Duurzame akkerbouw in Nederland
Prestaties en ambities
Inhoud
2
3
Voorwoord
5
Akkerbouw economisch en maatschappelijk een factor
8
‘Duurzaamheid is boer zijn in de verre toekomst’
11
Sleutelrol voor akkerbouw in de biobased economy
14
‘Met akkerbouwgewassen gaat het steeds meer de kant op van bioraffinage’
16
‘Consument bepaalt of wij voor food, feed of fuel telen’
19
De milieuprestaties van de Nederlandse akkerbouw
26
‘Akkerbouw brengt rust in het landschap’
28
‘We zijn met non-foodtoepassingen nog lang niet aan het einde van ons Latijn’
30
‘We moeten de mineralenkringloop sluiten’
32
Bijzondere akkerbouwinitiatieven
34
‘Energiegewassen onethisch? Een schijndiscussie!’
36
‘Onze toekomst ligt in gebiedsgerichte activiteiten’
38
Proeftuin voor duurzame akkerbouw
40
Geraadpleegde bronnen
42
Colofon
Voorwoord
Door de wereldwijd groeiende vraag naar akkerbouwproducten voor, om het maar even simpel samen te vatten, ‘food, feed en fuel’, staat de Nederlandse akkerbouwsector volop in de publieke belangstelling. Nieuwe debatthema’s (groene grondstoffen) hebben oude (overproductie) verdrongen. Daarom laten wij als akkerbouwers met deze uitgave graag zien wat onze sector betekent en in de toekomst kan betekenen voor onze samenleving. Dat doen we door te tonen waar het op dit moment om draait in onze bedrijfstak, welke nieuwe ontwikkelingen er zijn, wat we als sector presteren op milieugebied en hoe we in onze bedrijfstak aankijken tegen duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het thema ‘groene grondstoffen’ loopt, wat niemand zal verbazen, als een rode draad door alle hoofdstukken. De akkerbouw heeft onze samenleving,
Jaap Haanstra
afgezien van werkgelegenheid en economisch
voorzitter van de Commissie Teeltaangelegen-
rendement, veel waardevols te bieden:
heden van het Hoofdproductschap Akkerbouw
voedsel, landschap (circa een kwart van de
en voorzitter van de vakgroep Akkerbouw van
Nederlandse grond) en eindeloos hernieuwbare
LTO Nederland
grondstoffen als alternatief voor de eindige, fossiele grondstoffen. Bovendien binden onze gewassen ook nog eens veel CO2 en produceren ze veel zuurstof, veel meer zelfs dan bossen. Akkerbouw vergt ruimte en die ruimte moet de sector verdienen. Dit betekent dat we de milieudoelstellingen moeten realiseren en zo duurzaam en klimaatvriendelijk mogelijk moeten produceren. Namens de Nederlandse akkerbouwers nodig ik u graag uit om te beoordelen hoe ver we zijn. Lees deze uitgave en als de inhoud u inspireert: kom ook eens kijken in de praktijk. Overal in het land zijn akkerbouwers die u graag verwelkomen op hun bedrijf.
3
4
Akkerbouw economisch en maatschappelijk een factor Met 820.000 hectare akkerland bebouwt de
Van de akkerbouwgewassen is de aardappel
akkerbouw een zeer aanzienlijk deel van de in
verreweg het belangrijkste gewas. De teelt
totaal 2 miljoen hectare landbouwgrond in
ervan zorgt voor 45% van de productie-
ons land. Het maakt de sector landschap-
waarde van de akkerbouw, suikerbieten voor
pelijk tot een gezichtsbepalende factor: onge-
14%, granen voor 12%. De Nederlandse aard-
veer een kwart van de Nederlandse grond
appelteelt is toonaangevend in de wereld.
wordt door akkerbouwers beheerd. Akkerland
Verscheidene internationale, aardappel-
is bovendien een toeristische trekpleister. Het
verwerkende bedrijven hebben zich daarom
wordt daarnaast gebruikt voor natuurontwik-
juist in ons land gevestigd.
keling en als berging voor overtollig water (de zogeheten ‘groene en blauwe diensten’).
Nederland is de grootste exporteur van pootgoed, aardappelen en aardappelproducten in
Circa driekwart van het akkerbouwareaal is in
Europa. Van de 11,5 miljoen ton aardappelen
gebruik bij ruim 12.000 gespecialiseerde
die in de EU (12 lidstaten) tot frites of andere
akkerbouwbedrijven. De Nederlandse akker-
consumptieproducten wordt verwerkt, neemt
bouw kenmerkt zich door een kennisintensief
ons land 3,2 miljoen ton voor zijn rekening
bouwplan met gewassen als aardappelen, sui-
(kengetal 2006). Voor pootaardappelen is
kerbieten, uitgangsmateriaal (onder andere
ons land de kraamkamer van de wereld. Het
pootgoed en graszaad) en uien. In de landen
Nederlandse aandeel in de wereldhandel in
om ons heen maken vooral granen en olie-
pootgoed is 65%.
zaden een groot deel uit van het bouwplan. Veel Nederlandse gewassen behoren tot de
Daarnaast is er een toonaangevende aard-
zogeheten vrije marktgewassen, waarvoor
appelzetmeelindustrie. Het zetmeel wordt
geen of slechts een beperkte Europese markt-
gebruikt voor tal van specialistische non-
ordening is ingesteld.
foodtoepassingen, zoals lijm, bioplastics en farmaceutische en andere toepassingen in
Kenmerkend voor ons land is ook de grote
onder andere papier en textiel. De nevenpro-
concentratie van bedrijven die de akkerbouw-
ducten uit de aardappelverwerkende industrie
producten industrieel verwerken. Nederland
vinden hun weg naar de diervoederindustrie
is voor de voedingsmiddelenindustrie een
en (rechtstreeks) naar veehouderijbedrijven.
aantrekkelijk vestigingsland door de aanwezigheid van kwalitatief goede grondstoffen, de
Ook met de voedzame restproducten van
goede logistieke infrastructuur en de centrale
andere industrieel verwerkte akkerbouw-
ligging in het Noordwest-Europese afzetgebied.
gewassen is dat trouwens het geval. Onder andere mout, bierbostel, bietenpulp, melasse
De akkerbouwbedrijven leveren behalve verse
en maïspulp krijgen zo een waardevolle
producten voor de consument, ook grond-
eindbestemming.
stoffen voor de voedingsmiddelenindustrie, industrieën, waaronder de aardappelzetmeel-
Het Nederlandse akkerbouwbedrijf in Europees perspectief
industrie. De akkerbouwkolom (teelt, handel,
In hun productie per hectare behoren de
industrie, toelevering en dienstverlening)
Nederlandse akkerbouwbedrijven tot de
verschaft werk aan in totaal bijna 100.000
grootste van de EU, in oppervlakte niet.
mensen.
In landen als het Verenigd Koninkrijk,
de diervoederindustrie en tal van andere
5
Areaal akkerbouwgewassen in 2006
Duitsland, Spanje, Ierland, Denemarken en
vergroting (nodig voor de internationale con-
Consumptieaardappelen 66.000 hectare
Frankrijk zijn de bedrijven (veel) groter. In
currentiepositie in bulkproductie) beperkt. De
Fabrieksaardappelen
51.000
vergelijking met andere landen worden in de
Nederlandse akkerbouwbedrijven zijn daardoor
Pootaardappelen
39.000
Nederlandse akkerbouw naar verhouding veel
kleinschalig in vergelijking met bedrijven in het
kennisintensieve gewassen en zogeheten vrije
buitenland. Toch zet ook in ons land de schaal-
Tarwe
137.000
marktgewassen geteeld. De Nederlandse
vergroting door met het oog op een noodzake-
Gerst
51.000
akkerbouwers zijn daardoor voor hun inkomen
lijke, verdere efficiëntieverbetering.
8.000
minder afhankelijk van het Europese markt- en
Overige granen
Akkerbouw: feiten en cijfers
prijsbeleid dan hun buitenlandse collega’s. Suikerbieten
De Nederlandse akkerbouwketen bestaat uit
84.000
De goede bodemgesteldheid, de gunstige
ruim 24.000 bedrijven die zich bezighouden
Vollegrondsgroenten
53.000
klimatologische omstandigheden, de kennis
met de teelt, handel en verwerking van akker-
Oliehoudende zaden
7.000
en de logistieke infrastructuur maken Nederland
bouwproducten. Hun productiewaarde
72.000
zeer aantrekkelijk voor de teelt van akkerbouw-
bedraagt ruim 16 miljard euro per jaar, hun
gewassen. In vergelijking met de meeste
toegevoegde waarde en exportwaarde elk een
Ruim driekwart van het akkerbouwareaal
andere Europese landen is de grond echter
kleine 6 miljard.
bestaat uit aardappelen, graan en suikerbieten.
duur en zijn de mogelijkheden voor schaal-
Overige gewassen
De teelt van (snij)maïs (zo’n 230.000 hectare) wordt niet tot de gespecialiseerde akkerbouw gerekend. (Bron: CBS)
Aantal bedrijven
Primaire sector
Productiewaarde in miljoenen euro’s
Toegevoegde waarde Werkgelegenheid in miljoenen euro’s
20.000
1.134
554
Aardappelen
415
2.448
Granen
450
2.456
Exportwaarde in miljoenen euro’s
21.600
639
869
5.548
1.659
918
7.941
1.081
Handel en eerste verwerking:
Suiker Diervoeder Verdere verwerking Totaal
1
478
193
2.607
141
640
4.215
586
9.032
885
3.000
5.372
2.414
49.641
1.443
24.506
16.103
5.535
96.369
5.817
Bronnen: HPA, CBS, CBK en LEI
6
7
Henk Scheele akkerbouwer in ‘s-Gravendeel
De Hoeksche Waard wordt de proeftuin van Europa genoemd. Tot in Spanje kennen ze ons. Het is het enige gebied in Nederland dat op eigen verzoek Nationaal Landschap is geworden. Wij akkerbouwers zagen dat in het begin vooral als een bedreiging. We zagen onszelf hier al rondrijden als een soort parkwachter. Maar gelukkig zijn de contacten met de gemeentelijke overheid hier erg goed. Die heeft goed door dat je de landbouw in het belang van het landschap ontplooiingsmogelijkheden moet blijven geven. In de Hoeksche Waard ligt 200 kilometer
‘Duurzaamheid is boer zijn in de verre toekomst’
bloeiende natuurakkerranden. Bij de provincie is hiervoor nog veel meer akkerland aangemeld, maar het geld was op. Natuurakkerranden zijn goed voor de ontwikkeling van biodiversiteit. Het is landschapsverfraaiing, maar het is ook nuttig voor de biologische gewasbescherming. In de randen barst het van de zweefvliegen en sluipwespen. Die bestrijden de luizenplaag in ons aardappelveld. Vorig jaar heb ik daardoor in mijn tarwevelden niet hoeven spuiten tegen luis. Ook dit jaar hoeft dat niet. Het onderzoek naar deze zogenoemde Functionele Agro Biodiversiteit hier in de Hoeksche Waard, is veelbelovend. Daarmee kun je in de toekomst het gebruik van insecticiden flink reduceren. Wij hebben hier in de
Henk Scheele heeft een akkerbouwbedrijf van 100 hectare. Hij teelt aardappelen, suikerbieten, graan en uien. Ook heeft hij natuurakkerranden. Scheele maakt samen met enkele collega’s van zijn aardappelen chips onder de naam Hoeksche Chips.
‘
Duurzaamheid? Duurzaamheid is boer zijn in
aardappelen veel last van topluizen. In
de verre toekomst. Dat mijn achterachterachter-
Limburg bijvoorbeeld hebben telers daarvan
kleinzoon boer kan zijn op dit bedrijf. Om dat te
veel minder last, omdat ze worden opgege-
kunnen, moet de grond vruchtbaar zijn, moet
ten door hun natuurlijke vijanden. Wij moeten
de bodembiodiversiteit in orde zijn en het
daartegen spuiten. Als we de natuur zo kunnen
oppervlaktewater schoon. En hij moet er een
inrichten dat de natuurlijke vijanden van de
boterham kunnen verdienen. De baten moeten
luis zich hier goed thuis voelen, hoeft dat
hoger zijn dan de kosten. Dat is ook nodig als je hier niet meer. het landschap open wilt houden, want dat kan
8
alleen als je de akkerbouw zich laat ontwikkelen
Twintig jaar geleden ben ik begonnen met
en groeien.
geïntegreerde bestrijding. Dat was toen nog
‘Je kunt meer bespuitingen achterwege laten als je een corrigerend gewasbeschermingsmiddel achter de hand hebt’
‘Onze
nieuw. Inmiddels doen heel veel boeren dat. Er zijn ook veel meer selectief werkende mid-
Om de hele wereldbevolking te kunnen voeden heb je nu eenmaal gewasbeschermingsmidde-
uiteindelijke
delen beschikbaar gekomen, bijvoorbeeld tegen luis. Ook kun je tegenwoordig met min-
len en kunstmest nodig. De wereldvoedselbehoefte verdubbelt de komende twintig jaar. Hoe
doelstelling is
der kilo’s per hectare toe. Minder kilo’s actieve stof is ook minder emissie. Dankzij
wou je dat bereiken zonder kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen? Je zult ook de
emissieloos
het gps-systeem kun je bovendien heel plaatsspecifiek werken. Je kunt het systeem ook
genetische modificatie hier een plaats in moeten geven. Maar je moet die techniek zo inzet-
boeren’
inzetten voor de vogelbescherming. Als je de coördinaten van de nesten invoert in je gps,
ten dat de maatschappij daar wat aan heeft. Als je er een aardappel mee kunt maken die resis-
kun je daarmee bij het werk op het land beter
tent is tegen phytophthora is dat toch gewel-
rekening houden. Akkerbouwers hier in de
beschermingsmiddel achter de hand hebt.
dig? Daarmee bespaar je heel veel spuiten met
streek, verenigd in De Hoeksche Waard op de
Vanwege dat middel ben je bereid grotere
een gewasbeschermingsmiddel.
Kaart (H-Wodka), onderzoeken nu deze
risico’s te nemen. Hoe afhankelijk ben je
mogelijkheden.
dan? Als je ziet wat er tot op heden al bereikt
Dat we de gelegenheid krijgen om via een
is, dan moet de emissiereductie voor opper-
convenant milieudoelstellingen te regelen is
Niet alle maatregelen om de toepassing van
vlaktewater voor 2010 zeker haalbaar zijn.
prachtig. Een convenant is een geweldig instru-
gewasbeschermingsmiddelen te verminderen,
Door een verdere verbetering van de tech-
ment, want het gaat uit van een constructieve
zijn altijd even effectief. Neem de mechani-
niek en de introductie van nieuwe, minder
houding. En het werkt. Het heeft geleid tot een
sche onkruidbestrijding. Die methode kost
belastende gewasbeschermingsmiddelen en
betere bedrijfsvoering en een open mind. Voor
veel tijd en is niet 100% bedrijfszeker. Een
een verdere vergroting van de bewustwor-
het vertrouwen dat de politiek in de akkerbouw
effectiviteit van 80% betekent dat er nog 20%
ding kan dat lukken. Het gaat bij dat laatste
heeft, heeft de sector iets teruggeleverd. We
onkruid staat. Dan moet je later alsnog een
bijvoorbeeld om het maken van een bewuste
hebben ons aan de afspraken gehouden en de
bespuiting uitvoeren. Omdat het onkruid dan
keuze voor een gewasbeschermingsmiddel
doelstellingen gehaald. Maar klaar zijn we nog
sterker is geworden, moet je ook met een
dat het oppervlaktewater niet belast, maar
niet. Onze uiteindelijke doelstelling is emissie-
sterker middel spuiten. Het lagedoseringen-
ook om het afwisselen van middelen en het
loos boeren. Dat is in tien, vijftien jaar haalbaar.
systeem is dan een betere strategie dan
nog meer gebruikmaken van de mogelijkheden
Bij elk nieuw middel dat wordt ontwikkeld,
mechanische onkruidbestrijding.
van de selectieve werking van een middel.
moeten we ons afvragen: draagt het bij aan
Als je slim omgaat met een gewasbescher-
emissieloos produceren?
Met geïntegreerde bestrijding zit je eigenlijk
mingsmiddel kun je met minder toe en werk
op heel tegenstrijdig terrein. Hoe minder
je efficiënter.
gewasbeschermingsmiddel ik gebruik, hoe afhankelijker ik ervan word, want als ik het
Soms is het ook een kwestie van meer zorg-
nodig heb, heb ik het ook echt nodig. Ik wil
vuldigheid, bijvoorbeeld bij het reinigen van
mijn gewas namelijk tot een goed einde
de spuit. Je kunt nog zo zorgvuldig gespoten
brengen. Als ik niet kan terugvallen op een
hebben, maar als je de spuit vervolgens
correctiemiddel, gaat het gewas naar de
onzorgvuldig reinigt en er komt alsnog mid-
knoppen. Met een door de politiek geformu-
del in de sloot, ben je dus toch verkeerd
leerde milieudoelstelling als ‘Vermindering
bezig. Als je het milieu niet in het oog houdt,
van de afhankelijkheid van gewasbescher-
ben je binnen de kortste keren weer een
mingsmiddelen’ kan ik dan ook niet zo veel.
gewasbeschermingsmiddel kwijt. Dat moet
Sterker nog: je kunt meer bespuitingen ach-
je zien te voorkomen, want je krijgt anders
terwege laten als je een corrigerend gewas-
problemen met je teelt.
’ 9
10
Sleutelrol voor akkerbouw in de biobased economy De akkerbouw is van oudsher dé leverancier
brandnetels voor een eigen kledinglijn. Ook
van grondstof voor non-foodtoepassingen.
zijn er plannen voor de bouw van een fabriek
Vlas voor textiel, hennep voor touw, meekrap
die van stro, olifantsgras en koolzaad, groene
voor rode kleurstof, koolzaad voor brandstof
bouwmaterialen maakt.
van olielampen. Het zijn slechts enkele van de toepassingen waarvoor de akkerbouw
Plantenvezels, zoals die van vlas, zijn geschikt
vroeger de grondstof produceerde. De opkomst
voor tal van toepassingen. Ze kunnen worden
van de (petro)chemische industrie in de negen-
gebruikt als vervanger van asbest, glasfiber en
tiende eeuw en de daarmee samenhangende
koolstofvezels en als versterker van syntheti-
productie van goedkope, synthetische
sche polymeren. Ook zijn er nieuwe toepas-
producten maakten voor een belangrijk deel
singen ontwikkeld, zoals de productie van
een einde aan die rol.
bioplastics uit zetmeel door het aardappelzetmeelbedrijf AVEBE, dat een hele reeks
Groene grondstof uit de akkerbouw is een
producten voor non-foodtoepassing maakt.
vrijwel onuitputtelijk reservoir, want telkens hernieuwbaar. De belangstelling voor de
Ook plantaardige olie is voor allerlei toepas-
mogelijkheden van de akkerbouw als leveran-
singen geschikt. Crambe-olie bijvoorbeeld is
cier van grondstof voor niet-voedseldoelein-
rijk aan erucazuur, dat zeer geschikt is als
den (‘agrificatie’) groeit weer. Vooral sinds de
hulpstof bij de productie van niet-klevende
jaren ’90 is dat het geval, mede dankzij het
verpakkingsfolies. Plantaardige smeerolie is
groeiend besef van de eindigheid en de grote
vanwege de biologische afbreekbaarheid in
afhankelijkheid van de minerale grondstof (en
het milieu bovendien een goed alternatief
dus economische en politieke kwetsbaarheid)
voor minerale smeerolie in bijvoorbeeld
en de zorgen om de opwarming van de aarde
kettingzagen die in de bosbouw worden
door de uitstoot van broeikasgassen. De
gebruikt en voor buitenboordmotoren.
akkerbouw krijgt daardoor meer en meer de
Onderzoek wijst uit dat de vervanging van
rol aangemeten van de spil in een ‘nieuwe’
één ton smeermiddelen op basis van mine-
economie, gebaseerd op hernieuwbare, orga-
rale hydraulische olie door smeermiddelen op
nische grondstoffen. Het sleutelwoord hierbij
basis van raapzaad, een CO2-reductie van 2,4
is duurzaamheid.
ton oplevert (bron: Closing Carbon cycles, Martin Patel, Proefschrift universiteit Utrecht,
Zo hebben Nederlandse akkerbouwers onder
1999).
meer de teelt van meekrap weer opgepakt voor de productie van natuurlijke kleurstof ter
Aan de ontwikkeling van de meeste van deze
vervanging van synthetische. De verwerking
initiatieven zijn jaren van voorbereiding en
gebeurt in een fabriek in Steenbergen, die
onderzoek vooraf gegaan, niet alleen omdat
eigendom is van aandeelhouders (telers,
de verwerking en afzet georganiseerd moeten
andere particulieren en landbouworganisatie
worden, maar ook omdat teeltkennis moet
ZLTO).
worden opgedaan.
In verschillende regio’s van Nederland wordt
Akkerbouw als energieleverancier
weer vezelhennep geteeld voor textiele toe-
De akkerbouw staat nu vooral in de belang-
passingen (twee linkerfoto’s op pagina 10).
stelling als leverancier van energie. In 2007 is
In de Noordoostpolder teelt een bedrijf
de bijmenging van biobrandstof verplicht
11
Impulsen voor de haveneconomie De ‘Biobased economy’ geeft nieuwe impulsen aan de havens. Rotterdam bijvoorbeeld heeft een sleutelfunctie in de brandstoffenen diervoedermarkt. De wereldhaven speelt een cruciale rol bij de overslag van diervoedergrondstoffen vanuit de hele wereld. Ook voor de Eemshaven biedt de bioraffinage van akkerbouwgewassen interessante groeiperspectieven. De grondstof voor de bioraf-
gesteld. 2% van de op de Nederlandse markt
schillende methoden en technieken voorhan-
finage komt deels uit het noordelijke
gebrachte benzine en diesel moet bestaan uit
den om biomassa om te zetten in elektriciteit,
akkerbouwgebied, deels kan die via de
biobrandstof. In 2010 moet minimaal 5,75%
warmte en transportbrandstoffen. Regelgeving
haven worden aangevoerd uit andere lan-
van de benzine en diesel bestaan uit bio-
en stimuleringsmaatregelen van de overheid
den. Ook voor de afzet van het eindproduct
brandstoffen. Door deze verplichting wordt de
spelen in toenemende mate een rol bij de
is de nabijheid van de haven gunstig.
uitstoot van broeikasgassen uit het verkeer
ontwikkeling hiervan. Vooral de productie van
Havens als Amsterdam, Terneuzen en
met 1,4 Mton gereduceerd. Nederland heeft
bio-ethanol uit suiker en zetmeel is hierbij in
Vlissingen hebben vergelijkbare voordelen.
zich verplicht om tussen 2008 en 2012 de uit-
beeld.
stoot van broeikasgassen met 6% te vermin-
Biobrandstof in de maak
deren ten opzichte van 1990. Het gaat dan
De beschikbare technologie maakt het nu ook
Op verschillende plaatsen in Nederland
vooral om kooldioxide, methaan, lachgas en
mogelijk om uit restproducten uit de voe-
wordt biobrandstof gemaakt. Zo produce-
fluorverbindingen.
dingsindustrie en uit cellulosehoudende
ren de coöperatie Carnola in Oirlo (capaci-
grondstoffen, zoals stro en gras, biobrandstof
teit 2 miljoen liter per jaar) en de
De Europese Commissie heeft begin 2007 in
te maken. Onder meer alcoholproducent
Noord-Nederlandse Oliemolen BV in Boijl
een strategierapport over energie en klimaat-
Nedalco in Bergen op Zoom beschikt over de
(3,5 miljoen liter) Puur Plantaardige Olie
beheersing aangegeven, dat biobrandstof in
benodigde technologie.
(PPO) uit Nederlands en ingevoerd kool-
2020 minimaal voor 10% moet kunnen voor-
zaad. De productie van biodiesel gaat gere-
zien in het totale brandstofgebruik van de EU.
aliseerd worden door Biopetrol Rotterdam
Nederland heeft door de kennisontwikkeling op het gebied van biobrandstoffen belangrijke
BV (400 miljoen liter biodiesel), Biovalue
Biobrandstof kan onder meer worden gewon-
kaarten in handen, ook om internationaal een
BV in Eemshaven (85 miljoen liter uit plant-
nen uit suiker en zetmeel (bio-ethanol) en uit
rol van betekenis te spelen. Op technolo-
aardige en dierlijke oliën en vetten), Sunoil
plantaardige olie (biodiesel). Op verschillende
gisch, chemisch en logistiek gebied beschikt
Biodiesel BV in Emmen (30 miljoen liter),
plaatsen in ons land zijn inmiddels fabrieken
ons land over een stevige concurrentiepositie.
Ten Kate BV in Ter Apelkanaal (10 miljoen
gebouwd die koolzaadolie persen tot biodie-
De verwachting is dat ons land zich kan ont-
liter biodiesel uit dierlijk vet) en Ecoson in
sel. Ze liggen op strategische plaatsen, niet
wikkelen tot een productie- en handels-
Son (5 miljoen liter biodiesel en 1 MWh
ver van de Duitse grens, met het oog op de
centrum voor biogrondstof en bio-energie.
elektriciteit uit slachtbijproducten).
mogelijke aanvoer van grondstof bij de oos-
De benodigde kennis en infrastructuur voor
terburen vandaan. Sommige van die fabrieken
de zogenoemde biobased economy is er.
Bio-ethanol wordt al geproduceerd door
zijn opgezet door akkerbouwers die zelf kool-
Koninklijke Nedalco in Bergen op Zoom.
zaad voor biobrandstof telen.
Dit bedrijf wil de productie opschalen naar 200 miljoen liter uit reststromen van de
Akkerbouwers zijn ook anderszins energie-
zetmeelindustrie. Bedrijven die ook bezig
leveranciers. Verscheidene van hen hebben op
zijn met de productie van bio-ethanol zijn
hun bedrijf een windmolen gebouwd. De
onder meer BER BV (‘Bio-ethanol
opgewekte stroom wordt verkocht aan elektri-
Rotterdam’, 100 miljoen liter bio-ethanol uit
citeitsmaatschappijen. In het noorden van het
graan) en Harvest Biofuels BV in Amsterdam
land telen akkerbouwers olifantsgras, dat als
(110 miljoen liter bio-ethanol uit graan).
brandstof wordt gebruikt voor energiecentrales. Maar ook het gebruik van biomassa als grondstof voor energieproductie neemt in rap tempo toe. Biomassa is divers en er zijn ver-
12
Suikerbieten: kampioen CO2 vangen Akkerbouwgewassen zorgen niet alleen voor voedsel en grondstof voor non-food, maar zorgen door hun binding van CO2 en productie van zuurstof tevens voor gezonde lucht. Zij presteren wat dit betreft (veel) beter dan bossen. Onderzoekers van de universiteit van Göttingen hebben becijferd dat één hectare suikerbieten op jaarbasis 25 tot 30.000 kilo CO2 bindt en meer dan 13 miljoen liter zuurstof produceert. Wintergraan produceert per hectare 9 tot 10 miljoen liter zuurstof, aardappelen 7,5 miljoen, grasland 5,6 miljoen en bos ‘slechts’ 3,7 miljoen liter. Eén hectare suikerbieten compenseert al gauw de gemiddelde uitstoot van 10 à 15 auto’s. Hier en daar bij suikerbietenakkers zie je dan ook spandoeken van akkerbouwers met teksten als ‘Met bieten minder broeikasgas’ en ‘Suikerbieten: kampioen CO2 vangen’.
Aardappelen: klimaatvriendelijk voedsel Milieubewuste eters dienen voedsel van de koude grond uit eigen land te eten, want dat is het klimaatvriendelijkst. En van al het voedsel dat bij het avondeten op tafel verschijnt, pakt de aardappel het gunstigste uit voor het klimaat. Met deze conclusies confronteerde de Volkskrant zijn lezers op zaterdag 7 juli 2007. In opdracht van de krant had het voorlichtingsbureau Milieu Centraal onderzoek verricht naar wat wel of niet klimaatvriendelijk eten is. ‘Leve de aardappel’, schreef de krant. En akkerbouwers zetten trots spandoeken bij hun aardappelgewas met de tekst: ‘Aardappelen: klimaatvriendelijk voedsel’.
13
Ger Bemer algemeen directeur Koninklijke Nedalco
‘Met akkerbouwgewassen gaat het steeds meer de kant op van bioraffinage’
Ger Bemer is algemeen directeur van
‘Biobrandstof wordt nu nog vooral gehaald uit
De productieprocessen van bio-ethanol en
Koninklijke Nedalco. Dit bedrijf is onder-
zetmeel en suiker, maar binnen enkele jaren
alcohol zijn grotendeels identiek. Nedalco’s
deel van Royal Cosun, de coöperatie van
zal dat vooral uit cellulose en hemicellulose
bio-ethanolproductie is met ongeveer 25 mil-
Nederlandse suikerbietentelers. Nedalco is
zijn’, zegt Ger Bemer, algemeen directeur van
joen liter vooralsnog bescheiden, maar daarin
een van de grootste producenten van gefer-
Koninklijke Nedalco in Bergen op Zoom.
komt als het aan Bemer ligt snel verandering.
menteerde alcohol in Europa. Het bedrijf
Nedalco heeft veel ervaring met de productie
Nedalco wil namelijk zijn productiecapaciteit
maakt uit melasse (restproduct van de
van bio-ethanol. Het bedrijf doet al meer dan
versneld uitbreiden. Zo wil het bedrijf in Sas
suikerproductie) en C-zetmeel (restproduct
twintig jaar onderzoek naar de ontwikkeling
van Gent een bio-ethanolfabriek op basis van
van de tarweverwerkende industrie) alcohol
van nieuwe technieken om uit reststromen
tarwereststromen bouwen en wordt daarnaast
als grondstof voor de drankenindustrie en
alcohol en bio-ethanol te produceren. Bemer:
gekeken naar de mogelijkheden voor een bio-
voor andere toepassingen, zoals ontsmet-
‘We zitten al sinds onze oprichting in 1899 in
ethanolfabriek in Groningen. De grondstof
tings- en schoonmaakmiddel. Het gaat zijn
de verwerking van reststromen. Wij zijn vanuit
voor laatstgenoemde fabriek moet van telers
productiecapaciteit voor bio-ethanol
onze bedrijfscultuur stelselmatig op zoek naar
komen die op contractbasis energiebieten telen.
versneld uitbreiden.
mogelijkheden om alcohol te winnen uit zo
Voor de productie is minimaal zo’n 25.000
goedkoop mogelijke grondstof.’
hectare suikerbieten nodig. Ook zal de fabriek
14
‘Reststromen bieden geweldige kansen’
reststromen verwerken, afkomstig van de
internationaal vooraan aan het kennisfront.’
wordt diervoedergrondstof. Je kunt het vergelij-
naburige suikerfabriek van Cosun.
Wereldwijd wordt bio-ethanol nu nog geprodu-
ken met aardolie. Dat stop je ook niet zo in je
ceerd uit rietsuiker, melasse, maïs- en tarwe-
tank. Het wordt geraffineerd tot allerlei half-
‘In Nederland een economisch goed draaiende
zetmeel, maar met de zogeheten tweede-
fabrikaten en eindproducten, waaronder
fabriek voor biobrandstof van de grond krijgen
generatietechnologie komen bijvoorbeeld ook
benzine. Zo moet je ook de toepassing van
is niet eenvoudig’, aldus Bemer. ‘Je hebt daar-
stro en gras hiervoor beschikbaar. Dit biedt
planten zien.’
voor de steun van de politiek nodig. De markt
ongekende nieuwe mogelijkheden. In de VS
voor biobrandstof wordt gecreëerd door de
bijvoorbeeld bestaat grote belangstelling voor
De eerste fabriek met de nieuwe technologie
overheid. Er zijn Europese doelstellingen,
deze technologie.
moet binnen enkele jaren draaien in Sas van
maar er is geen binnenmarkt voor biobrand-
Gent, waar ook het graanverwerkingsbedrijf
stof. Elk land kan zelf beschermingsmaatrege-
Nedalco gaat de nieuwe techniek vooralsnog
Cargill, een belangrijke reststroomleverancier,
len nemen om de eigen productie te
vooral gebruiken voor de opwerking van rest-
is gevestigd. De fabriek krijgt een capaciteit
stimuleren. Dat verklaart ook waarom de bouw
producten uit de voedingsindustrie. Bemer:
van 200 miljoen liter bio-ethanol. Met die pro-
van fabrieken in landen als Frankrijk, Duitsland
‘De mogelijkheden om in Nederland biomassa
ductie kan Nedalco zo’n 40 tot 50% produce-
en Spanje zo voortvarend ter hand wordt
ren van wat Nederland in 2010 aan
genomen.’ Belemmerend voor de ontwikkeling
biobrandstof denkt nodig te hebben. De
is verder ook, dat de Europese markt open ligt voor importen van buiten de EU. ‘De politiek
Europese doelstelling is dat er in dat jaar in
‘Nederland zit
heeft weliswaar oog voor de situatie, maar doet er te weinig aan’, zegt Bemer.
alle autobrandstof 5,75% biobrandstof is bijgemengd. De fabriek komt strategisch gunstig te
internationaal
liggen. De afnemers (de olie-industrie) zitten om de hoek in het gebied tussen Antwerpen
De belangrijkste troefkaart van Nedalco om
vooraan aan het
en Europoort.
toch een vooraanstaande rol op de biobrandstofmarkt te kunnen gaan spelen, is een tech-
kennisfront’
Bemer: ‘We staan pas aan het begin van een
niek waarmee uit plantencellulose grondstof
nieuwe ontwikkeling. Met de techniek kunnen
voor biobrandstof gemaakt kan worden.
we nog niet de suikers uit alle houtige materia-
Nedalco heeft een giststam ontwikkeld waar-
len winnen. De ene cellulose is gemakkelijker
mee de suikers in de houtcellen van houtig
te telen voor biobrandstof zijn beperkt, maar
te kraken dan de andere. We moeten er nog
materiaal worden vrijgemaakt en omgezet in
door de goede logistiek, de strategische ligging
veel onderzoeksenergie in steken om de tech-
vrije suikers. Van deze xylose kan vervolgens
en de aanwezigheid van een omvangrijke voe-
niek voor elk materiaal toepasbaar te maken.
cellulose-ethanol worden gemaakt. De basis
dingsindustrie in Nederland, bieden de rest-
We willen graag snel investeren in een fabriek
voor de gepatenteerde giststam is een schim-
stromen geweldige kansen. We willen hier op
en praktijkervaring opbouwen. We willen de
mel die in olifantenuitwerpselen zit. ‘We had-
een slimme manier bio-ethanol maken.’
nieuwe technologie versneld doorontwikkelen.’
den een heel goede microbioloog aan het werk. We zochten en we zochten en uiteinde-
Jaarlijks gaat het om naar schatting 15 tot
lijk hebben we het met een beetje geluk gevon-
20 miljoen ton restproduct, dat vooral een
den’, aldus Bemer.
bestemming krijgt als diervoedergrondstof. ‘Wij voegen daar nu een nieuwe schakel aan
De nieuwe techniek is ontwikkeld in samen-
toe’, vertelt Bemer. ‘Met akkerbouwgewassen
werking met de universiteiten van Nijmegen
gaat het steeds meer de kant op van bioraffi-
en Delft. ‘De technologie is baanbrekend’,
nage. Je haalt bijvoorbeeld uit je graan eiwit en
benadrukt Bemer. ‘Nederland zit op dit gebied
zetmeel voor de voedingsmiddelen en suikers
met de universiteiten van Wageningen en Delft
voor fructose of biobrandstof. Het restant
15
Jaap Haanstra akkerbouwer in Luttelgeest
‘Consument bepaalt of wij voor food, feed of fuel telen’
‘
Jaap Haanstra heeft in Luttelgeest een
De romantiek van het boerenbedrijf? Dat is
milieubelasting met 86% verminderd. En in de
akkerbouwbedrijf van 117 hectare met
voor mij dat ik in het voorjaar met een pak bie-
aardappelteelt hebben we in het kader van het
graan, consumptieaardappelen, suikerbie-
tenzaad het land op ga en dat ik aan het einde
Masterplan Phytophthora de milieubelasting
ten, uien, knolselderij en peen in het
van het seizoen een fantastische kwaliteit bie-
zelfs met 97% verminderd. Dat is nogal wat.
bouwplan. Hij is ook voorzitter van de
ten kan oogsten die per hectare 10.000 pakken
We zijn dus aardig op de goede weg, maar we
vakgroep Akkerbouw van LTO Nederland
suiker oplevert. En dat ik op één hectare aard-
zijn er nog niet. Een reductie van de totale
en van de Commissie
appelen teel, waarvan achthonderd mensen
milieubelasting van 95% in 2010 achten we
Teeltaangelegenheden van het
een jaar kunnen eten. Dat is toch prachtig?
haalbaar.
De akkerbouw is altijd erg terughoudend bij
Waar doelen bereikbaar en realistisch zijn,
het uitdragen van wat bereikt is. Wij zijn te
is onze sector al gauw in beweging te krijgen.
bescheiden om ons op het bereikte voor te
We staan aan de vooravond van geweldige
laten staan. Akkerbouwers zijn van ‘doe maar
technologische ontwikkelingen. We zijn op weg
gewoon’. Eerst realiseren en dan pas vertellen.
naar een milieubelasting die de nul nadert. In
Maar ondertussen hebben we als sector de
tien tot twintig jaar al kan dat gerealiseerd zijn
Hoofdproductschap Akkerbouw.
16
‘We zijn op weg naar een milieubelasting die de nul nadert’
‘Hoe verantwoord is
dankzij onder meer de toepassing van nieuwe technologie, nieuwe gewasbeschermingsmid-
en door de groeiende wereldvraag, zullen de grondstofprijzen stijgen en zich op een hoger
het nu nog om
delen, plaatsspecifieke bestrijdingstechnieken, de ontwikkeling van functionele agrobiodiversi-
prijsniveau stabiliseren. Ook de voedselprijzen zouden kunnen stijgen. Je kunt de verantwoor-
vruchtbaar akkerland
teit voor biologische insectenbestrijding en de focus op vergroting van de bodemweerbaar-
delijkheid voor de ethische kanten van die keuzes niet afschuiven op de akkerbouw. Die ligt
terug te geven aan de
heid. Ook gentechnologie kan – als ze maatschappelijk geaccepteerd wordt – hieraan een
bij de consument. Je kunt je in dit verband trouwens ook de vraag stellen hoe verant-
natuur?’
stevige bijdrage leveren en processen versnellen.
woord het nu nog is om dijken door te steken en vruchtbaar akkerland terug te geven aan de natuur, zoals in Zeeuws-Vlaanderen staat te
Sinds het Meerjarenplan Gewasbescherming
gebeuren. Je kunt in zo‘n polder voor de
van begin jaren negentig, is er veel resultaat
voor bij de politiek en de maatschappelijke
samenleving ook nuttige landbouwgewassen
geboekt op milieugebied. Daar is de hele
organisaties. De wereld is intussen veranderd.
telen. Akkerbouw is ook natuur.
akkerbouwketen bij betrokken geweest: verede-
Inmiddels hebben we het Kyoto-verdrag en is
ling, toelevering, teelt, industrie en handel.
het besef van de kwetsbaarheid door de afhan-
Ik ben blij dat er een bijmengplicht is voor bio-
Natuurlijk is er altijd een zeker spanningsveld
kelijkheid van aardolie toegenomen.
brandstof. De rekening komt dan bij de consu-
tussen economie en ecologie. De akkerbouw is
ment te liggen en niet bij de belastingbetaler.
een moderne, marktgeoriënteerde sector.
Vanuit de akkerbouw worden nu allerlei ener-
Dat is goed. De kostprijs van de biobrandstof
De ruim 12.000 gespecialiseerde akkerbouw-
gieprojecten opgezet. Zo kan de akkerbouw,
gaat op termijn zeker omlaag. Door de verede-
bedrijven hebben zo’n 600.000 hectare van
die zelf weinig bijdraagt aan de uitstoot van
ling komen er vanzelf rassen, soorten en
Nederland in beheer. Het is een dragende
broeikasgassen, helpen de gewenste klimaat-
gewassen waaruit meer en goedkopere bio-
sector in de regio en voor de economie. Zeer
doelstellingen te bereiken. Zelf ben ik met
brandstof kan worden geproduceerd. De bio-
innovatief, met een hoog opleidingsniveau en
enkele telers bezig met de bouw van een
brandstofproductie zit nog in een pionierfase.
een grote werklust. Internationaal staat de
fabriek in Wijster, die van graan bio-ethanol
De overheid moet daarin faciliterend zijn en
Nederlandse akkerbouw hoog aangeschreven.
maakt.
garanties afgeven, dat er revenuen kunnen
Buitenlandse collega’s komen niet voor niets
terugkomen voor de gedane investeringen en
hiernaartoe om zich van de ontwikkelingen op
Nederland zal in de teelt van energiegewassen
gelopen risico’s. Een akkerbouwer kan niet van
de hoogte te stellen.
nooit toonaangevend worden, maar er is zeker
liefdewerk oud papier leven. Het moet bedrijfs-
plaats voor dit soort gewassen. Granen in het
economisch verantwoord zijn, wat je doet. Wij
De akkerbouw is vanaf het midden van de
bouwplan zijn nodig om de grond gezond te
zijn boer in hart en nieren, maar we moeten
jaren tachtig door de daling van de gegaran-
houden. Als akkerbouwer moet je een maxi-
wel onze kosten terug kunnen verdienen. In de
deerde graanprijs door een diep dal gegaan.
male opbrengst voor je product zien te halen.
akkerbouw is dat niet anders dan in andere
Door die prijsdaling gingen telers massaal
Als dat in het geval van granen met diervoeder
sectoren van de economie.
alternatieve gewassen telen, waardoor de prijzen
is, dan is het diervoeder. En anders biobrand-
van die producten ook sterk daalden. Het was
stof. Wordt het schnitzel of wordt het benzine?
puur een kwestie van overleven geworden.
Dat is de keuze. Wij zijn ondernemers. Of wij
Toch hebben we ook toen op milieugebied
voor food, feed of fuel telen, bepaalt de consu-
onze verantwoordelijkheid genomen.
ment: waar wil die voor betalen?
Begin jaren negentig waren de akkerbouwers
Voor de akkerbouw is er door deze ontwikke-
zowat de enigen die riepen om groene brand-
lingen eindelijk zicht op betere tijden. Door de
stof, maar daar was toen te weinig draagvlak
concurrentie tussen biobrandstof en diervoeder
’ 17
18
De milieuprestaties van de Nederlandse akkerbouw De akkerbouw is een van de sectoren van de
Voor enkele plagen in gewassen kan de teler
land- en tuinbouw die zich in 1993 hebben
een biologische bestrijdingsmethode toepas-
gecommitteerd aan de Bestuursovereenkomst
sen. Uientelers bijvoorbeeld laten steriele
Uitvoering Meerjarenplan Gewasbescherming
mannetjes van de uienvlieg boven de akker
(MJPG). Daarbij zijn tussen bedrijfsleven en
los. De mannetjes kunnen de vrouwtjes niet
overheid bindende afspraken gemaakt over
bevruchten. Hierdoor kunnen er ook geen
de realisering van milieudoelstellingen, de
nakomelingen komen, die een bedreiging
beperking van het gebruik van gewasbescher-
vormen voor de oogst. En vanuit door akker-
mingsmiddelen en de vermindering van de
bouwers aangelegde natuurakkerranden
afhankelijkheid ervan.
komen natuurlijke vijanden in actie tegen bijvoorbeeld luizen in het gewas.
Het was de opmaat naar grote, structurele veranderingen in de gewasbescherming in de
Verder zetten akkerbouwers schoffelmachines,
Nederlandse land- en tuinbouw. Dat verande-
loofklapmachines en loofbranders in als alter-
ringsproces strekt zich uit over een lange
natief voor het gebruik van chemische midde-
periode met als belangrijkste ontwikkelingen:
len. Door het aardappelloof te ‘klappen’ of te
• nieuwe strategieën voor de bestrijding
branden, sterft dit af en wordt er bespaard op
van ziekten en plagen • nieuwe, selectief werkende gewasbeschermingsmiddelen • alternatieven voor chemische gewasbescherming
de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Als de aardappelplanten zijn aangetast door phytophthora is chemische loofdoding de beste manier om te voorkomen dat deze besmettelijke schimmelziekte zich
• verfijning spuittechnieken
verder verspreidt over de akker. Phytophthora
• sanering van middelen die een risico
tast niet alleen de bladeren en stengels van
vormen voor het milieu
de plant aan, maar ook de knol.
• aanpassing teeltmethoden • minder ziektegevoelige rassen.
Precisielandbouw en spuittechniek De akkerbouwer heeft bovendien de beschik-
Akkerbouwers verminderen de ziektedruk op
king gekregen over geavanceerde spuittech-
hun bedrijf onder meer door het gebruik van
nieken, waarmee hij onkruid kan bestrijden in
rassen die beter bestand zijn tegen ziekten en
de rij waar de planten staan. Tussen de rijen
plagen en door een ruimere vruchtwisseling toe
kan de teler dan schoffelen met de schoffel-
te passen. Als op een akker continu hetzelfde
machine. Soms ook volstaat het als hij met
gewas wordt geteeld, krijgen gewasspecifieke
een rugspuit pleksgewijs onkruid of aard-
ziekten en plagen meer kans zich te ontwikke-
appelopslag (van knollen die na de vorige
len. Door in een tussenliggende periode andere
oogst zijn achtergebleven) bestrijdt.
gewassen te telen of specifieke gewassen, waar de plantenbelager een afkeer van heeft, wordt
Ook zijn er spuitmachines die werken met
de plaagontwikkeling geremd. Zo schrijft het
luchtondersteuning. Met deze techniek wordt
Hoofdproductschap Akkerbouw bij aardappelen
voorkomen dat een gewasbeschermingsmid-
voor dat dit gewas in verband met het aardap-
del kan verwaaien. Op de trekker zit vaak een
pelcysteaaltje slechts één keer per drie jaar mag
spuitcomputer, waarmee de akkerbouwer
worden geteeld op een perceel. Ook het gebruik
een middel zeer nauwkeurig kan doseren.
van ontsmet zaaizaad en plantgoed remt de
De spuitmachine moet zijn gekeurd door een
ontwikkeling van ziekten en plagen.
erkend keuringsstation. De bestuurder moet
19
Schone bronnen In 2004 is het project ‘Schone bronnen, nu en in de toekomst’ van start gegaan (www.schonebronnen.nl). Schone bronnen is een gezamenlijk project van de VEWIN, de Unie van Waterschappen, Nefyto en LTO Nederland, gericht op de drinkwaterkwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Het project is een uitvloeisel van het Convenant Duurzame Gewasbescherming.
bovendien een spuitlicentie hebben. Anders
landelijk netwerk van weerpalen en een
Doel ervan is om in sommige gebieden de
mag er niet gespoten worden. Bij de (driejaar-
meldsysteem waarbij de plaatsen van akkers
problematische aanwezigheid van restanten
lijkse) spuitkeuring worden onder andere de
met infectiehaarden worden doorgeven.
gewasbeschermingsmiddel in het grond-
spuitdoppen, de slangen en de bedieningsap-
en oppervlaktewater aan te pakken, zodat
paratuur onderzocht. Ook wordt op een spuit-
Bij de onkruidbestrijding werkt de akkerbouwer
de drinkwaterkwaliteit gegarandeerd is.
bank getest of de spuit het middel wel
veelal volgens het zogeheten lagedoseringen-
Het project moet ertoe bijdragen dat
evenredig verdeelt.
systeem (LDS). Hierbij wordt niet in een keer de volledige, voorgeschreven hoeveelheid van
Nederland overal kan voldoen aan de EUKaderrichtlijn Water voor 2015. Tot 2005
De akkerbouwer gebruikt voor het spuiten
een chemisch middel gebruikt, maar wordt vol-
was het aantal gesignaleerde drinkwater-
verschillende soorten doppen. Met welke dop
staan met een lagere dosering. Zonodig volgt
knelpunten door een verbod op drie
wordt gespoten, hangt af van het soort
dan later nog een tweede bespuiting met ook
herbiciden met 18% verminderd. De tussen-
gewas, het onkruid, de plaag en de weersge-
een lage dosering. De methode is erop gericht
doelstelling was overigens de oplossing van
steldheid. Bij rustig, windstil weer bijvoorbeeld
de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel te
de helft van alle knelpunten.
kan hij volstaan met een spuitdop waarmee
beperken zonder de oogst in gevaar te brengen.
in fijne druppels gespoten kan worden.
Een andere onkruidbestrijdingstechniek is
Stoplichtproject
Binnen veertien meter langs een sloot is het
MLHD (de Minimum Lethale Herbicide
In Zeeland heeft de Stichting Mineralen en
overigens verplicht speciale driftarme spuit-
Dosering), waarbij de dosering wordt afge-
Middelen Meester (MMM), waarin ZLTO
doppen en kantdoppen te gebruiken, die
stemd op de grootte van het onkruid. De
samenwerkt met de Waterschappen
voorkomen dat middel de sloot in kan waaien.
MLHD-methodiek is nog volop in ontwikkeling.
Zeeuwse Eilanden en Zeeuws-Vlaanderen,
Daarnaast beschikt elke akkerbouwer over een
ZAJK en de Provincie Zeeland, een zogehe-
fustreiniger, waarmee de verpakking van
Het LDS wordt onder meer toegepast bij de
ten stoplichtproject opgezet. In het kader
chemische gewasbeschermingsmiddelen kan
bestrijding van phytophthora. De dosering is
van dit bewustwordingsproject hebben alle
worden schoongespoeld.
afgestemd op de phytophthoragevoeligheid van het aardappelras en op de ernst van de
telers een risicokaart ontvangen met daarop de belangrijkste, toegelaten gewasbescher-
Bij de keuze van een gewasbeschermings
besmetting. Een nog nieuwere techniek is het
mingsmiddelen. De middelen die het water-
middel kan de akkerbouwer zich mede laten
gebruik van sensoren aan de spuitboom. De
schap als risicovol ziet, zijn apart
leiden door een overzichtslijst (‘de milieu-
sensor registreert de hoeveelheid bladmassa
aangegeven. De teler kan hiermee dan extra
meetlat’) met daarin de mate van schadelijk-
die bespoten moet worden. Waar minder blad
rekening houden bij zijn keuze welke
heid van elk wettelijk toegelaten gewas-
is, kan worden volstaan met minder middel.
gewasbeschermingsmiddelen hij op zijn
beschermingsmiddel. Voor de bestrijding van
Ook deze techniek is nog volop in onderzoek.
bedrijf inzet. Hij kan zo een directe bijdrage
sommige zeer ernstige plantenziekten, zoals
leveren aan het oplossen van de knelpunten.
de schimmelziektes phytophthora in aardap-
Bemesting
pelen en cercospora, ramularia, roest en
De teelt van planten is meer en meer precisie-
meeldauw in suikerbieten, kan hij bovendien
werk geworden. Dat geldt niet alleen voor de
terugvallen op gespecialiseerde waarschuwings-
gewasbescherming, maar ook voor het gebruik
diensten. Die waarschuwen hem – bijvoorbeeld
van dierlijke mest en kunstmest. Dierlijke mest
met een sms’je – als er door veranderende
wordt emissiearm aangewend, zodat geen
weersomstandigheden of andere oorzaken,
ammoniak uit de mest kan ontsnappen. Sinds
ziektekansrijke momenten ontstaan waardoor
2006 geldt voor stikstof voor elk gewas een
de ziekte zich snel kan gaan uitbreiden. De
zogeheten gebruiksnorm, een bovengrens van
teler kan dan nog tijdig voorzorgsmaatregelen
wat aan stikstof per gewas mag worden toege-
nemen om zijn planten te beschermen. De
diend. Ook voor het gebruik van fosfaat is er
waarschuwingsdiensten baseren zich op de
zo’n norm. Dankzij een strooicomputer in de
weersverwachtingen, de informatie van een
trekkercabine kan de hoeveelheid kunstmest
20
Elk akkerbouwbedrijf is anders Gewasbeschermingsmiddelen hebben door de oogstzekerheid die ze bieden, sinds hun introductie in belangrijke mate bijgedragen aan de groei van de voedselproductie. In hoeverre ziekten en plagen een bedreiging van de oogst vormen, hangt onder meer af van klimatologische omstandigheden, de
nauwkeurig worden gedoseerd en wordt ver-
Om te kunnen leveren moet een akkerbouwer
streek waar een gewas wordt geteeld,
spilling voorkomen. De kunstmeststrooiers
namelijk beschikken over zogenoemde
de ligging van de akker, de grondsoort
zijn bovendien zo aangepast, dat geen kunst-
Voedselveiligheidscertificaten (VVC’s) voor de
en het teeltplan. De hoeveelheid en het
mest in de sloot terechtkomt, waardoor ver-
gewassen die hij teelt, bijvoorbeeld voor
soort gewasbeschermingsmiddel dat
mesting van het oppervlaktewater wordt
zetmeel-/consumptieaardappelen, suiker-
nodig is, verschilt dan ook van jaar tot
voorkomen.
bieten, industriegroenten en granen, zaden
jaar en van bedrijf tot bedrijf.
en peulvruchten. Vrijwel iedere akkerbouwer
De weersomstandigheden hebben ook
De afstemming van de bemesting op de
invloed op de werking van een middel.
behoefte van de plant wordt steeds verfijnder.
Zo is bij sommige gewasbescher-
Inmiddels is volop een ontwikkeling in gang
Ook kan hij kiezen voor het certificaat
mingsmiddelen regen bevorderlijk voor
naar ‘plaatsspecifiek’ bemesten. Hierbij wordt
Voedsel- en Voederveiligheid Akkerbouw
de werking ervan, bij andere juist niet.
de bemesting aangepast aan de bodem-
(VVAK). Alle gewassen op zijn bedrijf vallen
Weer andere mogen niet bij felle zon-
vruchtbaarheid ter plaatse. Voor de plaatsbe-
dan onder één certificaat. Tot slot zijn er
neschijn worden toegepast, omdat dan
paling op de akker wordt gebruikgemaakt van
telers die werken volgens de eisen van
het gewas kan verbranden.
het gps-systeem en de analysegegevens van
EurepGAP IFA, die de Europese supermarkt-
heeft één of meerdere gewascertificaten.
bodemmonsters. Enkele akkerbouwers wer-
ketens stellen aan hun leveranciers. Met
Minder werkzame stof per hectare
ken al met dit gps-systeem. Met behulp van
name telers van tafel- en pootaardappelen
gps kan een bespuiting ook plaatsspecifiek
hebben zo’n EurepGAP-certificaat.
In de akkerbouw is het verbruik van
worden uitgevoerd. De allernieuwste ontwik-
werkzame stof per hectare in de conve-
keling is dat de bodemmonsters vervangen
Milieu, kwaliteit, de gezondheid van het voed-
nantperiode ten opzichte van de refe-
worden door satellietbeelden van de
sel en de ontwikkeling van het platteland zijn
rentieperiode (1998) met 15% gedaald
betreffende percelen.
thema’s die in het landbouwbeleid van de EU
van 11,1 kilo per hectare naar 9,4 kg in
een steeds grotere rol hebben gekregen.
2004/2005 (RIVM). Het gemiddelde
Voedselveiligheid
Voorheen was de EU-bemoeienis vooral gefo-
verbruik (alle land- en tuinbouwsectoren
De zorg voor het milieu is een geïntegreerd
cust op prijsondersteuning en marktregulering
bij elkaar) aan werkzame stof per hec-
onderdeel van de bedrijfsvoering op een
van sommige producten via onder meer een
tare nam met 12% af.
akkerbouwbedrijf. Die zorg wordt deels ook
stelsel van invoerheffingen en uitvoerrestitu-
bepaald door specifieke teelteisen die som-
ties. Het hoofddoel hiervan is zelfvoorziening
Gewasbescherming dynamisch proces
mige afnemers stellen. Onder andere akker-
in de voedselproductie, stabiele productie,
bouwers die biologisch of onder Milieukeur
stabiele prijzen en een gegarandeerd mini-
Gewasbescherming is een dynamisch
telen hebben te maken met dergelijke (boven-
muminkomen voor de boeren. In de loop der
proces. Natte en droge periodes kun-
wettelijke) eisen.
jaren is die bemoeienis verbreed tot duur-
nen elkaar in hoog tempo afwisselen.
zaamheid en maatschappelijk verantwoord
Daardoor ontstaan omstandigheden
Op grond van de General Food Law moeten
ondernemen, is er meer marktwerking en
waarin sommige ziekten goed kunnen
boeren en tuinders sinds 1 januari 2006
wordt de ondersteuning van de akkerbouw
gedijen. Maar virussen, schimmels,
hygiëneregels in acht nemen bij de productie
steeds meer gekoppeld aan maatschappelijke
bacteriën en aaltjes maken los daarvan
van voedsel en diervoeder. Hieraan wordt
prestaties.
ook zelf voortdurend een ontwikkeling
gemakkelijk voldaan, omdat vrijwel alle boeren
door. Dat is bijvoorbeeld het geval met
en tuinders werken volgens standaard-
het aardappelvirus Y, dat wordt overge-
procedures die de voedselveiligheid moeten
bracht door luizen. Dit virus heeft
borgen. Per gewas zijn er specifieke schema’s
nieuwe stammen ontwikkeld, die een
opgesteld, die ondertussen zijn erkend als
nieuwe bedreiging voor de aardappel-
hygiënecode. Zo wordt aantoonbaar voldaan
plant en de oogst vormen.
aan de hygiëneregels.
21
Alternatieven voor chemische grondontsmetting Als alternatief voor een chemische grondontsmetting tegen aaltjes worden meerdere methodes beproefd. Een nieuwe methode die in ontwikkeling is, is dat de teler zogenoemde multiresistente groenbemesters inzaait. In de loop van het groeiseizoen, of direct voor de winter, worden deze ondergeGewasbescherming afliep, ten opzichte van
den mogelijkheden. Ze bevatten stoffen waar
Convenant duurzame gewasbescherming
aaltjes niet tegen kunnen. Door de gewas-
Voor de land- en tuinbouw is het van essentieel
met 52%. De verbruiksdoelstelling voor alle
resten onder te werken, komen die stoffen
belang dat de teler, in geval van een ernstige
middelen gezamenlijk was 50%. Het aantal in
vrij in de bodem en kunnen ze hun werk
bedreiging van de oogst, kan terugvallen op
de land- en tuinbouw toegelaten werkzame
doen.
een effectief pakket gewasbeschermingsmid-
stoffen daalde in de convenantperiode van
delen. Dat is nodig om de concurrentie- en
300 in 1990 tot ruim 200 in 2000.
‘Biofumigatie’ wordt deze nieuwe bestrij-
kwaliteitsslag met de producten van andere
De volumereductie is vooral het gevolg van
dingsmethode genoemd (fumigatie betekent
Europese boeren en tuinders aan te kunnen
de daling in het verbruik van grondontsmet-
blootstelling aan rook of damp). De
blijven gaan. Driekwart van wat de
tingsmiddelen in de akkerbouw (88% reduc-
methode werkt mogelijk ook tegen andere
Nederlandse land- en tuinbouw produceert,
tie, de taakstelling was 68%). De
ziekteverwekkers, zoals pythium, fusarium
wordt namelijk geëxporteerd. Nederland is
grondontsmettingsmiddelen vormden de
en rhizoctonia. De mogelijkheden van bio-
wereldwijd de tweede grootste exporteur van
grootste groep gewasbeschermingsmiddelen.
fumigatie zijn nog volop in onderzoek.
agrarische producten, met een handelssaldo
Ook de emissie naar grondwater en lucht is
De eerste onderzoeksresultaten zijn veel-
van zo’n 20 miljard euro, bijna het dubbele
in de convenantperiode aanzienlijk terugge-
belovend.
van dat van Frankrijk.
bracht.
De teler kan aaltjes ook bestrijden door
Dankzij de maatregelen die boeren en tuin-
Niet alle doelstellingen uit het convenant zijn
gebruik te maken van een vanggewas, zoals
ders hebben genomen, is het verbruik van
gerealiseerd. Zo nam in de convenantperiode
afrikaantjes, raketblad en aardappel.
gewasbeschermingsmiddelen in 2000, toen
het verbruik van fungiciden toe als gevolg van
Afrikaantjes produceren in de wortels een
het Convenant Meerjarenplan
een grotere ziektedruk. Om verdere resultaten
ploegd. Maar ook sommige koolsoorten bie-
de referentieperiode 1984-1988, verminderd
stof die dodelijk is voor aaltjes. Wanneer de
te boeken zijn daarom nieuwe afspraken
aaltjes diep in de wortels doordringen,
gemaakt. Zo is de akkerbouw, vertegenwoor-
komen ze daar in contact met die stof en
digd door LTO Nederland, een van de onder-
Totaalbeeld emissie
sterven.
tekenaars van het Convenant Duurzame Gewasbescherming uit juli 2003, dat ook is
2,500,000
Raketblad en aardappel kunnen als vang-
ondertekend door de drinkwaterbedrijven
gewas tegen het aardappelcysteaaltje, de
(VEWIN), Unie van Waterschappen, Nefyto
2,000,000
moeheid, worden ingezet. Raketblad ‘lokt’ de aaltjes in het voorjaar uit hun rust, maar
Emissie
veroorzaker van de zogeheten aardappel-
ze kunnen zich op deze plant niet vermeerderen. Op aardappel kunnen deze aaltjes
1,500,000 1,000,000 500,000
zich wel vermeerderen, maar door het gewas na het ‘lokken’ te vernietigen, wordt dit
0 totaal
voorkomen. Een nadeel is dat er dan geen
1984-1988
opbrengst is van het gewas. Een goed gelukte teelt van een vanggewas
1995
bodem+gr.w.
2000
Compartiment
kan het aantal aardappelcysteaaltjes met wel 90% verminderen.
lucht
oppervl.w. Bron: Evaluatie MJPG
Emissiereductie per compartiment taakstelling 1995
gerealiseerd 1995
taakstelling 2000
gerealiseerd 2000
Bodem + grondwater
40-45%
68%
75%
79%
Lucht
30-35%
46%
50%
54%
>70%
59%
90%
79%
Oppervlaktewater Aardappelen
22
Adequate kennisoverdracht Aan de milieuprestaties van de akkerbouw ligt een snelle en adequate overdracht van De herkomst van de stoffen die voor knelpunten zorgen
kennis van theorie naar praktijk ten
bij de drinkwaterwinning uit oppervlaktewater
grondslag. Deze kwaliteit van de kennis-
Bron: Tussenevaluatie Convenant Duurzame Gewasbescherming
overdracht is te danken aan een hecht voorlichtings- en onderzoeksnetwerk en het hoge opleidingsniveau. Akkerbouwers werken ook zelf op allerlei manieren aan de ontwikkeling en verspreiding van kennis
fabrikanten van en handelaren in gewasbe-
Tussenevaluatie Natuur en Milieu Planbureau
schermingsmiddelen), Plantum NL (de koepel-
Uit de tussentijdse evaluatie van de doelstellin-
geïntegreerde teelt. De kennisuitwisseling
organisatie van veredelingsbedrijven) en de
gen van het convenant door het Natuur en
heeft onder meer plaats via internet
overheid.
Milieu Planbureau (NMP) blijkt dat er tot eind
(www.kennisakker.nl, www.kennisopde-
en Agrodis (de koepelorganisaties van
op het gebied van gewasbescherming en
2005 aanzienlijke vorderingen zijn gemaakt
akker.nl, www.telenmettoekomst.nl) en in
De ondertekenaars streven ernaar om alsnog
met het terugdringen van de milieubelasting.
afzonderlijke onderzoeks- en voorlichtings-
sommige niet-gerealiseerde doelen uit het
Door driftbeperkende maatregelen is de land-
projecten waaraan de akkerbouwers deel-
Meerjarenplan Gewasbescherming (MJPG) te
en tuinbouw als geheel erin geslaagd de
nemen.
realiseren. De inspanningen moeten ertoe bij-
milieubelasting van het oppervlaktewater als
dragen dat Nederland kan voldoen aan de nor-
gevolg van drift in de periode 1998-2004/2005
Telen met Toekomst is een praktijknet-
men van de Europese Kaderrichtlijn Water.
met 86% te reduceren. De tussendoelstelling
werk waarin boeren en tuinders samen
Speerpunt in het convenant is de specifieke
voor 2005, zoals geformuleerd in de nota
met het onderzoeksinstituut PPO en
reductie van de milieubelasting van het grond-
Duurzame Gewasbescherming, was een reduc-
DLV Plant werken aan duurzame
en oppervlaktewater door de landbouw in 2010
tie van 75% (bron: RIVM-rapport 2006 en
bedrijfssystemen voor de akkerbouw, de
met 95% ten opzichte van 1998. In de MJPG-
NMP, Tussenevaluatie van de nota Duurzame
vollegrondsgroenteteelt en andere teel-
periode is de milieubelasting van het grond-
Gewasbescherming).
ten. De inspanningen moeten leiden tot het opheffen van knelpunten in de ken-
en oppervlaktewater afgenomen met 51%. Voor oppervlaktewater was de doelstelling 90%,
‘Driekwart van de reductie is bereikt doordat
nis over geïntegreerde gewasbescher-
gerealiseerd is 79% (bron: Evaluatie MJPG).
telers hun bedrijfsvoering hebben aangepast,
ming.
onder andere door emissiereducerende appaDe belasting van het grond- en oppervlakte-
ratuur te gebruiken en door stroken land langs
KodA (Kennis op de Akker) is een voor-
water wordt grotendeels veroorzaakt door niet-
het oppervlaktewater niet te betelen’, aldus het
lichtingsproject met als doel een duur-
agrarische bronnen, zoals groenbeheer door
NMP in de Tussenevaluatie. Het resterende
zamere bedrijfsvoering. In dit project,
gemeenten en waterschappen en onkruidbe-
deel van de reductie van de milieubelasting
een initiatief van Koninklijke Maatschap
heer op verhardingen. Deels is de belasting
kwam tot stand doordat het gebruik van enkele
de Wilhelminapolder, Vertis, ZLTO en
het gevolg van aanvoer van vervuilende stoffen
probleemveroorzakende gewasbeschermings-
Wageningen UR, participeren ook de
vanuit het buitenland via rivieren.
middelen niet meer is toegestaan.
verwerkende industrie en handelsbedrijven. Dit kennisproject loopt tot 2010. KodA doet onder andere praktijkonderzoek naar plaatsspecifieke bestrijding van aaltjes en plaatsspecifieke bemes-
Belasting oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen Index (gemiddelde 1997-1999=100)
ting.
120
Project Veldleeuwerik is een samen-
werkingsverband van 60 Flevolandse
100
akkerbouwers, het Louis Bolk Instituut 80
en Heineken International met als doel de stimulering van de duurzaamheid op
60
praktijkniveau. Centraal staan praktijkmaatregelen op het gebied van bodem-
40 Doel 2005
beheer en gewasbescherming.
20 Doel 2010 0 1998
2000
2002
2004
2006
Bron: Tussenevaluatie Convenant Duurzame Gewasbescherming
2008
2010
2012
23
Masterplan tegen grootste bedreiging aardappelteelt De grootste bedreiging voor de aardappelteelt,
Jaarlijkse milieubelasting per aardappeltype in milieu-
het belangrijkste gewas van de Nederlandse
belastingspunten per hectare (x 1.000) 1996-2005
akkerbouw, is phytophthora. Deze schimmelziekte
Bron: LEI (Monitoring Masterplan Phytophthora)
is, als een plant eenmaal is geïnfecteerd, moeilijk te bestrijden. Aardappelrassen die volledig resis-
50
tent zijn tegen de ziekte, zijn er niet. De akkerbouwer ziet zich daardoor genoodzaakt uit voor-
40
zorg een fungicide toe te passen, zodat phytophthora geen kans krijgt de plant te infecteren. Om het phytophthoraprobleem gezamenlijk te
De emissie naar het oppervlaktewater vanuit de sector akkerbouw is door driftbeperkende
30
maatregelen tussen 1998 en 2004/2005 met
kunnen aanpakken heeft de akkerbouwsector in 1999 het Masterplan Phytophthora opgezet. Het
83% afgenomen (RIVM). De emissie naar het grondwater en de lucht nam af met respec-
20
wordt door alle aardappeltelers samen gefinan-
tievelijk 51% en 33% (RIVM). De emissie-
cierd en voorziet onder meer in een communicatie- en voorlichtingsaanpak. Hierbij is vooral de
reductie is bereikt door onder meer de 10
instelling van teelt- en spuitvrije zones langs
jaarrond bestrijdingsstrategie, die afhankelijk is van de ziektegevoeligheid van het aardappelras,
slootkanten, de toepassing van driftbeperkende spuitdoppen en kantdoppen en door een lagere
0 consumptieaardappelen
van belang. Onder andere door de aanleg van
spuithoogte te hanteren boven het gewas.
demonstratievelden wordt voorlichting gegeven over de beste bestrijdingsmethode. Belangrijk zijn ook verplichte bedrijfsmaatregelen, zoals het
Drift hangt soms samen met het feit dat een 50
gewasbeschermingsmiddel in een heel fijne
afdekken van aardappelafvalhopen om het risico van infectie te voorkomen en het verplicht bestrij-
druppel gespoten moet worden om goed zijn werk te kunnen doen. Vooral bij insecticiden en
40
den van ziektehaarden. Door alle inspanningen van de sector is de belasting van het milieu door de bestrijding van phytophthora in aardappelen
onkruidbestrijdingsmiddelen komt dit voor. Het risico dat er zo drift ontstaat, is groter dan
30
wanneer een middel met grote, zwaardere
in de periode 2002-2004 met 97% gedaald ten opzichte van de referentieperiode 1996-1998, zo
druppels wordt gespoten. Een nieuwe methode om drift te voorkomen is het gebruik van een
20
blijkt uit onderzoek van het LEI. De milieudoel-
zogeheten sleepdoek. Dit scherm hangt aan de
stelling was voor 2010 een vermindering van de belasting met 50%.
spuitboom en trekt (‘sleept’) het gewas open, 10
waarna het gewasbeschermingsmiddel ín het gewas wordt gespoten. Met behulp van een
In 2006 is besloten het onderzoek voor te zetten
sleepdoek kan met een heel fijne druppel
0 pootaardappelen
voor opnieuw een periode van vier jaar. Het
worden gespoten.
onderzoek naar phytophthora wordt sinds 2003 gefinancierd door de overheid in het kader van het Parapluplan Phytophthora. Het onderzoeks-
Door deze en andere technische maatregelen 50
verwacht de akkerbouw ook de doelstellingen
programma binnen Wageningen UR richt zich onder andere op de ontwikkeling van een resis-
voor 2010 uit het convenant te kunnen realiseren.
40
tente aardappel. Met klassieke veredelingstechnieken is dat tot op heden niet gelukt. De hoop is daarom gevestigd op de moderne techniek van
30
genetische modificatie. Het zou uiteindelijk kunnen leiden tot een aanzienlijke vermindering van
20
het gebruik van fungiciden. Fungiciden zijn in de akkerbouw de meest gebruikte gewasbeschermingsmiddelen. Volgens Wageningse onderzoe-
10
kers kost de aardappelziekte de Nederlandse telers jaarlijks aan bespuitingen en opbrengstder-
0
ving zo’n 130 miljoen euro, oftewel 10 tot 20%
zetmeelaardappelen
van de productiekosten.
water
24
bodem
uitspoeling
Actieplan Aaltjesbeheersing Behalve een Masterplan Phytophthora, is er sinds 2005 op initiatief van de akkerbouwsector ook een Actieplan Aaltjesbeheersing. Aaltjes zijn voor de teelt van sommige gewassen een ernstig probleem geworden, nadat in het kader van het Meerjarenplan Gewasbescherming de grondbehandeling (ontsmetting) die akkerbouwers tegen het aardappelcysteaaltje uitvoerden, aan banden werd gelegd. Een chemische grondontsmetting is om milieuredenen nog slechts eens in de vijf jaar toegestaan. Hierdoor kunnen aaltjes, die het hebben voorzien op akkerbouwen groentegewassen, beter gedijen. Door het veranderende klimaat met meer neerslag en langere groeiseizoenen, kunnen de aaltjes
te waarschuwen wanneer door een aaltjes-
Functionele Agro Biodiversiteit: biologische plaagbestrijding en landschapsverfraaiing
In het kader van het actieplan, dat loopt tot en
besmetting schade dreigt te ontstaan.
Een nieuw beproefde methode om het
met 2008, voeren diverse partijen gezamenlijk
Inventarisaties van de beschikbare kennis
gebruik van insecticiden in de akkerbouw
onderzoeks- en voorlichtingsactiviteiten uit om
over bestrijdingsmethoden heeft onder meer
terug te dringen, is het inzaaien van akker-
de aaltjesproblemen beter beheersbaar te
geleid tot aanvullend onderzoek naar het
randen met planten die natuurlijke vijanden
maken. Het actieplan wordt gefinancierd door
praktisch toepasbaar maken van biologische
aantrekken van bijvoorbeeld luizen, koolmotjes
het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA) en
grondontsmetting. Verder wordt onderzoek
en slakken. Onder andere in de Hoeksche
het Productschap Tuinbouw en de kennisover-
gedaan naar de schadedrempels van aaltjes
Waard is ervaring opgedaan met een derge-
dracht wordt uitgevoerd met een subsidie van
voor specifieke gewassen. Op basis van de
lijke methode. De onderzoekers zijn optimis-
het ministerie van LNV en de Europese Unie.
gemeten besmettingsniveaus (grondonder-
tisch over de mogelijkheden. In de
Belangrijkste doelstelling is het waarborgen
zoek) kunnen telers dan bepalen hoe groot
natuurakkerranden worden talrijke biologi-
van de continuïteit van teelten voor de
het risico op schade in een geplande teelt is
sche bestrijders aangetroffen, waaronder
Nederlands land- en tuinbouw. Er moet vol-
en eventueel besluiten een ander gewas te
sluipwespen, zweefvliegen en loopkevers.
doende areaal beschikbaar blijven om zonder
telen of een bestrijdingsmaatregel uit te
Zo’n natuurakkerrand kan in de toekomst uit-
aaltjesproblemen vermeerderingsmateriaal te
voeren.
groeien tot een aantrekkelijk wapen in de
zich nog sterker vermeerderen en nog meer
lamp’ ontwikkelen bij laboratoriumuitslagen
problemen geven.
om zo telers op een gestandaardiseerde wijze
kunnen telen en in andere teelten moet (eco-
plaagbestrijding op de naastliggende akker.
nomische) schade door aaltjes worden voor-
In de kennisoverdracht speelt de aaltjes-
komen of geminimaliseerd.
beheersingsstrategie (ABS) een centrale rol.
De akkerranden zijn ook vanuit het oogpunt
De akkerbouwer wordt bereikt via instructieve
van landschapsbeheer en -beleving interes-
De resultaten van de eerste onderzoekspro-
folders (herkenning van aaltjes, waardplant-
sant. Financieel gezien levert de investering in
jecten zijn inmiddels beschikbaar. Monitoring
relaties van aaltjes, beheersing van aardappel-
landschapsverfraaiing de samenleving ruim
van de aaltjesbesmettingen heeft een goed
moeheid) en artikelen en tips in de vak-
17,8 miljard euro op, zo concluderen onder-
beeld opgeleverd van de verspreiding van de
bladen. Daarnaast zijn presentaties en veld-
zoekers in het in mei 2007 gepresenteerde
belangrijkste plantparasitaire aaltjes in
excursies voor studiegroepen georganiseerd
onderzoeksrapport Investeren in het
Nederland en heeft geleid tot het bijstellen
en krijgen intermediairs (bedrijfsvoorlichting,
Nederlandse landschap. Alleen al voor de
van de onderzoeksprioriteiten. In de
gewasbeschermingsmiddelenhandel) bij-
Hoeksche Waard becijferen de onderzoekers
Aaltjesadviescommissie werken vertegenwoor-
scholing aangeboden.
voor de vergroting van de biodiversiteit, het
digers van laboratoria voor grondonderzoek,
toegenomen woongenot en de recreatiefunc-
adviesorganisaties, sector en onderzoek onder
De komende jaren wordt deze aanpak voort-
tie een toegenomen waarde van bijna 61 mil-
leiding van het HPA aan bijvoorbeeld het
gezet en gekeken naar meerdere aspecten die
joen euro.
transparanter maken van de gang van zaken
te maken hebben met bodemgezondheid. Een
Ook in andere provincies worden akkerranden
rondom het nemen van grondmonsters.
goede bodem is de basis voor een gezonde
ingezaaid met het oogmerk de functionele
teelt met ‘sterke’ planten die voldoende
agrobiodiversiteit te vergroten en het land-
weerstand hebben.
schap te verfraaien.
Daarnaast laat de commissie ook een ‘Rode
25
Coby Dekker-Van den Berg akkerbouwer in Dronten
‘Akkerbouw brengt rust in het landschap’
Coby Dekker-Van den Berg heeft in Dronten een akkerbouwbedrijf van 28 hectare. Zij teelt consumptieaardappelen, suikerbieten, uien, graan en stamslabonen en heeft ruim 2 hectare natuurakkerrand.
‘
Akkerbouw is dé basis van de voedselvoorzie-
diverse duurzaamheidsprojecten opgezet in
ning. Tot op heden is dat altijd het hoogste
Benin. Dit in het kader van een duurzaam ont-
doel geweest, maar inmiddels lijkt energie
wikkelingsverdrag dat Nederland heeft met
belangrijker dan voedsel. Ik heb daar moeite
Benin, Bhutan en Costa Rica. Landen, die beho-
mee. De maatschappij vindt het echter verant-
ren tot de allerarmste in de wereld, maar hart-
woord en dus gaan wij daarin dan mee. Hoe
stikke rijk zijn aan gemeenschapszin.
meer welvaart, hoe groter de energiebehoefte.
26
Je kunt het maatschappelijk verantwoord
Ik ben voor de NBvP, Vrouwen van Nu enkele
ondernemen noemen, maar ‘duurzaam’?
malen naar Benin geweest. Onze bond probeert daar de positie van vrouwen te verbeteren door
Aan duurzaamheid zit ook een sterk sociale
de uitwisseling van kennis en ervaring. Vrouwen
component. Het gaat ook over gemeenschaps-
op het Afrikaanse platteland zijn erg zelfstandig.
zin en de omgang met elkaar. Met de bond
Ze bewerken hun eigen land en hebben hun
NBvP, Vrouwen van Nu, de vroegere bond van
eigen productie, meestal net genoeg voor het
plattelandsvrouwen, hebben we vanaf 1996
eigen gezin. Wat over is, gaat naar de lokale
‘Duurzaamheid gaat ook over gemeenschapszin en de omgang met elkaar’
markt. Ik denk daarin met hen mee, bijvoor-
Ruim tien procent van mijn bedrijf heb ik inge-
1 januari. Waarom nou niet zo’n contract
beeld over het wegnemen van ondernemers-
zet voor natuurontwikkeling. Eerst had ik een
laten eindigen op 1 oktober? Dan geef je een
risico’s.
zesjarig contract met de provincie voor fauna-
boer de mogelijkheid in het najaar de grond
randen van 12 meter breed. Nu heb ik er een
goed klaar te maken voor het nieuwe seizoen.
Het gaat om vragen als: hoe kun je jouw pro-
voor 5 meter brede, kruidenrijke zones langs
ducten zonder al te grote risico’s afzetten met
watervoerende sloten. Ik heb er stroken van
Ik heb dit jaar ook een akkerrand ingezaaid
een zo groot mogelijke kans op een zo hoog
8 van gemaakt.
met een bloemenmengsel voor natuurlijke
mogelijke prijs? De vrouwen daar gokken nu
plaagbestrijding in graan. Maar dat project is
nog te veel door de hele oogst in één keer te
Volgens het contract moeten er na zes jaar op
mislukt. De tarwe ontwikkelde zich door het
verkopen. Als iedereen dat doet, is de prijs
25 vierkante meter vijftien verschillende
weer veel vroeger dan in andere jaren. We
laag. Je kunt het ook in een pool inbrengen en
inheemse plantensoorten staan, anders word
konden door de droogte het zaadmengsel van
in fases in grotere partijen verkopen. Dat levert
je gekort op je vergoeding. Ik had liever het
eenjarige bloeiende planten pas laat zaaien,
meer op. Ik doe dat zelf met mijn aardappel-
oude contract voortgezet, want over die
zodat er niet voldoende bloeiende randen
oogst ook.
natuurstroken mocht je met je trekker.
waren om natuurlijke vijanden te lokken. Zo’n bloeiende rand is heerlijk om doorheen te
We hebben ook een Fonds Microkrediet. Dat gaat dan om kredieten van 50 euro. Van zo’n
lopen en voor een ander leuk om te zien.
‘In landen
bedrag kopen de vrouwen producten in, die ze be- en verwerken en daarna op de plaatselijke
alles in de hand. Je werkt met natuur en bent
als Benin
markt verkopen. Het krediet is bedoeld om handel op gang te brengen en zo (extra) inko-
is duurzaamheid
het misgaat, krijg je pas het jaar erop een herkansing.
een lastig
bevattingsvermogen te boven. De feeling is dan weg. Een groot bedrag maakt corrupt, een
afhankelijk van het weer. Dat is soms lastig, want ik ben perfectionistisch ingesteld. En als
men te genereren. Je zou graag grotere bedragen willen geven, maar die gaan hun
Helaas heb je op een akkerbouwbedrijf niet
Als je een groter bedrijf hebt, is het risico dat
verhaal’
klein bedrag stimuleert.
een onkruidbestrijding niet goed werkt overigens moeilijker te accepteren. De arbeidskosten zijn namelijk veel te hoog om nog
In landen als Benin is duurzaamheid een lastig
Dat kwam goed uit, want zo kon ik mijn
met een schoffel aan de noodrem te trekken,
verhaal. Wij in Nederland nemen allerlei veilig-
kopakkers beter benutten. Maar volgens het
wanneer het misloopt. Bovendien zijn de
heidsmaatregelen in acht als we een bespui-
nieuwe contract mag ik er niet meer overheen,
benodigde arbeidskrachten om te schoffelen
ting uitvoeren en je moet een spuitlicentie
waardoor je niet meer goed op je land kunt
vaak niet beschikbaar. Dat risico kun je niet
hebben. Daar worden gewasbeschermingsmid-
werken en de slootkant klepelen. Met een
nemen. En dus spuit je dan liever op safe. De
delen – als men die al kan betalen – onbe-
kruidenrijke zone kan dat wel. Veel regels die
‘economische duurzaamheid’ weegt in zo’n
schermd en in de brandende zon door
met natuurbeheer te maken hebben, zijn voor
geval zwaarder. Voor mij zit er daarom eindig-
vrouwen toegepast, vaak met een klein kind op
een boer niet praktisch genoeg.
heid aan de schaalvergroting, want die staat
hun rug. Het is daar keihard een kwestie van
’
soms op gespannen voet met de ‘ecologische
overleven. Als je zorgt dat het economisch
De oude faunarand weer omzetten in cultuur-
beter voor elkaar komt en er meer financiële
grond was trouwens een ramp. Op zo’n oude
draagkracht komt, heb je ook meer armslag
natuurstrook groeit geweldig veel onkruid
om duurzaamheid te realiseren.
tussen het gewas. Daar moet je dus extra maatregelen voor nemen. Je moet hem eerst
In ons land is akkerbouw ook landschapson-
chemisch goed schoonmaken. Maar de
derhoud. Het brengt rust in het landschap.
natuurcontracten lopen van 1 januari tot
duurzaamheid’.
27
Ton Capelle emeritus hoogleraar Agrificatie WUR
‘We zijn met non-foodtoepassingen nog lang niet aan het einde van ons Latijn’
Ton Capelle, emeritus hoogleraar Agrificatie
‘Een nieuwe teelt is een risico voor akkerbou-
geworden, omdat de overheid weigerde hier-
(WUR), is specialist op het gebied van
wers. Wil je een nieuwe teelt opzetten, dan
voor een accijnsvrijstelling te geven. Dat
agrificatiegewassen, oftewel gewassen voor
heb je telers nodig die zeggen: we willen dat
heeft ons toen tien jaar op achterstand
non-foodtoepassing. Hij is directeur geweest
wel eens proberen. Financieel is de akker-
gezet.’ De biodieselfabriek kwam er uiteinde-
van aardappelzetmeelcoöperatie AVEBE (‘een
bouw in de loop der jaren behoorlijk uitge-
lijk overigens wel, net over de grens in
agrificatiebedrijf avant la lettre’) en was vanaf
hold, maar gelukkig zijn er nog steeds
Noord-Duitsland. ‘Bij agrificatie overheerst
begin jaren ’90 als directeur onderzoek en
akkerbouwers die bereid zijn nieuwe dingen
de gedachte dat het vooral groot moeten
ontwikkeling van Cebeco-Handelsraad nauw
te gaan doen.’ Aldus emeritus hoogleraar
zijn, minstens 100.000 hectare’, verzucht hij.
betrokken bij de ontwikkeling van de teelt,
Ton Capelle, specialist op het gebied van
‘Maar daardoor wordt de potentie van veel-
verwerking en afzet van nieuwe, veelbelovende
agrificatiegewassen, oftewel gewassen voor
belovende agrificatiegewassen vaak niet
agrificatiegewassen.
non-foodtoepassingen.
onderkend.’
Hij was in de jaren ’90 betrokken bij de
Capelle: ‘Nederland is internationaal gezien
bouw van een proeffabriek voor de productie
een tuintje. De akkerbouw moet het vooral
van biodiesel. Capelle: ‘Dat is toen niets
hebben van specialistische gewassen, waar
28
‘Je moet met moderne ogen en technieken naar vroegere teelten en verwerkingsmethoden kijken’
veel kennis voor nodig is. Telen wat de buur-
In Nederland
man niet goed kan. Daar ligt de toekomst.’
150 ton per jaar, en verwerkt in onder andere tandpasta, cosmetische producten en ont-
staat de enige
smettingsmiddelen.
Gemakkelijk gaat dat overigens niet. De ontwikkeling van de keten van teelt tot eindpro-
meekrapfabriek
duct en eindafnemer is een proces van lange adem. ‘De tijdhorizon is lang. Je moet
Maar ook met vezels, vetten, vetzuren, oliën, koolhydraten en andere stoffen uit reeds lan-
ter wereld
ger in Nederland geteelde gewassen is nog
geduld en een geweldig doorzettingsvermo-
heel veel mogelijk. Ton Capelle: ‘We zijn met
gen hebben en redelijk stressbestendig zijn,
non-foodtoepassingen nog lang niet aan het
want anders red je het niet’, aldus Capelle.
einde van ons Latijn.’
‘Sinds wij met meekrap begonnen, heeft het nog bijna twintig jaar geduurd voor er een fabriek stond voor de verwerking van de
moet met moderne ogen en technieken naar
meekrapwortel tot rode kleurstof. Alleen al
vroegere teelten en verwerkingsmethoden kij-
de financiering van het project heeft voor
ken en proberen die te optimaliseren.’
zeker drie jaar oponthoud gezorgd.’ Capelle is adviseur van Brennels, het bedrijf De fabriek is in 2006 in bedrijf gegaan. Het
dat textiel van brandnetelvezels wil maken
is de enige meekrapfabriek in de wereld.
(zie ook pagina 32). Brandnetels werden al in
Capelle: ‘Het begint al met: Waar haal ik het
de bronstijd voor dit doel gebruikt.
uitgangsmateriaal vandaan? En hoe vermeer-
Neteldoek was in de Middeleeuwen de fijnste
der ik dat? En hoe teel ik het? En het eindigt
stof die er bestond. Capelle buigt zich voor
met: hoe krijg ik de financiering van een
Brennels onder meer over de vraag hoe van
fabriek rond?’
de brandnetelstengels spinbare vezels te maken zijn. ‘De stengel is van binnen houtig,
De ontwikkeling van agrificatie is volgens
de vezels zitten in de bast. De kennis hoe je
hem dan ook vooral een zaak van telersver-
die moet isoleren, is verloren gegaan. Die
enigingen. ‘Op de overheid moet je niet te
techniek moet je opnieuw uitvinden.’ Ook
veel rekenen. Die heeft geen goed beeld wat
voor de teelt moet expertise worden opge-
erop het gebied van agrificatie speelt en kan
bouwd. ‘Je moet van iets dat onkruid is, een
spelen. Daarom zijn ze zo weinig stimule-
cultuurgewas maken. Dat vereist leerwerk.’
rend bezig. Als een bedrijf als Cosun bijvoorbeeld niet in de productie van inuline had
Als het Brennels-project slaagt, zouden er op
geïnvesteerd, was dat nooit van de grond
termijn wel eens 100.000 tot 200.000 hec-
gekomen.’ Inuline, gewonnen uit cichorei,
tare nodig kunnen zijn voor de productie. ‘Je
wordt onder meer gebruikt als fosfaatvervan-
praat dan voor Nederland over hooguit een
ger in wasmiddelen. Ook in de olie- en
paar duizend hectare. De rest wordt elders in
papierindustrie wordt het om milieuredenen
Europa geteeld.’
toegepast. De mogelijkheden van agrificatie zijn legio. Capelle: ‘Om agrificatie-initiatieven tot ont-
Capelle wijst als voorbeeld op de productie-
wikkeling te brengen heb je een permanente
mogelijkheden van pepermuntolie. Deze ethe-
denktank nodig, inclusief geldschieters. Je
rische olie wordt geïmporteerd uit de VS, zo’n
29
Jaap Korteweg biologisch akkerbouwer in Langeweg
Ik ben gestart onder moeilijke omstandigheden. Het was een erg nat jaar met heel veel oogstproblemen. Maar het ging me toch goed af. Het verschil tussen biologisch en gangbaar is niet zo groot. Iemand die goed gangbaar boert, kan dat ook biologisch. In de gangbare landbouw ben je meer gefocust op het oplossen van problemen met chemie. In de biologische landbouw werkt dat anders. Je moet ruimer planten, alleen organische mest gebruiken, een ander bemestingsniveau en een ruimer bouwplan hanteren. Dat systeem als geheel is de grondslag voor je gewasbeschermingsstrategie. De biologische is heel rigide: je mag geen synthetische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Je bent daardoor gedwongen andere oplossingsmogelijkheden te zoeken. Zo heb ik ontdekt dat je meeldauw in uien prima kunt bestrijden met een warmwaterbehandeling. Die methode werd al in de bloem-
‘We moeten de mineralenkringloop sluiten’
bollenteelt toegepast, maar in de uienteelt nog niet. Ik heb het geprobeerd en het werkte prima. Inmiddels zijn ook gangbare telers verplicht om bij een aantasting in het plantgoed een warmwaterbehandeling toe te passen. Een groot probleem voor ons is phytophthora. Veel aardappelrassen zijn daardoor voor de biologische teelt niet geschikt. Door phy-
Jaap Korteweg heeft zijn bedrijf met dat van twee collega-akkerbouwers samengevoegd tot het biologische akkerbouwbedrijf Biotrio De Nieuwe Weg. De drie verbouwen op 260 hectare aardappelen, wortelen, spinazie, uien, bonen, kool, 10 soorten kruiden, luzerne en grasklaver.
30
‘
tophthora is de aardappeloogst dit jaar op
Biologische landbouw is zeker niet de enige
veel biologische bedrijven bedroevend. Wij
weg naar duurzaamheid. Ook in de gangbare
hebben gelukkig toch een goed product weten
sector worden stappen gezet. Iedereen is op
te oogsten, omdat we een vroeg ras hebben,
zijn eigen manier goed bezig. Ik ben in 1998
dat snel knol zet. We hadden bovendien het
op biologisch telen overgestapt. Ik had een
pootgoed voorgekiemd. Persoonlijk ben ik
aversie gekregen tegen spuiten. Nadat ik bij
geen principieel tegenstander van genetische
een collega had gezien dat biologisch goed
modificatie om ziektes te voorkomen, maar
kon, ben ik omgeschakeld. Eerst in mijn
de biologische sector moet zich hier voorlopig
hoofd. En daarna met mijn bedrijf. Zien was
verre van houden om dezelfde reden als het
geloven.
niet gebruiken van chemie. Ons verhaal moet simpel en helder blijven.
‘De technieken om uit rioolslib fosfaatmeststof te winnen, zijn er. Als je de kringloop wilt sluiten, moet je het zo doen.’
‘De teelt van
Het voordeel van een groot bedrijf als het onze is dat je de techniek optimaal kunt inzetten. Wij werken bijvoorbeeld met rtk-gps.
gangbaar product, waardoor je een flinke
biobrandstof zal
Je kunt daarmee heel nauwkeurig zaaien en dus ook heel nauwkeurig mechanisch
biologisch produceren tegen de prijs van een inkomensachteruitgang hebt. Hiervoor moet je als samenleving een boer toch tegemoet
de voedselproductie
willen komen, lijkt me.
schoffelen. Het aantal handwerkuren is daardoor gering. Dat scheelt geweldig in de
nooit bedreigen’
De teelt van biobrandstof zal de voedselpro-
arbeidskosten. Onze bodem is zeer geschikt
ductie trouwens nooit bedreigen. Mensen
voor biologische landbouw. Hij is van nature
stoppen echt niet hun boterham in de tank
rijk aan voedingsstoffen en er zit weinig
om maar op vakantie te kunnen. Ze willen
onkruidzaad in. Maar je moet het wel goed
eerst een volle maag. Dat blijft het aller-
blijven bijhouden, want als je onkruid twee
belangrijkste.
jaar laat glippen, is je akker ervan vergeven.
wateroverlast in het gebied helemaal vol-
Met gps kun je trouwens ook heel precies
gepompt. Voor de streek is het de goed-
Voor de duurzaamheid zou het goed zijn als
langs een kromme sloot werken. Een kavel
koopste manier van water bergen. Als de
we de mineralenkringloop helemaal zouden
hoeft er niet per se groot en kaarsrecht voor
bergingscapaciteit nodig is, gaat mijn gewas
kunnen sluiten. Ook bij ons is dat nog niet
te zijn.
op dat land kopje onder. Dat is dan jammer,
het geval. Wij gebruiken organische mest van
maar altijd nog beter dan dat het hele gebied
de gangbare veehouderij en dus indirect
kopje onder gaat.
kunstmest.
trekkers en machines. Ik kijk ernaar uit wat dit
We zijn nu bezig met een biovergistingsinstal-
De landbouw is volledig gericht op de mens.
uiteindelijk allemaal gaat opleveren. Nu zijn
latie, waarin we maïs en graan willen vergisten.
Daar komen uiteindelijk de mineralen als
machines nog groot en zwaar, waardoor je
De warmte willen we leveren aan een glas-
onderdeel van het voedsel terecht. Maar ze
verdichting van de bodem krijgt. Als machines
tuinbouwcluster hier in de buurt. Het digi-
komen niet terug naar de landbouw. Neem
niet meer ingericht hoeven te worden voor
staat, het restproduct, kan als meststof op
fosfaat. Wereldwijd is er nog genoeg fosfaat-
een bestuurder, kunnen ze kleiner en lichter
het land en is veel veiliger dan dierlijke mest
voorraad voor vijftig tot honderd jaar. Dat is
worden. Dat is beter voor de bodemconditie.
door de afwezigheid van ziekteverwekkers als
dus eindig. Zonder fosfaat groeit een plant
salmonella en de E. coli-bacterie. Nu stellen
niet. Daarom moet je het gaan recyclen uit
Wij oogsten gemiddeld zo’n 70% van wat op
afnemers een veiligheidstermijn van drie
gezuiverd rioolslib. Nu worden daarvan bak-
een gangbaar bedrijf gebruikelijk is. De teelt
maanden tussen bemesting en oogst met
stenen gemaakt. De technieken om uit het
is het hart van ons bedrijf. Ik had plannen
dierlijke mest.
slib fosfaatmeststof te winnen, zijn er. Als je
Het gps-systeem heeft ook geleid tot de ontwikkeling van de automatische besturing van
om van mijn bedrijf een landgoed te maken,
’
de kringloop wilt sluiten, moet je het zo doen.
maar dit gebied heeft een landbouwbestem-
We hebben voor de vergister zo’n 600 hectare
ming. Om mijn plan toch te kunnen verwe-
maïs en graan nodig. Dat moet van gangbare
zenlijken heb ik 20 kilometer verderop een
akkerbouwbedrijven komen. Biologisch graan
boerderijtje bij een natuurgebied gekocht,
is voor dit doel te duur. De prijs van groene
waar natuurontwikkeling meer gewenst is.
stroom is daarvoor veel te laag. Er is een tekort aan biologische producten, want er
Op mijn bedrijf fungeert een perceel van 3
schakelen te weinig ondernemers om. Dat is
hectare – tegen een vergoeding – ook als
niet goed. De overheid zou voor akkerbouwers
tijdelijke waterberging. Ik heb voor dit doel
die willen omschakelen, extra geld beschik-
om deze akker een aarden wal van 2 meter
baar moeten stellen. In de eerste twee jaar
hoogte gemaakt. Dit bassin wordt bij
van de omschakelperiode moet je namelijk
31
Akkerbouwers zijn innovatief, getuige talrijke, veelzijdige initiatieven. Het gaat hierbij om non-foodtoepassing van voedingsgewassen, energieproductie, milieu-
Bijzondere akkerbouwinitiatieven
vriendelijke producten, natuurontwikkeling, landschapsonderhoud, recreatie en de ontwikkeling van nieuwe markten. Op deze pagina’s enkele voorbeelden.
Boerenstroom voor duizenden woningen
Brandnetel als milieuverantwoorde katoenvervanger
Boeren zonder ploeg
Op het bedrijf van Johan Kloosterman uit
De zorg om het milieu is de belangrijkste
meer, maar bewerken de grond met een
Nieuweroord en zijn zoon draait alles om
drijfveer van Frank Crébas en zijn familie om
pennenfrees om bodemerosie tegen te gaan.
de teelt van energiemaïs en de productie
brandnetelvezels in Marknesse te gaan telen.
In Zuid-Limburg bijvoorbeeld gebeurt dat,
van groene stroom. De Drentse akkerbou-
De familie heeft er een volledige productie-
omdat anders de wegspoelende grond voor
wer pioniert in boerenstroom met een bij-
keten voor kleding van brandnetelvezels voor
flinke overlast zou zorgen. De bodem houdt
zondere (want ‘mestloze’) biovergistings-
opgezet. De keten is van teelt tot winkel volle-
door deze bewerkingsmethode ook beter
installatie. Met het gas dat de bacteriën in
dig in eigen hand, met uitzondering van het
vocht vast. Behalve dat het tijd, brandstof en
de installatie produceren, kan Kloosterman
weven en naaien van de stof.
geld bespaart en de bodemstructuur beter in
op jaarbasis 1,2 miljoen kilowatt stroom
tact laat, leidt het soms ook tot minder
opwekken. Genoeg voor zo’n 4.000
Brennels, zoals hun bedrijf heet, teelt in de
woningen.
Noordoostpolder inmiddels 100 hectare brandnetels en heeft een eigen kledinglijn van
Met de stroom die vijf akkerbouwers en vee-
brandnetelstof ontwikkeld. De brandnetel-
houders in Onstwedde met hun biovergis-
velden vormen met een strandpaviljoen het
tingsinstallatie produceren, kan zowat heel
hart van de buitenplaats ‘Brennels Buiten’,
Onstwedde een jaar lang van groene stroom
waar bezoekers kunnen recreëren in een
worden voorzien. De ondernemers, verenigd
brandnetelwoud en bamboebos en tot rust
in de Maatschap Natuurenergie Onstwedde,
kunnen komen. De buitenplaats gaat in 2008
produceren per jaar 4 miljoen kilowatt.
open. Brennels is het enige bedrijf in Nederland dat brandnetels teelt voor kleding. De teelt
De twee initiatieven passen in het streven
van brandnetels is milieuvriendelijker en kost
van Noord-Nederland een energieregio bij
minder water dan die van katoen. De brand-
uitstek te maken, de ‘Energy Valley’ van
netel is tevens een voedselbron voor verschil-
Nederland.
lende vlindersoorten, waaronder de atalanta, de kleine vos, het landkaartje en de dagpauwoog. Sommige soorten zetten hun eieren af op de bladeren. Ook sommige vogelsoorten, waaronder de nachtegaal, broeden graag in brandnetels.
32
Verscheidene boeren ploegen hun land niet
onkruid.
Faunabescherming
Zeegroenten van de zilte akker
Bloeiende akkerranden
De grauwe kiekendief is een beschermde
Waar andere planten het loodje leggen door
Ten oosten van Exloo zaaien tien akkerbouwers
vogel die in het voorjaar naar Nederland komt
te hoge zoutconcentraties in de bodem, doen
jaarlijks 16 hectare akkerrand in. Ze zorgen zo
om er te broeden in tarwe- en luzernevelden.
zeekraal en lamsoor het goed. Akkerbouwer
voor de landschappelijke aankleding van het
Akkerbouwers uit Groningen, Flevoland,
Maarten Janse jr. in Wolphaartsdijk zag nieuw
Veenkoloniale Gebied. De 6 tot 10 meter
Zuid-Holland en Zeeland werken samen in de
perspectief in de teelt van zeegroenten toen
brede natuurakkerranden zijn aantrekkelijk
Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief bij
zijn akkerland door het zoute kwelwater ging
voor insecten, vogels en klein wild. In de
het creëren van nestelgelegenheid, zodat deze
verzilten. Janse zit daarmee in een bijzondere
akkerranden groeien onder andere gerst,
roofvogel ongestoord kan broeden. De
nichemarkt. Er zijn maar weinigen die deze
phacelia, boekweit, Perzische klaver en grassen.
Groninger akkerbouwers werken bij de
zeegroenten akkerbouwmatig telen. Een 12 kilometer lange wandelroute over het
bescherming samen met Duitse collega’s en de groenvoederdrogerij Oldambt.
De zeekraal en lamsoor worden handmatig
land van de akkerbouwers laat de wandelaar
geoogst vanaf half mei tot eind september.
aan de hand van informatieborden kennis-
In Midden- en Zuid-Limburg creëren akker-
De ziltige bladgroenten groeiden voorheen
maken met de moderne akkerbouw. Het
bouwers gunstige leefomstandigheden voor
alleen in de wilde natuur op schorren en
initiatief van de akkerbouwers werd in 2004
de korenwolf (‘de veldhamster’). De koren-
slikken. Ook kweekt Janse sinds kort zagers,
beloond met de innovatieprijs van de provin-
wolf leeft goeddeels onder de grond.
wormen die verwerkt worden in visvoer.
cie Drenthe.
Hij dankt zijn naam aan het graan dat hij hamstert.
Het Drentse initiatief staat niet op zichzelf. Ook in andere provincies creëren akkerbouwers bloeiende akkerranden omwille van het
Eerste landschapscamping
natuurschoon en om insecten te trekken die
Akkerbouwers Niek en Esther Delst uit Zonnemaire waren in 1999 de eersten die een
plaaginsecten in de akkerbouwgewassen
landschapscamping begonnen. Een landschapscamping onderscheidt zich van andere cam-
kunnen bestrijden.
pings door de natuurontwikkeling op het terrein en de inpassing in het landschap. Zo heeft Delst voor zijn camping een kreek gegraven. Ook heeft hij bloemrijke weilanden, een hoogstamboomgaard en een hakhoutbos van snelgroeiende wilgen aangelegd. Verder heeft hij een zogeheten karrenveld gemaakt, waar zeldzame planten groeien. Met de grond van het karrenveld werden vroeger de dijken verstevigd. Delst heeft 7 hectare van zijn bedrijf ingericht als landschapscamping. Zijn initiatief heeft op verschillende plaatsen in het land navolging gekregen.
33
Johan Sanders hoogleraar Valorisatie van plantaardige productieketens WUR
De Wageningse hoogleraar Johan Sanders is een rijk spuitende feitenbron als het gaat over de gebruiksmogelijkheden van plantaardig materiaal. ‘Als we het in die hele keten nu eens een factor twee beter gaan doen in efficiëntie, maken we alleen al in Nederland 600 petajoule vrij die we kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld de omzetting in chemische grondstoffen, transportbrandstoffen en elektriciteit.’ Dat is geen ‘klein bier’ want de totale Nederlandse energieconsumptie, olieproducten, aardgas, elektriciteit enzovoorts, is zo’n 3.000 petajoule (PJ) per jaar. Zo’n efficiëntieverbetering van vijftig procent is bovendien geen onrealistisch doel, aldus de hoogleraar, want in zijn visie is ketendenken, gericht op het geven van een maximale waarde aan
‘Energiegewassen onethisch? Een schijndiscussie!’
groene grondstoffen, nog nauwelijks uit de startblokken gekomen. Johan Sanders werkte vroeger in de research naar enzymen en zetmeel bij respectievelijk Gist Brocades en AVEBE. Sinds 2004 is hij hoogleraar en momenteel ook lid van het platform Groene Grondstoffen van de Task Force Energietransitie. Hij is een onorthodoxe denker, bijvoorbeeld in zijn constatering dat het gebruik van plantaardig materiaal voor energie-opwekking niet strijdig is, althans niet hoeft te zijn, met voedselproductie.
Johan Sanders studeerde moleculaire
‘Wist u dat om de westerse mens zijn dage-
biologie aan de Universiteit van Amsterdam
lijkse portie van 2.500 kilocalorieën aan voed-
‘De vaak gesuggereerde koppeling tussen
en werkte meer dan 25 jaar in verschillende
sel te kunnen geven het twintigvoudige aan
energieproductie uit biomassa en honger
R&D-functies bij Gist Brocades en AVEBE.
energetische waarde wordt gebruikt, de helft
bestaat in werkelijkheid niet. Honger is bijna
Sinds 2004 is hij hoogleraar Valorisatie van
in de organische stromen vanaf de teelt van
altijd het gevolg van onvoldoende infrastruc-
plantaardige productieketens aan
het gewas en de andere helft in de fossiele
tuur, onvoldoende toegang tot binnen- en bui-
Wageningen Universiteit. Hij is tevens lid
energie die in de hele keten van de voedsel-
tenlandse markten, gebrek aan onderwijs en
van het platform Groene Grondstoffen van
productie wordt gebruikt, van de kunstmest
kennis, burgeroorlogen, slecht bestuur en
de Task Force Energietransitie.
en de tractor op de akker tot en met de
natuurrampen. In het algemeen gezegd:
keukenkoelkast en het gasstel?’
armoede in alle opzichten.’
34
‘Als we het in de hele keten nu eens een factor twee beter gaan doen in efficiëntie’
Hij wijkt daarmee af van de visie dat het
‘Eerste-generatie
gebruik van voedselgewassen voor energieproductie ‘onethisch’ is en dat slechts gekeken
hoofd gezien dat biomassa in een ‘bioraffina-
biobrandstof
moet worden naar tweede- en derde-generatie biomassaconversie waarbij enkel plantaardige
derij’ ontleed kan worden in een verzameling componenten die elk kunnen dienen als
is niet slechts
restmaterialen gebruikt worden en de voedselprijzen niet worden beïnvloed. ‘Een schijn-
materiaal. Daarbij wordt makkelijk over het
grondstof voor aparte processen. De kunst is om met de minste en de lichtste conversie-
een tussenfase’
stappen die eindproducten te maken. Zoek de
discussie. In ontwikkelingslanden zal
grondstof bij het gewenste eindproduct.
kapitaalintensieve tweede-generatie technolo-
Daardoor kun je veel productiestappen uit-
gie niet wezenlijk bijdragen aan het verlagen
sparen. Zo immers realiseer je bij de laagste
van armoede en honger.’ En: ‘Mag de boer
kapitaalskosten de grootste waardetoevoeging
zelf uitmaken wat hij verbouwt en aan wie hij
Nederlandse havens, Rotterdam voorop,
over de hele keten, en de grootste CO2-reduc-
het verkoopt?’
hebben naast een sterke chemie een unieke
tie.’
kracht, namelijk de aanwezigheid van een Sanders denkt ook niet dat de eerste-genera-
sterke mengvoederindustrie. Als je die in de
tie biomassaconversie (zoals de omzetting
keten betrekt, kun je hier, beter dan waar ook
van maïs in ethanol, of koolzaad in biodiesel)
in Europa, aan landbouwproducten en bio-
slechts een ‘tussenfase’ is. ‘Nee, de eerste
massa, plus de diverse reststoffen uit de ver-
generatie is er en blijft er. Interessant is dat
werkingprocessen, een maximale
de productie van ethanol en biodiesel in
economische waarde geven.’
kleine en middelgrote fabrieken kan plaatsvinden, die geen eigendom zijn van oliemaat-
‘In het platform Groene Grondstoffen hebben
schappijen, maar van agrobedrijven en
we uitgerekend dat als Rotterdam per jaar 5
landbouwcoöperaties.’
miljoen ton tarwe en 3 miljoen ton koolzaad extra importeert, en alles wordt ingepast in
En stelt: ‘Oliemaatschappijen hebben als han-
een gesloten keten, 30 procent van de binnen-
dicap dat zij gewend zijn om alleen in mega-
landse transportbrandstoffen gemaakt kan
volumes en mega-investeringen te denken en
worden op basis van biogrondstoffen.’
om alles te benaderen vanuit fossiele energie en thermische omzettingsprocessen. Terwijl
In zo’n situatie gaan alle resterende mineralen
je hier vanuit de akker moet denken en moet
naar de kunstmestindustrie en de eiwitten
zoeken naar allerlei bioraffinageprocessen om
richting veevoedersector. ‘Maar ook kunnen
aan elke component van het plantaardige
later uit deze eiwitten aminozuren worden
materiaal een zo hoog mogelijke waarde te
gewonnen als halffabrikaat voor een hele serie
geven door zo simpel mogelijke conversie-
chemische producten die nu nog op basis
stappen te gebruiken.’
van olie worden gemaakt. Wat dan tot slot aan onbruikbare vezels rest, kan worden ver-
Sanders is geen ‘kleine-aarde gelovige’:
brand voor elektriciteitsopwekking of via
hij adviseert momenteel bijvoorbeeld het
tweede-generatie technologie naar ethanol.’
Havenbedrijf Rotterdam hoe een maximale, industrieel opgezette keten gevormd kan
‘De wereld kijkt momenteel bijna alleen naar
worden op basis van bioraffinage. ‘De
het maken van transportbrandstoffen uit bio-
35
Jan Ham akkerbouwer in Nieuw-Vennep
‘Onze toekomst ligt in gebiedsgerichte activiteiten’
Jan en Ben Ham, broers, hebben een akkerbouwbedrijf van 155 hectare. Ze telen aardappelen, uien, graan, koolzaad, graszaad, tulpen en spruitkool en hebben een consumentenboerderij annex boerderijwinkel. Over hun bedrijf loopt een leerwandelpad.
‘
Het sleutelwoord op ons bedrijf is multifunc-
Haarlemmermeerpolder die iets hebben betekend
tionaliteit. Wij streven zo veel mogelijk diver-
voor de plattelandsontwikkeling.
siteit en multifunctionaliteit na. We lopen zo minder risico’s en het geeft je meer maat-
Het pad loopt dwars door de natuurakkerranden
schappelijk draagvlak. We hebben bijvoor-
op ons bedrijf. Natuurbeheer is zo een toevoeging
beeld een leerwandelpad over ons bedrijf
van de recreatietak. Die natuurranden hadden we
aangelegd, ‘De Elisabeth-route’ geheten, met
al langer, maar van de productie van natuur werd
een geasfalteerde parkeerplaats erbij. Langs
de meerwaarde door de provincie te weinig inge-
de route staan borden met informatie over de
zien. Er werd niet genoeg geld meer voor vrij-
natuur, de gewassen op de akker, hun bestem-
gemaakt. Daarom hebben we er die wandelroute
ming en de manier waarop ze geteeld worden.
van 4,5 kilometer in aangelegd, die aansluit op
Ook zijn er langs de route picknickplaatsen en
Landgoed De Olmenhorst. Nu ziet de provincie
bankjes, de zogeheten ‘Rustpunten in de pol-
de maatschappelijke meerwaarde wel in en is ze
der’. Op de bankjes staan ter nagedachtenis
bereid de kosten te vergoeden.
de namen van inwoners van de
36
‘Het sleutelwoord op ons bedrijf is multifunctionaliteit’
De natuurranden zijn ingezaaid met meng-
van een miljoen liter brandstof per jaar.
maar het hoort er wel bij. Er wordt wel gezegd
sels van planten met vallende zaden. Die
Schiphol zoekt naar meer binding met zijn
dat je zoiets vooral moet gaan telen in grote
planten komen dus ieder jaar weer op en je
omgeving. Daar hoort ook biobrandstof uit de
akkerbouwgebieden in Oost-Europa. Maar dan
hebt weinig risico van verwaaiing naar de
streek bij. Ze hebben bovendien een CO2-
krijg je vervolgens gesleep met het eindproduct
omliggende akkers. Maar je moet zo’n rand
reductiedoelstelling. Daar hebben ze boeren bij
over de aardbol. Koolzaad heeft ook landschap-
wel in de gaten blijven houden, want na ver-
nodig. Zo is ook de overnachting van
pelijke waarde. Wij telen zelf 7 hectare. We heb-
loop van jaren dreigt hij te vergrassen. Door
gestrande passagiers op een boerderij voor
ben dat gekoppeld aan het wandelpad.
die natuurranden is er veel meer ‘grond-
Schiphol een interessante optie.
Koolzaad is een prachtig bloeiend gewas. We
leven’, zoals veldmuizen. Je merkt het ook
hebben er ook honing van. Die wordt afgezet
aan het grotere aantal roofvogels boven onze
Schiphol wil op zeer korte termijn resultaten
als streekproduct. Dit gewas hoort gewoon bij
akkers.
boeken met zijn CO2-doelstelling. We laten het
de kringloop van de regio.
koolzaad daarom vooralsnog bij een bedrijf in Vorig jaar zijn we, omdat we in de buurt van
Zeewolde tot Puur Plantaardige Olie (PPO)
Het biobrandstofproject wordt nu getrokken
Schiphol zitten, gestart met het inzaaien van
persen. In Emmen wordt het vervolgens verder
door Vereniging de MeerBoeren, maar het moet
reclamelogo’s in onze graanpercelen. We zijn
uiteindelijk een coöperatieve onderneming wor-
begonnen met het Aviko-logo, dit jaar hebben
den. De vereniging is ook bezig met projecten
we NH Hoteles. De reclame is bestemd voor
‘Schiphol zoekt
vliegtuigpassagiers. Het idee hiervoor ontstond toen we aan het experimenteren waren
Haarlemmermeerpolder’. Met de gemeente
naar meer binding
met precisielandbouw. Om zo’n gps-systeem rendabel te maken is zo’n 200 hectare akker-
met zijn omgeving.
ren voor maatschappelijke activiteiten op de boerderijen. Boeren moeten namelijk gemakke-
Daar hebben ze
tale zaaiprint te maken. We hebben daartoe de software voor de zaaimachine aangepast.
Haarlemmermeer hebben we het project ‘Het vierde gewas’ opgezet om meer ruimte te creë-
land nodig. We kwamen op het idee om met behulp van het gps-systeem een soort digi-
als ‘landbouw en zorg’ en ‘natuurbeheer in de
lijker andere economische dragers in hun bedrijf kunnen ontwikkelen, zoals recreatie,
boeren bij nodig.’
horeca of overnachtingsmogelijkheden voor
Op dezelfde wijze hebben we ook een maïs-
gestrande luchtreizigers. Dat is belangrijk. Doe
doolhof ingezaaid. Mijn broer en ik hebben
je dat niet, dan wordt de akkerbouw hier als
voor de toepassing het bedrijf Fieldmedia
voedselproducent slachtoffer van een verande-
opgericht. Voor een adverteerder is het trou-
opgewerkt tot biodiesel. Maar het is uiteindelijk
rende Haarlemmermeer. Dan heb je hier uitein-
wens even wennen, want je werkt met groei-
de bedoeling dat er hier in de buurt een verwer-
delijk alleen nog maar bedrijfsterreinen en
seizoenen. De eerstvolgende gelegenheid om
kingsfabriek komt.
woningen.
te adverteren is pas weer in november als we
Ook de KLM heeft inmiddels interesse voor
gaan zaaien.
onze biodiesel. Dat gaat om 4 miljoen liter per
Je moet als akkerbouwer dingen kunnen doen
jaar. Daarvoor zouden honderden hectares
die je bestaansrecht geven voor de toekomst.
Ons initiatief enkele jaren geleden om hier in
koolzaad extra nodig zijn. De KLM wil echter
Hier in de Haarlemmermeer betekent dat, dat je
de Haarlemmermeer koolzaad voor biodiesel
ook de plantaardige vetten die het bedrijf nu
functioneel deel moet uitmaken van de omge-
te gaan telen, heeft inmiddels flinke navolging
als reststroom afvoert, verwerken in de bio-
ving en moet inspelen op de mogelijkheden die
gekregen. Er wordt hier in de polder nu al zo’n
brandstof. Dat kan goed samen. Met de pro-
ontstaan door de ruimtelijke druk in dit gebied.
100 hectare koolzaad geteeld. Het project is in
ductie voor de KLM erbij, wordt verwerking in
Onze toekomst ligt in de ontplooiing van
een stroomversnelling geraakt, doordat lucht-
de streek zeker rendabel.
gebiedsgerichte activiteiten.
haven Schiphol geïnteresseerd is geraakt. Schiphol laat zijn vrachtwagens nu op biodiesel
Koolzaad is natuurlijk niet het grote, alterna-
rijden. Dat betekent een gegarandeerde afname
tieve gewas voor de Nederlandse akkerbouw,
’ 37
Toine Poppelaars gedeputeerde van Zeeland
Zeeland is een echte agrarische provincie. De akkerbouw is er de belangrijkste bedrijfstak en
Proeftuin voor duurzame akkerbouw
dat wil het bestuur van de provincie graag zo houden. Gedeputeerde Toine Poppelaars beheert de landbouwportefeuille en is er trots op dat zijn provincie voor de ontwikkeling van de agrarische sector een, zoals hij zegt, ‘kansenkaart’ heeft in plaats van een ‘kaart met wat er allemaal niet mag.’ Maar is Zeeland niet ook de provincie die akkerbouwgrond moet gaan ontpolderen voor de ontwikkeling van natuur? Poppelaars: ‘Het gaat om 300 hectare in Zeeuws-Vlaanderen. Dat lijkt weinig, maar het is wel een groot, principieel punt. Een gevoelig punt ook, mede gezien onze historie. Mijn secretaresse, die getrouwd is met een akkerbouwer, spreekt me er op aan en zij is niet de enige. Ontpoldering is ook mijn eerste keuze niet, tenzij het om een vrijwillig initiatief gaat. Bovendien is het tij gekeerd: de vraag naar landbouwproducten is al een tijd enorm aan het stijgen, overschotten bestaan niet meer. Dat maakt het ook lastiger om nog eens met zo’n plan, waarover internationale afspraken zijn gemaakt, te komen.’ Van Poppelaars hoeft Zeeland dus geen nieuwe ontpolderingsinitiatieven te verwachten. Integendeel, hij wil graag stimuleren dat de agrarische sector in zijn provincie meer kansen krijgt en benut. Dat is wat hem betreft ook zijn boodschap aan collega-bestuurders in Nederland: ‘Je moet trots zijn op de landbouw en de sector voldoende ontwikkelingsmogelijk-
Toine Poppelaars is sinds 1999 lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Hij heeft in zijn portefeuille onder meer landbouw, vitaal platteland en visserij en aquacultuur.
38
‘Ontpoldering is ook mijn eerste keuze niet’
heden gunnen.’ En wat volgens Poppelaars, die
het is wel een punt van zorg.’ Andere Zeeuwse
die gratis leveren. Ook deze nevenactiviteiten
zelf niet uit de landbouwsector komt, daarbij
stimuleringsprojecten voor duurzame akker-
moet je commercieel zien. Wat overigens niet
heel belangrijk is: ‘Als bestuurder moet je
bouw: productie van biobrandstof, productie
wil zeggen dat de producent in alle gevallen
affiniteit met de sector hebben, want dan kom
van vlas en andere grondstoffen voor de
alle uren één op één dient door te vertalen.
je samen verder.’
industrie (zoals meekrap voor milieuvriendelijke
Bovendien zit er veel creativiteit onder de boe-
kleurstoffen), slimme koppeling tussen verschil-
ren en boerinnen. Zo hebben hier op Noord-
Hij geeft een voorbeeld van wat hij bedoelt met
lende agrarische sectoren om reststoffen van
Beveland boeren met een minicamping elkaar
‘gunnen’. ‘Wij stimuleren hier de ontwikkeling
de akkerbouw te benutten (zoals op Biopark
gevonden in de aanleg van wandel- en ruiter-
van aquacultuur en zilte teelten op brakke
Terneuzen), functionele agrobiodiversiteit
paden. Die zien de kansen van zo’n natuur- en
grond. Als een akkerbouwer daar dan op zijn
(akkerranden met planten die natuurlijke
recreatieactiviteit.’
land een aardenwallen bassin voor nodig heeft,
vijanden van plaaginsecten aantrekken), land-
krijg je op lokaal niveau meteen discussie over
schapsverfraaiing met landschapselementen,
Poppelaars is onder andere voorzitter van de
de bouwvergunning voor zo’n wal van een
biologische akkerbouw en multifunctionele
stichting MMM (Mineralen en Middelen
meter hoog. Dan zeg ik: mensen doe dat soort
landbouw (zoals zorglandbouw).
Meester) en het Bestuurlijk Consortium Vitaal
dingen nou niet als het gaat om zo’n mooie
Platteland, platforms waaraan alle partijen die
ontwikkeling die iedereen wil.’
er toe doen deelnemen. MMM is recent door de minister van LNV in een brief aan de Tweede
Hoe ziet deze gedeputeerde van een van de
‘Gun de sector
akkerbouwprovincies bij uitstek de betekenis van duurzame akkerbouw? Poppelaars somt
werking in de regio om duurzame landbouw
voldoende
een aantal ontwikkelingen op die hij, evenals de ontwikkeling van ‘natte landbouw’, belang-
Kamer genoemd als voorbeeld van samente stimuleren. Poppelaars: ‘We hebben hier enorme consensus wat betreft de landbouw.
ontwikkelingsmogelijkheden’
Dat zit in de genen van alle partijen. We komen
rijk vindt. Zo is in zijn ‘waterrecreatieprovincie’
er gezamenlijk vaak wel uit. Ontpoldering ligt
de vermindering van de emissie van mineralen
gevoelig, maar zoutwaterlandbouw is echt een
en gewasbeschermingsmiddelen van groot
gezamenlijk initiatief waar iedereen blij mee is.
belang.
Kokkels bijvoorbeeld kunnen nu zonder de natuur te schaden in bassins op het land
Hij zegt: ‘We willen af van reststoffen in het
Poppelaars: ‘Duurzame akkerbouw is dus heel
oppervlaktewater. Daarom hebben we ook pro-
breed, is veel meer dan pure productie. Toch is
jecten om emissie tegen te gaan. We maken
akkerbouw een gewone, economische sector.
bijvoorbeeld de plaatsing van speciale masten
Alle nevenactiviteiten, zoals groene diensten
mogelijk voor gps-gestuurde precisielandbouw.
voor de natuur en blauwe voor de waterop-
En we hebben een project met kantspuit-
vang, zijn mooi meegenomen. Ze passen bij
doppen tegen drift. Boeren zijn overigens niet
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
de enige veroorzakers van het probleem, maar
Maar je kunt van boeren niet verlangen dat ze
worden gekweekt en geoogst.’
39
Geraadpleegde bronnen Bestuursovereenkomst Uitvoering
De Nederlandse akkerbouwkolom,
Meerjarenplan Gewasbescherming,
Het geheel is meer dan de som der delen,
Landbouwschap, Den Haag, juli 1993
Rabobankstudie, Utrecht, november 2001
Brief, d.d. 21 april 2006, van minister Veerman
Tussenevaluatie van de nota Duurzame
aan de Tweede Kamer over de Implementatie
Gewasbescherming, Milieu en Natuur
Convenant Duurzame Gewasbescherming
Planbureau, rapport 500126001, januari 2007
Evaluatie duurzame gewasbescherming 2006: milieu, RIVM, Bilthoven, rapport
De Nederlandse landbouw op het
607016001/2006
Europese scorebord, LEI-rapport 2.04.03, Den Haag 2004
Kiezen voor Landbouw, een visie op de toekomst van de Nederlandse agrarische sector,
Evaluatie Meerjarenplan
ministerie van LNV, Den Haag, oktober 2006
Gewasbescherming, einddocument; nr 2001/042; Expertisecentrum LNV
Reactie op toekomstverkenning CDA
(www.gewasbescherming.nl)
Nederlandse economie, HPA, Den Haag, mei 2004
Adviezen: Ben Kimmann, Arjan Kuijstermans,
‘Schoner en zuiniger’, Positionpaper over de
Bert Waterink (Hoofdproductschap
bijdrage van de akkerbouwsectoren aan
Akkerbouw), Guiljam van der Schelde
energiedoelstellingen kabinet, HPA,
(LTO Nederland)
Den Haag, juni 2007
40
Colofon Dit is een uitgave van het Hoofdproductschap Akkerbouw (Commissie Teeltaangelegenheden). In deze commissie werken samen de vakgroep Akkerbouw van LTO Nederland, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond en de werknemersbonden FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond. Concept, redactie en productie PRLT Communicatie, Zoetermeer Het interview met Johan Sanders (pagina 34) is eerder gepubliceerd in Shell Venster. Fotografie Engel Lameijer, Marcel Bekken, Jeroen Kroos, NFP, Hans Sas, Twan Wiermans, Willem Mieras, Agrarisch Dagblad, Reed Business, Hans Hut, LTO, Mechteld Jansen, Karel Tomeï Vormgeving Boulogne Jonkers Druk Joh. Enschedé Amsterdam Uitgave oktober 2007 Kijk ook op www.akkerbouw.info
HOOFDPRODUCTSCHAP AKKERBOUW
42