gravensteen in Gent en voor de stadswallen zakte men af naar het Duitse plaatsje Rothenburg ob der Tauber. Ook voor geschikte kleding werd heel wat afgereisd. Men vond veel bruikbare spulletjes in Parijs en in Engeland; veel materiaal (mantels, fakkels, enz.) werd ooit al gebruikt voor de film „Braveheart‟. Tijdens het draaien van de film moest er rekening gehouden worden met kleine details: er mogen geen auto‟s in beeld komen, geen vliegtuigen, verkeersborden, elektriciteitsleidingen, horloges, rioolputjes en ga zo maar door…
Pedagogisch dossier MARIKEN
14
Van boek naar film
Het boek De film „Mariken‟ is gebaseerd op het gelijknamige boek van Peter van Gestel. Al tijdens het schrijven van het boek, overwogen Van Duren en Van Gestel om het verhaal tot een film te bewerken. Van Duren: “Ik vond het meteen een mooi en ontroerend verhaal. Alle ingrediënten die een goed verhaal moet hebben, zitten erin. Ik zeg altijd dat een verhaal me zó sterk moet aanspreken dat ik het 10.000 keer moet kunnen navertellen, want daar komt het in feite op neer wanneer je gaat verfilmen.” Het boek „Mariken‟ dat in 1997 verscheen werd met veel lof onthaald en bekroond met o.a. de Gouden Uil en de Zilveren Griffel. Terecht. „Mariken‟ is zo geestig en intelligent geschreven, dat je niet anders kan dan je te laten meeslepen en ontroeren. Dat alles maakte het niet makkelijk om het boek te verfilmen. Daarvoor heb je een steengoed scenario nodig en een goede actrice in de rol van Mariken. Want terwijl je een boek kan vullen met grappige en vlot geschreven taal, mooie beschrijvingen en de diepste gedachten van de personages, kan een film je enkel de beelden tonen en de personages al pratend aan het woord laten. Daar liet André van Duren zich niet door afschrikken. En hij is inderdaad geslaagd in zijn opdracht.
Verschillen tussen de film ‘Mariken’ en het boek Hoewel er overduidelijke verschillen zijn tussen beide verhalen, kan je toch spreken over een getrouwe verfilming van het boek. De grote verschillen tussen het boek en de film, vind je vooral op het einde van het verhaal: In het boek lees je dat Archibald „De Mensheid is een Klucht‟ heeft geschreven. In de film kan je dat alleen maar veronderstellen. In het boek gaat Archibald mee met de bende, in de film blijft hij achter (om als monnik in het klooster te gaan). De film stopt veel vroeger in het verhaal en geeft weinig opheldering bij de afloop. In het boek kom je nog te weten wat er verder met de hele groep gebeurt. In het boek zijn we getuige van het door Joachim bedachte mirakelspel „Mariken‟. Hij heeft een toneelstuk gemaakt over de avonturen van het kleine meisje. Dat toneelstuk verwijst dan weer rechtstreeks naar het bekende mirakelspel „Mariken Van Nieumeghen‟. Ook een aantal belangrijke discussiepunten uit het boek, vind je in de film niet terug. In het boek wil Mariken ook toneelspelen, maar dat mag niet omdat ze een meisje is. “Ik sta hier dom te kijken,” zei Mariken boos. “Ik wil meedoen met ze.” “Geen sprake van,” zei Isabella. “Waarom niet?”
Pedagogisch dossier MARIKEN
15
“Jij bent een meisje.” “Ja, ja, dat weet ik. Wat zou dat?” “Jij mag straks met Rattejan de duiten tellen.” “‟s Avonds vertel ik jullie verhalen. Waarom mag ik dat wél?” “‟s Avonds zijn we onder ons.” In het boek komen we ook écht te weten dat Archibald de schrijver is van „De Mensheid is een Klucht‟. Dat is voor Mariken een hele verrassing. Wil dat zeggen dat ze het hele boek maar vergeten moet, en niks meer geloven van alles wat ze ooit gelezen heeft? Nee, ze is wijs genoeg om zelf nieuwe conclusies te trekken en nieuwe dingen te ontdekken. Zo ontdekt ze toch nog de betekenis van het boek waarmee ze is opgegroeid. “Wat weet ik van Griet? Ik weet bijna niets van haar. Wat weet ik van Joachim en Isabella? En van Dirc en Monne? Heel weinig, dat is zeker. En wat weet ik van Archibald? Niets weet ik van Archibald. Wanneer ik even niet oplet, is hij iemand anders geworden. De vader van Joachim. Of de dwaze monnik. Nou zeg. „De Mensheid is een Klucht‟ heeft hij geschreven en getekend. Hij is een leugenaar. Zijn baard is lief en mooi. Hij heeft me voor de gek gehouden. Alle mensen houden me voor de gek. Dat is de klucht die ze spelen.” Film kan ons minder laten zien van Marikens overpeinzingen en gedachten. Daarom concentreert de film zich meer op het verhaal zelf, op het avontuur. Omdat Mariken zo‟n flapuit is, die altijd zegt wat ze denkt, komen we toch nog vaak te weten wat er in haar hoofdje omgaat. Maar in een boek kan de schrijver daar meer aandacht aan besteden: hij heeft de tijd om alles mooi te beschrijven. Een film moet het eerder hebben van de handelingen, de actie: alles moet in ongeveer 1 1/2 uur verteld zijn en het publiek moet geboeid blijven.
Pedagogisch dossier MARIKEN
16
Tips voor de verwerking in klas
Vraagjes, vraagjes, vraagjes…
De personages
Wat vinden jullie van Mariken? Een leuk meisje? Hoe ziet ze eruit? Wat kom je over haar te weten via haar uiterlijk, haar kledij? Wat zijn haar meest typische eigenschappen? Is zij een beetje een heldin? Waarom (niet)? Waarom mag Mariken tegen niemand zeggen dat ze kan lezen en schrijven?
Wat denk je van Archibald? Is hij een aangenaam man? Lijkt het je leuk om door hem te worden grootgebracht? Hij heeft Mariken leren lezen en schrijven. Waarom? Wat leert hij haar verder nog?
Is Mariken bang van de Zwarte Weeuw? Is de Zwarte Weeuw volgens jullie een heks? Waarom gedraagt ze zich zo? Waarom heeft ze zo‟n hekel aan mensen? Hoe komt het dat ze zo‟n akelige vrouw geworden is? Waarom denkt ze meteen dat Mariken een kleine heks is? En waarom denkt ze dat Rattejan een kind van satan is?
Waarom vindt Mariken Joachim zo leuk? Ze voelt zich tot hem aangetrokken, zelfs al is hij volgens haar „de Duvel‟. Hoe komt dat? Waarom is ze niet bang van hem? Gelooft zij dat hij écht de duivel is, of weet zij dat het enkel een rol is die hij speelt? Waarom wil Joachim Mariken niet redden wanneer de gravin haar bij zich houdt? Is hij boos op Mariken? Of is hij enkel een lafaard? Waarom is Joachim zo triest wanneer Mariken terug is? Wie is Joachims vader? En wie is zijn moeder?
Pedagogisch dossier MARIKEN
17
De inhoud
De Mensheid is een Klucht Mariken groeit op met ‘De Mensheid is een Klucht’. Wat zou de titel van dat boek kunnen betekenen? Weet jij wie dit boek geschreven heeft? Hoe kom je dat te weten? Met welke boeken ben jij opgegroeid? Is er een boek dat voor jou net zo belangrijk was als dit boek voor Mariken?
Hoe komt het dat Mariken denkt dat ze alles weet? Waarom begint ze daar nadien aan te twijfelen? Ze leert dat iedereen half Engel en half Duvel is. Wat zou Archibald daarmee bedoelen? Ga je daar mee akkoord? Ben jij zelf ook half Engel, half Duvel? Is iedereen „half goed en half slecht‟? Of zijn er ook mensen die helemaal goed of helemaal slecht zijn?
Kan je een tekening maken van een half Engel / half Duvel-wezen? Hoe ziet zo‟n wezen er uit?
Toneelspelen Er wordt heel wat toneel gespeeld in de film. Hoe en waar wordt er gespeeld? Welke figuren komen er in de theateropvoering allemaal voor? Waarom was theater voor de mensen zo belangrijk tijdens de Middeleeuwen? (Men kon niet lezen of schrijven. De weinige bestaande boeken waren allemaal in het Latijn. Alleen geleerden konden die lezen. En natuurlijk was er van radio of tv nog geen sprake. Theater spelen op de straat was een zeldzame manier om aan de mensen verhalen te vertellen. De meeste toneelstukken gingen over geloof, want dat hield de mensen vooral bezig.)
Wat valt je op bij de acteurs? Zijn er ook actrices, of enkel acteurs? Weet je hoe dat komt? Speel je zelf graag toneel? Welke rol zou je graag spelen? Zou je liever de rol van engel of van duivel spelen?
Pedagogisch dossier MARIKEN
18
De Middeleeuwen
Wanneer situeer je de Middeleeuwen? In welke periode? ( 500 tot 1450 na Christus) Zag je nog films die zich in deze tijd afspeelden? Ken je de titel nog? Zie je verschillen/ gelijkenissen tussen die films en „Mariken‟? Hou je van zulke films? Waarom? Waarop moet een filmmaker allemaal letten bij het verfilmen van een verhaal over de Middeleeuwen? Wat mag er in zo‟n film zeker niet te zien zijn?
God en de duivel waren voor de mensen uit de Middeleeuwen enorm belangrijk. Hoe kwam dat? Hebben de mensen tegenwoordig nog evenveel aandacht voor God en de duivel? Denk jij wel eens aan de duivel? Denk je wel eens na over de hemel of de hel? Waarom (niet)?
Over boek en film
Wat doen jullie het liefst: een boek lezen of naar een film kijken? Heeft iemand van jullie het boek „Mariken‟ gelezen? Wie zou na het zien van de film graag het boek lezen? Zouden jullie liever eerst de film zien en pas daarna het boek lezen? Of liever omgekeerd? Is dat altijd zo? Wat zijn volgens jullie de grootste verschillen tussen boeken en films? Waarom is het nodig een boel dingen te veranderen wanneer je van een boek een film maakt?
Voor nog meer creatieve opdrachten kan u gebruik maken van de lesbrief die hoort bij deze lesmap. Die is bestemd voor de leerlingen, zodat ze de opdrachten zelf kunnen lezen… .
Pedagogisch dossier MARIKEN
19
LESBRIEF VOOR LEERLINGEN Over de film MARIKEN…
Hier vind je een aantal leuke opdrachten die je met je klasgenoten kan uitvoeren na het bekijken van de film!
MARIKEN Maak een aantal tekeningen over het verhaal van Mariken. Als je de tekeningen samenvoegt kan je er een boekje van maken! Kan je zelf nog nieuwe figuren bedenken en toevoegen aan je verhaal? Dan heb je je eigen versie van Mariken!
DE MIDDELEEUWEN Waaraan denk je als je het woord Middeleeuwen hoort? Ga op zoek naar prentjes van de Middeleeuwen. Die kan je vinden in boeken en stripverhalen. Stemmen die overeen met jouw gedachten over de Middeleeuwen?
Kan je die beelden vergelijken met de film? Wat is er hetzelfde?
HET GROTE BOEK VAN ARCHIBALD Kan je je nog een uitspraak herinneren die Mariken en Archibald in de film vertelden en die uit het boek van Archibald komt? Denk na over een uitspraak en schrijf die op een blaadje. Lees je uitspraak dan voor aan je klasgenoten! Kan je zelf nieuwe leefregels opstellen, even gek als diegene die Archibald meegeeft aan Mariken? Denk eens goed na samen met je klasgenoten en schrijf ze op een groot blad! Jullie eigen leefregels…
Pedagogisch dossier MARIKEN
20