Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 1 en 2 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand aan de voorstelling zodat u het lesmateriaal kunt bekijken voordat de kinderen de voorstelling gaan zien. Bij dit materiaal hoort ook een prentenboekje. Om het verhaal nog niet te verklappen wordt dit boekje na de voorstelling aan de juf of meester gegeven. U kunt op meerdere momenten aan de gang met dit educatief materiaal. De kinderen zullen het leuk vinden om het verhaal d.m.v. het boekje nog meerdere keren te kunnen beleven. Veel plezier met dit materiaal en de groeten van Buurman en Buurvrouw! Inhoud van de voorstelling Buurman en Buurvrouw Buurman woont in een huis, hij heeft zijn natje en zijn droogje en doet de dingen altijd op dezelfde manier. Op een dag komt er een buurvrouw naast hem wonen en die doet alles anders. Ze zijn allebei erg verlegen, wat moeten ze tegen elkaar zeggen? Een prikkelende voorstelling, waarin niet wordt gesproken, maar heel veel wordt gezegd! De voorstelling speelt in de tuintjes van Buurman en Buurvrouw. Ze verzorgen hun bloemen, voeren de vogels en gluren naar elkaar. Het decor en alle attributen in de voorstelling zijn gemaakt van karton. Inhoud lesmateriaal: Nabespreken voorstelling
pagina 4
Het prentenboekje
pagina 5
Spel‐les: wij zijn Buurman en Buurvrouw
pagina 6
Een taart
pagina 8
Diverse werkbladen
pagina 9
2
Vrede van Utrecht Deze voorstelling sluit aan bij de thematiek van de Vrede van Utrecht, vrede door dialoog. We laten zien dat het soms moeilijk kan zijn om goede buren te blijven als het even niet zo meezit. Maar ook dat sorry zeggen soms makkelijker is dan dat het lijkt. Vrede van Utrecht op School In 2013 wordt in stad en provincie Utrecht gevierd en herdacht dat 300 jaar geleden de Vrede van Utrecht werd gesloten. Voor het eerst eindigde oorlog aan de onderhandelingstafel en niet op het slagveld. Utrecht herdenkt deze unieke historische gebeurtenis met een cultureel en educatief programma voor jong en oud.
3
*Nabespreken van de voorstelling Inhoud:
Door de voorstelling na te bespreken krijgt deze meer betekenis voor de leerlingen.
Werkvorm: Klassikaal kringgesprek. Duur:
15 tot 30 minuten.
Na afloop van de voorstelling zullen de kinderen vol zijn van wat ze hebben gezien. Het is goed om in de klas nog even na te praten. Onderwerpen die in de voorstelling aan bod kwamen zijn: ‐ Sorry zeggen Buurman en Buurvrouw zijn erg onhandig in sorry zeggen tegen elkaar. Wat is de kinderen opgevallen? Hoe hadden ze dat anders kunnen aanpakken? Welke kinderen vinden het makkelijk om sorry te zeggen en welke kinderen moeilijk? Wanneer zeg je eigenlijk sorry? Wat doe je als iemand het niet hoort? Hoor je het echt niet of wil je het niet horen? Andere onderwerpen die in een (kring)gesprek gebruikt kunnen worden ‐ ontmoetingen, wat doe je als je iemand voor het eerst ontmoet. ‐ verlegen zijn ‐ verliefd worden ‐ wel iets willen zeggen maar niet weten wat ‐ iets per ongeluk kapot maken ‐ verschillende manieren om een ruzie goed te maken. * U kunt met de kinderen naar aanleiding van de voorstelling over een of meerdere onderwerpen in gesprek.
4
*Het prentenboekje Inhoud:
Verwerking van wat ze tijdens de voorstelling hebben gezien. Het prikkelen van de fantasie en mogelijkheid om verder te praten over een thema zoals verlegen zijn.
Werkvorm: Klassikaal kringgesprek en individueel. Duur:
15 tot 30 minuten.
Bij de voorstelling hoort ook een prentenboekje. Dit boekje is geïnspireerd op de voorstelling. U kunt het verhaal in de kring voorlezen of de tekeningen gebruiken om de kinderen het verhaal na te laten vertellen. Ook kunt u de kinderen zelf in het boekje laten kijken. Het boekje kan natuurlijk zo vaak als u dat wilt voorgelezen worden! Een aantal vragen die u de kinderen kunt stellen na het voorlezen: ‐ Noem een verschil tussen het boek en de voorstelling? ‐ Wat vond Buurman dat Buurvrouw naast hem ging wonen? ‐ Wat zijn “groene vingers”? ‐ Waarom durft Buurman niet samen onder de paraplu te staan? ‐ Hoe merk je dat Buurman en Buurvrouw verliefd zijn?
*
U kunt ook verder praten over de onderwerpen uit de voorstelling.
5
*
Spelles: Wij zijn Buurman en Buurvrouw
Inhoud:
Kinderen kruipen zelf in de huid van Buurvrouw en Buurman door een vertelpantomime.
Waar:
In de speelzaal.
Werkvorm: Alle kinderen spelen tegelijk! Duur:
30 minuten
Voorbereiding: Lees de onderstaande verhaaltjes goed door. De kinderen gaan zelf spelen aan de hand van de onderstaande verhaaltjes. Lees de kinderen eerst het verhaaltje, “een dag uit het leven van Buurman” voor. Vertel de kinderen dat ze het zo zelf gaan spelen. Zij zijn de buurman. De kinderen gaan op een eigen plek in de speelzaal staan. Vertel de kinderen dat ze het nu zelf gaan spelen. Lees het verhaal nog een keer zin voor zin voor. Geef de kinderen steeds de tijd om alles uit te beelden. Neem er de tijd voor. Eerst spelen alle kinderen een dag uit het leven van Buurman, daarna spelen alle kinderen een dag uit het leven van Buurvrouw. In het laatste verhaal mogen de kinderen kiezen of ze Buurman of Buurvrouw zijn. Een dag uit het leven van Buurman Buurman ligt en zijn bed. Hij wordt wakker. Hij rekt zich even uit en staat op. Buurman trekt zijn pyjama uit en vouwt hem heel netjes op. Hij legt zijn pyjama op zijn kussen. Buurman trekt zijn kleren aan. Ook zijn schoenen. Hij loopt naar de spiegel. Zit alles netjes? Zit mijn haar wel goed. Hij vindt zichzelf er goed uitzien en steekt zijn duim op! Buurman pakt zijn bezem en loopt naar de tuin. Een voor een veegt hij de tegels schoon. Dan ruimt hij de bladeren op die van de boom gevallen zijn. Hij pakt de gieter en vult de gieter met water bij de kraan. Zo die is zwaar! Hij sjouwt de zware gieter naar de bloembakken. Buurman geeft de bloembakken water. Hij gaat bij een bloembak zitten en roept tegen de bloemen Groei! Groei! Groei! Er gebeurt niets. De bloemen groeien niet. Sip gaat de buurman weer naar binnen. Een dag uit het leven van Buurvrouw Buurvrouw staat in haar tuintje. Ze heeft net een nieuw vogelhuisje gekocht. Ze timmert het vogelhuisje aan de boom. Dat hangt er mooi. Ze pakt de een grote zak met vogelvoer. Ze 6
strooit het voer door de hele tuin. Daar komen de vogels al. Buurvrouw doet een beetje in haar hand. Ze steekt haar arm uit! Een vogel komt op haar hand zitten en eet het voer. Als het voer op is vliegt de vogel weg. Buurvrouw zwaait naar de vogel. Tot de volgende keer! Buurvrouw pakt haar gieter en geeft haar bloemen water. Op haar tenen loopt ze naar de tuin van Buurman. Ze geeft zijn bloemen ook water. Ze kijkt of Buurman haar heeft gezien. Gelukkig niet. Ze rent snel naar haar eigen tuintje Buurman en Buurvrouw De kinderen spelen nu of de Buurman of de Buurvrouw. De “Buurmannen” staan aan de ene kant van het lokaal, de “Buurvrouwen” aan de andere kant. Als de buurmannen spelen doen de Buurvrouwen niets en andersom ook natuurlijk. Buurman doet de deur open en stapt naar buiten. Hij veegt zijn stoepje netjes schoon. Buurvrouw doet de deur open en stapt naar buiten. Ze strooit vogelvoer voer de vogels. Buurman zwaait naar Buurvouw. Buurvrouw zwaait naar Buurman. Dan ziet Buurman opeens dat zijn bloemen zijn gegroeid. Hij loopt naar de bloembakken en danst vrolijke en blij! Ook bij Buurvrouw zijn de bloemen gegroeid. Ze zijn prachtig. Ze ruikt aan de bloemen: wat heerlijk. Dan komen de vogels aangevlogen. Buurvrouw en Buurman kijken omhoog. Wat gebeurt er nu? Flats! Er valt zomaar vogelpoep op het hoofd van Buurman. Buurman loopt boos naar zijn huis. Buurvrouw heeft een idee: ze gaat een appeltaart bakken voor buurman. Buurvrouw plukt de appels uit de boom. Ze schilt de appels en maakt het deeg. Ze doet de taart in de oven. Wat ruikt buurman daar ? Het ruikt heerlijk! Buurman loopt zijn neus achterna en komt uit bij het huis van buurvrouw. Buurvrouw ziet Buurman staan. Buurvrouw geeft Buurman een groot stuk taart. Samen eten ze taart. MMMM dat was lekker. Buurman gaat weer naar zijn huisje. Dag buurvrouw! Dag buurman!
7
* Een taart Buurvrouw bakt een taart voor Buurman. Waarom doet ze dat? Buurman schrikt er zo van dat de taart op de grond valt. Dat is jammer! De taart zag er erg lekker uit. Ik denk dat Buurman hem erg lekker had gevonden.
Opdracht voor de kinderen: Voor wie zou jij een taart willen maken? Waarom maak je een taart? Wil je sorry zeggen of vind je iemand leuk? Of als verjaardagscadeau. Maak een tekening van de taart die je wilt gaan maken. Maak de taart lekker groot zodat hij bijna helemaal op het blaadje staat. * Op tv bij Z@pp is er ook het programma De Taarten van Abel. Hier bakken kinderen samen met bakker Abel een taart voor iemand die ze bijzonder vinden. Misschien kennen kinderen dit programma.
8
*
Diverse werkbladen
Inhoud:
Diverse werkbladen als verwerkingsmateriaal.
Werkvorm: Individueel, de kinderen kunnen zelfstandig met deze werkbladen aan de slag. Duur:
30 minuten
Stempelen/naschrijven Op deze werkbladen staan woorden uit de voorstelling. De kinderen kunnen de woorden naschrijven of stempelen. Ook kunnen ze de bijbehorende plaatjes kleuren. Bijgevoegd zijn een voorbeeldblad en een kopieerblad waar de kinderen op kunnen stempelen of schrijven. Bloemenvaas De kinderen tekenen of plakken in deze vaas een prachtige bos bloemen. Kleurplaat Als toetje is er ook nog een kleurplaat met veel elementen uit de voorstelling. De kleurplaat kan ook heel goed als praatplaat gebruikt worden.
*Teksten, afbeeldingen en concept: Simone van den Berg. 9