Dyslexieprotocol van de Josephschool te Pijnacker Inleiding In dit protocol worden de visie, het beleid en de praktijk weergegeven m.b.t. lezen, leesproblemen en dyslexie op de Josephschool. Dit protocol is een document dat een handvat kan bieden bij het signaleren en begeleiden van leerlingen met een leesprobleem. Het biedt ondersteuning, maar neemt het probleem niet weg. Dyslexie is een stoornis die wordt gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Wij gaan er vanuit dat het een neurologische stoornis betreft die van blijvende aard is. De opzet In dit protocol worden 5 lijnen uitgezet: 1. De methoden 2. Het leerlingvolgsysteem 3. Signaleren 4. Begeleiding na signalering 5. Onderzoek en begeleiding Het werkschema geeft een totaaloverzicht en bevindt zich in de klassenmap van iedere groep. Het protocol en werkschema worden ingezet tijdens leerlingbespreking en/of groepsbesprekingen. Ouders kunnen in eerste instantie bij de leerkracht terecht met vragen betreffende dyslexie. Zo nodig wordt de intern begeleider ingeschakeld voor meer informatie en/of begeleiding van een onderzoekstraject. Dit document moet ‘leven’ in de school en kan geraadpleegd worden door ouders op de site van de Josephschool en zal ieder jaar herzien worden, zoals benoemd in het jaarplan.
Bijlagen: 1. Signaleringslijst toekomstige leesproblemen bij leerlingen in groep 2 2. Protocol Kurzweil op de Josephschool volgt oktober 2016
1
juni 2015
Lijn 1: De methoden Bij deze lijn gaat het om het algehele onderwijsaanbod aan alle kinderen, d.w.z. de methoden en de werkwijze. In groep 1 en 2 De tussendoelen beginnende geletterdheid worden met behulp van vaste routines als leerlijn gehanteerd. Deze tussendoelen zijn: 1. Boekoriëntatie 2. Verhaalbegrip (begrijpend luisteren) 3. Functies van geschreven taal 4. Relatie tussen gesproken en geschreven taal 5. Taalbewustzijn 6. Bewustzijn alfabetisch principe 7. Functioneel “schrijven” en “lezen” Hierbij wordt gebruik gemaakt van; “Schatkist” “Routineboek beginnende geletterdheid” (Leessleutel, Malmberg) Map “Fonetisch bewust zijn” “Letterflat” In groep 3 t/m 8 In groep 3 gebruiken we de methode: Veilig Leren Lezen Kim versie (Zwijsen). Voor technisch lezen gebruiken we in groep 4 t/m 8 de methode: “Estafette” (Zwijsen) Spellingonderwijs is geïntegreerd binnen Veilig Leren Lezen in groep 3 en daarna binnen de taalmethode “Taal op Maat” (groep 4 t/m 8). Voor begrijpend lezen wordt de methode “Overal tekst” ingezet (groep 4 t/m 8). De methodes worden gebruikt zoals aangegeven in het lesrooster van elke groep.
Lijn 2: Het leerlingvolgsysteem Het doel van een leerlingvolgsysteem in verband met dyslexie is tweeledig: 1. In eerste instantie het signaleren van kinderen vanaf groep 1 met een verhoogd risico op leesproblemen; 2. Het volgen van de lees- en spellingsontwikkeling in groep 3 t/m 8 met als doel onderwijs te bieden dat aansluit bij die ontwikkeling. Ad 1: Voor o.a. het signaleren van tekenen die wijzen op problemen bij voorbereidend lezen hanteren we in groep 1-2 het ontwikkeling volgmodel KIJK! (Bazalt) Voor alle ontwikkelingsaspecten zijn ontwikkelingslijnen opgesteld, die onderverdeeld zijn in fases van een half jaar. Bij het invullen geeft de leerkracht twee keer per jaar (april en november), op basis van haar/zijn professionele observatie, per ontwikkelingsaspect aan in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich bevindt. Daarnaast worden m.b.v. KIJK! gegevens verzameld met betrekking tot: de achtergrond van het kind de basiskenmerken: vrij zijn van emotionele belemmeringen, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben de betrokkenheid mogelijke risicofactoren Zo ontstaat een compleet beeld van de ontwikkeling van een kind. Deze gegevens vormen een basis voor het kiezen van vervolgactiviteiten voor het individuele kind, maar ook voor de hele groep. De tussendoelen beginnende geletterdheid zijn gekoppeld aan de ontwikkelingslijnen van KIJK!
2
juni 2015
Andere belangrijke observatiepunten zijn; De mate waarop kinderen op een functionele manier met geschreven taal omgaan (letterkennis, boekjes ‘voorlezen’) De mate waarop kinderen willekeurige reeksen en betekenisloze combinaties onthouden (kleuren, namen van kinderen, dagen van de week; problemen hiermee kunnen wijzen op een automatiseringsprobleem) Spraak- en taalproblemen; kinderen die logopedie hebben gehad of waarbij wij het adviseren. Kinderen uit gezinnen waar dyslexie voorkomt. Kinderen met een lage score `CITO Rekenen voor Kleuters`. Er zijn nog geen specifiek toetsen voor het vaststellen van leesproblemen bij kleuters. Wel zijn er verschillende toetsen om het taalbewustzijn te meten. Op onze school nemen we in groep 1 en 2 de volgende toets af: 1. CITO toets “Taal voor Kleuters” (januari en juni) In groep 2 nemen we ook de volgende toetsen af; 2. de Toets Auditieve Synthese voor Kleuters (TASK) (januari) 3. de Lettertoets (november) 4. de Beginlettertoets; alleen voor de zwakke leerlingen. (januari) (door OnderwijsAdvies ontwikkelde toets voor het horen van beginklanken) 5. Eind schooljaar eventueel herhalen Lettertoets 6. Kleurentoets voor kleuters (indien er vermoeden bestaat dat er sprake is van dyslexie) Ad 2: In groep 3 worden de herfst-, winter- en lentesignalering van Veilig Leren Lezen afgenomen. Daarnaast worden in groep 3 t/m 8, naast methodegebonden toetsen, diverse toetsen van CITO gehanteerd om de ontwikkeling van de kinderen te volgen en in kaart te brengen. Resultaten van CITO toetsen (gr. 1 t/m 8) worden opgeslagen in Esis. Op de toetskalender van het betreffende schooljaar staan alle geplande toetsen van dat jaar. Twee keer per jaar worden van elke groep leerling-besprekingen gehouden. Het bespreken van toetsresultaten door de groepsleerkracht(en) en de intern begeleider is een vast onderdeel van dit overleg. G / R V / V scores en I - II en III scores (CITO) vinden wij acceptabel.
Lijn 3: Signaleren Gerichte observaties (m.n. in groep 1 en 2) en scores n.a.v. toetsen zijn een eerste signaal van (toekomstige) leesachterstand. Signalering: in de groepen 3 t/m 8: zwak (Z) / onvoldoende (O) scores bij methodegebonden toetsen (III), IV en V scores bij de Cito-toetsen. Aanvullend hierbij is het bepalen van de Vaardigheidsscores. in groep 2: 15 goed bij de TASK en dan 12 letters benoemen bij de lettertoets en bij de Citotoets TVK groep 1 en 2 een IV en V score. Daarnaast worden in groep 1 en 2 gesignaleerde achterstanden van > 6 maanden uit KIJK! als niet acceptabel aangeduid. in groep 2: Signaleringslijst groep 2 i.v.m. toekomstige leesproblemen (zie bijlage 1) Signaleren gebeurt in eerste instantie door de leerkracht, in overleg met de intern begeleider. De leerkracht bespreekt zijn vermoedens omtrent de (toekomstige) lees- en/of spellingsproblemen met de ouders van het kind. Als er dus sprake is van een afwijkend ontwikkelingsbeeld (naar aanleiding van Kijk! en andere observaties) en/of afwijkende en/of opvallende scores van de toetsen, bespreekt de leerkracht dit met de ouders van het desbetreffende kind en maakt hier notitie van in ons administratieprogramma Esis.
3
juni 2015
Lijn 4: Begeleiding na signalering In alle groepen start de begeleiding van kinderen op het gebied van (toekomstige) leesachterstand (eventueel in combinatie met spellingsproblemen) met differentiatie van het onderwijs door het bieden van verlengde instructie en/of het geven van extra leestijd. Groep 1/2: Om jonge kinderen al zo vroeg mogelijk te stimuleren om met geschreven taal om te gaan zijn er de volgende interventiemogelijkheden:
Boekoriëntatie: ervaringen opdoen met boeken en verhalen - (Prenten)boeken voorlezen. - Inhoud voorspellen adhv illustraties, titel,e.d. - Beseffen dat boeken van voor naar achteren worden gelezen. - Vragen stellen nav de inhoud.
Verhaalbegrip. Kinderen begrijpen de taal van leesboeken. - de inhoud van het verhaal bespreken. - het verhaal na laten vertellen. - dmv rollenspel na laten spelen. - gebruik maken van de kleine kring voor grotere betrokkenheid.
Functies van geschreven taal: kinderen begrijpen dat briefjes, teksten, boekjes, etc een communicatief doel hebben. - naamkaartjes op de stoel. - naamkaartjes bij voorwerpen in de klas; gebruik hierbij ook het lidwoord. - een leesschrijfhoek in de klas. - briefjes laten maken (b.v. in de huishoek) - pictogrammen gebruiken.
Taalbewustzijn: kinderen leren onderscheid maken tussen letters, woorden en zinnen. - Rijmen - Lettergrepen klappen. - Letter van de week: letter centraal stellen en voorwerpen erbij laten zoeken. - auditieve oefeningen met begin- of eindklank. - analyse-en syntheseoefeningen.
Alfabetisch principe:kinderen ontdekken dat bij een klank ook een grafeem hoort (klanktekenkoppeling). - lettermuur - eigen naam schrijven - lees-schrijfhoek - combinatie letters en klankgebaren
Functioneel lezen en schrijven: kinderen maken zelf kleine briefjes en ‘lezen’ zelf een prentenboek - stempelen - typen - magneetletters - abc-boeken - Kijk mijn letter
4
juni 2015
Na signalering (zie lijn 3) start in januari voor de betreffende leerlingen van groep 2 de zogenaamde “Preventietraining”. Dit is een intensief gestructureerd programma op het gebied van letterkennis en een leestraining. Om te leren lezen is het fonemisch bewustzijn van groot belang. Uit onderzoek is gebleken dat lees- en spellingproblemen verminderen en voorkomen kunnen worden als kinderen in groep 2 een intensief gestructureerd programma op het gebied van fonemen en een leestraining gevolgd hebben. De training bestaat uit 20 tot 30 minuten aparte instructie per dag, over een periode van 12 weken. Na de eerste 6 weken wordt geëvalueerd hoe het proces verloopt en met de resultaten kan het vervolg worden bepaald. Er wordt gebruik gemaakt van de orthodidactische leesmethode `Leesweg`. De training richt zich op het aanleren (op speelse wijze) van de klank-teken-koppeling. Er wordt gewerkt met boeken en verschillende manieren om de letter aan te leren. Elke week wordt er gestart met een versje over de letter die in de week wordt aangeboden. Zodra er 2 letters zijn aangeboden, wordt er al gestart met het stimuleren van het fonemisch bewustzijn en het ‘lezen’ van een km-woordje (klinker-medeklinker). Op allerlei manieren wordt spelenderwijs geoefend om de letter herkenning te stimuleren. Hierbij worden ook klankgebaren gebruikt. Groep 3: Uit de meetmomenten van de methode Veilig Leren Lezen komen al een aantal punten aan het licht; het kan dan gaan om het volgende: - de letterkennis is onvoldoende - de synthese komt niet op gang - de analyse verloopt moeizaam - de visuele discriminatie is onvoldoende De interventies worden per leerling georganiseerd. De leerkracht of remedial teacher begeleidt de activiteiten in en/of buiten de groep. Om bovenstaande problemen goed aan te pakken proberen we via diverse methodieken de letterkennis en de leesontwikkeling te stimuleren. Zowel op auditief, visueel, tactiel en emotioneel gebied wordt er aandacht besteed aan de oefenstof. Auditieve ondersteuning: Extra Veilig en Vlot Sterversie Velig Leren Lezen Op basis van toetsresultaten van de methode Veilig Leren Lezen (VLL) deelt de leerkracht van groep 3 de leerlingen in op niveau. De leerlingen die Z/O scoren gaan de Sterversie volgen. Deze kinderen hebben behoefte aan extra instructie en/of begeleide in oefening. Veilig leren lezen voorziet hierin in met de steraanpak. Oefenstof Veilig in stapjes Voor leerlingen in groep 3 waarbij de leesontwikkeling onvoldoende vorderingen blijft maken, wordt de verwerking van de methode VLL te moeilijk. Naast begeleiding op niveau 3 laten we hen de instructie VLL volgen op het niveau van de groep, maar vervolgens werken zij tijdens de verwerking uit bladen van Veilig in Stapjes; eventueel op het niveau van een paar kernen lager. Extra werken met het klik-klakboekje. Extra oefenen met de letterdoos. Tekst hardop samen lezen Regelmatig structureerstroken en letters herhalen, flitsletters en flitswoorden.
5
juni 2015
Visuele ondersteuning: Hieronder volgen suggesties om het lezen en de letterkennis visueel te ondersteunen: Oefenen met het klik-klakboekje Letterdoos Extra oefenen met de werkbladen uit de Leeslijn: waar zie je die letter? Zet er een rondje om Regelmatig flitsen van de geleerde letters met kaartjes, op de computer en/of digibord. Het buikmannetje op de tafel plakken. Oefenen met de structureerstroken. Een kaartenbak maken: de leerling bedenkt zoveel mogelijk woordjes met die letter en bewaart ze in een kaartenbakje. Zo ontstaan dus een heleboel kaartenbakjes van de diverse letters (m.n. de letters die moeite kosten) Een bepaalde letter laten markeren in een stuk tekst. Kinesthetische ondersteuning (mbv bewegingen): Suggesties om met de spieren te oefenen: Letters in de lucht schrijven met de hele arm meebewegend De letter groot overtrekken op het bord met verbale ondersteuning De letters eerst groot schrijven alvorens over te gaan op de reguliere werkbladen. Schrijfdans-oefeningen (map kamer intern begeleider) In het zand schrijven (bak met fijn zand, vingers) Tactiele ondersteuning: Suggesties om de letters tactiel te oefenen: Oefenen met schuurpapieren letters Schrijven van letters op een dienblad met zand Emotionele ondersteuning: Wanneer de betrokkenheid en het inlevingsvermogen vergroot wordt, zal een kind eerder in staat zijn om letters te onthouden. Dat kan op de volgende manieren: Leesteksten voorbereiden door te praten over de titel, de illustratie, de voorkennis. Syntheseoefeningen doen met woorden die de leerling aanspreken. Speciale leesbegeleiding voor aanvankelijk lezen, Luc de Koning; In dit boek staan adviezen om kinderen te begeleiden; daarnaast bevat het oefenbladen voor de startende lezers. AVI-lezen (groep 3): Vanaf medio februari lezen de kinderen uit groep 3 allemaal in kleine groepjes uit boekjes op hun eigen leesniveau. De groepjes worden begeleid door ouders. Groep 3 t/m 8: Er kunnen speciale begeleidingsprogramma’s opgestart worden m.b.v. diverse, op school aanwezige, materialen. Deze begeleiding herhaalt over het algemeen op een andere manier de reeds aangeboden leerstof.
6
juni 2015
Er kan een keuze gemaakt worden uit de volgende begeleidingsvormen. De keuze is afhankelijk van de onderwijsbehoeften van het kind en zal daarop worden afgestemd.
7
Verlengde instructie: Na de methode-instructie in klassenverband, geeft de leerkracht een kleine groep leerlingen extra begeleide instructie terwijl de anderen zelfstandig aan het werk gaan. Bijv. kinderen in groep 3 die de Sterversie van VLL volgen, krijgen verlengde instructie. Extra leestijd: In het lesrooster is, naast de lessen uit de methode, extra leestijd gepland. In deze tijd lezen de kinderen zelfstandig. Onderstaande begeleidingsvormen kunnen ook ingezet worden in de extra leestijd. Tutor lezen: Tijdens schooljaar 2012-2013 is dit tijdelijk stop gezet i.v.m. invoering Estafette. In 2013-2014 organiseren we tutorlezen in projectvorm. Actie voor de werkgroep technisch lezen. Flitslezen: Dagelijks wordt er gedurende twee keer één minuut met de leerling, onder begeleiding van de leerkracht of een ouder, geflitst op de computer. Dit programma wordt door de leerkracht ingesteld op het juiste niveau voor iedere leerling. Scores worden opgeslagen in het programma en kunnen daar ingezien worden door de leerkracht. In groep 7 en 8 kan er ook gekozen worden voor de instelling natypen. In groep 3 flitsen alle kinderen. Vanaf groep 4 worden alleen de leerlingen ingedeeld die met de CITO leestoetsen een III, IV of V - niveau hebben behaald. Flitswoorden voor thuis Kinderen kunnen van de leerkracht ook een usb-stick met flitswoorden mee krijgen om thuis op de computer te flitsen samen met een ouder. 25-woordenlijst De kinderen oefenen dagelijks voor zichzelf één bladzijde. De leerkracht controleert na het oefenen of de rijtjes in een vlot tempo gelezen kunnen worden. Op basis hiervan wordt bepaald of er de volgende dag op een nieuwe bladzijde gestart mag worden of dat de desbetreffende bladzijde herhaald moet worden. Woordenlijsten voor thuis Kinderen kunnen van de leerkracht lijsten (AVI/DMT-hulpmap) met flitswoorden en woorden m.b.t. de Drie-Minuten-Toets mee naar huis krijgen. Het goed en vlot lezen kan met een ouder geoefend worden. Leesmapjes (Zuid-Vallei of Speciale Leesbegeleiding): Voor het herhaald oefenen kunnen we leesmapjes inzetten. Per week staat één blad centraal. De leerkracht geeft in de klas hierover instructie aan de leerlingen. Vervolgens gaan zij dit blad thuis dagelijks oefenen. Aan het einde van de week wordt het mapje weer meegenomen naar school en bespreekt de leerkracht het blad na met het kind. Connect is een interventieprogramma voor zwakke lezers uit groep 3 en 4. Het Connect programma bestaat uit drie delen, namelijk 'Connect Klanken en Letters' (groep 3), 'Connect Woordherkenning' (groep 3) en 'Connect Vloeiend Lezen' (groep 4). Binnen Connect wordt op zeer directe wijze een verbinding gelegd tussen schrijven en lezen. Dit blijkt een positief effect te hebben op het leren lezen. Connect is geen vervanging van de leesinstructie in de klas, maar een aanvullend interveniërend programma. Het zeer gestructureerde programma wordt uitgevoerd door een leerkracht. De leerkracht en leerling(en) werken drie keer per week in sessies van 20 minuten met het programma buiten de klas. Kurzweil is een computer programma – aangeschaft door de Stichting Katholiek Onderwijs Pijnacker en te gebruiken door leerlingen die in het bezit zijn van een dyslexie verklaring. Met dit programma kunnen leerlingen o.a. teksten uit methode boeken laten voorlezen, zodat zij extra ondersteuning krijgen bij het lezen van de teksten. Ook wordt Kurzweil gebruikt voor het maken van (CITO) toetsen. Voor informatie over het gebruik op school verwijzen wij u naar het ‘Protocol Kurzweil op de Josephschool’.
juni 2015
De complete werkbeschrijving van Connect is terug te vinden in de werkmap bij IB/RT. Behalve bij de Preventietraining en Connect, wordt elke begeleiding in de eigen klas door de eigen leerkracht uitgevoerd. Waar mogelijk gebeurt dit zo veel mogelijk in subgroepjes. Planning en doelen worden beschreven in het Groepsplan. Na afloop van de begeleidingsperiode (± 3 maanden) wordt het niveau van de kinderen opnieuw bepaald en het Groepsplan aangevuld met een evaluatie. Ondersteuning van het leesproces door oefening thuis is daarnaast van essentieel belang, hierover gaan leerkrachten met ouders in gesprek; in onderling overleg vindt een passende keuze van begeleidingsoefeningen plaats. Veelvuldig oefenen zal de ontwikkeling van het lezen ten goede komen en zal ook in vakantieperiodes onderhouden moeten worden.
Lijn 5: Onderzoek en begeleiding We starten verder onderzoek wanneer uit de evaluatie van de begeleiding (zie lijn 4) blijkt, dat de leesachterstand ( eventueel in combinatie met spellingsproblemen ) zich ondanks de geboden extra hulp niet verbetert. De leerkracht bespreekt samen met de intern begeleider de bevindingen. Vervolgens bekijken zij of het kind voldoet aan de uitgangspunten van dyslexie zoals de Stichting Dyslexie Nederland die hanteert: Achterstand op leesgebied (eventueel in combinatie met spellingsproblemen) t.o.v. leeftijdgenoten in een relevante vergelijkingsgroep. Er zijn diverse vormen van speciale instructie en oefening geboden op het gebied van lezen (en/of spellen) en ondanks die hulp zijn problemen met het lezen en/of spellen gebleven. Er kan geconcludeerd worden dat er sprake is van hardnekkige problemen op het gebied van lezen (en/of spellen) Wanneer een kind aan deze criteria voldoet, zullen we in een gesprek met ouders het advies geven contact op te nemen met de zorgverzekeraar voor mogelijk onderzoek Dyslexie. Voorafgaand aan doorverwijzing naar vergoede diagnostiek binnen de gezondheidszorg, zetten we de individuele begeleiding voort. Vanaf 01-01-2009 is diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie een onderdeel van het basispakket van de zorgverzekering. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen. Wij verwijzen ouders voor diagnostiek en behandeling naar deze regeling in de gezondheidszorg. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om leerlingen, die buiten de vergoede zorg vallen, te laten onderzoeken door de orthopedagoog van de SKOP of OnderwijsAdvies. Wij beschikken als school niet over de middelen om bij ieder kind met vermoeden van dyslexie een onderzoek te laten verrichten naar dyslexie. Wij adviseren ouders dit in eerste instantie op eigen gelegenheid te doen. Voor het compleet maken van een onderzoeksdossier leveren wij de benodigde stukken op aanvraag. Leerlingen bij wie dyslexie is vastgesteld, krijgen een dyslexie verklaring. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek, wordt er wel of geen vergoede behandeling geboden.
8
juni 2015
Voor leerlingen met een dyslexieverklaring kunnen we diverse hulpmiddelen inzetten; dit gaat in overleg met ouders en leerkracht en wordt vastgelegd in Esis / Groepsplan: Vergroten van toetsmaterialen Extra tijd bij het afnemen van toetsen Gebruik maken van het Kurzweil computer programma Auditieve ondersteuning bij CITO / Entree / Eindtoets Gebruik digitale CITO toetsen Gebruik maken van rekenkaarten (bijv. tafelkaart) Er zijn diverse sites met relevante informatie zoals: www.dyslexie.startpagina.nl www.steunpuntdyslexie.nl www.dedicon.nl www.dyslecticus.blogspot.nl www.steunpuntdyslexie.nl (kinderen / jongeren) www.superboek.nl (met een dyslexieverklaring luisterboeken te downloaden) www.klokhuis.nl (via ‘zoek’ filmpje over wat dyslexie inhoudt) www.tbraams.nl (leertips) www.dyslexieweb.nl (bijv. voor dyslexieforum) www.ictworkshops.nl www.nationaleonderwijsgids.nl (in de zoekbalk ‘dyslexie’ typen) Op Facebook zijn meerdere collectieven te vinden voor dyslecten, hun familie, klasgenoten etc. o.a. via https://www.facebook.com/groups/259479120903654
9
juni 2015
Bijlage 1. Signaleringslijst groep 2 i.v.m. toekomstige leesproblemen (Alléén aankruisen wat van toepassing is en eventueel een toelichting geven) Naam: ______________________ Datum: _____________________ 0 Moeite met het benoemen van één of meer kleuren. Toelichting: 0 Moeite met het onthouden van de namen van de klasgenoten. Toelichting: 0 Moeite met de dagen van de week in juiste volgorde opzeggen Toelichting: 0 Moeite met het aanleren en onthouden van versjes Toelichting: 0 moeite met het uit het hoofd tellen t/m 10 Toelichting: 0 Moeite met de begrippen links/rechts Toelichting: 0 Moeite met ontluikende geletterdheid/lees- en schrijfactiviteiten Toelichting: 0 Moeite met rijmen Toelichting: 0 Moeite met aangeven begin- en eindklank van een woord Toelichting: 0 Moeite met synthese in eenvoudige vorm Toelichting: 0 Moeite met luisteren in de kring of naar verhaaltjes Toelichting:
10
juni 2015