EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN
Themadag van het stoomplatform “Efficiency in stoomsystemen”
Duiven, 13 mei 2009
Franka Morssink
PROGRAMMA
Introductie • Dynamiek • Begrippen
Investeringsvoorbeeld • Gegevens • Voorbeeld scenario’s
Tips
2
Introductie
DYNAMIEK
van proceswater TT SM
naar proceswater
• Wie heeft welke belangen?
• Hoe kijkt een inkoper naar een investering? Dit past niet binnen mijn budget! Hoe overtuig ik hem Wie heeft welke belangen?
van mijn gelijk?!
Dit past niet binnen mijn budget! Die oude machine kan nog 10 jaar mee.
Technisch specialist
Inkope r
Die oude machine kan nog 10 jaar mee.
Hoe kijkt een inkoper naar een investering?
Waar komt het geld vandaan?
Inkoper
3
• Waar komt het geld vandaan?
Introductie
BEGRIP: SPOT Single-payout-time (SPOT)
Voorbeeld: Investering = 1.000 Besparing per jaar = 400 Wat is de SPOT?
SPOT =
investering besparing (per jaar)
Inkomsten vs uitgaven
Terugverdientijd van een investering (in jaren) 1.500
SPOT: (break-even punt)
1.000 500 0 0
1
2
3
-500
-1.500
4
5
jaren
-1.000
Tijd = Risico
4
SPOT =
1000 400
= 2,5 jaar
Introductie
BEGRIP: NCW Netto Contante Waarde (NCW) Contant maken (disconteren) van geldstromen tegen een interne rentevoet 1) Investeringsbeslissingen:
2a) Operationele performance:
jaar 0
Geldstromen:
NCW =
∑
jaar 1
-/- uitgaven
jaar 3
jaar 4
+/+ inkomsten
geldstromen (1+
jaar 2
IR:%
IR)t
2b) Financiering: Interne rentevoet (IR): • eigen vermogen
NCW>0 -> do!
• vreemd vermogen
NCW<0 -> don’t!
5
VOORBEELD
Een andere kijk op de techniek….. De feiten en cijfers
Voorbeeld
GEGEVENS (I) Installatie A
Installatie B
Installatie C
Huidige installatie
Potentiële installatie
Potentiële installatie
Investering Aanschafprijs
n.v.t.
€ 800 K
€ 1.000 K
Restwaarde
€ 100 K
€ 100 K
€ 100 K
Technisch
5 jaar (resterend)
10 jaar
10 jaar
Economisch
1 jaar (resterend)
6 jaar
5 jaar
10 ton per uur
10 ton per uur
10 ton per uur
-20% tov A
-30% tov A
Levensduur
Operationeel Capaciteit
m3
pj
Energieverbruik
3.400.000
Energiekosten
€ 1.400 K pj
€ 1.120 K pj
€ 980 K pj
n.v.t.
€ 280 K (=20%) pj
€ 420 K (=30%) pj
Besparing Tov installatie A
7
Voorbeeld
GEGEVENS (II) Overige gegevens installaties IR
10%
Onderhoud
Geen extra kosten
Toezicht
Geen extra kosten
Personeelskosten
Geen extra kosten
Overige verbruiken
Geen extra kosten
8
Voorbeeld
SCENARIO 1 “De eenvoudige variant” Installatie B: Installatie B 280 40 -240
280
100 280
SPOT: 800 / 280 = 2,9 jaar
600
280 + 280 .. + .. 380 NCW: -800 + = 476 (1+10%)1+ (1+10%)2+ (1+10%)6
-280
-800 -280
Jaren:
0
1
2
3
4
5
6 Installatie C:
100 420
Installatie C 420
SPOT: 1000 / 420 = 2,4 jaar
680
420 + 420 .. + .. 520 NCW: -1000+ = 854 (1+10%)1+ (1+10%)2+ (1+10%)5
260 -160 -420
-1000 -420
Jaren:
0
1
2
3
4
5
Investering versus opbrengst en terugverdientijd 9
Voorbeeld
VAN EENVOUDIG NAAR COMPLETER… Financiering: Balans:
Aandachtspunten:
Eigen vermogen
Materiële vaste activa
• de activa moet gefinancierd worden • is er cash beschikbaar of eigen geld? • in hoeverre wil de bank meedoen?
Vreemd vermogen
Liquide middelen
Winst en Verliesrekening: Aandachtspunten: • van omzet naar winst
250 750
130
• relatie balans en W&V-rekening
100 140
omzet
kosten
50
20
60
winst
10
Voorbeeld
SCENARIO 2 “De variant met financiering” Huidige installatie versus potentiële installatie Basis scenario
Upfront investering Besparing tov bestaande installatie door energieverbruik Investeringsoordeel obv terugverdientijd en netto contante waarde
Financieringskosten
Beschikbaarheid liquiditeit of leningscapaciteit Rente op een lening (bijvoorbeeld 6%): 6% * 800K = 48 K per jaar Aflossing op een lening (bijvoorbeeld 5 jaar): 800 / 5 = 160 K per jaar
In werkelijkheid zijn de kosten hoger en hierdoor wordt ook de SPOT en NCW langer / lager
11
Voorbeeld
SCENARIO 3 “De variant met financiering en risico’s” Huidige installatie versus potentiële installatie Basis scenario
Upfront investering Besparing tov bestaande installatie door energieverbruik Investeringsoordeel obv terugverdientijd en netto contante waarde
Financieringskosten
Beschikbaarheid liquiditeit of leningscapaciteit Een lening kost geld en moet afgelost worden
Risico’s
Ongeacht eventuele andere kosten speelt de tijdswaarde van geld een rol Er is een relatie tussen looptijd en risico Projecten zijn niet statisch maar dynamisch, er zijn keuzes!
Niet alles is te omvatten in getallen! Dynamisch versus statisch.
12
TIPS
Vanuit verschillende invalshoeken het doel bereiken
TIPS Vanuit techniek • Technische mogelijkheden Vanuit inkoop
• Gebruiksgemak
• Budget
• Besparingen
• Korting
• Levertijd / boeteclausule
• Liquiditeit
• Service Discrepantie korte en lange termijn visie (?)
Denk vanuit inkoper Is er een Plan van aanpak? Geef keuzes! 14
Vragen?