THEMA hanzelijn V E E RT I G S T E U I T G AV E O V E R > D E C E M B E R 2 0 1 2
>
Een nieuwe lijn
Aan het einde van negentiende eeuw werd nog hard gebouwd aan een netwerk van spoorwegen door heel Nederland.
Hoewel het rijk streefde naar één Hollandsche IJzeren Spoorweg maatschappij en één Staatsspoorwegen, schoten
^ Luchtfoto van
de particuliere maatschappijen nog als paddestoelen uit de grond. Eén ervan maakte een kortsluiting op de lijnen
station Kampen en
tussen Utrecht-Amersfoort-Zwolle en Amsterdam-Amersfoort: bij Den Dolder boog de lijn af via Soestdijk en Soest
omgeving. Het tracé
naar Baarn. Deze Utrechtse Lokaalspoorwegmaatschappij was een initiatief van directeur Staatsspoorwegen
van de ‘bypass’, de
Cluysenaer en spoorwegondernemer Van den Wall Bake, een duo dat ook lijnen aanlegde in Zuid-Afrika en Ned.
A50 en de Hanzelijn
Indië. Spoorwegbouw was ondernemen, vaak particulier, en het benutten van kansen in het netwerk.
komen hier bij elkaar. Kunstige kunstwerken
Nu, aan het begin van de 21ste eeuw, is een nieuwe afkorting tussen de genoemde twee spoorlijnen tot stand gebracht, nu tussen Weesp en Zwolle. Van de stations van toen, zijn alleen Amsterdam en Zwolle nog dezelfde. Van de oude tracés gebruiken we op de nieuwe lijn nog het belangrijke stuk door het Naardermeer en het stukje noordelijk van de IJsselbrug. Van Weesp tot de IJssel is alles nieuw: de afbuiging bij Weesp naar het noorden, de passage bij de Hollandse Brug, de lijnen langs en door Almere, Lelystad, Dronten en Kampen met de bijbehorende stations. Geen particulier initiatief deze keer, maar een decennia durende operatie als onderdeel van een rijksvisie op ruimtelijke planning. De lijntracés werden al gereserveerd bij de aanleg van de polders, want zij waren voorzien in de Nota’s Ruimtelijke Ordening, waarin het rijk vroeger zijn planningsvisies voor de lange termijn neerlegde. In het eerste decennium (1980-90) kwam alleen het deel van de lijn tot Lelystad gereed. Een blindedarm die de focus van de ontwikkeling van de Flevolanden op de Randstad accentueerde. Zo’n jaar of tien geleden werd ons de Hanzelijn aangekondigd: van Lelystad via Dronten en Kampen door naar Zwolle. Weg met de stop in Hilversum (2 min.), de overstaptijd in Amersfoort (3 min.), de vertragende bocht bij Harderwijk (1 min.) en met extra tijdwinst door de modernere lijn, nieuw materieel en de nieuwste beveiligingstechnieken. Amsterdam zou zomaar 20 minuten dichter bij Zwolle komen te liggen (en bij Assen, Groningen,
Leeuwarden…). Over de komst van lijn was nog niet besloten of ‘het noorden’ roerde zich: werd het niet eens tijd voor de ‘Zuiderzeelijn’, een doortrekking van de lijn van Lelystad via Emmeloord en Lemmer naar Groningen en Leeuwarden? Die lijn had de Nota’s ruimtelijke ordening niet gehaald en er waren geen gereserveerde tracés. Van het smartegeld dat het noorden bedong na het vaarwel aan deze variant, worden nu talloze rotondes, rondwegen en andere infra in dat noorden aangelegd. Spoorwegen: dat is nu landspolitiek. Zelfs over het achterwege blijven van de modernste beveiliging, die leidt tot een lagere topsnelheid en dus minder tijdwinst, wordt de minister in het parlement gekapitteld: zoveel miljarden en dan nog geen 20 minuten?!
en treffende illustratie van het begrip “SLOAP”: space left over after planners
> Detail tunnelgebouw
Sinds een eeuw is de aanleg van een spoorlijn dus een bijzondere gebeurtenis. Een paar factoren maken de aanleg in zekere zin routineus: de planologische reservering van het tracé in de polders, de enorme ervaring die er is met de civieltechnische aspecten van de onder- en bovenbouw en de lange traditie van de Nederlandse Spoorwegen met het ontwerpen van fatsoenlijke stationsgebouwen. Hoewel die traditie in het tijdperk van privatisering onder druk staat, is het bij de Hanzelijn niet al te zwaar geweest om de ontwerpkwaliteit van viaducten, tunnel en stations te organiseren. Een gemeenschappelijk welstandskader van de betrokken gemeenten droeg daaraan bij. Ambities van alle partijen om de nieuwe passage over de IJssel goed te ontwerpen, heeft geholpen om deze historische plek in het spoorwegnet van een prachtig brugontwerp te voorzien. De uiteinden van de lijn zijn nog niet klaar: station Amsterdam CS ondergaat nog een open hart- en darmenoperatie en station Zwolle werkt nog aan een tunnel die past bij de hernieuwde status als spoorwegknooppunt benoorden de IJssel.
Drontermeer (Tjerk van de Lune)
Voor Het Oversticht betekent de ingebruikname van de Hanzelijn de afsluiting van een plezierig en effectief kwaliteitstraject. Maar ook een nieuwe verankering in ons netwerk van de Flevolandse gemeenten Dronten en Lelystad. Informatie > Dirk Baalman n
[email protected]
< Station Lelystad (R. Steenhuis)
Over >
3
december 2012
december 2012
Over >
2
Een spoorlijn bouwen
D o o r P e t r a Ve r s l u i s
‘Hanzelijn valt 90 miljoen goedkoper uit dan begroot’, kopten diverse kranten medio oktober. Een van de redenen is een aantal meevallers in de aanbesteding. Wij vleien ons met het idee dat ook het bijzonder soepel verlopen welstandstraject, waarbij op initiatief van Het Oversticht een overkoepelend Kwaliteitsteam in het leven geroepen werd, positief bijdroeg aan de beheersbaarheid van het traject. Een interview met Peter Strijker, voormalig secretaris van het Kwaliteitsteam Hanzelijn.
Drontermeer
EEN APART KWALITEITSTEAM, BOVENOP DE BESTAANDE WELSTANDSCOMMISSIES, WAT IS DAAR DE MEERWAARDE VAN? De Hanzelijn loopt door vijf gemeenten en drie provincies. Daarbij zijn er ook objecten, denk aan de IJsselbrug tussen Hattem en Zwolle en de Drontermeertunnel, die in de ene gemeente beginnen en in de andere eindigen. Het Oversticht heeft destijds samen met het Gelders Genootschap het initiatief genomen om gemeenten warm te maken voor een overkoepelend welstandsteam. Het ging om een niet alledaagse opgave waar specifieke kennis voor nodig was. Bovendien voorzag Het Oversticht een lastig traject als alle commissies separaat zouden adviseren. De meerwaarde was dus vooral winst van tijd en specifieke kennis. Eind 2005 zijn we gestart met een team waarin o.a. Jan Wabeke zat met kennis van spoorlijnen en rijkswegen; Jan Garvelink, (voorheen werkzaam bij HollandRailconsult); landschapper Antony Marcelis en ik zelf, met zowel kennis van stedenbouw als architectuur en ervaring als welstandscommissielid. HOE ORGANISEER JE DAT WELSTANDSCOMMISSIES ZICH CONFORMEREN AAN JE ADVIES? Dat hebben we gedaan door het opstellen van een protocol, waarin de taak, de samenstelling van het team en de samenwerking en verantwoordelijkheden met de gemeentelijke welstandscommissies is vastgelegd. Verder zijn er criteria opgesteld in het ‘Rapport Welstandscriteria Hanzelijn’. Deze zijn door alle betrokken gemeenteraden vastgesteld. Welstandscommissies behielden zich het recht voor om het niet eens te zijn met het advies. Overigens is dit in de praktijk maar één keer, op een klein onderdeel, voorgekomen. Dat heb ik persoonlijk via overleg kunnen oplossen. Een belangrijk element is het overleg geweest. Ik bracht de commissies zo vroeg mogelijk op de hoogte van specifieke onderwerpen met daarbij de uitgangspunten die we van ProRail ontvangen hadden. Zo neem je mensen mee in het proces.
DE HANZELIJN LOOPT DOOR EEN PRACHTIG LANDSCHAPPELIJK GEBIED. HEEFT HET KWALITEITSTEAM SPECIFIEKE AANDACHT GEHAD VOOR DE INPASSING VAN DE LIJN IN HET LANDSCHAP? Niet alleen wij, maar ook ProRail heeft dit op een zo goed mogelijke manier gedaan. Voor verschillende trajecten heeft ProRail speciaal landschapsmensen ingehuurd. Wat ik zelf erg geslaagd vind, is het stuk waar de lijn door oostelijk Flevoland loopt, langs de Zwolse Tochtvaart. Daar is een fietspad naast aangelegd. Erg goed gedaan. Als commissie hebben wij met name een aandeel kunnen leveren aan het verbeteren van de inpassing van ingewikkelde knooppunten, zoals de kruising Lelystad, Rijksweg 6. Je hebt daar te maken met een weg die door bos gaat en over water. Voor dit onderdeel is een speciaal landschapsplan gemaakt en is er een goede samenhang ontstaan.
december 2012
december 2012 ^ Tunnel
KLINKT ALS EEN WELSTANDSWALHALLA… Nou, we hebben wel wat hobbels moeten nemen. Vooral in het begin. ProRail had, toen we begonnen, al een eigen architect aangezocht: Peter Drijver. Hij was aangesteld als conditionerend vormgever. Dat was voor ons beiden natuurlijk spannend. Hoe zouden we reageren op elkaars rol? Peter Drijver had al richtlijnen voor verschillende onderdelen van de Hanzelijn opgesteld. Die richtlijnen waren naar onze mening vrij algemeen en soms zo abstract, dat e.e.a. door ons, in samenwerking met gemeenten, verduidelijkt werd in het eerder genoemde rapport met welstandscriteria. Zo was een richtlijn voor het tunnelgebouw bij de Drontermeertunnel: ‘refererend aan de landschappelijke bebouwing’. Dat resulteerde aanvankelijk in een boerderij-achtig gebouw, dat niet in het welstandskader paste. Een ander probleem diende zich aan doordat via de Designen Constructmethode de betrokken aannemers een kant-enklaar plan aanleverden onder het motto: “We hebben geen tijd te verliezen”. Bovendien misten we soms stukken om, bijvoorbeeld de inpassing in het landschappelijk gebied, goed te kunnen beoordelen. Dat is bijgesteld. ProRail en Peter Drijver zagen kans om de plannen gefaseerd bij onze commissie aan te reiken, zodat een goed gestroomlijnd proces ontstond. Een mooi voorbeeld is het uiteindelijke tunnelgebouw, want na de eerste mislukking heeft Tjerk van de Lune van Movares een prachtig gebouw ontworpen. Hij ontwierp samen met landschapsontwerper Geert de Vries van studioSK de techniekgebouwen in samenhang met het omliggende landschap en ontving hiervoor de internationale Brunel Award.
Over >
5
Over >
4
^ Station Kampen Zuid (Tjerk van de Lune)
WAT VIND JE PERSOONLIJK HET MEEST GESLAAGDE ONDERDEEL VAN DE HANZELIJN IN RELATIE TOT JULLIE INSPANNINGEN ALS KWALITEITSTEAM? Hm. Ik twijfel tussen de IJsselbrug, een schitterend ontwerp waarvoor een prijsvraag is uitgeschreven en een speciaal Kwaliteitsteam voor in het leven is geroepen en het Stationsgebouw Kampen Zuid. Dat laatste is misschien geen spectaculair ontwerp, maar wel een goed ontwerp en voor mij een pareltje van de Hanzelijn, ook van de hand van Tjerk van de Lune. Een verrijking, zeker als je bedenkt dat het oorspronkelijke tracébesluit van de minister (financieel) uitging van een soort abri. Een verrijking waar Peter Drijver zich al sterk voor heeft gemaakt. Maar wat ik niet onbenoemd kan laten is de trits van kunstwerken op het oude land nabij Kampen. In een kwetsbaar, oud polderlandschap is op een zorgvuldige en tegelijkertijd stoere manier een serie viaducten ontworpen door Maurice Nio. Waaronder een trogvormig kunstwerk. Echt de moeite waard. NU TERUGKIJKEND OP HET HELE PROCES: VOOR HERHALING VATBAAR? Ja zeker, zo’n model met een overkoepelend Kwaliteitsteam heeft zijn waarde bewezen en is zeker de moeite waard om bij projecten die zich over meerdere gemeenten uitstrekken toe te passen, zoals de aanleg van spoorlijnen, hoogspanningsmasten, wegen en geluidsschermen.
Informatie > Frank van Unen n
[email protected]
“Werken met een dergelijk kwaliteitsteam is een prima constructie gebleken”, aldus Alwies Derksen, vakspecialist planologie van ProRail. “Toen het kwaliteitsteam kwam, hadden wij al Peter Drijver van Scala Architecten om als ProRail onze verantwoordelijkheid voor de vormgeving van de Hanzelijn te nemen. Er was toen net tot aanbesteding in D&C besloten. Wij probeerden daarvoor een invulling te vinden die de aannemers ruimte gaf met behoud van vormkwaliteit. Wij waren daarin in overleg met de afzonderlijke gemeenten een eind mee gevorderd. De komst van het kwaliteitsteam leverde daarom in het begin wat spanning op. Maar toen iedereen goed in zijn rol zat, werkte het uitstekend. Het kwaliteitsteam heeft meerwaarde gehad. In plaats van met vijf gemeenten afzonderlijk te praten, hadden we nu een duidelijk platform, aanspreekpunt en korte lijnen. Maar belangrijker is misschien nog wel dat we dankzij de discussies een kwaliteitsslag hebben gemaakt. Daarbij hebben we er bewust voor gekozen om soms – denk bijvoorbeeld aan de tunnelgebouwen bij het Drontermeer – meer te investeren.”
STATION KAMPEN STATION LELYSTAD
STATION DRONTEN STATION ZWOLLE
Bedrijventerrein wordt woongebied
Komst Hanzelijn impuls voor verdere stadsontwikkeling Dronten
Wie dagelijks naar Dronten rijdt, ziet de open ruimte van de polder langzaam kleiner worden. Deels komt dat doordat het landschappelijke groen van de singels en wegen volwassen gaat geworden, deels ook door de nieuwe windmolens. Daar komt bij dat er meer en grotere agrarische schuren in het buitengebied zijn geplaatst. De meest drastische verandering van het beeld echter, wordt veroorzaakt door de aanleg van de spoorlijn. Deze is met zijn talud en bovenleiding, een markant lint in het landschap geworden. Door dijklichamen, tunnels en viaducten golft de spoorlijn door het vlakke polderland. De blik vanuit de trein moet fantastisch zijn.
Tekeningen: BDP.khandekar
Bij het realiseren van Dronten heeft de afgelopen vijftig jaar de nadruk gelegen op het hart van de stad, groene wijken daaromheen en de ligging nabij de invalswegen. Met het realiseren van het nieuwe stadshart, het winkelcentrum Suydersee, heeft Dronten het laatste decennium een nieuw elan gekregen. Een dergelijke metamorfose kan de komende jaren opnieuw plaatsvinden door de herontwikkeling van het gebied tussen het nieuwe treinstation en het oude vernieuwde stadscentrum. Station Dronten is ontworpen door architect Tjerk van de Lune van Studio SK. Het ontwerpbureau legt bij haar ontwerpen het accent op de kwaliteit voor het publiek en heeft diverse stationsgebouwen in Nederland ontworpen, waaronder ook recent, station Kampen-Zuid. Het ontwerp in Dronten bestaat uit een groot viaduct (kunstwerk) met een overspanning van ruim 55 meter, 7 meter boven het maaiveld. Er zijn in totaal vier sporen: twee perronsporen en twee
inhaalsporen. Zo kunnen doorgaande treinen de stoppende treinen gemakkelijk passeren. Het station heeft over een deel van beide perrons een overkapping. De architectuur van het station is uitnodigend, overzichtelijk, functioneel en sober.
december 2012
december 2012
>
De stad Dronten ligt centraal in Oostelijk Flevoland. De polder die in hoofdzaak ontwikkeld is voor de landbouw. Door de ligging van Dronten midden in het open akkergebied is een stad ontstaan met veel maatschappelijke voorzieningen. Zo ontstond in het wassende stedelijke groen een aantrekkelijk woonmilieu in de weidsheid van de polder.
Over >
7
Over >
6
Bovenaan, bij het station aangekomen, valt de grote open ruimte op tussen de perrons, maar ook het voor Dronten ongebruikelijke uitzicht. Qua ontwerp en detaillering zijn de stations Dronten en Kampen duidelijk verwant. Het voor de gevels gebruikte rode baksteen is uniek in de huidige Nederlandse stationsarchitectuur. Het gebouw krijgt er een eigentijdse uitstraling mee, maar legt ook een link naar de architectuur van het nieuwe stadshart en winkelcentrum Suydersee. Met de komst van het station is er naast het nieuwe winkelcentrum Suydersee, een tweede plek in Dronten gekomen, die veel mensen trekt. De stad moet opnieuw bepalen hoe de bestaande ruimte, tussen stadshart en station, moet worden ingevuld. Begin januari 2010 heeft de gemeenteraad hiervoor keuzes gemaakt. Zo zal er in de omgeving van het station ruimte komen voor scholen. Verschillende bestaande scholen uit de kern van Dronten worden op termijn naar het stationsgebied verplaatst. Ook zijn de uitgangspunten voor de inrichting van het stationsgebied bepaald. Een heel belangrijke ontwikkeling is daarbij de transformatie van het bestaande bedrijventerrein tussen de Lage Vaart en de Gruppo tot een woongebied. De nieuwe wijk Hanzekwartier komt gedeeltelijk aan het water van de Lage Vaart te liggen. Door deze ligging heeft het gebied bijzondere kwaliteiten. Het is centraal gelegen, nabij het stadscentrum en het openbaar vervoer. De huidige infrastructuur van het gebied heeft daarbij invloed gehad op de vormgeving van de nieuwe wijk. Het totale plangebied wordt
Tekeningen: BDP.khandekar
opgedeeld in deelgebieden. De vormgeving van elk deelgebied komt voort uit de gewenste functie voor de plek en de wensen voor ruimtelijke kwaliteit. In tegenstelling tot Lelystad en Almere biedt Dronten naast het station parkeerruimte voor auto’s. Het busstation is zo ontworpen dat het bij grote evenementen als Lowlands, dienst kan doen als mega vervoersknooppunt. Langs de busbaan komen zes grote busabri’s te staan die speciaal ontworpen zijn voor het treinstation Dronten. Hiermee krijgt Dronten samen met het nieuwe station haar eigen beeldmerk. De aanpak van het busstation spiegelt de ambitie van Dronten.
Informatie > Herman Dekkers n
[email protected]
STATION KAMPEN STATION LELYSTAD
STATION DRONTEN STATION ZWOLLE
Zwolle herziet stationsgebied
Vanwege de komst van de Hanzelijn wordt een forse toename verwacht van het aantal reizigers; nu passeren 80.000 OV-reizigers per dag, in 2030 worden dat er naar verwachting 100.000. Dat vraagt om veel aanpassingen met name daar waar de reizigersstromen zich begeven naar de (nieuwe) perrons. Meest ingrijpende aanpassing is de reizigerstunnel. Deze wordt verbreed van 7 naar 17 meter. Tijdens de bouw van de tunnel moeten de reizigers gebruik maken van een tijdelijke traverse, gebouwd over de sporen. De bijzondere aankleding, met beeldreproducties van museum de Fundatie, maakt van deze oversteek, ondanks de hoge trappen, een aangename passage. De welstands-/monumentencommissie heeft enige malen met de architect, de heer Meulderink van Arcadis, over de plannen gesproken en heeft waardering voor de kwaliteit hiervan. Bijzondere aandacht kregen de verlichting en de toetreding van daglicht in de tunnel, voor het verblijfsklimaat in de tunnel is dat van groot belang. De presentatiebeelden laten overzichtelijke lichte ruimtes zien. Het zal nog even duren voordat de tunnel, nu nog in aanbouw, opgeleverd zal worden. Een indruk is alvast te krijgen op de site van ProRail, www.prorail.nl Het stationsgebouw zelf ondergaat nauwelijks enige verandering. Het is een rijksmonument, gebouwd in 1868 naar ontwerp van architect Nicolaas J. Kamperdijk. De relatie van de tunnel met het stationsplein wordt gemarkeerd door een reeds bestaande immense luifel. Eenmaal op het Stationsplein, blijkt het voor reizigers lastig de weg naar de binnenstad te vinden. Zwolle onderkent dit probleem en is nu bezig met het verbeteren van de route van het station naar de Zwolse binnenstad. Daarbij gaat de gemeente nog een stap verder door te kijken of men bezoekers al bij het verlaten van het station het gevoel kan geven dat ze in de Zwolse binnenstad zijn. Bijzonder in dit proces is de organisatie van een kwaliteitsdebat, uitmondend in een nota van aanbevelingen voor verbetering van de route van station naar de binnenstad. Naast verschillende belangengroeperingen als Zwolse
Gehandicaptenraad en Vrienden van de Stadskern, nam ook Het Oversticht deel aan dit debat. Het station ligt ten zuiden van het stadshart en aan de rand van het beschermde stadsgezicht. De Stationsweg – de entree naar de stad – krijgt allereerst een chique uitstraling dankzij nieuw trottoirplaveisel, betere, aantrekkelijke en tevens duurzame verlichting en een meer groene aankleding van het straatprofiel. Ook het wandelpad langs de stadsgracht wordt verbreed en voorzien van hetzelfde plaveisel als de Stationsweg. De alternatieve route via de monumentale Sassenpoort wordt nu gelijk qua uitstraling en beleving als de ‘bestaande’ route via de Luttekestraat. De kunstcommissie onderzoekt de mogelijkheden de route te maken tot een kunstroute die bezoekers leidt van station naar het binnenkort te openen verbouwde museum De Fundatie.
december 2012
Met de komst van de nieuwe Hanzelijn staan het Zwolse spoorwegknoopppunt ingrijpende veranderingen te wachten. Waar het allemaal begon in 1864 met de ingebruikname van de spoorlijn Utrecht-Kampen, wordt nu de zoveelste stap gezet in de geschiedenis van dit in Nederland belangrijke spoorwegknooppunt. Het stationsgebied is een van de belangrijkste ontwikkelingsgebieden van Zwolle. Het gebied, een infrastructureel knooppunt, ligt strategisch tussen de historische binnenstad en de wijken Hanzeland en Zwolle–Zuid en in de buurt van het fraaie IJssellandschap. Bovendien vormt station Zwolle een scharnierpunt tussen Noordoost Nederland en de Randstad.
Over >
9
<
december 2012
Over >
8
Wat nog niet direct kan worden gerealiseerd, is een herinrichting van de busstationslocaties voor het stationsgebouw en langs de Oosterlaan. In het Zwolse project Spoorzone zal het busstation op termijn verhuizen naar de zuidkant van het spooremplacement en ontstaat de mogelijkheid ook de dan vrijkomende locaties, die zo belangrijk zijn voor de uitstraling van de stad, een ruimtelijke kwaliteitsslag te laten ondergaan. Voor de integrale ontwikkeling en realisatie van de gehele Spoorzone Zwolle, een plangebied van 5 km. lang en 350 meter breed, werkt de gemeente nauw samen met de provincie Overijssel, NS, ProRail en de Rijksgebouwendienst. Informatie > Guus Geerdink n
[email protected]
STATION KAMPEN STATION LELYSTAD
STATION DRONTEN STATION ZWOLLE
Van station naar stad
Misschien dat de komst van de Hanzelijn voor de gemeente Kampen wel het meest ingrijpend is. Het bekende, oude station aan het spoorlijntje Kampen-Zwolle, verandert van betekenis, nu de Hanzelijn Kampen ontsluit ten zuiden van de IJssel. Net als in Dronten is hier de opgave om het gebied tussen station en centrum (opnieuw) te ontwikkelen. De bezoeker die uitstapt bij treinstation Kampen-Zuid komt in de toekomst aan in een stedelijk gebied met een mix van wonen, winkels en voorzieningen. Maar zover is het nog niet… Tijdens de realisatieperiode zal het gebied lange tijd het aanzien hebben van een braakliggende bouwplaats. Omdat dit natuurlijk niet het visitekaartje is dat de gemeente Kampen wil afgeven, heeft de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente Kampen initiatief genomen voor een bijzondere schutting die de bouw van de nieuwe wijk aan het oog onttrekt: een schutting van 3 meter hoog en 100 meter lang, waarop kunstenaar Timon Schellingerhout, samen met Cem Ulucan en Gera Baas, de Kamper geschiedenis verbeelden. Voor het nu nog braakliggende nieuwe stationsgebied is een stedenbouwkundig plan ontwikkeld voor winkels en woningbouw, uitgewerkt in het ‘Beeldregieplan Stationsomgeving Hanzelijn Kampen’ (Quadrat). De stedenbouwkundige opzet van het gebied Stationsomgeving is divers en kleinschalig met een variatie aan stedelijke ruimtes. De architectuur sluit daarbij aan en verwijst naar de maat en schaal van gebouwen in de Kampense binnenstad.
Met zoveel variëteiten is het extra belangrijk om toch eenheid en samenhang te creëren. Daarom is gekozen voor toepassing van één materiaalpalet van baksteen, gecombineerd met incidenteel gepleisterde of gekeimde gevels. Langs de ontsluitingsweg naar het station, het stationsplein en de winkelstraat is de bebouwing aaneengesloten. Gevelwanden vormen hier de stadsruimten. In het noordoostelijk deel komt een meer open bebouwing met ruimte voor groen door bomenlanen, grasbermen en huizen met voortuinen. Op een markante plek in deze groenzone komt het Hoornbeeck College. Een prijsvraag leverde het ontwerp voor dit nieuwe schoolgebouw op. Op het moment van de prijsvraag was het Beeldregieplan nog niet vastgesteld. Het uiteindelijke ontwerp wijkt hier op sommige onderdelen van af. Bijvoorbeeld als het gaat om het monolithisch karakter van het gebouw en de inrichting van het schoolplein. Voor een betere inpassing bij de omgeving adviseerde de commissie een landschapsarchitect te raadplegen. Inmiddels is de commissie, na de aanpassingen van Architectenburo Roos en Ros en de inzet van een landschapsarchitect, blij met het uiteindelijke plan: een ontwerp van goede kwaliteit met een stevig en duidelijk concept, goed reagerend op de omgeving, herkenbaar als school en met een sterke relatie tussen binnen en buiten. Informatie > Marieke ten Hove n
[email protected]
Over >
11
december 2012
december 2012
Over >
10
voor stedenbouwkundige
>
Komst Hanzelijn zorgt ontwikkeling zuidkant Kampen
STATION KAMPEN STATION LELYSTAD
STATION DRONTEN STATION ZWOLLE
Dronten passeert een station
Als er één stad klaar zou moeten zijn voor de Hanzelijn, dan is het Dronten. Al op de eerste stedenbouwkundige schetsen uit 1958 staan de spoorlijn en een station ingetekend. Niemand had destijds kunnen voorzien dat het zo lang zou duren voor Drontenaren eindelijk de trein kunnen nemen. De plaats viert dit jaar haar 50-jarige jubileum en bijzondere ontstaansgeschiedenis. Met het bereiken van deze leeftijd maakt Dronten zich op voor een erfgoedbeleid. Het Oversticht kreeg opdracht voor de inventarisatie en waardering van het ruimtelijk erfgoed binnen de bebouwde kom van de drie kernen Dronten, Biddinghuizen en Swifterbant. 13
Ontwerpprincipes
Structuurschets Dronten (J. van Tol 1959)
Om dit erfgoed goed te kunnen beoordelen, is gekeken naar de ontwerpprincipes van de gemeente. De polder Oostelijk Flevoland viel in 1957 droog. Drie jaar later begon de uitgifte van gronden. De eerste plannen voor het gebied bestonden uit één gewestelijk centrum Lelystad, één polderstadje Dronten en een aantal woonkernen voor de voorzieningen in de dagelijkse levensbehoeften. Met de inrichting van de drie kernen in de gemeente Dronten werd een breuk gemaakt met de traditionele stedenbouwkundige opzet van de dorpontwerpen in de eerdere polders. Aan de inrichting lagen flexibele structuurplannen ten grondslag, die door drie verschillende ontwerpers zijn uitgewerkt. Desondanks zijn in de kernen vergelijkbare inrichtingsprincipes gehanteerd. In tegenstelling tot de eerdere polderdorpen was het ontwerp niet alleen in handen van stedenbouwkundigen, maar werd
er nauw samengewerkt met landschapsarchitecten waardoor openbare groenstructuren een belangrijke plek innemen. De kernen kennen een heldere scheiding tussen de functies wonen, werken en recreëren. De ontsluiting geschiedt door duidelijk herkenbare hoofdwegen met brede groenstroken die als buffer fungeren voor de aangrenzende bebouwing. Net als bij oude kernen op het vaste land zorgen zichtlijnen op de kerktorens voor de oriëntatie. In antwoord op de groeiende vrije tijd en maatschappelijke belangstelling voor recreatie zijn bij de kernen uitgebreide dorpsbossen aangelegd, die de overgang vormen tussen het open polderlandschap en de bebouwde kom.
Ingetogen monumentaliteit Tijdens de inventarisatie is naast de stedenbouwkundige inrichting- en ontwerpprincipes vooral gekeken naar individuele bebouwing en woningcomplexen. De drooglegging van het oostelijk deel van de Flevopolder begon vanaf een werkeiland bij Ketelhaven. De eerste huizen op de dijk uit 1953 hebben nog een traditionele uitstraling, volgens de romantische opvattingen van de Delftse School. Deze maakten in de rest van de polder plaats voor moderne ontwerptrends, waarmee in Nagele al was geëxperimenteerd. Traditionele woningen met zadeldaken werden afgewisseld door functionele 'blokkendozen’ waarin de overige functies zijn ondergebracht, zoals scholen, kerken, een bibliotheek of gezondheidscentrum. De meest in het oogspringende functionele gebouwen in Biddinghuizen en Swifterbant zijn de tractorshowrooms met benzinepomp aan de entree. In Dronten is het meest bekende en opvallende gebouw de Meerpaal. Architect Frank van Klingeren (1919-1999) baseerde het concept op de Griekse Agora: een overdekt en verdiept liggend plein met een theater. De Meerpaal bood, en biedt nog steeds, onderdak aan een ongekende combinatie van functies, van markt en caféterras tot sportruimte en tv-studio. Door de tv-programma’s met Dick Passchier (“hier vanuit Dronten, vanuit de Meerpaal”) heeft het gebouw een onuitwisbare indruk achtergelaten bij generaties Nederlanders. De kernen waren bij de inrichting voornamelijk bedoeld voor de huisvesting van landbouwarbeiders met grote gezinnen en een laag inkomen. Daar werd op ingespeeld door woningen te bouwen met ruime plattegronden en een kenmerkende, maar eenvoudige Wederopbouw architectuur. Een goed voorbeeld daarvan zijn de eerste woningen rond het centrum, zoals aan De Oost en de golfwoningen van Romke de Vries. Hun uiterlijk en opzet geven het specifieke tijdsbeeld weer van de eerste, oudste laag van Dronten. Zij vormen de karakteristiek en identiteit van Dronten.
Langs de ontsluitingswegen zijn overwegend ruimere middenstandswoningen of lage bungalows gebouwd. Er is hoofdzakelijk gekozen voor laagbouw. Hiervan werd afgeweken met wonen boven winkels in het hart van de kernen, om de sociale levendigheid ook in de avonduren te garanderen, en met een flat voor vrijgezellen.
december 2012
Rede (1968)
Over >
De Meerpaal aan De
december 2012
Over >
12
Nieuw stationsplein Het structuurplan voor Dronten ontwikkelde zich vanaf 1958 onder leiding van ir. J. van Tol. Vanuit de vier windrichtingen werden vier ontsluitingswegen direct naar het centrum van Dronten geleid, praktisch De Noord, De Oost, De Zuid en De West genoemd. De Hanzelijn was al in de eerste plannen geprojecteerd aan de noordzijde van de kern, aan het einde van hoofdas De Noord. De heldere opzet, met een zichtas op de kerktoren van de katholieke kerk Het Ruim, middenstandwoningen dicht tegen het centrum, en bedrijven aan de rand van de kern, is in de loop der tijd vertroebeld. Na aanpassingen van de plannen kwam een bedrijventerrein tussen het beoogde station en het centrum te liggen. Met de komst van de langverwachte spoorverbinding moest daarom opnieuw gekeken worden naar de ruimtelijke inpassing. Net als het vernieuwde winkelcentrum van AWG architecten en de Meerpaal door AtelierPRO, voegen het stationsgebouw en het voorliggende stationsplein een nieuwe laag toe aan Dronten. Informatie > Mascha van Damme n
[email protected]
Tractorshowroom met benzinepomp
STATION KAMPEN STATION LELYSTAD
STATION DRONTEN STATION ZWOLLE
Begin november werd aan de Blijmarkt in Zwolle het hoogste punt op de bouw bereikt. De contouren van
Met ‘Het OOG’ op de Hanzelijn
de spectaculaire uitbreiding van Museum de Fundatie zijn inmiddels goed zichtbaar. ‘Een museum voor iedereen en met de Hanzelijn dichtbij voor iedereen!’ aldus directeur Ralph Keuning.
Over >
15
Museum de Fundatie maakte de afgelopen jaren een stormachtige groei door. ‘Met ons tentoonstellingsprogramma wisten we een belangrijke plaats te veroveren in het Overijsselse culturele leven, nationaal profiel te verkrijgen en grote hoeveelheden publiek vanuit heel Nederland naar Zwolle te trekken’. De behuizing aan de rand van de Zwolse binnenstad werd te klein om de tentoonstellingen, eigen collecties en de bezoekers, met name groepen en scholen, adequaat ruimte te bieden. Architect Hubert-Jan Henket ontwierp een ellipsvormige opbouw voor het statige voormalige Paleis van Justitie. Provincie Overijssel, Gemeente Zwolle en een groot aantal sponsors ondersteunen het initiatief en maken de uitbreiding mogelijk. In januari van dit jaar sloten de deuren, eind mei volgend jaar zal het Paleis a/d Blijmarkt volledig vernieuwd heropenen. ‘Nu we het hoogste punt hebben bereikt wordt de ‘ruimte’ al voelbaar. In ‘Het OOG’ komen straks twee nieuwe tentoonstellingszalen en een museumbar. Het raam van 65 vierkante meter geeft je bovendien een geweldig uitzicht over de Zwolse binnenstad.’ Het stadspark rond het museum is van een upgrade voorzien, in samenwerking met gemeente Zwolle wordt nu een kunstroute uitgewerkt die reizigers van het station naar de binnenstad zal leiden. De Hanzelijn zal een belangrijke rol gaan spelen om kunstliefhebbers naar Zwolle te brengen. ‘Flevoland is ineens erg dichtbij. De spoorlijn van Utrecht naar Zwolle was altijd al goed, maar met de Hanzelijn krijgen we ook het noorden van de Randstad binnen handbereik. Door de Hanzelijn wordt de regio Zwolle de oostelijke verankering van die noordelijke Randstad. De economische topregio Zwolle verbindt zich met het meest dynamische deel van Nederland. Daar past een kunstmuseum van internationale allure bij: Museum de Fundatie!
Tekening front
december 2012
december 2012
Over >
14
Staalconstructie in opbouw
Uitbreiding bovenaanzicht
Artist impression van de uitbreiding. De buitenkant van de opbouw wordt bekleed met keramische tegels in de kleuren wit, zilvergrijs tot lichtblauw. Bierman Henket Architecten.
‘Dit nieuwe gebouw zal tienduizenden extra bezoekers naar Zwolle brengen. Alleen het pand op zich is al een bezoekje waard. Daarnaast geeft ‘Het OOG’ ons de mogelijkheid meerdere grote exposities tegelijkertijd in huis te hebben. De heropening van ons museum vieren we dan ook met drie tentoonstellingen, waarmee we meteen onze spanwijdte laten zien. De eerste is gewijd aan fotograaf Pieter Henket. Hij vertrok twaalf jaar geleden op 19-jarige leeftijd vanuit Nederland naar New York en maakte daar stormachtig carrière. Wereldberoemd werd hij door zijn foto’s van popicoon Lady Gaga, waarmee hij haar doorbraak markeerde. Daarnaast, in nauwe samenwerking met de Akademie der Künste Berlijn, de tentoonstelling “Dans op de vulkaan, Kunst en leven in de Republiek van Weimar”, met werk van onder meer Käthe Kollwitz, Otto Dix, Max Beckmann, Lovis Corinth en Paul Citroen. ‘Dans op de vulkaan’ belicht de turbulente periode tussen de twee wereldoorlogen in Duitsland die wordt gekenmerkt door grote culturele bloei, balancerend tussen strijd, verval en grote dromen. Tenslotte is er recent werk van Jeroen Krabbé: “Dum Vivimus Vivamus” (Laat ons leven zolang we leven). Hierin onderzoekt Krabbé zijn jeugdjaren. Zijn kindertekeningen dienen als basis voor veertien monumentale schilderijen. Topstukken uit eigen collectie zullen natuurlijk niet ontbreken; William Turner, Francis Picabia, Vincent van Gogh, Franz Marc, Auguste Herbin, Gino Severini, Piet Mondriaan en vele anderen!
De stalen kolommen waarop de ellipsvormige opbouw steunt
Informatie >
[email protected] Uitbreiding Museum de Fundatie
Tegeltableau waarmee bereiken hoogste punt werd gemarkeerd
www.oversticht.nl
Bezoek voor meer informatie over de werkzaamheden van Het Oversticht ook de website.
december 2012
Over >
16
Uitgelicht <
Over >… agenda <
Een van de visuele hoogtepunten van de Hanzelijn is zonder twijfel de brug over de IJssel tussen Zwolle en Hattem: donkerrood, een kilometer lang en een boog van 150 meter lengte. Voor het ontwerp werd een prijsvraag uitgeschreven met zeven criteria waarop zou worden beoordeeld. De twee zwaarste criteria waren de conceptuele kwaliteit van de brug in het stroomgebied van de IJssel en het zicht op de rivier. Het belang van de vormgeving woog zwaar. In de beoordeling telde de ontwerpkwaliteit voor 60% en de prijs voor 40%. Uit de inzendingen werden vijf voorstellen gekozen, waarbij het ontwerp van Quist Wintermans Architekten, een inzending van Welling Züblin Donges, favoriet bleek. Het brugdek is hierbij opgehangen tussen twee slanke, stalen kokerbalken. Deze splitsen zich op en lopen uit in een boogvormig vrijstaand spant. De brug heeft een fietspad, dat aan de zijkant van de brug is gemonteerd. Een pad met een dubbelfunctie: want bij calamiteiten is het ook een vluchtweg voor hulpdiensten. Bij het ontwerp is rekening gehouden met het programma Ruimte voor de Rivier. Was de oude brug gebouwd tussen twee dijken – de nieuwe staat op pijlers die de stroming niet belemmeren. Bij hoogwater zullen 4 van de 18 pijlers in het water staan. De oude brug is inmiddels gesloopt. De Hanzeboog is, dankzij betonnen pijlers en brugdek, stiller dan zijn voorganger en is al vanaf medio 2011 in gebruik.
Bijenkomst over ontwikkelingen in dorpen
App buitengoederen nu te downloaden 27 landgoederen in Overijssel zijn nu ook digitaal toegankelijk, via een gratis te downloaden app. De app is door Het Oversticht gemaakt in het Jaar van de historische buitenplaats. Foto's uit heden en verleden geven een beeld van ontstaan en gebruik van de landgoederen door de jaren heen. Mensen die één van de landgoederen willen bezoeken, kunnen op het routescherm bekijken hoe zij er moet komen. De app heeft een instelbare lijst, internet-verbindingen naar de websites van de landgoederen en hulpmiddelen voor navigatie. Voor deze laatste twee eigenschappen is uiteraard een verbinding met internet nodig. Het Oversticht kon de app maken dankzij subsidie van de provincie Overijssel en een bijdrage van het Innovatiefonds van Het Oversticht. De app voor iPhone, Ipad, en Android smartphone, is gratis te downloaden via www.oversticht.nl
Op 30 januari organiseert het programmamanagement van Dorpsplanplus (Landschap Overijssel, Stimuland, OVKK en Het Oversticht) in Bornerbroek een bijeenkomst over de ontwikkelingen in dorpen. Aanleiding bijeenkomst De afgelopen vijf jaar heeft de provincie Overijssel een krachtige impuls gegeven aan plattelandsontwikkeling op basis van het Provinciaal Meerjarenplan Landelijk Gebied. Dat deed zij o.a. door haar programma Dorpsplanplus. Het programma richtte zich op het versterken van de sociale, economische en ruimtelijke kwaliteiten van de dorpen. Met name de actieve participatie van bewoners is een belangrijke succesfactor gebleken van het programma. Het programma Dorpsplanplus kan worden gezien als een voorloper van integraal werken met oog voor sociale kwaliteit. Nu in een groot deel van de dorpen de agenda’s zijn (of worden) ingevoerd, willen we de resultaten met betrokkenen en belanghebbenden delen. Samen met bestuurders, beleidsmakers, en vertegenwoordigers van gemeenten en dorpen willen we niet alleen stilstaan bij de concrete resultaten van het programma, maar ook kijken naar de rol van provincie en dorpen in de toekomst. Terugblikken maar vooral vooruit kijken In de bijeenkomst, die financieel wordt ondersteund door de provincie Overijssel en geleid door Jessica Winter (Landschap Overijssel), zullen plaatselijke bestuurders van gemeenten die hebben deelgenomen aan Dorpsplanplus, terugblikken op de ontwikkelingen in de dorpen. Dat zal o.a. gedaan worden door de wethouders Vleerbos (Tubbergen); Kuik-Verweg en Van Woudenberg (Almelo). Daarnaast zal een aantal bewoners aangeven wat het programma heeft betekend voor het dorp. Programmamanager Bart Buijs (Het Oversticht) zal in een interactief onderdeel van het programma scherp proberen te krijgen wat er nodig is voor toekomstbestendige dorpen. Tot slot zal gedeputeerde Bert Boerman stilstaan bij de rol van de provincie. Volg voor meer informatie de site van Het Oversticht www.oversticht.nl.
Over >… donateurs < Het Oversticht zet zich op actieve en betrokken wijze in voor ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk erfgoed. In onze visie gaat het daarbij om een duurzame en goed functionerende omgeving met een positieve belevingswaarde. Als donateur kunt u het werk van de stichting ondersteunen. Uw betrokkenheid stellen we op prijs! Natuurlijk doen wij ook graag wat voor onze donateurs. • Jaarlijkse Donateursdag met inhoudelijk programma • Uitnodigingen voor lezingen en excursies • Gratis toezending van magazine Over> • Ontvangst van de digitale nieuwsbrief U bent al donateur van Het Oversticht voor € 40,- per jaar! U kunt zich aanmelden als donateur door een e-mail te sturen met uw naam, organisatie (indien van toepassing), adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer naar
[email protected]. U ontvangt van ons dan een factuur en een attentie. Colofon
Over > is een uitgave van Het Oversticht en wordt verspreid onder de donateurs van Het Oversticht, bestuurders en ambtenaren van de provincie Overijssel, de Overijsselse gemeenten en de gemeenten Dronten, Lelystad en Noordoostpolder, leden van de welstandscommissies, architecten, stedenbouwkundigen en overige relaties van Het Oversticht. Het Oversticht Postbus 531, 8000 AM Zwolle T (038) 421 32 57 E
[email protected] W www.oversticht.nl Redactie Dirk Baalman, Mascha van Damme, Petra Versluis, Marieke van Zanten Vormgeving Annelies Mikmak Beeldmateriaal Ben Vulkers omslag en achterzijde, p. 2, 3 en 5 De Jong Luchtfotografie p. 2 en 4 BDP.khandekar p. 6 en 7 Architektenburo Roos en Ros p. 11 r. boven Nieuw Land Erfgoed p. 12 en 13 Pedro Sluiter p. 15 Druk Coenradi, Zwolle © Het Oversticht, Zwolle, december 2012