Een Experiment in herwaarderen van erfgoed
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
’s-Hertogenbosch, oktober 2014
Inleiding De in 2012 opgerichte Stichting Onterfd Goed is een non profit organisatie gespecialiseerd in Advies, Ontzamelen en Upcycelen van geïnstitutionaliseerde collecties in Nederland, met als doel om bij een breed publiek, professionals en overheidsinstellingen inzicht en betrokkenheid te creëren bij het proces van het samenstellen van een collectie tot het ontzamelen, upcycelen en uiteindelijk vernietigen daarvan. Het begrip Upcycelen is vrij nieuw en vanaf 25 september 2013 heeft een groep mensen binnen SOG zich over dit onderwerp gebogen. De vragen die zij zich stelden waren: 1) Hoe gaan we om met de restanten van de collecties die uiteindelijk niet verkocht zijn. 2) Hoe kunnen wij met deze restanten betekenisvolle producten maken die voor het grote publiek interessant zijn. 3) Wat doen wij met die restanten die ook nadat ze de laatste cyclus hebben doorlopen geen bestemming hebben gevonden en dus “nutteloos” blijken te zijn. ( Opgebruik ) 4) Hoe verdienen wij de kosten die gemaakt worden ten behoeve van dit onderzoek in de periode januari 2014 - december 2014 terug Uit de vele gesprekken over mogelijke strategieën is het label Fenix Design ontstaan, een label dat Staat voor hoogwaardige producten voor 80% gemaakt van restmaterialen van collecties van de Stichting Onterfd Goed. Daarvoor zijn designers ,visionairs, kunstenaars en studenten benaderd. Deze tijdsintensieve maar uiterst noodzakelijke zoektocht heeft tegen alle verwachtingen in binnen 8 maanden geresulteerd in enkele bijzondere ( kunst- ) objecten en projecten. We hebben echter ook moeten constateren dat het proces van upcycelen zowel in tijd- als in geld intensief is en aan velerlei randvoorwaarden moet voldoen teneinde bijvoorbeeld kostendekkend te zijn. Dit verslag is een verantwoording van het intensieve proces “van idee tot label”, van het denken vooraf, van het bijstellen van de ideeën en verwachtingen, van de activiteiten die ondernomen zijn, van de kosten die gemaakt zijn in de periode januari 2014 t/m december 2014 en eindigt met een conclusie over de haalbaarheid van de plannen voortgekomen uit de antwoorden op de bovenstaande 4 vragen.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Het begin De Stichting Onterfd Goed is opgedeeld in 3 divisies: Kennis en Advies, Adoptie en Opgebruik, Op 25 September 2013 kwamen voor het eerst de vrijwilligers voor Opgebruik bij elkaar om zich bezig te houden met de vraag: “hoe gaan we om met die delen van de collecties die onverkoopbaar zijn?”. Kate Marchand werd leidinggevende van de poot Opgebruik. Verder dachten mee: Roos Vlek, John Machielsen, Lori Buckley, Charlotte Hartong, Robert Michels, Birgit Taks, Hanneke Krul, Carla Bakker en Patrick van Berkel. Deze groep kwam wekelijks bij elkaar tot eind Januari 2014, in min of meer dezelfde samenstelling. Ieder lid dacht mee vanuit de eigen achtergrond en expertise. Onder de leden waren ondernemers, docenten, kunstenaars, museologen en studenten, allen met een link naar de wereld van kunst en cultuur. De bedoeling van deze bijeenkomsten was om een duidelijk beeld te krijgen van wat Opgebruik zou gaan inhouden, welk doel het zou dienen, hoe het zou moeten worden aangepakt, en hoe zij haar gelijkwaardige positie in de organisatie zou gaan vormgeven. In onderstaand citaat valt terug te lezen dat er al een vaag idee was over hoe je het opgebruiken van restanten van collecties zou kunnen aanpakken, maar dat er ook nog vele hindernissen te nemen waren. In dit verslag is zowel sprake van Opgebruik (=de afdeling) met een hoofdletter als van opgebruik (= het proces) met een kleine letter. Hetzelfde geldt voor adoptie. uit de notulen van 2 oktober 2013: Het eerste gedeelte van de brainstorm bespreken we het bedrijfsmodel ‘De lopende band’1van Onterfd Goed om scherper te definiëren wat er gebeurt op het moment dat de fase van opgebruik aanbreekt. En wat dan het verschil is tussen adoptie en opgebruik. Is bijvoorbeeld ‘bulkverkoop’ adoptie of opgebruik? Of zit dit in de overgangsfase tussen de twee, wanneer de objecten met 50% korting aangeboden worden? Is dit wanneer een object in onderdelen uit elkaar gehaald wordt en je onderdelen gaat verkopen of afval gaat scheiden en dit als grondstof verkoopt aan een recyclebedrijf? Is dit wanneer er een educatief project mee gestart wordt? Is dit wanneer het gesprek omtrent ‘vernietiging’ plaats vindt? Is dit wanneer het door kunstenaars gebruikt wordt in nieuwe ontwerpen (en zoals Dieuwertje later aanvult: wanneer we straks een Onterfd Goed design lijn hebben van Opgebruik producten, met een naam van een kunstenaar eraan verbonden en evt. een koppeling met een ‘social label’, studenten of ouderen)?
1
De lopende band van Onterfd Goed – het bedrijfsmodel: Onterfd Goed is een verwerkingsbedrijf voor verweesde museale objecten. Verwerking geschiedt per object in maximaal 1½ jaar. Het proces is onder te verdelen in drie stappen: 1. Kennis en advies: ½ jaar selectie en waardering. Nederlands erfgoed gaat van de lopende band en krijgt een bestemming bij musea in Nederland. 2. Adoptie: ½ jaar mogelijkheid voor breed publiek nationaal en internationaal om een verweesd stuk erfgoed te kopen. 3. Opgebruik: ½ jaar de tijd om producten in onderdelen/materialen uit elkaar te halen. Onderdelen worden verkocht per stuk, per setje, per bulk; op locatie of extern; middels gewone verkoop of door middel van een projectaanbod voor educatiedoeleinden of andere doeleinden. Laatste halte is de container waarin het als gescheiden afval aangeboden wordt aan de afvalverwerking, scholen of andere liefhebbers.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Om onszelf een beeld te vormen van wat opgebruik concreet betekent, hebben we tijdens deze tweede bijeenkomst een elektrische typemachine uit de collectie gedemonteerd, wat bij sommigen een emotionele reactie teweeg bracht. Niet vanwege de schoonheid of het belang van het apparaat op zich, het was immers niet geclassificeerd als zijnde erfgoed (en niemand van de aanwezigen had een zwak voor typemachines als zodanig), maar uit een gevoel van nostalgie, omdat de collectie vanaf dat moment écht niet meer compleet was en ook niet meer te herstellen. Mag je iets wat zulke emoties losmaakt wel kapotmaken? Omdat Stichting Onterfd Goed zich niet ten doel heeft gesteld objecten te bewaren (er wordt immers ontzameld), moet het restant van collectie op een bepaald moment worden afgestoten, zo werd geconcludeerd. Opgebruik had de voorkeur boven vernietiging, en de volgende voorwaarden werden daaraan gesteld: 1. 2. 3. 4.
Een object moet opgebruikt worden (op welke manier dan ook). Het mag geen geld kosten –> het levert geld op. Opgebruik heeft een positief effect op Kennis & Advies en Adoptie en haar stakeholders. Opgebruik richt zich op het brede publiek.
Hieronder de kaders die we onszelf stelden, uit de notulen van 25 september 2013: Doel: Ieder object, dat na een jaar nog bij Onterfd Goed in huis is, is afgeschreven en moet vernietigd worden binnen maximaal een ½ jaar. Voorwaarde voor vernietiging is scheiding van materialen/onderdelen, enerzijds omdat dit een duurzaam karakter heeft en de cirkel van verwerking compleet maakt en anderzijds om te voorkomen dat de objecten ergens anders (bij particulieren) in de kelder terecht komen en er zo mensen weer mee ‘opgezadeld’ zitten. Nevendoel: Onterfd Goed moet bij een grote groep potentiele afnemers (Kennis/Adoptie/ Opgebruik) bekend worden. Verkoop bij adoptie opstuwen (gevoel van ‘ik moet nu adopteren, anders wordt het gesloopt’). Ofwel, wie voelt zich verantwoordelijk voor verweesd erfgoed en wil er voor betalen? Bewustwording van ‘de gevolgen van verzamelwoede’. Financiën: De bedrijfstak is kostendekkend (niet alleen in nodige materialen, maar ook in mensen), maar bij voorkeur is Opgebruik winstgevend. Binnen het te ontwikkelen concept moet bekeken worden of er bij de opstart van realisatie een investering moet worden gedaan. Mogelijk tijdspad: - oktober t/m november 2013: Conceptontwikkeling/plan op papier december 2013 t/m maart 2014: Planontwikkeling/allianties/financiën/ april t/m mei realisatiefase op fysieke locatie juni 2014 draait Opgebruik volledig
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Verschillende “afdelingen” binnen Opgebruik Tijdens de bijeenkomsten van de denktank werd Opgebruik opgesplitst in diverse afdelingen: Design,Sociale werkplaats, Workshops, Educatie en Vernietiging Ieder lid van de denktank had zijn of haar specialisatie en achtergrond, waaruit deze verschillende afdelingen zijn ontstaan. Het voorlopige plan was om geschikte partners te zoeken voor iedere afdeling, en dan de hele poot Opgebruik te presenteren tijdens een Event in mei 2014. De afdeling Design stelde zich ten doel samenwerkingen met gerenommeerde designers te bewerkstelligen en te bekijken of er nieuwe hoogwaardige producten konden worden ontwikkeld uit het restant van de collectie. In de Sociale werkplaats zou ruimte zijn om delen van de collectie te ontmantelen en laagdrempelige producten te produceren, “hebbedingen” voor een breed publiek. Er werd gedacht over het ontwikkelen van Workshops waarin mensen zelf een product konden samenstellen onder begeleiding van een deskundige, Educatie ging zich richten op een samenwerking met scholen om te bekijken wat de mogelijkheden waren ten aanzien van hergebruik van materialen bij de creatieve vakken. Wat verder overbleef zou op een zo duurzaam en milieuvriendelijk mogelijke manier moeten worden Vernietigd. Uit de notulen van 9 oktober 2013: Design, educatie en vernietiging; de eerste afdelingen die concreet handen en voeten krijgen. Design. Het lijkt logisch om eerst in samenwerking met designers te bekijken wat de mogelijkheden zijn. Er zijn in ons netwerk al contacten, we gaan met hen in overleg. Educatie Ook hier zijn al contacten, met name in het middelbaar onderwijs en het mbo onderwijs in de richting (product-)design. Er wordt bekeken of opleidingen open staan voor samenwerkingen en of opdrachten kunnen worden uitgezet onder studenten. We hopen er materiaal kwijt te kunnen en bewustzijn te kweken op het gebied van verzamelen. Vernietiging de laatste halte. Omdat de Stichting Onterfd Goed zich per definitie niet ten doel heeft gesteld collecties te bewaren, moet worden bekeken wat we doen met de restanten, de stukken die ook in samenwerking met de beoogde partners niet opgebruikt kunnen worden. In ieder geval wordt duidelijk dat we niet de verantwoordelijkheid bij anderen willen leggen. De ontzamel cyclus moet volledig zijn, dus wordt er bewust voor gekozen objecten die niet zijn geadopteerd of hergebruikt te vernietigen. Daarmee wordt tevens een statement gemaakt om bewustzijn en ruimte ( in de letterlijke zin van het woord ) te creëren bij het publiek en bij collectie houdende instellingen.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Visies, uit de notulen van 13 november 2013 Design: Wegwerpmaatschappij terugdringen. Designlabel keurmerk. Verschillende kunstenaars en ontwerpers de kans geven, bewustwording bij alle lagen in ontwerp. Unieke stukken aanbieden aan de markt, geen massaproductie vanuit het buitenland. Gezocht wordt naar designers die een alliantie willen aangaan met Stichting Onterfd Goed, onder voorwaarde dat beiden er beter van worden, in financieel opzicht of bijvoorbeeld op PR gebied. Educatie: heden en verleden aan elkaar koppelen. Met een object uit het verleden zelf een nieuwe toekomst mogen maken. Het fysieke object voor kennisoverdracht ter beschikking stellen. Wegwerpmaatschappij terugdringen. Respectvol/verantwoordelijk inzetten van het fysieke verleden voor algemeen nut. Er wordt ingezet op relaties met opleidingen in de richtìng kunstonderwijs, ambachtelijk en technisch middelbaar onderwijs, de insteek is om elk semester een opdracht bij kunstonderwijs uit te zetten om een nieuw product te ontwerpen, met als randvoorwaarde dat de geschiedenis zichtbaar blijft in het object, of bij verkoop de maatschappelijke waarde wordt overgebracht aan de koper. Vernietiging: Er zorg voor dragen dat we de verantwoordelijkheid niet doorschuiven. Vernietigen moet om ruimte en bewustzijn te creëren. Er wordt steeds een statement gemaakt. Ontzamelcyclus is compleet bij vernietiging. Het liefst willen we samenwerken met een vernietiger die zich verbindt aan de culturele wereld, en op zo duurzaam mogelijke wijze de producten kan verwerken. Doelstellingen: Algemeen: Communiceren dat Onterfd Goed de cyclus rond maakt Design: Upcyclen van materiaal (zonder restmateriaal over te houden). Onderwijs: bewustwording van het verleden en ontzameling van collecties Vernietiging: Niemand is er meer verantwoordelijk voor; objecten zijn niet meer als zodanig in gebruik te nemen door derden. Het ontwikkelen van workshops en een sociale werkplaats krijgt geen prioriteit. Voor de workshops is iemand nodig met een ondernemersgeest die eigen workshops maakt en die uitzet bij de juiste doelgroep. Daarbij horen een projectplan en verdienmodel. We zien op dat moment niet de mogelijkheid om daar zelf aan te werken, maar er wordt onder andere via stagiaires wel aan opleidingen gecommuniceerd dat we openstaan voor mensen met goede ideeën die zich dit willen toe-eigenen. De ontwikkeling van de sociale werkplaats wordt op dat moment ook nog niet ingezet, omdat nog niet duidelijk is wat de grondstof is die we aanbieden en welk(e) product(en) we daarvan denken te gaan maken.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Het Event kan een goede wisselwerking zijn tussen twee verschillende fases: Adoptie en Opgebruik. Het is de laatste keer dat publiek wordt betrokken bij het proces van ontzamelen van de Scryption collectie. D-day als onthechtingsdag. Na het Event kan niemand meer iets adopteren. Sterker nog, na het event is de gehele collectie Scryption op. We tellen negentig dagen af naar D-Day. Adoptie wordt opgestuwd en we nodigen mensen uit om wensen tot hergebruik kenbaar te maken. Op D-Day worden de wensen/plannen/projecten gepresenteerd en moeten ze de objecten meenemen (of er een prijskaartje aan de objecten hangt is afhankelijk van het project wat voorgesteld wordt?). Op deze wijze wordt het publiek gevraagd of ze nog verantwoordelijkheid willen nemen over overgebleven objecten; de objecten worden niet opgedrongen, ze hebben zelf de keuze; het is een experiment of mensen geïnteresseerd zijn in het programmeren/opgebruiken van de ‘overige’ objecten van een museumcollectie. De Scryption collectie wordt gebruikt als PR campagne om de laatste fase van Opgebruik binnen de organisatie van Onterfd Goed te introduceren. Het zal leiden tot discussie binnen ‘Kennis’ (erfgoedsector); verzamelaars en liefhebbers wordt duidelijk dat ze er in de adoptiefase bij moeten zijn; en programmamakers, ontwerpers, studenten, het brede publiek worden uitgenodigd met objecten aan de haal te gaan. Aan de hand van dit Event wordt duidelijk dat mensen ook met voorstellen kunnen komen voor de volgende collectie. Nu al kunnen mensen aankondigen dat ze ‘iets’ met bijvoorbeeld de collectie Sikkens willen. Van december 2013 tot eind januari 2014 komt de denktank nog bij elkaar om bovenstaande plannen verder uit tewerken en aan te scherpen. Daarnaast werken we aan het opzetten van een Event, waarmee we hopen partners aan te trekken voor de gewenste samenwerkingen op de diverse gebieden. In verband met nieuwe opdrachten voor Stichting Onterfd Goed is de bedrijfsruimte inmiddels te klein geworden, en wordt een plan gemaakt voor de verhuizing van de collectie naar een nieuwe locatie. De verhuizing van de collectie eind Februari 2014 betekent ook definitief het einde voor de collectie Scryption, in die zin dat de collectie “op slot” gaat voor het publiek. Afgezien van een paar objecten met hoge potentie, zal adoptie niet meer mogelijk zijn en komt het restant van de collectie in zijn geheel ter beschikking van de afdeling opgebruik. Er worden intussen contacten gelegd met Designers en opleidingen, met de bedoeling na de verhuizing in februari daadwerkelijk de collectie te gaan hergebruiken danwel vernietigen. Kate heeft inmiddels aangekondigd haar functie bij Stichting Onterfd Goed te zullen gaan neerleggen, en draagt gedurende deze periode haar rol over aan het team.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
In Februari 2014 vindt de verhuizing naar de nieuwe locatie plaats. Verder wordt die maand besloten dat op vrijdag 13 juni 2014 het Event zal plaatsvinden. De doelgroep: stakeholders in de persoon van partners uit de wereld van design, onderwijs, gemeenten etc. Nog geen kopers, want naar verwachting worden de eerste producten voortkomend uit de diverse allianties pas in september 2014 opgeleverd. Ten behoeve van de allianties met ontwerpers wordt er een projectovereenkomsti ontwikkeld, en er wordt druk gedebatteerd over een naam voor het op te zetten Designlabel. 21 februari 2014 is het eerste VIP diner bij Stichting Onterfd Goed, en bij die gelegenheid maken we wereldkundig dat we ons eigen designlabel hebben opgericht: Fenix Design. Voor het diner worden gadgets (hoezen voor mobieltjes en I-Pad’s,) gemaakt uit oude wandkaarten en posters uit de collectie Scryption om aan iedere gast mee te geven. Op dat moment is er al overleg met onder andere de Design Academy Eindhoven en Sint Lucas in Boxtel, opleidingen die wellicht kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van producten en het opgebruiken van materiaal Op 28 februari 2014 betrekt Fenix Design de nieuwe werkruimte in de nieuwe locatie van Stichting Onterfd Goed. Het team bestaat op dat moment uit: Roos Vlek, Robert Michels, Carla Bakker en Patrick van Berkel en eindverantwoordelijke is Jolande Otten namens Stichting Onterfd Goed.
Fenix Design Februari Vanaf 15 Februari zijn Carla Bakker en Patrick van Berkel als betaalde krachten aangesteld, voor 8 uur per week als projectmanager. Daarnaast bestaat het team uit Roos Vlek en Robert Michels. Roos verlaat Fenix Design diezelfde maand omdat haar opvattingen over opgebruik en vernietiging teveel uiteenlopen met die van Stichting Onterfd Goed. Vanaf het begin hebben we ons gericht op het samenwerken met designers, sommigen net afgestudeerd, anderen al met een behoorlijke staat van dienst. Dit omdat we professionele partners zoeken die kunnen werken met de materialen die we hebben en die een visie hebben op upcycling. Binnen en buiten het eigen netwerk worden contacten gelegd.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Maart Op 19 maart 2014 houden we “open huis”. We hebben die dag afspraken met een aantal designers op onze locatie. We gaan met hen in gesprek over een mogelijke samenwerking, en de mogelijkheden die zij zien met betrekking tot het gebruik van onze materialen. Een van de mensen van het eerste uur is Durk van der Ploeg, die sculpturen maakt van de onderdelen van oude type machines. Uit deze gesprekken komen ook samenwerkingen voort met Huib Muilwijk en Joop Aarts. Huib gaat voor ons een tafel maken met de ponsplaatjes die we in de collectie gevonden hebben. Joop gaat designmeubilair maken van onderdelen van industriële machines uit de collectie. We spraken verder onder andere met Joep Huizinga, Maaijke Ijpelaar (Miss Garbitch), Carolien Laro, Marieke Boumans en ontwerplabel Vij5. Aan de anderen die graag zouden samenwerken maar nog geen directe toepassing zien voor de door ons aangeboden materialen geven we materiaal mee om te kunnen experimenteren. Ook spreken we met allen af dat zij ons bestaan en ons verhaal in hun netwerk zullen verspreiden. In de weken daaropvolgend worden contact gelegd met onder andere de Design Academy in Eindhoven, Sint Lucas in Boxtel, St Joost in Breda, Koning Willem I college in Den Bosch en de Mode Academie in Arnhem. De vraag is of er mogelijkheden tot samenwerking zijn, en daarnaast of we gebruik mogen maken van de netwerken van alumni, om te zoeken naar ontwerpers die we gericht kunnen benaderen in verband met mogelijke samenwerking. De opleidingen geven aan hun rooster voor het schooljaar al vol te hebben en om die reden niet open te staan voor samenwerking. Bovendien vragen ze van ons budget mee te nemen voor het opzetten van een project. Het leveren van materialen en grondstoffen is niet voldoende. Een uitzondering daarop, zo lijkt op dat moment , is de Design Academy Eindhoven. Rianne Makkink maakte in haar rol als docent een afspraak met ons om de mogelijkheden te bekijken. De samenwerking met de opleiding is uiteindelijk niet doorgegaan, vanwege gebrek aan budget en ook weer het te volle rooster. Wel hebben we een aantal gesprekken met bureau Makkink-Bey, daarover later meer. St. Joost gaf een aantal namen van alumni die we konden benaderen. Naast het maken van afspraken en het voeren van gesprekken zijn we in deze periode het onderzoek gestart naar de mogelijkheden ten aanzien van de sociale werkplaats. We maakten daarvoor zelf prototypes van sieraden, meubelstukken en andere kleine gebruiksvoorwerpen. Deze waren bestemd voor directe verkoop, en tegelijkertijd bood het maakproces ons de mogelijkheid te onderzoeken of deze producten in kleine series door mensen van een sociale werkplaats gemaakt konden worden.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
April Vanaf april gaan echt de eerste collectiestukken de deur uit voor opgebruik. We hebben afspraken met Huib Muilwijk voor het ophalen van spullen. Verder toont Simon Claessen van Drukknop.nl zich geïnteresseerd in een deel van de collectie computers. Hij heeft een museum en denkt eventuele hiaten in zijn collectie te kunnen vullen met items uit de onze. Ondanks herhaaldelijk telefonisch contact vinden we op dat moment geen uitgangspunten voor een verdere samenwerking. We ontdekken dat er ook in België een en ander gaande is op het gebied van upcycling, en leggen contact met Evy Puelinkcx. Zij is eigenaresse van “het Vindingrijk” en “Minister van upcycling”, t.v. persoonlijkheid en architect. Ze is zeer geïnteresseerd in wat we doen en we maken een afspraak: Op 30 April ontvangen we haar en maken afspraken voor een samenwerking. Ze heeft een boek dat ze graag in Nederland uitgegeven wil hebben en wij willen graag dat ze ons helpt met ontwerpen en uitvoeren van die ontwerpen. Daarnaast als het even kan ook met het verspreiden van de boodschap van Fenix Design en het werven van Nieuwe ontwerpers in België. We besluiten de netwerken aan elkaar te koppelen en te onderzoeken wat we voor elkaar kunnen betekenen. We plannen een vervolgafspraak in Antwerpen. De eerste stappen voor een daadwerkelijke samenwerking worden gezet. We overwegen een kast naar ontwerp van Evy te maken uit de computermonitoren die we hebben, en we ontdoen alle typemachines van hun koffers. Evy heeft aangegeven een idee te hebben voor hergebruik van de koffers, en we spreken af ze bij de volgende afspraak mee te nemen. Vanaf mei lukt het ons echter niet meer contact met Evy te krijgen, we vernemen niet waarom dat is. We maken een begin met het schrijven van teksten voor de website, maken plannen voor het event dat in juni gepland staat, en werken verder aan het ontwikkelen van kleine gebruiksvoorwerpen.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Mei Er zijn afspraken met onder andere Rianne Makkink namens Bureau Makkink-Bey, met sociale werkplaats Kant, en we gaan naar de opening van de nieuwe locatie van Studio Dirk van der Kooij. We hopen met hem te kunnen gaan samenwerken om al het kunststof van de computers en elektrische typemachines te kunnen hergebruiken. Kant komt een aantal objecten ophalen om te kijken of deze geschikt zijn voor verwerking in de sociale werkplaats. Met Rianne Makkink bespreken we de mogelijkheid van een samenwerking met Bureau Makkink-Bey. Ons bezoek aan studio Dirk van Der Kooij werpt zijn vruchten af: we maken een vervolgafspraak om te bekijken of de materialen die wij hebben geschikt zijn voor verwerking door zijn machine. Kant brengt later deze maand de spullen onverwachts terug, met de mededeling dat ze ons niet zien als geschikte partner voor een samenwerking. We hebben te weinig homogeniteit in de voorraad voor hen om mee te kunnen werken. De Weener groep, nog een sociale werkplaats, bezoekt Onterfd Goed en we spreken met hen eventuele mogelijkheden door. Zij zien eveneens vooralsnog geen mogelijkheden tot samenwerking. De mogelijkheid met betrekking tot samenwerken met “De 7e Smaak” wordt onderzocht. Zij organiseren een evenement waarop we ons wellicht kunnen presenteren. Teveel is echter nog niet duidelijk ten aanzien van de inhoud, en er zijn nog geen producten aan onze kant. We moeten concluderen dat dit geen zin heeft. Een ander onderzoek leert ons dat Beeldenstorm, bronsgieterij in Eindhoven ons kan helpen het brons, messing en tin uit de inktstellen om te smelten. Dat zal echter wel een metaal van onduidelijke legering opleveren, wat het bijzonder lastig maakt een ontwerper te vinden die ermee zou willen werken. Wat het ook lastig maakt, is dat we het eerst zouden moeten omsmelten in “broodjes”, zodat daarna producten gemaakt kunnen worden die allemaal uit dezelfde legering bestaan. Ook het ontwerpen en de productie daarvan kosten immers geld. Daarvoor moeten we minimaal een dag aan het werk en betalen dus onszelf en de huur van de werkplaats en een medewerker voor een dag. De vraag is, of het maken van een product dan nog kostendekkend zal zijn. Er is even contact met Acco Goldenbelt, maar dat levert geen aanknopingspunten voor een verdere samenwerking op. Frans Beerens, fotograaf is inmiddels onze “artist in residence”. Hij maakt stapelingen met objecten uit de collecties en fotografeert deze. Zijn foto’s en stapelingen maken deel uit van de producten van Fenix Design. In overleg met de directie van OG horen we dat wordt overwogen de activiteiten van Fenix gedurende de zomer stil te leggen in verband met de grote investering en de tegenvallende inkomsten.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Juni We krijgen groen licht om gedurende de zomer door te werken. Op 4 juni nemen we het kunststof van een aantal computers mee naar studio Dirk van der Kooij om te bekijken of het geschikt is voor verwerking. Dat blijkt zo te zijn. De rest van de maand werken we vooral aan het ontmantelen van de rest van de collectie computers en elektrische schrijfmachines. Verder spreken we met Jason Ghering, die een design winkel heeft op Strijp S in Eindhoven. Een uitgangspunt voor een samenwerking levert dat niet op. Wel vinden we metaalverwerkingsbedrijf De Leeuw metalen b.v. dat zich ontfermt over het merendeel van de typemachines. Zij gaan die op een milieubewuste en maatschappelijk verantwoorde manier verwerken. Het materiaal gaat niet verloren, maar wordt ter beschikking gesteld aan kunstenaars en kleinere ondernemingen die het kunnen hergebruiken. De eerste producten gemaakt van de collectie worden deze maand geleverd: Durk van der Ploeg brengt ons een aantal sculpturen die hij heeft gemaakt van de typemachines uit de collectie. Onder andere onze mascotte: een Fenix die zich losmaakt uit een typemachine. Daarnaast een aantal andere dieren, zoals de indrukwekkende olifant hieronder. Ook Joop Aarts levert een eerste product: een tafel gemaakt uit materialen van de Sikkens- Collectie. Omdat inmiddels duidelijk is dat het niet haalbaar is onszelf met onze producten te presenteren op een Event deze zomer, wordt het event nogmaals uitgesteld. We willen in ieder geval wachten tot er meer producten klaar zijn, zodat we een duidelijker beeld kunnen geven van wie we zijn en wat we doen.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Naar aanleiding van het plaatsen van een bericht op Facebook over het ontmantelen van de computers, ontstaat een digitaal relletje. Een aantal mensen die door Simon Claessen van dit bericht op de hoogte worden gesteld, gaat het blijkbaar zeer aan het hart dat in hun ogen historisch significant materiaal wordt vernietigd. Een over het algemeen slecht onderbouwde mening wordt door hen geventileerd, waaruit bij velen ook duidelijk blijkt dat ze verkeerd geïnformeerd zijn met betrekking tot onze doelstellingen. Een greep uit de reacties op onze Facebookpagina:
Simon Claessen "what do you think of Fenix design"... om het maar in mooi nederlands te zeggen: Ignorant Bastards. het komt niet boven het nivo van een baby met een hamer in een kamer vol geslepen kristal. Is ook een hele kunst. da's waar.
Bug Blue — 1 sterHet is toch belachelijk. Eerst gratis een grote museum collectie krijgen en dan het idee hebben dat door het hele land verspreid te bewaren. De implementatie is: belachelijke geldbedragen hiervoor vragen, als blijkt dat niemand 2000 euro voor een tapedrive wil neerleggen dan gooien we het maar in de shredder.
Mazzini Alessandro — 1 sterYou really don't want to know what I think of you, after seeing what you are doing with what was inside of a museum. Artists ? No... you don't even know what art is...
Yvan Janssens — 1 sterOp zich is het al een complete schande hoe al dit historisch significant materiaal gewoon schaamteloos vernietigd wordt, maar heel het idee van hergebruik en upcycling molesteren met als enig doel enorme bakken winst maken op een collectie die je ergens gratis bent gaan halen is gewoon van de pot gerukt. Als je wil strijden tegen kapitalistische zwijnen zou het kunnen helpen er zelf niet één te zijn.
Henk Stegeman — 1 sterHier gaat historisch erfgoed voor eeuwig verloren als 'kunst'
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Omdat we vrezen dat zulke negatieve publiciteit ons kan schaden, en omdat we niet willen dat mensen verkeerde denkbeelden krijgen, reageren we op de recensies, en nodigen we Simon Claessen nogmaals uit bij ons te komen kijken of er volgens hem computers zijn met erfgoed waarde. Later die maand komt hij inderdaad langs met een collega. De Conclusie luidt dat er inderdaad geen materiaal meer is met erfgoedwaarde. Wel vinden ze in de collectie een aantal objecten die ze graag zouden willen toevoegen aan hun collectie. Op basis van de marktwaarde, die we toetsen op onder andere marktplaats en E-Bay, wordt door ons een voorstel gedaan voor een prijs. We krijgen als antwoord dat een andere collectie voorrang krijgt, en dat ze de producten wel willen overnemen maar er niet voor willen betalen. We concluderen hieruit dat de producten waarom het gaat definitief hun waarde hebben verloren, en gaan door met het ontmantelen van de collectie. Simons eerdere bericht op Facebook wordt wel door hem gerectificeerd.
Simon Claessen — 2 sterrenHierbij even een rectificatie. we hebben vandaag een constructief gesprek gehad over het gedoe met de restanten van de scryption collectie. We zijn het niet helemaal met elkaar eens, maar het was verfrissend eens van gedachten te wisselen over fenix design. Bij deze neem ik onderstaand orgineel bericht terug en bied mijn excuses aan voor de onwaarheden daarin. ------ orgineel bericht ---------"what do you think of Fenix design"... om het maar in mooi nederlands te zeggen: Ignorant Bastards. het komt niet boven het nivo van een baby met een hamer in een kamer vol geslepen kristal. Is ook een hele kunst. da's waar.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Juli Op 4 Juli hebben we een afspraak met bureau Makkink-Bey, op hun locatie in Rotterdam. We bespreken een mogelijk project waarin we gezamenlijk een tentoonstelling willen organiseren in Het Nieuwe instituut. Dat zou in december kunnen plaatsvinden. Uitgangspunt is het plan “Something Old, Something New, Something Borrowed, Something Blue”, door hen bedacht. Het gaat om een tentoonstelling bestaande uit vier compartimenten, waarin stukken uit de door Onterfd Goed beheerde collecties, bruiklenen van ontwerpers, nieuwe ontwerpen geïnspireerd door of gemaakt van objecten uit de collecties van SOG en ruimtelijke onderzoeken in blauwschuim een rol spelen. Het concept ligt er, de uitdaging is om fondsen te vinden die dit willen mogelijk maken. Ons aandeel ligt op dat terrein en bij het leveren van grondstoffen en objecten uit de collectie Scryption, bureau Makkink-Bey zorgt voor het maken van de inhoud van de tentoonstelling. Een begin wordt gemaakt aan het projectplan ten behoeve van de fondsen. Het concept van bureau Makkink-Bey wordt door ons verder uitgewerkt, en we zoeken naar geschikte fondsen. Het ontmantelen van de computers is grotendeels klaar nu. We maken afspraken voor het vervoer van het materiaal naar Studio van der Kooij. we spreken met Marleen Kurvers over een eventuele deelname aan de Dutch Design Week in oktober. De opening van pop up store “The Wicked Warehouse” in Amsterdam wordt voorbereid, en Marleen denkt aan het openen van een eigen winkel in Amsterdam. We overleggen met haar of we daar onze producten kunnen afzetten. Robert Michels neemt afscheid van Fenix. Hij heeft ons als vrijwilliger de afgelopen maanden met hart en ziel bijgestaan, maar andere belangen wegen voor hem momenteel zwaarder.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Augustus We werken aan het projectplan voor de tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut. Met alle ontwerpers die we eerder benaderd hebben en die ook daadwerkelijk producten maken, wordt contact opgenomen en bekeken wat de stand van zaken is. Teksten voor de te vernieuwen website van OG worden geschreven en de werkruimte ruimte van Fenix wordt opgeruimd en verkleind. Dit in verband met het al aardig slinken van het restant van de Scryptioncollectie en de ruimte die nodig is voor de andere collecties. september Er worden concrete plannen gemaakt voor een presentatie van Fenix Design op Dutch Design Week. Marleen Kurvers heeft met een partner een pand langs de route en stelt ons in de gelegenheid de tafel die inmiddels is gemaakt en geleverd door Huib Muilwijk daar te presenteren. Daarnaast zullen nog Sculpturen van Durk van Der Ploeg en Foto’s van Frans Beerens worden gepresenteerd. Inmiddels is duidelijk dat Marleen Kurvers een Galerie/ Store gaat openen in Amsterdam: Oode. We maken plannen met haar voor de presentatie van onze producten daar. Omdat Marleen een design shop opent moeten we ons opnieuw buigen over de vraag wat design inhoudt en welke producten uitgebracht onder het label Fenix Design, design waardig zijn of veel meer vintage / upcycling. Deze discussie heeft voor ons het hele proces van upcycling scherper in beeld gebracht en vanaf dat moment hebben de producten uitgesplitst in twee lijnen: design en hergebruik. Design staat voor producten met een nieuwe vorm en inhoud waarvan de grondstof (museale objecten) slechts ten dele herkenbaar is, vintage staat voor producten die samengesteld zijn uit (onderdelen van) meerdere objecten waarbij de vorm van die objecten leidend is. Onderzocht wordt of ook BKKC een partner zou kunnen zijn voor de tentoonstelling met Bureau Makkink-Bey, en er worden contacten gelegd met Scrap en Mooizooi, bedrijven die spullen ophalen en ze dan aanbieden aan onder andere scholen om ze te gebruiken in de lessen van de kunstvakken. Jos van den Weele is textiel ontwerpster en is aan de slag gegaan met sjabloons uit de Sikkens collectie. We bekijken met haar of het mogelijk is een kledinglijn op te zetten en een slaapkamertextiellijn in samenwerking met Walra.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Oktober Langzaam aan ontstaat een beeld van wat 2014 voor Opgebruik heeft opgeleverd en nog gaat opleveren. We kunnen concluderen dat het opgebruiken van een museale collectie moeilijker is dan gedacht. Er zijn een aantal hele mooie producten voortgekomen uit de diverse samenwerkingen. Dit zijn unieke stukken geworden met een bijzondere ontstaansgeschiedenis, en een navenante prijs. Tegenover de kosten gemaakt voor Opgebruik staan tot op dit moment weinig tot geen opbrengsten Dit heeft velerlei redenen die onder het hoofdstuk “Waar liepen we tegen aan” verder zullen worden toegelicht. Bovenstaande is voor de raad van bestuur van Onterfd Goed een reden om te bekijken of het momenteel verantwoord is om in 2015 opnieuw in Opgebruik te investeren. Besloten wordt Opgebruik op non actief te zetten tot het moment dat er financieel meer ruimte is . De laatste maanden zullen worden besteed aan het schrijven van een onderzoeksverslag over het proces rondom Opgebruik , het afwikkelen van de nog lopende afspraken met ontwerpers en het maken van plannen voor een debat, te houden in maart 2015. november De laatste resten van de collectie Scryption die er nog zijn worden opgehaald. De voorraad papier, vooral veel gebruiksaanwijzingen en leermethoden voor computers, typemachines, stenografiemachines etcetera is niet geschikt gebleken voor verwerking door Label Vij5. Dat ligt aan de verschillende maten en samenstellingen van de voorraad papier. We brengen het naar een papierrecycling bedrijf. Het restant van de collectie computers, grotendeels ontdaan van kunststof, wordt opgehaald door IT- recycling. Zij zorgen voor het milieubewust hergebruiken van allerlei computer gerelateerd materiaal. December Een aantal producten, waaronder twee prachtige tafels gemaakt door studio Dirk van der Kooij komt nog binnen. Er Komt een tentoonstelling in het SM’s in Januari 2015, waaraan Studio Dirk van Der Kooij is gevraagd deel te nemen. Hun inzending zal één van deze tafels zijn. We dragen dus bij aan de PR rondom deze tentoonstelling. Daarnaast worden alle producten voortgekomen uit Fenix Design gefotografeerd en voorzien van een eigen nummer. Ze worden opgenomen in de database van Stichting Onterfd Goed en zijn ook op de website te vinden, voorzien van een kort achtergrondverhaal en foto.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Waar liepen we tegen aan? Gaande bovenstaand proces liepen wij tegen vragen aan die soms opgelost werden maar soms ook problemen bleken te vormen die uiteindelijk de grens van ons vermogen aangaven. In de inleiding zijn de vragen die wij ons stelden opgenomen. In dit hoofdstuk bespreken we per vraag de problemen waar we tegen aan liepen en welke antwoorden wij daar al dan niet op hadden. 1) Hoe gaan we om met de restanten van de collecties die uiteindelijk niet verkocht zijn. In deze vraag zit een variabel die veel discussie heeft opgeleverd namelijk het woord uiteindelijk”. De datum waarop de hele eerste collectie ( Scryption) over gedragen werd aan de afdeling Opgebruik was gesteld op 1 januari 2014, (tegelijkertijd met de verhuizing van de collectie naar de grotere ruimte en de inventarisatie van de nieuwe collectie schilderijen en beelden van de Kunstuitleen Utrecht). Vanaf dat moment zou er niets meer uit de collectie verkocht worden ( de collectie ging op slot) en zou de collectie toegankelijk worden voor makers. Daarmee hadden we gelijk een unique selling point namelijk: deze “unieke rest collectie” wil niemand meer hebben maar het blijft museaal materiaal en wij gaan daar bijzondere nieuwe dingen van maken. In de praktijk bleek dit moeilijker dan verwacht. Ondanks gedeeltelijke afsluiting van de ruimte kwamen er op de dagen dat er niemand aanwezig was van Opgebruik toch bezoekers binnen die spullen vonden die ze wilden kopen. Op het moment dat de interesse voor producten uit de Scryption Collectie opnieuw herkend werd, werden er spullen uit Opgebruik gehaald voor Adoptie . De consequenties hiervan waren dat er onduidelijkheid ontstond over de voorraad van her te gebruiken materialen. Het gebeurde regelmatig dat makers enthousiast gemaakt waren voor restmaterialen maar dat die niet meer aanwezig waren doordat ze naar Adoptie waren gegaan. Door de ambivalentie: geld verdienen om de Stichting Onterfd Goed te kunnen draaien en de missie van Opgebruik zoals boven reeds beschreven ontstonden er spanningen. Harde afspraken bleek niet hard te zijn en de koers werd aangepast als het zo uit kwam. Begrijpelijk in een organisatie in ontwikkeling maar lastig en frustrerend voor medewerkers die een opdracht hebben. Temeer omdat veranderde inzichten niet duidelijk werden gecommuniceerd. Hierboven wordt gesproken over makers. Daarmee worden designers, makers bedoeld die bereid waren om producten te maken van de restanten van de Sryption collectie. Dat wij mensen van buiten zijn gaan uitnodigen heeft te maken met het volgende: Wij beschikten over een bescheiden aantal uren menskracht. 2 x 8 uur voor de betaalde krachten die het project zouden trekken, 1 coördinator (Kate), en 2 vrijwilligers die elk een dag zouden meewerken. Helaas hebben we al in een vroegtijdig stadium afscheid moeten nemen van een vrijwilligster die zich niet kon verenigen met de richting die Fenix Design opging. In dezelfde periode vond de coördinator een ander project waar ze zich voor wilde inzetten, waarmee onze bezetting uit te weinig mensuren bestond om alles zelf te doen: materiaal uitzoeken, ontwerpen, onderzoeken en maken. Beurzen of markten bezoeken voor verkoop van producten en het aantrekken van makers. Om te kunnen voldoen aan de door ons geformuleerde criteria hebben wij vervolgstappen ondernomen, waarbij opnieuw een vraag onderzocht moest worden namelijk:
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
2) Hoe kunnen wij met deze restanten betekenisvolle producten maken die voor het brede publiek interessant zijn? Op het moment dat de eerste collectie overgedragen werd aan opgebruik (1 januari 2014, tegelijkertijd met verhuizing ten behoeve van de Sikkens collectie en de collectie Kunstuitleen Utrecht)werd zichtbaar met welk restmateriaal we konden werken. Daarmee waren de restanten gedefinieerd. De criteria bleken opnieuw stof voor uitgebreide discussie. De uiteindelijke criteria voor het maken van betekenisvolle producten hebben we in het document “richtlijn/overeenkomst upcyling” (Zie ook eindnoot i) vastgelegd. Omdat we in een pioniersfase zaten en maar beperkte middelen tot onze beschikking hadden hebben we de richtlijnen niet juridisch laten controleren. Daardoor was het document flexibel en kon het indien nodig aangepast worden. Later bleek dit tegelijkertijd een valkuil. Omdat we te weinig mens uren hadden om alles zelf te doen, namelijk het hel proces van materiaal uitzoeken, ontwerpen, onderzoek doen en producten maken moesten we op zoek gaan naar mensen of instanties die ons konden helpen bij het maken van producten die aan reeds genoemde criteria voldeden. Daarbij moesten die mensen over een eigen werkplaats beschikken en eigen gereedschap omdat Fenix Design daarover niet beschikt. We zijn onze zoektocht begonnen bij het BKKC , omdat zij over een database beschikken van kunstenaars in de regio Brabant, adviseren bij financiering vraagstukken en financieringsmogelijkheden bieden om de Brabantse culturele sector te versterken. Wij hoopten dat zij ons aan geïnteresseerden zouden kunnen helpen. Vervolgens hebben we in ons eigen netwerk gezocht naar relaties die hergebruik en vormgeving een warm hart toedroegen. We hebben verschillende woensdagen (onze vaste werkdag) besteed aan het rondleiden van kunstenaars. Allen waren zeer geïnteresseerd maar op het moment dat wij hen voorstelden spullen mee te nemen om er iets van te maken veranderde vaak hun houding. Ze wilden er allen graag eerst over nadenken. De stap naar het daadwerkelijk tekenen van de overeenkomst en de verplichting tot het ontwikkelen van een product aangaan bleek voor velen nog te groot. We hebben contact gehad met de Belgische interieurvormgeefster , archtitect en tv persoonlijkheid Evy Puelinckx. Zij schreef een boek over upcyclen en is initiatiefneemster van “het Vindingrijk”, een community rondom upcycling. Belangrijke informatie die wij van haar kregen was dat de producten die zij maakte uit oud materiaal, arbeidsintensief waren en daardoor kostbaar. Voor grote projecten zoals het opknappen van kantoren, zoals zij doet met upcycling bleek maar een kleine markt te bestaan. De energie die gestoken moet worden in het hergebruiken betaalt zich maar mondjesmaat terug, zo bleek ons contact met haar.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Naast designers van formaat hebben we ook gezocht naar makers die producten wilden ontwerpen die we vervolgens door sociale werkplaatsen in serie zouden laten maken en die aantrekkelijk zouden zijn voor een breed publiek, voor ieder wat wils. Helaas liepen we ook daarbij tegen grenzen aan: Om seriematig te kunnen werken heb je een constante toevoer nodig van dezelfde grondstof. Wij hebben geen constante toevoer van identiek materiaal. Als de makers van de sociale werkplaats zelf niet creatief zijn zal de kwaliteit van het product door de wisselende samenstelling niet constant zijn. De producten moeten eenvoudig te maken zijn. Mensen van een sociale werkplaats hebben goede , heldere handleidingen nodig en vragen veel begeleiding. De kosten van een werknemer van de sociale werkplaats zijn 8 euro per uur. We kunnen hen niet uitbetalen. Er is immers geen geld voor het doen van voorinvesteringen. Geen duidelijke grens tussen einde adoptie en begin opgebruik Geen voorraad (we kunnen niet een aantal jaren opslaan, want die rol past de stichting niet. Bovendien kost het geld om dat te doen en weet je niet wat je dan hebt en of je ermee kunt werken) Naast de materialen die wij aanleveren hebben we geen geld om in aanvullend materiaal te investeren, bijvoorbeeld kledinghaken om te monteren op planken uit de Sikkens collectie zodat het kapstokken worden. De hoge kosten van upcycling worden ook veroorzaakt door: Aankoop en gebruik/ afschrijven van benodigd gereedschap. Extra materiaal (voor bevestiging e.d. ) dat moet worden ingekocht De Ruimte die nodig is om te werken en voor het opslaan van de voorraad Arbeid Alle te maken kosten die doorberekend worden maken dat de verkoopprijs van ieder product alleen te rechtvaardigen is als er een bekende naam aan het product hangt. Bijvoorbeeld de naam van een bekende organisatie of bekende Nederlander. Het verhaal van de museale collectie die eindigt in een gerecycled product moet breed geadverteerd en gecommuniceerd worden. Dat vraagt PR, een goede website, goede teksten, kortom mensen, tijd en geld om daarin te kunnen investeren .
De verkoop van (design-) producten wordt bemoeilijkt door: Hoge prijzen Select publiek De tijd die het kost om een voorraad op te bouwen. De locatie Van OG: er is te weinig aanloop van publiek.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
3) Hoe verdienen wij de kosten die gemaakt worden ten behoeve van dit onderzoek in de periode januari 2014 - december 2014 terug? In principe worden de gemaakte kosten terugverdiend door de verkoop van de gemaakte producten. Echter: 11 maanden is te kort om een netwerk op te bouwen, producten te ontwikkelen en deze te verkopen. Het kost minimaal drie jaar om een collectie op te bouwen en een publiek aan je te binden. Voor het genereren van bekendheid bij het publiek is bovendien nodig dat er veel publiciteit wordt gemaakt en dat er een doorsnede van de collectie zichtbaar is in galeries, conceptstores, tijdelijke verkooppunten waar veel mensen komen. Op die verkooppunten moeten enthousiaste verkopers zijn die producten kennen en ze ook bij klanten onder de aandacht kunnen brengen. Voorwaarden waaraan de poot opgebruik verder moet voldoen: Er moeten minimaal 2 dagen per week beschikbaar zijn voor de medewerkers. Er zijn teveel en te uiteenlopende werkzaamheden om in één dag per week te doen, ook als je die spreidt over twee personen. Afgelopen jaar is aanzienlijk meer tijd geïnvesteerd dan één dag per week. Ook met die extra tijd is het lastig een proces verspreid over zoveel verschillende ondernemers en locaties te managen. Management van de poot opgebruik moet volledige verantwoordelijkheid hebben en verantwoording afleggen aan de directie van OG en de andere medewerkers. Daarmee wordt bedoeld volledige verantwoordelijkheid over budget, PR, leveringscondities etc. De status van de poot opgebruik dient gelijk te zijn aan die van Kennis &Advies en Adoptie. Om geld te kunnen genereren moet er een budget zijn voor het doen van voorinvesteringen. Dat budget moet worden vastgelegd. verantwoording voor het gebruik van dat budget moet liggen bij het management van opgebruik. De voorkeur gaat uit naa5r een eigen bankrekening voor Opgebruik alsmede een eigen budget.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
4) Wat doen wij met die restanten die ook nadat ze de laatste cyclus hebben doorlopen geen bestemming hebben gevonden en dus “nutteloos” blijken te zijn? Ook deze restanten moeten zoveel mogelijk op een verantwoorde manier worden afgevoerd. Liefst in samenwerking met partners die ook verbinding hebben met het culturele veld. Op die manier is het mogelijk nog PR te genereren uit de laatste resten van een collectie, en kan bijvoorbeeld in het jaarverslag van Stichting Onterfd Goed inzichtelijk worden gemaakt wat er tijdens het proces van ontzamelen gebeurt. We denken dat dit sterk bij draagt aan het beeld van integriteit dat de stichting nastreeft in omgang met potentiële opdrachtgevers en publiek. Nadat een deel van de afgestoten Scryption collectie en een klein deel van de Sikkens collectie gebruikt waren voor het maken van producten kwam er een grote nieuwe collectie binnen die veel ruimte vroeg. Omdat door alle reeds genoemde factoren de afdeling Opgebruik onder druk kwam te staan werd in oktober besloten dat per 1 januari 2015 de Scryption collectie opgebruikt moest zijn evenals een deel van de Sikkens collectie. Door de beperkte tijd was het niet mogelijk opnieuw kunstenaars aan te trekken en weer een ontwerpproces te starten. Daarom hebben wij de materialen aangeboden aan zorgvuldig uitgekozen derde partijen, waaronder een handelaar in oud ijzer en een opkoper van computers die materiaal op een bewuste manier recyclen. Vanaf 1 januari 2015 is Opgebruik sluimerend. Het afgelopen jaar hebben we een onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het ideaal: hergebruik van (museale) kunst . Dat het niet makkelijk is, is duidelijk. Desondanks hebben we een paar prachtige unieke producten in ons bezit die een aardige waarde vertegenwoordigen en daar zijn we trots op. Wij blijven er zorg voor dragen de Fenix design artikelen aan het publiek aan te bieden.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Conclusie De poot opgebruik kostendekkend of winstgevend maken lijkt niet haalbaar. Het “betekenisvol en voor het brede publiek” opgebruiken van collecties kost meer dan het oplevert. Wil de stichting op een verantwoorde manier ALLES uit een collectie afstoten, dan moet er in opgebruik worden geïnvesteerd. Herbestemmen moet de prioriteit hebben boven geld verdienen. Op de lange termijn is het wellicht mogelijk om de poot Opgebruik en het label Fenix Design kostendekkend of zelfs winstgevend te maken, maar dat hangt sterk af van een aantal hierboven al beschreven factoren. Tijd, massa (van grondstof), een continue aanvoer van producten en het opbouwen van een collectie zijn er enkele. Een positieve bijdrage leveren aan Kennis &Advies en Adoptie, zoals vastgelegd in de doelstellingen van Opgebruik, is zeker mogelijk. Opgebruik kan bijdragen aan PR, goodwill, sympathie onder potentiële opdrachtgevers en publiek. Het draagt de ideële doelstellingen van de stichting uit en zorgt voor professionele integriteit. Daarnaast is opgebruik een noodzaak. Als Stichting Onterfd Goed zich ten doel stelt op een integere, maatschappelijk betrokken manier te ontzamelen, moet ook voor de onverkoopbare objecten uit de collecties een bestemming worden gevonden. Het gaat hier om stukken die geen erfgoed of verzamelwaarde hebben, noch interessant zijn voor het lekenpubliek. In veel gevallen zijn de objecten beschadigd of functioneren ze niet meer. Ze vertegenwoordigen geen geldelijke waarde. Toch zijn ook deze objecten ooit van belang geacht voor de collectie waarvan ze deel uitmaakten. Collecties zijn niet zelden met overheidsgeld, fondsen of donaties van het publiek tot stand gekomen. Wat op een zo liefdevolle manier is samengebracht te vernietigen met geen ander doel dan dat, zou niet respectvol zijn. De Collecties, door de Stichting in behandeling genomen hebben een betekenis gehad voor velen. Het is daarom van belang dat ook met zorg wordt gekeken naar en laatste bestemming. Dat ligt gevoelig, hebben we gemerkt, want ook het upcyclen waarbij objecten als grondstof dienen voor nieuwe producten stuit sommigen tegen de borst. Wij zijn er echter van overtuigd dat op deze manier een nieuwe betekenis gegeven kan worden aan deze objecten. Het allermooiste voorbeeld daarvan zagen we in december van dit jaar: in Samenwerking met Studio Dirk van der Kooij Zijn twee tafels gemaakt uit het kunststof van de computers en elektrische typemachines uit de collectie Scryption. Eén van deze tafels zal te zien zijn op de tentoonstelling “How we work, new dutch design”ii In het SM’s. Dat betekent dat we objecten afkomstig uit een voormalige museale collectie, die door de overheid niet de moeite waard geacht werd te behouden, door het proces van upcycling een dusdanige betekenis hebben gegeven dat ze opnieuw de moeite waard zijn om in een museum getoond te worden. Nu echter niet meer in hun oorspronkelijke staat en functie als erfgoed. Ze zijn verwerkt in een object dat past bij de eisen van onze tijd, en worden ook als zodanig opgenomen in een tentoonstelling met eigentijds Design. We konden ons geen mooiere eindbestemming voorstellen. Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Bijlage 2)
Financiële verantwoording Begroting Kosten: 1
2
3 4 5
geraamd Loonkosten medewerkers/ externe arbeid loonkosten hoofd herbestemming (Jolande 0,2fte) reiskosten/ vrijwilligerskosten Materiaal/inrichting Marketing/drukwerk/ PR
Totale kosten inkomsten: 6 7 8
Uitgegeven 25,000.00€
-€
9,000.00€
-€
5,000.00€
-€
5,000.00€ 4,000.00€
-€ -€
48,000.00€ geraamd inkomsten uit verkoop Fenix design Inkomsten uit verkoop materialen Budget uit inrichting locatie
58,000.00€ verschil kosten en inkomsten
-€ Ontvangen 50,000.00€
-€
3,000.00€
-€
5,000.00€
-€
-€ 10,000.00€
-€
Hierboven de begroting zoals gegeven op 24-03-2014. Onze opdracht was: Maak 10.000 Euro winst voor 31 december 2014.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
De werkelijk gemaakte kosten en verkregen inkomsten verhouden zich als volgt: Gemaakte Kosten: Personeel: Reiskosten: Vrijwilligers: Materiaalkosten: Kantine kosten: Automatiseringskosten: Totaal:
21134.94 1588.58 293.59 4468.41 15.50 1.95 27502.97
Inkomsten: Verkoop materialen collectie:
4001.98
Balanswaarde Ingekochte producten:
5000
Geschatte gezamenlijke verkoopwaarde Producten in consignatie:
6000
Pas na de verkoop van de ingekochte producten en de in consignatie genomen producten kan een definitieve balans worden opgemaakt. Voor de in consignatie genomen producten geldt een verdeling van 50% voor de maker, 50% voor Fenix Design/ Stichting Onterfd Goed. Zoals uit bovenstaande gegevens echter al blijkt lukt het niet om binnen de gestelde termijn de afdeling kostendekkend te maken. Op het moment van publicatie van dit verslag heeft Stichting Onterfd Goed nog producten in consignatie van Durk van der Ploeg, Joop Aarts en Frans Beerens. Verder zijn aangekocht één tafel gemaakt door Huib Muilwijk (Madebymidas) en twee tafels van de hand van Dirk van der Kooij. Van de laatste twee is er één onderdeel van de expositie “How we work” in het Stedelijk Museum ’sHertogenbosch. De expositie loopt van 24 januari t/m 17 mei 2015.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Ideeën en aanbevelingen Betreffende het proces van upcycling: de datum voor einde adoptie moet vast staan en definitief zijn. Na die datum vindt geen adoptie meer plaats er moet van tevoren al contact zijn met designers: zij moeten weten wat eraan komt. Een designer moet binnen 6 maanden een product kunnen leveren. Een collectie blijft maximaal 8 maanden beschikbaar voor hergebruik in samenwerking met Designers. Daarna afvoeren via recyclingbedrijven uit het netwerk. Bouw aan een netwerk van recyclingbedrijven, die als vaste afnemers fungeren. Je bent afhankelijk van goodwill en de manier van recyclen moet aansluiten bij doelstellingen van Opgebruik. De richtlijn voor opgebruik moet worden omgezet in een juridisch verantwoord contract. Er moet op worden toegezien dat dit bij elke samenwerking door beide partijen ondertekend wordt. Betreffende PR: Wellicht per collectie één ontwerper zoeken die een designproduct maakt bij wijze van PR stunt. Een samenwerking op basis van gedeeld risico: geen verkoop is geen geld. Het moet dus een idealist zijn die het risico aandurft. Restanten weggeven aan designers? In ruil voor PR? Zorgen voor goede verkooppunten, die aansluiten bij het publiek wat je met de te verkopen producten wilt bereiken. Zorg voor goede PR. het verkopen van producten valt of staat bij mooie foto’s, goede artikelen. Een actieve facebook, website en regelmatig publicaties of advertenties in dagbladen of magazines draagt daar sterk aan bij. Restanten via Scrap XL of Mooizooi herbestemmen bij scholen, jongerenclubs, hobbyisten etcetera, in ruil voor naamsvermelding. Producten maken voor een breed publiek is niet haalbaar. Zorg daarom dat de doelgroep helder in beeld is. Richt de marketing dan ook specifiek op die doelgroep, met de daarbij behorende media. Vermeld in alle publicaties telkens alle drie de pijlers. Zorg ervoor dat ook daar producten zichtbaar zijn, het zij op de foto, het zij fysiek (bijvoorbeeld tijdens debatten of andere openbare gelegenheden waar OG zich presenteert. Haak zoveel mogelijk aan bij PR van de allianties: zorg voor naamsvermelding bij tentoonstellingen, op websites, in winkels etc. etc. Maak actief gebruik van elkaars netwerk. Op een goede, verantwoorde manier opgebruiken, zorgt ervoor dat je in de ogen van het publiek op een integere manier handelt. De gunfactor bij acquisitie wordt positief beïnvloed, en omdat je zowel nieuwe als “tweede hands” producten aanbiedt, wordt het voor het publiek interessanter. De organisatie moet zich actief op beide markten richten. Betreffende positief effect op Kennis en Advies en Adoptie: Neem opgebruik op als derde pijler in het organogram. Smeer het proces uit indien nodig, of spreid de release van producten, zodat het een doorlopend proces blijft. Zorg voor maandelijks overleg in het team. Stem opgebruik, Adoptie, Kennis &Advies goed op elkaar af. Zorg voor gezamenlijke doelen, en zorg ervoor dat de drie pijlers elkaar versterken.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Betreffende status en handelwijze van de pijler opgebruik: Splits opgebruik in 2 categoriën: Vintage Art en Design. Vintage Art kan gemaakt worden van objecten uit bijv. de Sikkens Collectie. Zij krijgen een nieuwe functie, of kunnen assemblages zijn van verschillende objecten die samen een nieuwe functie krijgen. Producten zijn bestemd voor een lagere prijsklasse, maar nog steeds unica. Er is immers geen massa voor het maken van series. Het zelf maken en bedenken kan de prijs nog aantrekkelijker maken. In de categorie Design gaat het meer om productontwerp, waarbij objecten een nieuwe vorm en inhoud krijgen. De herkomst is herleidbaar, maar er is een hele nieuwe, originele, toepassing gevonden voor het aangeleverde materiaal. Omdat dit een tijdrovend proces is liggen de kosten ook hoger. Er moeten vanaf het begin van een samenwerking duidelijke afspraken zijn ten aanzien van de prijzen en het al dan niet inkopen van het product als het klaar is. Bij inkoop kan een verdeling van 50/ 50 gelden. Wordt het product in consignatie verkocht dan is 40/60 beter. Onderhandel niet met de consument/ koper over de prijs. Aangezien het een nieuw product betreft, is de prijs ook de prijs die erop staat. De afdeling opgebruik heeft baat bij een eigen leidinggevende/projectleider. Daarbij hoort een eigen budget, wat valt onder de verantwoordelijkheid van deze persoon. Hij of Zij moet verantwoordelijk zijn voor beslissingen ten aanzien van inkoop en zelf met ontwerpers onderhandelen over de prijs. Dat voorkomt dat er frictie ontstaat binnen de samenwerkingen met betrekking tot eigenaarschap en verplichtingen ten aanzien van de verkoop van de producten. Opgebruik zou op gelijke voet moeten staan met kennis & advies en adoptie, en niet tot verantwoordelijkheid van de andere pijlers moeten behoren. De afdeling zou gebaat zijn bij een gelijke status met gelijkwaardige verantwoordelijkheden en verplichtingen. Tijdens acquisitie al aangeven dat opgebruik of upcycling heel lastig is vanwege hetgeen beschreven is in de conclusie.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Bijlage 1) i
Richtlijn/ overeenkomst. Upcycling: Upcycling is een reeds ingeburgerd woord voor nieuwe waarden creëren voor “dingen” die als zodanig hun waarde hebben verloren. Geen recyclen, want het gaat niet alleen om hergebruik van de grondstof van een object, maar ook om zijn originele vorm. Het gebruik ervan wijzigt en in een nieuwe samenstelling met andere onderdelen, krijgt het geheel een nieuwe vorm en functie. De objecten die bij Onterfd Goed niet geadopteerd worden, worden beschouwd als potentieel voor het Design Label Fenix. Dit Design label is een kwaliteitskeurmerk dat een ge upcycled product krijgt als het aan de hieronder beschreven voorwaarden voldoet. Om deze producten te verkrijgen wil Onterfd Goed: 1) een alliantie aangaan met gevestigde ontwerpers. We spreken hier niet van een alliantie als een ontwerper/ maker objecten of onderdelen(als partij) inkoopt om onder eigen naam een product (serie) te maken. Dat beschouwen wij als adoptie. 2) Partnership aangaan met onderwijsinstellingen waarbij Fenix Design als opdrachtgever fungeert. 3) Middels de richtlijn wordt afgesproken om hoeveel producten/objecten het gaat, wanneer er opgeleverd wordt, in welke oplage, op welke manier de objecten verkocht gaan worden ( marketing strategie) en het % voor Onterfd Goed, waarbij de balans opbrengst maker-opbrengst OG in ogenschouw genomen wordt, echter met een minimum van 40% voor Fenix Design. De verkoop van het uiteindelijke product verloopt volgens afspraak ( zie contract) waarbij Fenix Design mede eigenaar is. Het maak proces en ontwerp blijft eigendom van de ontwerper. 4) In beide scenario’s (1 en 2) is Fenix Design initiatiefnemer , regiehouder van het proces, leveranciers van minimaal 80%van de grondstof en als zodanig ook direct betrokken bij de communicatie naar het publiek. Randvoorwaarden voor verkrijgen label. 1) De ontwerper/designer gaat een partnership aan met Fenix Design, dat wil zeggen onderschrijft de missie en de randvoorwaarden van Fenix Design. 2) De ontwerper maakt een gedetailleerd ontwerp/plan van een product of unica met als grondstof 80% van de via Fenix Design te verkrijgen materialen. Dit wordt SMART geformuleerd of te wel, het product wordt specifiek omschreven, het is meetbaar( wat voor product, hoe ziet het er uit etc.), acceptabel (voldoet aan de Fenix Design richtlijnen)realiseerbaar en tijdsgebonden ( het proces van ontwerp tot tastbaar product mag ten langste 6 maanden duren) 3) De ontwerper maakt het proces van ontwerp-product zichtbaar voor publiek door een procesverslag dat in een door Fenix Design ingerichte digitale omgeving wordt gepresenteerd.
4) De producten of het product moet voldoen aan de kwaliteitsnomen van het designlabel gesteld door Fenix Design, te weten: Het ontworpen item/product bestaat voor minimaal 50% uit grondstoffen aangeleverd door Fenix Design waarbij in elk product de oorspronkelijke grondstoffen zichtbaar / Aantoonbaar aanwezig moeten zijn. Het streven is zoveel mogelijk van de door Fenix Design geleverde materialen te upcyclen. De Ontwerper draagt zelf verantwoording voor het op verantwoorde wijze afvoeren van het overschot van de door Fenix Design geleverde materialen. De producten mogen een kritisch statement maken maar geen negatieve maatschappelijke en/of politieke uitspraken doen. Productie vindt plaats op verantwoorde wijze. Daarmee wordt bedoeld dat de maker zich houdt aan de geldende milieuvoorschriften. De producten mogen Fenix Design geen geld kosten, ze mogen voor Fenix Design alleen geld opleveren. De maker/ontwerper levert bij zijn product/object een omschrijving van de totstandkoming ervan, Fenix Design doet hetzelfde met een omschrijving van de door hen geleverde grondstof. Deze wordt opgeslagen in een database en is bereikbaar voor de koper via een www. link van Onterfd Goed. Zonder instemming van beide partners mag een product voortgekomen uit hun samenwerking, niet worden geproduceerd in het belang van slechts één van beiden.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Fenix Design levert in overleg met de ontwerper de benodigde materialen ten behoeve van de te maken producten. Fenix Design draagt zorg voor de verkoop van de producten en de daartoe benodigde PR. Indien de ontwerper/ maker zelf een deel van de producten, voortgekomen uit beschreven alliantie te koop aanbiedt of laat aanbieden door derden, is nog steeds de hierboven beschreven procentuele verdeling van de winst van toepassing.
Het label Elk product/ object dat voldoet aan bovengenoemde randvoorwaarden, krijgt een Fenix Design label. Daarop staat aan de achterkant de naam van de ontwerper/maker, de eventuele oplage en herkomst van de materialen. Overige informatie is te vinden via de databank van de website. Eveneens genoemd op het label. De naam “Fenix Design” staat voor de genoemde randvoorwaarden en is derhalve aan te merken als “kwaliteitslabel, echtheidsgarantie”.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Bijlage 2)
How We Work De avant-garde van Dutch Design ii
Boekpresentatie tijdens de Dutch Design week (18 t/m 26 oktober). Tentoonstelling (24 januari t/m 17 mei 2015) in het Stedelijk Museum 'sHertogenbosch. Na de eerste golf Dutch Design slaan Nederlandse vormgevers nieuwe wegen in. Boek en tentoonstelling tonen de makers van nu: vijftien designers - een nieuwe generatie. Met How We Work presenteren samenstellers Inga Powilleit en Tatjana Quax (inter)nationaal designtalent van eigen bodem. Atelier NL Pieke Bergmans Mae Engelgeer Formafantasma Pepe Heykoop Chris Kabel Maarten Kolk & Guus Kusters Dirk van der Kooij Joris Laarman Valentin Loellmann Christien Meindertsma Lex Pott rENs Daan Roosegaarde Scholten & Baijings Na het internationale succes van Dutch Design slaan jongere Nederlandse ontwerpers nieuwe wegen in. Onderzoek naar de rol en functie van design is uitgangspunt voor deze betrokken generatie. Steeds draait het om de vraag: wat doen we met de overdaad aan spullen, objecten en designprullaria? Materiaal, techniek en het ontwerpproces worden herijkt. Vernieuwing ontstaat door stil te staan. Deze vijftien designers kijken om zich heen en vragen zich af: ‘hoe kan het anders?’. Het onderzoekende werkproces van deze jonge ontwerpers leidt tot nieuwe inzichten, processen en oplossingen. Handwerk en ambachten worden opnieuw op hun merites beoordeeld, minutieus materiaal- en kleuronderzoek gaan al dan niet hand in hand met de laatste productietechnieken en innovaties. Hoge kwaliteit en duurzaamheid als antwoord op massa- en overproductie. De jongste generatie van het Dutch Design is een nieuw soort wereldburger: internationaal én locaal georienteerd, onderzoekend, pragmatisch én idealistisch. Publicatie In het boek How We Work tonen fotograaf Inga Powilleit en stylist Tatjana Quax de dagelijkse praktijk van een nieuwe generatie designers; hoe werken zij en wat zijn hun inspiratiebronnen en werk-processen? Publicist Merel Bem schreef de inleidende teksten, René Pingen het voorwoord. How We Work wordt door uitgeverij Lecturis, Inga Powilleit en Studio Aandacht gepresenteerd tijdens de Dutch Design Week (18 t/m 26 oktober) in Eindhoven. Tentoonstelling Aanvullend op het boek opent in januari in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch de tentoonstelling How We Work waarin het onderzoek en het werkproces centraal staan, zonder dat het object uit het zicht verdwijnt. Gastcurator Tatjana Quax selecteerde samen met het museum van elke ontwerper één object waaromheen het proces en het verhaal van de totstandkoming te zien zijn. Vijftien zeer verschillende producten worden gepresenteerd met als doel de bezoeker inzicht te geven in hoe ontwerpers werken en denken.
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
How We Work Publicatie Samengesteld door Inga Powilleit en Tatjana Quax Auteurs: Merel Bem, René Pingen Fotografie: Inga Powilleit; styling: Tatjana Quax, Studio Aandacht Ontwerp: Ben Lambers, Studio Aandacht Taal: Nederlands / Engels, 224 pagina’s full colour Verkoopprijs € 39,50 / verschijnt in oktober 2014 Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel
Uitgeverij Lecturis ISBN 9789462260795 Tentoonstelling Samengesteld door Tatjana Quax en het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch Tentoonstellingsontwerp: Studio Aandacht Periode: 24 januari t/m 17 mei 2015 Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch De Mortel 4 / 5211 HV / 's-Hertogenbosch www.sm-s.nl Voor meer informatie over de publicatie How We Work: uitgeverij Lecturis Bregje Linssen: 040-2814545 of
[email protected] Voor meer informatie over de tentoonstelling How We Work, beeldmateriaal of een uitnodiging voor een perspreview: Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch Martijn van Ooststroom: 073-62 73 513 of
[email protected]
Oktober 2014 – januari 2015 Carla Bakker en Patrick van Berkel