Een Bruisende Binnenstad Meer ruimte voor innovatie en dynamiek
Aanleiding
Hoe houden we de Nijmeegse binnenstad bruisend? Over die vraag debatteerden ondernemers, bewoners en deskundigen uit de wereld van horeca, vastgoed, retail en commerciële dienstverlening met elkaar tijdens de werkconferentie ‘Bruisende Binnenstad’. Conclusie: ruim baan voor innovatieve concepten, weg met het sectorale denken en het is de consument die bepaalt wat kwaliteit is. Iedereen was het erover eens dat de binnenstad in beweging moet blijven en mee moet groeien met de ontwikkelingen. Eind november heeft de werkconferentie Bruisende Binnenstad plaats gevonden. Tijdens deze werkconferentie is aan alle belanghebbende partijen in de binnenstad de mogelijkheid geboden om mee te praten over ruimtelijke EZ-thema’s die spelen in de binnenstad. De geagendeerde thema’s tijdens deze avond zijn voorgedragen door de gemeenteraad. Het gaat om: - Beleidsregels mbt dienstverlening - Afspraken over nieuwe horeca - Meer functiemenging in de binnenstad - Profielen voor de ringstraten - Versterken van het toeristisch profiel - Aanpak van het fenomeen afhaalcentra Uitkomsten van de avond geven aanleiding voor een aantal beleidswijzigingen. Het doel van deze notitie is om beleidswijzigingen mbt deze thema’s voor de binnenstad vast te stellen. Insteek daarbij is dat we in de binnenstad meer flexibel omgaan met de verschillende functies en af willen van het vastleggen van functies per pand en/of bouwblok. Inzet is het faciliteren van dynamiek en innovatie. We stellen gezamenlijk kaders vast, maar bieden binnen die kaders zo veel mogelijk ruimte. Van belang is om bijstelling van beleid mee te nemen in het nieuwe bestemmingsplan voor de binnenstad. Dit jaar vindt de actualisering van het bestemmingsplan Centrum Binnenstad plaats. De eerste stap is het opstellen van een Raamwerk. Een Raamwerk omvat een analyse van het plangebied, een overzicht van het relevante beleid en ruimtelijke ontwikkelingen. Het is de bedoeling om de thema’s uit deze notitie op te nemen in het Raamwerk en vervolgens nieuwe beleidslijnen te verankeren in het nieuwe bestemmingsplan Centrum Binnenstad.
1. Beleidsregels dienstverlening Het stadscentrum is het belangrijkste winkelgebied van de regio Nijmegen. Het centrale winkelgebied is herkenbaar als een gebied met dominante detailhandel. Het Nijmeegse stadscentrum biedt een 2 gevarieerd aanbod aan winkels en winkelmilieus. Het gaat hier om circa 100.000 m v.v.o. aan winkelruimte. Dit winkelaanbod is continu sterk in beweging. Ook in de toekomst is veel dynamiek te verwachten. Allereerst door de oplevering van het vernieuwde Plein 1944 in 2013. Maar ook de concurrentie van internet zal invloed doen gelden. Het valt te verwachten dat de langjarige trend doorzet dat winkelaanbod in doelgerichte aankopen verdwijnt en de binnenstad zich meer specialiseert op vergelijkend winkelen in mode en luxe artikelen. Naast winkels treffen we in het centrum veel horeca en commerciële dienstverleners aan. Bij commerciële dienstverlening gaat het om zaken als een kapper, schoonheidssalon, uitzendbureau, reisbureau. Nieuwe aanbieders zijn de “winkels” van banken en zorgverzekeraars. Al deze aanbieders hebben met elkaar gemeen dat ze geen product maar een dienst verkopen. We krijgen steeds meer aanvragen van commerciele dienstverleners die zich willen vestigen in het stadscentrum. Nu hebben we nog beperkende maatregelen: max. 10% aan dienstverlening in de
1
hoofdwinkelstraten, max 30% in de omliggende straten . Deze maatregelen willen we deels loslaten, zodat dienstverleners beter terecht kunnen in de binnenstad. In het stadscentrum worden de beleidsregels voor de functie commerciële dienstverlening als volgt aangepast: -
Hoofdwinkelstraten: Voor deze straten geldt dat het maximaal aan toegestane commerciële dienstverleners 20% per straatzijde mag zijn. De hoofdwinkelstraten zijn: Broerstraat, Burchtstraat, Molenstraat, Grote Markt, Molenpoortpassage, Augustijnenstraat, Marikenstraat en Moenenstraat, Plein 1944. In deze straten domineert de detailhandelsfunctie. Hier vindt met name het vergelijkend winkelen plaats en zijn vooral winkels in de sectoren mode en luxeartikelen gevestigd. Ook bevinden zich hier de warenhuizen Hema en V&D. Het filiaal- en grootwinkelbedrijf is in dit gebied flink vertegenwoordigd; eigen Nijmeegse bedrijven komen beperkt voor.
-
De omliggende centrumstraten: voor deze straten geldt dat het maximaal toegestane percentage dienstverlening –deels- wordt bijgesteld naar max 30% of 50% per straatzijde. Voor deze straten geldt dan: Maximaal 30% voor de Houtstraat, Ziekerstraat, Stikke - en Lange Hezelstraat, Van Welderenstraat en Van Broeckhuysenstraat. En maximaal 50% voor de , Kelfkensbos, Hertogstraat, In de Betouwstraat, Smetiusstraat en Bloemerstraat. In deze straten is de detailhandelsfunctie nog steeds van belang. Hier treffen we meer Nijmeegse bedrijven en minder het filiaal- en grootwinkelbedrijf aan. Deze straten hebben een hoger leegstandspercentage dan de hoofdwinkelstraten. Tegelijkertijd ontvangen we meer aanvragen voor het vestigen van commerciele dienstverlening in deze straten.
-
De overige straten: voor deze straten geldt dat het percentage toegestane dienstverlening wordt losgelaten. Er geldt niet langer een maximum aan dienstverleners voor deze straten. De overige straten zijn: Nieuwstraat, St. Jorisstraat, Wintersoord, Klein Mariënburg, Marienburgsestraat, De Walstraten, Gerard Noodtstraat. In deze straten is nu al de detailhandelsfunctie van ondergeschikt belang. Het toestaan van commerciele dienstverlening kan dreigende leegstand verminderen.
2. Beleidsregels voor de horeca In het stadscentrum van Nijmegen bevinden zich circa 230 horecabedrijven. Het gaat daarbij met name om bedrijven in de dranken- en restaurantsector. De Nijmeegse horeca is met name geconcentreerd in horeca-accentgebieden verspreid over diverse plekken in het stadscentrum. Het gaat om de horeca-accentgebieden Grote Markt, Molenstraat, Kelfkensbos, Waalkade en Koningsplein/Mariënburg en Plein 1944. De ruimtelijke concentratie van horeca wordt als succesvol ervaren. Elk van deze accentgebieden kent zijn eigen type horeca. Als voorbeeld: - De Waalkade is er voor de toeristische bezoeker; - Op de Grote Markt bevinden zich restaurants en grandcafé’s gericht op winkelend publiek; - Jongeren en studenten vinden hun aanbod op de Molenstraat; - Het horeca-accentgebied Marienburg/Koningsplein is het culturele hart van de stad. De inzet is om de komende jaren in het stadscentrum de belangrijke rol van de horeca verder te versterken. De horeca ondersteunt de andere functies van het stadscentrum en is een grote trekker van bezoekers naar het stadscentrum. De algemene trend is dat het belang van horeca in winkelgebieden flink is toegenomen. Ook in Nijmegen wordt de combinatie van winkelen met een bezoek aan de horeca snel gemaakt. Horeca draagt bij aan een langere verblijfsduur van de consument in het stadscentrum en dat betekent uiteindelijk meer omzet voor het centrum. In 2007 is het beleid voor nieuwe en bestaande horeca vastgelegd in de Horecanota Gastvrij Nijmegen. We houden in grote lijn vast aan deze beleidsregels. Zo houden we vast aan de lijn dat 1
Beleidsdocument: Strategische Notitie Detailhandel 2005
nieuwe horeca alleen is toegestaan in de horeca-accentgebieden. Wel willen we kijken naar de ruimte die er nu nog is voor nieuwe horeca. Mocht deze ruimte te beperkt zijn, dan kan dit aanleiding voor verruiming van deze gebieden. We stellen als eerste stap voor om meer ruimte voor nieuwe horeca te bieden in het horeca-accentgebied Koningsplein-Marienburg. Het gaat dan in concrete om achterzijde Lux: panden voormalige SNS-bank en GKB-gebouw. Ook andere accentgebieden kunnen in beeld komen, mits verantwoord vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid. In 2008 is vastgesteld dat voor de zakelijke bezoeker, werkzaam op kantoorlocaties in/nabij de singels, er nauwelijks daghoreca in de nabijheid aanwezig. Nieuwe daghoreca is mogelijk gemaakt in het gebied singels-ringstraten. Toen is de beleidslijn vastgesteld om beperkt nieuwe daghorecabedrijven toe te staan in de Van Welderenstraat en Van Broeckhuysenstraat. Van deze mogelijkheid is door nieuwe initiatieven als Nostra en Sid en Live gebruik gemaakt. Deze daghoreca heeft bijgedragen aan een beter vestigingsklimaat in beide ringstraten. We continueren dan ook deze beleidslijn. De reeds bestaande horeca in het stadscentrum wordt de mogelijkheid gegeven zich verder te versterken. Daar dient tegenover te staan dat de horeca investeringen pleegt in kwaliteit en innovatieve concepten. Horecabedrijven in het stadscentrum hebben in vergelijking met andere steden slechts een beperkte schaal. Schaalvergroting is noodzakelijk om op termijn te kunnen overleven. Zowel horecabedrijven in de horeca-accentgebieden als daarbuiten wordt de mogelijkheid geboden om uit te breiden. Voor horecabedrijven buiten de accentgebieden geldt wel de beperking dat uitbreiding is toegestaan, mits dit past binnen profielschetsen van de straat. Horeca op unieke locaties heeft vaak een bereik, dat verder gaat dan alleen bewoners van de eigen wijk of stad. Denk hierbij met name aan de toeristische bezoeker. Kwalitatief goede initiatieven vanuit de markt, die inspelen op unieke kansen (bijvoorbeeld Donjon) laten we niet voorbij gaan en worden op hun eigen merites beoordeeld.
3. Functiemenging Er is steeds meer dynamiek in de markt. Winkelformules kiezen ervoor om in hun zaak een drankje of kopje koffie aan te bieden. Andere zaken combineren dienstverlening met het verkopen van producten. Er is een trend naar concepten, waarbij functies gecombineerd worden. De scheidslijn tussen dienstverlening, horeca en detailhandel is aan het vervagen is en de tijd is voorbij dat de overheid moet definiëren waar welke functies mogen komen. We willen dat meer aan de markt overlaten. De consument bepaalt wat kwaliteit is, niet de overheid. We willen meer functiemenging mogelijk maken. Dit houdt in dat meerdere functies per pand mogelijk moet zijn. Neem als voorbeeld een zaak als Coef in de Van Welderenstraat, waar een kapper (dienstverlener) en een schoenwinkel (retail) in een zaak aanwezig is. Doordat we de regels mbt dienstverlening verruimen (zie punt 1), zullen we steeds meer vervlechting van retail en dienstverlening terug vinden. Als het gaat om horeca willen we dat winkeliers en dienstverleners meer dan nu het geval is ondersteunende horeca kunnen toepassen (bijv. horeca bij Selexyz en Bakker Bart). De beleidsregels voor ondersteunende horeca bij detailhandel zullen dan ook worden aangepast. En ook voor commerciele dienstverleners maken we ondersteunende horeca mogelijk. Insteek is dat iedere winkel en dienstverlener de mogelijkheid wordt geboden om in een klein deel van zijn zaak (max 50 m2 en max 25 % van de zaak) een kopje koffie en een broodje tegen betaling aan zijn klant aan te bieden. Er is van ondersteunende horeca sprake als: 1. De uitstraling van de horeca past bij de hoofdfunctie. De horeca mag alleen geopend zijn tijdens de openingstijden van de winkel of dienstverlener. 2. De functie duidelijk ondersteunend is en dus de kwaliteit van de winkel of dienstverlener vergroot. Ondersteunend houdt ook in dat het ondergeschikt is in omvang. Dus maximaal 25% van het oppervlak mag worden gebruikt voor ondersteunende horeca.
3. De horeca-functie niet zelfstandig mag worden uitgeoefend. De horeca moet dus toegankelijk zijn via de hoofdfunctie. 4. Er geen alcohol wordt geschonken. De drank en horeca-wet staat immers het schenken van alcohol in een winkel niet toe. 5. Goede sanitaire voorzieningen dienen aanwezig te zijn. Beperkte horeca bij retail en dienstverleners mag dus voortaan, maar het moet wel ondersteunend blijven. Het is niet de bedoeling om overal in de stad onder de noemer ondersteunende horeca nieuwe horeca-zaken te krijgen.
Ook ambacht en cultuur zien we steeds meer terug in de stad. De binnenstad wordt steeds meer een plek waar iets te beleven is. Zo houden we de bezoeker langer vast in de stad. In de ringstraten treffen we nu al ateliers aan. We hebben de afgelopen tijd positieve ervaringen opgedaan met het project Tussentijds. De inzet is dan ook om in het nieuwe bestemmingsplan ambachtelijk en culturele functies in de binnenstad toe te staan.
4. Profielen voor de centrumstraten De aanpak van de ringstraten werpt zijn vruchten af. De ringstraten zien er steeds beter uit. Nu al worden steeds meer verschillende profielen voor deze straten zichtbaar. We willen de verschillende profielen voor winkelstraten benoemen en deze vervolgens meer naar buiten uitdragen. Hiermee kunnen deze straten zich profileren richting consument. Ook kunnen makelaars en vastgoedeigenaren deze profielen gebruiken bij het aantrekken van nieuwe winkeliers, horeca en dienstverleners. We hebben een begin gemaakt met profielen voor de ringstraten en willen dit ook voor de hoofdwinkelstraten gaan doen. De profielen worden opgenomen in het Bidbook voor de Binnenstad. Ze worden echter niet als bindend opgenomen in het bestemmingsplan. Profielen kunnen namelijk wijzigen door dynamiek in de markt en daarom is vastleggen via een statisch instrument als een bestemmingsplan niet wenselijk.
5. Versterken van het toeristisch profiel van de Binnenstad Volgens de Monitor van het Regionaal Bureau Toerisme (RBT KAN), dat recentelijk is uitgebracht, zijn de toeristisch recreatieve bestedingen in een periode van 5 jaar in de Stadsregio met 25% gestegen en de werkgelegenheid met 21%. Toerisme is dan ook een duidelijke groeisector voor de Stadsregio, maar ook voor een stad als Nijmegen. De Binnenstad met zijn diverse functies is dé toeristische trekpleister van de stad. Als aan bezoekers wordt gevraagd, waarom zij naar Nijmegen komen, is dat vanwege een bezoek aan de binnenstad. Toerisme in Nijmegen zit in de lift. In 2010 heeft Nijmegen goed gescoord in landelijke onderzoeken, zoals in het Toeristisch Imago-onderzoek van Lagroup. Volgens een onderzoek van VVV Nederland behoren we tot de Top 5 van Meest Gastvrije Binnensteden en horen we thuis in het rijtje met Den Bosch, Haarlem, Maastricht en Breda. We hebben vorig jaar acties benoemd, in de Nota Toerisme, om het toeristisch profiel van Nijmegen te versterken en voeren deze nu uit. Eén daarvan is het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden als hotels en B&B’s vergroten, om bezoekers aan de stad langer vast te houden. Nu nog lopen we tegen beperkingen van het verouderde bestemmingsplan aan als het gaat om het toestaan van hotels en B&B’s. Om dit in de toekomst te vereenvoudigen nemen we in het nieuwe bestemmingsplan de volgende twee beleidslijnen voor het stadscentrum op: - Bed en Breakfast: Een Bed en Breakfast is een overnachtingsmogelijkheid gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een B&B wordt gerund door
eigenaren van het betreffende huis en heeft maximaal 4 kamers en 8 slaapplaatsen. Het vestigen van een B&B wordt in het nieuwe bestemmingsplan mogelijk gemaakt voor het gehele stadscentrum. Het bestemmingsplan zal dus niet langer een hinderpaal zijn voor het oprichten van een B&B. Wel moet een B&B uiteraard voldoen aan eisen vanuit de brandweer. - Hotels: Zodra er in een verblijf sprake is van slaapplaatsen, in meer dan 4 kamers of voor meer dan 8 personen, gaat het om een pension of hotel. Voor hotels geldt de algemene beleidslijn dat deze in het gehele stadscentrum zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan eisen als ruimtelijke inpasbaarheid, parkeren, milieu etc. 6. Aanpak fenomeen afhaalcentra We hebben in de binnenstad bepaald, waar we horeca willen hebben en waar detailhandel en dienstverlening. Dit ligt vast in de beleidskaders: horecanota Gastvrij Nijmegen (2007) en Strategische Visie Detailhandel (2005). Een kwalitatief hoogwaardig horeca-aanbod is een cruciale voorwaarde voor het aantrekken van bezoekers aan de binnenstad. Voor ieder type horeca kennen we verschillende horeca-gebieden: voor winkelend publiek, jongeren, studenten, cultuur-liefhebbers. Bij het concentreren van die horeca is kwaliteit leidend. De ruimtelijke concentratie van horeca wordt als succesvol ervaren. Overlast voor andere functies wordt zo beperkt. En horeca stoort niet het detailhandelskarakter van de winkelstraten. Een tendens van de afgelopen jaren is dat afhaalcentra (cafetaria, shoarmazaken, eethuizen, etc) zich vestigen op detailhandelslocaties. Definitie van een afhaalcentrum is dat het gaat om een specifieke vorm van detailhandel waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en kleine etenswaren, alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor direct consumptie. Afhaalcentra kunnen nu al een ontheffing aanvragen voor ondersteunende horeca. Dit houdt in dat tafels en stoelen geplaatst kunnen worden in de zaak. Uiteraard gelden ook voor afhaalcentra de algemene regels voor ondersteunende horeca: - De omvang is gemaximeerd tot maximaal 50 m2 en maximaal 25 % van de zaak. - De uitstraling van de horeca past bij de hoofdfunctie. De horeca mag alleen geopend zijn tijdens de openingstijden van de hoofdfunctie. - De horeca-functie is duidelijk ondersteunend en vergroot dus de kwaliteit van de gehele zaak. Ondersteunend houdt ook in dat het ondergeschikt is in omvang. Dus maximaal 25% van het oppervlak mag worden gebruikt voor ondersteunende horeca. - De horeca-functie niet zelfstandig mag worden uitgeoefend. De horeca moet dus toegankelijk zijn via de hoofdfunctie. - Er geen alcohol wordt geschonken. De drank en horeca-wet staat immers het schenken van alcohol in een winkel niet toe. - Sanitaire voorzieningen dienen aanwezig te zijn. - In bepaalde gevallen ook een binnentuin, na toestemming van het college, kan worden gebruikt voor het neerzetten van tafeltjes en stoeltjes. Het toestaan van ondersteunende horeca bij afhaalcentra kent een proeftijd van 2 jaar. Na die tijd wordt de balans opgemaakt. Op basis van opgedane ervaringen wordt dan bepaald of deze beleidslijn wordt gecontinueerd.