1
Dyslexiebeleid April 2016
2
Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Wat is dyslexie? 3. Samenwerking met ouders 4. Signaleren van dyslexie 5. Zorgstructuur 'De Kring' en hulp bij lees- en spellingproblemen 6. Diagnostiek/onderzoek 7. Extra hulp en faciliteiten voor dyslectische leerlingen 8. Overdracht aan het voortgezet onderwijs
3
1. Inleiding De Kring heeft de overtuiging dat leren lezen één van de belangrijkste pijlers is voor schoolsucces. Goed kunnen lezen en spellen is belangrijk om te kunnen functioneren in onze geletterde maatschappij. Wanneer kinderen dreigen achter te raken op het gebied van lezen en spellen vinden wij het belangrijk dat er extra faciliteiten worden geboden aan die kinderen. In de groepen 1 t/m 4 wordt het accent gelegd op signaleren en remediëren. Leerlingen van groep 4 t/m 8 met een dyslexieverklaring maken gebruik van zowel remediërende als compenserende maatregelen. Omdat onze school het van groot belang vindt dat voor iedereen duidelijk is hoe dyslectische leerlingen begeleid worden, hebben wij met ons team een dyslexiebeleid vastgesteld. Dit document is daar de weerslag van.
2. Wat is dyslexie? De adviescommissie van de Gezondheidsraad en de Stichting Dyslexie definiëren dyslexie als volgt: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Dyslexie uit zich bij elk individu anders, maar in het algemeen gesproken geldt het volgende: Er zijn automatiseringsproblemen bij het (leren) lezen en/of spellen Deze problemen zijn hardnekkig en resistent tegen behandeling De problemen zijn niet te herleiden tot andere problemen of stoornissen Dyslexie is meestal erfelijk bepaald: bij dyslectische leerlingen wordt vaak dyslexie in de familie aangetroffen.
3. Samenwerking met ouders Samenwerking en informatie-uitwisseling met de ouders van onze leerlingen is van groot belang. De Kring gaat als volgt te werk: Bij aanmelding op school vragen wij de ouders om informatie met behulp van de oudervragenlijst (o.a. over leesproblemen/dyslexie in de familie) De screeningslijst dyslexie wordt ingevuld bij een vermoeden van dyslexie Met ouders wordt de inhoud van de hulp besproken en ouders krijgen waar nodig tips en informatie over de aanpak thuis De school ondersteunt de aanvraag van een dyslexieonderzoek door de benodigde gegevens aan te leveren. Mochten er uit het onderzoek adviezen komen, dan gaat school in overleg met ouders en externen.
4. Signaleren van dyslexie Algemeen Op de Kring gaan we uit van de professionaliteit van de leerkracht. Hij/zij gaat dagelijks met de leerlingen om, ziet hoe ze leren en werken, weet hoe hun vooruitgang is en hoe ze zich emotioneel ontwikkelen. Om zicht te krijgen op de lees- en spellingontwikkeling van de leerlingen is het belangrijk om de vorderingen systematisch bij te houden. Naast continu monitoren en afname van methodegebonden toetsen, worden er ook methodeonafhankeliijke toetsen afgenomen (het Cito-leerlingvolgsysteem). We nemen de protocollen ‘Leesproblemen en Dyslexie’ (versie 2011) op onze school als uitgangspunt en volgen aangegeven stappen bij het signaleren, diagnosticeren en behandelen van lees- en spellingproblemen. Alle informatie en documenten die bij deze stappen verzameld worden maken onderdeel uit van het leerlingdossier.
4 De gegevens die wij gebruiken bij de signalering van mogelijke dyslexie: De informatie van ouders bij aanmelding op school Observaties in de klas met betrekking tot werkhouding, leerbaarheid, onthouden, automatiseren, interesse in activiteiten die met taal, geletterdheid en lezen te maken hebben (zie bijlage 1: signalenlijst) Analyse van werk- en taaluitingen Analyse van observatielijsten, signaleringslijsten en methodegebonden toetsen Analyse van toetsen uit het Cito-leerlingvolgsysteem. In de praktijk Wanneer een leerkracht iets opvallends signaleert met betrekking tot de resultaten van een leerling, gaat hij/zij gedurende een periode van enkele weken gericht observeren. Als er duidelijk sprake lijkt te zijn van signalen van dyslexie, gaat de leerkracht de leerling extra begeleiden. Er is dan sprake van hulp op zorgniveau 2, dit aanbod wordt opgenomen in het groepsplan. De groepsleerkrachten zijn in staat om deze hulp zelfstandig op te zetten en uit te voeren. Als na een periode blijkt dat de problemen niet verholpen zijn, wordt de leerling besproken met de ib’er. Ouders worden hierover geïnformeerd. De ib’er kan de volgende acties uitvoeren: - Het voeren van een anamnese – gesprek met ouders - Observatie in de klas - (individuele) lees- en/of spellingonderzoek en/of analyse van deze gegevens.
5. Zorgstructuur ‘De Kring’ en hulp bij lees- en spellingproblemen De Kring heeft een zorgstructuur vastgesteld, waarin de afspraken met betrekking tot de leerlingenzorg beschreven staan. Een beschrijving van deze zorgstructuur kunt u vinden in het zorgplan van De Kring, die vanaf januari 2017 op de website te vinden is (www.dekringhaarlem.nl).
Zorgniveau 1 (basisaanbod) Voor het basisaanbod gebruikt De Kring de volgende methodes voor technisch lezen, taal en spelling: Taal/schrijven groep 1 en 2 Kleuterplein Aanvullend taal groep 1 en 2 Schatkist Taal Lezen en spelling groep 3 Veilig leren Lezen Spelling groep 4 t/m 8 Taaljournaal spelling Taal groep 4 t/m 8 Taaljournaal taal Technisch lezen groep 4 t/m 8 Estafette We hanteren de richtlijnen van het protocol ‘Leesproblemen en dyslexie’ voor de aanbevolen leertijd taal/lezen/spelling per groep per week.
Zorgniveau 2 Bij zorgniveau 2 wordt er naast de reguliere instructie gewerkt met de materialen uit de reguliere methoden met een geïntensiveerde aanpak. Deze aanpak bestaat uit extra instructie en begeleiding bij de inoefening. De hulp in de klas wordt gegeven door de groepsleerkracht.
5
Zorgniveau 3 Leerlingen met (ernstige) lees- en/of spellingproblemen krijgen – afhankelijk van hun problematiek – de volgende begeleiding: Het aanbod op zorgniveau 1 en 2 blijft gehandhaafd. Het gaat hierbij om preteaching, verlengde instructie, herhaling, individuele toegespitste instructie en inoefening zoals beschreven in het groepsplan. Het aanbod van zorgniveau 3 wordt extra uitgevoerd. De leerling wordt aangemeld bij de ib’er voor nadere diagnose. Wanneer er meer informatie nodig is om het probleem helder te krijgen wordt dit bijvoorbeeld verkregen door toetsing of observatie door de leerkracht of interne begeleider. Eventueel wordt er contact gezocht met externen, zoals Consulent Samenwerkingsverband of met gespecialiseerde instanties. Wanneer er voldoende informatie voorhanden is en helder is wat de leerling nodig heeft, wordt dit voor de leerling opgenomen in het groepsplan. Op zorgniveau 3 voldoet de begeleiding aan de volgende criteria: Er wordt minimaal een half uur extra instructie- en oefentijd per week gegeven. De begeleiding is op maat gesneden en de instructie toegespitst. De methode Estafette wordt op een remediërende wijze ingezet. Leerlingen met hetzelfde oefenniveau worden geclusterd en krijgen leerkrachtgestuurde instructie. Andere materialen die remediërend ingezet worden zijn: de leerlingsoftware van de spellingmethode, woorden flitsen via Estafette lezen en Gynzy. De Kring heeft geen mogelijkheid voor individuele begeleiding van de leerling met dyslexie door een RT’er. Wanneer ouders particuliere RT buiten de school willen opstarten gaan wij als school ervan uit dat deze externe behandelaar met ons in overleg treedt en bereid is om samen te werken.
6. Diagnostiek/onderzoek Wanneer – na evaluatie – blijkt dat de aanpak op zorgniveau 3 niet tot het beoogde resultaat heeft geleid, is er mogelijk sprake van dyslexie en wordt er doorgegaan naar zorgniveau 4. De Kring kan zelf geen dyslexieverklaring afgeven, dit is voorbehouden aan geregistreerde GZ-psychologen met dyslexie-experts. Ouders kunnen in samenwerking met school een dyslexieonderzoek aanvragen bij een externe instantie. Een dyslexieverklaring kan nuttig zijn i.v.m. het aanschaffen van compensatiemiddelen voor dyslectische leerlingen (bijv. een digitale versie van de Citotoetsen en centrale eindtoets) en voor hulp in het voortgezet onderwijs. Ook kan de diagnose dyslexie voor een leerling en/of zijn ouders een opluchting betekenen en de emotionele gevolgen van het probleem beperken. Een leerling komt pas in aanmerking voor vergoede diagnostiek vanuit de gemeente als hij/zij ondanks extra begeleiding op zorgniveau 3: - op drie toetsmomenten op rij ernstig uitvalt op lezen: Leesvaardigheid (Cito DMT) V(min)score (laagste 10%) of - op drie toetsmomenten op rij ernstig uitvalt op spelling in combinatie met uitval op lezen: Spellingvaardigheid (Cito spelling) V- (min)score (laagste 10%) EN Leesvaardigheid (Cito DMT) V-score (laagste 16%). Hiervan kan pas sprake zijn vanaf februari/maart groep 4. NB: screeningslijst dyslexie wordt ingevuld in groep 2, 3 en 4 als er sprake is van niveau IV of V op Cito. Hierbij is extra aandacht
6 voor kinderen bij wie dyslexie in de familie zit. Ouders vragen dit onderzoek aan. School ondersteunt deze aanvraag door adressen te verstrekken waar onderzoek gedaan kan worden en met het invullen van de benodigde formulieren. Op het moment dat duidelijk is dat er sprake is van dyslexie zal De Kring in een gesprek met ouders de vervolgaanpak bespreken. Als er ook sprake zal zijn van behandeling door externen worden hierover heldere afspraken gemaakt. Met betrekking tot de vergoeding van diagnose en behandeling van dyslexie willen wij u graag verwijzen naar de website www.steunpuntdyslexie voor de meest actuele informatie.
7. Extra hulp en faciliteiten voor dyslectische leerlingen Naar aanleiding van het onderzoek wordt de eerder geboden hulp op zorgniveau 1,2 en 3 voortgezet. Elke leerling met dyslexie heeft een andere behoefte wat betreft compenserende en dispenserende maatregelen. Wanneer er bij een leerling dyslexie wordt vastgesteld gaat De Kring in gesprek met de ouders van het kind en het kind zelf om de dyslexiekaart in te vullen. Voor een voorbeeld van zo’n dyslexiekaart zie bijlage 3.
8. Overdracht aan het voortgezet onderwijs Op het moment dat een dyslectische leerling doorstroomt naar het Voortgezet Onderwijs draagt het Primair onderwijs zorg voor overdracht van benodigde informatie middels het aanmeldformulier en een ‘warme overdracht’. Daarbij wordt helder aangegeven welke specifieke onderwijsbehoeften deze leerling heeft en welke hulp tot dan toe is geboden. Ouders zijn verantwoordelijk voor het overdragen van de dyslexieverklaring en eventueel het onderzoeksrapport met handelingsalternatieven aan het Voortgezet Onderwijs.
7
Lijst van bijlagen: 1. Signalenlijst dyslexie 2. Toetskalender 3. Voorbeeld dyslexiekaart
8
Bijlage 1: Signalenlijst dyslexie Signalen op kleuterleeftijd Op de kleuterleeftijd (groep 1 en 2) is dyslexie nog niet vast te stellen. Wel kunnen er een aantal signalen zijn die aanleiding geven om het kind extra in de gaten te houden. Bijvoorbeeld wanneer het kind: een algemeen zwak taalniveau heeft slecht versjes kan onthouden en slecht kan rijmen moeite heeft met het aanleren van willekeurige afspraken, zoals de begrippen 'links' en 'rechts' en de namen van kleuren. Niet alle kinderen met deze problemen ontwikkelen echter dyslexie. Een vertraagde spraak/taalontwikkeling en dyslexie in de familie heeft wel een zekere voorspellende waarde. Signalen onderbouw basisonderwijs Signalen voor dyslexie in groep 3 kunnen zijn: lang spellend lezen of vroeg radend lezen moeite met aandacht voor verbale informatie moeite om het verschil te horen tussen klanken als m en n, t en k, ba en da, met ritme, klemtoon en de betekenis van woorden moeite om verschil te zien tussen bijvoorbeeld p en q, b en d, en met volgorde in woorden (zodat omkeringen en weglatingen het gevolg zijn) moeite met het inprenten van reeksen (bijv. tafels), met het onthouden van woordcombinaties, uitdrukkingen en gezegdes Signalen voor dyslexie in groep 4 kunnen zijn: een hekel aan hardop lezen lang spellend lezen veel radend lezen vaak struikelen bij het lezen vaak een woord overslaan delen van woorden weglaten woorden die hetzelfde klinken door elkaar halen een groeiend verschil tussen het leesvermogen en het vermogen een verhaal te begrijpen Signalen bovenbouw basisonderwijs In de bovenbouw van de basisschool s het leesonderwijs erop gericht om leerlingen steeds meer woorden te leren lezen, steeds zelfstandiger te maken en door middel van lezen informatie op te laten doen en hun kennis uit te breiden. De signalen van dyslexie in de bovenbouw zijn te merken aan een toenemende weerstand tegen leestaken en/of toenemende faalangst en kenmerken die opvallen bij a) het hardop lezen, b) de spelling, c) het schrijven en d) taken die te maken hebben met snel benoemen en/of de belasting van het verbale korte termijn geheugen. a bij hardop lezen valt op dat de leerling: te traag leest veel spellend leest veel fouten maakt door het raden van woorden een grote weerstand en/of faalangst tegen leesbeurten ontwikkelt b bij de spelling valt op dat de leerling: veel spellingsfouten maakt bij vrije schrijfopdrachten
9 vaak fonetisch spelt (letterlijk opschrijft wat hij hoort) de spellingsregels slecht onthoudt zichzelf niet of nauwelijks corrigeert c bij het schrijven valt op dat de leerling: een traag schrijftempo heeft vaak een onleesbaar schrift heeft met veel doorhalingen (hoeft niet door een motorisch probleem te komen) d bij het snel benoemen valt op dat de leerling: problemen heeft met het onthouden van namen of het ophalen van namen uit het geheugen, bijvoorbeeld bij vakken als geschiedenis en topografie. Bron: www.steunpuntdyslexie.nl
10
Bijlage 2: Toetskalender versie maart 2016 Groep Start
Wanneer? Eerste schoolweken
Groep 1
Oktober en februari Mei/juni Oktober en februari Januari/februari Mei/juni Hele jaar door Oktober/november Januari/februari
Groep 2
Groep 3
Maart/april Mei/juni
Groep 4,5,6
Hele jaar door
Januari/februari
Mei/juni
Groep 7
Hele jaar door
Januari/februari
Mei/juni
Groep 8
Hele jaar door
Januari/februari
April
Welke toetsen? Oudervragenlijst invullen (leesproblemen/dyslexie in de familie?) KVS (kleutervolgsysteem) Citotoets taal voor kleuters E1 KVS Citotoets taal voor kleuters M2 Citotoets taal voor kleuters E2 Methodetoetsen Veilig leren lezen (VLL) Herfstsignalering na kern 3: basistoetsen VLL Wintersignalering na kern 6: basistoetsen VLL Citotoets DMT M3 Citotoets AVI M3 Citotoets spelling M3 Lentesignalering na kern 8: basistoetsen VLL Citotoets DMT E3 Citotoets AVI E3 Citotoets spelling E3 Methodetoetsen: Grip op lezen (begrijpend lezen) Taaljournaal spelling Taaljournaal taal Citotoets DMT 1,2,3 Citotoets AVI (alleen bij uitval op DMT) Citotoets spelling M4, M5 of M6 Citotoets DMT 1,2,3 Citotoets AVI (alleen bij uitval op DMT) Citotoets spelling E4, E5 of E6 Methodetoetsen: Grip op lezen (begrijpend lezen) Taaljournaal spelling Taaljournaal taal Citotoets DMT 1,2,3 Citotoets AVI (alleen bij uitval op DMT) Citotoets spelling M7 Citotoets DMT 1,2,3 Citotoets AVI (alleen bij uitval op DMT) Citotoets spelling E7 Citotoets werkwoordspelling E7 Methodetoetsen: Grip op lezen (begrijpend lezen) Taaljournaal spelling Taaljournaal taal Citotoets DMT 1,2,3 Citotoets AVI (alleen bij uitval op DMT) Citotoets spelling M8 Citotoets werkwoordspelling M8 Centrale eindtoets primair onderwijs
11
Bijlage 3: Voorbeeld dyslexiekaart Dyslexiekaart Groep: Lezen: o o o o o o
Naam Achternaam Datum:
Ik lees 3 keer per week, tijdens Estafettelezen, met een leesmaatje (andere leerling of juf/meester) Ik krijg geen onverwachte leesbeurt Ik lees soms met een luisterboek als afwisseling Bij begrijpend lezen lees ik met een cd Ik hoef geen boeken op AVI-niveau te lezen, mag ook makkelijker of moeilijker als het een leuk boek is Bij de Citotoets DMT (woordjes lezen) krijg ik 1.30 minuut per kaart om de woorden te lezen i.p.v. 1 minuut
Spelling/taal: o Ik mag gebruik maken van een spellingboekje (van behandelaar) o Ik schrijf een verhaal/opstel op de computer o Spelfouten die niet getoetst worden in het dictee tellen niet mee o Mijn dictees worden net iets minder streng beoordeeld o Citotoets Begrijpend lezen, Spelling & Woordenschat maak ik op de computer o Een maatje mag helpen met voorlezen van de opdracht o Ik oefen 15 minuten per week spellingopdrachten van de methodesoftware op de computer Rekenen: o Ik mag een tafelkaart gebruiken o Ik krijg meer tijd bij verhaaltjessommen o Een maatje mag helpen met voorlezen van de opdracht o Ik krijg meer tijd om rekenwerk af te maken of verminderd werk in overleg met juf/meester o Ik werk op gekopieerd rekenwerk o Citotoets Rekenen maak ik op de computer Wereldoriëntatie: o Ik krijg meer tijd voor een toets en/of ik mag er later aan verder werken o Ik mag bij een toets aan juf/meester vragen om de vraag voor te lezen o Samenvattingen worden bij de dyslexiebehandeling gebruikt als leesstof o Ik krijg meer tijd voor de opdrachten in de les o Ik mag in korte zinnen antwoorden o Ik mag thuis alvast het nieuwe hoofdstuk voorbereiden o Ik neem de boeken mee naar huis om mij goed voor te bereiden op de methodetoetsen Ordenen en plannen: o Juf/meester markeert aan het begin van de week de onderdelen van de weektaak die ik af moet hebben o Afstemmen met juf/meester: hoe verdeel ik de weektaak? Bespreekpunten: Hoeveel tijd heb ik gehad voor de weektaak? En heb ik deze tijd goed besteed? Methodetoetsen: o De toetsen die digitaal beschikbaar zijn, maak ik digitaal o Ik maak toetsen op een vergroot formaat Afspraken o Als ik iets niet begrijp dan meld ik dit o Als kinderen me uitlachen of gaan pesten met mijn dyslexie dan meld ik dit o Als ik een afspraak niet (meer) prettig vind dan meld ik dit o In ………..(maand) bespreken we de kaart opnieuw