Duurzame Energiegemeenschap ENERGIETOP IJMOND 18 JUNI 2015: RESULTATEN EN AANBEVELINGEN
Voorwoord Stel dat de gaskraan over één jaar wordt dichtgedraaid. Dat leidt tot een forse stijging van de gas- en elektriciteitsprijs. We hebben één jaar om energiebesparende maatregelen door te voeren om de kostenverhoging op te kunnen vangen. Dat is het scenario dat we schetsten aan het begin van de Energietop. Geen vergezichten of stippen aan de horizon, maar de noodzaak tot concrete actie waar we onmiddellijk mee moeten beginnen. Voor u ligt het verslag van de uitkomsten van deze Energietop 2015 waarbij we gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties samenbrachten om met inbreng van gezamenlijke kennis en creativiteit te komen tot een actieplan om de regio in snel tempo te verduurzamen. Het Nationale Energieakkoord heeft geleid tot verscherpte handhaving van de Wet milieubeheer met de Verruimde Reikwijdte op gebied van Energiebesparing. In navolging van de VNG Energietop en maken we als Omgevingsdienst IJmond de vertaalslag naar onze regio. Daarbij richten wij ons in opmaat naar het Milieuwerkprogramma op vier targets, namelijk (1) de gebouwde omgeving (bewoners), (2) maatschappelijke organisaties (incl. Scholen en Gemeentelijke organisaties en openbare verlichting), (3) bedrijven en tot slotte (4) het warmtenet. Met 153 enthousiaste, ervaren en kundige deelnemers kwam een grote energie vrij, een hoopvolle start. Nu op naar het vervolg, alle vormen van verduurzaming vinden immers al ergens plaats, nu moeten we dat hier gaan realiseren. Bert Pannekeet, directeur Omgevingsdienst IJmond
Samenvatting Hoewel veel ondernemers, burgers en instellingen bekend zijn met de voordelen van energiebesparende maatregelen, zijn zij zich vaak niet of onvoldoende bewust van het eigen energieverbruik en de mogelijkheden om daarop te besparen. Een (langlopende) campagne zou effectief kunnen zijn, zeker wanneer dat gecombineerd wordt met goede voorbeelden en maatwerkadviezen. Daarbij kunnen koplopers en successen de campagne versterken.
Gebouw gebonden Verduurzaming begint bij het meten van het energiegebruik, het aanwijzen van een verantwoordelijke persoon. Wanneer je weet wat je verbruikt, weet je ook waar je kunt besparen. Om vervolgens tot gedragsverandering te komen, is belangrijk om alle gebruikers bij het beleid vroegtijdig te betrekken. Juist in samenwerking is het mogelijk om duurzame doelstellingen te realiseren. Dat energiebesparing op termijn geld oplevert is bekend, maar het wordt helemaal interessant als de opbrengsten gebruikt worden om verdere verduurzamingsmaatregelen te financieren. Te beginnen met eenvoudige maatregelen zoals het isoleren van het gebouw en het opwekken van duurzame energie (zonne-, en windenergie, warmtepompen, etcetera). Zijn er meerdere partijen betrokken? Dan is het belangrijk dat er gezocht wordt naar win-win situaties, bijvoorbeeld tussen huurder en verhuurder.
Warmtenet Om een groot project als een warmtenet te kunnen realiseren zullen in de exploitatie alle belanghebbenden moeten participeren. Daarnaast wordt het project beter haalbaar wanneer klein begonnen kan worden, dus een gefaseerde uitrol. Wanneer de afnemers een interessante propositie aangeboden krijgen, wordt de realisatie eenvoudiger.
Openbare verlichting Aangezien de helft van de gemeentelijke energiekosten opgaan aan openbare verlichting is het zinvol voor iedere gemeente het energieverbruik te monitoren. Gebruik onderhouds- en vervangingsmomenten om over te stappen op minder lichtpunten (indien mogelijk) en ledverlichting. Tevens is het belangrijk om burgers en burgerinitiatieven te betrekken bij de plannen.
AANBEVELINGEN VAN ALGEMENE AARD “Laat de stappen van de Trias Energetica (besparen, duurzaam opwekken en efficiënte omgang resterende fossiele energie) door elkaar heen lopen.” “Aan de tafels zijn goede ideeën genoemd. Hoe en door wie het wordt uitgevoerd staat nog niet vast. Per onderdeel de tafelvoorzitter of wethouder verantwoordelijk maken voor de continuïteit, waarbij het secretariaat door de Omgevingsdienst IJmond wordt gevoerd.” “Maak een gedachte- omslag van besparen naar innoveren.” “Zorg ervoor dat het verdienmodel morgen ook nog overeind staat. Het Rijk zorgt voor terugkerende onzekerheden met haar financiële regelingen die veel wijzigen.” “Maak een ESCo financieel slanker door (gemeentelijke) panden hierin te clusteren. Verdiensten worden opnieuw geïnvesteerd.” “Procedures (bouwvergunningen) moeten sneller.” “Kennis is niet bij alle betrokkenen op hetzelfde niveau, en dat is wel nodig. Organiseer een Energietop / kennissessies per thema voor de verantwoordelijken.”
3
Programma 13.00 – 13.45u
Lunch
14.00 – 14.05u
Welkom door dagvoorzitter Erik van Muiswinkel &
directeur Omgevingsdienst IJmond Bert Pannekeet
14.05 – 14.15u
Opening door Tjeerd Talsma, Gedeputeerde provincie
Noord-Holland 14.15 – 15.00u
Keynote: prof. Hennes de Ridder
kansen voor gemeenten
15.15 – 15.25u
Uitleg thematafels
15.25 – 17.00u
Thematafels (zes thema’s, twaalf tafels)
Tafels 1 & 7:
Schoolgebouwen
Tafels 2 & 8:
Maatschappelijk vastgoed
Tafels 3 & 9:
Openbare verlichting
Tafels 4 & 10:
Warmtenet
Tafels 5 & 11:
Bedrijventerreinen
Tafels 6 & 12:
Bestaande bouw (woningen)
17.00 – 17.45u
Terugkoppeling thematafels door Erik van Muiswinkel
17.45 – 17.50u
Afsluiting Floor Bal, Wethouder gemeente Velsen
18.00u Borrel
“De ernst van de situatie moet nu wel duidelijk zijn na de G7 klimaattop; we moeten de resultaten vandaag omzetten in actie.” – gedeputeerde Noord-Holland Tjeerd Talsma bij de opening van de Energietop.
Feiten en cijfers Deelnemers: 153 deelnemers, waarvan: 86 bedrijven 48 overheid (waarvan 10 wethouders) 19 maatschappelijke organisaties
4
1. SCHOOLGEBOUWEN Top 3 adviezen 1. Wijs een Energiecoördinator aan 2. Monitor het energiegebruik 3. Betrek de gebruikers bij de verduurzaming van het gebouw
1.1 Oplossingen Belangrijk uitgangspunt: tijdens de lestijden moet de ventilatie 6 x per uur alle lucht verversen om de leerprestaties te verhogen, CO2 en ziektekiemen af te voeren en het ziekteverzuim te verlagen. • Stel op school een energiecommissie aan die het gebruik monitort. Dit kan leiden tot 20% energiebesparing. De commissie zorgt tevens voor de continuïteit. • Wijs een Energiecoördinator aan per school (of voor meerdere scholen). Resultaten worden teruggekoppeld aan de scholen/schoolbesturen. • Ga op iedere school energie monitoren (zelf deze apparatuur aanschaffen of de datalogger lenen van de Omgevingsdienst IJmond). • Organiseer kennisbijeenkomsten voor de energie coördinatoren van de school. Vooruitstrevende scholen uit de regio zouden initiatiefnemer kunnen zijn of als helpdesk kunnen dienen. • Uitvoeren van quick wins (laaghangend fruit): ruimtes afsluiten en afschakelen wanneer deze niet in gebruik zijn overdag, ‘s avonds of tijdens vakanties. • Cv-installatie aanpassen en/of inregelen naar afnameruimtes (noord- of zuidzijde ten opzichte van de zon). • Verwarm de inkomende lucht met de af te voeren lucht (warmtewisselaar). • Praktische maatregelen: kijk naar de verlichting (vervangen door led?), plaats bewegingssensoren en controleer of de isolatie van het gebouw op orde is (gebruik bijvoorbeeld een warmtecamera). • Gebruikersmaatregelen: betrek de gebruikers van het gebouw, leerlingen en leerkrachten bij het proces om gedragsverandering te weeg te brengen, organiseer bijvoorbeeld energy battles, draag meer warme kleding, sluit deuren en ramen wanneer onnodig open. • Beloon scholen bijvoorbeeld met geld dat gebruikt kan worden voor verdere investeringen in verduurzaming of voor ‘iets leuks’. • Sluit aan bij bestaande (milieu-) educatieprojecten, zoals Ecoschools. Hierbij gaat de school aan de slag met 10 duurzame thema’s welke resulteren in een internationaal duurzaamheidskeurmerk. Dit project gaat starten in Beverwijk, Heemskerk, Velsen en Haarlem. • Koppel energiebesparende maatregelen aan de maatregelen uit de Activiteitenregeling, onder andere voor Ecoschools. • Door middel van online energiegegevens kunnen de ‘grootverbruikers’ het eerst benaderd worden voor het verduurzamen van hun schoolgebouw. • Produceer duurzame energie: zonnepanelen, zonneboiler of een biomassaketel.
“Energiebesparing heeft ook andere voordelen: gezonder binnenklimaat en het verbeteren van de leerprestaties.”
5
“Schoolbesturen hebben ook eigen verantwoordelijkheden: doen ze niet mee met verduurzamen dan krijgen ze een probleem. Praktijk is echter: gemeenten hebben daar ook een verantwoordelijkheid in.” 1.2 Financiering • Leg onderhoud (nieuwbouw) bij een ESCo of zorg voor een andersoortig prestatiecontract, bijvoorbeeld een (deels) uitgestelde betaling bij oplevering. • Dit jaar komt het Nationaal Financieel Arrangement Basisscholen. De verwachting is dat schoolbesturen daardoor gemakkelijker tegen gunstige voorwaarden externe financiering kunnen aantrekken. Het is idee is dat daardoor de verschillende werelden (financieel/bancaire en onderwijs) bij elkaar gebracht worden. • Start met crowdfunding (door ouders van leerlingen en verenigingen). • Richt een revolving fund op (door gemeenten). • Betrek leningen bij ideële banken (door scholen/bovenbestuurlijke organisaties; taak gemeente: garant staan voor leningen).
1.3 Continuïteit Organiseer een Energietop voor de verantwoordelijken van verduurzaming van scholen (leerlingen, docenten, schoolbestuur, bovenbestuurlijke organisaties, wethouders onderwijs en duurzaamheid, de aangewezen energiecoördinator(en) per school/scholen).
SCHOOLGEBOUWEN EN DE OMGEVINGSDIENST IJMOND Een aantal scholen in Beverwijk en Heemskerk heeft meegedaan aan een NME project waarbij gebruik is gemaakt van een datalogger. Uit de extern beoordeelde resultaten, is geconstateerd dat de school waar een energiecoördinator is aangesteld uitstekende resultaten op het gebied van energie-efficiëntie heeft behaald. Een aantal gemeenten gaat het scholenbestand voorzien van zonnepanelen. De Omgevingsdienst IJmond inventariseert de geschiktheid van de gebouwen en daken en het energieverbruik en stelt de business case op. Ook de financiering coördineert de Omgevingsdienst IJmond ism de provincie Noord-Holland, energiecoöperatie(s) en zelfs de lokale bevolking. Ook de Gasunie leverde een financiële bijdrage. In de meeste gevallen werd de installatie van zonnepanelen vergezeld door een lesprogramma voor de kinderen.
6
2. MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Top 3 adviezen 1. Start met een energie-nulmeting en automatiseer de monitoring van het energieverbruik 2. Stel een Energiecommissaris aan met inzicht in/betrokkenheid bij de financiën van de organisatie (penningmeester / financiële afdeling) 3. Maak een ruimtebesparingsplan
“We zijn hier niet aan het bezuinigen, we zijn aan het investeren en innoveren! Dat mag in het begin iets meer kosten, want het creëert uiteindelijk ruimte.” 2.1 Oplossingen • Maak een stappenplan per gebouw (gaan we investeren of afstoten?). Neem daarin mee: - Wat zijn de behoeften van de gebruikers? - Wat is de bouwkundige staat van het pand? - Wat is de staat van de installatie (leeftijd en technische instellingen)? • Maak een afweging tussen doel en middelen • Wat is de investeringsruimte (vermeden energiekosten bij besparing / zelf opwekken)? • Maak tevens een ruimtebesparingsplan voor efficiënt ruimtegebruik. • Start met een energie-nulmeting: waar staan we qua energieverbruik en waar is het meest te besparen. • Meten is weten: automatiseer de monitoring van het energiegebruik. • Betrek de hele organisatie bij het energiegebruik: beïnvloed gedrag. • Stel een Energiecommissaris aan die verantwoordelijk is voor het volgen van het energieverbruik. Deze persoon moet inzicht hebben in/betrokken zijn bij de financiën van de organisatie (penningmeester / financiële afdeling). • Domotica kan het gebouw aan laten passen aan het aantal gebruikers en ongebruikte ruimten afschakelen door middel van sensoren en actuatoren. • De gecreëerde vrijgekomen ruimte kan anders gebruikt worden. Door middel van een uitvraag naar de markt kan het een nieuwe bestemming krijgen onder voorwaarden. Zoals een innovatielab, wanneer deze voldoet aan: onder andere budgetneutraliteit, energie-/duurzaamheidgericht ondernemerschap/alternatief maatschappelijk gebruik, energieprestatie/-kwaliteit, etcetera, na aanbesteden.
Voorbeeld Voorbeeld investeringsruimte voor het Zee- en havenmuseum in Velsen: ‘Kosten van het energiegebruik in de voormalige school uit 1917 zijn jaarlijks € 21.600. In 5 jaar tijd is dat € 108.000. Dat biedt redelijk wat ruimte voor overleg tussen gemeente Velsen en het museum.
7
“Energieverbruik in een gebouw werkt als volgt: 25% besparing door de schil van het gebouw, 25% door het opwekken van duurzame energie en de overige 50% is duurder en ingrijpender.”
2.2 Financiering • Maak van het ‘meerjarenonderhoudsplan’ een ‘duurzaam meerjarenonderhoudsplan’. • Financiële besparingen alloceren en gebruiken voor verdere investeringen. • ESCo’s bieden veel kansen, maar overheden/eigenaren durven de verantwoordelijkheid voor gebouw beheer en energie vaak niet uit handen te geven. • Kosten komen vaak bij de eigenaar, baten bij de huurder, hoe los je dat op. Hierbij is het gedrag van de huurder van grote invloed op de rentabiliteit. Daarbij komt dat een huurder vaak geen investeringsruimte heeft of wil maken.
Foto: zonnepanelendak gemeentehuis Velsen. Fotograaf Reinier Weidijk
8
Gemeentelijke gebouwen en de Omgevingsdienst IJmond Een onderzoeksbureau heeft van alle gemeentelijke gebouwen een energiescan gemaakt. De resultaten daarvan zijn samengevat in een overzicht dat was opgedeeld in maatregelen die binnen 5 jaar konden worden terug verdiend en maatregelen die meer terugverdientijd vergden. De maatregelen van de eerste categorie zijn deels uitgevoerd in samenloop met maatregelen die reeds in het Meerjarenonderhoudsprogramma van de gemeenten waren voorzien: CV-ketel vervangen, installaties zuiniger afstellen, vervanging verlichting, etcetera. Al deze maatregelen zijn inmiddels ook getroffen. De maatregelen met langere terugverdientijd of maatregelen in gebouwen die een hoog energieverbruik hebben kan worden begeleid door controles van milieu-inspecteurs. In het proces is ook een bijeenkomst ingelast om de installateurs die onderhoud uitvoerden in de gemeentelijke gebouwen te instrueren over een meer duurzame benadering van het onderhoud aan installaties. Bij nieuwbouwprojecten wordt door Omgevingsdienst IJmond geadviseerd GPR Gebouw te gebruiken. Dat is bij voorbeeld gebeurd bij de MFA de Ring.
Sportverenigingen en de Omgevingsdienst IJmond De clubs zijn onlangs geconfronteerd met de afschaffing van een korting op de energiebelasting. Daarmee verviel de ondersteuning door de KNVB voor energiekosten. Er is een bijeenkomst belegd met sportclubs om ze te informeren over de mogelijkheden van een duurzamer bedrijfsvoering. Tijdens de bijeenkomst werd de clubs het aanbod gedaan om, samen met Sportstroom, tegen gereduceerd tarief een energiescan te laten uitvoeren. De Voetbalvereniging Stormvogels uit IJmuiden die dat al had laten doen werd daarin als voorbeeld opgevoerd. Als de clubs de uitkomst van een dergelijke scan in een plan van aanpak opnemen zou dat de basis kunnen zijn voor een aanvraag voor een subsidieregeling van de rijksoverheid die 1 januari 2016 operationeel wordt.
Zorginstellingen en de Omgevingsdienst IJmond De Green Deal Zorg, waarin onder andere afval, mobiliteit en energiebesparing zijn opgenomen, vormt een goed aanknopingspunt voor ODIJ om acties in die sector te ondersteunen. Deze instellingen zijn inmiddels geïnventariseerd en er is samenwerking met het Milieu Platform Zorgsector. ODIJ kan voorrang geven aan milieu-controles bij bedrijven en instellingen waar op grond van het energiegebruik besparingsmogelijkheden met een korte terugverdientijd te verwachten zijn.
9
3. BESTAANDE BOUW Top 3 adviezen 1. Start een bewustwordingscampagne (voordelen, producten & financiering); communiceer successen 2. Besparen door goede isolatie 3. Naar nul op de meter d.m.v. zonnepanelen en warmtepomp
“Geld is vaak geen probleem. Vaak is de klant zich niet bewust van de mogelijkheden. We hoeven niet te verleiden, maar moeten de klant bewustmaken.” 3.1 Oplossingen energiebesparing • De overheid moet goed zijn rol nemen door uit te stralen dat energiebesparing goed is, daarmee de burgers activeren en aan te geven dat er voldoende betrouwbare bedrijven zijn die de werkzaamheden op professionele wijze uitvoeren. • Alles valt of staat met bewustwording (geld speelt vaak geen rol) en het moet mensen gemakkelijk gemaakt worden. Triggers: - Comfortverhoging - Kostenbesparing. • Bewustwording op het vlak van duurzaam bouwen: - Start een bewustwordingscampagne en communiceer successen. - Slimme meters kunnen ingezet worden om inzicht te geven in het energieverbruik. - Het uitgereikte energielabel draagt bij aan het inzicht van de energieprestatie van de woning, de grote verschillen in de wijk en daarmee ook van de kosten van energie en de urgentie om energiebesparende maatregelen te treffen. - Gemeenten die aangesloten zijn bij Omgevingsdienst IJmond in de regio’s IJmond, Waterland en Zuid-Kennemerland zijn aangesloten bij het Duurzaam Bouwloket. Dit via internet toegankelijk portal is geeft advies en informatie aan alle inwoners van de regio. • Hanteer de Trias Energetica (volgorde is niet relevant) - Isoleer de woning. - Produceer duurzame energie uit: zon, wind, restwarmte, aardwarmte, riothermie, geothermie, getijden, groen gas, waterstof, zoet/zout water. - Sommige van deze duurzame bronnen zijn alleen haalbaar in een collectief. Het is tevens van belang meerdere bronnen te combineren en niet van slechts één gebruik te maken. • Nul op de meter: bouwen en renoveren met als doel dat het jaargemiddelde aan energie nul is. Met dit concept is de woning nog aangesloten op het net (in tegenstelling tot off-grid of autarkische woningen).
Voorbeeld “Een goede aannemer of installateur is ook adviseur. Hij kan veel meer mogelijkheden aangrijpen om naast de traditionele verbouwing een offerte neer te leggen met duurzame opties met een dekkende financieringsoptie.”
10
• Nu mogelijk: denk aan ‘all electric’ (gasloze) woningen - Bijkomend voordeel en succesfactoren van gasloze woningen zijn: comfort, veiligheid en schoon binnenmilieu. - Een goed geïsoleerde woning heeft veel minder energie nodig. Een kleine warmtepomp die voor warm tapwater zorgt en in de winter de benodigde warmte levert. Deze kan worden gevoed met zonnepanelen. De benodigde stroom voor apparaten kan via het net worden geleverd en overdag worden terug geleverd aan het net. • Nabije toekomst: denk aan smart grids - Nieuwe ontwikkeling op gebied van smart grids waarbij de opgewekte (overschot aan) stroom aan een gebruiker in de buurt kan worden geleverd via het net, zijn in de nabije toekomst mogelijk. Evenals opslag van elektriciteit, bijvoorbeeld in combinatie met een elektrische auto die tevens als opslagvoorziening kan worden gebruikt. Aardgas in de woning is dan niet meer nodig. • Daarnaast is energiebesparing niet alleen een kwestie van maatregelen treffen maar ook van bewust gedrag. Met gedragsmaatregelen kun je zonder kosten een substantiële energiebesparing bereiken. • Overheid moet meer samenwerken met de markt. • Het gaat om de wil om het financieel op te lossen, technisch gezien kan het. • Belangrijk is gebruikers in een spoor te krijgen om over te gaan tot actie. • Benadruk het belang van samenwerken hierin. Door grote aantallen en collectieve vraag wordt het aanbod goedkoper. • Er wordt nog veel traditioneel gebouwd en verbouwd en er valt voor bouwers en installateurs nog veel te leren, ook op het gebied van ontwerp, samenwerking en afstemming tussen de verschillende disciplines in de bouwfase. (Oplossing: leer de traditionele (ver-) bouwers duurzame technieken en zorg dat zij kennis hebben van ontwerp, samenwerking en afstemming tussen de verschillende disciplines in de bouwfase) • Ook organisatorisch valt er nog veel te winnen door het clusteren van opdrachten. • Een oproep aan de makelaars om een rol te spelen met betrekking tot de energieprestatie van de woning bij de aankoop en verkooptransactie. Vaak wordt na de aankoop door de nieuwe eigenaar de woning aangepast . Dit is een natuurlijk moment om tegelijkertijd energiebesparende maatregelen te treffen.
“De technieken voor nul op de meter zijn beschikbaar. Dat is bij de huiseigenaar nog onvoldoende bekend.”
11
“Zonnepanelen dragen bij aan energiebesparing. Een meter die terugloopt wanneer je zelf energie opwekt geeft bezitters van zonnepanelen een goed gevoel en leidt tot een meer bewust gedrag.” 3.2 Oplossingen duurzame energie opwekking • Zon is eigenlijk al een succes met terugverdientijden vanaf 7 jaar, het product is gemeengoed geworden. Als het al bij de IKEA in de schappen ligt is het voor iedereen toegankelijk. • Aardwarmte kan goed gebruikt worden voor het verwarmen van de woning. • Windenergie. Daar heb je eigenlijk een grote installatie voor nodig. Kleine molentjes zijn minder interessant. Er wordt benadrukt dat windmolens ongewenst zijn in het landschap, niet alleen aangegeven door de provincie maar ook door burgers. Men wil geen windmolen in het zicht. • Burgers willen wel een windmolen als ze weten dat het hun eigen stroom opwekt: “De windmolen is lelijk maar hij is van ons.” Gezamenlijk met de buurt zou windenergie wel een goede optie zijn. • Riothermie (warmte uit het riool) of biovergisting. Voordeel wat hierbij wordt genoemd is dat de energie dicht bij de bewoners kan worden opgewekt. Het betreft dan wel een complete aanpak voor de hele wijk en los van het net . • Opwekking van energie door middel van watergetijden. Dit komt nog niet echt van de grond in Nederland, terwijl we toch aan zee wonen. • Een overcapaciteit aan energie zou moeten worden opgeslagen. Daarbij wordt de nieuwe batterij van Tesla genoemd (de Powerwall). • Bij Tata wordt gekeken naar de mogelijkheden om energie in ijzer op te slaan.
3.3 Oplossingen huurwoningen • Het huren (of leasen) is speciaal voor woningcorporaties interessant omdat op deze wijze de revenuen die woningisolatie met zich meebrengen deels terugvloeien naar de investeerder. Bij woningisolatie alleen zijn de kosten voor de woningcorporatie en is het voordeel van de besparing voor de huurder. • Diverse woningcorporaties passen reeds zonnepanelen toe als afzonderlijke zonne-lease of in de huur. Noot: overigens is gebleken dat zonnepanelen bijdragen aan energiebesparing. Een meter die terugloopt wanneer je zelf energie opwekt geeft bezitters van zonnepanelen een goed gevoel en leidt tot meer bewust gedrag.
12
“Organiseer een Energy Battle zodat de onderlinge verschillen van energiegebruik goed zichtbaar worden gemaakt en deelnemers elkaar tips geven.” 3.4 Oplossingen warmtenet • Momenteel wordt gewerkt aan een regionaal warmtenet dat wordt gevoed met industriële restwarmte in de IJmond. Dit warmtenet kan tienduizenden woningen voorzien van warmte en warm tapwater. • Gemeenten en grote marktpartijen onderzoeken momenteel of het mogelijk is de restwarmte beschikbaar te krijgen en via een leidingnet naar de woningen te transporteren. Deze warmte is geschikt voor het verwarmen van woningen en utiliteitsgebouwen. • Aan dit project werken Tatasteel, Alliander en Veolia samen met gemeenten Beverwijk. Heemskerk en Velsen, provincie en woningcorporaties. De warmte is duurzaam omdat deze anders verloren zou gaan naar de lucht en het oppervlaktewater. • Wanneer er grootschalig wordt aangesloten op het warmtenet worden de woonlasten lager. • Samengevat zijn de technieken en oplossingen beschikbaar, de financiering is de uitdaging.
3.5 Financiering • De huiseigenaar heeft een belang het eigen huis te verduurzamen (bv. kostenverlagend & comfort verhogend), investeren met eigen middelen (indien beschikbaar)is het meest gunstig. • Financiering van maatregelen met de opbrengst van de energiebesparing. • De financiering van energiebesparende maatregelen of opwekking van duurzame energie zou geregeld moeten worden door de overheid: leningen Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SvN), de landelijke lening www.ikinvesteerslim.nl, subsidie, of via een ESCO. Bepaalde stimulerende regelingen via de hypotheekrenteaftrek of via lagere lokale belastingen. • Gebruik de stimuleringsregeling www.wijwonenwijzer.nl (niet alle gemeenten). • Laat pensioenfondsen investeren in grootschalige energiebesparingsprojecten. • Banken verstrekken groene leningen die aantrekkelijker zijn voor energiezuinige woningen. • Maak gebruik van lease constructies (zoals bijv. bij zonne-energie; zonne-lease).
“Een energiezuinige woning realiseren is technisch niet moeilijk.”
13
BESTAANDE BOUW EN DE OMGEVINGSDIENST IJMOND Duurzaam Bouwloket Alle inwoners uit de regio’s IJmond en Zuid-Kennemerland kunnen vanaf de zomer 2015 terecht bij het Duurzaam Bouwloket voor vragen over energiebesparing en isolatie van de woningen. Welke maatregelen kun je treffen en welke zijn het meest effectief en betaalbaar. Een heel scala van maatregelen en voorzieningen die weinig kosten en je zelf kunt uitvoeren tot en met je eigen huis bouwen, dat helemaal geen energie meer kost, de zogenaamde energie nul-woning. Het loket is er voor iedereen, particuliere huiseigenaren en voor huurders. Je kunt er ook terecht voor informatie over zonne-energie, regionale aannemers en installatiebedrijven. www.duurzaambouwloket.nl
Opgewekte club Het najaar 2015 start de Omgevingsdienst IJmond in enkele wijken met een programma waar buurtbewoners worden uitgenodigd om met elkaar gedurende enkele maanden op een leuke manier met elkaar aan de slag te gaan met het energiezuiniger maken van je eigen huis. Op speelse wijze breng je het energiegebruik in kaart en ga je met behulp van deskundige mensen je huis onderzoeken en maatregelen bedenken. Een programma dat veel inzichten oplevert, het energiegebruik omlaag brengt en het wooncomfort verhoogt.
Wij wonen wijzer Wij wonen wijzer is de campagne waar je subsidie kunt krijgen voor woningisolatie. Wanneer je voor minimaal € 1500,- investeert in spouwmuurisolatie, isolatie van je dak of vloer en HR++ glas krijg je 15% subsidie op de maatregelen. De actie loopt vanaf 2014. Er is nog voldoende budget voor nog ca. 400 woningen. Meer informatie vind je op www.wijwonenwijzer.nl
Zonnepanelen Wist u dat een investering op zonnepanelen een veel beter rendement oplevert dan het geld op de bank laten staan? Wanneer je een geschikt dak hebt met een oriëntatie naar de zon (zuid, oost en west) is de aanschaf van zonnepanelen een interessante keuze. En wie ziet niet graag zijn kWh meter teruglopen op een zomerse dag? Met 10 zonnepanelen kan een gemiddeld huishouden al de helft van het elektriciteitsgebruik zelf opwekken.
“Geef bewoners of het buurtcomité een warmtecamera te leen en breng daarmee de warmteverliezen van woningen in beeld, waarmee je de verspilling zichtbaar maakt.”
14
4. DUURZAME BEDRIJVENTERREINEN Top 3 adviezen 1. Inventarisatie energieverbruik (elektra, gas & warmte) 2. Laat een adviesbureau de energiebalans maken voor het bedrijventerrein en per bedrijf een energieadvies opstellen. 3. Samenwerking tussen huurder en verhuurder. Probeer een win-win situatie te creëren bij investeringen
4.1 Oplossingen algemeen a) b) c) d) e) f) g) h) i) j)
Alleen door samenwerking is een duurzaam bedrijventerrein te realiseren. Inventariseer het energieverbruik (elektra, gas & warmte). Beperk de vraag van energie. Bijvoorbeeld door allemaal een warme trui aan te doen. Wat kan daarvan bespaard worden? Maak de overgang naar alles elektrisch. Breng een samenwerking tot stand tussen huurder en verhuurder. Probeer een win-win situatie te creëren bij de benodigde investeringen. Inventariseer de warmtevraag en het warmteaanbod van alle bedrijven op het bedrijventerrein. Er moet een energieopslag komen voor tijden dat er geen energie opgewerkt wordt en er wel vraag is. Centrale opslag betekent geen transport en dus geen of minder verlies. We willen energieleverancier kunnen worden en ook virtueel kunnen salderen. Met enthousiastelingen en koplopers beginnen. Andere bedrijven zien voordelen en haken later aan. Morgen beginnen met het uitnodigen van adviesbureaus en een offertetraject starten. Vervolg op basis van het advies van adviesbureau(s).
“De gemeenten moeten hun doelstellingen slim in de competitie zetten. Zonder competitie geen vooruitgang. – prof. Hennes de Ridder.
15
“Bedrijven weten vaak minder dan je denkt (dat blijkt uit onderzoek van de Omgevingsdienst IJmond dankzij de datalogger).” 4.2 Oplossingen energiebesparing a) Laat een adviesbureau de energiebalans maken voor het bedrijventerrein en per bedrijf een energieadvies opstellen. b) Besparing: gebouwgebonden is snel te inventariseren (laaghangend fruit) a. Aansluiting op net. b. Aandacht voor de kwaliteit van de infrastructuur. c. Isolatiemaatregelen. d. Verlichting, verwarming, beheerinstallatie, gebruikstijden, klokschakeling, etcetera e. Krijgen aansluiting op het warmtenet voor de laatste aanvulling. c) Besparing: gebruikgebonden maatregelen grijpen in op bedrijfsvoering. d) Zijn er blokkerende regels? Ga in overleg met de overheid. e) Collectief maken: a. Het geheel van bedrijven verbruikt een hoeveelheid elektriciteit en warmte (kan groeimodel zijn). b. Gezamenlijke inkoop organiseren . c. Afspraken met gemeente over verplichtingen vanuit Wet Milieubeheer (toepassing erkende maatregelen). d. We moeten gebruik maken van elkaar. Zoals daken van elkaar gebruiken, maar ook warmtetekort en warmteoverschot. Zo kunnen pieken opgevangen worden. e. (Groene) stroom, groter inkopen, professioneler, besparingsmogelijkheden. f. Zelfde voor verlichting (LED), eventueel extern gefinancierd.
4.3 Oplossingen duurzame energie opwekken a) b) c) d) e) f ) g)
Inventariseer restwarmte, stoom, etcetera Alle daken volleggen met zonnepanelen. Plaats gezamenlijk een windmolen van 3MW Geadviseerd wordt zo veel mogelijk warmtepompen (lucht-lucht) in te gaan zetten. COP (coëfficiënt of performance = rendement) waarde van 4/4,5. Terugverdientijd is 4 jaar. Hiermee kan je een gebouw zowel verwarmen als koelen. Kan veel meer toegepast worden dan nu gebeurt. Koelhuizen hebben een groot dakoppervlak en produceren energie op het moment dat ze het nodig hebben. Wellicht een overschot dat opgeslagen kan worden en weer gebruikt kan worden als daar behoefte aan is. Overschot aan energie leveren aan inwoners rond bedrijventerrein. Zij slaan energie op in onder andere elektrische auto’s. Inventariseer het volgende: 1. Is het oprichten van een eigen energiecoöperatie nuttig? 2. Is warmte-koude-opslag toepasbaar? 3. Is lokale energieopslag mogelijk? 4. Welke blokkerende regels zijn er (en laat die oplossen door overheid, bemiddeling VNG).
“Durf kennis te delen. Dat durf je als je elkaar kent en weet dat je elkaar kunt vertrouwen. Kleinschaligheid is daarom belangrijk.”
16
“Durf te investeren.” 4.4. Financiering a. b. c. d. e. f. g. h.
Maatregelen kunnen voorgefinancierd worden door bijvoorbeeld een Energiebedrijf of andere externe partij? Dit wordt bij de keuze van het adviesbureau meegenomen. Bedrijf houdt keuze om maatregelen zelf direct te financieren. Op zoek gaan naar gezamenlijke financiering. Externe financiering aantrekken (subsidies, stimuleringsregelingen gemeenten), investeerders in specifieke maatregelen zoeken. Warmtepompen geen probleem voor bedrijven en of voor financiering. Knelpunt: hoe financieren we zonnepanelen bij grootverbruikers waarbij de terugverdientijd meer is dan 10-15 jaar. Lage energieprijs voor grote energieverbruikers geeft weinig stimulans. Laagdrempelig revolverend fonds instellen (garantstelling door de overheid). ESCo-constructie kan behulpzaam zijn. Aansluitingskosten warmtenet en kosten warmte-afname warmtenet nog onbekend. Windmolen: wordt in aandelen van bedrijven op het bedrijventerrein weggezet. Windenergie is de beste investering in verhouding met de kosten.
4.5. Continuïteit • Indien aanwezig zou het parkmanagement penvoerder moeten zijn. Of een ondernemersvereniging. De overheid is deelnemer. • Actieve bedrijven inventariseren en met hen het plan uitwerken voor een eigen energiecoöperatie. • Lokale overheid en bedrijfsleven moeten de handen ineen slaan. • Extern bedrijf wordt gevraagd ook te komen met goed monitoringsysteem.
BEDRIJVENTERREINEN EN DE OMGEVINGSDIENST IJMOND GreenBiz IJmond gaat aan de slag met het verduurzamen van de bedrijventerreinen. Samen optrekken met ondernemers, Omgevingsdienst IJmond en de betreffende gemeente is essentieel. De omgevingsdienst controleert immers de bedrijven op milieuwetgeving (en ook op energie-efficiency). In het verlengstuk daarvan worden bedrijven ook geadviseerd en is informatie beschikbaar via de website van de GreenBiz. In het Energieakkoord wordt door de overheid ook specifiek aandacht gevraagd voor energie-efficiency bij bedrijven, samenwerking met bedrijventerrein op het gebied van innovatie, energie-en afval efficiency is een belangrijk speerpunt hierin.
17
5. WARMTENETTEN Top 3 adviezen 1. In de exploitatie moeten alle belanghebbenden participeren. 2. Snel starten dus klein beginnen gefaseerd starten met een paar honderd woningen die in de buurt van Tata worden gebouwd. 3. Interessante propositie maken voor de afnemers.
INTERESSANTE QUOTES, ANEKDOTES, BEST-PRACTICES (gedestilleerd uit discussie) 1. Zet eens de maatschappelijke baten (nationaal product warmte, CO2-reductie, etcetera.) tegenover de overheidsinvestering in warmte-infrastructuur. 2. Het gaat om de manier waarop we georganiseerd zijn –> oplossingen bedenken voor de korte termijn die flexibiliteit bieden op de langere termijn. 3. Als je snel wil starten, moet je juist klein en flexibel beginnen, gefaseerd vervolgen en later aan elkaar verbinden, om groot te eindigen. 4. Stel een platform op met stakeholders om vraag en aanbod bij elkaar te brengen en die aantrekkingskracht creëert voor nieuwe deelnemers. 5. Socialiseren van warmtevoorziening: de overheid moet investeren in de startfase (startsubsidie) en daarna pas de markt. Zet daarbij de maatschappelijke baten tegenover de overheidsinvestering in de warmte-infrastructuur. 6. Opslag van warmte / energie is belangrijk –> tafeltje dekje: warmte opslaan en aan huis brengen. Of opslagsysteem in je woning met collector op je dak + laden van buitenaf, via mobiele warmte. 7. Bedrijven sturen in vestigingsklimaat –> warmte-intensieve bedrijven daar vestigen waar restwarmte beschikbaar is. 8. Boete op het lozen van warmte of niet afgeven van vergunning.
Ten geleide. Op basis van de capaciteit van restwarmte bij Tata Steel is het mogelijk 10.000-40.000 woningen aan te sluiten op een hoge temperatuurwarmtenet (90 graden Celsius) . Op termijn is de bron ogenschijnlijk onuitputtelijk (bij het continu in bedrijf blijven van Tata), zeker als ook de laag thermische warmte wordt gebruikt.
18
5.1 Oplossingen • Primaire vraag is: hoe gaan we zorgen dat we een net aanleggen voor 10.000 woningen op korte termijn –> afgeleide is hoe je een warmtenet aanlegt op een praktische en efficiënte manier. Welk rendement zit er aan vast, wie financiert, etcetera • Let op de hoofdvraag + wat voor Tata geldt, geldt ook voor elders –> we nemen aan dat er voor 10.000 woningen warmteaanbod is en hoe ga je dit vormgeven? • Opties benutting restwarmte: - Optie 1 is warmte in een pijp stoppen, hier nu focus op. - Optie 2 is met restwarmte een turbine aandrijven en elektriciteit van maken. • Het zijn langjarige projecten en er is langjarig commitment nodig. • Infra aanleggen, met name de initiële investering (backbone) is een knelpunt. • Contracten afsluiten –> idealiter met woningcorporaties, de bulk. • Oplossingen zijn uitgewerkt in drie actiepunten:
1. Eigendomsverhoudingen a. In de exploitatie moeten alle belanghebbenden participeren. b. Vraag is wie het warmtenet in handen wil hebben (ideaalbeeld is APX op warmteprijs). Waarom niet Tata? Omdat het geen corebusiness van die partijen is c. Idee: een entiteit als exploitant / warmtehandelaar (ESCo voor een slim en open warmtenet). Uitkoppeling kost enkele miljoenen en warmtenet kost ook ca. een miljoen euro per kilometer. d. Richt gezamenlijk een warmtebedrijf op Publiek-Private Samenwerking.
2. Inhoudelijke aanpak: a) Snel starten dus klein beginnen -> gefaseerd starten met een paar honderd woningen die in de buurt van Tata worden gebouwd. b) Flexibele uitkoppeling maken met mobiele warmteopslag als tussenoplossing bij Tata, daarna toewerken naar omslagpunt en dan grote uitkoppeling maken + backbone aanleggen. c) Warmteplatform opzetten met regiefunctie (warmteregisseur Metropoolregio Amsterdam (MRA)) die vraag en aanbod bij elkaar brengt en aanzuigende werking heeft. d) Entiteit opzetten die de onafhankelijk warmtehandelaar wordt. e) Interessante propositie maken voor de afnemers
3. Rol/taakverdeling (wie doet wat?) a) Regie: programmaregisseur MRA. b) Deelnemers exploitatie-entiteit: i. Investeerder ii. Netbeheerder iii. Exploitant c) Uitwerken concept en business case: ingenieursbureau. d) Bijeenbrengen vraag en aanbod: partijen in platform.
“Aanbestedingen moeten voldoen aan de volgende criteria: (1) transparant (laten zien hoe je aanbiedingen beoordeelt), (2) objectief (alle objectief maken of objectiveren) en (3) niet discrimineren (iedereen die wat kan en wil mag meedoen).” - Prof. Hennes de Ridder.
19
5.3 Financiering a) Initiële investering door overheid (onderzoek, engineering, eerste realisatie). Je kunt de parallel maken met openbare weg –> als overheid voorinvesteren in nutsvoorziening waarna de markt het overneemt. Socialiseren van de warmtevoorziening / kosten voor warmtenetten (verdelen van de kosten over meer, dan wel andere partijen) –> de overheid moet voorinvesteren in de netten (backbone) en daarmee ook het initiële risico op zich nemen. In een dergelijk model kan de prijs voor de klant en naar beneden –> als markt een interessante businesscase en daarmee goede propositie aan de eindgebruiker. b) Daarna aan de markt via rendabele business case. c) Mogelijke partijen: Pensioenfondsen (PGGM), Tata, Alliander, Eneco, E-funds, Provincie NH. d) Grootste investering is de aansluiting en het transport (circa 1 miljoen euro per km.). e) Sluit voor een lokaal warmtenet aan bij de reguliere levenscyclus van installaties en maak deze ‘warmteproof’. f ) Zoek subsidie en experimenteer! g) Wie draait er op voor de risico’s? Idee (klein en flexibel beginnen) zetten we op de markt, marktpartij die erin stapt. We zeiden net ook dat de overheid moet investeren in de startfase (startsubsidie) en dat de markt het daarna oppakt omdat dan het risico veel lager is. –> Zet eens de maatschappelijke baten (nationaal product warmte, CO2-reductie, etcetera) tegenover de overheidsinvestering in warmte-infrastructuur. Dit levert voor de overheid een dikke plus op en voor marktpartijen een veel interessantere case.
20
5.4 Planning a) Binnen een jaar de case rond en plan uitgewerkt: full time aan werken. b) Daarna in een jaar aanleggen. c) Het gaat om de manier waarop we georganiseerd zijn–> oplossingen bedenken voor de korte termijn die flexibiliteit bieden op de langere termijn. d) Hoogbouw is qua installaties in principe het meest geschikt voor aansluiting op een warmtenet. e) De retourtemperatuurleiding is met name geschikt voor lage temperatuurverwarming. f ) De noodzaak tot het maken van een opslagbuffer dient te worden onderzocht. g) Voor de afnemer geldt qua prijs het principe van ‘Niet Meer Dan Anders’ (NMDA). h) Tata een belang geven bij de afname van warmte. i) Inventariseer kansen (bijvoorbeeld: vervanging ketels/groot onderhoud hoogbouw). j) Maak een regelvrije zone (PPS): belangen van alle partijen: bestuur, corporaties, Alliander en bedrijven. k) Onderscheid maken in drie dingen: a. Aanleg. b. Ontkoppelorganisatie voor de aansluiting. c. Beheerorganisatie die nieuwe partijen gaat aanhaken. l) Ontwerp & uitvoering a. Realiseer eerst lokale kleine warmtenetten wellicht (tijdelijk) voorzien van eigen warmtebron, zoals een biomassaketel). b. Met evt. een hoge temperatuuropslag (mijnbouwvergunning splichtig!) of aanboring van geothermie. c. Sluit de warmtenetten op elkaar aan (ring). d. Sluit individuele woningen facultatief aan op de ring. e. En vervolgens of gelijktijdig op de aanvoer van restwarmte van Tata. m) Zijstap: a. Is er de mogelijkheid van een klein warmtenet tussen Tata en omliggende bedrijven? Wat met name geborgd moet worden is de bedrijfszekerheid. n) Je gaat de leidingen pas aanleggen als je vraag en dus leveringscontracten hebt (lange termijn en bulk). Zodra je meer bronnen gaat aansluiten, dan pas werken met wisselende contracten (korte- en langetermijncontracten) -> als je snel wilt starten, moet je juist klein en flexibel beginnen, gefaseerd vervolgen en later aan elkaar verbinden om groot te eindigen. o) Tussenoplossing is varende warmte (mobiele warmteopslag), maar ook statische warmteopslag op Tata-terrein of elders in een woonwijk dan wel in de woning zelf (veel onderzoek naar op dit moment). p) Vooral naar bestaande bouw kijken, nieuwbouw is veel kleiner deel. q) Probleem is dat je voor 600 woningen in de buurt niet gaat uitkoppelen, je moet het totale plaatje in gedachten houden. –> warmtecontainer / duwbak in lokaal warmtenetje waarmee je vervolgens gefaseerd je net kan uitbreiden / kralen rijgen (à la Dordrecht e.o.). Uitbouwen vanuit de netwerk-/platformgedachte.
21
5.5 Continuïteit a) Programmaregisseur MRA. b) Inhoudelijk projectleider. c) Consortium van belanghebbenden wordt aangestuurd door a en b.
5.6 Stakeholders / rolverdeling. • Richt op corporaties als grote afnemers. Gas is er niet meer, dus zij hebben een belang. Hoe maak je nu een goede propositie voor deze en andere eindgebruikers? Warmtelevering is niet de corebusiness voor woningbouwcorporaties, ze mogen dat niet eens meer. Let ook op efficiënte combinatie van schilverbetering en duurzame warmteaansluiting ten opzichte van andere technieken. • Hoe ga je nu vraag en aanbod op elkaar afstemmen en hoe ga je dichter bij elkaar zitten zonder grote organisatie op te tuigen –> deelnemen in een platform (mensen, bedrijven) die aantrekkingskracht creëren voor anderen. Het gaat er veel meer om hoe je de connectie gaat leggen met elkaar (vraag en aanbod). Behoefte aan regiefunctie –> regisseur warmtenetten MRA. • Bedrijven sturen in vestigingsklimaat –> warmte-intensieve bedrijven daar vestigen waar restwarmte beschikbaar is. • Geef partijen de rol die ze kunnen en willen hebben. - Overheid: maatschappelijk belang, aanpassen regelgeving, regiefunctie (regionale en provinciale visie vanuit beleidsdoelstellingen), investeren in startfase en de risico´s op zich nemen in de startfase zodat daarna marktpartijen het over kunnen nemen. - Marktpartijen: uitvoeren business case.
5.7 Vergelijking andere landen: • Denemarken, wat kunnen we daar van overnemen? Daar is veel meer een coöperatiegedachte. Kijken wie daarin welke rol heeft. En je krijgt als bedrijf daar geen vergunning als je je warmte loost. Als wij dat doen, dan krijgt Tata een prikkel om wel een actieve rol te vervullen. -> boete op lozen van warmte. • Zweden: steeds meer soorten bronnen. In die trend zie je dat de temperaturen steeds lager worden in de netten. In Nederland heb je vooral hoogtemperatuur. Dit vergt een aanpassing in de woning naar Laagtemperatuur Verwarming (LTV) en is een complicerende factor.
Regionaal Warmtenet en de Omgevingsdienst IJmond Vanaf 2014 coördineert de Omgevingsdienst IJmond een haalbaarheidsonderzoek naar een regionaal warmtenet in de IJmond. Met de woningcorporaties en de IJmond gemeenten, Provincie Noord-Holland, Veolia, Alliander en Tata Steel heeft de Omgevingsdienst IJmond een samenwerkingsovereenkomst gesloten om te onderzoeken of een sluitende business case voor een regionaal restwarmtenet haalbaar is. 8.000 Woningen zouden aangesloten kunnen worden op een regionaal warmtenet gevoed met restwarmte van Tata Steel. Gecombineerd met maatregelen in de woning zou dit kunnen leiden tot geheel energieneutrale woningen.
22
6. OPENBARE VERLICHTING Top 3 adviezen 1. Nulmeting in elke gemeente. Monitoring zou gestandaardiseerd moeten zijn. 2. Elke straat-/buurtrenovatie gebruiken om led aan te brengen en bij te dragen aan reductiedoelstelling 3. Betrek burgers en burgerinitiatieven bij alle plannen over openbare verlichting.
Algemeen • Er bestaat geen wettelijk kader die voorschrijft waaraan openbare verlichting moet voldoen (verantwoordelijkheid gemeenten): de (landelijke) richtlijnen (onder andere Richtlijn OV2011) hanteren we als referentiekader. • Verlichting sterk genormeerd (CROW), maar er zijn veel kansen. • Gemeenten weten niet altijd wat er verbruikt wordt. • Sociale veiligheid vaak dominant bij burger. Elke wijziging in OV brengt onzekerheid. • OV is complex! Burgerinitiatieven die betrekking hebben op OV behoeden voor teleurstelling. • Rijk en provincie moeten ook bijdragen maar daar is verder niet veel over ingebracht (eigen verantwoordelijkheid). Wel genoemd: waterschappen als kansrijke partner in de strijd.
Aanpak • Planmatig opereren: - Onderhoudsprogramma’s OV benutten om verplichte doelstelling te halen. Eerst grootste energievretende lampen vervangen. - Elke straat-/buurtrenovatie gebruiken om led aan te brengen en bij te dragen aan reductiedoelstelling. - Alleen beargumenteerd afwijken van de verplichte over stap naar ledverlichting.
Praktijkvoorbeeld: In onder andere de gemeente Waterland is het verlichtingsniveau flink lager dan de richtlijn. Toch wordt hiermee voldoende resultaat bereikt.
23
Stap 1 • Plan opstellen met doel/acties 1e jaar en uitwerking voor komende jaren. Duur: 2 maanden (incl. informeren burgers via bewonersinfo-bijeenkomsten/social media). -Nulmeting in elke gemeente: huidig energieverbruik, huidig areaal (aantal/locaties/soorten lichtmasten/ armaturen) en monitoren ontwikkelingen en voortgang ambitie. - Monitoring zou gestandaardiseerd moeten zijn. (nulmeting direct mee beginnen. Duur: 1 maand).
Stap 2: Quick wins in beeld (uitgevoerd binnen 1 jaar) • • • •
Waar licht uit kan: UIT en terugbrengen aantal lichtpunten (rekening houdend met onder andere lichtverdeling). In de hele gemeente het lichtniveau verminderen (zie voorbeeld gemeente Waterland). Grootste energieverbruikers: armaturen vervangen door retrofit. Nieuwe armaturen (die afgeschreven zijn en waarvan vervanging gepland is) worden vervangen door dimbare LED-masten. • Aanschijnverlichting gaat uit van 1.00 – 5.00 s’ nachts. Door de week evt. vanaf 23.00 – 5.00u. • Reclameverlichting gaat uit van 1.00 – 5.00 s’ nachts. Eisen stellen (in Algemene Plaatselijke Verordening (APV)). • Alle nieuwbouwprojecten worden integraal beoordeeld (verlichting in relatie tot kleur bebouwing, kleur wegdek, begroeiing etcetera). Voorbeeldproject vastleggen en dit toepassen. Heel belangrijk: voorkomen lichtverstrooiing.
Stap 3 • Maatregelen beschrijven/ vastleggen voor de langere termijn (na 1 jaar continueren). Monitoring. Burgerparticipatie, waar mogelijk door buurt laten rege en/ burgerinitiatieven. Vervangingsbeleid (dimbare masten, einddoel is LED tenzij in de toekomst andere duurzamer alternatieven: flexibel). • Lichtniveau, vastleggen in gemeentelijke regels (onder andere reclameverlichting, aanschijn verlichting etcetera).
Oplossingen • Energielevering: natuurstroom (verplichting) en liefst (lokaal) opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen of windenergie. • OV half uur vroeger uit, half uur later aan. • Een op elke vijfde lichtmast uitzetten. • Onnodige vervanging is niet duurzaam, armaturen en lampen die nog volstaan hanteren we. • Openbare verlichting en maatregelen worden integraal onderdeel gemaakt bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld: verlichting in relatie tot de kleuren van gebouwen, wegdek en begroeiing. • Kennis en kunde zeven Koplopergemeenten benutten om achterblijvers mee te nemen. Dat was al een verplichting destijds verbonden aan dat Koploperschap. Alle besparingsmogelijkheden op menukaart, kenniskring maken. Onderhoudswereld nogal conservatief. • Ledverlichting dimbaar, afgestemd op locatie (bedrijventerrein, straat, centrumgebied, etcetera). • Verlichting waar mogelijk aan gevels en energie halen uit zonnepanelen (en accu). • In de geest van professor Hennes de Ridder: eisen stellen aan opdrachtnemer ten aanzien van de hoeveelheid licht (lux), aan energiebesparing, de sociale veiligheid. • Er valt heel veel winst te boeken bij waterschappen, vooral in het noordelijk deel van Noord-Holland. • Straatverlichting (op enige termijn) onderdeel van smartgrid waarin ook elektrische auto plek heeft als energieleverancier.
“Bij Ikea kostte de eerste kast vijf keer zoveel als de vijfde. De bouwsector bouwt continu de eerste kast.” – prof. Hennes de Ridder, keynote tijdens de Energietop.
24
Gedrag / participatie • Burgerinitiatieven en burgerparticipatie zijn heel belangrijk. • Verlichting door buurt laten regelen. Gemeente blijft verantwoordelijk maar geeft randvoorwaarden en stelt geld beschikbaar aan buurt. Per buurt budget beschikbaar stellen. Bonus als prikkel voor besparing komt ten goede aan buurt. • Dwingende karakter in communicatie met burgers steeds benadrukken voor verkrijgen draagvlak. • Innovatie kans geven: lichtmasten waarin led bijvoorbeeld al in de mast is verwerkt en met zonnepaneel (eyecatcher kan aandacht publiek genereren). • Energy Battle tussen wijken of gemeenten.
Financiën • Financiën 1e jaar onvoldoende om maatregelen uit onderhoudsbudget te financieren. Extra budget: politieke keuze. • Financiering geen knelpunt. Besparingen (monitoren!) weer investeren in extra besparingsmaatregelen OV (exploitatie). • Gemeenten kunnen (tegen lage rente) geld lenen want wordt terugverdiend: kosten voor de baten uit. • Bij aanbesteding van openbare verlichting: er zijn partijen die gemeenten ontzorgen. Mogelijk contracteren op te behalen einddoel (wijze waarop is aan de opdrachtnemer). • Besparing investeren in uitvoering! Energiebesparing netto contant maken. • Stimuleringsfonds OVL (revolving fund).
Openbare verlichting en de Omgevingsdienst IJmond Gemeente Velsen heeft al vroeg ingespeeld op een aanbod van de provincie Noord-Holland om een energiescan te laten uitvoeren. De resultaten leidden er onder andere toe dat een beleidsvisie werd opgesteld voor de openbare verlichting en dat de gemeente als Koploper werd aangemerkt. Er werd vervolgens ook een beheerplan opgesteld en gestart met een aantal pilotprojecten om straten te voorzien van ledverlichting. Middels een enquête werd de bewoners om ervaringen gevraagd. Die bleken positief. Omdat alle verlichting in een digitaal onderhoudssysteem is ondergebracht kan de vervanging van traditionele verlichting planmatig plaatsvinden: bij straatrenovaties wordt alle verlichting systematisch vervangen door led. Overigens is gestart met de vervanging van de meest energie vragende verlichting. Het voornemen uit het beleidsplan om verlichting te doven op daarvoor in aanmerking komende fietspaden sneuvelde door het ontbreken van draagvlak.
25
Adviezen aan Den Haag & VNG Regelgeving Er bestaat bij veel duurzame energiebronnen onzekerheid over het verdienmodel. Staat dit morgen nog overeind? Het Rijk zorgt voor terugkerende onzekerheden met haar financiële regelingen die regelmatig wijzigen en mogelijke investeerders afschrikken. Inventariseer blokkerende regels en laat die oplossen door de overheid (bemiddeling VNG). De overheid moet ingewikkelde (subsidie)regelingen afschaffen. Lage energieprijs voor grote energieverbruikers geeft weinig stimulans. De overheid moet haar rol nemen door uit te stralen dat energiebesparing goed is, daarmee de burgers activeren en dat er voldoende betrouwbare bedrijven zijn die de werkzaamheden op professionele wijze uitvoeren. Knelpunt: hoe financieren we zonnepanelen bij grootverbruikers waarbij terugverdientijd meer is dan 10-15 jaar?
“We moeten nu met elkaar deze stappen gaan zetten, de tijd is er rijp voor.’’ – wethouder Floor Bal bij het afsluiten van de Energietop.
26