Een A-team aan de slag in Maasdriel Logistiek op de agenda Een notitie over de verbetering van de logistieke verbindingen in de paddenstoelenketen.
Inleiding Begin van dit jaar is in opdracht van het Platform Agrologistiek een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de potenties voor een regionale benadering van logistieke verbeterprojecten. Dit onderzoek, een regionale analyse, heeft aangetoond dat er nog niet-geïdentificeerde kansen zijn wanneer bedrijven horizontaal of binnen de logistieke keten samenwerken. Eén van de aanbevelingen van dit project was om bij bestaande en nieuwe regionale ontwikkelingen het belang van logistieke efficiencyverbeteringen in de gaten te houden en waar mogelijk te stimuleren. Hiertoe is het project A-team opgezet. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in goed overleg met het Ondernemersplatform Betuwse Bloem, de stuurgroep Paddenstoelen Maasdriel en enkele belangrijke bedrijven uit de paddenstoelenketen besloten om ook een A-team te formeren rond de Paddenstoelenketen in Maasdriel, teneinde zicht te krijgen op de keten en oplossingen te bedenken om de logistieke kosten te verminderen, maar ook om een aanzet te formuleren voor een duurzame keten. (Minder CO2 uitstoot) De benadering middels een A-team voor de paddenstoelenketen in Maasdriel zal nieuwe kansen identificeren en een beter zicht geven op de mogelijkheden voor een gestructureerde regionale aanpak, die als vervolg in samenwerking met het programma Duurzame Logistiek kan worden opgezet. Dit Maasdrielse project past in een bredere context, op landelijk niveau. Dit impliceert dat er drie andere A-teams – met steun van het Ministerie - aan de slag zijn gegaan en dat de resultaten van de vier A-teams in één verband worden geplaatst. Het is de bedoeling dat op een conferentie van het platform Agrologistiek de vier A-teams zich zullen presenteren aan de minister van LNV. Doel project A-teams: Het doel van het A-team “Paddenstoelen te Maasdriel” is om gericht regionale initiatieven en projecten op het gebied van efficiënte en duurzame agrologistiek te identificeren, te beschrijven en te verwerken tot een plan van aanpak. Hiertoe worden teams van deskundigen samengesteld die samen met vertegenwoordigers uit de verschillende branches en regio’s op zoek gaan naar logistieke verbetermaatregelen en de haalbaarheid ervan vaststellen. Dit project is uitgevoerd door Roelf de Boer in samenwerking met Oost NV met steun van mevrouw Lucie Wassink (LNV), Huub Haarlemmer en Jorrit Dekkers van de Rabobank, Tom van Wijk van de CNC en Ko Hooijmans van de ZLTO (afdeling paddenstoelen). Het doel van dit A-team past in het algemene beleid van de Rijksoverheid om minder kilometers te maken en ook om het logistieke systeem duurzamer te maken. Deze ambitie is in het bijzonder uitgewerkt voor de agrosector omdat deze sector relatief veel kilometers over de weg nodig heeft (een derde van het beroepsgoederenvervoer over de weg is agro gerelateerd).
deBOERenADVIES
1
Beoogd resultaat: Het is de bedoeling om zicht te krijgen in de paddenstoelenketen als totaal en daarna deze keten verder uit te werken voor de paddenstoelen in Maasdriel. Daarna worden oplossingen geformuleerd, zowel op de korte termijn als de langere. Het geheel moet daarna worden opgepakt door de locale Stuurgroep van het Paddenstoelenpact Maasdriel. Het gaat om een verkenning in globale bewoordingen, De notitie is gebaseerd op gesprekken en boerenverstand en is niet gebaseerd op onderzoek. NB. Het is wel opmerkelijk dat er weinig onderzoek bestaat naar de logistieke kant van paddenstoelenketen. Organisatie: Zoals al vermeld past deze A-team benadering in een landelijk verband. Dit betekent dat er vier A-teams zijn opricht voor vijf thema’s (melkvee, aardappels, snoeihout, Bio Based Economy), onder regie van het ministerie van LNV. De afzonderlijke A-teams richten zich op totaal verschillende thema’s, waarbij de status van de ontwikkeling of het project eveneens zeer divers is. Er kan dus niet van een standaardresultaat per A-team gesproken worden, de resultaten zullen sterk kunnen verschillen per A-team ten aanzien van mate van concreetheid en toepasbaarheid. Een zekere mate van uniformiteit is echter gewenst ten einde lessen uit de aanpak te kunnen leren en de mogelijkheden van een vervolg in een regionale aanpak aan te geven. Wellicht is mogelijk om A-teams te koppelen. De resultaten van de vijf A-teams zullen worden gepresenteerd op een landelijke Agrologistieke conferentie op 23 november 2009. Het project wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het Platform Greenport Betuwse Bloem en wordt feitelijk uitgevoerd door Roelf de Boer (Boerenadvies) in opdracht van Oost NV als formeel aanspreekpunt van het Ondernemersplatform “het Greenport Betuwse Bloem”. Een deel van het project is het opstellen van de voorliggende notitie en het organiseren van een workshop op 1 oktober 2009. De notitie is opgesteld na een aantal gesprekken. Hierbij moeten m.n. de volgende partijen worden genoemd: ZLTO, CNC en de Rabobank. Het onderhavige initiatief van het Greenport Betuwse Bloem is besproken in de Stuurgroep van het Paddenstoelenpact onder leiding van de Burgemeester van de gemeente Maasdriel. Tijdens deze bespreking is afgesproken om de resultaten van het A-team project te bespreken in de Stuurgroep en de actie punten – desgewenst – te verwerken in het plan van aanpak.
Leeswijzer De voorliggende notitie omvat vijf delen: 1. Een beschrijving van de paddenstoelenketen en daarmee de logistieke stromen. 2. Een verdere uitwerking van de bovenstaande beschrijving voor de Maasdrielse paddenstoelenketen. 3. Een inventarisatie en een korte beschrijving van oplossingen om – op de korte termijn – de logistieke kosten (en daarmee de duurzaamheid van de keten) te verminderen, de zgn. Quick Wins. 4. Een inventarisatie van oplossingen om – op de langere termijn – de logistieke kosten (en daarmee de duurzaamheid van de keten) te verminderen. 5. Een voorstel voor de Maasdrielse stuurgroep Paddenstoelenpact om de oplossingen op te pakken en te realiseren.
2
Beschrijving Paddenstoelenketen De paddenstoelenketen is in wezen een keten waarbij waardeloze grondstoffen worden gebruikt tot het produceren van een hoogwaardig product. Door de toevoeging van kennis en ervaring wordt een keten gevormd, waarbij de kweker een centrale rol speelt. De kweker ontvangt de compost en oogst de paddenstoelen (97% van de productie van paddenstoelen bestaat uit de productie van champignons) en distribueert dit weer naar de markt: de markt voor verse producten en de conservenindustrie. Dit geheel functioneert in een bijzonder evenwicht van individualiteit en collectief handelen. In het onderstaande schema is de keten globaal weergegeven. Fig. 1 Stromen in de paddenstoelenketen Nb: BuZa: buitenland.
3
Bij de verdere analyse van de keten zijn een aantal punten van belang: 1. Een globale en indicatieve analyse van omvang van de stromen leidt tot de volgende getallen: a. Grondstoffen: i. Benodigd voor de productie 1 ton verse compost: 1. paardenmest ( PM ) 550 kg. 31 % DS (droge stof) 2. stro 40 kg. 83 % DS 3. kippendrijfmest ( KDM ) 160 kg. 15 % DS 4. gips 25 kg. 65 % DS 5. water 180 liter b. Dit betekent dat uit 1,2 ton grondstoffen mengsel, 1 ton verse compost wordt gemaakt en dat van dit verse compost 0,55 ton doorgroeide compost. Door de kwekers wordt van dit compost 165 kg champignons gemaakt. c. T.a.v. het verbruik van de grondstoffen kan het volgende worden opgemerkt: i. Champignons bestaan voor 91 % uit vocht en 9 % DS. ii. Per 100 kg DS in champignons is benodigd: 1645 kg DS in grondstoffen (de DS uit dekaarde wordt hierin niet meegerekend omdat de champignon de DS uit dekaarde niet verbruikt en daarom met de champost wordt afgevoerd). iii. Dit betekent dat uit 100 kg DS in grondstoffen ca 6 kg DS champignons worden geproduceerd. Dus ruim 6 %. T.a.v. de afvoer van de champignons kan het volgende worden opgemerkt: • Productie in NL bedraagt: 245.000 ton. • De import naar Nederland bedraagt 41.000 ton. • Export vanuit NL bedraagt totaal 245.000 ton. • De eigen consumptie bedraagt: 39.000 ton. • Dit betekent dat een deel onverklaarbaar is (2000 ton). Gedacht kan worden aan: afrondingen, huisverkoop e.d. NB.1: Het gaat hierbij om een indicatie. NB.2: Er bestaat nog veel discussie over de vraag, hoe groot de omvang van de stromen zijn, die aan te duiden zijn als import en re-export. NB.3: De bovenstaande getallen zijn – mede - gebaseerd op de gegevens van het productschap Tuinbouw (rapport 2008/98). Ook over deze getallen bestaat in de sector onduidelijkheid. Daarnaast moet het volgende worden opgemerkt: 1. De toevoer van water is een belangrijk element. Bij de productie van het compost, de verwerking van de paddenstoelen in de conservenindustrie en de paddenstoelen op de kwekerij speelt de toevoer van water een belangrijke rol. Zo is bijvoorbeeld het vochtigheidspercentage van het compost naar de kwekers een belangrijk element. 65 % van het compost is water. Maar ook bij de kwekers wordt nog veel water ge - en verbruikt. Het – relatief - hoge gebruik van gebruik van water bepaalt daarmee in hoge mate de transportkosten. 2. Het produceren van paddenstoelen is een bijzonder proces en vraagt om veel kennis, maar vooral ook ervaring. De productie van paddenstoelen is gebaseerd op een proces dat in hoge mate gebaseerd is op langjarige ervaringen en niet zozeer op verifieerbare processen. Dit betekent dat vakmanschap van al degenen die in de sector werken (ondernemers, transporteurs, medewerkers en tijdelijke krachten) heel belangrijk is. Veranderingen in het proces zijn moeilijk te benoemen en omdat de gevolgen niet volledig te overzien zijn. Dit heeft ook consequenties voor het logistieke systeem. Een verandering kan grote gevolgen hebben. 3. Ca. 50 % van de nationale productie wordt verwerkt in de conservenindustrie. Het merendeel van de totale productie (vers en conserven) wordt geëxporteerd (75 %). Daarnaast wordt geconstateerd dat de draaischijffunctie steeds meer in belang toeneemt. Dit betekent dat buitenlandse productie en producten steeds meer worden geregisseerd vanuit Nederland. Dit kan op termijn grote gevolgen hebben voor het logistieke systeem. Er zijn op dit moment nog geen harde getallen bekend, maar de re-export van verse paddenstoelen bedraagt al 25 % (schatting) van de totale hoeveelheid van de export. 4. In het bovenstaande schema is nog niet opgenomen de export van doorgroeide compost naar het buitenland. Getallen over de omvang van deze halffabricaten ontbreken.
4
In deze keten spelen naast de ca. 250 kwekers een aantal bedrijven een rol: 1. De productie van compost (fase 1) en het daarmee samenhangende transport, zoals: a. CNC te Milsbeek en Moerdijk b. Walkro te Blitterswijck en Maasmechelen c. Fleuren te Middelharnis 2. De productie van doorgroeide compost, zoals: a. Hooijmans te Maasdriel b. Walkro te Blitterswijck en Maasmechelen c. CNC te Milsbeek en Moerdijk 3. De dekaarde komt voor het overgrote deel per schip uit de Baltische staten en de BRD. De aanvoer van dekaarde wordt verzorgd door, zoals: a. CNC te Milsbeek b. Euroveen te Grubbenvorst c. Topterra te Wanssum 4. De 250 kwekers zijn gevestigd in Maasdriel, Horst en Boekel. (Hierbij gaat het om ca. 90 % van de nationale productiecapaciteit) 5. De be – en verwerking van champignons (vers, conserven,diepvries, etc) zoals: a. Lutece Venlo b. Prochamp Maasdriel c. Banken te Elst (Geld.) d. Aarts te Lottum e. Champimer/Scelta Mushrooms 6. De handel van verse paddenstoelen, zoals: a. Greenery te Zaltbommel/Barendrecht b. Johan van Namen te Maasdriel c. Limax te Horst d. Freshchamp te Horst e. Champoord te Ammerzoden f. Prime Champ te Grubbenvorst g. Banken te Elst (Geld.) h. Verhoekx te Maasdriel NB. 1:Totaal gaat het om 28 handelaren waarvan enkele bedrijven met meer dan 15 vrachtwagens. NB.2: 80 % van de handel van verse champignons loopt via de afzetorganisaties in Elst, Zaltbommel en Venlo e.o. 7. De afzet van de champost wordt vooral verzorgd door Emons. 8. De retail is voor 80 % in handen van buitenlandse grote supermarktketens, waarbij moet worden opgemerkt dat AH (marktleider in Nederland) contracten heeft met een beperkt aantal kwekers voor hun eigen versproductie (o.a. Banken te Elst en Agarica te Hoogeveen) 9. Het transport wordt in hoge mate verzorgd door vrachtwagens van de bedrijven uit de keten, dan wel door vrachtwagens die onder contract rijden van de verlader. Hierbij moet o.a. genoemd worden: van HoutenTransport te Kerkdriel (voor de compost) en Heuveltrans (Tiel) voor het transport van verse champignons. 10. De primaire bedrijven uit de paddenstoelenketen treden in toenemende mate zelf op als handelaar en transporteur. Dit biedt kansen biedt voor de versterking van de draaischijffunctie. Maar heeft ook als nadeel dat sub optimale vervoerssystemen worden gekozen. 11. De paddenstoelenketen gebruikt dierlijke en plantaardige (rest)stromen, met als resultaat een ca. 270.000 ton/jaar paddenstoelen die of vers dan wel geconserveerd worden geconsumeerd in binnen - en buitenland. Hierbij is nog geen rekening gehouden met een toenemende hoeveelheid paddenstoelen die worden ingevoerd en opnieuw worden geëxporteerd. (“stapelfunctie”)
5
Bij een verdere analyse van de paddenstoelenketen in het licht van logistiek ontstaat het volgende beeld: 1. De paddenstoelensector is in haar basis een groene kringloopactiviteit. Er worden grondstoffen gebruikt, die op het eerste gezicht waardeloos zijn, maar die in de loop van het productieproces steeds meer waardevol wordt. De paddenstoelenketen is daarbij eigenlijk een deel van veel grotere agroketen, in het bijzonder de paardenhouderij en pluimveehouderij. Hiermee ontstaat een combinatie tussen de veehouderij en de plantenteelt. In moderne termen is de paddenstoelenketen een typisch voorbeeld van een Cradle 2 Cradle keten. Via de toevoer van kennis wordt een bijzonder proces op gang gebracht. Nederland heeft op dit punt een uitstekende positie, wat ertoe heeft geleid dat de sector in al haar schakels (van mechanisatie tot en met de verkoop van champost) functioneert in een internationale markt. Er wordt kennis geëxporteerd en zelfs doorgroeide compost geëxporteerd naar Maleisië. 2. Slechts een klein gedeelte van de hoeveelheid grondstoffen komt terecht in het eindproduct. 3. Water speelt een cruciale rol in het proces. Er is ongeveer 140 liter nodig voor de productie van 45 kilo doorgroeide compost. Een doelmatige inzet van water op het goede moment kan een aanzienlijke bezuiniging betekenen, omdat daarmee het aantal tonnen dat moet worden vervoerd verminderd. 4. Logistiek wordt beschouwd als een zaak van de individuele bedrijven, en staat nauwelijks op de agenda van het georganiseerde bedrijfsleven. Dit is opmerkelijk omdat de sterke verwachting bestaat dat een relatief groot gedeelte van kostprijs wordt bepaald door kosten die te maken hebben met logistiek. 5. De paddenstoelenketen wordt in hoge mate bepaald door het hygiënisch en zorgvuldig behandelen van grondstoffen, paddenstoelen, afval en de transportmiddelen (vrachtwagens, containers, opslag, e.d.). Dit betekent dat de ondernemers zeer attent zijn op de verspreiding van ziektes en dan in het bijzonder bij het vervoer van en naar de kwekers. Uit een snelle inventarisatie blijkt dat het vervoer van en naar de tunnelaars steeds meer wordt geoptimaliseerd, door het beter benutten van de lege vrachten. 6. De totale productie wordt voor 50 % - als vers product - verpakt op de kwekerij dan wel op de handelshuizen. Deze productie gaat als vers product zo snel mogelijk naar de retail. 90 % van deze productie loopt via grote handelshuizen te Zaltbommel, Elst, Maasdriel en Venlo. Daarna blijft 30 % naar het binnenland en 70 % gaat naar het buitenland. 7. Indien men dit beeld vertaalt in de logistieke kosten moet het volgende worden opgemerkt: a. Allereerste moet worden geconstateerd dat er geen eenduidig beeld bestaat van de logistieke kosten van de gehele keten. b. De schattingen variëren van ca. 25 % tot 75 % van de kosten voor de retail “aan de deur”. De belangrijkste oorzaak is de ondoorzichtigheid van het logistieke systeem vóór de kweker en het ontbreken van een heldere en gedragen berekeningssystematiek. c. De grootste onduidelijkheid bestaat bij de berekening van de logistieke kosten van de grondstofleverancier tot en met de kweker. d. Over de kosten voor de afvoer van het geoogste product (paddenstoelen) bestaat meer overeenstemming: 1. Voor de afvoer van de kweker naar de retailbedrijven is – per kilo geoogst vers product – bedragen de transportkosten gemiddeld ca. € 0,20/kg. 2. Voor het vervoer van champignons t.b.v. de conservenindustrie naar de retail moet per kg. ca. € 0,10 transportkosten in rekening worden gebracht. NB. Het gaat hierbij slechts om indicaties. e. Voor de afvoer van het afgewerkte compost (genaamd: champost) moet ca. € 0,10 per kilo paddenstoelen worden toegevoegd. Dit bedrag is sterk aan wisselingen onderhevig, omdat dit bedrag in hoge mate wordt bepaald door de mestmarkt in Nederland en de kostprijs van brandstofkosten. Dit eindproduct gaat in overwegende mate naar Duitsland.
6
Uitwerking voor de paddenstoelenketen in Maasdriel De Paddenstoelenketen is relatief geconcentreerd in een beperkt aantal clusters, Maasdriel is één van de drie clusters. De andere twee clusters zijn Boekel en Greenport Venlo (Horst). In onderstaande kaarten wordt zichtbaar dat het cluster van paddenstoelenbedrijven in Maasdriel een duidelijk voorbeeld is van een agrocluster. In het onderstaande kaartje wordt de productiecapaciteit van de primaire agrarische productie in Gelderland per oppervlakte eenheid weergegeven: Fig. 2: Productiecapaciteit van de primaire agrarische productie per ha. in Zuid Gelderland.
Uit dit kaartje blijkt dat de paddenstoelenteelt in Maasdriel – naast de glastuinbouw in Zaltbommel en Lingewaard en de intensieve veehouderij in Barneveld en Ede – een hoge concentratie kent. Hierbij zijn de andere ketenpartijen nog niet meegenomen. Indien men de paddenstoelenketen van Maasdriel vertaald naar een karakteristiek op het punt van logistiek ontstaat voor het paddenstoelencluster van Maasdriel het volgende beeld: 1. 60 tot 70 % van de totale aanvoer van doorgroeide compost komt van bedrijven op meer dan 50 km. afstand. Retour vrachten zijn niet of nauwelijks aan de orde, gezien het gespecialiseerde vervoer en vanwege de gezondheidseisen. 2. 60 % van de verse productie uit Maasdriel loopt via handelshuizen in de Bommelerwaard. 3. De afvoer van paddenstoelen voor de verwerking (m.n. de conservenindustrie) gaat voor 75 % naar bedrijven die buiten het gebied liggen, mn. Venlo. 4. De champost wordt afgevoerd naar landbouw bedrijven op afstand (>150 km.) Een combinatie van de aanvoer van doorgroeide compost en afvoer van champost schijnt niet mogelijk te zijn (hygiënische overwegingen). 5. De bedrijfsgrootte structuur is relatief klein. 6. De verse paddenstoelen voor de markt in Nederland worden verpakt op de kwekerijen en de handelshuizen – vaak - in blauwe doosjes. Dit gebeurt vanwege overwegingen vanuit de gemak voor de consument, marketing, de hygiëne en productkwaliteit. Deze situatie is redelijk uniek in de wereld. In andere landen worden paddenstoelen in kistjes van 3 á 4 kilo vervoerd en aangeboden aan de consument. Een belangrijke oorzaak achter dit probleem ligt in de kwetsbaarheid van het product, omdat de champignons veel water bevatten.
7
Analyse van de logistieke stromen De centrale ligging van de Maasdrielse paddenstoelenketen in Nederland zorgt er voor dat de ondernemers flexibel kunnen anticiperen op de markt en snel kunnen wisselen in de aanvoer en de afvoer van de grondstoffen en de eind - dan wel halffabricaten. Ook kan worden geconstateerd dat veel halfproducten elders in Nederland zijn gelokaliseerd, zoals Middelharnis, Milsbeek, Moerdijk Venlo, etc. Daarmee is dit cluster ook een duidelijk onderdeel van de gehele Nederlandse bedrijfstak. Anderzijds kan ook worden geconstateerd dat dit leidt tot een groot aantal kilometers. De oorzaak voor deze verspreiding heeft veel te maken met het feit dat bedrijven weinig flexibel zijn. Hierbij speelt met name het feit dat het verkrijgen van nieuwe vergunningen -elders- veel tijd en daarmee geld vergt. Bedrijven blijven graag zitten, omdat daar rechten en een geschiedenis is opgebouwd. Anderzijds blijkt ook de hoogstaande wensen t.a.v. gezondheid een verdere concentratie van de activiteiten in de weg te staan. Deze wensen t.a.v. het voorkomen van de verspreiding van ziekten leiden er ook toe dat vrachtwagens weinig multifunctioneel worden ingezet. Hierbij moet vooral worden gewezen op de aanvoer van compost, mest en stro in combinatie met de afvoer van champost. Ook de kleinschalige bedrijfsstructuur beperkt de opbouw van nieuwe systemen in de keten. Hierbij wordt m.n. gewezen op het achterblijven van het opzetten van verpakkingslijnen en de bouw van koelcellen/opslagcapaciteit. Daarnaast moet ook worden gewezen op het verschijnsel dat samenwerken snel beschouwd wordt als een bedreiging Hierbij moet worden gewezen op een relatief groot aantal handelaren met weinig vrachtwagens per bedrijf. Daarnaast moet ook worden geconstateerd dat er een consolidatieslag in de lucht hangt die veel in beweging kan brengen. Verwacht mag worden dat de stapelfunctie van de Nederlandse paddenstoelenketen toeneemt. Dit biedt kansen voor de logistieke bedrijven, de verwerkers, de importeurs, exporteurs en natuurlijk de retail. Deze nieuwe functie biedt zeker voor de Maasdrielse paddenstoelenketen extra kansen gezien haar centrale ligging. NB. Het begrip “stapelfunctie” komt uit de gouden eeuw toen Nederland zich ontwikkelde tot een land waarbij producten naar toe werden vervoerd en daarna (al dan niet bewerkt) werden doorgesluisd naar andere gebieden in Europa. Deze situatie is nog steeds relevant voor de economie van Nederland, en is bijv. goed zichtbaar in de cocao handel.
Oplossingen In deze paragraaf worden de verschillende projecten besproken die een positief effect hebben op de logistieke kosten en een bijdrage kunnen leveren aan de duurzaamheid van de gehele paddenstoelenketen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen projecten die op de korte termijn (< 3 jaar) effect hebben en projecten en ideeën die op de langere termijn moeten worden gerealiseerd. Fig. 3: nieuwe vormen van transport: over een band:
8
Indien men de keten nader beschouwd kunnen een groot aantal oplossingen worden aangedragen om de keten duurzamer te maken en de logistieke kosten te verminderen. Een hulpmiddel is het volgende schema. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen maatregelen op de lange en de korte termijn. Tevens is gekeken naar de kansen met andere sectoren samen te werken. Tabel 1: Een hulpmiddel: Maatregelen in een nuttig schema (bron: Amsterdam Consult).
Maatregelcategorie
Mogelijke maatregelen
1.
Transportbesparing
2.
Transportefficiency
-
3.
Voertuigefficiency
-
4.
Modal shift
-
5.
Infrastructuur en personenvervoer
-
Andere verpakkingswijzen Clustervorming/ketenintegratie Toename aantal vluchten Gebruik minder compost Verruiming bouwpercelen Verwerking champost voor energie Rittenplanning Vrachtuitwisseling/retourvracht Verhogen beladingsgraad vrachtwagens Verhogen beladingsgraad ladingdragers Samenwerking vervoerders en verladers Verruiming laad - en los venstertijden Grotere voertuigen (LZV/dubbele laadvloer) Intermodaal binnenvaart exportcontainers Intermodaal binnenvaart aanvoer mest, dekaarde Aanvoer binnenvaart bulk mest, stro, dekaarde, gips Afvoer bulk en/of intermodaal binnenvaart champost Intermodaal spoor exportcontainers D, F en UK Verbetering locale en plattelandswegen Verbinding naar de A2, Rondweg Hoenzeradiel Mobiliteitsmanagement personenvervoer
Korte/lange termijn KT KT en LT LT LT KT LT KT KT KT
Inter sectoraal? Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee
KT
Nee
KT
Nee
KT
Nee
KT
Nee
LT
Ja
KT
Ja
KT
Nee
KT
Nee
KT
Ja
KT KT KT
Ja Ja Nee
Indien men deze systematiek verder uitwerkt naar verschillende oplossingen kunnen de volgende oplossingsrichtingen worden geformuleerd. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de korte en de lange termijn:
9
Project op de korte termijn (Quick Wins) 1. Verbetering kwaliteit van de plattelandswegen In de gemeente Maasdriel liggen de bedrijven uit de keten verspreid in het landelijke gebied. De bereikbaarheid is een knelpunt ook omdat de vrachtwagens steeds groter worden. Het gaat daarbij niet alleen om de verbreding van plattelandswegen maar ook om: a. Aansluitpunten. b. Uitwijkplaatsen i.v.m. de verkeersveiligheid. c. Verbreding van de opritten naar de bedrijven en de mogelijkheden om de percelen te keren. d. Verbetering van de taluds. 2. I.C.T (vervoerssystemen)/vermindering schakels na de kwekers De toevoer van de kwekers naar retail/supermarkten kan sneller en goedkoper. Tussen de kweker van de verse paddenstoelen en de retail zijn nog veel schakels. Bij een meer opener keten en van de stromen van verse paddenstoelen zijn systemen op de markt om voor kwekers de afvoer van het eindproduct doorzichtiger te maken. Ook is het van belang om de nieuwste ICT technieken om de keten inzichtelijker te maken. Deze systemen kunnen op de korte termijn worden omgebouwd voor de paddenstoelensector. Het gaat hierbij vooral om systemen die ook voor de kleinere kweker bruikbaar is. Ook moet worden gedacht aan het ontwikkelen van verzamelpunten/HUP’s, van waaruit de retail kan worden beleverd. 3. Meer flexibiliteit in de keten: Verruiming van de agrarische bouwpercelen Een belangrijke oplossing voor de beheersing van de logistieke kosten is de bouw van opslag -, verpakking - en conditioneringruimtes op de kwekerijen. Hiermee krijgt de kweker wat meer ruimte om grotere partijen aan te bieden. Daarom is het nodig om kwekers (dan wel de handelskwekers) de extra ruimte te bieden, ten einde uit te kunnen groeien tot handelsbedrijven (cq. verpakkingsstations) Hierbij speelt tevens de verwachting dat de import en de re-export een grote vlucht zal nemen. Ook kan door een verruiming van de bouwpercelen ruimte worden gemaakt voor de opslag van champost en schoonmaak systemen, om zo verspreiding van ziekten te voorkomen, terwijl wel retourvrachten kunnen worden benut. 4. De aanwijzing van een Paddenstoelencluster Een belangrijke oplossing voor het verminderen van de logistieke kosten is ontwikkeling van paddenstoelencluster. Transportbewegingen kunnen aanzienlijk worden verminderd. Daarnaast ontstaat een gebied waar de nieuwste technieken zullen worden geïmplementeerd. De overheden kunnen op een positieve wijze anticiperen door de ontwikkeling van een toegesneden vergunningensysteem. Hierbij speelt tevens de verwachting dat de structuur van de gehele paddenstoelenketen zal veranderen. (consolidatieslag, versterken stapelfunctie, de implementatie van nieuwe technieken, etc.). Hierbij zal een nadruk liggen op e schakels die de aanvoer van het compost verzorgen fundamenteel zal veranderen. Fig. 4: Een cluster langs de Champignonweg “Er is al een basis”.
10
Deze verandering kan ook een impuls betekenen achter een aanzienlijke vermindering van de logistieke kosten. Dit betekent allereerst een extra duw achter de samenwerkingsverbanden van de compostbedrijven. Daarnaast moet er ook planologische ruimte worden gecreëerd. Op de korte termijn moet de basis worden gelegd voor de ontwikkeling van een Agro Business Centrum Paddenstoelen. Hiertoe moet eerst een locatiestudie worden verricht. Maar snel daarna zal de Gemeente een voorbereidingsbesluit moeten nemen, om zodoende snel te kunnen anticiperen. Hierbij kan de Gemeente gebruik maken van de ervaringen in Opheusden, Venlo, en Geldermalsen. Fig. 5: Alle schakels zijn aanwezig: of ontbreken er nog enkele?
5.
Verpakkingen
Ondanks het feit dat de logistieke kosten van de afvoer van paddenstoelen naar de consument slechts een klein gedeelte van de totale logistieke kosten uitmaakt verdient het aanbeveling om op zoek te gaan naar nieuwe verpakkingsystemen, waarbij ook wordt geanticipeerd op de wensen vanuit de markt naar verdere diversificatie, zoals koeling, snijden, verse kant en klaar maaltijden, invriezen, een verpakking (bijv. grotere houten bakjes) van meer anticipeert op de het gezonde karakter van het product, etc. De retailbedrijven zijn hierbij leidend. 6. Aanleg rondweg Hoenzadriel/Kerkdriel Zuid. (de paddenstoelenweg) Alle bedrijven in Kerkdriel e.o. zijn slecht verbonden met de A2. Daarnaast moet worden geconstateerd dat de steeds grotere combinaties de bereikbaarheid van Kerkdriel en omgeving negatief beïnvloed voor de andere gebruikers. De provinciale weg staat steeds meer vast. Het wordt nu van belang dat de rondweg Hoenzadriel/Kerkdriel Zuid zo spoedig mogelijk wordt aangelegd. De aanleg van deze weg b.v.k. in combinatie met de aanwijzing van een paddenstoelencluster zal voor alle partijen een positieve uitwerking hebben en zeker op de logistiek kosten.
11
7. Optimalisatie van vervoersbewegingen van en naar de kwekers Vanwege veiligheidsoverwegingen willen alle partijen in de keten geen vermenging van het transport van paddenstoelen, compost, mest en champost. Indien het lukt om een mobiele schoonmaakinstallatie te ontwerpen voor de vrachtwagen zal de beladingsgraad aanzienlijk omhoog kunnen. Ook zal moeten worden gekeken naar het gebruik van verschillende bakken/containers om zo verspreiding van ziekten te voorkomen. Ook wordt het van belang om de nieuwste methodes te implementeren t.a.v. containers (bijv. Inklapbare containers) en andere hulpmiddelen.
Projecten op de langere termijn 1. Toename van het aantal vluchten. Het blijft van belang om het aantal vluchten te vermeerderen. Indien er meer kan worden geoogst bij een zelfde hoeveelheid van compost, worden de vervoersbewegingen aanzienlijk minder. Hierbij kan het fundamentele onderzoek van de Rijksuniversiteit van Utrecht (prof. H.A.B. Wösten) een goede bijdrage leveren. Daar wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkelingsprocessen van paddenstoelen waardoor hopelijk de kweker en de tunnelaars meer paddenstoelen kunnen snijden per kilo compost. 2. Gebruik minder compost/alternatieven. Indien het lukt om het productieproces van paddenstoelen meer te begrijpen kan wellicht ook meer gebruik worden gemaakt van herbruikbare producten, zoals grind en steenwol. Dit betekent minder vervoerbewegingen. 3. Minder vervoersbewegingen voor het personeel (collectief vervoer). 4. De super champignons. De WUR (Dr. A. Sonnenberg) werkt aan de ontwikkeling van een champignon die minder kwetsbaar is voor transport. Hierdoor kan de logistieke keten flexibeler worden georganiseerd. 5. Bedrijfsvergroting stimuleren: Veel innovaties kunnen niet worden doorgevoerd vanwege de beperkte omvang van de bedrijven. Dit betekent dat bedrijven gestimuleerd worden om te kiezen voor bedrijfsvergroting, verdere specialisatie in een andere richting dan wel bedrijfsbeëindiging met behulp van een rood voor rood benadering. 6. Verwerking van champost. De verwerking van champost kan de afzetkosten omlaag brengen en zeker als de champost nog tot waarde kan worden gebracht, d.m.v. verwerkingstechnieken. Dit kan gecombineerd worden met de verwerking van snoeihout uit de fruitteelt, natuur en bosgebieden en aardappelschillen en restanten uit de suikerindustrie.
Een aanzet voor een plan van aanpak Zoals hierboven is weergegeven is de onderhavige exercitie slechts een eerste stap. De voorliggende notitie zal worden besproken in een workshop op 1 oktober 2009. In deze workshop staat de vraag centraal welke maatregelen moeten worden opgepakt en met welk prioriteitenstelling. Na deze workshop zuilen de resultaten van de bespreking worden verwerkt tot een presentatie waarin de speerpunten zullen worden gepresenteerd. Uitgaande van de bovenstaande oplossingsrichtingen lijken de volgende stappen gewenst: 1. Adressant "Bedrijfsleven": 1. De afvoer van de paddenstoelen moet doorzichtiger, er zal een platform worden opgezet met transporteurs en kwekers om de stromen verder te optimaliseren en zal de bestaande ICT technieken moeten worden ingevoerd. 2. Ook zal de sector met behulp van cursussen de vraag dominanter op tafel moeten komen welke toekomst te formuleren is voor de kleinere bedrijven: zich specialiseren, consolideren, verplaatsen en stoppen zijn optie die besproken moeten kunnen worden. De bancaire wereld met de accountants en de voorlichter zouden met een actief programma aan de slag kunnen. De Rood voor Rood regeling van de Regio’s Rivierenland kan een nuttige functie vervullen. 3. De ondernemers moeten worden gestimuleerd om bestaande schoonmaaktechnieken van vrachtwagens aan te passen op de wensen vanuit de paddenstoelensector. 4. Het bedrijfsleven met zich voorbereiden om de resultaten van het onderzoek naar het verwerken van "champost", versneld te kunnen implementeren. Ook zal moeten worden nagegaan of deze “champost” toch niet direct naar de land- en tuinbouwbedrijven (bijv. de bloembollenbedrijven) kan worden gebracht. 12
2.
Adressant "Onderzoek": 1. Het onderzoek naar de vergroting naar het aantal vluchten moet worden geïntensifieerd. 2. het onderzoek naar nieuwe grondstoffen voor de bedden, om zo de aanvoer van compost en dekaarde te verminderen moet worden geïntensiveerd. 3. Het onderzoek naar de paddenstoel die minder gevoelig is voor opslag en handelingen moet verder worden geïntensiveerd. 4. Verder onderzoek naar de cijfers ter onderbouwing van de omvang van het logistieke probleem in de paddenstoelenketen.
3. Adressant “Overheid”: 1. De overheid moet met het bedrijfsleven prioriteiten stellen in de aanwijzing van plattelandswegen die verbeterd moten worden. Daarna zal een investeringsprogramma moeten worden opgesteld. 2. De aanleg van de "paddenstoelenweg" moet verder versneld. 3. De provincie moet gelden beschikbaar stellen voor de uitvoering van de bovenstaande twee projecten en zal ook planologische ruimte moeten geven voor de aanleg van de rondweg. 4. De provincie moet in haar begroting ruimte creëren voor gelden voor de nieuwe verwerker van champost. Dit initiatief past in het programma Bio Based Economy. 5. De gemeente moet planologische ruimte geven voor de vergroting van de bouwpercelen van de primaire kwekers.
13
Bijlage 1: Deelnemerslijst workshop 1 oktober 2009 te Maasdriel (genodigenden) Hooijmans champignons bv Ondernemersplatform Greenport Betuwse Bloem Amsterdam Consultants Ministerie van LNV Provincie Gelderland Productschap Tuinbouw HOOYMANS COMPOST BV Van Namen Champignons BV Gemeente Maasdriel Gemeente Maasdriel Rabobank Zaltbommel ZLTO Prochamp Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agroclusters Wageningen UR Wageningen UR Van Doremaele Champignons The Greenery DLV Plant CNC Grondstoffen B.V. DLV Plant Emons Group Holding Misterie van LNV Sauvage Innovatie Fleuren Compost deBOERenADVIES Exotic Mushrooms Oost NV ZLTO
de heer K. Hooijmans de heer F. Hollinger de heer J. Haarman de heer A. Rohde de heer U van Erp de heer J. Vink de heer P. Hooijmans de heer J. van Namen mevrouw A.H. Boerma - Van Doorne mevrouw K. van Amersfoort de heer R. Vermeulen de heer L. Goedhart de heer R. Peffer de heer P. Oeij de heer A. Sonnenberg de heer H. Boerrigter de heer J. van Doremaele de heer W. van de Wiel de heer T. Staaks de heer T. van Wijk de heer J. Amsing de heer W. Mattijsen De heer E.J. Entzinger de heer G. Sauvage De heer W. Fleuren De heer M.G.J.A. van Namen De heer R. de Boer De heer G.M. Rademakers De heer W. Kloos Mevrouw T. van Megen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
14
Bijlage 2: Stromen in de biologische champignonteelt (bron WUR Straatsma 2003)
deBOERenADVIES
15