t n a k e r e d De an medaille e d hina n c r a o v vo gids Een
ali journ
stiek
e
Inle idin g
7
De Spele n va n B ei ji n g i n ci tat e n
8
Deel 1 – Als journ alist in China
10
Deel 2 – T ien mensenrechtenthema’s
26
[1] [ 2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10]
Pe rsv r i j h ei d v o o r C hi n e se m e di a I n t e r n e t c e ns u u r Ge d w o n g e n ui t z e t t i n g e n He r o pv o e di n g d o o r a rb e id A rb ei d s o m s ta n di g h e d e n Do o ds t r a f e n m a r t e li n g V rijh e id va n g o ds di e ns t Mi n d e r h e d e n Ti a n ’ a n m e n , 4 j u ni 1 9 8 9 Me ns e n r e c h t e nv e r d e di g er s
26 29 32 36 39 42 46 48 54 58
Deel 3 – C hin a’s mensenrechten van A tot Z
62
Bronnen
72
Op de bijgaande cd-rom staan links naar volledige Amnesty-documenten, en aanvullende informatie en bronnenvermeldingen aangaande de onderwerpen van deze brochure.
© Reuters/China Photos
4
© Dubin
Voor wo o r d
© Empics
‘...We are convinced that the Olympic Games will improve human rights in China...’
Voorwoord
Persvrijheid bestaat niet! Onder die titel vierden wij op 3 mei 2004 de Dag voor de Persvrijheid, een jaarlijks evenement om het publiek en de media te wijzen op het belang van een vrije pers. We keken bij die gelegenheid vooral naar de situatie in Europa en in eigen land, want ook dicht bij huis valt er wel wat af te dingen op de bewering dat de vrije meningsuiting volmaakt is. Persvrijheid is een recht dat onderhouden moet worden. Als we zeggen dat het goed geregeld is, verliezen we de altijd noodzakelijke waakzaamheid om dit grondrecht daadwerkelijk optimaal te kunnen verdedigen. Ik vrees dat de titel ‘Persvrijheid bestaat niet’ in China het komende jaar niet gebruikt mag worden. In China heerst in het jaar van de Olympische Spelen in Bejing volgens de autoriteiten immers ‘complete persvrijheid’. Let wel, het betreft hier de Chinese variant van complete persvrijheid, waarbij deze natuurlijk (sic!) niet geldt voor de Chinese pers, en de Chinese wetgeving nog altijd van kracht blijft. Ik vrees dat het volgens diezelfde mores niet de bedoeling is om deze complete persvrijheid in twijfel te trekken! De spannende vraag is wat het in China gaat betekenen, complete persvrijheid, in een land dat nog altijd onderaan de lijst van staten bungelt als het gaat om vrije media. Vorig jaar bezette China plaats 163 van de in totaal 168 landen die Verslaggevers zonder Grenzen de maat nam.
Op z’n minst is nu al zeker dat er nog veel te wensen over blijft, ook al zult u zich straks als vertegenwoordiger van de buitenlandse media in relatief grote vrijheid door het land kunnen bewegen. Deze publicatie helpt u bij het optimaal benutten van die bewegingsvrijheid door middel van tips en adviezen, do’s en don’ts. Maar ze beoogt ook een zo feitelijk mogelijk beeld te geven van hoe het op dit moment met de mensenrechten in China is gesteld. In China zelf is feitenmateriaal niet eenvoudig voorradig. En als het al boven water komt, dan zijn bevolking en autoriteiten nog niet bepaald ingesteld om daarop spontaan en oprecht te reageren. Terecht helaas, want nu is al duidelijk dat deze zogenaamde ‘complete vrijheid’ na de Spelen weer zal worden teruggedraaid. Persvrijheid, een grondrecht, wordt in China als een wegwerpartikel gebruikt. Dat mag niet gebeuren. En daarin speelt ook u een rol. Hoe meer aandacht er is voor die andere kant van China, hoe groter de kans dat de nu geboden vrijheden zullen beklijven, en niet, net als de vele tribunes en podia, na de Spelen weer zorgvuldig worden opgeborgen voor een volgend evenement. Persvrijheid is geen wegwerpartikel of evenement. Persvrijheid is een levend recht dat aandacht nodig heeft om te blijven bestaan! Thomas Bruning algemeen secretaris Nederlandse Vereniging van Journalisten, NVJ
Inle iding
© Reuters/Claro Cortes
‘Door Beijing de Olympische Spelen toe te wijzen, wordt de ontwikkeling van de mensenrechten in China gestimuleerd.’ Dat verklaarde de vicepresident van het Olympisch Comité Beijing 2008, Liu Jingmin, toen de stad zich in 2001 kandidaat stelde voor de Spelen. Het jaar daarop zei Jacques Rogge, voorzitter van de Spelen: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de Spelen de mensenrechten zullen verbeteren’. Nu, minder dan een jaar voor de opening, is van die beloftes nog weinig terechtgekomen. Wat betekent dit voor de Nederlandse journalistiek? Zijn de Olympische Spelen alleen een sportevenement waar verslaggevers louter verslag doen van de sportieve prestaties? Of zouden journalisten ook aandacht kunnen besteden aan de maatschappelijke situatie in China – bijvoorbeeld op het gebied van de mensenrechten? Eigenlijk hebben de Chinese autoriteiten deze vraag zelf al beantwoord. Met hun belofte over mensenrechten, gaven ze aan dat de Olympische Spelen méér zijn dan alleen een sportevenement. Bovendien zal China de Spelen aangrijpen om zich nog sterker op de wereldkaart te zetten en propaganda niet schuwen om een zeer positief beeld van het land te tonen. Journalisten kunnen toetsen wat er van de ‘Olympische belofte’ terecht is gekomen.
Schendingen van mensenrechten zijn in China niet altijd direct zichtbaar. Op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing herinnert niets aan het bloedbad dat het leger daar rond 4 juni 1989 aanrichtte. Toch komen in China vele soorten schendingen op grote schaal voor. En soms hebben die direct te maken met de Olympische Spelen. Duizenden Chinese families zijn gedwongen hun huis uitgezet om plaats te maken voor Olympische faciliteiten. Sommigen kwamen daar pas achter toen de bulldozers al op de stoep stonden. Gedupeerden hebben vaak weinig tot geen inspraak en protesten worden genegeerd of bestraft. Compensatie is soms minimaal of blijft helemaal achterwege. Vanwege de Spelen maken de lokale autoriteiten van Beijing gebruik van heropvoedingsstraffen om de stad ‘op te schonen’. Iedereen die niet in het straatbeeld past, kan zonder tussenkomst van een rechter voor enkele jaren verbannen worden naar een werkkamp of elders tot arbeid worden gedwongen. Amnesty International pleit niet voor of tegen een boycot van de Spelen in Beijing. Amnesty hoopt dat door dit immense evenement de mensenrechtensituatie in China onder de aandacht komt en daardoor verbetert. Dit boekje schetst de andere kant van de Chinese medaille. Deel 1 behandelt uiteenlopende ‘valkuilen’ waarmee journalisten, en ook andere geïnteresseerde bezoekers, in China te maken kunnen krijgen. Deel 2 gaat in op tien mensenrechtenthema’s en de achtergronden daarvan. Deel 3 biedt een lijst van trefwoorden met beknopte informatie over mensenrechtenonderwerpen.
D e Spelen van Beiji ng in ci taten ‘Door Beijing de Olympische Spelen toe te wijzen, wordt de ontwikkeling van de mensenrechten in China gestimuleerd.’ Liu Jingmin, vice-president, ‘Olympisch Comité Beijing 2008’, april 2001 ‘[The Olympic Games] will help promote all economic and social projects and will also benefit the further development of our human rights cause.’ Liu Qi, Burgemeester van Beijing, International Herald Tribune, 14 juni 2001 ‘We will give the media complete freedom to report when they come to China. [...] We are confident that the Games coming to China not only promotes our economy but also enhances all social conditions, including education, health and human rights.’ Wang Wei, secretaris-generaal van het Comité voor aanvraag van de Olympische Spelen, China Daily, 13 juli 2001
[The Beijing Olympics] ‘were being used as a platform for groups with political and social agendas which is often regrettable’ […] ‘BOCOG must take steps to negate these agendas.’ Hein Verbruggen, Voorzitter IOC’s Coördinatiecommissie, AFP, 5 juli 2007 ‘It is absolutely legitimate for non-governmental organisations and human rights groups to bring attention to their causes both now and when the Games take place.’ Jacques Rogge, geciteerd in The Independent, 7 augustus 2007
‘Als de Chinese autoriteiten geen concrete maatregelen nemen om het komend jaar mensenrechtenschendingen te stoppen, lopen ze het risico China’s imago en de herinnering aan de Spelen van Beijing juist te bezoedelen.’ Irene Khan, secretaris-generaal van Amnesty International, 7 augustus 2007 ‘Elke schending is er één te veel. Maar het is niet de verantwoordelijkheid van het IOC of van ons om daar iets tegen te doen.’ Erica Terpstra, voorzitter van de sportkoepel NOC*NSF, Wordt Vervolgd, september 2007 ‘Bij de Chinezen worden de duimschroeven aangedraaid. Dat zal tijdens de Spelen alleen maar erger worden.’ Bettine Vriesekoop, Wordt Vervolgd, september 2007
‘Verslaggevers moeten tijdens de Spelen aandacht besteden aan de schrijnende mensenrechtensituatie in China. Als dat niet gebeurt, doet dat geen recht aan het land en de mensen die hier wonen.’ Bettine Vriesekoop, Wordt Vervolgd, september 2007 Olympische code: ’Het doel van de Olympische Spelen is sport ten dienste te stellen van een harmonieuze ontwikkeling van de mens, met als doel de oprichting van een vreedzame samenleving aan te moedigen die rekening houdt met het behoud van de menselijke waardigheid.’ (Olympisch Handvest, artikel 2); ’Het veilig stellen van de waardigheid van het individu is een fundamentele voorwaarde van de Olympische Spelen.’ (IOC Ethische Code, deel 1) ‘Amnesty licht publiek vals voor over China.’ Hein Verbruggen, Voorzitter IOC’s Coördinatiecommissie, de Volkskrant, 1 september 2007
© Dubin
‘We are convinced that the Olympic Games will improve human rights in China.’ Jacques Rogge, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, BBC Hard Talk, 24 april 2002
‘Als het IOC zegt dat het geen politieke organisatie is en zich er niet mee wil bemoeien, is dat wel erg kort door de bocht. Alles wat zo groot is als de Olympische Spelen is politiek.’ Trinko Keen, voorzitter van de atletencommissie van het NOC*NSF, Trouw, 30 september 2006
Foto: Chinees straatbeeld anno 2007
Deel 1
Als jour n a l is
t in C h in a
d n a a m n e e a ...N t e h r e e w n a volgt d . ” n e d u o h p sein “o De journalistieke valkuilen in Chi na Mensenrechtenschendingen zijn in China lang niet altijd zichtbaar. Eigenlijk in veruit de meeste gevallen niet.
© Koen Wessing
In Beijing en andere grote Chinese steden valt vooral de vooruitgang op: de ene wolkenkrabber verrijst nog hoger dan de andere en grootse Olympische faciliteiten worden in hoog tempo uit de grond gestampt. De individuele keuzevrijheid is voor Chinezen in de afgelopen jaren ruimer geworden. Ze hebben veel meer ruimte in werk, bedrijvigheid, handel en reizen dan twintig jaar geleden. Daaronder gaan echter veel beperkingen en bedreigingen schuil voor degenen die vrijheid van meningsuiting en informatie nastreven. Slechts enkele daarvan zijn zichtbaar voor de oppervlakkige waarnemer. Typ in een Chinees internetcafé termen als ‘democracy’, ‘human rights’ of ‘Taiwan’ in, en u krijgt geen of slechts zeer selectieve hits. In kiosken liggen in de regel geen buitenlandse kranten. Zenders als BBC en CNN werden de afgelopen jaren veelvuldig gestoord. De Engelstalige zenders die wél gehoord kunnen worden berichten nauwelijks kritisch over het Chinese beleid. En zoals journalisten keer op keer hebben vastgesteld worden in gesprekken op straat, bij bedrijven en bij instanties bepaalde onderwerpen ontweken, of worden slechts de officiële standpunten herhaald. In een ‘heart-to-heart talk’, zoals Chinese zakenpartners het noemen tijdens een diner of informele bijeenkomst, komt zelden of nooit een politiek onwelgevallig standpunt aan de orde.
10
Een ervaren China-correspondent schreef Amnesty: ‘Als er teveel mijnrampen komen, omdat corrupte mijndirecties alle veiligheidsmaatregelen aan de laars lappen, dan worden de media door het centrale gezag, dat erover tobt hoe het al dat corrupte volk op lager niveau weer een beetje in het gelid kan krijgen, even “losgelaten” om kritisch over de problematiek te berichten. Na een maand volgt dan weer het sein “ophouden”.’ 11
Politie op het Tian’anmen-plein. Het spandoek luidt: ‘Een socialistische, harmonieuze samenleving’
Veranderde regels
Een China-correspondent: ‘Voorheen moest je, als je over de vervuiling in stad X een reportage wilde maken, je formeel melden bij de voorlichtingsafdeling van X, die je vervolgens het leven zuur maakte. Sommige correspondenten omzeilden deze regelgeving in de praktijk al, wat hen in theorie kwetsbaar maakte voor aanhouding. Nu kun je gewoon naar stad X toe en bijvoorbeeld de chemische fabriek opzoeken die de vervuiling veroorzaakt. Reken er niet op dat de directie van de fabriek je te woord zal staan, maar je kunt in ieder geval praten met omwonenden die hun klachten kunnen uiten. Het is de beste manier om te werken in China: zelf erop af, rondkijken op locatie en aan de hand van gesprekken met direct betrokkenen proberen vast te stellen wat er aan de hand is. Gecombineerd met de officiële informatie (in de plaatselijke staatskrant of op de gemeentelijke website) levert dat vaak een aardig beeld op. Verwacht niets van voorlichters in China: als ze er zijn, mogen ze niets zeggen. Hou er overigens rekening mee dat er ook onder de nieuwe regels problemen opduiken. Lokale autoriteiten kunnen nog steeds proberen je lastig te vallen, door te poneren dat je hun toestemming nog steeds nodig hebt. Vaak weten ze niet (of veinzen niet te weten) van de nieuwe persregels uit Beijing. Het is daarom nuttig een print van de regelgeving, in het 12
© Dubin
In 2001 beloofde de secretaris-generaal Wang Wei, van het comité voor aanvraag van de Olympische Spelen, ‘volledige persvrijheid’ tijdens de Spelen. Twee jaar voor het begin van de Spelen zei vicepresident Jiang Xiaoyu van het Chinese organisatiecomité: ‘Als de huidige wetgeving met betrekking tot de buitenlandse pers niet strookt met de normen van het Internationaal Olympisch Comité, zullen we de wetgeving aanpassen.’ De Chinese autoriteiten besloten in december 2006 de regels te versoepelen. Vanaf 1 januari 2007 hoeven buitenlandse journalisten geen toestemming meer te hebben van de staatsvoorlichtingsdienst om op reportage te gaan of mensen te interviewen. Deze verandering is tijdelijk.
13
Bovenste foto: Gewetensgevangene Hada uit Binnen-Mongolië Middelste foto: Actie van Amnesty Nepal voor meer mensenrechten in China, augustus 2007 Onderste foto: Viering van China’s Nationale Feestdag op het Tian’anmen-
Hoewel verschillende overheidsfunctionarissen zinspelen op een verlenging, zegt de huidige regelgeving dat die in oktober 2008 – direct na de Paralympische Spelen – verloopt. Ook gelden de nieuwe regels niet voor autonome gebieden zoals Tibet en de autonome Oejgoerse regio Xinjiang. Journalisten moeten nog altijd officiële toestemming hebben om daar verslag te doen.
© Dubin
De nieuwe regels gelden overigens uitdrukkelijk niet voor de Chinese media.
© Amnesty International
Engels en het Chinees, bij de hand te hebben. Blijf beleefd, maar vasthoudend. Dan kan het gebeuren dat de agenten je met rust laten. Hou er rekening mee dat ze je wel van een afstandje blijven volgen. Het is dan soms maar beter te vertrekken, omdat omwonenden waarmee je wilt praten zich door de politieaanwezigheid geïntimideerd weten. Het beste is daarom niet teveel op te vallen wanneer je op locatie aan het werk bent, en niet te lang op een plaats te blijven rondhangen. Kijken, quotes verzamelen, weg. Maak geen slapende waakhonden wakker. Voor visuele media kan dat lastig zijn, voor schrijvende media is het eenvoudiger. Hoe lager het profiel hoe beter: maak niet opzichtig aantekeningen als de omgeving “gevoelig” is.’
© Private
plein, 1 oktober 2005
14
15
Olieb oeren
16
De nieuwe regels in de prakt ijk
Bewegingsvrijheid
Na de invoering van de nieuwe regels probeerde een aantal buitenlandse journalisten Chinese dissidenten te interviewen. Een journalist van Reuters bezocht op 1 januari 2007 Xinna, vrouw van de dissident Hada. Het was de eerste keer dat de pers Xinna mocht spreken. In 1996 is Hada achter gesloten deuren veroordeeld tot vijftien jaar cel voor separatisme en spionage. Amnesty International beschouwt Hada als gewetensgevangene. De Reuters-journalisten kregen echter geen toestemming om de onder huisarrest staande mensenrechtenadvocaat Zheng Enchong uit Shanghai te interviewen. Een officier die het huis bewaakte zei dat er geen interview kon plaatsvinden ‘omdat Zheng zijn politieke rechten waren ontnomen’. De officier zei verder tegen de journalist ‘dat de regels niet waren veranderd’. Het lijkt vaak van plaatselijke autoriteiten af te hangen in hoeverre de situatie voor buitenlandse journalisten daadwerkelijk is veranderd. Zo werden in maart 2007 twee verslaggevers van de BBC gearresteerd en verbannen uit de provincie Hunan. De journalisten wilden verslag doen van een demonstratie tegen de stijgende prijzen van het openbaar vervoer. Ook uit het rapport van Human Rights Watch ‘You Will Be Harassed and Detained’, dat in augustus 2007 uitkwam, blijkt dat er van de verbeteringen in de praktijk weinig terecht komt. De organisatie interviewde 35 buitenlandse correspondenten in China. De meesten stelden dat de nieuwe regels voortdurend worden geschonden. Verslaggevers worden regelmatig door de autoriteiten geïntimideerd, gearresteerd of op andere manieren belemmerd in hun werk. De Shanghaise correspondent van The New York Times, David Barboza, stelde bondig: ‘Dit is de manier waarop je hier werkt: als je naar een gebied gaat waar ze zenuwachtig zijn voor buitenlandse journalisten, word je bedreigd en opgepakt.’ De meeste journalisten die meewerkten aan het rapport van Human Rights Watch wilden anoniem blijven. Ook de namen van hun Chinese medewerkers mochten niet worden genoemd, uit angst voor repercussies van de overheid.
Buitenlandse journalisten in China hebben nauwelijks bewegingsvrijheid: door het J-visum in het paspoort zijn ze direct herkenbaar en kunnen de autoriteiten hen belemmeren zodra ze iets doen dat hen niet zint. Ze kunnen journalisten de toegang tot een plaats of persoon ontzeggen of ze een tijd vastzetten voor ondervraging en het land uitzetten. Doordat China hiervan geen betrouwbare statistieken geeft is onduidelijk hoe vaak het tot arrestaties komt. Verschillende organisaties houden dit bij aan de hand van meldingen. Bij de Foreign Correspondent Club of China werden tussen januari 2004 en augustus 2006 72 incidenten gemeld: bedreigingen, aanhoudingen, en 38 arrestaties. Het jaarverslag over 2006 van Verslaggevers zonder Grenzen bespreekt 25 gevallen waarin buitenlandse ver-slaggevers door de Chinese overheid werden gehinderd. Zo werd een Duitse verslaggever van Die Zeit gearresteerd en gedwongen zijn materiaal af te staan. Uiteindelijk zat hij vijf uur vast. Reden: hij deed verslag van de bouw van een dam en interviewde dorpsbewoners. Volgens de autoriteiten had hij daarvoor geen toestemming.
rs worden e v e g g a l s r Ve timideerd, ïn e g ig t a regelm op andere f o d r e e t gearres in elemmerd b n e r ie n a m hun werk
China-correspondent Garrie van Pinxteren kwam een aantal keren in aanraking met de autoriteiten. In februari 2005 schreef ze een reportage over een groep olieboeren in de provincie Shaanxi. De autoriteiten hadden deze boeren hun land afgenomen, wat zij, hoewel jarenlang trouw lid van de Communistische Partij, niet langer pikten. Van Pinxteren zocht de boeren op en interviewde een aantal van hen. Bij vertrek werd ze door de politie aangehouden. ‘Ik werd heel netjes behandeld, maar ik kon pas weg als ik iets van mijn materiaal afstond. Dat deed ik dan maar, al waren het waardeloze aantekeningen. Waarschijnlijk wisten ze dat ook wel, maar durfden ze niet méér te doen. Uiteindelijk zijn de autoriteiten bang om buitenlandse journa-listen echt aan te pakken. Het ergste wat ze kunnen doen is je visum afpakken en je het land uitzetten. In de praktijk gebeurt dit zelden, omdat ze ook wel beseffen dat dat slecht is voor hun reputatie. Echt bang om aangepakt te worden ben ik dan ook nooit geweest. Ik werd er eerder feller van. In de vier jaar dat ik als correspondent in China werkte, heb ik vijf keer zo’n incident meegemaakt.’
17
H o ngkong – D e uitkijkp ost van C h ina
18
gedemonstreerd voor opheldering van de gebeurtenissen op het Tian’anmenplein in 1989 (zie ook Deel 2 [9])
© Amnesty International
Hoewel Hongkong bij China hoort, is daar meer persvrijheid. Toen het in 1997 van Groot-Brittannië aan China werd overgedragen, is besloten dat er de eerste vijftig jaar dezelfde regels gelden als onder het Britse bestuur. Daardoor hebben journalisten uit Hongkong veel meer mogelijkheden dan hun Chinese collega’s. Op de persvrijheidindex 2006 van Verslaggevers zonder Grenzen staat Hongkong op plaats 58, China op 163 (van de 168 geanalyseerde landen). Hongkong wordt wel de uitkijkpost van China genoemd. Het is voor de internationale pers een belangrijke informatiebron omdat media er relatief onafhankelijk kunnen berichten, maar ook omdat er veel kleine nieuwsagentschappen zitten die alles scannen wat in lokale Chinese media staat. Ze vertalen dit – wat interessant is voor buitenlandse journalisten, die niet in staat zijn die kranten zelf te lezen.
In Hongkong kan vrijelijk worden
Taal Ook de taal is een hindernis voor buitenlandse journalisten. Een mogelijkheid om de krant te kunnen lezen is de internetdienst wisenews.com in Hongkong. Tegen betaling zoekt en vertaalt deze dienst artikelen uit Chinese kranten. De aanvrager geeft een onderwerp op, en zij zoeken op alle lokale en nationale Chinese krantenwebsites naar berichten. Een andere veelgebruikte mogelijkheid is het in dienst nemen van een assistent die de kranten leest en vertaalt. China-journalist Willem Offenberg: ‘Dat moet wel een betrouwbaar iemand zijn. Want als hij een lijntje heeft met de Partij, heb je alsnog een probleem.’ Volgens het eerder genoemde rapport van Human Rights Watch houden de Chinese autoriteiten assistenten, onderzoekers en vertalers van correspondenten voortdurend in de gaten. Een andere China-correspondent wijst op het belang van goede tolken: ‘Wie het Chinees niet machtig is – de meeste Chinezen spreken geen Engels, op bye-bye na – moet werken met een lokale tolk. Goede tolken zijn niet eenvoudig te vinden, zeker als je maar kort in het land bent. Er lopen tijdens de Spelen weliswaar vele duizenden vrijwilligers rond in Beijing en andere Olympische steden, maar deze mensen, meest studenten, zijn niet geschikt om te helpen bij serieus journalistiek werk.’
19
Onafhankelijke bronnen Een groot probleem is het gebrek aan onafhankelijke bronnen. China is een land zonder persvrijheid en dat heeft direct invloed op de werkwijze van Nederlandse journalisten die vanuit China verslag doen. Chinese media worden gedwongen tot zelfcensuur en berichten niet of nauwelijks kritisch over de overheid. Daardoor mist de Nederlandse journalist, als hij al Chinees kan lezen, een belangrijke onafhankelijke nieuwsbron.
moet je zoveel mogelijk Chinezen opvoeren’ (NRC-correspondent Garrie van Pinxteren)
© Koen Wessing
jke media, li e k n a h f a n o ‘Er zijn geen at dan ook’ w f o n e g in il opiniepe
‘Om een goed beeld te krijgen,
NRC-correspondent Garrie van Pinxteren: ‘Om toch zoveel mogelijk verschillende bronnen te raadplegen, interviewde ik vaak mensen op straat. Ik zei niet altijd dat ik journalist was. Natuurlijk is het ethisch niet juist en het is in Nederland absoluut niet gebruikelijk, maar in China ontkom je er niet aan omdat maar weinig mensen met de pers durven te praten. Er zijn heel weinig alternatieve bronnen naast de overheid. Er zijn geen onafhankelijke media, opiniepeilingen of wat dan ook. Om een goed beeld te krijgen, moet je daarom zoveel mogelijk Chinezen opvoeren.’ Er zijn ook alternatieve bronnen te vinden in het ‘grijze circuit’. Van Pinxteren: ‘Het is vaak interessant om te spreken met bijvoorbeeld wetenschappers, advocaten of journalisten. Zij staan vaak kritisch tegenover China zonder daarbij direct de Partij af te vallen. De informatie van wetenschappers die bijvoorbeeld onderzoek doen naar gevoelige onderwerpen kun je goed gebruiken, en de autoriteiten zullen je in zo’n geval niet zo gauw in de weg staan. Het nadeel van zo’n grijs gebied is dat je nooit weet wanneer je over de schreef gaat. De grenzen zijn niet duidelijk en veranderen steeds. Ook zijn ze niet voor alle media gelijk. Een krant als The New York Times is veel invloedrijker dan bijvoorbeeld NRC Handelsblad en zal dus strenger worden gecontroleerd.’
20
21
Intimidatie door China’s ministerie van Buitenlandse Zaken
© Koen Wessing
Risico’s voor geïnter viewden Een buitenlandse journalist moet zich altijd bewust zijn van de gevaren die interviews en andere contacten voor de Chinese betrokkenen met zich mee kunnen brengen. Dit geldt zeker bij onderwerpen die aan recht, mensenrechten en maatschappelijk verzet raken. China-correspondent Bettine Vriesekoop van NRC Handelsblad interviewde in mei 2007 milieuactivist Wu Lihong. Wu voerde al tien jaar actie tegen de vervuilende industrie rond het Taimeer, tot ergernis van de lokale autoriteiten. Enkele weken na het interview kreeg Vriesekoop een telefoontje van haar assistent. Wu was gearresteerd. Vriesekoop: ‘Ik voelde me zeer betrokken bij de zaak, misschien was het interview wel de laatste druppel... Daar kan ik me dan behoorlijk schuldig over voelen. Later bleek dat hij niet was gearresteerd vanwege het interview, maar omdat hij van plan was in Beijing de autoriteiten aan te klagen. Het leek er lange tijd op dat over milieuzaken alles wel mocht worden gezegd. Maar individuele acties worden nog steeds in de kiem gesmoord.’ [Wordt Vervolgd, september 2007] Een andere Nederlandse China-correspondent: ‘Je moet ook goed in het oog houden dat een plaatselijke assistent eerder in de problemen kan komen wanneer je bezig bent met een “gevoelig” onderwerp als, zeg, bewonersprotest tegen gedwongen verhuizingen. De politie heeft er een handje van te kijken wie de buitenlandse correspondent assisteert, en vervolgens het identiteitsbewijs van de tolk te vragen. Ben je student, dan kun je vervolgens via je faculteitsmentor een waarschuwing krijgen. Als ze echt kwaad willen komt er een kruisje achter je naam in de overheidscomputer, met mogelijke nadelige gevolgen voor je beurs, loopbaan etc. Heb je een lokale assistent, hou die dan zoveel mogelijk uit beeld in gevoelige situaties. De assistent kan het beste een blokje om gaan, mocht de politie op het toneel verschijnen. 22
In het rapport van Human Rights Watch ‘You Will Be Harassed and Detained’ (augustus 2007) noemen enkele buitenlandse correspondenten in China de soms positieve rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het departement bemiddelt regelmatig als journalisten problemen hebben met plaatselijke autoriteiten die de nieuwe regelgeving niet erkennen. Er is ook kritiek. Zo kregen sinds begin 2007 minimaal zeven verslaggevers een waarschuwing van het ministerie over de inhoud van hun berichtgeving. Een medewerker van een buitenlands persbureau (zowel het bureau als de medewerker wilden anoniem blijven) werd zelfs gedwongen om bepaalde berichten niet te plaatsen. Toen hij hieraan geen gehoor gaf, weigerde het ministerie het persbureau werkvergunningen te geven. Vooral de dreiging van moeilijkheden rond de verlening van visa wordt door de Chinese overheid vaak tegen journalisten ingezet.
23
D o ng zho u In de stad Dongzhou, honderd kilometer ten noorden van Hongkong, was in december 2005 een opstand. In Dongzhou staat een krachtcentrale die moest worden uitgebreid met een windmolenpark. Zonder enige inspraak werden burgers uit hun huis gezet om plaats te maken voor de molens. De burgers kwamen in opstand, hetgeen uitliep op een confrontatie met de autoriteiten. Er vielen doden: naar verluidt twintig tot dertig, maar volgens officiële cijfers niet meer dan drie. Een bericht over het incident van staatspersbureau Xinhua werd in verschillende Chinese kranten gepubliceerd, maar kranten in de omgeving van Dongzhou mochten het niet plaatsen. Via media in Singapore en Hongkong bereikte het de internationale pers. Niemand mocht echter naar de regio afreizen voor een verslag, de internationale noch de Chinese pers. Het bericht van Xinhua was de enige bron.
Offi ciële ‘waarheden’ De Chinese overheid publiceert dagelijks een stortvloed aan gegevens: cijfers over economische groei, productie, energie, bevolkingsaantallen, vervuiling, verzilting, criminaliteit of aids. Deze cijfers zijn zelden betrouwbaar. Er is zo goed als nooit de mogelijkheid van onafhankelijke verificatie. Hoe exacter de cijfers (‘de bevolking van Henan groeide dit jaar met 0,73 procent’), hoe groter de kans dat ze onbetrouwbaar of zelfs helemaal fictief zijn. Daarom past een groot journalistiek wantrouwen bij gegevens als die over demonstraties (‘87.000 in 2006’), economische groei of aantallen gevangenen. Veel cijfers zijn staatsgeheim, zoals het aantal doodvonnissen en terechtstellingen, en ook het aantal mensen in werkkampen. Chinese media mogen uitsluitend officieel goedgekeurd nieuws publiceren. Ervaren journalisten constateren dat de ‘openheid’ die bezoekers (vooral zakenlieden) vaak bespeuren in informele gesprekken met Chinese partners in het algemeen schijn is. In feite spreken de partners volgens officieel goedgekeurde lijnen. Nagenoeg altijd is iemand aanwezig (het kan de assistent van de journalist zijn) die verslag moet doen aan de veiligheidsdiensten.
Kan sen voor b uitenlandse journal isten In de aanloop naar het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië in 1978, gingen er stemmen op voor een Nederlandse boycot. Twee jaar ervoor had een militaire junta onder leiding van Jorge Videla een coup gepleegd. Het regime was berucht om talloze ‘verdwijningen’, babyontvoeringen en de gruwelijke martelingen in de zogenoemde ‘vuile oorlog’. Nederland deed uiteindelijk mee aan het toernooi en werd tweede. In de Nederlandse media was er veel aandacht voor de vele mensenrechtenschendingen in het Zuid-Amerikaanse land. Juist door de publiciteit rondom het wereldkampioenschap kregen veel mensen een beter beeld van de situatie in Argentinië. Een ervaren China-journalist wijst op de journalistieke uitzonderingspositie: ‘Buitenlandse correspondenten hebben een aparte positie. Ze hebben minder last van censuur en toezicht: wie het op de juiste manier aanpakt kan vaak heel redelijk berichten over de Chinese werkelijkheid. Maar dit vergt wel een andere werkwijze dan westerse journalisten thuis doorgaans gewend zijn. Improvisatie en onder de radar doorvliegen zijn de sleutelwoorden.’
te manier ‘Wie het op de juis l redelijk aanpakt kan vaak hee hinese berichten over de C werkelijkheid’ 24
25
2 l Dee Tien
mens
en
ten rech
them
‘Burgers van de Volksrepubliek China genieten vrijheid van spreken, pers, vergadering, vereniging, processie en demonstratie.’ Artikel 35 van de Chinese Grondwet (1982)
a’ s
[1] Persvrijheid voor Chinese media •C ontrole over kranten, tijdschriften en andere media is in het afgelopen jaar verscherpt • Tientallen redacteuren zitten vast omdat ze verslag deden van gevoelige onderwerpen
© Reuters
•H arde aanpak journalisten roept twijfel op over ‘complete persvrijheid’ tijdens de Spelen
26
Waar het voor buitenlandse journalisten (die in eigen land vrijuit kunnen publiceren) mogelijk is door de mazen van de wet te kruipen bij het vergaren van informatie, is dat voor Chinezen een stuk lastiger. Hoewel de autoriteiten ‘complete persvrijheid’ tijdens de Olympische Spelen beloofden, krijgen Chinese media in aanloop naar de Spelen steeds minder vrijheid. In het belang van de ‘harmonieuze samenleving’ worden de touwtjes aangetrokken. Op de jaarlijkse persvrijheidindex van Verslaggevers zonder Grenzen staat China steevast in de laagste regionen: in 2006 op plaats 163 van de 168. Human Rights Watch schrijft [‘You Will Be Harassed and Detained’, augustus 2007] dat Chinese redacteuren van het ministerie van Propaganda regelmatig lijsten ontvangen met onderwerpen die niet besproken mogen worden omdat ze de Partij kunnen schaden. Het gaat onder andere om zaken die te maken hebben met etnische groepen die in China worden onderdrukt, zoals de Oejgoeren of Tibetanen. Maar ook sociale onrust is een onderwerp waar niet over mag worden bericht. Vaak hoeft de Partij echter helemaal niet in actie te komen. De meeste hoofdredacteuren hebben een lijntje met de Communistische Partij en zien erop toe dat hun medium niet over de schreef gaat.
‘Eenieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te garen, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij mondeling, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere media naar zijn keuze.’ Artikel 19.2 van het VN-Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. China heeft dit verdrag ondertekend, maar nog niet geratificeerd.
‘Onze regering kan mensen de ruimte insturen, maar als iemand hier op aarde iets zegt dat ze niet zint, wordt hij de gevangenis ingegooid’ Inwoner van Shenyang, geciteerd in Dragon Rising van Jasper Becker, p. 10
De berichtgeving van buitenlandse persbureaus staat onder scherpere controle van de staat. Staatspersbureau Xinhua (Nieuw China) heeft sinds september 2006 de leiding over de distributie van het nieuws. Alles wat wordt gezien als gevaar voor de ‘nationale veiligheid’ wordt gecensureerd. Daarnaast werden er begin dit jaar drie andere regels ingevoerd die de vrijheid van de pers inperken: Chinese media moeten voortaan permissie vragen om verslag te doen van historische gebeurtenissen. Audiovisuele staatsmedia mogen geen aandacht meer besteden aan een twintigtal specifieke 27
© Private
Zh ao Yan Ook Chinezen die voor buitenlandse media werken lopen gevaar. Zhao Yan, een researcher in dienst van The New York Times, werd veroordeeld voor het verspreiden van ‘staatsgevoelige informatie’ naar het buitenland. Zhao had in juli 2004 in een vierregelig berichtje gesuggereerd dat er ruzie zou zijn tussen de Chinese president Hu Jintao en ex-president Jiang Zemin. Twee maanden later publiceerde dezelfde krant een artikel waarin werd gesuggereerd dat Jiang Zemin zou aftreden als hoofd van het leger, wat overigens later ook gebeurde. Tien dagen na deze publicatie werd Zhao gearresteerd. Een lange juridische strijd leidde in augustus 2006 tot een veroordeling tot drie jaar cel. Op 1 december 2006 werd het vonnis bekrachtigd – wrang genoeg op dezelfde dag dat de autoriteiten bekend maakten dat buitenlandse journalisten meer vrijheid zouden krijgen.
28
onderwerpen – waaronder de historische gebeurtenissen tijdens de Culturele Revolutie, acties van activisten voor individuele rechten en het recente debat over vrijheid van de media. En voor gedrukte media is een puntensysteem ingevoerd: ieder medium heeft twaalf punten, en bij elke overtreding worden er punten afgetrokken. Als een medium door zijn punten heen is, wordt het gesloten.
[2] internetcensuur •D e websites van honderden organisaties, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, zijn geblokkeerd •Z eker vijftig mensen zitten vast omdat ze een mailtje stuurden of een website bezochten •B uitenlandse ICT-bedrijven werken mee aan de overheidscensuur
Lan Chengzhang Journalist Lan Chengzhang overleed in januari 2007, toen hij probeerde een illegale kolenmijn in Hunyuan te onderzoeken. Hij stierf aan een hersenbloeding, nadat hij naar verluidt in elkaar was geslagen door huurmoordenaars van de eigenaar van de mijn. Het werd journalisten verboden om onderzoek te doen naar Lans dood. Media die wel over de zaak berichtten werden bestraft. Zo moest de Democracy and Legal Times naar verluidt acht redactieleden ontslaan, omdat de krant verslag had gedaan van de zaak.
Onder druk van de autoriteiten in Beijing zette de plaatselijke overheid zeventig mensen in om de dood van Lan te onderzoeken. Uiteindelijk werd de eigenaar van de mijn vervolgd en op 29 juni 2007 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Het komt zelden voor dat journalisten in China worden vermoord. Wel worden verslaggevers vaak gearresteerd, waarna ze meestal na oneerlijke processen in de gevangenis terecht komen.
Doordat alle media een lijntje hebben met de Communistische Partij, en er op die manier weinig tot geen ruimte is voor kritische berichtgeving, kwam er met de komst van internet meer ruimte voor informatieverspreiding en discussie. Steeds meer Chinezen hebben een weblog waarop ze publiceren. Een voorbeeld van de invloed van internet is de zaak Sun Zhigang. In 2003 werd deze 27-jarige grafisch ontwerper opgepakt omdat hij zijn identiteitsbewijs niet op zak had – hij was het slachtoffer van de structurele harde aanpak van de vele binnenlandse migranten die naar de steden trekken. In de gevangenis zou het personeel zijn medegevangenen tegen hem hebben opgezet. Hij werd in elkaar geslagen en stierf aan de verwondingen. De zaak leidde tot veel commotie op internetfora. (Voor meer informatie over binnenlandse migranten, zie Deel III). Toch is ook de vrijheid van publicatie op het internet zeer relatief. Zo blokkeerde Microsoft in 2005, op verzoek van de Chinese overheid, de weblog van Zhao Jing, onderzoeker voor de New York Times in Beijing. Het bedrijf maakt het gebruikers van MSN spaces in China bovendien onmogelijk om bepaalde ‘gevoelige’ termen te gebruiken in hun accountnaam of blogtitel [BBC, 14 juni 2005]. De Chinese overheid staat erom bekend het meest ontwikkelde systeem van internetcensuur ter wereld te hebben. Dat systeem werkt met twee methodes. Bij de eerste controleert de overheid websites die binnen de grenzen van China worden ontwikkeld. Als een website iets publiceert dat volgens de autoriteiten schadelijk voor hen kan zijn, worden de bedrijven of personen die de sites hebben ontwikkeld beboet, bedreigd of opgepakt. Bij de tweede methode gaat het om websites die buiten China worden gemaakt. 29
Politie neemt computers in beslag uit
De Chinese dichter en dagbladjournalist Shi Tao werd in april 2005 tot tien jaar celstraf veroordeeld voor het versturen van een e-mail naar vrienden in de VS vanaf zijn anonieme Yahoo-adres. In zijn mailtje vatte Shi instructies voor de pers van de zijde van het ministerie van Propaganda samen, waarin de officiële richtlijnen stonden voor berichtgeving over de herdenking van het bloedbad op het Tian’anmenplein in 1989. De autoriteiten konden Shi Tao achterhalen nadat Yahoo hen van informatie had voorzien. Later bleek dat Yahoo geïnformeerd was dat de Chinese autoriteiten die informatie vroegen met het oog op vervolging. Shi Tao zit vast in de Deshan-gevangenis in Changde City, waar hij naar verluidt dwangarbeid krijgt opgelegd. In november 2006 kende de World Association of Newspapers hem de jaarlijkse Golden Pen of Freedom-prijs toe. In China zitten zeker vijftig mensen gevangen nadat zij een e-mail verstuurden of een internetsite bezochten die de regering heeft verboden. Amnesty beschouwt Shi Tao als een gewetensgevangene, die alleen vastzit omdat hij op vreedzame wijze gebruik maakte van zijn recht op vrije meningsuiting.
een illegaal internetcafé
Daarvoor ontwikkelde de overheid de zogenaamde ‘Great Firewall’ (ook wel de elektronische versie van de Chinese Muur genoemd), die ongewenst internetverkeer buiten houdt. Hoewel internet grenzeloos en virtueel lijkt, gaan de glasvezelkabelverbindingen uiteraard wel door geografische grenzen. China heeft drie van deze verbindingen. De particuliere bedrijven die deze beheren moeten van de Chinese overheid bepaalde sites blokkeren. Daardoor zijn veel sites onbereikbaar voor wie binnen China op het internet surft. Het gaat om sites van buitenlandse media, maar bijvoorbeeld ook van mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International. Overigens zijn er internetactivisten die de Chinese censoren via technische middelen proberen te ontwijken, met alle risico’s van dien.
© Reuters/China Photos
Shi Tao
Buitenlandse zoekmachines zoals Google en Yahoo komen door hun aanwezigheid in China in aanraking met het censuursysteem. Als je vanuit Nederland, of waar dan ook ter wereld, bij Google de term ‘human rights’ intikt, krijg je duizenden websites. In zijn Chinese versie toont Google deze links niet.
© ICPC
etOm ongewenst intern uden verkeer buiten te ho all’ is er de ‘Great Firew 30
31
‘Midden in de nacht, terwijl zij nog sliepen, kwamen er mensen die de muur van de binnenplaats begonnen af te breken. Er woonden veel mensen in dat gebouw, ze hadden daar een winkel. Het was erg gevaarlijk, er woonden daar nog steeds mensen.’
Demonstratie tegen gedwongen uitzettingen voor de bouw van het
© EMPICS
Shunyi Olympisch roei-kanopark
[3] Gedwongen uitzettingen • Voor de Olympische Spelen zijn duizenden mensen gedwongen hun huis uitgezet •G edupeerden kregen vaak niet de beloofde compensatie •S ommigen die protesteerden werden veroordeeld tot lange gevangenisstraffen
De Olympische Spelen zijn het grootste evenement ter wereld. Elke vier jaar proberen de organiserende landen de Spelen nóg groter en beter te maken dan de vorige. Alles wijst erop dat de organisatie van de Spelen in 2008 dat in elk geval gaat lukken. De stadions en andere faciliteiten worden in recordtempo uit de grond gestampt en de één is nog mooier dan de ander. Het Nederlandse IOC-lid en voorzitter van de coördinatiecommissie van de Spelen in Beijing Hein Verbruggen zei medio 2007, na een van zijn bezoeken aan Beijing, dat hij ‘heel erg tevreden’ was over de voortgang in Beijing. ‘Het werk dat onze Chinese vrienden leveren is indrukwekkend.’
‘Zhang’, vriend van een familie die in Beijing gedwongen uit hun huis werd gezet. Bron: Human Rights Watch (2004): ‘Forced Evictions and The Tenants’ Rights Movement in China’.
Om ruimte te creëren voor de Olympische faciliteiten zijn echter duizenden mensen gedwongen hun huis, bedrijf of grond te verlaten. Sommigen kwamen daar pas achter toen de bulldozers al op de stoep stonden. Er zijn ook verhalen van huizen die werden gesloopt terwijl er nog mensen in lagen te slapen. Gedwongen huisuitzettingen zijn in China al decennialang een bekend fenomeen. Een van de gebieden waar boeren gedwongen werden hun land te verlaten is het Shunyi Olympisch roei-kanopark. De manager van het park meldde in maart 2007 tijdens een persrondleiding dat de gedupeerden in juli 2005 schadevergoeding hadden gekregen. Bewoners van het nabijgelegen dorp Maxinzhuang spraken dat tegen. Ook vertelde een dorpsbewoner dat twee mensen sinds 2005 in de gevangenis zaten, omdat ze hadden deelgenomen aan een protest tegen de uitzettingen. Als de Holland Acht tijdens de Spelen hun zilveren medaille uit Athene proberen te overtreffen, doen ze dat hoe dan ook op omstreden grondgebied. [Bron: ‘Beijing wins IOC approval’, http://www.sportbusiness. com/news/152389/beijing-wins-ioc-approval]
32
33
Y e G u ozh u
Half gesloopt huis in Beijing,
Ye Guozhu is een van de slachtoffers van de gedwongen uitzettingen ten behoeve van de Olympische Spelen. Eerst werden zijn twee restaurants afgebroken om plaats te maken voor Olympische faciliteiten. Twee jaar later moesten hij en zijn gezin ook hun woning uit. Het huis stond in Yongdingmen in Beijing, waar de autoriteiten een park wilden aanleggen om de stad op te fleuren. Ye vroeg de autoriteiten toestemming om een demonstratie tegen de uitzettingen te organiseren. Daarop werd hij gearresteerd en in december 2004 veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Hij heeft naar verluidt last van ernstige gezondheidsproblemen, onder meer doordat hij is gemarteld. Hij is met zijn armen aan het plafond gehangen en geslagen, onder andere ook met stroomstokken. In februari 2007 kreeg hij een disciplinaire straf, waarschijnlijk vanwege zijn aanhoudende pogingen om tegen zijn veroordeling in beroep te gaan. Amnesty International beschouwt Ye Guozhu als een gewetensgevangene, die vastzit voor zijn geweldloze protest tegen de huisuitzettingen.
2006. Op het spandoek staat: ‘Doe dingen volgens de wet zonder dwang. Uitzetting of niet,
© BOXUN
© Dubin
hier woon ik.’
34
35
[4] Heropvoeding door arbeid • In de heropvoedingskampen worden mensen zonder tussenkomst van een rechter één tot drie jaar vastgehouden •D oor middel van het programma ‘heropvoeding door arbeid’ willen de lokale autoriteiten Beijing voor de Olympische Spelen ‘opschonen’ •H et gaat vaak om overtredingen als illegaal reclame maken, folders uitdelen, landloperij, bedelarij en kleinschalig drugsgebruik.
Het programma van ‘heropvoeding door arbeid’ (laojiao) werd geïntroduceerd in 1957 als onderdeel van de overheidscampagne ‘Verander gedrag en houding van mensen die kleine overtredingen begaan’. De overtreders worden omgeschoold tot hardwerkende burgers, vermoedelijk veelal in werkkampen maar ook op andere plaatsen, zoals mijnen en fabrieken. De Chinese regering heeft herhaaldelijk aangekondigd dat het stelsel van ‘heropvoeding door arbeid’ hervormd zal worden, maar in de praktijk is nog zo goed als niets bereikt. Het systeem staat trouwens sterk ter discussie onder Chinese academici [China Rights Forum, 2007/2]. De lokale autoriteiten van Beijing besloten begin 2006 de straf ‘heropvoeding door arbeid’ te gebruiken om de stad schoon en veilig te maken en te zorgen dat de Spelen ordelijk verlopen. Anders dan bij reguliere gevangenisstraffen is het de politie die mensen tot ‘heropvoeding door arbeid’ veroordeelt, en komt er geen rechter aan te pas. Beijing breidde met het oog op de Spelen de toepassing van deze straf uit tot overtredingen waaronder illegaal reclame maken, handeldrijven zonder vergunning, folders uitdelen, landloperij of bedelarij. Het aantal gevangenen in werkkampen werd in 2006 van officiële zijde geschat op 500.000 – in 2004 was de schatting nog 300.000 [US State Department Country Report China 2006]. Er is geen mogelijkheid om enigszins betrouwbare cijfers te geven. De duur van deze straffen varieert van één tot drie jaar. Opvallend genoeg is dat hoger dan de minimumstraffen in het strafrecht. In de praktijk kunnen autoriteiten deze straffen naar eigen inzicht verlengen. De kans op marteling in deze kampen is groter dan in gewone gevangenissen.
36
B u Do ngwei De 38-jarige Bu Dongwei, medewerker van de Amerikaanse hulporganisatie The Asia Foundation, kreeg op vrijdag 19 mei 2006 onverwacht bezoek van de politie in zijn appartement in Beijing. De politie vond boeken van de verboden spirituele beweging Falun Gong (zie Deel 2 [7]). Bu werd gearresteerd. Na drie maanden niets van Bu te hebben gehoord, kwam zijn vrouw erachter dat hij vastzat in het Tuanhe-heropvoedingscentrum in Beijing. Zonder dat er een rechter aan te pas was gekomen, veroordeelde de politie Bu tot tweeënhalf jaar ‘heropvoeding door arbeid’. Daar zal hij worden heropgevoed en zijn ‘afvallige geloof’, zoals de autoriteiten de Falun Gong noemen, moeten opgeven. Naar verluidt heeft de leiding van het kamp de familie gevraagd om 400 yuan (ongeveer 40 euro) per maand te betalen voor zijn kosten. Amnesty beschouwt Bu als een gewetensgevangene, die alleen vastzit omdat hij op vreedzame wijze gebruik maakte van zijn recht op vrijheid van meningsuiting en religie.
© Private
ouding h n e g a r d e g ‘Verander ie kleine d n e s n e m n va gaan’ e b n e g in d e r overt
37
Coc a C ola en Wa l M art Dwangarbeid komt niet alleen voor in heropvoedingskampen (waar die arbeid laojiao heet), ook bij reguliere veroordelingen worden gevangenen in de regel gedwongen te werken (laogai, ‘hervormingdoor-arbeid’). Artikelen die onder zulke omstandigheden worden gemaakt, komen ook op de westerse markt. In een reportage The Real Thing – Made in Prison van de Britse nieuwszender Sky News van juni 2007 is te zien is hoe gevangenen in ZuidChina iedere ochtend naar een fabriek lopen om daar tien uur per dag te werken. Met een mobiele telefoon is stiekem opgenomen wat ze maken: kerstartikelen voor Coca Cola. Een ex-gevangene verklaarde dat hij voor zijn werk een appel per week kreeg. Naar aanleiding van de reportage verbrak Coca Cola de banden met de toeleverancier. In de reportage komt ook Xu Yonghai aan het woord. Hij zat in een (andere) gevangenis om zijn christelijk geloof. Hij vertelt hoe hij gedwongen werd paraplu’s te maken. Gevangenen die niet hard genoeg werkten, werden met schoenen geslagen. De gevangenen kregen 90 eurocent per maand. De paraplu’s worden verkocht in de Amerikaanse supermarktketen Wal Mart. Het bedrijf zei de zaak te gaan onderzoeken.
Werkkampen zijn zo goed als nooit bezocht door buitenlandse waarnemers. Uitzondering zijn enkele ‘modelkampen’ die aan hoogwaardigheidsbekleders zijn getoond. Journalisten of onderzoekers zullen nooit toegang krijgen tot andere kampen. Details zijn onder meer openbaar geworden uit verklaringen van mensen die later naar het buitenland zijn gevlucht. Bekend is dat er veel soorten werkkampen bestaan, en dat de grootste in afgelegen westelijke gebieden liggen. Volgens Laogai [www.laogai.org], de organisatie van ex-werkkampgevangene Harry Wu, is mishandeling van vooral politieke gevangenen in deze kampen schering en inslag. De Chinese mensenrechtenactivist Harry Wu zat in totaal negentien jaar vast in diverse werkkampen. Hij werd in 1979 vrijgelaten en vluchtte in 1985 naar de Verenigde Staten. Van daaruit documenteerde hij het systeem van administratieve detentie in China. Hij bezocht het land een aantal keren in het geheim. In 1995 werd hij bij zo’n bezoek twee maanden vastgehouden in China. Onder internationale druk werd hij vrijgelaten en het land uit gezet. Zijn organisatie Laogai publiceert over het systeem en de productie van werkkampen. Laogai meldt dat veel producten op de Chinese markt in deze kampen zijn geproduceerd. De kampen adverteren zich vaak als normale bedrijven, veel hebben zowel een bedrijfsnaam als een interne administratieve naam. Daardoor worden handelspartners vaak misleid en komen producten uit werkkampen op de Chinese markt. Volgens Laogai zijn ook op de internationale markt producten uit de werkkampen, van groene thee tot steenkool, terecht gekomen.
[5] arbeidsomstandigheden •R egels met betrekking tot werktijden, minimumloon en hygiëne worden vaak overtreden •O nafhankelijke vakbonden zijn verboden •O ok in de fabrieken waar Olympische merchandisingartikelen worden geproduceerd, komen wantoestanden voor
China wordt wel de werkplaats van de wereld genoemd. Talloze producten, van elektronische apparaten tot kleding en van sportartikelen tot andere gebruiksvoorwerpen, hebben het label ‘made in China’. Westerse consumenten nemen de producten graag af: Chinese invoer maakt het leven in de VS en EU goedkoper. Over de omstandigheden waaronder die producten zijn geproduceerd staat niets op het label vermeld. Volgens officiële cijfers lijden meer dan tweehonderd miljoen Chinezen aan een werkgerelateerde ziekte [People’s Daily, 17 juli 2005]. Veel informatie over de werkomstandigheden komt van organisaties met goede (vaak geheime) contacten in China, zoals het in Hongkong gevestigde China Labour Bulletin [clb.org.hk]. De autoriteiten beweren dat de rechten van arbeiders voldoende worden beschermd. Werkgevers negeren echter vaak de wetgeving met betrekking tot arbeidsomstandigheden. In veel industrieën zijn de omstandigheden abominabel. Werknemers hebben zelden recht op rust. Een basiswerkweek duurt vaak zestig uur. Daar kan nog eens tachtig tot honderd uur per maand aan overwerk bijkomen. Voor die overwerkuren worden werknemers vrijwel nooit extra beloond. Tijdens het werk mogen ze vaak niet naar de wc, met elkaar praten of eten. Sommige fabrieken hebben de regel dat werknemers niet mogen trouwen, zwanger worden of een serieuze relatie met elkaar hebben. Wie de regels overtreedt, kan loonvermindering krijgen of ontslagen worden. Hoewel de Chinese Grondwet het recht op vrijheid van vereniging erkent, zijn onafhankelijke vakbonden verboden. De enige legale vakbond is de door de overheid gecontroleerde All China Federation of Trade Unions (ACFTU). Deze vakbond registreerde in 2005 circa 300.000 klachten van werknemers.
38
39
Een tentenkamp voor migranten-
‘China kent het meest gruwelijke huwelijk in de geschiedenis van de mens, die tussen het communisme en het kapitalisme. [...] In een Chinese kolenmijn is het leven van een werknemer minder waard dan steenkool.’ De Chinese dissident Han Dongfang tijdens de FNV-conferentie ‘Made in China’, maart 2007, Amsterdam
De documentaire China Blue gaat over een spijkerbroekenfabriek in het zuiden van China. De film geeft anonieme arbeiders een gezicht. De jonge Jasmijn is een van de 150 miljoen mensen, voornamelijk jongeren, die in de afgelopen jaren van het platteland naar de stad trokken om in een fabriek te werken – de grootste migratiegolf uit de geschiedenis in vredestijd. Jasmijn verdient zes dollarcent per uur en werkt vaak zeven dagen in de week. Ze deelt een kamer met twaalf andere meisjes. Het eten dat ze krijgt wordt elke dag van haar salaris afgetrokken. In de documentaire is de minachting te zien waarmee de eigenaar van de fabriek – een voormalige politiechef – over zijn werknemers praat. Te zien is hoe werknemers instructies krijgen om tijdens inspecties te liegen over de werkomstandigheden. De opnames van China Blue werden meerdere keren door de Chinese overheid onderbroken. De filmmakers werden gearresteerd en ondervraagd, en videotapes werden in beslag genomen. 40
Klachten over het politieke systeem of de autoriteiten zijn verboden. De laatste jaren komen werknemers steeds vaker in opstand en demonstreren ze op straat. Het officiële aantal gemelde ‘massa-incidenten’ in 2005, 84.000, was tien keer zo groot als dat van 1993. Demonstraties worden vaak snel en gewelddadig door de politie gestopt. Sommige fabrieken maken gebruik van kinderarbeid. In China werken volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) meer dan vijf miljoen kinderen onder de zestien jaar in exportgerichte industrie. Hun uurloon bedraagt vaak zo’n vijf eurocent. Alle onkosten, voor bijvoorbeeld lunch en avondeten, worden daar nog van afgetrokken. Ook in de fabrieken die Olympische merchandisingartikelen produceren komen dat soort wantoestanden voor. Uit onderzoek van Play Fair 2008, een coalitie van internationale vakbonden en actiegroepen, blijkt dat werknemers nog niet de helft van het minimumloon verdienen en dat kinderen meer dan vijftien uur per dag werken. BOCOG, het organisatiecomité van de Spelen in Beijing, zei in reactie hierop de omstandigheden te zullen onderzoeken. Het IOC verklaarde niet direct verantwoordelijk te zijn, maar zei wel dat de productie op een ethische manier moet gebeuren [www. playfair2008.org].
iPod s
© Koen Wessing
Ch ina Blue
arbeiders, Beijing 2007
Over het algemeen worden media vooral gecensureerd op kritiek op de overheid. Toch kunnen ook journalisten die misstanden van bedrijven aan de kaak stellen problemen krijgen. Dat bleek bij de zaak rondom de productie van iPods. Twee journalisten van China Business News hadden een artikel geschreven over de slechte arbeidsomstandigheden van het bedrijf Foxconn, dat in opdracht van het Taiwanese bedrijf Hon Hai iPods produceert voor Apple. Toen de internationale pers het bericht overnam, ontstond er een rel. Apple haalde verhaal bij Foxconn, waarop het bedrijf de journalisten aanklaagde wegens smaad. De rechter besloot de banktegoeden van de journalisten te bevriezen. Ook deze uitspraak kwam onder de aandacht van de internationale pers. Uiteindelijk werd de straf onder internationale druk in hoger beroep teruggedraaid. [The Guardian, 30 August 2006]
41
Voorbereidingen voor een openbare terechtstelling, 1992
[6] Doodstraf en marteling • Voor 68 misdrijven – waaronder belastingfraude en tasjesroof – kan men in China de doodstraf krijgen. • Amnesty dringt aan op openbaarmaking van de doodstrafcijfers • In gevangenissen, politiecellen en werkkampen is marteling wijdverspreid
Meer dan 90 procent van alle executies in de wereld worden in China uitgevoerd, vaak in het geheim. In 2006 werden volgens cijfers van Amnesty 1.010 mensen geëxecuteerd en 2.790 mensen ter dood veroordeeld. Omdat de hoeveelheid executies een staatsgeheim is, is het exacte aantal onbekend, maar het ligt vermoedelijk een flink stuk hoger. Professor Liu Renwen van de Academie voor Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Beijing schatte het jaarlijkse aantal executies op achtduizend. Martelingen, executies en gevangenschap zijn voor buitenlandse journalisten zo goed als onzichtbaar. Er vinden bijna geen openbare executies meer plaats en de berichtgeving erover is erg summier. De informatie van Amnesty en andere organisaties wordt nogal eens afgedaan als ‘het mantra van de mensenrechtenbeweging’: van weinig belang voor het ‘geheel’ van de ontwikkelingen in China. Maar voor de Chinese bevolking zijn gevangenisomstandigheden, marteling en doodstraf wel degelijk van grote en dagelijkse betekenis. Elke Chinees weet welk risico hij of zij loopt bij vreedzame betogingen, geringe overtredingen, ‘landloperij’, al dan niet valse beschuldigingen van corruptie of ongewenste contacten met buitenlandse verslaggevers. China ratificeerde (met voorbehouden) in 1988 het VN-Verdrag tegen Marteling. Desalniettemin is marteling in China wijdverspreid. Veel gehanteerde martelpraktijken zijn slaan, schoppen, stroomstoten, ophangen aan armen, boeien in pijnlijke posities, sigaretten uitdrukken op de huid en onthouding van slaap en voedsel.
© AP
Chinese rechtszaken verlopen vrijwel nooit volgens de internationale normen. Zo hebben verdachten vaak moeilijk of soms geen toegang tot een eigen advocaat, en gaan autoriteiten niet uit van het principe ‘onschuldig tot het tegendeel is bewezen’. Volgens het China-rapport 2006 van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken [www. state.gov] leidt 99,5 procent van de rechtszaken tot een veroordeling. Ook bemoeit de politiek zich regelmatig met de rechtsgang en wordt bewijs dat verkregen is door middel van marteling niet uitgesloten.
42
43
Amnesty-demonstratie tegen de
O r gaanhan del
doodstraf in China - Op de poster een vrouw, ter dood veroordeeld wegens drugshandel, die naar het schavot wordt geleid
Nie Shubin, een jonge boer uit het noorden van China, werd in 1995 geëxecuteerd omdat hij een vrouw zou hebben verkracht en vermoord. Tijdens zijn gevangenschap zou hij zijn gefolterd. Begin 2005 gaf een verdachte van een andere zaak toe dat hij de moord had gepleegd, waarvoor Nie de doodstraf kreeg. Naar verluidt omschreef hij tot in de details hoe hij zijn daad had uitgevoerd. De autoriteiten gaven later hun fout toe en beloofden een compensatie voor de familie van Nie. Op 1 januari veranderde de Chinese overheid wetgeving met betrekking tot de doodstraf. Sindsdien moeten opgelegde doodstraffen worden beoordeeld door het Hooggerechtshof. Op 8 juni 2007 meldden Chinese staatsmedia dat de hoeveelheid executies in de eerste helft van dit jaar tien procent lager was ten opzichte van dezelfde periode in voorgaande jaren. Of het aantal doodstraffen inderdaad is afgenomen is niet te zeggen. Amnesty International blijft de Chinese overheid oproepen tot volledige openheid van zaken.
ft de ij l b y t s e n m A oepen r p o id e h r e v o nheid e p o e ig d e l l tot vo van zaken 44
© AP Photo/Anat Givon
In China worden executies steeds vaker voltrokken door middel van een dodelijke injectie. Hierdoor is het makkelijk organen te ontnemen van geëxecuteerde gevangenen. Dat is een lucratieve activiteit. Begin 2006 stelden verschillende Chinese orgaanspecialisten dat 99 procent van de getransplanteerde organen van geëxecuteerden komt [Jurist Legal News and Research, 19 November 2006]. In juli 2007 werden nieuwe regels van kracht die het verkopen en kopen van organen verbieden en vereisen dat donoren hun schriftelijke toestemming geven voor orgaanverwijdering. Amnesty stelt dat mensen die tot de doodstraf zijn veroordeeld niet in staat zijn om weloverwogen toestemming te geven.
45
Leden van de Falun Gong tijdens een
© Reuters/Nir Elias
demonstratie in Hongkong, juni 2007
[7] vrijheid van godsdienst • Alleen door de staat erkende religieuze stromingen mogen openlijk worden beleden •O nofficiële christelijke, islamitische en boeddhistische groepen worden onderdrukt •D e spirituele beweging Falun Gong is verboden
Artikel 36 van de Chinese Grondwet bepaalt dat elke Chinees recht heeft op ‘volledige vrijheid van godsdienst’. De Chinese wet stelt bovendien dat niemand om zijn of haar geloof mag worden gediscrimineerd. In 1994 werd echter bepaald dat elke stroming geregistreerd moet zijn bij de overheid en onder de supervisie moet staan van officiële patriottische religieuze organisaties. Er worden slechts vijf hoofdstromingen door de overheid erkend: het boeddhisme, het taoïsme, de islam, en het protestantse en katholieke christendom. Onofficiële stromingen worden onderdrukt. In 1998 startten de autoriteiten een ‘campagne tegen bijgeloof’. Sindsdien worden leden van verschillende stromingen gearresteerd en kunnen ze lange gevangenisstraffen krijgen. Niet-erkende tempels worden gesloten en met de grond gelijk gemaakt. En aanhangers van niet-erkende stromingen worden gearresteerd. Een groep die veel last heeft van onderdrukking is de spirituele beweging Falun Gong. De beweging werd begin jaren negentig opgericht door Li Hongzhi. In de jaren daarna werd de Falun Gong steeds populairder – tot ergernis van de autoriteiten, die de beweging in 1999 officieel verboden. De staat claimt dat Falun Gong ruim twee miljoen aanhangers heeft, de beweging zelf zegt dat het er honderd miljoen zijn. De overheid stelt dat de Falun Gong geen religie is maar een ‘kwalijke sekte die de sociale en politieke stabiliteit van China aantast’. De leden worden stelselmatig vervolgd. Sommigen krijgen lange gevangenisstraffen of worden naar psychiatrische inrichtingen gestuurd. Velen worden naar heropvoeding-door-arbeidkampen gestuurd (zie Deel 2 [4]).
46
‘Om de Olympische Spelen succesvol te laten verlopen, moeten we een harmonieuze samenleving creëren. [...] We moeten hard optreden tegen vijandige groepen, zoals etnische separatisten, religieuze extremisten, terroristen en afvallige organisaties zoals de Falun Gong, die destabiliserend is.’ Zhou Yongkang, minister van Openbare Veiligheid, Duowen Xinwenwang, 21 maart 2007.
Cai Z h uoh ua Pastor Cai Zhuohua werd in november 2005 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor het runnen van een ‘illegale handel’. Zijn vrouw Xiao Yunfei kreeg twee jaar cel en zijn zwager Xiao Gaowen achttien maanden. De prominente kerkleider in Beijing werd in september 2004 gearresteerd. De autoriteiten hadden een grote hoeveelheid christelijk drukwerk, waaronder bijbels, gevonden in een opslagruimte van Cai. Hoewel de pastoor zijn zaak had geregistreerd bij de overheid, had hij geen vergunning om religieus materiaal te publiceren.
47
Gulja 1997: Oejgoerse demonstratie tegen de Chinese onderdrukking wordt zeer wreed
[8] minderheden • In de autonome gebieden als Tibet, Binnen-Mongolië en Xinjiang worden mensenrechten ernstig geschonden • Tibetanen hebben een beperkte vrijheid van religie, meningsuiting en vereniging •D e Oejgoerse moslimgemeenschap in autonome Oejgoerse regio Xinjiang wordt in het kader van de ‘oorlog tegen terrorisme’ onderdrukt
48
China heeft officieel een beleid om minderheden in de autonome gebieden, zoals Tibet, Binnen-Mongolië en Xinjiang, te beschermen en te bevorderen. Maar in deze gebieden worden de minderheden door de lokale overheden juist onderdrukt. Oproepen voor autonomie en onafhankelijkheid zijn verboden. Er zijn veel berichten van willekeurige arrestaties, oneerlijke processen, administratieve detentie in werkkampen en marteling.
© Private
onderdrukt (zie ook p.50-52)
Het Chinese Volksbevrijdingsleger viel Tibet in 1950 binnen. De religieuze en politieke leider van het land, de Dalai Lama, vluchtte in 1959 naar India, waar hij nog altijd in ballingschap leeft. China telt ongeveer 2,5 miljoen Tibetanen – er zijn ook hogere schattingen. Sinds Tibet bij China hoort – velen spreken van een bezetting – wordt de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vereniging van Tibetanen ernstig beperkt. Ook worden ze gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Velen, onder wie boeddhistische monniken en nonnen, zijn gedetineerd of gevangengezet omdat ze hun geloof hadden beleden of hun mening hadden verkondigd. De autoriteiten gebruiken sinds 1950 buitensporig geweld tegen Tibetanen die probeerden te ontkomen aan de onderdrukking. In september 2006 zagen getuigen hoe Chinese grenswachten het vuur openden op een groep Tibetanen die probeerde Nepal te bereiken. Ten minste één kind kwam daarbij om het leven. Sonam Gyalpo, een voormalige monnik, werd medio 2006 veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf wegens het ‘in gevaar brengen van de staatsveiligheid’ nadat de autoriteiten bij hem thuis videocassettes van de Dalai Lama hadden gevonden. Een andere minderheid die in China wordt onderdrukt, is de Oejgoerse gemeenschap in de provincie Xinjiang. Sinds de jaren tachtig is deze moslimgemeenschap het doelwit van stelselmatige en meedogenloze mensenrechtenschendingen. 49
Fotobijschrift:
50
51
G u lja Honderden Oejgoeren demonstreerden op 5 februari 1997 in de straten van de stad Gulja tegen onderdrukking. Chinese veiligheidstroepen maakten hardhandig een einde aan deze vreedzame demonstratie. In de dagen erna gingen de Oejgoeren opnieuw de straat op, en weer kwamen overheidstroepen in actie. Er werd met scherp op demonstranten geschoten en honderden mensen werden gearresteerd, van wie een groot aantal slachtoffer werd van marteling. Er vielen naar schatting tientallen doden en vele honderden gewonden. De bekende Oejgoerse mensenrechtenactiviste Rebiya Kadeer was ooggetuige. Als lid van het Chinese Nationale Volkscongres besloot zij na de eerste demonstratie naar de stad te gaan. Ondanks ernstige bedreigingen van de lokale autoriteiten sprak ze met Oejgoerse families over de gebeurtenissen. Kadeer: ‘Wat ik in Gulja heb gezien is onvoorstelbaar. We mogen de slachtoffers en hun nabestaanden niet vergeten en de Chinese autoriteiten moeten hierover rekening en verantwoording afleggen. Daarom blijf ik vertellen wat ik met eigen ogen heb gezien.’
52
Bij gelegenheid zijn Oejgoeren uit Centraal-Azië uitgeleverd aan China. In het kader van de internationale ‘oorlog tegen terrorisme’ betitelt China de Oejgoeren als ‘terroristen’, ‘separatisten’ en ‘religieuze extremisten’. China telt 8,7 miljoen Oejgoeren, waarmee ze de grootste moslimgemeenschap in het land zijn. In Binnen-Mongolië, één van de ‘autonome regio’s’ in China, zit onder anderen Hada gevangen. Hij was voorzitter van een organisatie die op vreedzame wijze werkt voor het behoud van de Binnen-Mongoolse cultuur. In 1996 werd Hada opgepakt en veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Hij is in de gevangenis gemarteld en mishandeld. De autoriteiten zouden ook geregeld christelijke kerkleiders oppakken [International Herald Tribune, 3 januari 2007].
53
Ook in andere steden dan Beijing demonstreerden mensen in juni 1989 voor
Ding Zilin
democratie – ook veel van deze protesten
Docente filosofie Ding Zilin verloor tijdens het Tian’anmenbloedbad haar zoon. Ze bleef zich daarna inzetten voor een officiële opheldering over de gebeurtenis en bestookt de overheid nog altijd met vragen. Ze richtte samen met andere moeders die hun zoon verloren de groep ‘Moeders van Tian’anmen’ op. De groep publiceerde de namen van 164 gedode studenten. Ding zelf schreef het boek The Factual Account of a Search for the June Fourth Victims, dat door de overheid werd verboden.
werden hardhandig neergeslagen.
© Private
Sjanghai, 1989
[9] Tian’anmen, 4 juni 1989 •O p 4 juni 1989 sloeg het Volksbevrijdingsleger op bloedige wijze vreedzame demonstraties op het Plein van de Hemelse Vrede neer • In Chinese media en (school)boeken mag nog altijd niet verwezen worden naar het bloedbad – journalisten krijgen instructies hoe over ‘Tian’anmen’ te berichten •O rganisaties roepen op tot een onafhankelijk onderzoek en meer openheid
54
Veel westerse bezoekers aan Beijing herinneren zich het bloedbad van 4 juni 1989. Op die datum zag de hele wereld hoe een studentenprotest op het Tian’anmen-plein (Plein van de Hemelse Vrede) werd neergeslagen. Sindsdien is in China niemand aansprakelijk gesteld of berecht voor het opdracht geven tot deze massamoord en de uitvoering ervan. Op het Plein zelf, dat centraal zal staan tijdens de opening van de Olympische Spelen, herinnert niets hieraan. De protesten begonnen in april 1989 als een reactie op de dood van Hu Yaobang, de oud-secretaris-generaal van de Communistische Partij. Hu stond bekend als hervormingsgezind en werd in 1987 afgezet omdat hij te slap zou hebben opgetreden tegen studentenprotesten een jaar daarvoor. De hele maand mei protesteerden naar schatting 1 miljoen studenten op het Tian’anmen-plein voor vrijheid en democratische hervormingen. In de nacht van 3 op 4 juni openden eenheden van het Volksbevrijdingsleger, in opdracht van partijleider Deng Xiaoping, het vuur op de demonstranten. Volgens de staat kwamen daarbij 241 mensen om. Vermoed wordt dat het werkelijke aantal aanzienlijk hoger ligt: wellicht duizend mensen.
Door haar acties raakte ze haar baan bij de universiteit van Beijing kwijt. Haar man verloor zijn baan nadat hij een interview aan een Amerikaans radiostation had gegeven. Beiden leven nagenoeg onder constant politietoezicht, maar ze hebben niet toegegeven. Ding: ‘Ik doe niets illegaals. De regering zou dit onderzoek moeten doen. Als zij het niet doen, moeten wij het doen.’
55
Tankman
Tian’anmen-plein, juni 1989
© AP GraphicsBank
Anno 2007 is het bloedbad nog altijd onbespreekbaar. De Chinese autoriteiten reageren vaak fel op degenen die het ter sprake brengen. Het onderwerp wordt stelselmatig geblokkeerd door de internetcensuur. Enkele Chinezen die er met journalisten over wilden praten zijn later door de politie aangehouden. Op het plein zelf is elke demonstratie of andere uiting die aan het bloedbad herinnert verboden. Ook in andere steden waar rond 4 juni gewelddadig werd opgetreden tegen demonstranten, met honderden en mogelijk duizenden doden, is het onderwerp taboe. Er is nooit een onafhankelijk onderzoek geweest naar het bloedbad. De verantwoordelijken zijn niet berecht. Er zitten nog zeker tachtig mensen vast vanwege betrokkenheid bij de demonstratie. De exacte aantallen zijn nooit bekendgemaakt. Amnesty International en andere organisaties roepen de autoriteiten op tot een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen op 4 juni 1989.
56
Het bloedbad is taboe
Eén man die een rij tanks tegenhoudt door ervoor te blijven staan. Dat is het beeld dat internationaal is bijgebleven van het Tian’anmen-bloedbad. Het incident vond plaats in de buurt van het plein, de dag na het bloedbad. Het werd door meerdere camera’s gefilmd en gefotografeerd. De beelden gingen de wereld over, waardoor de student beroemd werd en de bijnaam ‘Tankman’ kreeg. Op de beelden is te zien hoe hij voor een rij tanks blijft staan – ook als die proberen uit te wijken. Op een gegeven moment klimt hij op de voorste tank en praat hij met de bestuurder. Hierna springt hij eraf en blokkeert hij opnieuw de weg. Uiteindelijk trekken omstanders hem weg en verdwijnt hij in de menigte. De tanks kunnen hun weg vervolgen. Wat er daarna met Tankman is gebeurd en wie hij precies was, is niet bekend. Er gaan geruchten dat hij is geëxecuteerd. In 1990 vroeg een Amerikaanse journaliste aan de toenmalige secretarisgeneraal van de Communistische Partij, Jiang Zemin, wat er met Tankman is gebeurd. ‘Ik geloof dat hij niet is vermoord’, was het antwoord. Sindsdien hebben de autoriteiten niets meer over hem gezegd.
57
[10] m ensenrechtenverdedigers •M ensenrechtenverdedigers zijn te vinden onder journalisten, kerkleiders, activisten voor minderheden, gezondheidswerkers, advocaten en andere groepen •D e namen van mensenrechtenverdedigers worden zelden of nooit genoemd door Chinese media • ‘Onafhankelijke’ Chinese organisaties staan onder strenge overheidscontrole
58
‘Mensenrechtenverdedigers’ is de aanduiding van degenen die, binnen een organisatie of als individu, opkomen voor fundamentele rechten en vrijheden. De individuen werden en worden (vooral in communistische landen) ook vaak dissidenten genoemd. In 1998 aanvaardden de VN een Verklaring over Mensenrechtenverdedigers. Die verklaring geeft geen definitie van de verdedigers. Algemeen wordt aangenomen dat het gaat om degenen die het beginsel van geweldloze weerbaarheid respecteren, activistisch zijn (dus geen theoretici), en de beginselen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijven. Wereldwijd vallen honderdduizenden mensen onder deze definitie. De Verklaring over Mensenrechtenverdedigers garandeert het recht op vrijheid van vereniging en communicatie met andere organisaties, het recht op informatie en het recht op effectieve rechtsmiddelen. Iedereen heeft het recht ‘nieuwe ideeën en beginselen ten aanzien van de mensenrechten te ontwikkelen en die uit te dragen’ en ‘individueel of in vereniging met anderen deel te nemen aan vreedzame acties tegen schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden’. De verklaring waarborgt ook het recht om middelen en hulp te werven, ook van buiten de grenzen van het land. In 2004 aanvaardde de EU Richtlijnen voor de Bescherming van Mensenrechtenverdedigers, waarin EU-landen wordt opgedragen zich voor die bescherming wereldwijd in te zetten.
In China worden veel internationale organisaties niet toegelaten. Zo is er geen Chinese afdeling van Amnesty International (wel een Honkongse). De Chinese ‘niet-gouvernementele organisaties’ voor mensenrechten zijn allerminst onafhankelijk, ook al wil de Chinese overheid dat zo doen lijken. Wie buiten China ‘human rights China’ intikt in Google, wordt verwezen naar organisaties als Human Rights in China, door Chinese dissidenten en ballingen opgericht en gevestigd in New York. Wie dezelfde woorden bij Google intikt in China krijgt echter een verwijzing naar www.humanrights-china.org, een organisatie die informatie van de Chinese overheid verspreidt. Op de bijgevoegde cd-rom is veel informatie te vinden over bekende Chinese mensenrechtenverdedigers en gewetensgevangenen.
59
Boven: Yang Tongyan - schrijver, in 2006
Boven: Chen Guangcheng - blinde
Boven: Harry Wu - bracht negentien
Boven: Ye Guozhu - activist tegen
veroordeeld tot twaalf jaar wegens
advocaat, activist voor democratie
jaar door in werkkampen, opnieuw
huisuitzetting in Beijing, gevangen sinds
‘subversie’
en gehandicapten, deed onderzoek
opgepakt in 1995, nu in VS voorzitter
2004, gemarteld
naar de vervolging van de Falun Gong,
van de organisatie Laogai
gevangen sinds 2006 Onder: Rebiya Kadeer - activiste voor
Onder: Huang Jinqiu - schrijver en
Onder: Shi Tao - dichter, journalist
Onder: Wei Jingsheng - onafhankelijk
de mensenrechten van Oejgoeren,
journalist, gevangen sinds 2003
en activist voor vrijheid van internet,
journalist en mensenrechtenverdediger,
gevangen 1999-2005, nu woonachtig
opgepakt met hulp van Yahoo, gevan-
gevangen van 1979 tot 1993 en van
in de VS
gen sinds 2004
1994 tot 1997, nu woonachtig in de VS
60
61
3 l e De C h in a ’s
recht mensen
A tot Z e n va n
Ad v o c at e n Advocaat is bepaald geen makkelijk beroep in China. Vanaf de vestiging van de Volksrepubliek in 1949 tot eind jaren zeventig bestonden er zelfs geen advocaten in het rechtsstelsel. Nu zijn ze er wel, maar mogen ze weinig. In strafrechtzaken krijgen ze vaak nauwelijks de tijd om dossiers in te zien, laat staat om de verdachte te spreken. Bovendien worden advocaten niet geacht voor de verdachten vrijspraak te vragen. In 70 procent van alle strafzaken wordt de verdachte niet eens door een advocaat bijgestaan. Een Chinese advocaat heeft gemiddeld dan ook maar 0,7 strafzaken per jaar. Wat in recente jaren wél is uitgebreid is het systeem van rechtshulp. Er waren in 2005 in heel China meer dan drieduizend bureaus voor rechtshulp. Die geven vooral advies aan mensen die een civiel geschil voor de rechter willen uitvechten: ruzie over eigendom van een stuk land, of een ingewikkelde scheiding. Het beroep van advocaat is vaak riskant. Sinds 1997 zijn vijfhonderd advocaten voor korte of langere tijd in de gevangenis beland. Vooral het verdedigen van politieke verdachten is hachelijk. Bron: International Commission of Jurists (icj.org)
Aid s e n h iv Volgens de officiële schatting van 2006 zijn er 650.000 mensen met hiv, 10 miljoen met hepatitis B; de feitelijke aantallen zijn waarschijnlijk veel hoger. UNAIDS verwacht dat het aantal hivgeïnfecteerden in China kan oplopen tot 10-15 miljoen in 2010. Het bestaan van 6 tot 10 miljoen werkers in de seksindustrie wordt bijna geheel ontkend door de overheid. Hiv is verder een groot risico onder drugsverslaafden en illegale migranten. In veel regio’s is besmet 62
bloed overdragen bij donaties, waarvoor de arme bevolking zich laat betalen. Discriminatie van hiv-patiënten is verboden, maar komt op grote schaal voor. Activisten en familieleden die schandalen met bloedbesmetting aan het licht brachten zijn vervolgd; zo is de arts en activist Wan Yanhai meerdere keren voor korte perioden gevangengezet. Bron: UNAIDS (unaids.org)
Ar b ei dsom standi gheden (zie ook Deel 2 [5]) Er komen uit heel China geregeld berichten over ernstige gevallen van kinderarbeid en schendingen van arbeidsrechten. Het Duitse actualiteitenprogramma Tagesthemen meldde in 2006 diverse praktijken die ze documenteerde met beelden, gemaakt met een verborgen camera. Zo zouden Chinese kinderen worden gedwongen het populaire online spel World of Warcraft te spelen. De virtueel vergaarde inkomsten worden vervolgens doorverkocht. De kinderen moeten twaalf uur per dag onafgebroken spelen om zoveel mogelijk virtueel geld te verzamelen. Dit nepgeld wordt vervolgens via veilingsites zoals eBay verkocht voor echt geld. De Chinese regering heeft in juni 2007 opdracht gegeven onderzoek te doen naar gedwongen arbeid in het hele land. De overheid besloot hiertoe nadat honderden arbeiders, onder wie kinderen, eerder die maand waren gered uit steenfabrieken en mijnen. Ze waren daar onder erbarmelijke omstandigheden te werk gesteld. Sinds de Olympische Spelen van Athene 2004 dringen de leden van de organisatie PlayFair (onder meer vakbondsorganisaties en Oxfam Novib) bij het Internationaal Olympisch Comité aan op productie met respect voor de arbeidsrechten. Een onderzoek 63
van PlayFair uit 2007, gedaan in vier Chinese fabrieken die Olympische artikelen onder licentie produceren, wijst op het bestaan van schadelijke kinderarbeid. Werknemers verdienen amper de helft van het minimumloon. De werkgevers geven vervalste lonen op en verplichten hun werknemers te liegen over hun loon en arbeidsomstandigheden. Overwerk is verplicht, werkdagen van twaalf uur gedurende zeven dagen per week zijn geen uitzondering. Zie ook: China Labour Bulletin (china-labour.org)
Arre stat ie Volgens de wet mag de politie iemand vastzetten (en eventueel naar een werkkamp sturen) zonder dat er sprake is van formele arrestatie. Er zijn wettelijk allerlei vormen van voorarrest mogelijk; de politie houdt zich vaak niet aan de termijnen.
Asi elzoek e rs e n vluchtel i n g e n in / uit Ch in a Naar schatting honderdduizend NoordKoreanen zitten ondergedoken in China. Per week worden 150 à 300 NoordKoreanen gearresteerd en uitgezet door de autoriteiten, zonder dat ooit gevallen worden voorgelegd aan de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR. Er zijn talloze berichten over geweld tegen Noord-Koreaanse vrouwen in China, waaronder stelselmatige verkrachting en prostitutie. Noord-Koreaanse vrouwen worden ook voor duizend tot tweeduizend euro als bruid verkocht aan Chinese mannen. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken (in het Algemeen Ambtsbericht China, juni 2005) vroegen in 2006 19.300 Chinezen asiel aan in een westers 64
land, zo’n 4 procent van alle asielverzoeken daar. Er komen jaarlijks enkele honderden Chinese asielzoekers naar Nederland, onder wie Oejgoeren uit de autonome Oejgoerse regio Xinjiang. De meesten zijn gesmokkeld door organisaties van ‘slangenkoppen’. Volgens ruwe schattingen verblijven tussen de vier- en zesduizend Chinezen illegaal in Nederland. De Chinese ambassade werkt niet mee aan terugzending.
A u to rit ei t e n (Communistische Partij, staat) Vrije verkiezingen zijn er in China alleen op dorps- en districtsniveau. Formeel zijn staat, de Chinese Communistische Partij (CCP), volksvertegenwoordiging en rechterlijke macht gescheiden. In werkelijkheid zijn ze dat niet. Er zijn andere partijen dan de CCP in het Volkscongres, maar in de praktijk is het onmogelijk tot dat congres toe te treden zonder toestemming van de CCP. De huidige president, Hu Jintao, werd in 2003 met 95 procent van de stemmen gekozen door het Nationaal Volkscongres. Hu is tevens secretaris-generaal van de Communistische Partij en voorzitter van de Centrale Militaire Commissie (het feitelijke opperbevel).
Bi n n e n l a n dse m ig r a n t e n De naar schatting 150 miljoen migranten die vanuit het platteland naar de Chinese steden zijn getrokken worden op grote schaal gediscrimineerd. Ondanks de officiële toezegging om het probleem op te lossen hebben miljoenen migranten nog altijd achterstallig loon te goed. De overgrote meerderheid komt niet in aanmerking voor stedelijke ziekenfondsregelingen en kan zich geen particuliere ziektekostenverzekering veroorloven.
Miljoenen kinderen van deze migranten hebben nauwelijks toegang tot openbaar onderwijs. Naar schatting twintig miljoen kinderen van migranten kunnen niet samen met hun ouders in de stad wonen, deels omdat ze daar geen onderwijs kunnen volgen. De gemeente Beijing sloot in 2006 tientallen migrantenscholen, waar duizenden migrantenkinderen op zaten. Dat hield verband met het beleid om de migrantenbevolking in Beijing te reduceren met het oog op de Olympische Spelen.
B in n e n - M o ngol i ë (zie ook Deel 2 [8]) In Binnen-Mongolië, één van de autonome regio’s in China, zit onder anderen Hada gevangen. Hij is bibliothecaris van beroep. Hij was voorzitter van de Democratische Alliantie van Zuid-Mongolië, een organisatie die op vreedzame wijze werkt voor het behoud van de BinnenMongoolse cultuur. In 1996 werd Hada opgepakt en veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Hij is in de gevangenis gemarteld en mishandeld. Er zijn ook berichten van invallen bij christelijke kerkgemeenschappen.
B u it e n l a n dse kranten e n m e d ia De ontvangst van buitenlandse zenders als BBC en Voice of America wordt vaak gestoord door de autoriteiten – vooral de Chineestalige uitzendingen. Buitenlandse kranten en tijdschriften zijn meestal niet verkrijgbaar. Soms zijn er pagina’s uit verwijderd. Ook de websites van buitenlandse media worden veelvuldig geblokkeerd. Bron: Reporters Without Borders (NSF), ‘Living dangerously on the Net’ (rsf.org)
Burgerrechten b eweg ing In recente jaren zijn in China talloze groepen opgekomen, soms klein en plaatselijk en soms met een nationaal bereik, die gezamenlijk worden aangeduid als weiquan, lett. ‘waarborg rechten’. De term wordt ook vertaald als ‘burgerrechtenbeweging’. Mensen protesteren tegen verhoging van de tarieven in het openbaar vervoer, landonteigening, corrupte kaderleden, een vervuilende fabriek die vlak bij een woonwijk is gepland, de ongerechtvaardigde arrestatie van een dorpeling, het uitblijven van een universiteitshervorming, de sluiting van een krant, decennia van vervolging van ‘rechtsen’, of een van de honderden andere misstanden. Vaak worden de groepen spontaan gevormd in een kantoor of redactiebureau, een woonwijk of via internetcontacten. Ze beleggen bijeenkomsten, schrijven artikelen voor pers en internet, maken soms een documentaire en dienen petities in bij het Nationaal Volkcongres. Bronnen: China Rights Forum, 2006/3 en 2007/2 (hrichina.org)
C orrupt i e Economen schatten dat de kosten van corruptie zo’n 15 procent van het bruto nationaal product bedragen. Corruptie is ook een aanslag op het inkomen, omdat burgers veel geld kwijt zijn aan steekpenningen en smeergeld. Er zijn geruchtmakende terechtstellingen geweest van hooggeplaatste personen die zich hadden schuldig gemaakt aan corruptie. Maar veel Chinese journalisten en activisten die corruptie aan de kaak stellen zijn opgepakt of lastiggevallen door de autoriteiten. De Chinese overheid erkent dat corruptie groeiende is. Sommige functionarissen hebben 65
steun gegeven aan managers die op grote schaal werknemers ontsloegen om daarna lucratieve illegale deals te kunnen sluiten. Bij de organisatie Transparency International staat China op plaats 70 in de ranglijst van corruptie, op gelijke hoogte met onder meer Brazilië, Egypte, Mexico en India. Bron: Transparency International, Global Corruption Report 2006 (transparency.org)
Dood stra f (zie ook Deel 2 [6]) China voert vaker de doodstraf uit dan alle andere landen van de wereld tezamen. China kent de doodstraf onder meer voor moord, drugshandel, vrouwenhandel en handel in bedreigde diersoorten. De doodstraf wordt toegepast voor circa 68 misdrijven, waaronder economische en niet-gewelddadige misdrijven. Volgens openbare verslagen waarover Amnesty International beschikt, zouden in 2006 ten minste 1010 mensen geëxecuteerd en 2790 mensen ter dood veroordeeld zijn, ofschoon de werkelijke cijfers vermoedelijk veel hoger liggen. Zo schatte professor Liu Renwen (van de Academie voor Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Beijing) het jaarlijkse aantal executies op achtduizend. Executies worden steeds vaker voltrokken door middel van een dodelijke injectie, waardoor het makkelijk werd organen te ontnemen van geëxecuteerde gevangenen. Er zijn ‘mobiele executiekamers’ ingericht. Er is de laatste jaren enige terughoudendheid te bespeuren in de uitvoering van doodvonnissen. De vonnissen moeten nu worden goedgekeurd door het Hooggerechtshof en minderjarigen worden niet meer ter dood veroordeeld.
66
Fa l u n G o n g (zie ook Deel 2 [7]) De spirituele beweging van de Falun Gong ontstond in 1992. Ze heeft miljoenen aanhangers. De Chinese overheid heeft de beweging in 1999 verboden en de aanhangers sindsdien vervolgd. Velen zijn opgepakt en gemarteld.
G eva n g e n e n (zie ook Deel 2 [10]) Het ministerie van Justitie beheert zevenhonderd gevangenissen met volgens officiële opgave 1,5 miljoen gevangenen, plus dertig jeugdgevangenissen. De omstandigheden in gevangenissen zijn meestal slecht. Zo’n vijfhonderd mensen zouden in China nog gevangenzitten voor ‘contrarevolutionaire’ daden, die inmiddels uit het Wetboek van Strafrecht zijn geschrapt. Gevangenen worden ook na hun vrijlating vaak nog lange tijd beperkt in hun burgerrechten. In administratieve gevangenschap (werkkampen), die buiten het officiële gevangenisstelsel vallen, zitten volgens officiële cijfers 500.000 mensen. Onder de meer bekende gewetensgevangenen waren begin 2007 de journalisten Zhao Yan, Shi Tao en Jiang Weiping; internetjournalisten Yang Zili en Xu Wei; vakbondsactivist Yao Fuxin; de medeoprichter van de Chinese Democratische Partij Qin Yongmin; dissident Yang Jianli; advocaat Chen Guangcheng; Su Zhimin en andere ‘ondergrondse’ katholieke bisschoppen; de christelijke activisten Zhang Rongliang, Cai Zhuohua en Liu Fenggang; de Oejgoerse activisten Tohti Tunyaz en Dilkex Tilivaldi; de Tibetaanse activisten Jigme Gyatso, Tenzin Deleg en Gendun Choekyi Nyima; de mensenrechtenverdediger Hada uit Binnen-Mongolië. Bron: International Centre for Prison Studies (www.kcl.ac.uk)
G o d sd i e n st vri jhe i d (zie ook Deel 2 [7]) Artikel 36 van de Chinese Grondwet bepaalt dat elke Chinees recht heeft op ‘volledige vrijheid van godsdienst’. Maar elke stroming moet officieel geregistreerd zijn. Vijf hoofdstromingen zijn door de overheid erkend: boeddhisten, taoïsten, islamieten, protestanten en katholieken. Onofficiële stromingen worden onderdrukt, waaronder de Falun Gong en de niet door de Chinese overheid erkende vormen van roomskatholicisme en protestantisme.
H u isa r r es t Van het middel van huisarrest wordt veel gebruik gemaakt om degenen te beperken die door hun hoge positie of internationale bekendheid gevrijwaard zijn gebleven van gevangenschap, en voor mensenrechtenverdedigers. Huisarrest trof onder meer de inmiddels overleden premier Zhao Ziyang en zijn secretaris Bao Tong, en de activiste voor aidsslachtoffers Gao Yaojie. Een praktijk van shuanggui (‘dubbele regulering’) legt onder verdenking staande leden van de Communistische Partij de plicht op zich heel frequent bij de autoriteiten te melden.
H u isu i t z e t ti ng (zie ook Deel 2 [3]) Er zijn veel berichten over Chinese burgers die, vaak zonder tijdige waarschuwing en zonder compensatie, uit hun huis worden gezet of van hun land verdreven voor grote projecten. Voor Olympische faciliteiten werden duizenden mensen gedwongen hun huis, bedrijf of grond te verlaten.
Internetcen suur (zie ook Deel 2 [2]) De websites van honderden organisaties, waaronder Amnesty International, en talloze zoektermen zoals ‘democracy’ en ‘human rights’ worden geblokkeerd. Dat gebeurt ook met hulp van buitenlandse providers. Zeker vijftig mensen zitten vast vanwege internetactiviteiten.
J uri dis che onzekerhe id Hoewel in China de laatste jaren veel is gedaan aan verbetering van de wetgeving, is de juridische situatie nog heel vaak onzeker. Controle wordt uitgeoefend door verschillende organen met eigen regels, waaronder het ministerie van Justitie, het ministerie van Openbare Veiligheid, het Bureau van Openbare Veiligheid (politie) en de organen van de Communistische Partij. Op plaatselijk niveau zijn er ‘bemiddelingsbureaus’ die kleinere zaken zonder tussenkomst van de rechter proberen af te handelen. Rechters en advocaten zijn zo goed als nooit onafhankelijk. Verdachten worden bijna altijd bij voorbaat schuldig bevonden. Ook civiele commerciële zaken worden in het merendeel van de gevallen afgehandeld in overeenstemming met de wil van de autoriteiten, eerder dan op wettige gronden.
Kinderar be i d zie Arbeidsomstandigheden
Maats chappel i jk verantwoord ondernemen Mensenrechtenorganisaties vinden dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) vooral het naleven van internationale verdragen moet inhouden. Risico’s voor verantwoord 67
ondernemen zijn er in China onder meer op het terrein van: - Non-discriminatie: Tibetanen, Oejgoeren en andere minderheden hebben beduidend minder toegang tot werk van goede kwaliteit. - Gebruik van veiligheidsdiensten: De politie, soms geholpen door bedrijfsbeveiligers, treedt soms met veel geweld op tegen arbeidsprotesten. - Rechten van werknemers: Werknemers moeten in onveilige, ongezonde omstandigheden werken. Er bestaat geen vakbondsvrijheid en geen feitelijk recht op collectieve onderhandeling. Kinderen werken op grote schaal in mijnen, bosbouw, landbouw en kleine industrie. Berucht is de praktijk om schoolkinderen in te zetten voor de fabricage van vuurwerk. - Dwangarbeid: Dwangarbeid, slavernij en uitbuiting van kinderen komen in China voor. Gevangenisarbeid wordt op grote schaal benut, ook voor (verborgen) productie voor de export. - Corruptie en consumentenbescherming: Er is veel corruptie in China, de bescherming van consumenten wordt sterk gehinderd door het ontbreken van onafhankelijke organisaties en een vrije pers. Schandalen over bijvoorbeeld voedselvergiftiging en schadelijke stoffen komen veel te laat aan het licht.
Mi nderhe d e n (zie ook Deel 2 [8]) De minderheden in China omvatten onder meer 2,5 miljoen Tibetanen (er zijn ook veel hogere schattingen); 8,7 miljoen Oejgoeren in vooral Xinjiang; en 5,6 miljoen Mongolen in vooral Binnen-Mongolië. Officieel hebben de minderheden een beschermde positie. Amnesty constateerde echter dat de armoede onder minderheidsgroepen onevenredig groot 68
is en dat zich veelvuldig schendingen voordoen, zoals arrestatie van degenen die vreedzaam voor de eigen cultuur en tradities opkomen.
O ly m pisc h e S p e l e n Veel schendingen van mensenrechten hebben een direct of indirect verband met de Olympische Spelen. Soms, zoals bij huisuitzetting en ‘zuivering’ van het stadsbeeld, zijn ze een direct gevolg van het geplande evenement. Andere schendingen, zoals arrestatie, intimidatie, marteling en censuur leiden ertoe dat informanten niet of heel terughoudend met buitenlandse verslaggevers spreken. Bijna alle ‘openheid’ die de Chinese overheid heeft aangekondigd in verband met de Spelen blijkt tijdelijk, of selectief want alleen voor buitenlanders bestemd, of gewoon schijn. De laatste jaren is de censuur geïntensiveerd; de ervaring van eerdere internationale evenementen in China is dat die leidt tot nóg scherpere censuur. Mensenrechtenverdedigers worden gevangengezet, onder hen zijn ook mensen die opkomen voor de rechten van bewoners die uit hun huizen worden gezet vanwege de bouw van Olympische faciliteiten. Een activist tegen huisuitzetting, Ye Guozhu, werd na zijn arrestatie in 2004 aan zijn armen aan het plafond opgehangen en geslagen met elektrische stokken. Later is hij veroordeeld tot vier jaar cel; hij is in gevangenschap herhaaldelijk mishandeld. Onder de vele Chinese gewetensgevangenen zijn activisten tegen corruptie, schandalen met besmet bloed, onteigening, milieuvervuiling en zelfs geschiedvervalsing in schoolboeken. Ze lopen vóór en tijdens de Spelen extra risico omdat de Chinese overheid wil voorkomen dat dergelijke activiteiten internationale aandacht krijgen. Beijing
heeft met het oog op de Spelen toepassing van de straf van ‘heropvoeding door arbeid’ uitgebreid voor kleine vergrijpen.
Or g a a n h a ndel (zie ook Deel 2 [6]) Uit verschillende landen komen berichten over handel in organen. Het meest opzien baarde China, waar transplantatiedeskundigen begin 2006 meldden dat 99 procent van de organen afkomstig was van mensen die (meestal met een dodelijke injectie) waren terechtgesteld. Deze organen worden op websites ook aangeboden aan buitenlandse cliënten. De Chinese overheid verbood daarop handel in organen en transplantatie zonder toestemming van de donor. Het is echter twijfelachtig of die regels worden nagevolgd; en van een terdoodveroordeelde ‘vrijwillige toestemming’ vragen is in veel gevallen een illusie. Bron: Jurist Legal News and Research, 19 november 2006
Pe r svr ij h ei d (zie ook Deel 1 en Deel 2 [1]) De Chinese autoriteiten beloofden ‘complete persvrijheid’ tijdens de Olympische Spelen, echter alleen voor buitenlandse media. In de praktijk worden ook die media veelvuldig gehinderd; correspondenten zijn soms bedreigd door groepen die banden met de autoriteiten leken te hebben.
P o li tie e n pol i ti egeweld Vaak doen zich gevallen van politiegeweld voor. Miljoenen stedelingen, onder wie rondtrekkende arbeiders, zwervers en dakloze kinderen, werden door de politie mishandeld in een systeem van administratieve detentie
dat bekend stond als ‘hechtenis en repatriëring’. Dit systeem werd formeel afgeschaft in 2004, na een golf van publieke verontwaardiging over de wrede moord op de migrantenarbeider Sun Zhigang in maart, die onwettig werd vasthouden in een centrum in de stad Guangzhou (Kanton). In Dongzhou (ZuidChina) vielen in december 2005 bij een betoging van boeren verscheidene doden toen de politie het vuur opende op de betogers. Het ging om het zwaarste incident in het protest dat al maanden sleepte. De boeren protesteerden tegen de onteigening van hun grond ten voordele van een plaatselijke energiecentrale en het gebrek aan vergoedingen voor de bewoners. Toen drie afgevaardigden van de ontevreden dorpsbewoners werden opgepakt, verzamelden zich duizenden dorpelingen om hun vrijlating te eisen. Het precieze aantal slachtoffers is niet bekend, maar volgens ooggetuigen vielen er tussen vier en enkele tientallen doden.
Prote s ten, rellen en onlu s ten Volgens officiële Chinese gegevens zijn er jaarlijks tienduizenden ‘massa-incidenten’, onlusten en demonstraties. Ze worden belegd uit protest tegen bijvoorbeeld huisuitzetting, landonteigening, gedwongen verhuizing, de sluiting van fabrieken en ontwikkelingsprojecten. Het lijkt opmerkelijk dat de sterk gecensureerde Chinese media aan deze protesten soms veel aandacht besteden. Soms is dat uit dwang, bijvoorbeeld omdat plaatselijke of internationale media al ophef hebben gemaakt. Soms lijkt berichtgeving bedoeld om bepaalde lokale autoriteiten bewust in diskrediet te brengen. Soms tasten plaatselijke journalisten met hun berichtgeving 69
de grenzen van de censuur af. In het algemeen willen de Chinese autoriteiten de bevolking de boodschap geven dat de overheid krachtig optreedt tegen corruptie en het niet-respecteren van de rechten van burgers. Berichtgeving over vele andere publieke protesten wordt echter onderdrukt.
Psych iatr i e , misbr uik va n Duizenden mensen in psychiatrische instellingen in China worden vastgehouden om politieke redenen. Verschillende officiële documenten van de Chinese overheid stellen dat het percentage dat in de jaren tachtig om politieke redenen werd gestraft met psychiatrische opsluiting ongeveer 15 procent bedroeg van alle patiënten. [Human Rights Watch, ‘Dangerous Mind: Political Psychiatry in China’, augustus 2002 (www.hrw.org)] De bewijzen over de wantoestanden in de Chinese psychiatrie kwamen vooral boven nadat de overheid in 1999 de Falun Gong had verboden. Sympathisanten in het buitenland documenteerden meer dan honderd gevallen van Falun Gong-aanhangers die gek werden verklaard en naar ankang-ziekenhuizen gestuurd: psychiatrische instellingen onder beheer van het ministerie van Staatsveiligheid. [‘In the grip of the Ankang’, The Guardian, 20 december 2005]
Tian’anme n (zie ook Deel 2 [9]) Op 4 juni 1989 sloeg het Volksbevrijdingsleger op bloedige wijze vreedzame demonstraties op het Tian’anmenplein (Plein van de Hemelse Vrede) neer. Het aantal slachtoffers werd indertijd door Amnesty International geschat op duizend. In Chinese media en (school)boeken mag nog altijd niet 70
verwezen worden naar het bloedbad. Nog zo’n tachtig deelnemers aan de demonstraties zitten vast.
onderschrijft die waarnemingen niet. De Nederlandse overheid nam de aanbeveling van de Adviescommissie niet over.
Tibe t (zie ook Minderheden en Deel 2 [8]) De vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vereniging van Tibetanen in de autonome regio Tibet en andere Tibetaanse gebieden wordt ernstig beperkt. Velen, onder wie boeddhistische monniken en nonnen, zijn gedetineerd of gevangengezet omdat ze hun geloof hadden beleden of hun mening hadden verkondigd. De autoriteiten gebruiken buitensporig geweld tegen Tibetanen die probeerden te ontkomen aan de onderdrukking. In september 2006 meldden getuigen hoe grenswachten het vuur openden op een groep Tibetanen die probeerden Nepal te bereiken. Ten minste één kind kwam daarbij om het leven. Sonam Gyalpo, een voormalige monnik, werd medio 2006 veroordeeld tot twaalf jaar wegens het ‘in gevaar brengen van de staatsveiligheid’ nadat de autoriteiten bij hem thuis videocassettes van de Dalai Lama hadden gevonden.
W e r k k a m p en (zie ook Deel 2 [4]) Volgens officiële Chinese cijfers zitten meer dan 500.000 mensen vast in gevangenissen en kampen voor ‘heropvoeding door arbeid’ (laojiao). De Chinese regering heeft mogelijkheden van dergelijke detentie uitgebreid, in een poging ‘het stadsbeeld te zuiveren’ in de aanloop naar de Olympische Spelen. De straf van heropvoeding door arbeid, waarbij mensen zonder aanklacht worden gedetineerd, is uitgebreid naar vergrijpen zoals illegaal reclamemaken of folders verspreiden, illegaal taxi’s besturen of handeldrijven zonder vergunning. De politie heeft de bevoegdheid om straffen tot drie jaar zonder proces, dus als ‘administratieve detentie’, op te leggen voor ‘lichte overtredingen’. Ook degenen die door een rechtbank tot gevangenisstraf zijn veroordeeld worden vaak in werkkampen geplaatst, als ‘hervorming door arbeid’ (laogai).
Wa p e n h a n d e l Het bloedbad van Tian’anmen, in juni 1989, werd aanleiding voor het westerse wapenembargo dat China sindsdien probeert ongedaan te maken en dat inmiddels ook door een aantal Europese leiders in twijfel wordt getrokken. In 2007 steunde een advies van de Nederlandse Adviescommissie voor mensenrechten opheffing van het embargo; het beschrijft Tian’anmen als ‘een optreden ten behoeve van binnenlandse veiligheid’ en zegt dat de situatie van de mensenrechten sindsdien ‘geleidelijk verbeterd is’. Amnesty International
X in j ia n g (zie ook Minderheden) De autoriteiten in de autonome Oejgoerse regio Xinjiang onderdrukken de Oejgoerse gemeenschap, en schenden de mensenrechten van etnische Oejgoeren, zoals vrijheid van godsdienst en toegang tot onderwijs. Een toenemend aantal Oejgoeren uit Centraal-Azië wordt uitgeleverd aan China, waaruit blijkt dat China steeds meer druk uitoefent op regeringen in de regio. De autoriteiten hebben het nog altijd gemunt op de familie van de verbannen voormalige gewetensgevangene Rebiya Kadeer. 71
We bsites
Chinese media
Boeken
Rappor ten van Amnesty International
Amnesty International, Amsterdam (2006). When in China: encounters with human rights. (Ook op http://www.amnesty.nl/documenten/wheninchina.pdf)
beschikbaar op www.amnesty.org Links naar de Amnestyrapporten zijn opgenomen op de bijgaande cd-rom
Becker, Jasper (2006). Dragon rising. An inside look at China today, Washington, DC: National Geographic
(2005). People’s Republic of China: The Olympics Countdown – Three years of Human Rights Reform?
Moleman, Hans (2005). Avonturen in modern China, Amsterdam: Meulenhoff
(2006). People’s Republic of China: The Olympics Countdown – Failing to keep human rights promises
Met Engelstalige websites Amnesty International Internationaal Secretariaat (amnesty.org) Amnesty International afdeling Nederland (amnesty.nl/china) Amnesty International afdeling Vlaanderen (aivl.be)
Xinhua, staatspersbureau Nieuw China, met een Engelstalige website (xinhuanet.com/english/) China Daily, Engelstalige staatskrant (chinadaily.com) Beijing Review, Engelstalig staatsweekblad (bjreview.com.cn)
China Labour Bulletin (clb.org.hk) Foreign Correspondents Club of China (fccchina.org) Human Rights in China / China Rights Forum (hrichina.org)
The Standard, onafhankelijke krant in Hongkong (thestandard.com.hk) Caijing Magazine, staatsweekblad dat meer ruimte krijgt voor gevoelige onderwerpen, o.m. corruptie (caijing.com.cn/english/)
Human Rights Watch (china.hrw.org) Olympic Watch (olympicwatch.org) Olympische Spelen officiële website (en.beijing2008.cn) Verslaggevers zonder Grenzen (rsf.org)
EastSouthWestNorth: blog uit Hongkong dat op de actualiteit inspeelt en vertalingen levert uit interessante Chinese media (zonaeuropa.com) China Media Project: website van universiteit Hongkong die de problemen rond persvrijheid in China volgt (cmp.hku.hk)
Pinxteren, Garrie van (2007). China, Centrum van de wereld, Amsterdam: Balans PlayFair 2008 (2007). No medal for the Olympics on labour rights (playfair2008.org) Vriesekoop, Bettine (2007). Bij de Chinees. Amsterdam: De Bezige Bij
(2006). Annual report 2006 (2006). Undermining Freedom of Expression in China (2007). People’s Republic of China: The Olympics Countdown – Repression of activists overshadows death penalty and media reforms (2007). Annual report 2007 (2007). People’s Republic of China: Internal migrants: Discrimination and abuse – The human cost of an economic “miracle” (2007). People’s Republic of China: The Olympics Countdown – One year left to fulfil human rights promises
72
73
Overige bronnen BOCOG (2007). Service Guide for Foreign Media Coverage of the Beijing Olympic Games and the Preparatory Period, Beijing Organizing Committee For the Games of the XXIX Olympiad (http://en.beijing2008.cn/upload/Service_Guide_en.pdf)
Nazarski, Eduard (2007). ‘China verdient de Spelen nog steeds niet’, NRC Handelsblad, 7 augustus (nrc.nl/opinie)
Bronkhorst, Daan (2007). Encyclopedie van de Menselijkheid, Breda: De Geus
Offenberg, Willem. - (2006) ‘Niet storen a.u.b.’, NRC Handelsblad, 17 juni - (2006). ‘Bedrijfsleven mag uitwassen China ‘s expansie niet negeren’, NRC Handelsblad, 8 september - (2006). ‘Verzet tegen arbeidswet’, Fem Magazine, 27 november
Foreign Correspondents Club of China (fccchina.org) - (2006). ‘Local authorities frequently detain foreign media’ - (2006). ‘Foreign correspondents detained or harassed while reporting’ - (2006). ‘FCCC Statement on Xinhua regulations’ - (2007). ‘New regulations foreign media reporting’
Olympic Watch (2006). ‘Olympic Watch writes National Olympic Committees’, 10 december 2006 (http://www.olympicwatch.org/news.php?id=102)
Freedom House (2006). Freedom in the world – China 2006 (freedomhouse.org)
Peled, Micha (2005). China Blue (documentaire)
Het Financieele Dagblad (2007). ‘Misstanden bij de Spelen in China onder de loep’, 12 juni
Pinxteren, Garrie van - (2005). ‘Honderdduizend olieboeren de dupe’, NRC Handelsblad, 5 februari - (2007). ‘Wat doet een dictatuur tegen het vrije web?’, M Magazine, 6 januari
Hulshof, Arend (2007). ‘...en propagandakoning’, NRC Next, 19 april Human Rights Watch (www.hrw.org) - (2006). Annual report 2006 - (2006). ‘Chronology of NYT researcher Zhao Yan’ - (2007). ‘China’s Olympian Human Rights Challenges’ International Olympic Committee (2004). Olympic Charter (http://multimedia. olympic.org/pdf/en_report_122.pdf)
74
NRC Handelsblad (2007). ‘Hemelse Moeders willen excuus’, 1 juni
Velthuis, Rob (2006). ‘De situatie in China was vooraf bekend’, Trouw, 30 september Verslaggevers zonder Grenzen (www.rsf.org) - (2005). ‘News blackout after police brutally put down demonstrations Dongzhou’, 13 December - (2006). Annual report 2006 - (2007). Annual report 2007 - (2007). Beijing 2008, China: the world’s biggest prison for journalists and cyberdissidents Vriesekoop, Bettine - (2007). ‘China presenteert de wereld zijn vooruitgang’, NRC Handelsblad, 5 maart - (2007). ‘China beschermt het milieu als het uitkomt’, NRC Handelsblad, 5 juni Watts, Jonathan (2006). ‘Chinese court freezes assets of journalists in Ipod exposé’, The Guardian, 30 August
Sharp, Peter (2007). The Real Thing – Made in Prison, (http://news.sky.com/ skynews/video/videoplayer/0,,312001270061,00.html) Terrill, Ross (2007). ‘Orwell goes to the Olympics’. International Herald Tribune, 23 August Thompson, Clive (2006). ‘Google’s China Problem (and China’s Google Problem)’, The New York Times, 23 april 75
D