Digitrends www.bluebees.be
“Een communicatieplan zonder online luik is vandaag absoluut ondenkbaar.”
Voorwoord
Ik wist niet dat u bestond! Een dik jaar geleden lanceerden onze eerste bijen Blue Bees. Op het moment dat u dit eerste Blue Bees Trends Report leest, zijn we al met bijna 20 medewerkers die dezelfde diepe overtuiging delen: kmo’s, ondernemers en lokale commerciële netwerken hebben naar verhouding even grote communicatiebehoeften als hun grotere collega’s, de grote bedrijven en multinationals. We spreken dan wel niet over dezelfde communicatiebudgetten, maar de doelstellingen komen wel op hetzelfde neer: bouwen aan de ontwikkeling van het bedrijf. Een doelstelling die vaak nauw samenhangt met de commerciële dynamiek, de stijging van de verkoop, het aantrekken van nieuwe klanten … Kortom, de communicatie moet leads genereren. In een omgeving waarin de concurrentie steeds intenser wordt en op steeds meer vlakken gevoerd wordt, is notoriëteit op zich niet langer voldoende. Wie geen onbetwistbaar en overduidelijk concurrentievoordeel heeft, moet als bedrijf absoluut vindbaar zijn op het sleutelmoment in het aankoopproces. Nagenoeg elke selectie/informatie/beslissing begint tegenwoordig met een snelle zoekopdracht op Google. De mate van vindbaarheid via zoekmachines is slechts één aspect binnen de groeiende digitalisering van de communicatie. Met steeds meer apps en oplossingen, een gebruiksfrequentie die door het dak gaat en een gebruikersaantal dat dag na dag blijft aangroeien, wint digitale communicatie nog exponentieel aan belang. Een communicatieplan zonder onlineluik is vandaag dan ook absoluut ondenkbaar. In deze digitale omgeving zoeken prospecten en klanten u immers voortaan op. En als ze u daar niet aantreffen, raken ze misschien nooit op de hoogte van uw bestaan. In dat laatste geval omdat een concurrent het goede (of voor u slechte) idee heeft gehad om wel makkelijk vindbaar te zijn. Hoe kiest u uit alle beschikbare oplossingen en nieuwe digitale tendensen uitgerekend deze die samenvallen met uw communicatiebehoeften? En die praktisch haalbaar zijn voor uw bedrijf, dat immers niet over de middelen van een multinational beschikt? Dit eerste Blue Bees Trends Report biedt u niet enkel een synthese van de meest uitgesproken tendensen. Het geeft bovenal aan welke oplossingen zich best lenen voor de communicatie van kmo’s. Dit Report is voor ons een mooie manier om ons eerste jaar van bestaan af te ronden. En om u - samen met onze meer dan 70 andere klanten - te danken voor het vertrouwen dat u ons schonk. Namens het voltallige Blue Bees-team wens ik u een aangename lectuur! Vincent De Coster Managing Bee
“Those who do not remember the past are condemned to repeat it.” (George Santayana)
2014
Wat blijft er over van de voorspellingen? Welke trends werden voor 2014 voorspeld? Maakten ze het waar en/of welke gevolgen hadden ze? Big Data Het was een buzzwoord en brak in 2014 door als een trend van formaat. Dankzij de komst van sociale media, smartphones en tablets beleefden we een enorme groei van data. Die data betekenen een schat aan informatie, niet enkel over bestaande maar ook over potentiële gebruikers. Mits een correcte interpretatie kan ze als basis dienen voor een weldoordachte communicatiestrategie. Ook in 2015 blijft Big Data zijn weerslag hebben. Mensen zijn steeds meer online. En met de opkomst van smartwatches en andere wearables is het niet eens meer nodig om uw smartphone in de hand te hebben om verbonden te blijven. Het samenbrengen van al die gebruikersdata zorgt voor een nieuwe trend in 2015: microtargeting of personalised UX.
Card design Met websites zoals Pinterest, Dribbble en BuzzFeed kwam Card design in 2014 sterk op. Google Now berustte op Card design. En ook Google Glass (R.I.P. 2014) ging helemaal op in Cards. Het was een mooi gegeven en het is zeker niet verdwenen. In Card design is het namelijk zo dat alle informatie verdeeld wordt in overzichtelijk en aparte stukjes, te vergelijken met traditionele fiches. Net zoals de kwartetkaartjes van vroeger bevat zo’n Card een burst aan informatie die mooi afgebakend is en vlot interpreteerbaar door de gebruiker. Voorts kan aan elke Card een call to action gekoppeld worden en interactiviteit gestimuleerd worden … Maar toen kwam er een andere trend op die Card design wat naar de achtergrond verwees: Flat Design. Ook hier kan de informatie makkelijk verteerd worden zonder met 3D-elementen te werken en gaat men nog een stapje verder door flat te werken. In 2015 zal dit evolueren naar Material Design.
Mobile friendly wordt noodzakelijk Mobiel was de koning van de trends in 2014. Alles rond mobiel was hot en dat blijft zo, ook in 2015. Het aantal mobiele gebruikers en het mobiele zoekverkeer blijft stijgen. Het is en blijft dus erg belangrijk om er als bedrijf voor te zorgen dat gebruikers de website zo goed mogelijk kunnen raadplegen op hun smartphone, en dat advertising is aangepast voor mobiel. Helaas ging deze trend in België eerder traag van start en blijven er veel websites die zich niet aanpassen aan het ‘device’. Op het vlak van e-commerce blijven zo heel wat kansen onbenut.
Visuele content wordt belangrijker Deze trend werd naar de achtergrond verwezen door SEO. Door de verschillende updates van Google en het opkomen van termen zoals content marketing begonnen professionals zich te concentreren op tekstcontent. Het werd belangrijker om zoveel mogelijk keywords in teksten te verbergen dan mensen visueel ook te stimuleren. We werden hiertoe verplicht door Google. Die beloonde namelijk websites met sterke tekstcontent door ze hoger in de zoekresultaten te tonen. En er bestaat natuurlijk geen krachtiger lokmiddel dan ‘U staat op de eerste plaats in Google’. Waarom komt visuele content dan terug als trend? Misschien omdat mensen al die tekst beu zijn? Hoe dan ook, beelden zijn helemaal terug. Ofwel als grote achtergrondafbeelding, ofwel als video of galerij. Het is opnieuw de bedoeling om de gebruiker visueel te overtuigen. Want in de vluchtige opzoekcultuur van vandaag is het belangrijk dat de gebruiker snel bij de kraag wordt gevat. En waarmee lukt dat beter dan met een sprekend beeld?
Denken als een gebruiker Een gemiste trend in 2014. Een trend die in 2015 hopelijk herontdekt wordt. Omdat er te veel nadruk lag op apparaten en technieken los van elkaar, ging de samenhang immers soms wat verloren. Waar in 2014 websites responsive moesten zijn en veel tekst nodig hadden voor meetbare resultaten, waar Card en Flat Design onmisbaar waren om visueel te overtuigen, werd vergeten hoe gebruikers hun apparaten en internet in de praktijk gebruiken. Zo kan een zoekopdracht starten op een smartphone, maar eindigen op een desktop thuis. Of een aankoop kan beginnen op een tablet, maar opgevolgd worden op een notebook … Die overkoepelende aanpak is belangrijk. Wie niet denkt als een gebruiker, is hem kwijt. Een trend waaraan in 2015 dus zeker niet mag worden voorbijgegaan.
Dit is
2015
Deel 1 De overkoepelende trends
“You. Yes, you. You control the information age. Welcome to your world.” (TIME Magazine)
Microtargeting Inderdaad, het draait om u, de gebruiker. En als de website waar u naar kijkt of de opzoeking die u doet, volledig is aangepast aan uw gedrag en uw kenmerken, dan geniet die uw voorkeur. 100% zeker. Nog maar 20 jaar geleden werd targeting op postcode gezien als revolutionair en 10 jaar geleden was targeten op huishouden ‘cutting edge’. Microtargeting heeft adverteerders intussen zevenmijlslaarzen bezorgd. Elke persoon wordt individueel gemonitord en zijn reacties worden voorspeld. Dat biedt eindeloze mogelijkheden, die al gebruikt worden in campagnes met SEA of via Facebook Ads. Men kan nu heel specifiek ingaan op het gedrag van het doelpubliek en zeer doelgericht mensen aanspreken, in hun eigen, unieke taal. Hoe kan dit vertaald worden naar websites? Het is alvast zaak om te testen, big data te verzamelen en te analyseren. En als gebruikers zich kunnen registreren, wordt het verhaal nog makkelijker. Want: data! Eventuele aankopen, paginabezoeken, duur van het bezoek, gemiddeld besteed bedrag … Met de registratie via bv. Facebook, kunnen die data ook nog eens gekoppeld worden aan verschillende platformen. Maar zelfs zonder registratie zijn er voldoende opties. Een daarvan kan een e-mailcampagne zijn. Hier werkt Big Data ook en kan een eerste segmentatie gemaakt worden. Elk segment krijgt zijn eigen e-mail, zijn eigen tekst en call to action toebedeeld. Vervolgens worden de landingspagina’s aangepast. In een volgende fase worden in één segment twee verschillende versies aangeboden (A/B testing). Zo wordt de kennis steeds verfijnder en kan er steeds doelgerichter gewerkt worden.
Webdesign Responsive De zin van het jaar in de onlinewereld was ‘Maak mijn website responsive!’ Maar eigenlijk werd dit verkeerd geïnterpreteerd. Want of een website nu responsive is of niet, alleen de gebruikservaring telt. Ook hier is de ‘customer journey’ het belangrijkste aspect. Ook mobile first is minder belangrijk dan voorgesteld. Er is immers geen first. Er is enkel de ervaring en het gevoel. Een mobiele website moet onmiddellijk content laten zien. Maar zelfs met een responsive geschaalde website blijven vandaag alle elementen er nog staan. Waarom niet enkele zaken verwijderen? Of misschien volledig anders indelen? Responsive zal geen trend worden in 2015 maar de norm.
Beelden Grote afbeeldingen zijn weer helemaal in. Ook het gebruik van video. Het parallax-effect of andere methodes waarbij gebruik wordt gemaakt van grote achtergrondafbeeldingen of achtergrondvideo geven een meerwaarde die gebruikers kunnen smaken. Dit moet niet noodzakelijk een impact hebben op de content. Er zullen allerlei technieken ontstaan die beeld en content doen interageren, waarbij tekst en beeld elkaar aanvullen en niet voor de voeten lopen.
Scrollen, niet klikken De omschakeling naar mobiel laat overal zijn sporen na. Gebruikers zijn opnieuw gewoon om te scrollen. Niet alleen kan er daardoor meer getoond worden met een langere homepage, ook de laadtijd daalt. Gekoppeld aan grote beelden en een effect zoals parallax, kan de storytelling beginnen. Scrollen maakt het makkelijker om de gebruiker mee te nemen in uw verhaal zonder dat dit verstoord wordt door een pageload. Denk hierbij wel aan uw doelpubliek en het verhaal dat u wilt vertellen. Sommige gebruikers vinden horizontaal scrollen nog steeds vreemd en klikken liever door.
“Your visitors don’t give a sh*t if your website is responsive.” (Brad Frost)
Flat en Material Design In 2013 doken de eerste tekenen van Flat Design op en in 2015 zal dit zich alleen maar verder doorzetten. Al zullen we een verschuiving zien van ‘flat’ naar ‘almost flat’ of ook wel material design. Het is een term die Google eind 2014 introduceerde voor de toevoeging van subtiele 3D-elementen aan Flat Design. Flat Design werkt omdat het op een meer natuurlijke manier inspeelt op de manier waarop mensen informatie opnemen. Ze doen dit namelijk in blokken en niet zigzag door elkaar. De duidelijke lijnen van Flat Design maken het dus makkelijk om doorheen informatie te surfen, maar ook om deze te bekijken. Nauw verbonden met het minimalisme van Flat Design is ‘KISS’ (Keep It Stupid Simple): gebruikers moeten de gezochte informatie kunnen vinden zonder al te veel ruis eromheen. Ook voor mobiel is dit een interessant gegeven, want het toont de informatie die gezocht wordt op een snelle en duidelijke manier. De opkomst van de ghost button is een voorbeeld van duidelijk, niet opdringerig Flat Design. De knop vermengt zich bijna met beeld en content, met een subtiel hover-effect. Maar zoals altijd: denk eerst aan de gebruiker en zijn ervaring vooraleer elke knop van uw website tot een ghost button om te vormen.
Typografie Er moet niet meer gekozen worden tussen Arial of Times New Roman als enige lettertypes. Waar in 2013 en de grootste helft van 2014 de grote aanbieders van web fonts betalend waren en dus al snel vrij veel geld moest worden betaald om een ander lettertype te kunnen tonen, is ook dit speelterrein aan het veranderen. Google Fonts heeft al een immense bibliotheek en er komen er elke dag bij. Custom fonts staan ons toe om de gebruikservaring nog beter te maken. Een speelse website leest veel leuker met een speels lettertype dan een stijve Times … En een corporate website kan wat meer stijl gebruiken dan een alledaagse Arial. Een blok content die voordien een saaie lap tekst was, kan nu een mustreadgedeelte worden van uw website. Ook voor mobile is er veel mogelijk. Responsive fonts zullen meer en meer opkomen en geven ook dat platform weer een andere gebruikservaring. En dat is wat telt.
E-commerce Als we kijken naar onze buurlanden huppelen we een beetje achter als het aankomt op onlineaankopen. Maar de situatie in het buitenland geeft een goed idee van wat er ons nog te wachten staat. De Google Consumer Barometer zegt dat bij een recente aankoop 51% van de mensen het product online heeft opgezocht en 31% het product online heeft gekocht. In Nederland liggen beide cijfers 10% hoger en in de UK liggen ze zelfs 20% hoger.
Kennen = verkopen Reden te meer om in 2015 met e-commerce een tandje hoger te schakelen. De aanwezigheid van een winkel valt online niet meer weg denken. Het is een extra verkoopkanaal waar zonder al te veel moeite direct moet verkocht worden, zo lijkt het. Maar veel mensen slaan hier de bal mis. Het is méér dan gewoon een extra verkoopkanaal, waar verder niet naar om hoeft worden gekeken. Een aankoop in een onlineshop moet minstens een even goede gebruikservaring bieden als die in een offlineshop. Alleen zo komen klanten terug en geef je hen de beste ervaring. Het grote buzzwoord is hier, net zoals in de hele digitale marketing, personalisatie of zelfs hyperpersonalisatie. Er bestaan enorm veel gegevens over uw klanten. Er kan dus heel breed worden getarget of juist heel persoonlijk. Klanten voelen dat aan en vinden het prettig. Wie zijn klanten het beste kent, zal ook het meest verkopen.
De easy way out Kijk zeker ook verder dan de ervaring. De customer journey zal altijd het belangrijkste blijven, maar de technologie mag niet vergeten worden. Want een gebruiker die een webshop bezoekt en zijn weg niet vindt of niet alles ziet, blijft niet hangen, zeker niet mobiel. In België gebeurt nu 7% van de onlineaankopen via een smartphone of tablet. In de USA is dit vandaag al het dubbele! Een webshop moet dus makkelijk in gebruik zijn en vlot navigeerbaar. Klanten moeten zonder al te veel omwegen naar de kern van de zaak geleid worden: het product, zijn details en zijn prijs. Ook de laadtijd wordt soms onderschat: het huidige advies van Google is om die tot 1 seconde terug te voeren.
De laatste kliks Maar in 2015 is dit niet voldoende! Want kopers moeten ook kunnen betalen. De 2 belangrijkste redenen waarom dit nog niet zoveel gebeurt op de smartphone, zijn betaalgemak en de veiligheid. De klant moet gemakkelijk kunnen kiezen, ook tussen alle courante betaalmogelijkheden. Liefst 47% van de gebruikers geeft aan af te haken als het betaalproces te moeilijk is. Een mobiele gebruiker heeft gemiddeld 140 schermaanrakingen nodig om een onlinebestelling te plaatsen. PayPal is erin geslaagd dit te verminderen tot 19 … Klanten moeten de keuze krijgen tussen levering of ophalen, liefst binnen de 24 uur. Ook op zaterdag en zondag, want mensen betalen graag een beetje meer voor een levering op zondag. Maar hoe blijft het veilig? Erkende betaalpartners (Ogone, Europabank, PayPal …) maken het eenvoudig, en met een SSL-certificaat op de gevoelige delen van een webshop wordt de veiligheid nog meer gegarandeerd. Er zijn ook allerhande certificaten en labels te behalen, maar sommige daarvan geven enkel vertrouwen en geen veiligheid.
Customer journey Wie in 2015 nog belangrijker zal worden, is de gebruiker. Alle trends die opkomen, zijn hier tot terug te brengen. De weg die een gebruiker aflegt van A naar B is niet langer lineair. Waar enkele jaren geleden enkel de desktop van tel was, spelen nu heel wat meer apparaten en situaties mee.
Secondje! Ik kijk nog snel even op mijn smartphone, euh tablet, euh laptop Gemiddeld hebben gebruikers 2 tot 3 apparaten waarmee ze online gaan. Dat betekent dat een potentiële klant op elk van die apparaten overtuigd en meegenomen moet worden in het verkoopverhaal. Het kan zijn dat een potentiële klant een opzoeking doet op zijn smartphone, op zijn werk meer informatie opzoekt met zijn desktop, en thuis de eindbeslissing maakt op zijn tablet. Dus alles moet uit de kast worden gehaald om klanten te overtuigen. Met de komst van andere apparaten zoals smartwatches komen er alleen maar meer contactpunten bij …
Every move you make … In deze customer journey zijn er verschillende contactpunten: touchpoints, die kunnen voorkomen op verschillende kanalen én apparaten. Een touchpoint kan een contactformulier zijn, een winkelwagentje, een bericht op Facebook of zelfs een fysieke winkel. Het wordt dus heel belangrijk om deze allemaal op elkaar af te stemmen. In 2015 zal dit een zwaartepunt worden voor klantentevredenheid en de manier waarop de klanten met een merk in contact komen.
Ik ga op reis en ik neem mee Hoe eraan beginnen? Zonder dat u het misschien beseft, bestaan er al heel wat data. Dat kan de database van een CRM- of ERP-programma zijn, rapporten en analyses uit Google Analytics of een overzicht van profielen die facebookpagina’s bezoeken. Die data worden gecombineerd met een customer journey map: een visueel overzicht van de reis die een klant maakt van A naar B en welke contactpunten hij tegenkomt. Van onbekend als merk via eerste aankoop tot aftersales. Vervolgens wordt voor elk contactpunt de best mogelijke aanpak bepaald. Indien gecombineerd met de andere trends en bestaande best practices, wordt 2015 een jaar om naar uit te kijken.
Deel 2
Social media
“Content is fire. Social media is gasoline.” (Jay Baer)
Realtime is getting real De trend bestaat al langer, maar realtimemarketing wordt belangrijker op sociale media. We zijn het stilaan gewend geraakt om grote merken en bedrijven te zien inspelen op de actualiteit of trends. Dat inhaken op de actualiteit wordt ook ‘top topicals’ genoemd. In de VS is dit al zeer goed ingeburgerd. Bij onze noorderburen ook trouwens. Daar reiken ze zelfs awards uit voor de beste inhakers. Het is vaak een succesvolle manier om meer bereik te creëren, zeker op sociale media. Inhaken kan op vaste momenten, bijvoorbeeld kerst. Maar inhaken op de actualiteit zal toenemen, wat snelheid en creativiteit vergt. Het monitoren van trends, keywords … wordt hier dan ook heel belangrijk.
KitKat onttroont Oreo Oreo, ‘hot’ koekjesfabrikant in de USA, speelt steeds in op realtimemarketing door de Oreo-koekjes te linken aan actualiteit of trends. Zo speelden ze deze zomer nog in op het WK voetbal in Brazilië. Net na de penalty’s tussen Nederland en Costa Rica verscheen deze post op hun account. Sinds de inhaker van KitKat op de buigbare iPhone6, #bendgate, heeft KitKat Oreo onttroond.
Inspelen op Trending Topics Een manier om in te spelen op trends zijn de ‘Trending Topics’ van zowel Facebook als Twitter. Deze optie geeft weer over welke onderwerpen op dat ogenblik het meest wordt gecommuniceerd in een regio. Voor Twitter is er bijvoorbeeld een lijst met woorden of hashtags (#) te zien. In ons land zijn deze ‘Trending Topics’ al ingeburgerd. Er kan zelfs geadverteerd worden op keywords, in dit geval hashtags, op Twitter. Er kan dus perfect ingespeeld worden op een merk/bedrijf/product tijdens bijvoorbeeld een aflevering van ‘De Slimste Mens’ op Vier door een boodschap te promoten op #dsmtw, de hashtag die wordt gebruikt voor het programma. Ook Facebook heeft de TT-optie, maar die is nog niet beschikbaar in ons land. 2015 zal daar verandering in brengen. Wanneer een bericht succesvol is, zal het ook snel worden opgepikt door de media. Er zijn wel vaker mediaberichten over trendy tweets of facebookposts.
Het woordje ‘adverteren’ werd reeds aangehaald. Nu ook Twitter - en vele andere platformen - advertenties toelaten, wordt het een kunst om ook realtime te adverteren. Voor een relatief laag bedrag kunnen via deze weg veel mensen bereikt worden. Er zit immers een viraal aspect achter realtimeberichten waardoor ze snel opgepikt en gedeeld worden. Niet alleen grote bedrijven en merken komen hiervoor in aanmerking. Voor lokale bedrijven wordt het een uitdaging om in te spelen op deze trend.
Pay to play Het belang van adverteren op sociale media neemt toe. We haalden reeds aan dat naast Facebook, platformen als Twitter, Snapchat … advertenties toelaten om inkomsten te genereren. Het is dan ook bijna ondenkbaar om geen advertenties te integreren als al deze platformen ‘gratis’ worden aangeboden. Dit jaar werden advertenties op ‘kleinere’ platformen als Instagram en Snapchat getest, maar in 2015 wordt dit verder uitgebreid. Voor de marketeer betekent dit concreet dat naast targeten op één platform, ook nog eens op kanaalbasis kan getarget worden. Op deze manier kunnen doelgroepen op verschillende platformen specifiek bereikt worden. Content staat voorop, maar met de juiste advertentiestrategie komt de content precies bij de juiste personen terecht.
Organisch bereik op Facebook is dood Op Facebook zijn al langer advertenties geïntegreerd. Nu werd aangekondigd dat vanaf 1 januari promotionele content zal verdwijnen uit de tijdslijn, rijst het gevoel dat organisch - dus gratis - bereik nu helemaal dood is. Dit zal in 2015 (nog) niet het geval zijn, maar wie zijn doelgroep enigszins effectief wil bereiken, zal moeten betalen om zijn content te verspreiden. Zo komt er tevens een einde aan de rush op het betalen voor nieuwe fans. Het belang van kwalitatief getarget bereik voor content neemt dus toe. Zo is ook de kwaliteit van de volgers belangrijk. Want volgers vergaard via ‘like en win’-acties of via niet goed getargete campagnes zijn achteraf niet echt betrokken. Deze personen zullen dan ook relatief zelden andere posts van een bedrijf ‘liken’ of ‘sharen’. De adverteermogelijkheden die Facebook aanbiedt, worden steeds verbeterd en uitgebreid waardoor het doelpubliek op verschillende manieren efficiënt kan bereikt worden. Lokale shops zal het als muziek in de oren klinken: in 2015 zal lokaal geadverteerd kunnen worden rondom de locatie. Zo kunnen personen in de nabijheid naar de winkel geleid worden via advertenties. Daarnaast is Facebook ook gestart met Atlas, een nieuwe tool. Hiermee wordt het mogelijk om buiten Facebook displaycampagnes op te zetten met de targeting- en meetopties van het platform zelf.
Relevantie is key Naast al deze ontwikkelingen wordt het belangrijk om goed na te denken wie bereikt moet worden. Relevantie speelt een belangrijke rol in het adverteren op sociale media. Mensen willen content zien die hen aanspreekt en interesseert. Bij Facebook zijn ze zich hiervan bewust en spelen ze meer en meer in op de noden van de gebruiker. Het bieden van een meerwaarde voor de doelgroep is dus nodig. Anders zal men steeds verder wegzakken in het algoritme, waardoor facebookgebruikers nog minder bereikt zullen worden. Om relevant te zijn voor het doelpubliek kan steeds gebruik gemaakt worden van eigen e-maildatabases. Zo is het op Facebook en ook op Twitter mogelijk om bijvoorbeeld bestaande klanten te targeten op bepaalde advertenties, of hen ervan uit te sluiten. Adverteren op sociale media wordt vaak gezien als een extra kost. Maar het is ook relatief goedkoop ten opzichte van andere media zoals print, TV … U kan uw doelgroep dus voor een relatief klein budget op een effectieve manier bereiken, naast een bredere traditionele dekking.
Facebook strijdt niet meer alleen tegen zichzelf Facebook laat er geen twijfel over bestaan: zij zijn het grootste sociaal netwerk en zullen dat ook in 2015 blijven. De artikels ‘Facebook is dood’ zijn reeds achterhaald en niet geloofwaardig. Voor elke enkeling die Facebook verlaat, meldt een veelvoud aan personen zich aan bij het netwerk. Ondertussen zijn er wereldwijd al meer dan 1,35 miljard gebruikers. Dit aantal blijft maar stijgen, ook in ons land, dat reeds 5,6 miljoen gebruikers telt. Sinds 2007 deed het platform al 42 overnames om te blijven groeien en een meerwaarde te blijven bieden voor de gebruiker.
Facebook innoveert verder In 2015 zal Facebook ook verder inspelen op mobiel en het lokale aspect. Dit jaar scheidden ze Messenger van de officiële Facebook-app en recent lanceerden ze ook een aparte ‘Groups’-app. Deze zelfstandige apps worden ingeschakeld om in te spelen op het jongere publiek. Bij Facebook zien ze ook de populariteit stijgen van apps zoals Snapchat. Daarnaast hebben ze recent ook hun ‘Places’-mogelijkheden verbeterd, ongetwijfeld in functie van het lokaal adverteren dat in de pijplijn zit. We kunnen volgend jaar misschien ook een aparte app verwachten voor ‘Places’, om in te checken en reviews te posten. Met de locatie-informatie van de gebruikers zal Facebook ook meer relevante informatie kunnen tonen. Zo zou u bij het inchecken in een bepaald restaurant meer updates kunnen zien van pagina’s/locaties/vrienden die zich in de buurt bevinden. Ook het lokaal adverteren zal hier zijn rol in spelen. Facebook wil tevens meer grip krijgen op B2B en lanceert ‘Facebook at Work’, een platform waarmee werknemers onderling met elkaar kunnen communiceren. Een tweede Yammer? Als we kijken naar de samenhang van de facebookgroep (ook Instagram en WhatsApp) zullen de verschillende data worden gebruikt om nog meer informatie te verzamelen van gebruikers om een nog beter profiel te kunnen samenstellen.
De opkomst van nicheplatformen Naast de kracht van Facebook zullen nieuwe sociale netwerken als paddenstoelen uit de grond blijven schieten. Er is al langer dan vandaag een antifacebookgevoel. Toen Facebook WhatsApp overnam kreeg de alternatieve chat-app Telegram er 500.000 gebruikers bij. Sommigen spelen in op de gebreken van de grote spelers. Bijvoorbeeld door geen data te verzamelen van gebruikers en (zeker niet) te verkopen aan adverteerders (Ello). Er ontstaan zelfs platformen die gebruikers betalen voor hun activiteiten (Bubblews, Tsu). Maar is zoiets wel haalbaar? De grootste uitdaging van deze nieuwe platformen is het aantrekken van voldoende gebruikers, zodat het niet aanvoelt alsof men in een spookstad is terechtgekomen. Kijk naar Google+ waarvan werd verwacht dat het Facebook van zijn troon ging stoten. Facebook op de knieën krijgen, zal dus niet voor 2015 zijn. Wel is er een lagere drempel om nieuwe platformen te adopteren. Platformen die inspelen op de behoefte van een nichemarkt hebben meer kans om succesvol te zijn. De snelle adoptie van platformen als Ello of Telegram tonen aan dat gebruikers bereid zijn om nieuwe platformen te ontdekken en uit te proberen. Zie ook het succes van de dating-app Tinder dat enorm aan populariteit won in 2014. Voor de marketeer wordt het moeilijker om hierop in te spelen, omdat de gebruikers zich meer en meer zullen verspreiden. Het wordt een grote uitdaging om deze personen op de juiste manier te (blijven) bereiken.
Sociale media voor distributie van content Social content marketing komt niet zomaar aanwaaien. In 2014 kwam dit item meer onder de aandacht. Niet enkel door het succes, maar ook omdat kwalitatieve content in hoeveelheid produceren niet makkelijk is.
Distributie van content Het wordt meer en meer duidelijk dat er twee pijlers zijn binnen content marketing: publicatie en distributie. Sociale media spelen een grote rol in het distributieaspect. Ze worden ingezet om content te verspreiden, waardoor ze meer als versterkend kanaal gezien worden in plaats van als contentplatform. Een contentstrategie is dus belangrijk, maar een distributiestrategie is minstens even belangrijk. In 2015 wordt dus verder gebouwd op content voor sociale media, maar op een doordachte wijze. Bijvoorbeeld wanneer een B2Bmarketeer een white paper maakt, kan dit opgesplitst worden in infographics, video’s, quotes, … om te gebruiken als content voor verschillende kanalen. Het wordt een uitdaging om unieke content te genereren en zó goed te maken dat mensen deze willen delen met hun vrienden en kennissen. Nu contentmarketing mainstream gaat, zal de hoeveelheid content nog verder toenemen. Waarde bieden aan het doelpubliek is dus de boodschap.
Bloggen op LinkedIn Wanneer social content en B2B ter sprake komen, kijken we snel naar LinkedIn. In 2014 voegde de gigant een eigen ‘publishing’-platform toe waarop professionals hun expertise kunnen tonen, hun kennis doorgeven, hun mening geven … Nu worden ze niet meer enkel beschouwd als netwerkplatform, maar als een van de grootste contentplatformen voor professionals. Van LinkedIn wordt verwacht dat het zijn dominante rol in B2B behoudt en zelfs nog versterkt. In ons land ziet men alvast het aantal profielen op het platform alsmaar toenemen, met momenteel bijna 1,4 miljoen gebruikers.
Uw portemonnee wordt social Dat de grootste sociale netwerken aankooptransacties willen behandelen in 2015 is duidelijk. Binnen Facebook werd in oktober een betaalfunctie ontdekt. Wanneer Facebook deze activeert zullen gebruikers van de Messenger-app geld naar elkaar kunnen sturen. Daarnaast bestaat er reeds een automatische aanvulfunctie om via je facebookaccount te betalen met je kredietkaart op verschillende e-commercewebsites.
De clash der tech-titanen Er zal heel wat uitgevochten worden onder de grootste ‘tech-spelers’ inzake mobiel betalen. Zo stelde Apple bijvoorbeeld zijn Apple Pay app voor. Facebook wil duidelijk de strijd aangaan met andere giganten. Het zal nóg meer inzage geven in de data van de gebruikers. Wat dan weer ten goede komt van de adverteerder.
De gebruiker moet blijven (on hold) Daarnaast hebben Facebook en Twitter een ‘Buy button’ getest op hun platform. Hiermee willen ze inspelen op snelle transacties wanneer de gebruiker zijn betaalgegevens reeds heeft ingevoerd. Met één of twee klikken kan dan een aankoop gebeuren, zonder het platform te verlaten. De gebruiker zo lang mogelijk op het platform houden, dat is wat deze giganten willen bereiken. Dit wordt interessant voor kortetermijndeals, wat de social commerce ten goede zal komen. U kan hier de consument al vroeger in het aankooptraject beïnvloeden of meteen tot een aankoop aanzetten. De rol van sociale media is veel groter vroeg in het aankooptraject, in de bewustwordingsfase. De gebruiker consumeert door het ontdekken via sociale media. Hij zal eerder in de beginfase (first click) terechtkomen dan waar echte conversies gemeten worden (last click). Het meten van de echte waarde van een facebookpost of tweet die aanzette tot een aankoop was tot nu toe een uitdaging. Maar met de ‘Buy button’ zal de waarde van sociale netwerken als Facebook en Twitter beter gemeten kunnen worden, omdat conversies meteen op het platform zullen plaatsvinden.
Video gaat verder dan YouTube Video wordt een belangrijk onderdeel van sociale media. Het volstaat niet meer om een video te maken en deze enkel op YouTube op te laden. Facebook, Instagram, Twitter … ze bieden allemaal video-ondersteuning. Ze bieden deze optie aan om meer en meer content op hun platform te houden. M. Zuckerberg van Facebook is hierover duidelijk: “Het grootste deel van de content op Facebook is content die mensen delen met hun vrienden en kennissen. Als je kijkt naar de toekomst zal een groot deel van de gedeelde content video zijn.” De twee grootste microvideoplatformen, Instagram en Vine, zullen zich ook meer en meer toespitsen op videomarketing. Op beide nicheplatformen zal het tevens mogelijk zijn om video’s te promoten. Bij sociale video denken we snel aan YouTube. En terecht. Dit platform wordt steeds meer het nieuwe tv-kijken. U vindt er uw favoriete muziekvideo’s en zelfs complete live-uitzendingen. Zo kan u reeds persconferenties van de Belgische voetbalbond live op dit platform bekijken. Op het platform zijn er ook verschillende manieren om te adverteren. Het bereik op YouTube is beter te meten en ook goedkoper dan dat op tv. Door het succes zal YouTube op deze manier stilaan wat tv-budget afsnoepen. De insteek op het platform is wel volledig anders dan bij reclame op tv. Het heeft weinig nut om reclame op YouTube te herhalen. Maar er wordt beter ingespeeld op storytelling, die meerwaarde biedt voor de gebruiker. Een belangrijke oorzaak van het succes van video is mobiel internet. Meer en meer mensen zijn via tablet of smartphone verbonden met het mobiele internet, wat perfect toelaat om video’s te bekijken. De boodschap is om creatief te zijn in het maken van video en te kijken hoe video een rol kan spelen op de verschillende kanalen. Met alle concurrentie en de verschillende platformen wordt het een uitdaging om meteen de aandacht te vangen van de gebruiker.
Deel 3 Search Engine Optimization
“Google only loves you when everyone else loves you first.”
(Wendy Piersan)
Rond deze tijd van het jaar worden opnieuw de budgetten en beslissingen vastgelegd, die succes of verlies in het volgende jaar zullen bepalen. En alsof planning, beheer en administratie nog volstaan, wordt er van marketeers ook nog verwacht om permanent op de hoogte te blijven van de laatste nieuwe technieken en strategieën voor de optimalisatie van organische zoekresultaten. SEO is weliswaar een vak waarvan de theorie en de praktijk constant veranderen, toch richten marketeers en bedrijven zich best op de grote veranderingen in deze branche dan op de kleine veranderingen in de algoritmes.
De echte waarde van links begrijpen Ondanks alle updates en veranderingen van algoritmes in de afgelopen jaren houdt één gegeven zich staande. In de ogen van zoekmachines zijn inkomende links nog steeds de belangrijkste off-site factor voor het toewijzen van waarde, autoriteit en vertrouwen. Dit zal ook zo blijven in 2015, maar de manier waarop Google deze links interpreteert, is veranderd. De dagen van links plaatsen op niet-relevante blogs en het najagen van een massale hoeveelheid links om de zoekmachines te manipuleren, zijn voorbij. Wie werkelijk bekommerd is om zijn organische zoekkanalen moet zich toespitsen op het brengen van waardevolle inhoud en deze promoten bij een specifiek publiek met de intentie om merkgerelateerde vermeldingen te verdienen. Deze merkvermeldingen zijn geen links naar een productpagina maar naar content van hoge kwaliteit waarin het merk wordt vermeld. Google houdt ook rekening met impliciete links en in welke verhouding deze verspreid zijn over het web. Impliciete links zijn ook merkvermeldingen, dus woorden op een andere webpagina die verwijzen naar uw merk of bedrijf zonder het gebruik van een hyperlink. Het verdienen van één enkele link op een hoogkwalitatieve en relevante website is waardevol om meerdere redenen dan louter SEO. Het heeft immers ook een invloed op het aantrekken van verwijzend verkeer (referral traffic), leads, verkoop en het verspreiden van de merkbekendheid. In 2015 mag men uitkijken naar een nauwere samenwerking tussen traditionele PR en SEO.
Het belang van mobile Hoewel dit geen nieuwe trend is, zou de beslissing om mobiele omgevingen te ondersteunen zelfs geen punt van twijfel meer mogen vormen voor marketeers en bedrijven. Als 1 op de 5 mensen in de wereld een smartphone bezit en 1 op de 17 mensen een tablet, schiet u zichzelf in de voet als u geen ondersteuning voorziet voor mobiel. In 2014 werden de voorspellingen bevestigd, mobile overstijgt desktopverkeer. Dit is een mijlpaal in de veranderingen van het consumentengedrag die veel implicaties met zich meebracht op gebied van zoeken en zoekmachine-optimalisatie. De zoekalgoritmen voor mobile bevatten andere vereisten dan de zoekalgoritmen voor desktop. Het zal cruciaal worden om het mobiele zoeklandschap goed te begrijpen als men de marketinguitgaven juist wil besteden. De zoekalgoritmen houden nu ook rekening met het gedrag van gebruikers zoals de bounce rate. Een slechte gebruikerservaring leveren omdat de website niet goed geoptimaliseerd is, heeft dus ook invloed op de positie in de zoekresultaten. Het is duidelijk dat SEO-campagnes in 2015 niet alleen ondersteuning zullen bieden voor een mobiele optimalisatiestrategie met enkel een responsive website, maar ook verder zullen bouwen op deze strategie. Het zal niet alleen noodzakelijk zijn om een website leesbaar en toegankelijk te maken voor elk toestel en multimediaplatform, maar deze zal ook overal geoptimaliseerd moeten worden. Dus niet louter afbouwen en opnieuw aanpassen aan het browservenster, maar evenzeer de inhoud en afbeeldingen lichter maken op kleinere apparaten. Het overstijgen van responsive design richting adaptive design is hier de belangrijkste sleutel. Het vermogen om snel en effectief een kwaliteitsvolle en rijke mobiele ervaring te bieden aan consumenten en gebruikers, zal ontegensprekelijk een concurrentievoordeel opleveren voor merken en bedrijven.
De fragmentatie van zoeken op verschillende platformen, toestellen en kanalen Niet alleen de zoekopdrachten splitsen zich verder op in lange trefwoordzinnen, maar deze worden bovendien nog eens opgesplitst over diverse platformen en kanalen. De opmars van interne zoekfunctionaliteiten bij onlinedienstverleners, mobiele toestellen en softwareapplicaties om hun eigen publiek beter van dienst te zijn, neemt zoekvolume weg van zoekmachines en browsers. 2015 zou wel eens het jaar kunnen worden dat andere zoekmachines beginnen met het inpalmen van een groter marktaandeel. Zo zet Firefox Google aan de deur en biedt voortaan Yahoo aan als de standaardzoekmachine voor de gebruikers van deze browser. Tevens is het einde van Googles contract met Safari in 2015 in zicht, een contract waar zowel Bing als Yahoo op uit zijn. In 2015 zal u verder moeten kijken dan Google om merkbekendheid en onlineaanwezigheid te optimaliseren voor zoekopdrachten.
De smeltkroes van contentmarketing en sociaal engagement 2014 was het jaar waarin ‘traditionele’ SEO op basis van link building en technische optimalisatie officieel niet langer voldoende was. Content marketing en sociale media hebben SEO definitief veranderd, in elk geval voor de komende tijd. Contentmarketing is een veelbesproken onderwerp geworden de afgelopen jaren, voornamelijk omdat bedrijven en merken intensief contentmarketingstrategieën nagestreefd hebben met de bedoeling zich te positioneren als de expert voor hun onlinedoelpubliek. Sommige contentmarketingstrategieën hebben echter gefaald in het opzetten van een duurzaam succesverhaal op het gebied van zoeken, voornamelijk omdat ze geen sociale betrokkenheid hebben losgeweekt bij hun relevante doelpubliek. Aangezien sociale media niet van vandaag op morgen verdwenen zullen zijn, zullen zoekmachines steeds meer de link leggen tussen onze (online) sociale netwerken en de zoekresultaten die ze tonen. Nog steeds is niet volledig duidelijk hoe sociale media exact meewegen in de ranking, maar dat ze een grote rol spelen, staat niet ter discussie. Een duidelijke succesfactor voor contentmarketing is de integratie van sociale media en het aansporen of betrekken van het doelpubliek. Toch ziet nog maar een zeer klein percentage van de bedrijven sociale media als middel om aan een betere ranking te werken.
Het belang van lange trefwoordzinnen De Google Hummingbird-update in 2013 bracht veel verandering in hoe zoekwoorden worden geïnterpreteerd op het web. De meest belangrijke verandering van deze update is een verbetering in de manier waarop de zoekmachine lange zinnen of vragen begrijpt en ervoor zorgt dat de hele zin wordt begrepen in plaats van elk woord op zich. Trefwoorden bestaande uit 1 of 2 woorden zijn meestal duur om te positioneren en converteren vaak niet zo goed. Langere trefwoordzinnen zijn daarentegen relevanter, dankzij hun grotere specificiteit, en hebben vaker de neiging om hogere conversieratio’s te bereiken omdat ze een aankoopintentie bevatten. Bedrijven en merken die de kracht en invloed van lange trefwoordzinnen op zoekopdrachten onder de knie hebben, zullen deze verschuiving ervaren in 2015. Ondanks het feit dat het winnen van verkeer via lange trefwoordzinnen veel tijd in beslag kan nemen, is het een veelbelovende inspanning die resultaten kan opleveren op lange termijn. Het aantal dagelijkse trefwoordvragen die nog nooit eerder werden gezien, zal blijven stijgen. Zeker nu eraan wordt gewerkt om zoekmachines de intentie van deze lange trefwoordvragen beter te doen begrijpen.
De verandering in weergave van zoekresultaten Nu Google ernaar streeft om meer en meer als een bestemming beschouwd te worden, mogen we verwachten om nog meer directe antwoorden op vragen te zien in de zoekresultaten, zoals sportuitslagen, weerberichten of informatie over bedrijven. Google’s Knowledge Graph- en Carrousel-functies (voornamelijk in US en UK) veranderen fundamenteel de manier waarop consumenten zoekresultaten raadplegen. Dit kondigt het verdere verval aan van informatieve websites, aangezien Google meer en meer zelf vragen gaat beantwoorden. Bedrijven en marketeers moeten zich ervan bewust zijn hoe hun merk of bedrijf in de zoekresultaten weergegeven wordt, nu Google zich ontpopt van informatiebron naar kennisbron.
Een bedrijf dat is opgericht in het teken van informatie verstrekken of het beantwoorden van vragen gaf reeds zijn grootste troef (content) uit handen aan de concurrentie (Google) en gaat slechte tijden tegemoet.
De afnemende focus op trefwoorden en posities De versleuteling op zoekwoorddata in Adwords en Analytics is een sterke indicatie van wat er zal volgen in de nabije toekomst. Nu de consumptie van informatie zich verder opsplitst over verschillende platformen, toestellen, kanalen en applicaties, zal zoekmachineoptimalisatie allicht nog meer de voeling met trefwoorden en posities verliezen. Men kan zich beter voorbereiden op het beschouwen van zoekmachineoptimalisatie als een middel om de zichtbaarheid van een merk te laten toenemen over een aantal webplatformen, en het uitbreiden van zijn aanwezigheid tot in de verste hoeken van het digitale rijk, waar klanten en consumenten vertoeven.
Het belang van personalisatie Omdat zoekfunctionaliteiten steeds verfijnder worden, zullen consumenten een hoger niveau van personalisatie ervaren. Iedere persoon kan verschillende zoekresultaten te zien krijgen voor dezelfde zoekopdracht, afhankelijk van de lokale en demografische gegevens die verzameld zijn tijdens vorige zoekopdrachten. De conversies zullen gaan naar bedrijven of merken die het de moeite achten om een hoger niveau van personalisatie te leveren aan klanten over alle zoekplatformen. De zichtbaarheid van een merk zal uiteindelijk afhangen van zijn vermogen om de meest toonaangevende contentmarketingspeler te zijn in zijn digitale ruimte.
Organisch zoeken nog steeds de grootste verkeersbron Organisch zoeken is niet meteen iets wat bedrijfsleiders over het hoofd kunnen zien. Bedrijven zullen altijd blijven verlangen naar organisch zoekverkeer en zoekmachineoptimalisatie is nu eenmaal het middel om dit verkeer te sturen. Maar wat steeds belangrijker wordt, is de kwaliteit en niet de kwantiteit. 2015 staat in het teken van kwalitatieve inhoud, kwalitatieve trefwoorden en kwalitatieve links, verpakt in een kwalitatieve website die geoptimaliseerd is voor alle toestellen. De bedrijven die erin slagen om het maximum te halen uit dit kanaal zullen uiteindelijk een onevenredig groot aandeel in beslag nemen van de digitale ruimte. Met alle commerciële voordelen van dien.
Deel 4 Search Engine Advertising
“56% van de banners wordt nooit gezien.” (Google)
Meer mogelijkheden via retargeting Retargeting is voor onlinemarketeers al lang niets nieuws meer. Maar waarom hebben we dit dan toch opgenomen in ons overzicht van trends? Omdat we alsmaar meer te weten komen over onlineconsumenten. En daardoor wordt retargeting nog een heel pak efficiënter. Bij retargeting worden advertenties getoond aan consumenten die eerder al producten op een website hebben bekeken, maar bijvoorbeeld geen aankoop hebben gedaan. Gerichte advertenties zullen consumenten nog beter kunnen overtuigen om toch de bewuste producten aan te kopen, bijvoorbeeld door de producten die bekeken werden met bijkomende promotie aan te prijzen.
Retargeting 2.0 Retargeting bestaat al langer dan vandaag, maar traditioneel gebruiken veel adverteerders deze functionaliteit op basis van heel eenvoudige parameters, zoals de pagina’s die bezocht werden op een website. Dit was trouwens lange tijd de enige manier om te retargeten. De voorbije jaren zijn er echter heel veel mogelijkheden bijgekomen. Zowel Google als Facebook bieden adverteerders nieuwe interessante functionaliteiten aan, waardoor we potentiële kopers nog beter kunnen benaderen. Bij Google is het bijvoorbeeld mogelijk geworden om doelgroepen aan te maken via Google Analytics, op basis van alle gegevens die in het platform beschikbaar zijn. Uiteraard kan men nog steeds doelgroepen aanmaken op basis van de pagina’s die gebruikers bekeken hebben, maar Google Analytics meet veel meer dan dat. Het verzamelt bijvoorbeeld iedereen die via een mobile device uw site heeft bezocht, of maakt een campagne specifiek gericht op gebruikers die via een bepaalde verkeersbron op uw site terechtkwamen. Nu doelgroepen ook via Google Analytics aangemaakt kunnen worden, zijn er oneindig veel meer mogelijkheden om een remarketingcampagne op te starten. Ook bij Facebook hebben ze het afgelopen jaar werk gemaakt van betere targetingmogelijkheden. Een functionaliteit die daarbij in het oog sprong, was Custom Audiences. Deze nieuwe functie geeft de adverteerder de mogelijkheid om bestaande data, bijvoorbeeld in CRM of mailinglijsten, te koppelen aan advertenties op Facebook.
Via Custom Audiences kan men met andere woorden gebruikers gaan targeten op basis van hun stadium in het aankoopproces. Hebben ze de site bezocht, staan ze op een mailinglijst, of zijn ze al klant? Het is interessante informatie die bepaalt hoe uw advertentietekst geschreven wordt. Custom Audiences wordt nog interessanter in combinatie met Atlas, het nieuwe advertentieplatform van Facebook. Via Atlas kan een adverteerder zijn advertenties tonen op ‘third party’-websites, en dit met behulp van de targeting-opties die Facebook momenteel biedt. Het spreekt voor zich dat retargeting hierbij een interessante rol kan spelen.
Retargeting anders bekeken Al deze nieuwe technieken maken het mogelijk om gebruikers nog beter te targeten. Als adverteerder zal u iemand die uw website al heeft bezocht, en daardoor interesse heeft getoond in uw product of dienst, nog beter kunnen bereiken op basis van enorm veel criteria. Adverteerders zullen als gevolg hiervan meer beginnen nadenken over de mogelijkheden van retargeting, en zullen nieuwe manieren bedenken om retargeting in te zetten. Om maar een voorbeeld te geven: mobiele gebruikers zullen aangespoord kunnen worden om een mobiele app te installeren.
Revival voor remarketing De nieuwe mogelijkheden die Google en Facebook ter beschikking stelden in 2014 zullen daarom voor een revival van remarketingcampagnes zorgen in 2015. Remarketing zoals we het nu kennen, zal blijven bestaan maar zal op een andere manier worden ingezet. De nieuwe mogelijkheden zullen ervoor zorgen dat remarketing minder verkoopsgericht is, maar een verlengstuk wordt van de website, waarbij een adverteerder nog steeds de mogelijkheid heeft om te communiceren met de gebruiker, zelfs al is deze laatste al lang niet meer op de website.
Topposities in AdWords worden grof wild Google AdWords wordt vaak aangehaald als een uitermate geschikt mediakanaal om zoekverkeer naar de website te genereren. En terecht, want dagelijks worden miljoenen zoekopdrachten uitgevoerd in de zoekmachine. Voor veel kleinere bedrijven is Google AdWords de laatste jaren uitgegroeid tot een mooi alternatief voor traditionele reclamekanalen, aangezien het relatief goedkoop is, makkelijk te beheren, en vooral meetbaar.
AdWords als brandingkanaal Het enorme zoekverkeer op populaire zoekmachines heeft de laatste maanden echter een ander fenomeen uitgelokt. Grote bedrijven en multinationals, die het cpc-zoekverkeer niet echt nodig hebben, zijn zoekmachines gaan gebruiken als een bijkomend brandingkanaal. Voor dit soort bedrijven is het vooral belangrijk om top of mind te blijven bij gebruikers, ongeacht of die gebruikers effectief klikken op hun advertentie. De nieuwe strategie van multinationals is ook een gevolg van het feit dat Google steeds minder visibiliteit toekent aan organische zoekresultaten. Zeker voor populaire keywords verschijnt vaak slechts 1 organisch zoekresultaat boven de fold. De andere schermruimte wordt tegenwoordig ingenomen door advertenties met allerlei mogelijke ad extensions, zoekresultaten voor afbeeldingen en Google Shopping-resultaten. Dat grote bedrijven hun toevlucht zoeken in betaalde zoekresultaten mag dus niet verwonderen. Het pijnlijke gevolg voor kleinere bedrijven is dat ze er een enorme concurrent bijkrijgen voor de zoekwoorden waarop zij gevonden willen worden. Een concurrent die bovendien niet elke euro twee keer hoeft om te draaien vooraleer hij deze spendeert in een AdWords-campagne. Voor elke multinational die voluit adverteert in Google AdWords gaat er een toppositie verloren voor de kleinere bedrijven. Denk maar niet dat een multinational zich tevreden stelt met een 5e positie in de zoekresultaten. Dat past niet bij de status van het bedrijf. Een bedrijf als Starbucks wil natuurlijk op de eerste positie staan voor het zoekwoord ‘koffie’. Enkel op die manier zal een positieve connotatie gelegd worden tussen koffie en de merknaam van het bedrijf. Kleinere, vaak lokale koffieshops moeten zich tevredenstellen met een lagere positie, of hun zoekstrategie aanpassen om toch nog voldoende zoekverkeer te krijgen.
Ook Apple zelf verschijnt steeds vaker tussen de advertenties in Google. Het bedrijf adverteert bijvoorbeeld op de namen van haar producten, waardoor bedrijven als Coolblue een positie lager belanden in de lijst van advertenties. Het fenomeen is zeker niet nieuw, maar we zien het steeds vaker opduiken. De bedoeling van multinationals is duidelijk: de connotatie van de merknaam met een bepaald product versterken, en een betere controle behouden op wat in de zoekresultaten van grote zoekmachines verschijnt.
Gevolgen voor de kleine adverteerder Voor kleinere adverteerders betekent dit een aanpassing voor hun strategie in Google AdWords. Grote bedrijven bieden immers grof geld om op de eerste positie in Google te staan voor algemene en populaire zoekwoorden. De eerste positie is voor kleinere vissen in de vijver daarom onbetaalbaar geworden. Bij deze adverteerders zien we daarom een verschuiving van hun keyword-strategie, van short tail naar long tail. Dit soort zoekwoorden is veel specifieker, waardoor er minder concurrentie is, en daarom zijn ze ook goedkoper. Bovendien zijn deze zoekwoorden door hun aard veel interessanter voor adverteerders die uit zijn op het genereren van leads. Specifiekere zoekwoorden worden immers ingegeven door gebruikers die verder staan in het aankoopproces. De kans op een converterende bezoeker is daarom groter. Niettemin verliezen met de ‘short tail’-zoekwoorden kleine adverteerders heel veel potentieel zoekverkeer aan de grote jongens. Bovendien drijft het de CPC voor brede zoekwoorden de hoogte in. Begrijp ons niet verkeerd, AdWords blijft een razend interessant advertentiekanaal voor kleinere adverteerders, al zal er op termijn een verschuiving plaatsvinden waarbij grote adverteerders grof geld zullen bieden voor de brede populaire zoekwoorden, terwijl kleinere adverteerders zich steeds meer zullen richten tot specifiekere ‘long tail’-zoekwoorden.
“About 42 % of paid search spend is on mobile devices, yet mobile accounts for only 30 % of overall search conversions.” (Marin Software)
Mobile wordt volwassen Nogmaals het woordje ‘mobile’ in ons trendrapport: er is geen ontsnappen aan. Ook wij moeten het hier hebben over mobile. De trend wordt gevoed door de exponentiële verkoop van smartphones en tablets. Van de ruim 7 miljard mensen op deze planeet lopen er 4 miljard met een mobieltje in hun zak. Vind de consument waar hij zich bevindt, en dat is op zijn smartphone.
Mobile converteert minder goed De adverteerder heeft deze trend uiteraard ook opgemerkt. Mobile campagnes in AdWords komen steeds vaker voor. Maar wat we zien, is dat deze campagnes opvallend minder goed converteren dan de campagnes die verschijnen op desktoptoestellen. Momenteel wordt zo’n 42% van het budget aan mobile campagnes gespendeerd, terwijl deze campagnes maar 30% van de conversies genereren. Is dit toeval, of is er meer aan de hand? Wij vermoeden het tweede. Veel kleinere adverteerders zijn zich immers bewust van het potentieel op de mobiele markt, maar mobile campagnes zijn vaak niet zo grondig uitgewerkt als desktopcampagnes. De campagne loopt misschien zelfs met de juiste zoekwoorden. Maar hoe zit het met de targeting van het doelpubliek? En hoe zit het met tracking?
Mobile benadert desktopkwaliteit Onze prognose is dat mobile campagnes in 2015 steeds meer geoptimaliseerd zullen worden, waardoor ze het niveau van desktopcampagnes zullen benaderen. We komen bijvoorbeeld steeds meer te weten over de geografische locatie van mobiele gebruikers en over het tijdstip waarop ze zoeken op hun mobile device. Interessante informatie die de targeting-instellingen van mobile campagnes kan verfijnen, en de campagnes nog performanter kan maken. Ook op vlak van tracking reikt Google ons inmiddels voldoende middelen aan om op een grondige manier te kunnen beslissen over de performantie van mobile campagnes. In Google Analytics hebben we momenteel de mogelijkheid om het gedrag van desktopgebruikers en mobiele gebruikers met elkaar te vergelijken. In 2015 zullen steeds meer adverteerders dit soort rapporten gaan analyseren om hun mobile campagnes te optimaliseren.
Call tracking Een ander fenomeen dat hiermee verband houdt is call tracking. Als adverteerder bestaat de mogelijkheid om een call button te plaatsen bij mobiele advertenties, waarmee een mobiele gebruiker hem meteen kan bellen. Google biedt sinds kort de mogelijkheid om deze telefoongesprekken te tracken. Ook hier krijgen adverteerders dus de mogelijkheid tot optimalisatie, vooral in functie van tijdstip en locatie.
Inhaalbeweging Hoewel de boom van smartphones en tablets al enkele jaren aan de gang is, hollen adverteerders dus nog steeds achter de feiten aan. Het is heel moeilijk om gelijke tred te houden met de groei van de markt van mobile devices. Toch zien we dat er een inhaalbeweging aan de gang is. Mobile campagnes worden volwassener. Een campagne opzetten is niet langer voldoende. De hele funnel wordt geanalyseerd. 2015 wordt het jaar waarin de mobiele gebruiker veel van zijn geheimen zal prijsgeven.
Cross device tracking: meer noodzaak dan trend Het is een fenomeen dat al lang niet meer te negeren valt. De internetgebruiker anno 2015 wisselt meer van device dan van kleren. En meer en meer worden devices zelfs tegelijk gebruikt. Denk maar aan iemand die op televisie of laptop een bepaald programma bekijkt en ondertussen op de smartphone meedoet aan de twitterdiscussie die volop aan de gang is. Of de werknemer die op het werk een goed hotel zoekt voor zijn weekendje Parijs, en ’s avonds in overleg met vrouwlief het hotel uitkiest en boekt op zijn persoonlijke laptop of tablet.
Helse uitdagingen voor onlinemarketeers Het zijn voorbeelden die ons allemaal bekend in de oren klinken, en met de dag alledaagser worden. Maar voor onlinemarketeers zijn dit helse uitdagingen. Surfers die constant van device wisselen, zijn immers niet zo makkelijk te tracken. Telkens een nieuw device wordt gebruikt, heeft de gebruiker immers een andere cookie, en wordt hij door web analytics tools dus beschouwd als een nieuwe gebruiker, waardoor historiekgegevens van deze surfer verloren gaan. We gebruiken bovendien niet enkel verschillende toestellen om opzoekingen te doen, soms wisselen we ook nog eens van browser, wat het tracken alweer een tikkeltje moeilijker maakt. Hoe moeilijk het ook wordt, het is heel belangrijk om het surfgedrag van één enkele gebruiker goed in kaart te kunnen brengen om de juiste marketingbeslissingen te nemen. Dit wil zeggen dat het surfgedrag van een gebruiker over verschillende devices en browsers heen perfect gemeten moet worden. ‘Cross device tracking’ of ‘cross device measurement’ is nu al mogelijk, maar zal in 2015 pas echt een van de internetmarketingtrends worden. Het is immers een fenomeen waar we niet onderuit kunnen. Bovendien is het essentieel om de juiste beslissingen te kunnen nemen.
Cross device tracking in Google Analytics Sinds Universal Analytics in het voorjaar van 2014 uit de betaversie kwam, is cross device tracking nu ook via Google Analytics mogelijk. Het is wat ons betreft zeker een van de meeste interessante nieuwigheden van Universal Analytics. Waar Google Analytics standaard een nieuwe ID gaf aan elke gebruiker die via een ander device of een andere browser de website bezocht, hebben we dankzij Universal Analytics nu zelf de mogelijk om manueel aan Google Analytics te vertellen welke cookies van één enkele gebruiker afkomstig zijn. Dit kunnen we doen door aan elke gebruiker een unieke user-ID te koppelen. Het toekennen van een unieke user-ID is echter een grote uitdaging. Men moet immers een parameter hebben, die steeds aan een bepaalde gebruiker kan worden gelinkt, los van browser of device. Bovendien mag deze parameter Google niet in staat stellen om deze gebruiker te kunnen identificeren. Zo mag men bijvoorbeeld geen gebruikmaken van parameters zoals naam of e-mailadres. Men kan dus best gebruikmaken van een eigen database van gebruikers die de website hebben bezocht. Zo kan aan iedere gebruiker die een bestelling heeft geplaatst of iedere gebruiker die zijn e-mailadres heeft achtergelaten een eigen user-ID worden gekoppeld.
Beperkingen bij cross device tracking Helaas is dit systeem niet 100% waterdicht. Niet elke gebruiker zal immers ingelogd zijn wanneer hij een website bezoekt. Er zal dus altijd een percentage bezoekers zijn waarvan het surfgedrag niet zal kunnen getracked worden. Niettemin biedt Universal Analytics sinds 2014 een eerste mogelijkheid om een deel van dit ‘cross device’-surfgedrag in kaart te brengen, en zullen op basis van deze eerste gegevens de eerste conclusies getrokken kunnen worden. In 2014 kon voor het eerst geproefd worden van cross device tracking in Google Analytics. Het werd een jaar van zoeken en aftasten in deze moeilijke, maar tegelijk ook boeiende materie. 2015 wordt echter het jaar van de waarheid. Cross device surfgedrag raakt steeds meer ingeburgerd en het tracken ervan kan niet achterblijven. Bedrijven mogen deze trein niet missen, als ze de voeling met hun bezoekers niet willen kwijtraken.
Intent marketing: the next big thing? De jaarwisseling is traditioneel een tijd van goede voornemens. De ene wil stoppen met roken, de ander wil wat meer gaan sporten. Hoe men het ook draait of keert, iedereen heeft voornemens. En dat hoeft niet enkel bij het begin van het nieuwe jaar te zijn. Voornemens bepalen voor een groot deel ons gedrag. We doen handelingen omdat we aan een achterliggend voornemen willen voldoen, omdat we onze behoeften willen bevredigen. Het is deze gedachte die als basis dient voor ‘intent marketing’. Hierbij wordt de doelgroep van een campagne bepaald op basis van de behoefte van de consument. Men hoeft consumenten niet te overtuigen van een bepaalde behoefte aan een product of dienst. Vele consumenten hebben deze behoefte immers al. Men moet ze enkel weten te vinden, op basis van de juiste targeting.
Op zoek naar de intent van de consument Intent marketing is dus een andere manier van denken bij adverteerders. In plaats van consumenten actief te overtuigen dat ze een product of dienst nodig hebben, gaat de adverteerder die consumenten zoeken die nu al de intentie, of de intent, hebben om hun product te kopen. Die andere manier van targeten leidt tot een hogere relevantie van advertentiecampagnes, en zal een hogere conversieratio tot gevolg hebben. Waar intent marketing verder gaat dan bijvoorbeeld contextual marketing, is het feit dat u als adverteerder de consument de meest relevante advertentie voorschotelt, en dit in real time. Een advertentie verschijnt dus bij de consument op het moment dat hij actief op zoek is naar uw product of dienst. Het is niet eenvoudig om als adverteerder te weten wanneer een consument op zoek is. Maar de veranderende digitale wereld, met steeds meer interactie tussen gebruikers over de hele wereld, schept alvast nieuwe mogelijkheden. Consumenten zijn immers constant in contact met elkaar en raden elkaar producten of diensten aan, bijvoorbeeld via mail of facebookchat. Bovendien vertrouwen consumenten steeds meer op de opinie van andere gebruikers, stukken meer dan op de adverteerder zelf.
De vele momenten van interactie laten de adverteerder niet enkel weten dat een consument op zoek is naar een bepaald product, maar ook wanneer. De ideale cocktail bestaat er dus in om de consument niet enkel een relevante advertentie voor te schotelen, maar dit ook nog eens op het juiste moment te doen.
Intent bij gebruiker beïnvloeden Het mag duidelijk zijn dat intent marketing sterk gebaseerd is op de principes van search marketing. Vandaar dat sommige definities van intent marketing nog een stap verder gaan. Soms gaat intent marketing zelfs zo ver dat adverteerders vooraf de intent van consumenten zelf zullen gaan beïnvloeden. Er wordt vooraf bij consumenten een behoefte gecreëerd rond een bepaald product of dienst, waarna de adverteerder hier zelf op inspeelt via gerichte advertenties. De toekomst van online adverteren zal dus niet enkel bepaald worden op basis van zoekgedrag en deelgedrag, maar zal ook veel dieper inspelen op de mindset en de voornemens van de consument. Intent marketing geldt in 2015 steeds meer als krachtig wapen voor de adverteerder om aantrekkelijke content te creëren, gericht op die gebruiker die op zoek is naar zijn product of dienst. Dit zal meer dan ooit leiden tot een optimale conversiefunnel en hogere conversieratio’s.
360° storytelling: meer interactie tussen advertentiekanalen Adverteerders worden elk jaar inventiever en vinden nieuwe technieken uit om consumenten te overtuigen. Maar ook consumenten evolueren. De belangrijkste evolutie bij de consument is ongetwijfeld dat hij steeds meer immuun wordt voor reclameboodschappen en banners op het internet. Meer dan de helft van de banners waaraan consumenten worden blootgesteld, wordt zelfs helemaal niet meer gezien.
360° storytelling Het is duidelijk dat snelle en vluchtige reclameboodschappen hoe langer hoe meer hun doel voorbijschieten. Een adverteerder moet steeds meer tijd steken in het brengen van een verhaal naar de klant. Storytelling, zoals dat zo mooi heet. De kunst om mensen te verleiden, te overtuigen en te binden aan de hand van een samenhangend verhaal. Bij storytelling gaat het niet enkel om verhaaltjes vertellen. Het verhaal moet inhoud en diepgang hebben, en moet coherent zijn. Hangt het met losse schroeven aan elkaar, dan zal u de consument niet kunnen overtuigen. Net daarom is het zo belangrijk dat alle communicatiekanalen perfect op elkaar afgestemd zijn. Dankzij Google AdWords, de opkomst van sociale media, e-mailmarketing, enzovoort heeft de adverteerder immers een arsenaal aan communicatiekanalen tot zijn beschikking. Maar brengen die allemaal wel hetzelfde coherente verhaal?
Coherente en samenhangende communicatiestrategie In 2015 zullen adverteerders meer dan ooit werk maken van een coherente en samenhangende communicatiestrategie, die verschillende mediakanalen online en offline omvat. Er wordt bijvoorbeeld een actie op poten gezet waarbij consumenten op de website een prijs kunnen winnen, en deze actie wordt gevoed via sociale media, via Google en via een e-mailcampagne, waarbij telkens dezelfde boodschap of slagzin wordt gebruikt. Ook billboards op straat en reclamecampagnes op televisie en radio ondersteunen de actie.
Zulke acties, waarbij over alle mediakanalen heen dezelfde bewoordingen, dezelfde call to action, dezelfde styling en dezelfde creatie wordt gebruikt, dragen bij tot de herkenbaarheid van de actie. Het zal ertoe leiden dat consumenten veel meer een aha-erlebnis krijgen bij het zien van de campagne, en het vergroot de kans dat ze uit nieuwsgierigheid toch eens een kijkje zullen nemen op de website. Dit soort coherente communicatiestrategieën zijn natuurlijk niet nieuw, maar worden momenteel voornamelijk door grote adverteerders toegepast: bedrijven met een grote marketingafdeling, die draait als een goed geoliede machine. Bij kmo’s en kleinere bedrijven is dit veel minder het geval. Ook zij maken gebruik van verschillende mediakanalen, maar die zijn veel minder op elkaar afgestemd. Deze kanalen lopen eerder naast elkaar dan samen met elkaar.
Inhaalbeweging bij kmo’s 2015 wordt het jaar van de inhaalbeweging bij kmo’s en kleinere bedrijven. Communicatiestrategieën zullen veel beter gepland worden en communicatiekanalen veel beter op elkaar afgestemd. Ook kmo’s doen in 2015 veel meer aan storytelling, waarbij tijd en inspanningen worden geïnvesteerd in het creëren van een geloofwaardig verhaal over verschillende mediakanalen heen.
Facebook Atlas: het alternatief voor Google Display? Het hing al een tijdje in de lucht, en in oktober 2014 was het dan ook zover: Facebook lanceerde met Atlas haar eerste volwaardige advertentieplatform. Met Atlas wil Facebook de hegemonie van Google het vuur aan de schenen leggen. En de kans is groot dat Facebook hier ook in slaagt. Want het heeft alvast vele troeven in handen.
Wat is Atlas? Maar we beginnen bij het begin: Atlas? Wel, net zoals bij Google’s Display-netwerk zullen via Atlas allerlei soorten banners kunnen getoond worden aan consumenten binnen het momenteel flink groeiende facebooknetwerk. Het gaat dus niet om de gekende facebookadvertenties, maar om klassieke bannerformaten, videoadvertenties en ‘rich media’-advertenties. Maar waar Google gebruikmaakt van cookies om de gebruiker te volgen doorheen zijn netwerk, zal Facebook gebruikmaken van het facebookprofiel van gebruikers. En net daar biedt het Atlas-netwerk enkele grote voordelen ten opzichte van het Google-netwerk.
Cross device tracking Facebook maakt dus gebruik van het gegeven dat surfers momenteel op zowat elk device ingelogd zijn op hun facebookprofiel. De zwakke plek van Google, namelijk het switchen van device waarbij telkens een nieuwe cookie wordt aangemaakt, wordt door Facebook dus op een handige manier omzeild. Elke gebruiker heeft immers één enkel facebookprofiel waarmee hij op elk device is ingelogd, en men kan op die manier één enkele gebruiker op verschillende devices volgen. Met de trend naar cross device tracking is dit een gigantisch voordeel.
Targeten via Atlas Maar er is meer. Adverteren via Facebook betekent ook dat gebruik kan worden gemaakt van de targeting-opties die Facebook biedt. Dat zijn dus niet enkel de sociodemografische gegevens van facebookgebruikers, zoals geslacht en leeftijd, maar ook interesses. Want zeg nu zelf, hebben we allemaal al eens niet aan Facebook toevertrouwd een fan te zijn van een of andere band, of graag naar een zonnig land in Azië op vakantie te willen gaan? Een schat aan informatie waarbij elke adverteerder spontaan begint te likkebaarden.
Het feit dat deze targeting-opties nu ook kunnen worden gebruikt buiten het facebooknetwerk, schept heel wat mogelijkheden voor adverteerders. Het bereik wordt immers veel groter: de consument kan bereikt worden op die momenten waarop hij echt op zoek is naar uw product, en niet enkel op een moment dat hij doelloos op Facebook rondhangt.
Online en offline koppelen De mogelijkheden zijn haast eindeloos. Het schept bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om online- en offlinedata naast elkaar te leggen. Een retailer die met een klantenkaart of een ander getrouwheidsprogramma werkt, waarbij bijvoorbeeld het e-mailadres van de klant wordt gevraagd, kan aan de hand hiervan ook bekijken of bepaalde onlinecampagnes een effect hebben gehad op de aankopen in de winkel zelf.
Privacy? Het is onvermijdelijk dat we het bij Facebook ook steeds moeten hebben over privacy issues. Ook hier duiken vragen omtrent privacy op. Bij de lancering van Atlas flakkert opnieuw de vraag op of Facebook nogmaals een privacygrens heeft overschreden. Maar zoals iedere keer zal de storm na een tijd gaan liggen. Hoe dan ook hebben adverteerders met Facebook Atlas een volwaardig alternatief gekregen voor het Display-netwerk van Google en zelfs voor premium display bannering, dat de moeite waard is om uit te proberen. Er mag weinig twijfel over bestaan dat Facebook Atlas een van de trends zal worden van 2015.
Stijgend gebruik van externe software tools Iedereen is het er over eens dat de tools van Google en Facebook fantastisch zijn om te gebruiken. Ze bieden een uitgebreid arsenaal aan mogelijkheden om doelgericht de consument te bereiken en zijn gedrag te analyseren. Maar hoe goed een platform als Google Analytics ook in elkaar zit, het biedt voor grotere bedrijven of websites zeker geen antwoord op alle vragen en behoeften. Zeker op het vlak van ‘user experience’ en conversieoptimalisatie kan het altijd nóg iets beter.
Meer inzicht dankzij ‘third party platforms’ Om aan de behoefte naar bijkomende analyses te voldoen, maken we steeds vaker gebruik van externe tools die ons helpen bij het optimaliseren van onze onlinecampagnes. Elk aspect van online-advertising biedt wel enkele interessante tools die kunnen ingezet worden om het aankoopproces voor de consument nog beter te stroomlijnen, of om onszelf meer insight te geven in de performantie van onze campagnes. Het zijn dit soort tools die een ander licht doen schijnen op onze campagnes en die een andere kant van de campagnes laten zien die Google niet toont.
API-toepassingen Het goede nieuws is dat Google en Facebook zelf dit soort nieuwe initiatieven stimuleren. Via API-toepassingen is het voor ontwikkelaars immers mogelijk om hun zelf ontwikkelde software te koppelen aan de data van Google AdWords of Facebook Ads. Hier wordt door ontwikkelaars gretig gebruik van gemaakt. Hierdoor ontstaat een hele resem nieuwe tools, waarbij de data van Google of Facebook als basis kan dienen voor nieuwe functionaliteiten. Vooral op vlak van reporting biedt dit heel veel interessante mogelijkheden, waarbij campagneresultaten van Google, Facebook, e-mail en sociale media bijvoorbeeld geïntegreerd kunnen worden in één enkel platform. Een voorbeeld hiervan is RavenTools, een contentmanagement- en reporting-platform dat de laatste maanden heel populair is geworden. Het platform biedt u als campaign manager de mogelijkheid om één geïntegreerd rapport naar de klant door te sturen.
A/B testing Ook op het vlak van Web Analytics zien we de opkomst van heel wat interessante tools, die een antwoord bieden op een problematiek waarop een platform als Google Analytics geen antwoord biedt. In Google Analytics is het bijvoorbeeld wel mogelijk om aan A/B testing te doen, maar als het echt grondig moet, dan is hiervoor gespecialiseerde software nodig. Tools zoals Visual Website Optimizer en Optimizely spelen in op deze behoefte en bieden een service aan die niet alleen eenvoudig is om te gebruiken, maar die ook nog eens een antwoord biedt op de iets complexere webanalyseproblemen. Niet alleen in de markt van PPC zien we een opkomst van tools en services die ons helpen bij het beheer van campagnes, ook bij andere advertentiekanalen zien we hetzelfde fenomeen. Nemen we het voorbeeld van contentmarketing. Hier kruipt vooral veel tijd in het proces van content curation. De stroom van kwalitatieve content moet natuurlijk constant gevoed worden en elke tool die daarbij kan helpen is welkom. Het is dan ook niet verwonderlijk dat services zoals Curata en Kapost heel populair zijn geworden.
‘User engagement’ en ‘value optimization’ Voor alles wat ‘user engagement’ en ‘value optimization’ betreft, kunnen we dan weer rekenen op tools zoals KissMetrics en Chartbeat. Dit soort tools biedt een mooie aanvulling op data die al geleverd worden door bijvoorbeeld Google Analytics. Ze bieden een meerwaarde omdat de user op een individuele en waardegebaseerde manier wordt benaderd, terwijl bij Google Analytics meer gefocust wordt op segmenten van gebruikers. Tools als Chartbeat en KissMetrics bieden dus een veel beter inzicht in het gedrag van een individuele gebruiker. Ook qua ‘cross device tracking’ staan zulke tools vaak veel verder dan Google Analytics.
Gebruiksvriendelijker en toegankelijker En zo kan een adverteerder voor elk aspect van onlinemarketing een beroep doen op tools die bijkomend inzicht geven in dat specifieke aspect van het aankoopproces. Zulke services worden ook steeds gebruiksvriendelijker en toegankelijker, wat hun populariteit alleen maar in de hand werkt. In 2015 zullen we deze tools dus alleen maar populairder zien worden. Jonge en dynamische start-ups zullen gewiekst inspelen op de behoefte aan bijkomende analyse en inzicht bij de adverteerder, en zullen op die manier een antwoord geven op specifieke problematieken bij de gebruiker.
Nawoord Na het lezen van dit rapport bent u ongetwijfeld zelf ook overtuigd van het belang van een onlineluik binnen een volledig communicatieplan. Het gebruik van onlinekanalen en -technieken is natuurlijk al jaren vaste kost om meer leads naar uw onderneming te genereren. Maar met de exponentiële groei van het gebruik van smartphones en tablets zal dat alleen maar toenemen. Meer nog: uw klant of bezoeker verwacht dat u online aanwezig bent. Als hij u daar niet kan vinden of hem niet biedt wat hij verwacht, bent u hem kwijt. Dat is de harde realiteit. Betekent dit daarom dat u alle hier beschreven trends in 2015 werkelijkheid zal zien worden en moet volgen? We hopen natuurlijk van wel, want dat zou betekenen dat we heel goed de toekomst kunnen voorspellen. Maar zelfs als dat niet zo is, dan leidt wat we hier opsomden beslist naar andere ontwikkelingen die er op verder bouwen. Want als er één ding zeker is, dan is het wel dat onze huidige wereld razendsnel evolueert. Zo snel, dat wie alles alleen probeert te volgen enkel het topje van de ijsberg zal zien. Onlinecommunicatie die voor resultaten gaat, is daarom specialisten- en teamwerk. We durven beweren dat we die competenties in huis hebben. Betekent dit dat enkel onlinecommunicatie zaligmakend is geworden? Natuurlijk niet. Er zullen altijd traditionele media blijven bestaan. Het mooie is dat beide werelden perfect complementair zijn geworden, en dat er voor elke communicatie-uitdaging een mix bestaat die specifiek op elke problematiek is afgestemd. Maar het is wel kwestie om die mix pragmatisch en met kennis van het hele landschap te bepalen, uitgaand van een slimme positionering en een overkoepelende communicatiestrategie op lange termijn. En ook die competenties hebben we in huis. Ik bedank alvast ons onlineteam dat hier zoveel tijd aan heeft besteed: Stefan De Haes die als Digital Services Bee de algemene trends, webdesign en e-commerce voor zijn rekening nam, Dieter Peeters die als Social Media Bee de wereld van Facebook, Twitter, LinkedIn en co. aan een kritische blik onderwierp, Quincy Tshiananga die als Search Engine Bee nog dieper dan gewoonlijk in de wondere wereld van Search Engine Optimization dook, en Stefan Holsters die als Search Engine Bee werkelijk alles over Search Engine Advertising bekeek en analyseerde. We hopen dat u van hun werk heeft genoten. Tot online, Philippe Orlent Strategic & Creative Bee
www.bluebees.be