ECONOMIE EN HANDEL Katrien Van Daele voor leraren Bedrijfseconomie van de 3de graad TSO en BSO
Voorstel tot Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMC) Recente economische informatie: Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de Handelspraktijken en Consumentenbescherming (deel 2). In de voorgaande Diocesane Mededelingen beloofde ik u de belangrijkste verschillen aan te geven tussen het nieuwe wetsvoorstel en de oude wet. U vindt ze hierna. Toen ik via mail contact opnam met het kabinet van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen met de vraag wanneer het wetvoorstel zou ingediend worden in het Parlement, kreeg ik als antwoord en ik citeer: “in het najaar”. Dat is een ‘eenvoudig’ maar zeer vaag antwoord. Wij houden het dus in de gaten. 1
KOPPELVERKOOP
Op dit ogenblik is er een principieel verbod op het gezamenlijk aanbieden van producten en diensten met de volgende uitzonderingen: Producten of diensten die samen één geheel vormen Gelijke producten of diensten die afzonderlijk tegen de gewone prijs in dezelfde inrichting verkocht worden waarbij: - de koper ingelicht wordt over mogelijkheid om apart te kopen en over de aparte prijs - de prijsvermindering voor het geheel van producten of diensten niet meer bedraagt dan 1/3 van de samengetelde prijs Gratis aanbieden van: - toebehoren van een hoofdproduct - verpakking - “kleine door de handelsgebruiken aanvaarde producten of diensten” - monsters - “chromo’s, vignetten en andere beelden met geringe handelswaarde” - titels tot deelneming aan wettig toegestane loterij - voorwerpen met reclameopschriften (die niet als dusdanig in de handel voorkomen) op voorwaarde dat de prijs waartegen de aanbieder ze heeft gekocht, niet meer bedraagt dan 5% van de verkoopprijs van het hoofdproduct of de dienst. - titels waarmee je prijsvermindering of voordeel krijgt Deze regels gelden ook voor financiële diensten. Maar op 23 april 2009 werd België door het Europees Hof van Justitie veroordeeld. Het verbod op koppelverkoop is strijdig met de Europese Richtlijn 2005/29/EG inzake oneerlijke handelspraktijken.
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 1
Volgens het Hof mag er geen enkele voorwaarde gekoppeld worden aan het toelaten van koppelverkoop. Wel kan koppelverkoop blijvend getoetst worden aan de algemene verboden op oneerlijke handelspraktijken. De Europese Commissie heeft België in gebreke gesteld wegens strijdigheid met de Richtlijn. België liep het risico door de Europese Commissie voor het Europees Hof van Justitie gedaagd te worden. Onze wetgeving veroorzaakt een aantal problemen door het verbod op koppelverkoop. Onze regels zijn te streng Zo moest de wetgever zelfs uitdrukkelijk voorzien dat het toegelaten is om een product in een verpakking aan te bieden. Ook voor de levering van een product moest de wetgever een uitzondering voorzien. Het samen aanbieden van verschillende identieke producten (bijvoorbeeld, zes flessen water in een plastiek verpakking) werd als koppelverkoop aangezien. Ook dit heeft de wetgever uitdrukkelijk moeten vrijstellen. Promotieactiviteiten zoals het aanbod om deel te nemen aan een wedstrijd bij de aankoop van een product, vallen eveneens onder het verbod van koppelverkoop. Onze regels zijn tegenstrijdig Een aanbod als "3 voor de prijs van 2" mag, terwijl het aanbod "2 + 1 gratis" niet mag. In beide gevallen gaat het nochtans om precies dezelfde producten en dezelfde te betalen prijs. De rechtspraak is versnipperd en onduidelijk De ene rechtbank verbiedt het aanbieden van gratis vervoer naar de luchthaven bij het boeken van een vliegtuigreis. Een andere rechtbank liet het toe. Verboden zaken: het gratis aanbod van een pak frieten bij de aankoop van 1 kg biefstuk het aanbod van een gratis reservebril bij aankoop van een bril een tennisracket met een doos tennisballen het aanbod van gratis olie bij een onderhoudsbeurt van een wagen De nieuwe wet De nieuwe wet laat koppelverkoop toe zolang het geen oneerlijke handelspraktijk is. Deze controle mag enkel door de rechter gebeuren, de wet mag geen voorwaarden stellen. De rechter houdt rekening met een aantal omstandigheden. Zo kunnen vragen gesteld worden als: kan het product of de dienst afzonderlijk aangekocht worden? wordt de consument duidelijk geïnformeerd over de prijs van het afzonderlijk product of de dienst en over het prijsvoordeel? is de duur van het contract niet onredelijk lang? Voor de financiële diensten verandert er niets want de Richtlijn laat toe om strenger te zijn voor financiële diensten. Zij zijn immers complex en er zijn mogelijke risico’s aan verbonden voor de consument.
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 2
2
SPERPERIODE
Volgens de oude wet loopt de sperperiode van 15 november tot en met 2 januari en van 15 mei tot en met 30 juni. Als 3 januari of 1 juli op een zondag valt, eindigt de sperperiode een dag eerder (op 1 januari of op 29 juni). Tijdens de sperperiode is het verboden om prijsverminderingen aan te kondigen. Dit betekent meer dan drie maanden per jaar geen aankondigingen van prijsvermindering. De sperperiode geldt voor quasi alle producten (tv-toestellen, horloges en juwelen, cosmetica, brillen, meubelen, stofzuigers, … behalve voor voedingsmiddelen). Tijdens de sperperiode mag er geen reclame gemaakt worden voor prijsverminderingen die tijdens de koopjes van kracht zullen zijn. Dit leidde tot een aantal problemen. Geen transparantie voor de consument: handelaar mag zijn prijs verlagen, maar mag dat niet zeggen, en dit gedurende drie maanden per jaar. Concurrentievervalsing: door de overheid geïnstalleerd kartel want afspraak om geen prijspromoties te doen gedurende drie maanden.
De OESO vermeldt in haar jaarrapport: “The sector is also much more regulated than in other OECD countries, not only by regulations that exist in other countries (such as rules for large outlets, shop opening hours and prohibition of sales below costs) but also by Belgian specific regulation.The latter includes a ban on tied sales and announcements of price reductions within six weeks before the sales period (the so-called “black-out period”). Such regulation was intended to protect consumers, but the main effect has been to protect existing shops against entry by competitors with innovative business models and to reduce consumer welfare. Many of these regulations are currently being reviewed, particularly in the context of the EU Services Directive. Competition inhibiting regulation should be scrapped and zoning laws for large outlets should be restricted to evaluating spatial effects.” De nieuwe wet De nieuwe wet voorziet enkel een sperperiode voor lederwaren, kleding en schoenen (18% van de omzet kleinhandel (zonder voeding)). Voor alle andere producten is de sperperiode afgeschaft (82% van de omzet kleinhandel, zonder voeding). Voortaan start de sperperiode op 6 december voor de winterkoopjes en 6 juni voor de zomerkoopjes. De handelaar heeft een veel grotere periode om kortingen te geven. Daardoor kan hij ook sneller ingrijpen bij een slecht seizoen. Er kan met prijsverminderingen snel cash gegenereerd worden (om te herinvesteren). Het verbod om tijdens de sperperiode reclame te maken voor de komende koopjesperiode wordt geschrapt. 3
KOOPJES
Volgens de oude wet mochten enkel seizoensgebonden producten als koopjes worden verkocht. Koopjes waren enkel toegelaten voor handelaars die een fysisch verkooppunt hadden. Dus waren koopjes verboden voor internethandel en postorderverkoop.
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 3
Alleen de producten die de handelaar bij het begin van de koopjesperiode in zijn bezit had en vóór die periode “op gewone wijze te koop heeft aangeboden”, mochten als koopjes worden verkocht. De oude voorraad van een jaar eerder die niet meer in de winkel lag, mocht in principe niet als koopjes aangeboden worden. Dit leidde tot een aantal problemen. Het was bijvoorbeeld zeer onduidelijk wat “seizoensgebonden” nu juist betekent. Internethandel en postorderverkoop mochten in principe de term koopjes niet gebruiken. Oude onverkochte voorraden mochten niet aangeboden worden tijdens de koopjesperiode (zeker een probleem tijdens de crisis en de consument werd producten ontzegd). De nieuwe wet De nieuwe wet verandert een aantal zaken: Alle producten mogen als koopjes verkocht worden. Internethandel en postorderverkoop mogen ook de term koopjes gebruiken. De producten die als koopjes verkocht worden moeten door de onderneming voorheen ooit gedurende 30 dagen aangeboden zijn (kan ook een jaar eerder geweest zijn). 4
INTERNETHANDEL EN ANDERE VERKOPEN OP AFSTAND
In de oude wet was het verboden om bij verkoop op afstand (vooral internethandel en postorder) een voorschot of betaling te vragen vóór de afloop van de bedenktermijn van ten minste 7 werkdagen. Deze regel bestaat niet in de buurlanden en is daarom een grote belemmering voor de concurrentie van de Belgische internethandel. Waarschijnlijk is dit één van de redenen waarom België achterstand heeft op vlak van e-commerce in vergelijking met landen zoals Nederland. Bij verkoop van producten van geringe waarde (bv. boeken of cd’s) kost het bij niet-betaling van de klant meer aan juridische kosten voor de e-handelaar om deze te vorderen, dan dat het kan opbrengen. Dit leidde tot grote verliezen. Ook is de bedenktermijn van 7 werkdagen voor de consument vaak veel te kort. De nieuwe wet Onder de nieuwe wetgeving mag de handelaar een voorschot of zelfs volledige betaling vragen vóór de afloop van de bedenktermijn. De bedenktermijn voor de consument wordt uitgebreid tot 14 kalenderdagen. 5
VERBOD VAN VERKOOP MET EEN UITERST BEPERKTE WINSTMARGE
Onder de oude wet was het de handelaar verboden een product met verlies te verkopen. Een verkoop met een uiterst beperkte winstmarge wordt daarmee gelijkgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de prijs waartegen het product bij bevoorrading werd gefactureerd of bij herbevoorrading zou gefactureerd worden, en de algemene kosten. Dit gaf in de praktijk veel problemen. Wie bepaalt bijvoorbeeld welke winstmarge “uiterst beperkt” is? Dit hangt af van product tot product en van onderneming tot onderneming (rotatiesnelheid van de voorraden, totaal aantal verkochte producten,
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 4
kostenstructuur van de onderneming, …).Het antwoord op de vraag vergt een grondig onderzoek van de boekhouding van een onderneming, waartoe de rechters nooit overgaan wegens te tijdrovend (de procedure wordt gevoerd zoals in kort geding). Het gevolg was zeer onvoorspelbare rechtspraak en grote onzekerheid voor de handelaars. Dit verbod op uiterst beperkte winstmarges verhindert scherpe prijsconcurrentie en was in het nadeel van de consument. Als de regel consequent wordt toegepast, kan er in België nauwelijks nog een nieuw bedrijf worden opgericht. De meeste nieuwe bedrijven maken het eerste jaar en zelfs de eerste jaren geen winst. Ze hebben dus per definitie verkocht met onvoldoende winstmarge, want de totale winst was te klein om de kosten te dekken. Voorbeelden van problemen: De verkoop van champagne met een bruto winstmarge van 2,47 % werd door de ene rechter als voldoende beschouwd, terwijl de verkoop van bier met een bruto winstmarge van 7,6 % door een andere rechter als onvoldoende werd beschouwd. We weten dat in het algemeen de winstmarges voor drank zeer laag zijn. De nieuwe wet Onder de nieuwe wet wordt verkoop met uiterst beperkte winstmarge niet meer gelijkgesteld met verkoop met verlies. 6
AANKONDIGING VAN PRIJSVERMINDERING
Onder de huidige wet zijn er slechts 4 mogelijkheden toegestaan om prijsverminderingen aan te kondigen: de vermelding van de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs de vermeldingen "nieuwe prijs" en "oude prijs", naast de overeenstemmende bedragen de vermelding van een kortingspercentage en de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs de vermelding van eenvormig kortingpercentage dat is verleend voor de producten en diensten of voor de categorieën van producten en diensten waarop deze vermelding slaat. In beide gevallen moet de aankondiging vermelden of de prijsvermindering al dan niet werd toegepast. Onze huidige regels zijn te streng en onnodig formalistisch. Bovendien zijn ze strijdig met de Europese richtlijn. De enige regel die Europa toelaat is verbod van misleiding van de consument. Daarom heeft de Europese Commissie België formeel in gebreke gesteld om de regel te schrappen, anders wordt België voor het Europees Hof van Justitie gedagvaard. Voorbeelden van problemen: Aankondigingen van prijsvermindering via radio waren in principe niet toegelaten. De handelaar mag enkel overgaan tot de aankondiging van een prijsvermindering wanneer hij gedurende de hele maand tevoren een hogere prijs heeft toegepast die bovendien steeds dezelfde prijs is geweest. Hij mag dus niet overgaan tot aankondiging van een prijsvermindering wanneer hij in de voorbije maand weliswaar steeds een hogere prijs heeft toegepast, maar niet steeds dezelfde.
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 5
De nieuwe wet Onder de nieuwe wet worden deze problemen verholpen. De prijs moet lager zijn dan de laagste prijs die de handelaar heeft toegepast in de maand voorafgaand aan de eerste dag waarvoor de nieuwe prijs wordt aangekondigd. De handelaar moet het product dus een maand aanbieden, maar hij kan in die maand de prijzen al verlagen. De bescherming van de consument is gegarandeerd want de referentieprijs is de laagste prijs die in de laatste maand werd toegepast. Bij vermelding van de nieuwe prijs moet de aankondiging ook de prijs vermelden ten opzichte waarvan de vermindering wordt toegepast of er moet informatie worden gegeven die de gemiddelde consument toelaat die prijs onmiddellijk en gemakkelijk te berekenen. Bron: http://www.quickonomie.be Met dank aan Magda Snoeck
DM
november 09
Economie en Handel http://www.kogent.be/dpb-so-diocmede-home.htm
pagina 6