Een dagje iPhone-Hollywood MacFans columnist Ferry Piekart maakt een film op zijn iPhone. Dat kan iedereen doen. Maar wat heb je op de dag van de opnames allemaal nodig om er écht een succes van te maken? tekst
Achtergrond
‘B
S 20 |
riljant!’, riep ik tijdens de eerste test-opnames van mijn korte film ‘Goedemorgen!’. Met mijn iPhone nonchalant in de hand filmde ik een paar scènes. De kleuren spatten van het schermpje af, zelfs zonder extra licht. Om je vingers bij af te likken, dacht ik tevreden. En ik vroeg me af waarom niet iedereen films maakt met zijn iPhone. Het antwoord kwam later op de middag toen ik de beelden thuis op mijn Cinema Display bekeek. Weg enthousiasme. De kleuren zagen er minder mooi uit op mijn matte display, en er zat ongelooflijk veel ruis in. Het beeld trilde bovendien; ik bleek lang niet zo’n vaste hand te hebben als ik dacht. De audio was een ramp: ik hoorde veel storend omgevingsgeluid (waaronder mijn eigen ademhaling, verroest) en de dialoog die ik wél wilde horen, was soms te onduidelijk. Gelukkig was het maar een test. Maar wel met een duidelijke boodschap: het glossy beeldschermpje op je iPhone is je grootste vijand. Alles ziet er daarop smeuïg uit. Ideaal als je een film maakt die andere mensen alleen op hun iPhone gaan bekijken. Maar meestal is dat niet zo. Of je nou een korte film maakt zoals ik, of een reportage van een bruiloft, of een serie interviews met de titel ‘Oma vertelt over vroeger’ voor je achterkleinkinderen... het is aannemelijk dat je kijkers het filmpje op een tv, op een computerscherm of zelfs via een beamer gaan zien. Dat kan nog steeds best als je met een iPhone filmt, maar niet zonder hulp. Tijd om je iPhone te pimpen!
Vaste hand Als je los uit de hand filmt, heb je altijd het idee dat je de meest perfecte, vloeiende shots maakt. Je brein
101
beeld
Ferry Piekart Lilian Habraken en Edgar Grimbergen (Studio Wonderdag)
helpt een handje om je dat gevoel te geven. Als je diezelfde beelden later terugziet, oogt het camerawerk doorgaans tenenkrommend slecht. Het schokt, het trilt, het rammelt. Les 1 is dan ook: mount je iPhone. Een statief is de simpelste oplossing. Gebruik een stevig en wat zwaarder exemplaar; daarmee maak je tilt- en pan-bewegingen makkelijker dan met een goedkoop plastic geval dat bij de minste geringste aan raking omkukelt. Er bestaan talloze accessoires om je iPhone op een standaard statief te zetten. De Glif is een heel goedkope en ideale oplossing. Alles met statief filmen levert keurige beelden op, maar wordt een beetje saai. Je wilt ook wat beweging
in je camerawerk. Alles is mogelijk, zelfs dollyshots: met een accessoire als de Mobislyder laat je je iPhone over een rail rijden terwijl je filmt. Ik vond dit fraai gefotografeerde product van www.mobislyder.com iets te veel plastic. Leuk speelgoed, maar niet voor het serieuze werk. Ik liet de rails links liggen en ging voor professioneler Hollywood-materiaal. Cameramannen in Hollywood dragen bij sommige shots een soort Steadicam-harnas. De camera is gemonteerd op een mechanische arm en hangt door een ingenieus systeem van contragewichten ‘los’ in de lucht. Met een Steadicam kan de cameraman zelfs rennen, en dan beweegt zijn camera nog recht en schokvrij mee. Dat wil je als iPhone-filmer natuurlijk ook. En dat kan: koop de Steadicam Smoothee, speciaal voor iPhonefilmers. Het is geen harnas, maar een simpel ding dat je in de hand houdt. Je monteert je iPhone en je kunt ongelooflijk vloeiende beelden maken. Zo wint je film direct aan production value. Ik bestelde de Smoothee weken van te voren. Want op de site begreep ik al: het is een ding met een steile leercurve. Bestudeer de instructiefilmpjes op de site van Steadicam zorgvuldig en oefen veel. Je bedient de Steadicam met één hand. Het lijkt kinderlijk eenvoudig, maar dat is het niet. Je ontdekt meteen dat je arm constant tegen het contragewicht aan zit. Dat is strikt verboden: als dat gewicht niet vrij hangt, verliest de Steadicam zijn werking. Naast dit evenwichtskunstje gebruik je je duim en je wijsvinger om de camera te sturen. Dit vereist fijne motoriek: je vingers moeten sturen, maar tegelijkertijd zo min mogelijk druk uitoefenen op het scharnierpunt van de Steadicam. Die moet immers zijn eigen balans vinden; als je die verstoort, is het effect - alweer - weg. Moeilijk.
Niet als je een stukje filmt terwijl je rechtdoor loopt. Wel bij elke beweging naar links of rechts. Die bochten krijg je maar lastig onder de knie.
Minutenwerk Je pakt de Steadicam alleen voor de shots als dat echt nodig is. Gewoon een stukje dialoog of een close-up doe je allemaal lekker vanaf statief. Pas bij de moneyshots gebruik je je zwevende arm. Voor ‘Goedemorgen!’ had ik een aantal Steadicam-shots gepland. Ze stonden keurig in het storyboard. Maar uiteindelijk filmde ik er niet één. Mijn film duurt namelijk tussen de 10 en 15 minuten. Ik had één dag om alles op te nemen. Dat lijkt een zee aan tijd. Maar dat is het niet. In Hollywood filmen ze gemiddeld 3 minuten per dag. Tien minuten is vreselijk veel. Ik werkte met een kleine crew en slechts twee acteurs, op één locatie... ik dacht dat het wel haalbaar was. Het lukte uiteindelijk ook, maar dat betekende dat ik op de opnamedag pragmatisch met mijn plannen om moest gaan. En bovenal: dat ik de planning scherp in de gaten moest houden. Uitlopen was geen optie. Uit mijn voorbereidingen wist ik dat Steadicam-shots lang duren. Bij het oefenen thuis kostte het meestal een paar keer voor het naar tevredenheid liep. En dan filmde ik een bloemenvaas die behoorlijk rolvast bleek. Ik schatte in dat het me op de opnamedag ontzettend veel tijd zou kosten om met acteurs én Steadicam alles goed te krijgen. Als slechts één op de vijf Steadicampogingen goed was, dan moest die ene take ook qua acteerwerk precies de goede zijn. Ik had met Alexandra Alphenaar en Arie Rustenburg twee acteurs die enorm tekstvast waren, dat was een geluk. Maar dan nog: als je een take meerdere keren doet, dan is er beslist één die
101 | 21
het beste is. De kans dat dat ook de beste Steadicamversie is... dat vergt veel geluk, of ontzettend veel takes. Dat risico durfde ik op de opnamedag uiteindelijk niet te nemen. De Steadicam bleef in de tas.
Dialoog én tranen Waarom duurt filmen zo lang? Zet de camera aan, laat de acteurs acteren, en hop: je hebt een scène opgenomen. Zo simpel lijkt het. Tot je later op je Mac wilt gaan monteren. Dan ontdek je: er valt weinig te editen als je niet over verschillende shots beschikt. Neem een dialoog als voorbeeld. Actrice Alexandra wordt boos op acteur Arie. Ze schreeuwt tegen hem, barst in tranen uit, en geeft hem een klap in zijn gezicht. Die tranen wil je in een close-up, dat is mooi. Maar bij die klap moet je natuurlijk een shot van de twee acteurs samen hebben. En als zij in tranen uitbarst, wil je daarna eigenlijk ook een close-up van Arie, om de ontgoocheling op zijn gezicht te zien. Daarom neem je zo’n dialoog drie keer op: één keer een totaalshot met beide acteurs, één keer close bij Alexandra, en één keer close bij Arie. De acteurs moeten dezelfde dialoog dus meerdere keren spelen. En omdat het nooit in één keer goed gaat, kost elk shot je meerdere takes. Een snel rekensommetje: je filmt 1 dialoog met 3 verschillende shots, en elk shot kost je een stuk of 5 takes (als een acteur de slappe lach krijgt, wat zomaar kan gebeuren, dan worden het er ontzettend veel meer). Zo neem je dus al 15 takes op voor één stukje dialoog. Je filmt niet constant: tussen de shots door praat je met de acteurs, je bent aan het rommelen met lampen, en je kijkt opnames terug. Met de registratie van die ene dialoog - die misschien maar 30 seconden duurt - ben je als je niet uitkijkt een uur verder. Als je het zo doet, heb je thuis op je Mac wel wat te editen. Je kunt natuurlijk ook met meerdere iPhones tegelijk filmen, maar je zult al snel merken dat je het daarmee erg ingewikkeld maakt: lampen, kabels en crew staan sneller in beeld. Je hebt ook opeens meer camera mensen nodig.
Bak daglicht Gedonder met heel veel kabels en lampen ben je natuurlijk kwijt als je je film op een zomerse dag buiten opneemt. Niet dat in fel zonlicht filmen makkelijk is, maar in ieder geval is er genoeg licht. Ik filmde
22 |
101
mijn korte film binnen, in een hotelkamer. De testbeelden zagen er op mijn glossy iPhone zo mooi uit dat ik er bijkans van ging kwijlen, maar op een groter scherm bleek het beeld een ramp. De iPhone-camera heeft veel licht nodig om goede prestaties te leveren. B innen ontkom je niet aan extra lampen. Een set uitlichten is een vak apart. Dat vak beheers ik niet, dus ik wist meteen dat ik het mezelf vooral makkelijk moest maken. Ik was het meest benauwd voor een avondsfeer, aangezien mijn verhaal zich juist overdag afspeelt. Dat avondsfeertje ontstaat al snel met geel kunstlicht. Daarom huurde ik bij Budgetcam een LED-set van drie panelen. Er komt een ontstellende hoeveelheid licht uit. En het mooie is: het ziet eruit als daglicht. Bijkomend voordeel: LED-panelen worden niet heet, waardoor je ze heel makkelijk v erplaatst. Je kunt ze ook probleemloos in de buurt van gordijnen of wat dan ook zetten. In mijn film moest een zomers zonnetje de kamer binnenvallen. Het was die dag e chter grauw en grijs buiten. Geen punt: een LED-paneel achter de vitrage wierp kunstmatig een bak zonlicht naar binnen. Dat was mij als absolute beginner met andere verlichting nooit gelukt.
Scherpte in de hand Een mooie film maak je door te goochelen met licht. Maar aan alleen lampen heb je alweer niet genoeg. Je moet ook met je camera kunnen spelen. Als je gaat filmen met de standaard camera app in je iPhone, dan merk je al snel dat die op eigen houtje allemaal dingen doet die je helemaal niet wilt. Bijvoorbeeld opeens gaan scherpstellen tijdens een camerabeweging. Waar-
door er plots een onscherp stuk in je shot opduikt. Of de camera past de belichting aan, omdat er een raam in beeld komt, waardoor kleuren en contrast in je beeld opeens veranderen. Allemaal heel handig als je net je peuter filmt die van zijn schommel valt, want dan heb je geen tijd om allerlei dingen in te stellen. Maar als je wat professioneler wilt werken, eis je opties. Je wilt de scherpstelling, lichtmeting en wit balans zelf bepalen. Je iPhone kan dat allemaal, maar dan wel met een aparte camera app. De beste is Filmic Pro; voor een paar euro schaf je daarmee in de App Store een camera aan die is ontwikkeld door Hollywood-experts. Met Filmic Pro mag de iPhone-camera nog steeds zelf het licht en de scherpstelling meten, maar vervolgens zet jij de waardes op slot, zodat er tijdens het shot niets meer wijzigt. Daarnaast bepaal je met Filmic-pro de verhoudingen van je beeld, de resolutie en ook het aantal beelden per seconde (framerate). Je kunt de kwaliteit van je filmwerk instellen op ‘Economy Rate’, ‘Apple Standard’, ‘Filmic Quality’ of ‘Filmic Extreme’. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer MB’s de beelden uiteraard in beslag nemen op je iPhone.
Opslag onder druk Dat laatste bleek een kritiek punt. Mijn iPhone heeft maar 16 GB opslagruimte. Die ik zo leeg mogelijk had gemaakt, maar uiteindelijk kreeg ik toch niet meer dan 11 GB vrije ruimte beschikbaar. Opnemen in Extreme Quality was onmogelijk, dus ik probeerde het met Filmic Quality. Dat lukte in de ochtend nog heel goed, maar in de middag raakte de iPhone overvol. Daardoor kreeg het apparaatje het moeilijk. Hij werd erg warm, en verslikte zich in opnames. De enige optie was b eelden overtanken naar mijn MacBook Air, om ruimte vrij te maken. Als je een bruiloft filmt, heb je wellicht geen MacBook bij je, en bovendien kost het overzetten tijd die je dan niet kunt missen. Film dus op lagere kwaliteit als je je beelden gedurende de dag niet kunt afstorten. Een iPhone met meer opslagruimte is sowieso een pre.
Geluidsbegrenzing Ik gebruikte een richtmicrofoon van Røde voor beter geluid: de VideoMic Pro. Filmic Pro toont je een keurige geluidsmeter, zodat je weet hoe hard het signaal binnenkomt. Maar verder laat je professionele camera telefoon je hier een beetje in de steek: zelfs Filmic Pro heeft geen knoppen om het geluidsniveau aan te passen. Er bestaat maar één oplossing als dit te zacht is: je microfoon dichter bij de geluidsbron brengen. Dat is lastig als die microfoon op je iPhone is gemonteerd, en je met je camera juist meer afstand wilt. Geen enkele applicatie lost dit op; Apple staat apps niet toe om geluidsniveaus bij te stellen. Dat is vervelend. Ook de lens van je iPhone blijkt een lastpost, vooral als je binnen filmt. Je merkt al snel dat je meer groothoek wilt. Bij een close-up zoek je misschien juist een lange lens voor scherptediepte. Dat kan tegenwoordig allemaal. Er bestaan zelfs SLR-adapters om de lenzen van je Canon of Nikon-spiegelreflexcamera aan je iPhone te koppelen (zie www.actionlifemedia.com/encinema). Ik wilde alleen wat meer groothoek. Maar ook weer
101 | 23
niet te heftig, want dan krijg je zo veel vertekening in de hoeken van je beeld. Mijn film moet er niet uitzien alsof ik hem door een goudvissenkom heb gefilmd. Ik had een mooie lens van Sony gevonden, eigenlijk bedoeld voor een Handicam-camera, met een standaard 37mm schroefdraad-aansluiting. De kunst was nu nog om dat ding aan mijn iPhone te krijgen. Sowieso moest mijn richtmicrofoon er ook nog op. En mijn koptelefoon. En het hele zwikje moest dan ook nog op een statief kunnen staan.
Alles bij elkaar De ultieme oplossing om alles te koppelen vond ik in de mCAM van Action Life Media. Een zeer robuuste aluminium case voor je iPhone. Met een schroefdraad waar je standaard lenzen op kunt schroeven. Met bijgeleverde adapterkabel waarmee je microfoon èn koptelefoon in dezelfde audioplug van je iPhone prikt. Met een mount voor een externe microfoon, èn schroefgaten voor bevestiging op een statief. Dankzij handige handvatten ligt het ding ook lekker in de hand als je toch iets uit de hand wilt filmen. Het enige nadeel: de statiefbevestiging zit niet in het midden, maar links- en rechtsonder. Door het gewicht staat er veel druk op de schroef en dat maakt de zaak net niet helemaal stabiel. Op zoek naar een hulpstuk vond ik een onderdeel van een oude flitser dat ideaal bleek als een soort ‘plankje’ onder de mCAM. En actie, tot de laatste scène er om 19 uur op stond. Net op tijd voor het buiten echt donker werd. De foto’s bewijzen het: ‘Goedemorgen!’ is gefilmd en na de montage zal de rolprent in de loop van dit jaar in première gaan. Mensen die beelden van mijn shoot zien, willen nog wel eens vragen: ‘Waar is de iPhone?’ Inderdaad was mijn camera opeens niet meer de kleine, platte telefoon die zo makkelijk in je broekzak past. Maar je kon er opeens wèl goed mee filmen. Ik durf de gok te nemen en ga mijn iPhone-film zelfs een keertje in een bioscoop vertonen. www.piekpictures.nl
Glif, $ 20, www.studioneat.com Klein, makkelijk Goedkoop
MacFanScore
i
Steadicam Smoothee, € 189, www.fotokonijnenberg.nl Mooie, vloeiende camerabeweging Lange leercurve Externe microfoon niet mogelijk Extra lenzen niet mogelijk
MacFanScore
y
mCAM, $ 169,95, www.actionlifemedia.com Veel aansluitmogelijkheden Schroefdraad voor extra lenzen Robuust Relatief zwaar Hulpstuk voor statiefbevestiging wenselijk Meegeleverd extern microfoontje valt tegen
MacFanScore
o
VideoMic Pro, $ 229, www.actionlifemedia.com Goed geluid Geen interferentie door vernuftig ‘loshang’-systeem Plaatsen batterij gaat onhandig
MacFanScore
i