ECN en Corporate Social Responsibility (CSR) Rapportage over 2013
ecn.nl
ECN en Corporate Social Responsibility (CSR) Verslagperiode: kalenderjaar 2013 Verslaggevingscyclus: jaarlijks, meest recente verslag van 2012 Geen externe assurance. Voor vragen kunt u mailen naar
[email protected]
2
Inhoud
GRI G3.1 Level C verwijzing
Voorblad
3.1 t/m 3.4
Onze kerntaken
5
4
1. Bespaarde CO2-uitstoot EN26
5
2. Indirecte economische impact
EC9
7
3. Klanttevredenheid
PR5
9
4. Overheidsfinanciering
EC4
Ons terrein
5
10
5. Direct energieverbruik
EN3
12
6. Indirect energieverbruik
EN4
13
7. Emissie van broeikasgassen
EN16
13
8. Afval
EN22
Onze gemeenschap
5
15
9. Verzuim door ziekte, beroepsziekten en ongevallen
LA7
18
10. Directe economische waarde
EC1
20
11. Samenstelling personeelsbestand
LA1
12. Opleiding
22
LA10
3
Onze kerntaken Dagelijks werken zo’n 500 ECNmedewerkers aan nieuwe technologieën die bedrijven en huishoudens over de hele wereld ‘schoner’ maken. De grootste impact op een duurzame energiehuishouding hebben we dan ook zonder twijfel door onze kernactiviteiten. Maar hoe meet je die impact? Dankzij ECN-technologie kan Yingli, de grootste zonnepanelenfabrikant ter wereld, efficiëntere zonnepanelen produceren. Hoeveel kolencentrales worden daardoor de wereld uit geholpen en hoeveel minder CO2 gaat er de lucht in? In dit soort vragen hebben we in 2013 onze tanden gezet. Met behulp van aannamen zijn we eruit gekomen. Klanttevredenheid en het aandeel overheidssubsidies laten zich eenvoudiger meten. Alleen als ECN goed met zijn klanten samenwerkt kunnen zij snel met onze technologie aan de slag en zo de energietransitie mede helpen vormgeven. De tevredenheid van onze klanten is daarom een belangrijke indicator. Het aandeel overheidssubsidie ten slotte is een indicator van de vernieuwingskracht van ECN en de mate waarin we het ons kunnen veroorloven om ook te werken aan oplossingen voor de verdere toekomst.
De CO2-emissiereductie op basis van licentiecontracten voor 2012 en 2013. De groei komt met name voort uit technologieën van units Zon (Solar Energy) en B&EE (Biomass & Energy Efficiency). De totale CO2emissiereductie is in 2013 met 24 procent toegenomen ten opzichte van 2012.
1. Bespaarde CO2-uitstoot Voor 2012 en 2013 hebben we in kaart gebracht hoeveel minder CO2 onze klanten uitstoten door ECN-innovaties. Er is gekeken naar technologieën waarvoor (oud-)opdrachtgevers een licentiecontract hebben afgesloten met ECN en die in de praktijk worden toegepast. In werkelijkheid is de besparing op CO2-uitstoot veel hoger. Ook buiten de licentiecontracten om hebben we immers kennis en technologie ter beschikking gesteld aan onze klanten. In de komende jaren zullen we deze indicator verder ontwikkelen. Doel daarbij is een vollediger beeld van de bespaarde CO2-uitstoot, waarin ook ECN-kennis die niet in licenties is vastgelegd wordt meegenomen, en beleid dat met hulp van ECN is ontwikkeld. Uit onze berekening toe nu toe komt naar voren dat ECN-innovaties in 2013 een wereldwijde CO2-emissiereductie van 4,2 Megaton hebben opgeleverd. Dit komt overeen met ongeveer 2 procent van de totale broeikasgasemissie in Nederland!
4
Copyright © ECN
CO2-emissiereductie van de tien hiervoor belangrijkste licentiecontracten in megatonnen per jaar
2,40
2011
3,42
2012
4,24
2013 0
1
2
3
4
5
De emissiereductie als gevolg van ECN-technologie is de laatste jaren gestegen. Dit is vooral te danken aan steeds grotere toepassing van PhotoVoltaic (PV)-systemen. Daarnaast speelt een technologie voor reductie van het broeikasgas N2O een rol, die wordt ingezet door salpeterzuurfabrieken.
2. Indirecte economische impact Voorlopig hebben we ervoor gekozen de indirecte economische impact door ECNinnovaties te meten aan de hand van aantallen publicaties. Via deze publicaties delen we immers onze kennis met de maatschappij. In 2014 bekijkt de nieuwe CSR-werkgroep of andere indicatoren de indirecte economische impact wellicht nauwkeuriger meten.
De doelstelling voor het aantal publicaties is: minimaal 250 per jaar. Hier is ECN in 2013 ruim boven gebleven. Wel zien we een afname van het totale
Publicaties van ECN exclusief brochures
aantal publicaties (exclusief brochures) van 8 procent ten opzichte van 2012. Vooral het
Rapporten, openbaar en vertrouwelijk
2012 2013
Artikelen wetenschappelijk tijdschrift (peer reviewed)
aantal conferentiebijdragen is omlaag gegaan. Dit wordt grotendeels gecompenseerd
Artikelen vakblad (peer reviewed)
door de toename in het aantal
Conferentiebijdragen
rapporten.
openbare en vertrouwelijke
Monografieën en hoofdstukken daarin Beleidsnotities Totaal 0
50
100
150
200
5
250
300
350
400
Het energieakkoord: een doorbraak voor het energiebeleid Op 6 september 2013 ondertekenden ruim veertig partijen het Energieakkoord voor duurzame groei.
Professionele trots De rol van ECN in dit proces was aanvankelijk bescheiden: samen met het Planbureau voor de Leefomgeving rekende ECN scenario’s door. Naarmate concrete afspraken steeds dichterbij kwamen, ontpopte ECN zich tot een inhoudelijk adviseur. Bij elke nieuwe ronde in de onderhandelingen gaf het onderbouwde antwoorden op dringende vragen: welk pakket aan maatregelen is nodig om een gesteld doel te bereiken, wat is wel effectief en wat niet? ECN’ers draaiden heel wat overuren. Tijdens de ondertekening van het akkoord gaf Wiebe Draijer te kennen ECN en PBL ook bij de voortgangsbewaking te willen betrekken.
Daaronder waren overheden, werkgevers, de vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, energieleveranciers en vervoerders. De totstandkoming van het Energieakkoord nam ruim negen maanden in beslag. ECN was er nauw bij betrokken. SER-voorzitter Wiebe Draijer leidde de onderhandelingen en kijkt terug op een zware ‘bevalling’.
‘Die rol bij de uitvoering van het akkoord is zonder twijfel verdiend. Ik kan de ECN-medewerkers niet genoeg complimenteren met de enorme betrokkenheid en professionele trots waarmee ze de onderhandelingen hebben ondersteund. En dat zonder morren, hoewel het heel hard werken was en vaak schijnbaar tegen de klippen op.
‘De onderhandelingen van afgelopen jaar geven mij zeker voldoening. Dat wil niet zeggen dat het akkoord makkelijk tot stand kwam, ik heb menige slapeloze nacht gehad en zoals dat bij een bevalling hoort: er is pijn geleden. Onderhandelingen kunnen bijna niet complexer worden dan dit. Niet alleen zaten er ruim veertig partijen aan tafel met soms tegenstrijdige belangen, er waren ook nog eens tien onderwerpen waarop overeenstemming moest worden bereikt. Het was een multidimensionale uitdaging, een soort Rubik’s cube.’
Geschatte opbrengst Het akkoord moet in Nederland 1,5 procent energiebesparing per jaar opleveren, een aandeel hernieuwbare energie van 14 procent in 2020 en 15.000 extra banen per jaar vanaf 2017. De reacties uit de samenleving op het Energieakkoord waren overwegend positief. Sommigen vinden het niet ver genoeg gaan, anderen merken op dat veel afspraken nog ruimte overlaten voor interpretatie. ECN zelf noemt het akkoord de ‘basis voor een breed gedragen, toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid’. Wiebe Draijer: ‘Het akkoord is in elk geval een doorbraak in de zin dat alle ondertekenaars hun verantwoordelijkheid nemen. Ze hebben zelf ingestemd en houden elkaar scherp, in plaats van dat er van bovenaf iets wordt opgelegd en afgedwongen. Zo’n verandering was nodig. Nederland kent een historie van opeenvolgende kabinetten, die steeds weer met nieuw energiebeleid komen. Dit zorgde voor onduidelijkheid, waardoor investeerders niet durfden te investeren. Zorgt dit akkoord wél voor verandering? Is het een wezenlijke, institutionele vernieuwing? Dat kunnen we pas over enkele jaren vaststellen, maar ik heb goede hoop.’
6
3. Klanttevredenheid Om onze impact op de energiehuishouding zo groot mogelijk te maken hebben we zeer tevreden klanten nodig, die steeds weer bij ons terugkomen. Zij helpen ons bruikbare innovaties te ontwikkelen en zorgen ervoor dat die innovaties breed worden toegepast. Hoe blijer onze klanten zijn met ons werk, hoe beter we zijn geslaagd in onze missie: kennis ontwikkelen met en voor de markt. Klanttevredenheid hebben we dan ook hoog in het vaandel staan. Standaard wordt elk project door de opdrachtgever en projectleider samen geëvalueerd. In aanvulling hierop hebben we in 2013 voor het eerst een klanttevredenheidsaudit laten uitvoeren door een gespecialiseerd extern bureau. Het peilde de ervaringen van onze opdrachtgevers van de laatste anderhalf jaar, zowel bedrijven uit binnen- en buitenland als overheden. Uit deze ervaringen valt per unit een algemeen cijfer voor klanttevredenheid af te leiden. Algemene klanttevredenheid
Erg tevreden Tevreden Niet ontevreden Ontevreden Erg ontevreden
25,5% 62,1% 7,2% 4,6% 0,7%
Over de hele breedte van ECN is 87,6% van de ondervraagde klanten van ECN tevreden of erg tevreden over de uitvoering van het project door ECN. Daarnaast is 5,3% ontevreden of erg ontevreden. Deze cijfers vormen een nulmeting. We zullen het klanttevredenheidsonderzoek
Bewustwording ECN wordt het meest gewaardeerd om zijn kennis en deskundigheid. Daarin overtreffen we collega-instituten. Verbetering is mogelijk op het gebied van communicatie; opdrachtgevers willen graag meer betrokken worden bij de voortgang van projecten. De resultaten van de klanttevredenheidsaudit zijn breed uitgedragen in de organisatie, onder andere via posters. Doel was om medewerkers bewust te maken van de visie van klanten op hun werk. Ook zijn richtlijnen opgesteld en trainingen ontwikkeld. Zo wil ECN zijn mensen stimuleren niet alleen deskundig te zijn, maar ook praktisch mee te denken met de klant.
7
elk jaar laten herhalen.
The personal contact is good. The dedication is huge. But I don’t feel my contact person at ECN is really thinking along with me.
Do you know what your customer’s real problem, challenge or goal is? Can you help him with the question behind the question?
Customer satisfaction is of major importance to ECN ECN Wind Energy
Eén van de vele posters in de klanttevredenheid bewustwordingscampagne.
8
4. Overheidsfinanciering De directe bijdrage van de rijksoverheid neemt af. Dit is toe te schrijven aan bezuinigingen en aan het beëindigen van het EOS-LT programma, waarvoor ECN rechtstreeks een bijdrage ontving. De indicatie is dat de directe bijdrage van de rijksoverheid in de toekomst verder af zal nemen. Het Ministerie van Economische Zaken heeft in haar Visie op Toegepast Onderzoek aangegeven dat de financiering van de toegepaste kennisinstellingen verhoudingsgewijs minder gebaseerd zal zijn op vaste rijksbijdragen vooraf. Deze vaste rijksbijdrage daalt van 2011 tot 2016 met gemiddeld zo’n 20 procent. Voor ECN ligt voor deze periode een daling van 30 procent in het verschiet, afgaande op de voorlopige begroting. De financiering volgt meer dan voorheen de maatschappelijke en bedrijfsmatige vraag, de bijdrage van private partijen en de geleverde prestaties. Het Rijk stimuleert instituten om zich te richten op domeinen waar de grootste economische en maatschappelijke impact kan worden behaald. ECN probeert hier zo goed mogelijk op in te spelen. We zetten vol in op het ontwikkelen van nieuwe kennis en technologie samen met de Nederlandse industrie in de context van het topsectorenbeleid. Met name de Topsector Energie biedt veel mogelijkheden voor samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheid en de bredere samenleving. Totale directe overheidsbijdrage in duizenden euro’s 2010 (k€)
2011 (k€)
2012 (k€)
2013 (k€)
EZS-Kennis financiering
5.990
7.990
3.963
3.954
EZS-Programma financiering
25.232
19.827
19.718
20.222
1.864
1.333
1.269
1.058
351
292
357
349
Totaal
33.437
29.442
25.307
25.583
Omzet
83.569
74.748
75.616
80.710
40%
39%
33%
32%
I&M Basis financiering I&M Samenwerking financiering
% Subsidie
In 2013 was de totale ontvangen subsidie 25.583 k€, terwijl dit in 2010 nog 33.437 k€ was. Dit is een daling van 23% procent.
9
Ons terrein ECN-technologie wordt overal op de wereld ingezet om de energiehuishouding duurzamer te maken. Onze eigen gebouwen, de laboratoria, de inrichting van de terreinen, de manier waarop we ons werk doen en de wijze waarop we ons verplaatsen bieden een uitgelezen kans om zelf het goede voorbeeld te geven. ECN wil in dit opzicht een modelorganisatie worden en aan zijn medewerkers en gasten innovatieve toepassingen in de praktijk demonstreren. Ons atrium met zonnepanelen die tegelijkertijd zonwering zijn - is zo’n paradepaardje. Daarnaast wekken we windenergie op door middel van ons testveld in de Wieringermeer en zijn we in overleg met bevoegde instanties om windturbines op het terrein in Petten te mogen plaatsen.
5. Direct energieverbruik In dit hoofdstuk wordt het aardgasverbruik weergegeven, na omrekening met een aantal factoren in lijn met de GRI richtlijn. Netto direct energieverbruik ECN in terajoules
27,3
2012 Het totale netto directe energieverbruik is met bijna 4 procent toegenomen ten opzichte van 2012. Dit komt met name door het uitzonderlijk koude weer in de eerste maanden van 2013. Ons doel is om in
28,4
2013 0
5
10
15
20
25
30
Meetsysteem In 2013 hebben we het meetsysteem voor onder andere direct energieverbruik uitgebreid. Er zijn veel data verzameld, waarmee we inzicht hebben gekregen in het verbruik van energie door de verschillende onderdelen van de organisatie.
2015 10 procent minder directe energie te verbruiken dan in 2012. We zullen aanvullende acties ondernemen om dit doel te behalen.
Over de voortgang van andere geplande activiteiten zijn we minder tevreden. Op de rol staan nog: het verbeteren van de isolatie van gebouwen, het verlagen van de dag- en nachttemperatuur, het verbeteren van de warmteterugwinning van de persluchtinstallatie, het benutten van nieuwbouw en verbouw voor extra reductie van energieverbruik en extra opslag van warmte en koude en de toepassing van ondergrondse warmtebuffering. De nieuwe CSR-werkgroep zal in 2014 besluiten welke acties prioriteit hebben.
10
‘Het zit in de cultuur’ Energiezuinig bouwen deed ECN altijd al, ook lang voordat er een officieel CSR-beleid was.
Het nieuwste gebouw op het ECN-terrein is het Algemeen Laboratorium. Hier voeren alle units hun experimenten uit. Om het energieverbruik terug te dringen staan de zuurkasten achter schotten die bewegen als het raam open gaat. Hierdoor hoeft er minder lucht te worden afgezogen. Bij de ramen wordt verlichting automatisch afgestemd op de lichtinval van buiten. Het zijn investeringen die hun vruchten afwerpen. Toen de experimenteerfaciliteiten verhuisden naar het nieuwe centrale laboratorium werd dat direct zichtbaar in de energierekening.
Dat is te zien aan gadgets als warmteterugwinning via de ventilatie, vierdubbel glas, zomernachtventilatie - waarbij koele lucht het gebouw in wordt getrokken zodra de buitentemperatuur ’s nachts lager is dan de binnentemperatuur - en ‘veegschakelingen’ waardoor om acht uur ook de vergeten verlichting vanzelf uitgaat. Kees Boots, technisch adviseur bij Facility Management & Services, is al 22 jaar betrokken bij het bouwbeleid van ECN.
‘De laatste paar jaar is er niet gebouwd en hebben we vooral ons best gedaan om het verbruik van energie, perslucht en stikstof van ECN inzichtelijk te maken. Nu er een officieel CSR-beleid is, is daar meer vraag naar. Het afgelopen jaar hebben we een systeem opgezet waarmee we precies zichtbaar kunnen maken waar de grote ‘lekken’ zitten. Vooral sommige experimenten slurpen veel energie. Het was een heel gepuzzel, maar dankzij ons systeem kunnen we nu direct zien wat verbeteringen in de werkwijze aan energiebesparing opleveren.’
‘We bouwen niet zo veel, maar áls we het doen gebruiken we de laatste snufjes om energie te besparen. Dat is al zeker twintig jaar zo; het zit gewoon in de cultuur. Samen met ontwerpers, leveranciers en adviseurs zijn we zo creatief mogelijk. Soms passen we iets toe wat nog niet eens op de markt is.’ Een van de gebouwen van ECN, waar voorheen de afdelingen ICT en Huisvestingbeheer gevestigd waren maakt gebruik van warmtewisselaars en CO2-gestuurde ventilatie. Een sensor meet voortdurend het CO2-gehalte in de werkruimtes. Is er te veel CO2, dan wordt automatisch frisse lucht van buitenaf aangetrokken. De warmtewisselaar warmt de lucht van buiten op. Een pronkstuk op het ECN-terrein is het Atrium in gebouw 42, waar zonnecellen in de glazen buitenwand zijn verwerkt. Ze leveren niet alleen energie, maar dienen tegelijkertijd als zonwering. ‘Bij Facility Management & Services werken we een gedegen advies uit en beslissen samen met de directie wat een acceptabele investering is. De oplossingen die we kiezen, moeten ervoor zorgen dat wij minder CO2 uitstoten én zichzelf op den duur terugverdienen. Onder die voorwaarden is ECN best bereid om enkele tonnen extra investering in een gebouw te overwegen. En soms, zoals bij het Atrium, willen we gewoon een sterk staaltje laten zien.’
11
6. Indirect Energieverbruik Onder indirect energieverbruik verstaan we het elektriciteitsverbruik in de vorm van ingekochte groene stroom. Overigens verbruikt ECN niet alleen elektriciteit, maar wekt het die ook op, met windturbines op het testveld in de Wieringermeer. De opgewekte energie kwam in 2013 overeen met 225 terajoule, bijna tien keer zoveel als de totale hoeveelheid elektriciteit die ECN in datzelfde jaar verbruikte! Elektriciteitsverbruik ECN, in terajoules
Op detailniveau zien we de verhuizing van medewerkers van
2012
22,80
2013
23,00 0
5
10
15
20
25
hun oude werkplaatsen naar het nieuwe centrale lab terug in de cijfers. We kunnen constateren dat in het nieuwe laboratorium
Het elektriciteitsverbruik is tussen 2012 en 2013 nauwelijks veranderd. In dit licht bezien is de doelstelling om in 2015 10 procent minder elektriciteit te verbruiken dan in 2012 ambitieus.
slimmer met energie wordt omgegaan en dat dit scheelt in het totale stroomverbruik van ECN. Het totale stroomverbruik neemt dan weer toe door ingebruikname van een tweede datacentrum. Ook storingen in en herstel van de gasgedreven
Ontvlechting Op het terrein in Petten worden sommige gebouwen uitsluitend gebruikt door ECN, andere uitsluitend door NRG, maar er zijn ook gebouwen die door beide organisaties worden gebruikt. In 2013 hebben we veel tijd besteed aan het ontvlechten van het totale elektriciteitsverbruik van ECN en NRG. Nu is het onderscheid duidelijk. Ook zijn er verschillende kengetallen toegekend aan energieverbruik door opslagruimten, kantoren, fysische laboratoria en chemische laboratoria.
compressor speelden een rol; hierdoor is er veel perslucht is gecreëerd met de elektrisch aangedreven compressor.
Door de focus op het goed opzetten van de meting hebben andere activiteiten nog geen doorgang kunnen vinden, met name het voor medewerkers inzichtelijk maken van persoonlijk gebruik, het bevorderen van de opwekking van zonne-energie, gebouwinventarisatie en gerichte inspecties op het voorkomen van niet-noodzakelijk verbruik. In 2014 zal de nieuwe CSR-werkgroep de doelen nog eens kritisch onder de loep nemen en besluiten welke acties prioriteit hebben. Windturbines In 2013 is er met de provincie overlegd of ECN een vergunning kan krijgen voor de plaatsing van twee windturbines met een vermogen van 1MW elk. Het plan is deze te plaatsen aan de duinrand bij de ingang van de locatie Petten. Het overleg met de provincie loopt nog.
12
7. Emissie van broeikasgassen De totale CO2-emissie van ECN wordt berekend door de emissie afkomstig van het gasverbruik, het elektriciteitsverbruik en de uitstoot van niet- CO2 broeikasgassen bij elkaar op te tellen. Emissie van broeikasgassen, in tonnen
1374,00
2012
1423,00
2013 0
300
600
900
1200
Het grootste aandeel in de 1500
CO2-emissie is toe te schrijven aan het gasverbruik. Daardoor
In 2013 hebben we het leasebeleid van ECN onder de loep genomen. Doel was om alleen leaseauto’s met groenlabel toe te staan (categorie A of B) en elektrisch rijden stimuleren. Ook het reisbeleid is in 2013 kritisch bekeken. Er zijn enkele brainstormsessies georganiseerd over hoe de emissie door woon-werkverkeer en dienstreizen van ECNmedewerkers kan worden geregistreerd. Dit is een eerste stap naar reductie van deze emissies. In 2014 zal een beleid worden ontwikkeld voor CO2-compensatie bij vliegreizen. Verder staan acties op het programma om bewustwording te stimuleren en draagvlak te kweken voor het beperken van emissies.
8. Afval Afval is op te splitsen in twee stromen: gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval. ECN heeft in 2013 een rapportagesysteem opgezet volgens de GRI-richtlijnen. Dit resulteert in twee indicatoren per stroom: de hoeveelheid in tonnen en de verwerkingsmethode. Beide worden per kwartaal inzichtelijk gemaakt. Niet-gevaarlijk afval Hoeveelheid niet-gevaarlijk afval, in tonnen
114,00
2012
119,00
2013 0
20
40
60
80
13
100
120
is een stijging in het gasverbruik van bijna 4 procent in 2013 ten opzichte van 2012 direct terug te zien in de emissie van broeikasgassen. Deze is terug te voeren op het koude weer in het eerste en tweede kwartaal van 2013.
De hoeveelheid niet-gevaarlijk afval is in 2013 licht gestegen ten opzichte van 2012. Deze stijging is te verklaren door een grote opruimactie van overtollige goederen zoals meubilair en ander grof vuil. We maken onderscheid tussen papier, glas, hout en restafval. Daarmee kunnen we komende jaren per afvalcategorie aangeven wat het effect is van acties om te komen tot een reductie van 10 procent in 2015 ten opzichte van 2012, zoals we onszelf ten doel hebben gesteld . We zijn er nog niet aan toegekomen uitvoering te geven aan ons voornemen om post- en vergaderstukken te digitaliseren en intern gerecycled papier te gebruiken. Hieraan zullen we in 2014 aandacht besteden. Hoeveelheid niet-gevaarlijk afval per verwerkingsmethode, in tonnen
32
31 Er worden drie verwerkings
104
106
80
methoden gebruikt: hergebruik
Reuse Recycling
92
Incineration (mass burn)
(re-use), recycling en verbranding (incineration). De
2012
2013
laatste methode levert overigens weer nieuwe energie op.
Gevaarlijk afval In de laboratoria van ECN worden experimenten uitgevoerd, soms met gevaarlijke stoffen. Het afval uit deze experimenten classificeren we als gevaarlijk afval. ECN heeft niet veel gevaarlijk afval, maar werkt wel met een enorme variëteit aan gevaarlijke stoffen. Hoeveelheid afgevoerd gevaarlijk afval, in tonnen
75
2012
44
2013 0
10
20
30
40
50
60
70
80
In 2013 is er een opvallende daling te zien ten opzichte van 2012. De verklaring hiervoor is dat we de werkwijze van het ophalen van gevaarlijk afval hebben gewijzigd. Voor 2013 werd het afval opgespaard in een speciaal hiervoor ingericht gebouw en met het oog op efficiëntie pas afgevoerd als er voldoende gevaarlijk afval was opgespaard. Deze bulk is in 2012 verwijderd, waardoor het lijkt alsof er in dat jaar veel meer afval is geproduceerd. Hoeveelheid gevaarlijk afval per verwerkingsmethode, in tonnen
6 Het vierde kwartaal van 2013 laat een toename zien in de
16
5
18 48
5
Recycling
75
22
Incineration Landfill
verwerkingsmethode storten (landfill). De oorzaak hiervan
2012
2013
Ontgiften neutraliseren ontwateren
is een grote hoeveelheid as, afkomstig van een experiment.
In 2014 zullen verdere acties worden ontplooid om de hoeveelheid gevaarlijk afval terug te dringen. Dit kan bijvoorbeeld door alternatieve materialen te gebruiken, voorraden op te maken of anders te werken. Er zijn nog geen bewustwordingsacties opgestart voor draagvlak voor en betrokkenheid bij verbetering.
14
Onze gemeenschap
Duurzaamheid betekent voor ECN ook: zorgen voor en investeren in mensen. We willen dat onze medewerkers vanzelfsprekend elke avond veilig thuiskomen en we stellen hen in staat hun talent te ontplooien en gericht in te zetten. We willen een gezond bedrijf zijn: financieel gezond en met een evenwichtig, gevarieerd samengesteld personeelsbestand. Maar onze gemeenschap houdt niet op bij de poorten van het terrein. We vinden het belangrijk ‘terug te geven’ aan de samenleving. We doen dat bijvoorbeeld door ons enthousiasme voor technologie te delen met scholieren, in de hoop dat de vonk overspringt en zij zich op hun beurt zullen inzetten voor een leefbare, duurzame wereld.
9. Verzuim door ziekte, beroepsziekten en ongevallen Aantal ongevallen Er heeft in de bedrijfshistorie van ECN nooit een dodelijk ongeval plaatsgevonden; ook in 2013 zijn er geen dodelijke ongevallen geweest. Helaas hebben zich in 2013 wel drie ongevallen voorgedaan die geleid hebben tot verzuim, waaronder één bijzonder schokkend ongeval (zie kader). Het doel is om het aantal ongevallen terug te dringen tot nul. Dit doel is in 2013 niet gehaald. Conform GRI wordt de letselratio (Injury Rate) berekend als het totaal van het aantal verzuimongevallen en ongevallen (excl. EHBO-behandelingen) per 200.000 gewerkte uren. De berekening wordt uitgevoerd voor het totale medewerkersbestand van ECN exclusief tijdelijke krachten.
15
Aantal ongevallen met en zonder verzuim en letselratio voor 2010 tot en met 2013 uitgesplitst naar man en vrouw
De positieve trend in de IR-rate van de laatste jaren is in 2013 verstoord, onder meer door het zeer ernstige beklemmingsongeval met een heftruck (zie kader).
Jaar
IR
Verzuim ongevallen
Ongevallen
Totaal
2007
1,54
2
7
9
2008
-
-
-
-
2009
1,09
2
4
6
2010
1,48
3 (1M,2F)
5 (4M,1F)
8 (5M,3F)
2011
0,46
2 (2F)
-
2 (2F)
2012
0,46
1 (1M)
1 (1F)
2 (1M,1F)
2013
0,89
3 (1M,2F)
1 (1M)
4 (2M,2F)
ECN streeft nadrukkelijk naar nul (verzuim)ongevallen en we zetten ons intensief in om ECNmedewerkers en tijdelijke krachten nog veiliger te laten werken. Dit gebeurt onder andere door het rapporteren en evalueren van near-misses te stimuleren. Hiervan ontvingen we in 2013 ruim 100. Er is blijvende aandacht voor de hardware en de managementsystemen, maar we streven ook naar een hoger veiligheidsbewustzijn bij de medewerkers en naar veiliger gedrag. Kortom: een verbetering van de veiligheidscultuur. Daar zetten we in 2014 extra op in. Ziekteverzuim Verzuim als gevolg van ziekte kan worden gemeten in percentages niet-gewerkte uren (ziekteverzuim), het aantal niet-gewerkte uren per jaar per honderd medewerkers (afwezigheidsratio of Absentee Rate) en het aantal niet-gewerkte dagen per jaar per honderd medewerkers (verloren dagen of Lost Day Rate). Ziekteverzuim exclusief zwangerschap, afwezigheid en niet-gewerkte dagen
Het ziekteverzuim voor 2013 is 3,8 procent wanneer verzuim door zwangerschap wordt
Jaar
% Ziekteverzuim
Absentee rate (AR)
Lost Day Rate (LDR)
2010
3,2
6400
800
2011
3,1
6200
775
2012
4,0
8000
1000
2013
3,5
6920
865
excl. Zwangerschap
meegerekend en 3,5 procent exclusief zwangerschapsverlof. Het doel van een ziekteverzuim lager dan 3 procent is niet gehaald. Wel is er een dalende
Zowel het aantal uren als het aantal dagen verzuim per jaar laten een duidelijke toename zien in 2012, die in 2013 weer enigszins afneemt. De oorzaak van deze tijdelijke toename moet worden gezocht in het project Staven, de reorganisatie van de stafafdelingen.
trend ingezet ten opzichte van 2012.
Specificatie van de gebruikte gegevens De IR, LDR en de AR is berekend voor ECN-medewerkers inclusief stagiairs en promovendi, doch exclusief ‘independent contractors working on site’. ECN verzamelt voor de laatste groep niet systematisch gegevens. De berekeningen kunnen op dit moment ook niet naar geslacht worden uitgevoerd. Gezonde voeding Omdat een gezond voedingspatroon bijdraagt aan gezonde medewerkers, is het aanbod van het bedrijfsrestaurant aangevuld met enkele gezonde alternatieven. Dit was een succes en het gezonde aanbod is onlangs uitgebreid.
16
Snelle actie na schokkend ongeval Op woensdagochtend 26 juni 2013 raakte een operator van de MILENA-vergassingsinstallatie bekneld tussen een filter dat hij op MILENA aan het plaatsen was en een vorkheftruck.
een actieplan voor de lange termijn. Al in de ontwerpfase van een nieuw instrument of nieuwe installatie moeten de risico’s in kaart worden gebracht. Leidinggevenden zullen vaker op de werkvloer rondlopen en erop toezien dat er veilig gewerkt wordt. En medewerkers zullen intensief getraind worden, vertelt Jos Schrover. Tweede natuur ‘Ons streven is dat stilstaan bij de risico’s van wat je aan het doen bent een tweede natuur wordt voor alle ECN’ers. Dat zal heus niet in een paar maanden lukken. Vergeet niet dat er nog niet zo lang geleden anders met risico’s werd omgegaan. De samenleving accepteerde toen makkelijker dat er wel eens iets mis ging. Tegenwoordig eisen we terecht dat iedereen na het werk gezond en wel weer thuis komt. Dat vereist een andere mentaliteit en een andere omgang met risico’s. Daar zullen we doelgericht aan werken.’
Hij belandde op de intensive care met vijf gebroken ribben. Was de vorkheftruck een paar centimeter verder doorgeschoven, dan had de medewerker het ongeval niet overleefd. Gelukkig gebeurde dat niet en is hij inmiddels weer gezond en wel. Direct na het incident kwamen ECN’ers in actie. Onder hen Jos Schrover, adviseur quality, safety, health&environment. Direct in actie ‘We hebben onmiddellijk alle heftruck operations op de onderzoekslocatie Petten stilgelegd. Nog diezelfde week hebben we alle heftruckchauffeurs van ECN een extra training gegeven. De alarmprocedure is herzien, want bij het incident bleek dat de telefonist onvoldoende getraind was om snel de juiste informatie boven water te krijgen als aan de andere kant van de lijn iemand emotioneel en in paniek is. Ook hebben we intensief contact onderhouden met onze collega in het ziekenhuis en veel gepraat met zijn directe collega’s. De operators werken altijd met twee of drie man samen. Ze zijn op elkaar aangewezen en kennen elkaar door en door. Als een van die jongens dan zoiets overkomt, gaat je dat niet in de koude kleren zitten.’ Diepgaande analyse Het incident met de heftruck heeft ECN met de neus op de feiten gedrukt: in een onderzoeksorganisatie wordt geëxperimenteerd met nieuwe stoffen en nieuwe processen. Hoe dat uitpakt is niet altijd voorspelbaar. ECN doet al veel op het gebied van veiligheid, maar wil veilig werken naar een hoger plan tillen. De gebeurtenis in de zomer van 2013 was niet alleen aanleiding voor directe maatregelen, maar ook voor een diepgaande analyse en
17
10.
Directe economische waarde
De omzet van ECN enkelvoudig, dus zonder haar dochterondernemingen, is in 2013 gestegen naar 81 miljoen euro. De hoogte van de maatschappelijke investeringen is in 2013 voor het eerst helemaal doorgerekend. Directe economische waarde, in duizenden euro’s 2012
2013
62.593
76.452
#1
Net sales
#2
Other operating income
3.682
2.090
#3
WIP
9.341
2.168
Omzet
75.616
80.710
#4
Employee wages
32.439
31.987
#5
Employee benefits
8.328
8.911
#6
Operating costs
34.757
37.209
#7
Financial payment and income
133
102
#8
Gross taxes
-
Net result #9
75.657
78.209
-41
2.501
Community investments
De hoogte van de maatschappelijke investeringen komt uit op 65.000 euro.
18
65
Zaaien om te oogsten In 2012 heeft ECN zich aangesloten bij Jet-Net, het Jongeren- en Technologie netwerk Nederland. Hierin werken bedrijven als Shell en Tata Steel samen met scholen en overheden om havo- en vwo-leerlingen te interesseren in de bètavakken.
Van Haelen: ‘Tijdens een excursie naar het ECN-testveld voor windturbines kwamen onze leerlingen erachter dat één windmolen in een jaar tijd anderhalf miljard accu’s voor de smartphone kan opladen. Ook hebben ze de terugverdientijd van een windturbine uitgerekend. Als jongeren op die manier in de praktijk kunnen brengen wat ze op school geleerd hebben, gaat de stof pas echt leven. Ze ondervinden ook dat veel praktijkproblemen de grenzen tussen de schoolvakken overstijgen: vragen rond bio-energie op de grens van biologie en natuurkunde, vragen rond windenergie op de grens van wis- en natuurkunde met in beide gevallen ook een maatschappelijke en economische component. Dat op zich is al een waardevolle ervaring.’ Kapitaal Door mee te doen aan Jet-Net wil ECN jongeren laten zien dat een technologieopleiding uitdagend, zinvol en relevant is. Dat is van belang voor Nederland als kenniseconomie, maar ook voor de toekomst van ECN zelf, stelt Hilke Rösler. Zij coördineert vanuit ECN de Jet-Net-activiteiten.
ECN heeft het Trinitas College in Heerhugowaard ‘geadopteerd’. ECN verzorgt gastlessen, beroepenvoorlichting, scriptiebegeleiding en een debatwedstrijd en functioneert als gastadres voor excursies. Zo arriveerde op een koude woensdag in april een bus met veertig derdeklassers aan de poort van het ECN-terrein in Petten. Biologielerares Anke van Haelen was een van de begeleidende docenten.
‘Het grootste kapitaal van ECN zijn de mensen en de kennis die zij bezitten. Zullen we ook in de toekomst voldoende goed gekwalificeerde mensen aan kunnen trekken? Die toekomst begint bij de vijftienjarigen van nu. Om onze eigen werkkapitaal veilig te stellen, is het slim om in hen te investeren. Wie wil oogsten zal niet alleen moeten planten, maar ook moeten zaaien.’
‘Vaak zitten onze leerlingen braaf in hun banken, maar gaat de informatie die wij over hen uitstorten het ene oor in en het andere oor uit. Tijdens de excursie bij ECN ging het er heel anders aan toe. Hoezeer ze de kennis in zich opzuigen, was te merken aan de geïnteresseerde vragen die de leerlingen stelden. Een konijnenhol doormeten op methaansporen of je eigen zonnecel in elkaar solderen is boeiender dan met formules werken in de klas!’ Grenzen overstijgen Excursies als deze zijn voor de leerlingen niet alleen leuk en spannend, ze sluiten goed aan bij de veranderende eindexameneisen voor de bètavakken. Daarin neemt de context waarin een probleem moet worden opgelost een steeds belangrijker plaats in.
19
11. Samenstelling personeelsbestand ECN heeft in de strategie voor de jaren 2012 tot 2015 twee doelstellingen opgenomen die rechtstreeks invloed hebben op het personeel van ECN, namelijk dat we een ‘internationale topspeler’ willen zijn en een ‘place to be’. Deze globale strategische doelen zijn vertaald naar onderliggende doelstellingen. Zo willen we een organisatie zijn waar medewerkers zich continu kunnen ontwikkelen en werken we toe naar een cultuur die steeds ondernemender is en meer gericht op praktisch resultaat. Uit de strategische doelen zijn daarnaast ook operationele doelstellingen afgeleid voor de samenstelling van het personeel. Nu de overheid zich terugtrekt moet ECN zich meer richten op de industrie, om ‘met en voor de markt’ innovatieve technologie te ontwikkelen. De transitie naar een meer toepassings- en marktgericht onderzoeksinstituut gaat niet zonder slag of stoot. In de afgelopen paar jaar waren ingrijpende reorganisaties nodig. Deze zijn zichtbaar in zowel de aantallen als de samenstelling van het personeelsbestand. In 2011 is het primaire proces gereorganiseerd, eind 2012 gevolgd door een efficiencyslag in de ondersteunende stafafdelingen. Alle medewerkers van ECN, naar geslacht, zowel in aantal personen (links) als FTE (rechts)
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2013
2013
Onder ‘alle medewerkers van ECN’ verstaan we zowel medewerkers in vaste dienst als degenen die voor ECN werken op basis van een tijdelijke overeenkomst, via een detacheerder of bureau en ZZP’ers. Gasten en
0
100
200
300
400
500
600
0
100
200
Female
FTE female
Male
FTE male
300
400
500
stagiairs worden hierin niet meegenomen.
Om diversiteit te bevorderen heeft ECN zich ten doel gesteld om in 2015 minstens 30 procent van het personeelsbestand in te vullen door vrouwen. Voor 2013 was het doel tussen de 20 en 25 procent. We zijn uitgekomen op 23 procent. We verwachten dat dit de komende jaren zal groeien.
20
Type contract, uitgesplitst naar geslacht
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2013
2013 0
100
200
300
400
500
0
10
20
30
40
50
60
70
fulltime
percentage of females fulltime
parttime
percentage of males fulltime
80
Alle medewerkers van ECN (inclusief tijdelijke krachten), naar nationaliteit
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2013
2013
Om een ‘internationale topspeler’ te kunnen zijn, zet ECN in op het werven van buitenlands personeel. In 2013
0
100
200
300
400
500
600
is het aantal niet-Nederlandse 0
20
40
60
80
native Europe
percentage native Europe
non native Dutch
percentage non native Dutch
Dutch
percentage Dutch
100
medewerkers gestegen van 12 naar 15 procent. Dit is in lijn met het doel voor 2015 van 20 procent niet in Nederland geboren medewerkers.
Op dit moment werken er medewerkers bij ECN die geboren zijn in 25 verschillende landen: Australië, België, China, Colombia, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Indonesië, Iran, Italië, Japan, Maleisië, Moldavië, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten en Verenigde Staten. Aandeel managers in het personeelsbestand
manager -m
2010
manager -f non manager -m
2011
non manager -f
Op dit moment is 8 procent van alle mannen manager, tegen
2012
5,5 procent van alle vrouwen. 2013
17 procent van de managers 0
100
200
300
400
500
is vrouw. Dit valt binnen de doelstelling voor 2013 van 15 tot 20 procent vrouwelijke
Het doel voor 2015 is gesteld op 25 procent vrouwelijke managers. We verwachten dat dit doel gehaald zal worden. Als we echter kijken naar de tien hoogst ingeschaalde leidinggevenden van ECN, dan bestaat deze groep nu niet voor een kwart uit vrouwen. Hier zijn nog verbeterslagen te maken. Teneinde adequaat te kunnen reageren op veranderingen in onze directe omgeving, zowel qua markt als qua financiering, wordt er naar gestreefd om een deel van onze bezetting te plaatsen in een flexibele schil. Onder flexibele schil verstaan we medewerkers met een tijdelijk contract, via een detacheerder of bureau en ZZP’ers.
21
managers. Het aantal vrouwen op management posities is relatief stabiel over de laatste jaren.
Alle medewerkers van ECN, naar type contract
2010 2011 2012 2013 0
2
4
6
8
10
FTE ZZP (sub contracted persons)
FTE temporary contract
FTE Promovendi
FTE Agency
Het doel is dat 10 tot 20 procent van de medewerkers afkomstig is uit een flexibele schil. Dit staat momenteel op 20 procent. Daarmee is de doelstelling gehaald. Om een vooraanstaand topinstituut te blijven, waar de beste kenniswerkers zich thuis voelen, zal ECN zorg dragen voor een stimulerende en flexibele werkcultuur. ‘Het nieuwe werken’ past hier goed in. Door de tevredenheid van onze medewerkers regelmatig te onderzoeken, zullen we peilen of we in onze missie zijn geslaagd.
12.
Opleiding
Continue opleiding en ontwikkeling is cruciaal voor een kennisinstituut als ECN. We hebben dan ook besloten om significant meer te investeren in opleiding en training dan in Nederland gebruikelijk is. Opleidingsuren en -percentage per FTE, uitgesplitst naar mannen en vrouwen Opleidingsuren per FTE
Mannen
48,4
60,6
64,5
69,7
Vrouwen
In 2013 heeft ECN geïnvesteerd in meer uren opleiding per FTE. De investering betrof
2012
2013
met name de trainingen rond project ‘Good to Great’
Opleidingspercentage per FTE
waarin professioneel project management centraal stond. Ook zijn er meer trainingen gegeven in klantgerichtheid voor de staven.
2012 2013 0,0
0,5
1,5
1,0
Vrouwen
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Mannen
Opleidingskosten in euro’s, per FTE vast en tijdelijk dienstverband
750
2012
700
2013 0
100
200
22
300
400
500
600
700
800
In 2013 is een nieuwe doelstelling geformuleerd voor de out of pocket kosten van opleidingen: 4 procent van de loonsom zal hier in geïnvesteerd worden. Dit is een significante verhoging. Ter vergelijking: maximaal 2 procent is gebruikelijk voor de Nederlandse industrie. De daadwerkelijke investering in opleidingen zal veelal hoger zijn dan het genoemde bedrag, aangezien binnen projecten ook geïnvesteerd wordt in het opdoen van relevante kennis. Gebruikte afkortingen AR
Absentee Rate
BEE
Biomass and Energy Efficiency
CSR
Corporate Social Responsibility
EEE
Environment and Energy Engineering
FTE
Full Time Equivalents
GRI
Global Reporting Initiative
IR
Injury Rate
K€
1000 euro
LDR
Lost Day Rate
MW
MegaWatt
PS
Policy Studies
PV
Photovoltaics
Q
Kwartaal
SE
Solar Energy
WE
Wind Energy
ZZP’er
Zelfstandige Zonder Personeel
23
ECN P.O. Box 1, 1755 ZG Petten The Netherlands Contact: +31 (0) 88 515 4949
[email protected]
ecn.nl