12 20 februari 2014 | jaargang 56
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
14 | Focus op Brazilië Het land van de samba, het voetbal, carnaval. Ook het land waar Tech United dit jaar de wereldtitel op de RoboCup wil heroveren. Waar deze zomer het WK wordt gehouden en over twee jaar de Olympische Spelen. Brazilië is booming en de TU/e investeert volop in contacten met dit land.
4 De soapies
van de TU/e
TU/e-studenten worden gevolgd door een cameraploeg voor de realityshow ‘Campus Eindhoven’
6 Extreem bouwen met niets
Onderzoekers van Bouwkunde werken aan noodtenten voor rampgebieden
18 De man
onder de steek
GEWIS kiest elk jaar een nieuwe prins carnaval. Wie trekt de carnavalswagen dit jaar?
Check out our English section on pages 19-24
2 | Vooraf
20 februari 2014
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl
Wat moet hernieuwdde TU/e doen bij sterke groe Dinsdag 18 i instroom februari - Het College van een taskforc ? Bestuur e inge
CURTOON
heeft steld die kijk nodig zijn al t welke maa s de instroo tregelen m va weer boven n eerstejaar matig stijgt. s dit jaar Inmiddels is advies voorg een eerste elegd aan h et CvB. Er w gekeken naa ordt onder m r de invoerin eer g van avond studiemoge colleges en lijkheden in d e stad. De eers meldingscijf ers voor het te vooraanstudiejaar 2 er voor de TU 014-2015 zien /e weer goed uit. Vorige w die een groei eek lieten zien van bijn a 55 procen van de cijfer t ten opzich s van vorig ja te ar.
ASML sponsort nu ook Nederlandse TU-masters
Colofon Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Frits van Otterdijk Norbine Schalij Freke Sens (stagiaire) Monique van de Ven
Medewerkers Nicole Testerink
Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld iStock
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Annemarie van Limpt (p.19,20,21) Benjamin Ruijsenaars (p.22,23)
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail:
[email protected]
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Te krap in het pak? Dreigen we het slachtoffer te worden van ons eigen succes? Die gedachte bekroop me toen ik deze week de vooraanmeldingscijfers voor het komend studiejaar zag. Met een astronomisch percentage (54,8 procent om precies te zijn) bleken onze vooraanmeldingen te zijn gestegen in vergelijking met een jaar daarvoor. En toen waren die cijfers ook al niet slecht te noemen. Lex Lemmens, dean van Bachelor College, ontpopt zich op die manier als een soort van tovenaarsleerling die de explosieve vermenig vuldiging van het aantal eerstejaars niet meer onder controle heeft. En waar de tovenaars leerling van Goethe bijna verzoop in de enorme hoeveelheden water die zijn behulpzame bezems aandroegen, zo dreigen onze onderwijsfaciliteiten te bezwijken onder een tsunami van leergierige jongens en meisjes. Aan het begin van dit studiejaar kampten we al met krapte in de roosters en collegebanken, en dat zal met deze te verwachten extra toevloed niet veel beter worden. Ook bij de chef tovenaar, rector
Maandag 17 februari - ASML gaat jaarlijks vijfentwintig beurzen beschikbaar stellen voor de beste Nederlandse masterstudenten van de drie TU’s. De chipfabrikant investeerde de afgelopen jaren vooral in buitenlandse talenten, maar wil zich met de nieuwe beurzen nadrukkelijker gaan richten op potentials uit eigen land. Het gaat om beurzen van tienduizend euro, te verdelen over twee jaar. In aanmerking komen masterstudenten Aerospace Engineering, Applied Mathematics, Applied Physics, Chemical Engineering, Computer Engineering, Computer Science, Electrical Engineering, Embedded Systems, Materials Science & Engineering, Mechanical Engineering en Systems & Control. ASML en de TU/e hopen op korte termijn te starten met de selectieprocedure voor de studiebeurzen.
Poll
Han Koning s
Willen we onze studietempel MetaForum lekker voor onszelf houden, of mogen buitenstaanders er ook gebruik van maken? Die stelling triggerde 282 mensen tot het geven van hun mening.
Hans van Duijn, rinkelen inmiddels de alarmbellen. Leerling Lex moet met de ondersteuning van een taskforce op zoek naar oplossingen voor mogelijke problemen. Avond colleges, studeren in de stad en meer docenten moeten het tij keren. Maar dat is voor de korte termijn. Hoe moeten we verder als straks onze verwachting voor 2020 -vijftig procent meer eerstejaars- bewaarheid wordt? Pappen en nathouden helpt dan niet meer. De taskforce kijkt daarom ook verder in de toekomst. Ben benieuwd wat daar uitkomt, want wellicht zijn we ons toch in een iets te krap pak aan het naaien.
Brazilië als proeftuin Heeft de TU/e Brazilië als focusland vanwege de financiële stimulans? Zo vroeg ik me van tevoren af. Het heeft de contacten zeker een boost gegeven, maar TU/e-onderzoekers zijn stuk voor stuk ook enthousiast over de technologie in het sambaland. Ton Backx (decaan bij Electrical Engineering) noemt Brazilië één grote proeftuin, waar uitdagingen n Gaal Judith va liggen die op wereldschaal spelen. Voor Braziliaanse onderzoekers is het grootste voordeel dan weer dat Nederland en dat we hier brood als ze internationaal ervaring opdoen. lunch hebben… Laten we ze maar vooral niet Zie pagina 14-15 vertellen dat het zoveel regent in
De meerderheid (56, 4 %) vindt niet dat er direct een groot hek omheen moet. Maar het grootste deel daarvan (37, 2 %) vindt wel dat we rondom de tentamenperiode buitenstaanders moeten kunnen weren. We geven hiermee wel een slecht signaal af richting stad, vindt 7, 8 %.
Voor 43,6 % van de respondenten moet het exclusief voor onze studenten blijven. Daarbij vindt 26, 6 % het een recht dat voortvloeit uit het betalen van collegegeld. 17 % denkt dat er voor hbo’ers en scholieren voldoende alternatieven zijn.
Nu vragen we op www.cursor.tue.nl
Keuzegids Masters: TU/e beste technische universiteit Maandag 17 februari - De TU/e is voor het vierde jaar op rij verkozen tot de beste technische universiteit van Nederland voor masteropleidingen. Van de 21 masters in Eindhoven krijgen er bovendien zeven het predikaat ‘topopleiding’. In de totale lijst van vijftien universiteiten van de Keuzegids Masters komt Eindhoven als vierde uit de bus, na Wageningen University en de speciale universiteiten Nyenrode en de Open Universiteit. De beste Eindhovense
masteropleidingen in hun categorie zijn Innovation Sciences, Industrial and Applied Mathematics, Applied Physics, Chemical Engineering, Biomedical Engineering, Medical Engineering en Mechanical Engineering.
TU/e haakt aan bij provinciale e-bikeregeling Woensdag 12 februari - Om medewerkers uit de auto en op de e-bike te krijgen, heeft de TU/e bij de provincie tweehonderd plaatsen gereserveerd voor deelname aan een B-Riders-regeling, waarmee je een kilometervergoeding kunt ontvangen per gefietste kilometer. Daarnaast staan eind februari op de campus verschillende e-bikes klaar voor een proefrit. Bij het B-Riders-programma is het de bedoeling dat de TU/e’er zelf een elektrische fiets aanschaft, eventueel via het fietsenplan. Voorwaarden daarbij zijn dat je meer dan
drie kilometer van je werk woont en een smartphone bezit waarmee je een app gaat downloaden die het aantal kilometers meet.
‘Studentenstad Eindhoven niet bruisend genoeg’ Dinsdag 18 februari - Eindhoven kan ‘bruisender’ en de studentenhuisvesting moet beter. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het debat maandagavond tussen studenten en vertegenwoordigers van de zes grootste politieke partijen van Eindhoven. In de Blauwe Zaal hadden politici en ruim veertig debaters, vooral van de studentenverenigingen E.S.C, SSRE en Demos, af en toe verhitte discussies. De aanwezigen waren het onder meer massaal eens met de stelling dat Eindhoven de huisvesting van studenten in het centrum ontmoedigt. Volgens hen creëert de gemeente nauwe lijks nieuwe woonruimte, omdat zij het ‘splitsen’ van huizen tot studentenhuizen tegengaat.
sen r e e h e d a s Nay r e m m e w Z tricht s a a M ade in de n i K , sleepte Nay S en d u N go p en ti o Maastricht. nder Zwemmen in ailles, waaro es; intig med pioenschap alle estafett februari - Tw denten Kam 17 tu S ag s d d n n domineerde la aa g er M in ed ig N n re en ve p zwem s het O aterpolo- en wacht tijden studentenw se en ov h d De Ein aast twee rgden daarn de heren zo ndhovens Ei n volledig ee r o vo er ke er vrije slag de 200 met podium, op . er vrije slag en de 50 met amma gr ro p 4 2 al Op de in tota mers 10 isten de zwem zen nummers w bron lveren en 3 gouden, 7 zi rmee aa w , n re o sc medailles te assement kl et medaille h en ov h d n Ei t. yaal aanvoer na afloop ro
TU/e steekt tien miljoen in Chemelot InSciTe Woensdag 12 februari - De komende zes jaar steekt de TU/e tien miljoen euro in het Chemelot Institute for Science and Technology (InSciTe). Binnen dit interna tionale onderzoeks- en kennisinstituut gaat de TU/e met vier andere partijen de krachten bundelen om uit biomassa
innovatieve chemische bouwstenen te maken en om nieuwe biomedische mate rialen te ontwikkelen. De partijen waarmee de TU/e gaat samenwerken zijn de Univer siteit Maastricht/Maastricht UMC+ en de experts van chemiegigant DSM en de Chemelot Campus.
CvB laat medewerkers vanaf dit najaar betalen voor parkeren In de Keuzegids voor het Hoger Onderwijs komt de TU/e al jaren als beste TU uit de bus. Waarom nog dat onderscheid, moeten we ons niet vergelijken met alle andere Nederlandse universiteiten?
Dinsdag 11 februari - TU/e-medewerkers gaan vanaf komend najaar twee euro per dag betalen voor het parkeren op de campus. CvB-lid Jo van Ham noemt het een noodzake lijke maatregel om de campus leefbaar te
houden. De maatregel is onderdeel van het Mobiliteitsplan TU/e. De personeelsfractie van de U-raad en de vakbonden vinden dat medewerkers niet hoeven meebetalen aan het behalen van de huisvestingsnorm en
dragen alternatieven aan. Op 6 maart gaan deze partijen nogmaals met het CvB om tafel om die alternatieven te bespreken. 31 maart staat het weer op de agenda van de universiteitsraadvergadering.
4 | Gelinkt
20 februari 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
De soapies van de TU/e De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we deze keer drie van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
Een nadrukkelijke drang om met hun hoofden op tv te komen - nee, die hadden ze niet. De behoefte om te laten zien dat techniekstudenten heus méér doen dan zich het schompes studeren, dat dan weer wél. Sinds een paar maanden worden TU/e-studenten Annelieke Steens, Ilona den Hartog en Marco de Wild gevolgd door een cameraploeg voor de Brabantse realityshow ‘Campus Eindhoven’. Waarom juist zíj werden gekozen om de TU/e te vertegenwoordigen in Campus Eindhoven (waarin ook drie techniekstudenten van Fontys worden gevolgd): ze hebben eigenlijk geen idee. Vooral Marco (23, vijfdejaars Technische Natuurkunde) is nog altijd verbaasd dat hij werd geselecteerd. “De jongen vóór mij bij de casting leek mij veel vlotter, veel socialer. Ik ben toch wat meer het nerdtype en vrij teruggetrokken.” Bij de Japanse studentencultuur vereniging Kinjin waar Marco actief is, en waar de eerste oproep voor Campus Eindhoven binnenrolde, stonden ze ook niet direct te juichen bij de gedachte aan een cameraploeg over de vloer. “Kinjin is toch een beetje het buitenbeentje onder de studentenverenigingen”, verklaart Marco. “Over het algemeen staan
Annelieke Steens
Ilona den Hartog
we ook niet bekend als de meest communicatievaardige studenten. Sommige mensen waren bang dat we op tv heel nadrukkelijk op een bepaalde manier zouden worden neergezet. Maar uiteindelijk hadden de anderen er wel vertrouwen in dat ik de gedachte van Kinjin op een goede manier zou kunnen uitdragen.”
“TU-opleiding is méér dan studeren voor nerds” Annelieke (19, tweedejaars Bouwkunde) werd door haar zus gewezen op het nieuwe programma. “Kennelijk straal ik uit dat ik dit soort dingen wel leuk vind. Ik kan in elk geval niet goed stilzitten, wil altijd wel wat dóen.” Ze stond dan ook al vaker in de spotlights. Zo deed ze als kind modellenwerk, speelde ze toneel en figureerde ze in de televisieserie ‘Spangas’. Hoewel: “Ik heb mezelf uiteindelijk nooit op tv teruggezien.”
De studente heeft duidelijke redenen om mee te doen aan Campus Eindhoven. “Bijvoorbeeld bij voorlichtingsactiviteiten merk je dat veel jongeren snel verder lopen zodra ze ‘techniek’ zien staan, vaak omdat ze gewoon niet goed weten wat het inhoudt. Het lijkt me leuk om, via deze serie, een voorbeeld te zijn en te laten zien dat een TU-opleiding méér is dan studeren voor nerds.” Ilona (21, tweedejaars Biomedische Technologie) haakt aan: “Jongeren denken vooral dat een techniekstudie heel moeilijk is en dat je nergens anders meer tijd voor hebt. Ik wil laten zien dat je je als student ook op zoveel ándere vlakken kunt ontwikkelen”. Zelf speelde de studente onder meer een rol in de rockmusical ‘Rent’, is ze actief bij Squadra Veloce en geeft ze wekelijks spinningtrainingen. Toch ziet ze Campus Eindhoven niet alléén als een stukje ‘missionaris werk’ richting jongeren, “het lijkt me ook een mooie herinnering aan mijn studententijd voor later”. Met een lach: “Al is het nog maar afwachten of ik het ook echt allemaal leuk vind als het straks op tv is”. De hoofdrolspelers hebben voor Campus Eindhoven niet 24/7 een camera in hun kielzog. De ploeg van productiemaatschappij ThinkFish komt langs op afgesproken momenten, bijvoorbeeld als de studenten iets leuks te doen hebben. “Zo komen ze vrijdag filmen als ik sta te tappen op een feestje in de sociëteit. Ook kwamen ze langs toen ik mijn tas inpakte voor een studentenwintersporttrip”, vertelt Annelieke.
Het gaat er tijdens de opnames losjes aan toe, vult Ilona aan. “De mensen van de crew zeggen dan: ‘Ooh, komt wel goed’ - terwijl ik nogal van het plannen ben.” “Vooraf denk je wel na over wat ze allemaal zouden kunnen gaan vragen”, haakt Annelieke aan. “Maar als we eenmaal bezig zijn, loopt het eigenlijk vanzelf. De sfeer altijd erg relaxed.” Al voelde het wel wat ongemakkelijk om, op een dinsdag tijdens de lunchpauze, met de cameraploeg door een bomvol MetaForum te sjouwen, bekent ze. Oók wat ongemakkelijk waren de aanhoudende vragen van de televisiemakers over haar en mede-‘soapie’ Ron (Fontys), nadat ze samen naar het gala van het Eindhovens Studenten Corps waren geweest én hij opdook bij het kerstdiner van Anneliekes jaarclub. Ze kenden elkaar al vóór Campus Eindhoven, benadrukt Annelieke, “en we zijn best goede vrienden, maar meer niet. Ik snap dat ze daar op doorvroegen, maar op een gegeven moment was ik er ook wel klaar mee”. Ook Ilona heeft zo haar grenzen, vooral bij de filmmomenten thuis. “Toen mijn vriend en ik een keer samen aan het koken waren, wilden ze weten wat ik leuk en niet leuk aan hem vind. Maar dat is iets van mij, van óns. Bovendien heb ík ervoor gekozen om hieraan mee te doen, dan ga ik geen uitspraken doen over anderen. Dat respecteert de crew ook, hoor”. Wel ging de filmploeg mee toen Ilona haar vriend weer in de armen kon sluiten nadat hij vier maanden was weggeweest. “Oók wel een persoonlijk moment, maar daarvan dachten we allebei: ‘Waarom ook niet?’.” Marco heeft naar eigen zeggen nooit stress over de komst van de filmploeg. “Mensen om me heen hebben doorgaans meer last van spanning dan ik. Ik denk alleen maar: ‘Ik zie wel wanneer ze binnenvallen’.” Ook Annelieke merkt dat vrienden en bekenden soms meer moeite hebben met de opnames dan zijzelf. “Bijvoorbeeld tijdens het kerstdiner met mijn jaarclub vroegen sommigen op een gegeven moment wel of ik de filmploeg wilde vragen weg te
gaan. Het heeft op zo’n avond toch invloed op de sfeer; mensen kunnen zich erdoor geremd voelen.” Mede daarom vindt ze de gezamenlijke momenten met de andere vijf hoofdrolspelers “heel leuk. Iedereen is inmiddels een beetje gewend aan de camera, dus je hoeft op die momenten geen rekening te houden met anderen”.
“Ik heb nog niks gedaan waar ik spijt van heb”
Met een grote lach: “Ik heb in elk geval nog niks gedaan waar ik spijt van heb. Alles kan natuurlijk op een bepaalde manier geknipt en geplakt worden, maar ik heb er wel een goed gevoel bij”. Marco twijfelt wel wat aan zijn persoonlijke ‘amusementswaarde’. “Ik vind zelf eigenlijk dat ik niet zo’n heel interessant leven heb. Ik ben niet zo’n uitbundig type en het studentenhuis waar ik woon,
De drie zeggen geen druk te voelen om vooral ook de TU/e goed voor het voetlicht te brengen. “Mensen aan de universiteit zeggen niet: ‘Zorg dat je niet dronken op tv komt’ of zo”, aldus Ilona. Annelieke zegt daar uit eigen beweging bovendien wel rekening mee te houden: “Ik wil niet op tv terugzien dat ik ladderzat uit de kroeg rol”. Op het promotiefilmpje voor Campus Eindhoven na, krijgen de hoofdrolspelers vooraf niks terug te zien van de opnames. Best spannend, vinden vooral de meiden. Al begrijpt Ilona het wel: “Als ze vooraf beelden laten zien, ga je misschien toch op bepaalde dingen letten en jezelf anders gedragen.”
Marco de Wild
is ook geen heel actief huis. En naast mijn studie zit ik vier dagen per week bij Kinjin en de vijfde dag bij Doppio.” Annelieke lacht: “Het wordt een saaie serie dan, want volgens mij vinden we onze eigen levens allemáál niet zo heel interessant”. “We doen gewoon ons dagelijkse ding, meer niet”, aldus Ilona. Annelieke richting Ilona: “Terwijl ik het juist superinteressant vind wat jij bijvoorbeeld allemaal doet.” ‘Campus Eindhoven’ telt twaalf afleveringen en is vanaf 9 maart twaalf weken lang te zien op Omroep Brabant (op zondag middag, zondagavond en maandag overdag). Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke
6 | Onderzoek
20 februari 2014
Extreem bouwen met niets
Onderzoek | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Conclusie is dat het binnenklimaat van de niet-katoenen tenten aanzienlijk vochtiger is. Dus zal het Franse textielbedrijf Sioen bij het ontwikkelen van nieuwe tentdoeken die niet schimmelen en wel licht doorlaten,
voldoende ventilatievoorzieningen moeten aanbrengen. Het klimaat op patiëntenniveau moet zo gezond mogelijk zijn. Roel Gijsbers weet dat hij maar een klein radertje is in het grote
hulpverlenersveld. “Maar het geeft wel voldoening dat ik met mijn onderzoek meer bijdraag dan met een donatie in een collectebus.” (NS)
De World Design Impact Price is een tweejaarlijkse prijs van The International Council of Societies of Industrial Design. Op vrijdag 28 februari vindt de eerstvolgende uitreiking plaats.
Doe met zo min mogelijk zoveel mogelijk voor bewoners van een gebied dat is getroffen door een tyfoon of te kampen heeft met overstromingen. Dat is de opdracht van het Rode Kruis. Bouwkundeonderzoekers van de TU/e helpen daarbij via contract onderzoek in de vorm van S(p)eedkits. “Werken aan innovaties in de hulpverleningssector is helemaal anders dan we bij Bouwkunde gewend zijn.” ‘One size fits all’ bestaat niet in rampgebieden. Als er iets is waar de ‘shelter research group’ zeker van is, is het dat wel. De groep is in 2007 begonnen vanuit de leerstoel productontwikkeling van Bouwkunde. Onderzoekers dr.ir. Roel Gijsbers, ir. Tim de Haas en ir. Mark Cox werden door het Rode Kruis gevraagd hun technische expertise in te zetten voor S(p)eedkits, onderdeel van PF7, het zevende kaderprogramma waarmee de Europese Unie onderzoek financiert. Twee van de drie hebben inmiddels elders werk (zie kader op p.7). Roel Gijsbers’ onderzoek bevat momenteel drie opdrachten waarvan die naar het meest geschikte tentdoek het meest opvalt. S(p)eedkits. In de naam zit Speed, omdat het snel moet gaan, en Seed, omdat de kits een basis voor wederopbouw moeten zijn. De kits bestaan uit producten, strategieën en instrumenten. “Wat het eigenlijk inhoudt”, zegt Gijsbers, “is dat er na een ramp, waar dan ook, zo snel mogelijk hulp geboden kan worden. Dat is een hele uitdaging omdat het een enorme logistieke puzzel is om de juiste materialen en mensen daar te krijgen. De kit moet licht zijn, eenvoudig te transporteren en
Een van de genomineerde ontwerpen van de World Impact Price 2014 heeft een TU/e-randje. Het gaat om het Refugee Housing Unit-project (RHU), uitgevoerd in opdracht van UNHCR en betaald door de IKEA Foundation. Mark Cox van het Innovation Lab en Tim de Haas, die nu voor de RHU werkt, hebben hieraan meegewerkt.
te assembleren zijn, en zelfvoor zienend zijn.”
Hulpverleners en producenten spreken elkaars taal niet Soms bieden bedrijven met de beste bedoelingen hulp aan, merkt Gijsbers. “Bijvoorbeeld een huizenbouwer wil noodlokalen plaatsen in een rampgebied. Wat zo’n persoon vergeet, is dat je ter plekke moet werken met mensen die in shock zijn. Het moet low cost zijn, want hoe minder het kost, hoe meer mensen je kunt helpen. Vaak moet je werken met maar één of zelfs géén aggregaat. En het moet super betrouwbaar zijn. Je mag slachtoffers geen product of oplossing geven waarvan je weet dat die kan falen. Een huis mag niet instorten, een tent mag niet wegwaaien.” Dit klinkt allemaal zeer logisch, maar Gijsbers weet dat er vaak niet goed duidelijk is wat er wordt verwacht. “Hulpverleners en producenten spreken elkaars taal niet. En daar zijn wij nu tussen gepositioneerd. Wij kunnen
Nominatie voor vluchtelingenwoning
Het team ontwierp niet, zoals gebruikelijk, een verbeterde tent voor de opvang van vluchtelingen, maar ontwikkelde een eenvoudig op te zetten noodwoning met lange levensduur. Dat geeft de
De tenten in Zeeland.
met wetenschappelijke onderbouwing vertellen wat de eisen zijn waaraan hulpgoederen moeten voldoen.” Het mooie van het door de Europese Unie betaalde S(p)eedkits-project noemt Gijsbers het feit dat de partners uit drie hoeken komen. “Je hebt de hulp biedende NGO’s (niet-gouvernementele organisatie, red.), universiteiten met hun kennis en
bedrijven met productiemiddelen.” Bij die laatste groep horen een textielleverancier en een fabrikant van containers waarin medische hulp geboden kan worden. Naast de TU/e zijn ook Politecnico di Milano en de Vrije Universiteit Brussel betrokken. Het onderzoek is nu halverwege. De eerste review in Luxemburg, eind 2013, was positief.
Gijsbers is door omstandigheden nog niet zelf in een rampgebied geweest. Hij werkt meestal hele dagen onopgemerkt in Vertigo. Maar afgelopen herfst bracht zijn onderzoek het dorp Zeeland in rep en roer. Om het binnenklimaat bij verschillende tentmaterialen te onderzoeken, zette hij met Tim de Haas drie witte tenten op bij een bevriende geitenboer. In de buurt wist men niet waarom die daar stonden. Gedacht werd aan een illegale geitenschuur, opvangtent voor asielzoekers of zelfs een wiet kwekerij. Maar de multipurpose tent is bedoeld als ziekenzaal voor rampgebieden.
Tarpaulin is het meest gedistribueerde hulpmiddel ter wereld Het materiaal van de tent die het Rode Kruis nu gebruikt, is polykatoen. Nadeel: het gaat schimmelen, scheuren en wegrotten. De oplossing om er een zeil over te doen, maakt de binnenruimte donker en het frame kwetsbaar. Daarom hebben de bouwkundigen ook twee andere materialen getest in Zeeland: polyethyleenzeil van 4 bij 6 meter, het meest gedistribueerde hulpmiddel ter wereld, bekend onder de naam tarpaulin, en pvc gecoat polyester. Dat ze het niet op eigen campus deden, is omdat er kostbare meetapparatuur in stond en de metingen zo min mogelijk verstoord mochten worden. Roel Gijsbers. Foto | Bart van Overbeeke
vluchtelingen meer privacy, meer comfort en minder kans op ongewenst bezoek. Bovendien is de woning brandveilig en weerbestendig. Cox en de Haas hebben de eisen en regelgeving voor gebouwen vertaald naar deze vluchtelingenwoning. Cox heeft twaalf van deze woningen gebouwd in een vluchtelingenkamp in Irak in november 2013 waar al drie maanden lang 12.500 Syrische vluchtelingen werden opgevangen. Het was een overweldigende ervaring: “In de eerste uren van het bouwen kwamen tweehonderd vluchtelingen hulp aanbieden en reservegereedschap weghalen. We moesten ze noodgedwongen een beetje op afstand houden.” Deze ervaring kan van pas komen wanneer Cox in april naar Zuid Soedan gaat voor nieuwe testen.
Meetopstellingen voor het binnenklimaat in de tenten.
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar
[email protected].
Sluitstuk
Zonnehapper Solly moet kinderen ‘groener’ maken Kinderen met de paplepel ingieten dat energie opwekken ook duurzaam kan en ze bewuster maken van hun verbruik. Dat hoopt de recent afgestudeerde ID-student Teun van Roessel te bereiken met zijn lespakket waarin de zonlicht-etende Solly en zijn maatje Letty centraal staan. Hoewel het een grijze dag is, bliept de blauwe Solly -een pacmangedaante voorzien van zonnepaneelten teken dat hij zonlicht opslaat. “Het prototype werkt nu nog op een batterij voor een snelle demonstratie”, verklapt Van Roessel. “Om het concept te testen ben ik de klas ingegaan met een zonnepaneel en een ledje. Een groot succes: de kinderen zaten bovenin het klimrek om te kijken wie de meeste zon kon opvangen.” Teun verbaasde zich over het gedrag van ouders, die vaak schouder ophalend een bovengemiddelde hoeveelheid stroom verbruiken. Verbijsterd was hij over het feit dat kinderen nauwelijks besef hebben van hoe stroom wordt opgewekt, de impact op het milieu en hoe mensen zelf een steentje kunnen bijdragen aan groenere energie. “Je zou denken dat je de planeet schoon achter wilt laten voor de volgende generatie.
Wat je nu ziet, is dat ouders kinderen eigenlijk eerst iets verkeerds aanleren, om vervolgens jaren later het vingertje te heffen. Ik wil het probleem bij de wortel aanpakken en kinderen mee laten gaan in de ‘wij-gaan-voor-groenflow’. Rond hun zevende ontwikkelt zich een maatschappelijk bewustzijn en school is een plaats waar ze op onderzoek kunnen gaan. Solly kan hen op een speelse manier serieuze materie bijbrengen” Het lespakket bestaat uit een korte workshop aan de hand van een spannend verhaal, om vervolgens Solly zelf zonlicht te laten eten. Waar en hoe kan dat het best? Voor de energieopslag zorgt de dikke buik van Solly of van vriendje Letty. De buik is een losse unit, waarmee bijvoorbeeld later een donkere hoek van de klas met lichteffecten belicht kan worden. Teun: “Het systeem kan desgewenst uitgebreid worden - een hele serie Solly’s die een buik vullen bij minder zonnig weer, of een Windy die energie uit de wind kan halen. De mogelijkheden zijn eindeloos.” De eerste lijntjes om Solly in het basisonderwijs te introduceren zijn gelegd. Meerdere instanties, waaronder de Stichting Techniek
Teun van Roessel. Foto | Rien Meulman
promotie, reageerden enthousiast. Nu is het zoeken naar een inves teerder die de ontwikkelingsslag van prototype naar product mogelijk wil maken. Van Roessel wil graag een eigen bedrijfje starten om zijn
idee te verwezenlijken. “Ik heb al nagedacht over de naam. Met zoveel positieve reacties zou het een gemiste kans zijn het lespakket weer in de la te schuiven. Wat zou het fantastisch zijn als Solly straks
gebruikt gaat worden om kinderen energiebewust te maken. En hoe mooi zou het zijn als die kinderen vervolgens vol enthousiasme thuiskomen: ‘Kunnen wij ook zonnepanelen op ons dak?’” (NT)
8 | Onderzoek
20 februari 2014
4 brandende vragen
Onderzoek | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Kristina Sharypova | IE&IS
Anthal Smits | Biomedische Technologie
Containers transporteren naar het achterland
Implantaten tot leven wekken 1 | cover Salamanders hebben het wonderbaarlijke vermogen om hun staart of zelfs complete pootjes te regenereren. Het is recentelijk aangetoond dat ze daar bepaalde witte bloedcellen voor nodig hebben, een mechanisme waar wij ook tegenaan liepen in ons onderzoek. Vandaar mijn interpretatie van een salamander op de cover.
1
2 | feestjes
op Wa er van v o c de hrift? c s f e je pro we t zien
We proberen nieuwe protheses te ontwikkelen om beschadigde bloedvaten en hartkleppen te vervangen. Het idee is dat deze ‘slimme’ protheses zodra ze geïmplanteerd worden in de bloedbaan het lichaam stimuleren om zelf ter plekke een nieuw bloedvat of hartklep te laten groeien, ongeveer zoals een wondje in je huid normaalgesproken gewoon weer dicht groeit. De prothese van kunststof lost ondertussen langzaam op, zoals een suikerklontje oplost in water, en zo blijft er dus een levende lichaamseigen hartklep of bloedvat over.
3 | onmisbaar Afgezien van een tankwagen vol koffie, zijn dit ongetwijfeld mijn twee paranimfen geweest: Emanuela en Ginny, de lieve en de strenge. We hebben niet alleen veel samengewerkt in dit project, maar ook de nodige motivatiebiertjes gedeeld. Zonder motivatie ben je nergens.
2
4 | samenleving
Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at?
1 | cover Op de omslag van mijn proefschrift is de haven van Rotterdam afgebeeld. Je ziet de Erasmusbrug, gestapelde containers, oude gebouwen, en de vracht schepen en trucks die de containers over water- en snelwegen vervoeren.
2 | feestjes
3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?
Mijn proefschrift gaat over transportsystemen voor containervracht in het achterland van havens, waarbij met achterland het gebied wordt bedoeld tussen de haven en de klanten in het binnenland. Containers kunnen op verschillende manieren worden vervoerd, bijvoorbeeld met vrachtschepen, trucks, of goederentreinen. Om kosten te besparen en het milieu te ontzien, kan ook voor een combinatie van deze transportmiddelen worden gekozen. Dat is echter alleen mogelijk als het transport efficiënt wordt gepland. In dit proefschrift presenteer ik plannen van aanpak en modellen voor beslissings processen die een rol spelen bij de planning van containertransport.
3 | onmisbaar
4 eft
e Wat h
ing
lev men
de sa uw werk? aan jo
(Onder redactie van Tom Jeltes)
Voor de modellen in mijn proefschrift heb ik een combinatie gebruikt van geheeltallig en lineair programmeren (wiskundige oplosmethoden die veel in de logistiek worden toegepast, red.). Om efficiënt tot een oplossing te komen, heb ik een op ‘large neighborhood search’ (een zoekmethode waarbij in de buurt van een gevonden oplossing wordt gezocht naar betere oplossingen, red.) gebaseerde oplossingsmethode ontwikkeld. Ook heb ik voor mijn onderzoek geprofiteerd van de samenwerking met het onderzoekscentrum CIRRELT in Montreal, Canada.
Ontzettend veel mensen lijden aan hart- en vaatziekten. Als de methode inderdaad succesvol blijkt, zal dit betaalbare, kant-en-klare nieuwe protheses opleveren voor hartkleppen en bloedvaten (bijvoorbeeld voor een bypass). Doordat het resultaat een levend weefsel is, kunnen deze protheses potentieel zelfs meegroeien met het lichaam, wat essentieel is voor kinderen met aangeboren hartafwijkingen. De eerste soortgelijke protheses hebben inmiddels de kliniek bereikt als vervanging van grote bloedvaten.
Niels Leermakers | Werktuigbouwkunde
Efficiënte brandstoffen voor toekomstige motoren 1 | cover De ‘word cloud’ geeft de woorden weer die het meest in mijn proefschrift voorkomen, met de essentie -dat brandstoffen een toekomstige motor efficiënter kunnen maken- gehighlight als titel.
2 | feestjes Door het verbrandingsverloop in motoren te optimaliseren, kun je de efficiëntie daarvan flink verhogen. Als je tegelijkertijd ook nog eens schoner wilt verbranden, moet je echter wel andere brandstoffen gebruiken dan normale benzine of diesel. Om dit proces beter te begrijpen, heb ik de verbranding niet alleen in metalen-, maar ook in glazen motoren bestudeerd. In een glazen motor kun je het verbrandingsproces namelijk tot in detail bestuderen met behulp van laserlicht.
3 | onmisbaar De studenten waar ik mee samengewerkt heb, die hebben meegeholpen de meetopstellingen werkend te houden en flink wat metingen voor mij hebben verricht, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan mijn onderzoek.
4 | samenleving
4 | samenleving
Bedrijven kunnen de beschreven methoden toepassen bij het plannen van containertransport. Ze kunnen hiermee eenvoudiger en efficiënter transport via water inplannen, en dat leidt indirect tot minder files en minder uitstoot van CO2.
Tot op heden bestaat er bij motoren een ‘trade-off’ in emissies, waar een reductie in één emissiesoort zorgt voor een verhoging van een andere. Zo zorgt een lage verbrandings temperatuur voor minder stikstofoxiden en fijnstof, maar komt er door de lagere efficiëntie per saldo meer CO2 vrij. Door alternatieve brandstoffen te gebruiken kan deze trade-off doorbroken worden en is de verbranding intrinsiek schoon, met alle voordelen van dien.
10 | Universiteitsberichten
20 februari 2014
In memoriam
UNIVERSITEITSBERICHTEN
En ik vind
prof.dr. Derk Heikens
(9 januari 1921 - 3 februari 2014) Recentelijk ontvingen wij het droeve bericht van het overlijden van prof.dr. Derk Heikens, emeritus-hoogleraar Polymeertechnologie bij de faculteit Scheikundige Technologie.
Algemeen SAI | Invitation diploma award ceremony SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute, invites you to the diploma award ceremony on Thursday 20 February. During this ceremony the first SAI design engineers of the Smart Energy Buildings & Cities programme will receive their diploma, a Professional Doctorate in Engineering (PDEng) degree. Blauwe Zaal Auditorium, 15:30 hrs.
VACATURE PhD Secure Processing of DNA Information, within FP7 EU Project ‘Authentication and Authorization for Entrusted Unions (AU2EU)’. The position is in the Signal Processing Systems group, Electrical Engineering Department, V36.1942, 1,0 fte, 4 years. Contact: Dr.Tanya Ignatenko,
[email protected]
Prof. Heikens is in dienst geweest van de TU/e van 1959 tot aan zijn emeritaat in 1986 en heeft aan de wieg gestaan van het Laboratorium voor Kunststoftechnologie. Prof. Heikens bestudeerde de wisselwerking tussen de moleculaire structuur en de materiaaleigenschappen van polymeren en was bijzonder geïnteresseerd in het ontrafelen van de relatie tussen mechanische eigenschappen, morfologie en de manier waarop deze ontstaat. Prof. Heikens combineerde zijn wetenschappelijke interesse voor polymeren met een sterke belangstelling voor industriële toepassing en speelde een actieve rol in de samenwerking tussen universiteit en industrie. Hij heeft een belangrijke voortrekkersrol vervuld in de polymeerchemie en -technologie in Nederland en hij staat daarmee aan de basis van de internationaal vooraanstaande positie van de TU/e op dit gebied. In 1999 heeft hij in het kader van het symposium ‘Veertig jaar polymeren in Eindhoven’ de erepenning van de TU/e ontvangen. Met zijn overlijden verliest de faculteit Scheikundige Technologie en de TU/e één van haar pioniers. Wij wensen zijn vrouw en familie veel sterkte toe in de komende periode.
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Parkeren als melkkoe Toen voor het eerst gesproken werd over betaald parkeren op de campus werd als reden gegeven dat ‘er een te hoge parkeerdruk was’. Er werd geteld, gerekend en meer geteld en de conclusie was dat er slagbomen moesten komen om parkeerders van buiten te weren. De echte reden, namelijk dat de exploitanten van betaalde plaatsen in de binnenstad last hadden van het gratis parkeren op de TU/e, werd niet zo prominent naar voren gebracht. Veel mensen zeiden toen al dat het een kwestie van tijd zou zijn voordat betaald parkeren als melkkoe zou gaan fungeren. Het was daarom dat ik in 2007 de volgende stelling in mijn proefschrift verdedigde: ‘The most creative problems are often invented when solutions with high expected returns are already present’. In de jaren daarna veranderde de focus van ‘parkeerdruk’ naar ‘groen’. Er was geen sprake meer van te hoge parkeerdruk, maar nu moest er een ‘groene’ loper komen (die overigens tot nu toe vooral bestaat uit water, beton en asfalt). Nu komt eindelijk de aap uit de mouw. Er is te weinig geld voor -in mijn ogen megalomane- bouwprojecten en het parkeren is inderdaad de melkkoe. Met argumenten als: ‘maar aan andere universiteiten doen ze dit ook’ worden tegenstanders weggezet als zeurkousen. Ook het feit dat de meeste automobilisten goede redenen hebben om met de auto te komen zoals te lezen is in de mobiliteitsenquête lijkt het bestuur niets te doen. Die bouwprojecten moeten en zullen uitgevoerd worden en wij medewerkers moeten en zullen er voor betalen!
Bestuur faculteit Scheikundige Technologie Boudewijn van Dongen | UD bij W&I
Advertentie
Mantelrobotzorg(en)
In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology. Illustratie | Sandor Paulus
Onlangs werd ik geïnterviewd in EenVandaag met als hoofdvraag of robots in de nabije toekomst mantelzorg gaan overnemen. Het onderwerp leeft enorm en de media staan er vol mee. Elke week is er wel een bericht over onbemande vliegtuigen, soldaten met exoskeletten, robotobers die iedereen aan een flesje water willen helpen, robotmuseumgidsen en ga zo maar door. Het is ontegenzeggelijk waar dat robots in de huiselijke omgeving, want dat is de uitdaging, hun opmars maken. Een reality check is echter op zijn plaats: robots kunnen niet zien of horen en voelen niets, ze kunnen niet reflecteren op hun gedrag en beslissingen nemen. Natuurlijk, robots hebben camera’s, microfoons, tastsensoren, spraakherkenning et cetera, maar dat is niet hetzelfde. Zo hebben we in het KSERA-project (www.ksera-project.eu) een veldtest gedaan met de zorgrobot van de toekomst. De robot kon gezichten herkennen en iemand aankijken, maar dat werkte alleen met de gordijnen dicht en hij praatte net zo gemakkelijk tegen het spiegelbeeld als tegen de echte persoon. De robot detecteert, maar ‘ziet’ niet. De spraakherkenning hoefde alleen maar ‘ja’ en ‘nee’ te onderscheiden, maar mensen gebruiken allerlei uitdrukkingen en zelfs als ze ‘ja’/‘nee’ zeggen, zijn er nog veel te veel detectiefouten.
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
/ASML
/company/ASML
www.asml.com/careers
UR-podium Iedere Bachelor College-student moet eraan geloven: het aanschaffen van de clicker. Het apparaatje kost zestig euro en wordt gebruikt voor het afnemen van tussentoetsen bij een groot aantal vakken. Het verbinden van studiepunten aan deze toetsen maakt de clicker een noodzakelijk kwaad; studenten móeten ze hebben om hun diploma te kunnen halen. Dat deze aankoop niet mag worden verplicht aan studenten is nog niemand opgevallen. Het clickersysteem levert de TU/e veel voordelen op. Docenten kunnen nu gemakkelijk en snel
En dan hebben we het nog niet eens gehad over hoe de robot zich moet gedragen als hij perfect zou functioneren. Wat moet de robot doen als hij de aandacht wil hebben terwijl er iemand anders binnenkomt?
Reality check: robots kunnen niet zien of horen en voelen niets
De zorgrobot gaat er wel komen, maar in eerste instantie in een adviserende en ondersteunende rol. Al is het maar omdat een robot geen verantwoordelijkheid kan dragen. Een robot die helpt met sokken aantrekken gaat er de komende tien jaren niet komen. Veel te moeilijk. Wc-schoonmaakmachines zullen voorlopig veel goedkoper blijven dan robots die toiletborstels kunnen hanteren. Neemt niet weg dat de noodzaak voor betere cognitieve vaardigheden voor robots heel hoog is.
Raymond Cuijpers | universitair docent Cognitive Robotics Human Technology Interaction group
Clickers in strijd met de wet
testen of de stof is doorgedrongen tot de studenten in de collegezaal. Bovendien hoeven ze minder papieren toetsen af te drukken en er wordt aanzienlijk wat nakijkwerk bespaard. Al met al een mooie kostenbesparing voor de TU/e dus. Echter, als student merk je weinig van deze voordelen; je wordt vaker vastgepind op zwaarwegende toetsingsmomenten en je bent er ook nog eens zestig euro armer op geworden! Waar is die goeie ouwe tijd; vruuuger, toen de tussentoetsen nog gratis en op papier waren? De modernisering van de TU/e is dus niet altijd
rozengeur en maneschijn, maar… er gloort hoop! Volgens de Onderwijsinspectie en de Lande lijke Studenten Vakbond is de clicker namelijk in strijd met de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Onderwijsinstellingen mogen geen extra kosten opleggen aan studenten bovenop het reguliere collegegeld, en dat is nu precies wat er wél gebeurt met het clickersysteem. De Eindhovense Studenten Raad (ESR) vindt het daarom hoog tijd om actie te ondernemen: het CvB heeft onlangs een brief van ons
ontvangen met daarin het verzoek om het systeem te corrigeren. Het alternatief is om de clickers op borg uit te geven; de geïnves teerde zestig euro wordt na het behalen van het bachelordiploma weer teruggestort. Een andere optie is het terugdraaien van het hele systeem en weer over te gaan op papieren toetsen, met minder toetsingsmomenten. Hoe het ook zij, de huidige situatie vraagt om verandering en verbetering. De partij wil daarom de discussie met het CvB rondom het clicker systeem openen om tot een goede oplossing te komen.
Susanne Sc houten, fractielid Ei ndhovens e Studente n Raad
12 | Focus
20 februari 2014
Tekst | Monique van de Ven Foto’s | Bart van Eijden Een stylist en visagist zijn op draaidagen ver te zoeken, interviews zijn niet gescript. Persoonlijk en authentiek, zo wil de TU/e overkomen in de films over haar graduate programs. Inmiddels zijn tien van de in totaal zestien geplande films opgeleverd.
TU/e - the movie(s)
Promotie | Hoe kan de TU/e haar opleidingen internationaal het best profileren? Dat was één van de vragen die senior communicatieadviseur Edith Snelders (Communicatie Expertise Centrum van de TU/e) een kleine drie jaar terug kreeg voorgelegd. En, daarop aansluitend: hoe brengt de universiteit haar graduate programs het best onder de aandacht? In samenwerking met het Onderwijs en Studenten Service Centrum en de Dienst Personeel en Organisatie stelde het CEC een wervingsplan op, inclusief het advies om werk te maken van aansprekende, professionele films. “Als je internationaal gaat werven, heb je te maken met enorm veel concurrentie. Een student waar dan ook ter wereld die geïnteresseerd is in mechanical engineering, denkt doorgaans niet meteen aan Nederland, laat staan aan Eindhoven. Een goede site is dan niet toereikend. Met een film kun je de kijker een eerste beleving meegeven, wat met andere communicatiemiddelen lastiger is.”
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Graduate School | In 2011 is de TU/e gestart met de Graduate School, de overkoepelende naam voor alle onderwijs na de bachelor. De Graduate School bestaat uit vijftien graduate programs, elk gericht op een specifiek onderzoeksdomein. Een graduate program bevat één of meerdere masteropleidingen, met daarna de mogelijkheid om binnen hetzelfde domein een technologische ontwerpersopleiding of promotietraject te doen.
Opnames | Voor de opnames wordt doorgaans anderhalve dag uitgetrokken; een draaidag duurt een uur of tien. Er worden interviews gehouden met studenten en sfeerbeelden gemaakt in bijvoorbeeld labs. Van enige styling of visagie is geen sprake, “we willen het authentiek houden”, aldus Snelders. De productie-ploeg is met een regisseur, cameraman en set-assistent dan ook compact. Vorig jaar zomer werden al meer algemene opnames gemaakt op de campus, onder andere vanuit de lucht met een zogeheten multicopter. Ook deze beelden komen terug in de verschillende graduateprogramfilms.
Films | Sinds een paar maanden is de TU/e volop in touw met het maken van wervingsfilms voor de internationale markt. Communicatieadviseur Snelders spreekt van een drietrapsverdeling: van een algemene TU/e-film via de film over de Graduate School tot de meer verdiepende films over de graduate programs. Samen vertegenwoordigen ze volgens haar de branding van de TU/e: “Ze moeten daarom coherent zijn”. Films met een professionele en hightech uitstraling, maar ook met een persoonlijke en authentieke feel - dat kenmerkt de reeks volgens Snelders. “Voor een internationale student is het onder meer belangrijk om te weten dat hij of zij hier wordt opgenomen in de community, dat er persoonlijk contact is met professoren en hoe de carrièreperspectieven zijn. ‘Wij zorgen voor je’, dat is één van de dingen die we met de GraduateSchoolfilm willen uitstralen. Met daarbij natuurlijk de toevoeging dat we de beste universiteit zijn, gevestigd in een hightech regio.”
Stramien | Alle graduate-programfilms kennen een vast stramien en terugkerende onderwerpen, zoals de maatschappelijke relevantie van een onderwijsprogramma en regionale samenwerking. Maar daarbinnen hebben de individuele graduate programs wel ruimte voor eigen invulling - bijvoorbeeld in de opbouw van het verhaal en het aantal interviews dat erin terugkomt. Voor elke film worden drie of vier studenten of promovendi geïnterviewd. De interviews zijn niet gescript, benadrukt Snelders, de antwoorden zijn niet vooropgezet. “In de films zie je mensen soms ook nog even nadenken over een antwoord. Het zijn wel allemaal studenten en onderzoekers van wie we weten dat ze prima uit hun woorden kunnen komen in het Engels, dat ze enthousiast zijn over hun opleiding én goed kunnen uitdragen wat deze inhoudt.”
Het algemene filmpje over de Graduate School: tinyurl.com/ncvew3p Het filmpje van het Computer Science Graduate Program: tinyurl.com/ojnc2sw
Intake | Het productieproces begint met het intakegesprek aan het instituut of de faculteit in kwestie. Aan tafel zitten de producer en regisseur van Veldkamp Produkties, communicatie medewerkers van de TU/e en de graduate-programdirector in kwestie. De faculteit moet op dat moment volgens Snelders haar unique selling points al op een rij hebben gezet. “Wat zijn de belangrijkste dingen die volgens hen moeten terugkomen in de film, zowel in woord als in beeld?” Tijdens de intake wordt een planning voor het verdere proces gemaakt, worden mogelijke opnamelocaties bekeken en wordt een eerste aanzet tot het script gegeven, dat wordt geschreven door de regisseur.
Stem | “Het liefst hadden we een vrouwelijke stem gehoord in de TU/e-films”, vertelt communicatieadviseur Snelders. Maar, zo was de conclusie na een proeffilm met verschillende stemmen: “Het wérkte gewoon niet”. Gekozen werd voor een mannelijke, Amerikaanse voice-over. De Amerikaan in kwestie, geplukt uit de database van Veldkamp Produkties, werkt overigens vanuit zijn thuisland. Dat vraagt, niet in de laatste plaats vanwege het tijdsverschil, voor een zorgvuldige planning en afstemming. Snelders vertelt over de allereerste opname, die werd afgekeurd omdat de voice-over de klemtoon in ‘innovation’ anders legde dan waar de TU/e hem wil leggen. Niet onbelangrijk als je dat woord in je slogan voert.
Montage | Zo’n tweeënhalf uur aan beeldmateriaal heeft Veldkamp Produkties gemiddeld tot zijn beschikking na anderhalve opnamedag. Deze wordt teruggebracht naar een filmpje van gemiddeld drie minuten. Eerst wordt een zogeheten offline montage gemaakt: een ruwe, inhoudelijke montage, bijvoorbeeld nog zonder de officiële voice-over. Deze wordt getoetst bij de opdrachtgever, de TU/e. Snelders: “Dan bekijken we: zijn dit de beelden die we willen, zijn dit de goede quotes, is het tempo prettig, is de muziek eronder goed?” Na goedkeuring van de offline versie gaat de film volgens producer Silva Munsters ‘visueel op slot’ en wordt begonnen aan de online montage. Hierbij wordt onder meer vorm geving toegevoegd aan de film, wordt de kleur van de beelden nabewerkt en wordt de professionele voice-over ingesproken in de -in dit geval Amerikaanse- studio. Tot slot worden de puntjes op de i gezet qua geluid.
Stand van zaken | Het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) had afgelopen november de primeur met de eerste graduate-programfilm van de TU/e. Een half jaar eerder lanceerde de universiteit al haar meer algemene Graduate-Schoolfilm. In totaal worden zestien films gemaakt. Tien daarvan zijn al opgeleverd; deze staan overigens nog niet allemaal online.
Het bereik | De ‘graduate-films’ worden in eerste instantie verspreid via het YouTubekanaal van de TU/e. In de Verenigde Staten vindt ongeveer de helft van alle internetverkeer inmiddels plaats op deze videosite, weet Snelders. Van daaruit vinden ze hun weg via onder meer social media en de internationale site StudyPortals. Ook kunnen de films worden gebruikt in bijvoorbeeld presentaties of tijdens evenementen. De algemene Graduate-Schoolfilm werd in acht maanden tijd ruim achtduizend keer bekeken. Voor elk van de graduate-programfilms mikt Snelders op zo’n vijftienduizend views in de komende drie jaar - zolang moeten de videoproducties volgens haar ongeveer meekunnen.
Facts & figures | 15.000 euro kost de productie van één graduate-programfilm, dit wordt betaald door de faculteit of het onderzoeksinstituut in kwestie. De algemene Graduate School-film is iets duurder: 20.000 euro. De TU/e sloot voor de ‘graduatereeks’ een package deal met Veldkamp Produkties in Son. Bij elke productie zijn zo’n 30 mensen betrokken, van de producent en regisseur tot (facultaire) communicatiemedewerkers, geïnterviewden en figuranten. 11 locaties worden tijdens een draaidag gemiddeld bezocht. 21 minuten duren gemiddeld de interviews met bijvoorbeeld studenten die in de films aan het woord komen. 2 uur en 32 minuten aan beeldmateriaal neemt het productiebedrijf gemiddeld mee terug naar Son na anderhalve draaidag aan de TU/e. 3 minuten en 39 seconden duren de filmpjes in de Graduate School-reeks gemiddeld. 11 weken duurt het productieproces per film globaal, gerekend van intakegesprek tot oplevering 156 manuren steekt de crew van Veldkamp Produkties gemiddeld in één graduateprogramfilm.
14 | Uitgelicht
20 februari 2014
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
‘Brazilië is één grote proeftuin’ Het land van de samba, het voetbal, carnaval. Ook het land waar Tech United dit jaar de wereldtitel op de RoboCup wil heroveren. Waar studievereniging Thor op studiereis gaat. Waar deze zomer het WK voetbal wordt gehouden en over twee jaar de Olympische Spelen. En het land waarmee de TU/e volop contacten heeft. Brazilië is booming en de TU/e investeert volop in de contacten. Waarom, wat doen we samen en hoe verloopt de samenwerking? “Als ik nu met een Braziliaan had afgesproken, was ik een kwartier later gekomen”, grapt José Leonardo Ferreira. Hij werkt drieënhalf jaar als promovendus bij Electrical Engineering en is inmiddels aardig gewend in Nederland. Hij komt op tijd op afspraken, mengt zich in het Nederlandse carnaval en vindt het leuk om te zien hoe de Nederlanders losgaan bij het oranjevoetbal. Alleen aan het voortdurende plannen moet hij nog altijd wennen. Volgens Ferreira verschilt de aanpak van Nederlanders en Brazilianen op dit punt wezenlijk: Nederlanders organiseren alles tot in de puntjes, regelen zaken ruim van tevoren. Brazilianen laten het vaak op het laatst aankomen. Ferreira heeft inmiddels een middenweg gevonden hierin. “Ik zie wat meer de voordelen in van plannen. Maar ik denk wel dat Brazilianen beter zijn in improviseren en goed kunnen omgaan met last-minute problemen. Wij zijn in dat opzicht misschien wat flexibeler.” Joice Klitzke, postdoc bij Scheikundige Technologie, is net een maand in Nederland. “De eerste indruk is goed. Het is erg fijn dat Nederlanders goed Engels spreken. Ik merk dat ze erg open minded zijn en openstaan voor discussie. Ik zal alleen wel aan het plannen moeten wennen.” Zowel Ferreira als Klitzke is hierheen gekomen om internationale ervaring op te doen. De contacten die de TU/e heeft met bedrijven in de regio zien ze als een groot voordeel. Sinds 2011 richt de TU/e zich meer op de contacten met Brazilië. Een delegatie van verschillende onderzoekers, dr. Karen Ali (hoofd Onderwijs- en Studenten Service Centrum) en voormalig college voorzitter dr.ir. Arno Peels is sindsdien twee keer per jaar naar Brazilië geweest. Daarnaast gingen verschillende onderzoekers afzonderlijk nog. “Waar we in China (het andere focusland van de TU/e, red.) vooral proberen studenten te werven en strategische samenwerkingen met universiteiten en bedrijven op te bouwen, ligt in Brazilië meer de nadruk op de samenwerking op het gebied van onderzoek”, vertelt Ali.
Boost is geen toeval Het is geen toeval dat die contacten de afgelopen jaren een boost hebben gekregen. Brazilië kent sinds 2011 het Science without Borders-programma, dat wordt gefinancierd door de overheid. Dit beurzenprogramma biedt Braziliaanse topstudenten de mogelijkheid om in het buitenland
te studeren of onderzoek te doen. Het gaat hierbij om beurzen op drie niveaus: bachelor, promotie en postdoc. Voorwaarde is dat ze de kennis mee terug nemen naar Brazilië en daar een bepaalde periode verblijven na hun buitenlandervaring. Verder is er onder meer het uitwisselingsprogramma BRANETEC, dat vanuit Werktuigbouwkunde is opgezet. Jaarlijks gaan studenten naar Brazilië en komen er ook zes hierheen. Dat zijn vooral Braziliaanse studenten die er al een bachelor op hebben zitten. Vorige week arriveerde de derde lichting Brazilianen via dit programma op de TU/e. Eind vorig jaar waren er 32 Brazili aanse bachelorstudenten op de TU/e en 11 promovendi en ontwerpersin-opleiding. De afgelopen jaren gingen er zo’n vijf TU/e-studenten naar het Zuid-Amerikaanse land. De TU/e heeft contacten met de Universidade Estadual de Campinas (Unicamp) en de Universidade de São Paulo (USP) en deels ook met de Universidade Federal do Rio Grande do Sul (UFRGS), de Univer sidade Federal de Santa Catarina in Florianòpolis en de Universidade Federal do Rio de Janeiro (UFRJ). Momenteel wordt er vooral samen onderzoek gedaan op het gebied van biobrandstoffen, polymeren, smart grids (slimme elektriciteits netwerken), zonne-energie, microelektronica, meerfasenstroming, koelsystemen, halfgeleiders en (bio-)polymere materialen. De afgelopen jaren zijn verschillende samenwerkingen tussen de TU/e en Braziliaanse instanties bekrachtigd. Zo is in 2011 een letter of under standing tussen het Braziliaanse wetenschappelijk instituut CNPq (vergelijkbaar met NWO), het Dutch Polymer Institute en de TU/e getekend. Daarin staat onder meer de afspraak dat in totaal tien postdocs of promovendi naar Brazilië of Nederland kunnen gaan, die werken op het gebied van polyolefinen en biopolymeren. Eind dit jaar volgt een evaluatie, waarbij de optie wordt gesproken om de uitwisseling te verdubbelen. Op het gebied van polymeren speelt ook het EU-samenwerkingsproject IRSES tussen negen partijen waarbij de TU/e-faculteit Scheikundige Technologie (penvoerder) en vijf Braziliaanse instanties betrokken zijn. Een vergaande samenwerking met de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras is op handen, waarbij de faculteiten Technische Natuurkunde, Electrical Engineering en Scheikundige Technologie zijn vertegenwoordigd.
de aandacht brengen.” Dr. Cees van der Geld, universitair hoofddocent procestechnologie bij Werktuigbouw kunde, heeft vooral contacten in Florianòpolis. Het valt hem vooral op dat Brazilianen onderling meer respect tonen. “Een hoogleraar daar heeft minder tijd voor begeleiding. Brazilianen vinden het vaak wel fijn dat de hoogleraren in Eindhoven dat wel hebben.”
Hoewel ook voor 2011 verschillende TU/e-onderzoeksgroepen contacten hadden, is het de laatste jaren veelvuldiger en vaak faculteits overstijgend.
De verschillen werken eerder stimulerend
“In Brazilië liggen uitdagingen op wereldschaal” De betrokkenen zien een hoop voordelen aan onderzoek in -en samenwerking met- Brazilië. Prof. dr.ir. Ton Backx, decaan aan de faculteit EE, noemt het land ‘één grote proeftuin’. “Het is bijvoorbeeld een interessant gebied voor onderzoek naar energiebronnen, omzetting van energie, energieopslag, transport en alle randvoorwaarden die daarbij komen kijken. De technologie die we daar ontwikkelen, kunnen we ook hier gebruiken. Duurzame technologieën ontwikkelen sluit goed aan bij de wensen van de TU/e. In Brazilië liggen op dit gebied uitdagingen die op wereldschaal spelen. Denk bijvoorbeeld aan de beheersing van luchtkwaliteit in grote steden, het winnen van grondstoffen en materialen op moeilijk toegankelijke plaatsen en het zo efficiënt mogelijk transporteren van de waardevolle materialen over grote afstanden.” Dr. Laurent Nelissen, directeur bedrijfsvoering bij Scheikundige Technologie, legde in 2010 de eerste contacten met CNPq. “Ze hebben goede lab-faciliteiten en zijn met nieuwe biotechnologieën bezig. In Campinas is gestart met de bouw van een supercyclotron (deeltjesversneller, red.).” Waar Nelissen en Backx ook veel onderzoeksmogelijkheden in zien, is het grote olie- en gasreservoir dat midden jaren tachtig aan de Braziliaanse kust is ontdekt. “Ze hebben problemen om daar goed bij te komen”, vertelt Nelissen. “Het ligt zeer diep, en onder een gel van zout. Daar kunnen een hoop promovendi zich in verdiepen.” Prof.dr. Paul Koenraad, hoogleraar bij Technische Natuurkunde, is al zo’n twintig keer in het Zuid-Amerikaanse land geweest. Zijn eerste bezoek was in 1995. “Ik werkte aan problemen op het gebied van de halfgeleiderfysica en dat onderwerp bleek in Brazilië ook heel populair te zijn”, vertelt Koenraad. Ook hij is te spreken over het niveau en de faciliteiten binnen de Braziliaanse wetenschap. De Brazilianen zoeken steeds meer samenwerking met Europese landen. Prof. Carlos Aragão is directeur van CNPEM in Brazilië,
Een TU/e-delegatie op bezoek bij Petrobras Vlnr: Ton Backx, Karen Ali, Arno Peels, Laurent Nelissen en Antonio Carlos de Souza Pereira (R&D-manager Petrobras).
een nationaal centrum voor onderzoek in energie en materialen. Voorheen was hij directeur van het wetenschappelijke instituut CNPq. Hij heeft sinds 2010 geregeld contact met de TU/e en was in december nog hier. In een telefonisch interview vertelt hij: “Brazilië heeft een enorme groei doorgemaakt op wetenschappelijk gebied. Het ontbreekt echter nog aan internationale ervaring. Het grote voordeel aan Europa is dat de afstanden relatief klein zijn. Op een klein oppervlak wordt veel goed onderzoek gedaan. We kunnen meerdere universiteiten aandoen in Nederland en ook in Europa in korte tijd. Inmiddels zijn er contacten vanuit CNPEM met Leiden, Utrecht en Eindhoven. Ik denk dat onze onderzoekers veel van elkaar kunnen leren.”
4 3
5
2 1
De TU/e heeft voornamelijk contacten met de volgende universiteiten: 1. Universidade Federal do Rio Grande do Sul 2. Universidade Federal de Santa Catarina in Florianòpolis 3. Universidade de São Paulo 4. Universidade Estadual de Campinas 5. Universidade Federal do Rio de Janeiro
Beide partijen vinden de samenwerking tot nu toe goed verlopen, al zijn er hier en daar culturele verschillen te overbruggen. Karen Ali: “Het is soms tijdrovend om afspraken bevestigd te krijgen en daar worden wij dan knap nerveus van. Je moet een afspraak een paar keer onder de aandacht brengen. Daar staat tegenover dat ze ter plekke heel snel schakelen. Ze koppelen de onderzoekers direct aan de juiste personen en dat zorgt voor interessante gesprekken.” Laurent Nelissen hoort geregeld dat niet-Brazilianen hinder ondervinden van de bureaucratie, processen gaan soms langzaam. Zelf denkt hij daar genuanceerder over. “Het is ook niet zo dat hier altijd alles snel gaat. En ze vechten tegen de corruptie, dan is het logisch dat er meer formulieren moeten worden ingevuld. Zelf heb ik een andere ervaring. Carlos Aragão, directeur van CPNEM, ging bijvoorbeeld door alle lijnen heen en een overeenkomst was ongelooflijk snel geregeld. Ze komen ontzettend professioneel op me over. Verder vinden Brazilianen de samenwerking met het bedrijfsleven erg bijzonder en dat mogen we in april in een workshop met Petrobras in Rio de Janeiro onder
Carlos Aragão: “Het klopt dat onze culturen van elkaar verschillen. In Brazilië hebben we de neiging om bureaucratisch te werken. Nederlanders zijn directer, Brazilianen wat losser en creatiever, misschien ook wat relaxter. Maar die verschillen spelen nauwelijks een rol bij de samenwerking. Er lijkt snel een band te ontstaan en de verschillen werken eerder stimulerend.” Naar de toekomst toe is het de bedoeling dat er steeds meer uitwisseling komt. Die hoop en verwachting is er aan beide kanten. Aragão: “Ik hoop dat er meer uitwisselingsovereenkomsten komen, dat het nog gemakkelijker wordt.” Enkele hobbels zijn er hier en daar nog wel te nemen, voornamelijk voor studenten. Zo gaan Nederlandse studenten eerder buitenlandervaring opdoen bij een universiteit dan bij een bedrijf, vertelt Van der Geld. “De taal vormt een barrière. Bij een bedrijf spreken ze minder goed Engels.” Verder zien Braziliaanse studenten niet altijd de toegevoegde waarde van in Nederland studeren. Koenraad: “In Brazilië duurt de bachelor vijf jaar en ze hebben daardoor soms het idee dat het niveau van onze masteropleidingen lager is. Terwijl dat in de praktijk vaak wel meevalt. En de bachelor bij Natuurkunde is in het Nederlands. Het zou helpen als die in het Engels zou zijn.” De Brazilianen José Leonardo Ferreira en Joice Klitzke hopen dat ook minder fortuinlijke landgenoten in de toekomst in Nederland kunnen gaan studeren. Ferreira: “Het verschil tussen rijk en arm is nog groot.” De Nederlandse onderzoekers hameren er verder op dat het belangrijk is vertrouwen te kweken en te behouden. Koenraad: “Je moet er echt aan relatiebeheer doen. Fysiek aanwezig zijn. Sinds de komst van het subsidieprogramma Science Without Borders staat de hele wereld er op de stoep.”
Tekst | Judith van Gaal Illustratie | iStock
16 | Student
Clmn
20 februari 2014
Aanschuiven bij
Gevulde nasi met kipsaté en gebakken eitjes Martijn van Damme, zevendejaars Werktuig bouwkunde, maakt nasi voor negen personen. Huisgenoot Rodger Abbink (master Technische Bedrijfskunde): “De nasi van Martijn is nasi met alles erop en eraan. Kosten noch moeite worden gespaard.”
Thomas Prevoo masterstudent Innovation Ma nagement
Maaiveld Ongekende prestaties van de Nederlanders op de Olympische Spelen in Sotchi. Onze schaatsequipe harkt daar het merendeel van de schaatsmedailles binnen. Maar in plaats van euforisch te schreeuwen dat we keihard heersen op de ijsbaan, klinkt er vanuit het Nederlandse volk ook gemor. Vanwaar die Hollandse bescheidenheid? Excelleren lijkt een schande te zijn voor Nederlanders, hetgeen helaas niet beperkt blijft tot de Olympische Spelen. De zesjesmentaliteit is in Nederland, dus ook aan onze universiteit, tot kunst verheven en ons basis- en middelbaar onderwijs is zo opgebouwd dat er vooral focus ligt op het voldoende beheersen van alle vakken in plaats op het uitblinken in bepaalde vakken. Vooral niet te veel opvallen en boven het maaiveld uitsteken is het credo. Schaatser Koen Verweij, die op slechts drie miljoen nanoseconden het goud miste, moest volgens ons klootjesvolk gewoon blij zijn met zilver in plaats van boos zijn om het gemiste goud. De echte winnaarsmentaliteit is in ons landje ver te zoeken. Lange tijd hield de angst om uit te blinken ook de Eindhovense student in zijn greep, maar de laatste jaren lijkt daar verandering in te komen. Ambitieuze studententeams rekenen af met de Brabantse nuchterheid en presteren het onmogelijke. Solar Team Eindhoven was voor aanvang nog enigszins terughoudend, maar wij wisten al lang dat het voor niets minder dan de winst afreisde naar Australië. Niks geen Olympische gedachte. Terwijl iedereen dacht dat Tech United de Joop Zoetemelk van het robotvoetbal zou worden, nam het team geen genoegen met een tweede plek en veroverde in 2012 de wereldtitel. Ook excelleren in studieresultaten wordt gelukkig steeds meer gewaardeerd. ASML maakte deze week bekend dat het aan de best presterende Nederlandse master studenten van de drie TU’s studie beurzen gaat verstrekken. Uitblinken loont dus, sterker nog: het is keihard nodig voor het concurrentievermogen van onze economie. Zullen we eindelijk van dat verschrikkelijke taboe op excelleren afkomen? Laten we als TU/e het goede voorbeeld geven en voor goud blijven gaan. Met minder nemen we geen genoegen.
Kook 800 gram witte rijst voor de nasi. Bak 800 gram hamlappen en 250 gram hamblokjes in olie. Fruit 2 gesnipperde uien en voeg daaraan 2 groentepakketten voor nasi toe. Voeg 2 pakjes boemboe voor nasi goreng en de rijst toe en verwarm enkele minuten. Voeg tenslotte 350 gram gezouten cashewnoten toe. Marineer 1 kilo kipfilet in een mengsel van 6 el ketjap en de inhoud van 2 zakjes marinademix voor saté. Laat een half uur staan. Bak de kipfilet in olie. Warm 2 bakjes satésaus à 500 gram op. Serveer met negen gebakken eitjes, vijf zakken kroepoek, ketjap en gebakken uitjes.
TU es
Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Sporten, in het bijzonder lekker voetballen bij de selectie van Stormvogels’28. Verder natuurlijk samen met vrienden gewoon leuke dingen doen. Wat moet je als student in Eindhoven zeker hebben gedaan? Een keer juist niet wegrennen of snel doorlopen als je Arnol Kox op zijn scootmobiel in de binnenstad tegenkomt. We hebben ooit met een paar studenten de tijd voor hem genomen en het was best grappig wat hij te vertellen had. Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan? De maan. Het lijkt me fantastisch om de aarde eens van boven te kunnen zien, anders dan met Google Earth. Wat zou je nooit weggooien? Geld. Wie weet wordt het ooit nog echt veel waard… Wat zou je na je bachelor of master willen gaan doen? Eerlijk gezegd heb ik nog geen idee. In ieder geval eerst genieten als ik mijn diploma op zak heb en dan kijken we wel verder… Met wie zou je graag een biertje willen drinken? Koningin Máxima. Zij en Willem-Alexander lijken me heel gewone mensen. Ik zou graag eens iets bij hen thuis met ze drinken. Ook om te zien of ze daar net zo zijn als in het openbaar, zoals nu bij de Olympische Spelen.
Jaap Arts (21 jaar) Eerstejaars masterstudent Operations Management & Logistics. Hij won vorige week de Nederlandse Scriptieprijs Logistiek voor zijn bachelorscriptie, waarvoor hij de kosten van voorraadbeheer bij een kantoorartikelenleverancier onderzocht.
Wat is de beste beslissing in je leven geweest? De keuze om in Eindhoven te gaan studeren. De gezellige Brabantse sfeer heeft daarbij de doorslag gegeven en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. De vraag ‘Wat is de beste beslissin g in je lev en geweest? ’ wil Jaap graag vervange n door ‘W elke bachelor/ ma gaan volg ster was je en als jou w bachelor/ master n iet bestond? ’ (TJ)
Student | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Wat is dat voor een huis? In een voormalige zusterflat in de Tongelrese buurt De Doornakkers huisvest Vestide sinds 1980 studenten. Alleen een plaatje ‘wandcontactdozen van de naaikamer’ in de meterkast in de kelder herinnert nog aan de voormalige bewoonsters. Tegenwoordig telt elke verdieping achttien studentenkamers. Een aantal bewoners van de tweede verdieping (unit 37 en unit 3) eet minstens één keer per week samen. Hoe vaak en met hoeveel mensen er samen gegeten wordt, hangt deels af van hoe druk de verschillende bestuursleden van onder meer Van der Waals, Demos, Fellenoord en Quadrivium het hebben. De twintig lege pizzadozen in de keuken zijn van een huisgenoot die er tijdens zijn bestuursjaar ‘een wat gezondere levensstijl’ op nahoudt - zo zeggen zijn huisgenoten sarcastisch. Wie is de chef? Terwijl Martijn de pindasaus bereidt, ingrediënten uitpakt en zijn aandacht tussen zeven pannen verdeelt, delegeert hij moeiteloos snij-, roer- en baktaken aan ganggenoten Mathijs Brands, Joris Verdult (beiden derdejaars Werktuigbouwkunde) en Loek Lamerichs (derdejaars Technische Bedrijfskunde Fontys). Martijn staat elke zaterdag in de keuken van een strandtent in Westenschouwen dus hij is wel wat gewend. Ook voor een viergangendiner voor dertig man draait hij zijn hand niet om. Elk jaar rond Kerstmis en Pasen kookt hij in zijn eentje een menu voor de flatbewoners plus aanhang.
Waar staat dit huis om bekend? In de keuken herinneren vijf emmers met sauzen (“Die moeten binnenkort maar eens weg”) aan de buurtbarbecue van afgelopen zomer. Deze barbecue, waarbij studenten en andere buurtbewoners elkaar beter kunnen leren kennen, wordt sinds 2011 door een aantal flatbewoners georganiseerd. Overigens bestaat het contact tussen de flatbewoners zelf vooral uit het samen eten. De maandelijkse flatborrel is de laatste tijd een beetje in het slop geraakt. Samen stappen doen ze eigenlijk alleen met carnaval. “We hebben wel eens een gangoverleg, dat ontstaat dan spontaan als twee mensen op de gang aan het praten zijn en er steeds meer deuren opengaan totdat we met z’n achten bij elkaar staan.” En hoe zit het met de naam? Waar de naam ‘De Druppel’ vandaan komt? De bewoners hebben geen flauw idee. Wel gebruiken ze sinds een paar jaar het logo van een druppel in de onderlinge communicatie en is de gezamenlijke feestkelder -afgelopen dinsdag de Mystery Room van Stukafesttoepasselijk ‘De Afvoer’ gedoopt.
Is het een mannenhuis? Eén muur van de gezamenlijke woonkamer is van boven tot onder beplakt met AH-voetbalplaatjes. Maar met vijf vrouwen en dertien mannen is de man-vrouwverhouding op de tweede verdieping beter dan op de TU/e, aldus Martijn. In het verleden is er door twee vrouwelijke bewoonsters wel eens een vrouwenavond voor de mannen georganiseerd. Met onder meer gezichtsmaskertjes en chocoladefondue.
Interview | Freke Sens Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar
[email protected]
En hoe is het in Addis Ababa? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Als ik dat in driehonderd woorden aan je uit zou kunnen leggen, dan zou Afrika Afrika niet meer zijn toch? Aangezien ik helaas niet de hele Cursor tot mijn beschikking heb om alle problemen en kansen voor een land als Ethiopië uiteen te zetten, beperk ik me voor deze keer tot dit stukje tekst. Aanschouw Addis Ababa in een notendop! Voor de dataverzameling van mijn master thesis woon ik ondertussen drie maanden in Addis. Ik onderzoek de mogelijkheden en barrières voor het opschalen van duurzame katoen en de rol van verschillende stakeholders zoals grote kledingmerken en ngo’s (niet-gouvernementele organisatie, red.) in dit proces. Ik heb me redelijk aan weten te passen aan een aantal ‘gebruikelijke’ zaken. Zo sta ik er niet meer van te kijken wanneer ik een ezel voorrang van rechts moet geven, voel ik me redelijk op mijn gemak als mijn collega’s me willen voeren tijdens de lunch (voor degene die echt denken dat ik gek ben: google ‘Gursha’), vind ik het prima om bij iemand op schoot te zitten in een lokaal busje en raak ik niet langer gefrustreerd wanneer er geen water, elektriciteit en telefoonconnectie is. Maar al woon ik hier nu enige tijd en heb ik heel wat van het land gezien door mijn veldonderzoek: dit land blijft me verbazen. Want hoe komt het toch dat het aanvragen van een ‘simpele’ telefoonkaart een complexe procedure is (inclusief kopie paspoort, pasfoto, iemand die garant voor me staat en een halve dag uit mijn neus eten in de telecomwinkel) terwijl er niemand een probleem van lijkt te maken wanneer ik het comfortabel vind om op het dak van een auto te reizen? Of kan iemand me uitleggen waarom de snelweg wordt aangeveegd door een leger aan vrouwtjes verpakt als mummies, terwijl er 100 meter verderop een vuilnisbelt in de fik staat ter hoogte van de Kilimanjaro? Dit zijn slechts twee van de vele vragen die ik mezelf dagelijks stel. Want ja, ik vraag me hier een hele hoop af. Maar wat is het een geweldige ervaring om iedere dag een beetje meer onderdeel van een compleet andere cultuur te mogen worden!
A studreinane Biemo nd, te I Scienncenovation s Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar
[email protected].
Foto | Bart van Overbeeke
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
18 | Mens
20 februari 2014 Donderdag
20 februari, 20.20 uu
Pecha Kuch
r. TAC Eindhove
a Eindhoven
n
#12 20 slides x 20 laat zich snel uiseconden: een goed idee tle gg unieke, grappi en! Na 400 se staat de volgen ge en creatieve conden pitches. langdradige ve de spreker al klaar. Geen rhalen, maar ee En tr ee : gratis n avond vol http://tinyurl. com/ohvd5e4
Ingmar Westerhof
“Carnaval is leuk, maar ik ben geen diehard”
don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic dem aca and c athleti have to. Symposiums, films, notify can You nl. at www.cursor.tue. to parties: you can find them all ail em an d sen ase ple , website e us of new events through our her will ine do so. Cursor Magaz
[email protected] if you want to s. ing pen ing hap publish a selection of upcom
r, 0-23.00 uu .0 1 2 , ri a ru feb ven Vrijdag k 9, Eindho ij td s e V , s café Movie
21
Pubquiz
21
Vrijdag februari, 21.00 -06.00 uur, Ten Hagestraa t 13, Eindhove n Mark
tactiviteit Su
perh
ens winnen tijd ams zijn te tv, film en polite 3 p to e , d voor sport uke prijzen actualiteit, mensen. roem! En le enis, entertainment, am van maximaal 5 e ig w u e e te d De rmeer een ht. Geschie de quiznig allemaal aan bod. Fo n e m tiek ko euro p.p. topia.nl Entree: driew.facebook.com/quiz w /w :/ http
elden-editie To the stars an vliegtuig, nee d beyond; is het een vogel marktactiviteithet is Superman. Het them is het een superhelden bedit jaar is Superhelden, oma van de tijd. Ieder team hoefte hebben aan een bi dat ook mogelijk bier zal aan zijn eigen kraam/bertje op zijn proberen weg ar zoveel te zetten. http://tinyurl. com/nwkwjug
, ruary b e F 26 pus esday TU/e cam n d e dW os, 25 an warte Do y a d unite , Tues ouse De Z ds re again. n e i r f lmh ood athon childh g mar 0h, Fi
24
ay Mond 21.4 end 20.00 rld’s
, five inkin crawl ing the dr b u p pic nt on try e g an e wo The fter attempetcionmes hell b titles a uro b s ar em h sub ers 7,50 e c t u 20 ye one of th D h , t n o e , n k o po ,50 eur whe lish s 3 e: Engstudents: a8tm g a u g 6 : n 9 e a o e L om/ nce f Entra //tinyurl.c : p t ht
Eerdere jaren vierde hij vier dagen carnaval ‘en dan was het wel weer genoeg geweest’. Dit jaar is wiskundestudent Ingmar Westerhof prins carnaval van studievereniging GEWIS en ‘moet’ hij zes dagen op stap. Hoewel prins Ingmar d’n Urste geen diehard carnavals vierder is, draagt hij de steek met evenveel enthousiasme als hij de rest van zijn drukke leven beleeft. Verdekt opgesteld op de boven verdieping van het Gaslab zag Ingmar Westerhof begin februari hoe dispuut GELIMBO met veel ceremonieel de nieuwe prins carnaval van GEWIS bekendmaakte. Van de honderd aanwezige GEWIS-leden wist bijna niemand dat de negentienjarige Veldhovenaar die avond tot prins gekroond zou worden. Tegenover zijn vrienden had hij zijn schijnbare afwezigheid met veel smoezen moeten verklaren. Een paar maanden daarvoor benaderden leden van GELIMBO (het dispuut dat binnen GEWIS de carnavalsactiviteiten organiseert) de tweedejaars student Technische Wiskunde met de vraag of hij prins wilde worden. Hij was vorig jaar wel op de carnavalsborrel van GEWIS geweest, maar de overige carna valsdagen was hij met zijn eigen
vriendengroep gaan stappen. Bovendien vindt hij carnaval ‘echt wel heel leuk, maar ik ben geen diehard’. Vroeger ging hij wel tijdens carnaval met zijn ouders mee, die lid waren van een carnavalsvereniging. “Maar echt fanatiek waren ze niet”, vindt Ingmar. “Eigenlijk ben ik pas actief carnaval gaan vieren toen ik op de middelbare school zat. Met een groep vrienden het Stratumseind op.”
groep van zijn middelbare school gaat hij, tussen de verplichtingen als prins door, ook dit jaar op stap. “We verkleden ons altijd collectief. Dit jaar gaan we als curlingteam De Theeleutjes, in roze tenues, met bezems en theepotten op wieltjes.”
Waarom ze hem dan toch vroegen en zijn naam al wekenlang rondzong onder GEWIS-leden? Hij weet het niet precies. “Ik ben best actief betrokken bij vereniging. En ik houd ook wel van gezelligheid en hoor geregeld van anderen dat ik zo enthousiast ben. Dat klopt ook wel een beetje”, voegt hij bescheiden toe.
Dat hij Technische Wiskunde ging studeren, lag niet voor de hand. “Ik heb heel lang getwijfeld tussen de muziek en de wiskunde. In de vijfde klas heb ik toelating gedaan voor de vooropleiding van het conservatorium. Hoewel ik was aangenomen, heb ik uiteindelijk toch voor de wiskunde gekozen. Vooral omdat dat meer zekerheid bood.”
Ingmar stemde toe, omdat hij ‘nu eenmaal gevraagd was en omdat het hem mooi leek het gezicht van de vereniging te zijn’. Als Prins Ingmar d’n Urste gaat hij donderdag voor carnaval langs bij het College van Bestuur en geeft hij acte de présence op de eigen carnavals borrel. Vrijdag gaat hij met de leden van GEWIS de Eindhovense kroegen af, zaterdag worden de Eindhovense carnavalsverenigingen bezocht en maandag gaan ze met z’n allen naar Maastricht. Met de hechte vrienden
Tussen muziek en wiskunde
In eerste instantie wilde hij naar de lerarenopleiding Wiskunde. Naast het aanstekelijke enthou siasme van zijn eigen wiskunde leraar, had dat te maken met het plezier waarmee hij zelf anderen iets bijbrengt. Zo geeft hij al sinds zijn dertiende judoles aan kinderen. “Maar toen ik een dag meeliep op de lerarenopleiding, merkte ik dat het daar vooral om het leraar-zijn draait en weinig om de wiskunde.”
Toen hij erachter kwam dat de TU/e ook een educatieve master aanbiedt, was de keuze snel gemaakt. “Ik vind het allemaal interessant en boeiend. Nu wil ik in de wiskunde verder, de analysekant op. Maar ik houd de optie open om voor de klas te staan.” De overgang van de middelbare school naar de universiteit verliep soepel en al snel werd hij actief lid van verenigingen en commissies. “Het is heel erg vanzelf gegaan. In de pauzes zat ik toch al in MetaForum. Of je dan ergens in een vergaderzaaltje zit om commissie zaken te bespreken of dat je ergens zit te kaarten, maakt in principe weinig uit.” Hij is nu lid van de introcommissie en de taartenbakcommissie van GEWIS, begeleidt als studentmentor een groepje eerstejaars en zit in het voorlich tingsteam van de TU/e.
“Ik heb geen behoefte aan niks doen” Ook buiten zijn studie zit hij niet stil. In de weekenden reist hij op en neer naar zijn vriendin Lianne in Krommenie, die Technische Wiskunde in Delft studeert.
Zelf woont hij bij zijn ouders in Veldhoven. In zijn vrije tijd speelt hij altsaxofoon en piano, is hij actief lid van een harmonie en een big band, werkt hij bij een groenteboer, judoot hij, geeft hij judoles en wiskundebijles. “Het komt nooit voor dat ik een dag niks te doen heb. Maar daar heb ik ook geen behoefte aan. Judo doe ik om mijn energie kwijt te kunnen na een hele dag stilzitten. Het verenigingsleven is er voor de gezelligheid en om nieuwe mensen te leren kennen. Muziek maken is voor mij mijn hoofd leegmaken. Het zijn allemaal verschillende behoeftes.” Spijt dat hij niet in de muziek is verdergegaan, heeft hij overigens niet. Wie denkt dat de fanatieke muziekliefhebber tijdens carnaval ook wel eens in optochten meeloopt, komt bedrogen uit. “Ik heb een keer met de harmonie in de optocht in Veldhoven meegelopen, maar het was toen zo ontiegelijk koud dat ik me heb voorgenomen dat nooit meer te doen.” En carnavalsmuziek? “Leuk, maar ook alleen voor die vier dagen per jaar.”
Interview | Freke Sens Foto | Bart van Overbeeke
25
Dinsdag februari, 20.00-22.15 uur, de Oude Rechtbank, Stratumseind 32, Eindhoven
Leven op Mars
8.00 uur, bruari, 09.30-1 fe 5 2 g a d s in D Hoofdgebouw Auditorium en
Met ruimtesondes en robots onderzoeken we de rode planeet en speuren we naar sporen van leven. Als het aan de initiatiefnemers van het Mars One-project ligt gaan wij, mensen, er zelf leven. 2023: the next giant leap for humankind! Aanmelden via
[email protected] Entree: gratis http://tinyurl.com/poznf6t
g
Bedrijvenda
torium uari in het Audi dag op 25 febr end worden door en ijv dr Be de zal geop Kom naar 0 bedrijven zich ebouw. De dag en het Hoofdg gehele dag zullen ruim 13 naast zullen Frits Wester. Deor middel van stands. Daar teren tijdens presenteren dobedrijven zichzelf ook presen zalen van het verschillende presentaties in de college bedrijven, ga ode du alles riënteer je op Auditorium. O n met de recruiters en kome aa ig k st re om sp le toek een ge met jouw potentië te weten over dag zal worden afgeslotenborrel De n s. ee er or ev do kg d er lg w ir einde gevo een spectacula m. riu to di Au in het gratis Entreekosten: ervingsdagen.nl .w w w /w :/ http
Dinsdag 25 februari, 21.00-02.00 uur, ’t Lempke, Stratumseind
Februari-feest: Bad Hair!
E.S.T. Fellenoord houdt op dins dag 25 februari een open feest met als thema ‘Bad Hair!’ in ‘t Lempke op Stratumseind. Heb jij die avond niks te doen en heb je zin in een Kom dan naar ‘t Lempke met je te gek feestje? slechtste kapsel en ga helemaal los! Entree: gratis http://www.fellenoord.nl/jooml a/