EDINBURGH - HIGHLANDS - EDINBURGH Zo’n 11 jaar geleden verscheen in ons clubblad, van WSC Merelbeke, het reisverhaal van Willy Raman en Maurice Stevens van hun tocht in Schotland. Door allerhande documentatie en toeristische info over dit prachtige land wakkerde de interesse van Albert De Wolf en Willy Tierens terug aan. Eindelijk was het dan zover en maakten ze met de vliegtuigmaatschappij BMI ( Britisch Midland Airways ) de overtocht vanuit Zaventem. Na een korte en probleemloze vlucht landen ze op vrijdag 26 juli 2013 in Edinburgh, de hoofdstad van Schotland. Hierna volgt het reisverhaal uit Willy’s dagboek : Vrijdag 26 juli. Na het klaarmaken van onze fietsen en de innerlijke mens versterkt te hebben begon ons fietsavontuur naar de Highlands. Een paar kilometer of liever “ mijlen ” buiten de luchthaven, kunnen we de fietsroute nr 1 volgen. Deze ligt gescheiden van de drukke autowegen en brengt ons noordwaarts over de Forth Road Bridge naar Perth in het district Perthshire and Kinross. Hier brengen we na 71 km en vergezeld van een paar regenbuien onze eerste nacht door in de jeugdherberg. Het was even wennen maar het links rijden hadden we vlug onder kontrole. Zaterdag 27 juli. We vervolgen onze reis verder noordwaarts langs sterk golvende wegen onder een deugddoende zon. In Blairgowrie vinden we het nodige om onze honger te stillen. Zo worden de eerste Engelse of Schotse ponden gewisseld in een Coop-winkel. Vanaf hier gaat de weg trapsgewijs de hoogte in soms afgewisseld door korte bruuske afdalingen. Het landschap verandert vlug van uitzicht. Al draaiend en kerend gaat het door de Glen Shee ( Glen = vallei ) naar 665 m hoogte, de Devils Elbow, een wintersportstation. Links en rechts ziet men bergtoppen die flirten met de 1000 m. Bergwanden bezet door honderden kudden schapen en borden die de steiltegraad aanduiden ( 12 % ) maken deel uit van dit
decor. Langs de verharde oude militaire weg gaat het dan in dalende lijn naar Braemar. Deels door het windvoordeel en deels door de goedlopende neerwaartse weg missen we de afslag naar Balmoral Castle. Dat merkten we pas na 107 km bij aankomst in een B&B ( Bed en Breakfast ) te Bridge of Gairn. Door de nederlandstalige vriendelijke gastvrouw Allison wordt ons een kamer toegewezen. Voor het avondeten moeten we ons verplaatsen naar het 3 km of 1,8 mijl verder gelegen gerenoveerde stationnetje in Ballater. ( 1 mijl = 1,6 km ) Zondag 28 juli. Na een goede nachtrust en stevig ontbijt – spek met bonen en eieren – gaan we van start in druilerig weer. Het gaat nu noord oostwaarts over de Pass of Ballater ( 240 m ) om dan in een wijde bocht en ondergelopen wegen af te buigen naar het noordwesten. In de nattigheid leg ik het Corgarff Castle op de gevoelige plaat vast. Het is een bouwsel uit de 16de eeuw neergepoot in een weidse omgeving en het decor van de toen aan gang zijnde clan – oorlogen. Opnieuw moeten we met onze beladen tweewielers over een heuvelrug ( 545m ) met stroken van 15% en meer, ook dit is Schotland! Op de top, gehuld in een dikke mist, staat een bord met volgende tekst : “Welcome in Moireibh Malt Whisky Country”. ( Moireibh = SchotsGaelisch voor Moray ). Hier staan we aan de poort van de Highlands! Na een kille afdaling, waarbij Albert een schuiver maakt, gaat het tot in Dirdhu waar de B&B volzet is. Na controle van Albert zijn fiets en enig lichamelijk letsel, verder naar Grantown on Spey op zoek naar een B&B nabij een Chinees restaurant. Terwijl Albert zijn schaafwonde verzorgt knutsel ik een adapter in elkaar door middel van twee stukjes elektrische draad. Zodoende kunnen we onze gsm’s opladen want de stopkontakten verschillen van constructie met deze uit ons thuisland. Maandag 29 juli. Dag 4 begon veelbelovend met zon. Onze kledij is droog en een lekker ontbijt staat
klaar. Na een kort nazicht van de fietsen gaan we de weg op om na enkele kilometer een fietsroute te volgen parallel aan de hoofdweg. Het baantje gelegen op een oude spoorbedding leidt ons tot op de Slochd Summit op 405 meter hoogte. Een duits fietskampeerder uit Beieren kruist hier onze weg. Over de top moeten we even de expresweg op maar kunnen dan als fietser de oude weg nemen naar Inverness. Deze stad met 52.000 inwoners wordt aanzien als de hoofdstad van de Highlands. We volgen verder het Caledonisch kanaal naar het meer van Loch Ness. ( Caledonia = oude Romeinse naam voor Schotland ). Het meer zelf is 37 km lang met een max. breedte van 1,6 km en de diepste plaats is 226 meter. Net voor we het bezoekerscentrum bereiken worden de hemelsluizen opengezet en vluchten we de inkomhal binnen. Loch Ness is vooral bekend omdat zich hier volgens de Schotse mythologie een monster ophoudt. Er bestaan veel vage en onduidelijke foto’s maar zijn bestaan is nooit aangetoond. Er restten ons nog 6 mijl tot aan de jeugdherberg ( hostel ) van Drumnadrochit welke we bereiken na een dag van 83 km. Dinsdag 30 juli. Met Laura – de zon – als bondgenoot zijn we uit deze Backpackers hostel vertrokken na een zelfgemaakt ontbijt. Wanneer we deze vallei verlaten krijgen we een klim van 3 km aan 12% onder de wielen. In deze zonnige maar frisse ochtend zijn we direct op bedrijfstemperatuur. Het gaat noordwaarts en we blijven nu gedurende 25 km op een plateau fietsen tot in Contin. Hier bekijken we de kaart en stellen vast dat de weg stilaan oploopt naar een hoogte van 500 meter. Dat wordt bevestigd langsheen prachtige valleien die ons via een hoogvlakte naar Loch Glascarnoche brengt. Hier komen we met honger en dorst aan bij een café/restaurant maar het is blijkbaar sluitingsdag. Dikke pech! Dan maar verder tot de volgende maar…Schotland is België niet. Ondertussen pakken de wolken zich samen en… jawel, opnieuw nattigheid. In dalende lijn dan maar tot op een grote parking met een bushokje waar we ons noodrantsoen aanspreken. Nog geen minuut later worden we bijna zelf opgepeuzeld door een zwerm hele kleine
vliegjes, de beruchte “Midges”. Slechts een paar millimeter groot en de “schrik van de Highlands” genoemd. Rond 17.00 uur bereiken we het onooglijke vissersdorpje Camusnagaul en houden het met de jeuk van de Midges-beten voor bekeken. Op de teller staan 108 km en we zijn inmiddels aan de westkust beland. Er zijn bedden beschikbaar in de plaatselijke B&B maar voor het avondeten moeten we een paar kilometer terug naar Dundonnel. Dit loont wel de moeite want even na 22 uur verlaat de helft van de aanwezigen de eetzaal met een fototoestel in aanslag. Hier kan men een ondergaande zon fotograferen priemend door de veelkleurige wolken en een prachtige weerspiegeling op het water doet een mens wegdromen. Woensdag 31 juli. In de zon maar met een frisse bries verlaten we de baai van Loch Broom. De klim over de kaap van Mungasdale brengt ons naar Laide waar we postzegels kopen. Op weg naar Gairloch krijgen we er de prachtige vergezichten over de inhammen en het golvende landschap er gratis bij. In Gairloch tijd voor eten en drinken nabij een winkeltje. Hier woont een gemeenschap van de “Free Presbyterian Church of Scotland”. Dat zijn protestanten die aanleunen bij het gereformeerde calvinisme. Na 3 mijl is de weg afgesloten voor het gemotoriseerde verkeer. Wegenwerkers zijn uitgerukt met zwaar materiaal om verscheidene wegverzakkingen te herstellen. Eens voorbij de werkzaamheden komen we op een hoogvlakte die ons via een lange afdaling tot aan Loch Maree brengt. Hier volgen we de single-track ( = smalle weg met uitwijkplaatsen ) naar Torridon aan de oever van het gelijknamige Loch. We nemen onze intrek in de jeugdherberg op basis van half pension en in kamers van 8 personen. Buiten stikt het terug van de Midges en de wandelaars beschermen hun aangezicht met gaas. Donderdag 1 augustus. We hadden een minder goede nachtrust door het af- en aanlopen van jonge gasten. Een stevig ontbijt wordt ons voorgeschoteld en dat maakte wat goed. Bij het vertrek
opnieuw regen en er staat veel wind. We volgen opnieuw de single-track op en af door een prachtige natuur. Door de snelheid in een steile afdaling en vooral door de concentratie op de smalle weg vlam ik een koffie-bar voorbij. Bij een fotostop op de top van de volgende helling word wordt ik hiervan op de hoogte gebracht door Albert die zoals ik aan warme drank toe is. Dan maar verder tot in Applecross dat we na een eindeloos stuk van 51 km bereiken. In een restaurant/pub smullen we van een kom dikke ajuinsoep met brood in gezelschap van een koppel Zwitserse fietsers uit Zurich. Na de rustpauze vatten we de zware klim aan naar de 627 meter hoge en in de mist verscholen Bealach na Bà. ( Bealach = Schots-Gaelisch voor col of bergpas ). Het gaat opnieuw over een natte single-track waarbij de gemotoriseerde tegenliggers sportief aan de kant blijven staan voor fietsers. Op de kleinste verzetten hijsen we ons de hoogte in, soms met een doorslippend achterwiel en zelfs te voet. Op de top valt de regen met bakken naar beneden. We hebben nog de moed om een foto te laten nemen van ons beiden door een schapenboer. Die geeft ons de raad om de eveneens steile afdaling in dit weer te voet af te leggen. Behoedzaam bollen we echter met dichtgeknepen remmen naar beneden en bereiken heelhuids het vissersdorp Tornapress aan het Loch Kishorn. Na nog een tweetal steile knikken houden we het na 102 km in een doorregende dag voor bekeken. Te Achmore stappen we de eerste de beste B&B binnen opzoek naar drogere oorden. Het avondmaal wordt uitzonderlijk geprepareerd door de gastheer Ivor. Uren in de omtrek is er geen eetgelegenheid te vinden. Hij doet de houtkachel branden terwijl we ons installeren. Onze uitgewassen kledij hangen we dan te drogen voor de kachel, want zijn droogkast doet het niet. Vrijdag 2 augustus. Het is eindelijk droog buiten en het zonnetje is terug van de partij. De temperatuur dweept met de 20° maar er staat nog veel wind. We trekken nog ietsje meer westwaarts en fietsen via Balmacara de hangbrug over van Kyle of Lochalsh. Zo belanden we op het oostelijk deel van het eiland Sky. Na de klim
over de Bealach Udall ( 281 m ) dalen we af aan 13% tot aan de veerpont van Kylerhea. Hier staan een vijftal auto’s te wachten op de pont. Bij aankomst van deze krijgt iedereen te horen dat de veerdienst uit veiligheid moet worden stopgezet. “Er is teveel stroming door de hevige wind” luidt het, maar dan in het Schots. Iedereen moet rechtsomkeer maken en wij de steile klim op terug over de Udall en verder de brug van Kyle over. Na 5 uur onderweg staan we terug in Balmacara. Tijdens de picnic bekijken we de kaart en besluiten om tot in Shielbridge te fietsen. Onderweg nog een fotostop nabij het Eilean Donan Castle een burcht uit de 11de eeuw. Deze deed dienst als verdedigingsbastion tegen de inval van de Vikingen. In de 16de eeuw was het bewoond door de MacKenzieclan. Een 3-tal km buiten Shielbridge volgen we een B&B aanduiding en komen na een droge dag van 86 km in Ratagan terecht. Hier kunnen we zelf ons potje koken te midden van een gastvrije familie. Wanneer we onder de wol kruipen horen we de regendruppels tegen het dakvenster tikken en onweert het in de verte. Zaterdag 3 augustus. Na een goede nachtrust wordt ons een heel stevig ontbijt voorgeschoteld: yoghurt, fruitsap, müesli, spek, eieren, worstjes, brood en koffie. Goed gewapend tegen de regen en de kilte rijden we de Glen Shield binnen. In deze vallei gaat het langzaam bergop en zuidoostwaarts naar 280 m hoogte. Op deze plaats gekenmerkt door “The Battle of Glen Shield” vond op 10 juni 1719 een veldslag plaats tussen Britse troepen en een alliantie van Jacobijnen en Spanjaarden. Een monument op een oude zijweg herinnert aan deze gebeurtenis. De bergtoppen blijven in nevels gehuld wanneer we de pub van Glenmorriston bereiken. Warme drank is welkom en we kunnen onze kledij te drogen hangen op de radiatoren. Verder gaat het zuidwaarts op en af naar Loch Lochy waar we in een korte maar hevige stortbui terecht komen. Je zou er moedeloos van worden. Geen enkele schuilplaats te vinden en met geactiveerde achterlichten doen we verder. Aan het Commando Memorial nabij Spean Bridge profiteren we van een droge periode om dit
monument te bezoeken. Het 17 voet ( 5,2 m ) hoge bronzen beeld stelt 3 Schotse commando’s uit WO II voor. Ze kijken in de richting van de in wolken gehulde Ben Nevis met zijn 1344 m de hoogste berg van Schotland. Aangekomen in Fort William gaan we op zoek naar de jeugdherberg maar deze is volgeboekt. Even verderop krijgen we onderdak in een B&B. Na installatie, douchen, eten en verslag schrijven wacht ons een deugddoende nachtrust na 104 km op de teller. Zondag 4 augustus. Door het oponthoud met de veerpont van twee dagen terug laten we een westelijke lus rechts liggen. We volgen nu de oever van het Loch Linnhe en gaan richting Glen Coe. Het blijft droog gedurende het eerste uur maar wanneer we door de Glen Coe vallei de klim aanvatten naar de gelijknamige bergpas verwerken we de eerste regenbui van de dag. Het is één der mooiste valleien van de Highlands, alleen jammer van het regenweer. Ter hoogte van de waterval een fotostop terwijl de wolken stilaan plaats maken voor de zon. We fietsen droog over de Pass of Glenn Coe ( 306m ) en na 5 km dalen proeven we van de dagsoep met wat bij in het restaurant Kingshouse. Een lange afdaling op een brede weg leidt ons naar Bridge of Orchy waar we nogmaals een single-track volgen langs een riviertje. In Cladisch zoeken we de B&B op maar deze is volzet. Pas een 40-tal km verder kunnen we terecht in de jeugdherberg van Inverrary in het district Argyll. In de plaatselijke Coopwinkel vinden we het nodige om onze kledij te wassen en om deze avond ons eigen potje te koken na een dag van 118 km. Maandag 5 augustus. Vooraleer we onze route verder zetten bezoeken we de “jail” van Inverrary. Een vierkant gebouw dat destijds dienst deed als gevangenis en omgebouwd is als theater. In droge omstandigheden volgen we de oever van het Loch Fyne met als decor het Inverrary Castle, een landhuis dat tot de 17de eeuw bewoond werd door de Campbell-clan. Vanaf Cairndow slingert de weg zich opnieuw de hoogte in tot op de Bealach an Easain ( 264m ) en stilaan verlaten we de
prachtige Highlands. Na deze bult lassen we een eet- en drinkstop in te Arrochar nabij een hamburgerkraam. Versterkt volgen we nu een fietspad gescheiden van de hoofdweg langsheen het Loch Lomond, één der mooiste meren die we tot nu toe te zien kregen. Het gaat nu even terug noordoostwaarts tot in Drymen waar alle B&B’s volzet zijn. Een behulpzame eigenaar geeft ons een adres in Balmaha een 6 tal kilometer buiten ons parcours en verwittigt het hotel van onze komst. Het is een pub/restaurant/hotel met bijgebouwen – cottages - waar ons een kamer toegewezen wordt. Hier nemen we half pension na een dag van 88 km. Dinsdag 6 augustus. Na ontbijt in de pub “The Oak Tree Inn” volgen we onder een milde zon de landelijke weg naar Gartmore. Deze slingert zich op en af door uitgestrekte weiden waar massa’s kudden schapen grazen. Een bewegwijzerde fietsroute brengt ons naar Aberfoyle waar we wat inkopen doen. Van Albert krijg ik de vrijgeleide om heen en terug de Duke’s Pass ( 243m ) te beklimmen. Het is een klim van 4 km met een gemiddelde stijging van 7% en een max. van 10% in de eerste kilometer. In afwachting brengt Albert een bezoek aan het toeristische info kantoor van Aberfoyle. Bij mijn terugkomst steken we eerst iets achter de kiezen vooraleer de tocht verder gezet wordt. Het gaat nu steeds oostwaarts naar Stirling. In de oude bovenstad nabij de burcht vinden we na een droge dag van 63 km onderdak in de Backpackers hostel. Woensdag 7 augustus. Om 7 uur staan we op na een middelmatige nachtrust. Een paar jongelui kwamen rond 5.30 uur in de morgen toe met veel kabaal. Toen we de kamer verlieten hebben we hen op dezelfde manier teruggetrakteerd. Sorry boys! Na ontbijt verlaten we onder licht gedruppel maar met windvoordeel Stirling via de fietsroute nr 76. In Alloa gaan we een kilometers lange oude spoorbedding op tot in Dunfernline met zijn mooie park en sierlijke tuinen. Via de Forth Road Bridge volgen we de fietsroute nr 1 zoals tijdens de heenreis. Nu gaat het naar het centrum van Edinburgh met onderweg fotostops nabij het Donaldson
College, St-Giles Catedral, Princes Street, Edinburgh Castle, de National Gallery enz… Dan zoeken en vinden we de youth hostel in Cowgate een uitgaansbuurt. Na 69 km en met een totaal van ongeveer 1250 km of 776 mijl komt aan onze trip door Schotland een einde. Deze avond zijn we naar Edinburgh Castle gewandeld om de jaarlijkse militaire taptoe bij te wonen als afsluiter van een geslaagde tocht. Een meer dan 2 uur durend schouwspel met militaire muziekkorpsen uit alle windstreken. Vooral de Scottisch Pipers getooid in een kilt, met doedelzak en slagwerk stalen de show. De klank – en lichtspel weergave op de poort en de muren van de burcht maakten het geheel best aantrekkelijk voor de duizenden toeschouwers. Donderdag 8 augustus. Na ontbijt opweg naar de 16 km westelijk gelegen luchthaven via een fietspad langs een kanaaltje. In de luchthaven begaven we ons naar de folie-inpakstand. Daar konden ze alles behalve fietsen inpakken. Met isolatiebuisjes heb ik mijn fiets wat kunnen beschermen. Albert deed het zonder en allebei werden ze ongeschonden afgeleverd in Zaventem na een probleemloze vlucht met BMI. Hier scheiden onze wegen en spoorden we huiswaarts met onze fietstassen vol goede herinneringen aan een mooi land. Willy Tierens