Duurzaamheidsverslag 2011-2012 OKTOBER 2013
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
1
V oorwoord
4
2
Organisatieprofiel
6
Uitgelicht | Duurzaamheid in de genen
6
Omzet Financiële overheidssteun Deugdelijk bestuur
8 8 9
D uurzaamheid in de kernprocessen
10
Uitgelicht | Doelstelling: zuiver water
10
Duurzaamheid managementaanpak
11
V isie op productontwikkeling
14
Uitgelicht | De LED Challenge
14
Nieuwe producten verlichting Nieuwe producten noodverlichting Nieuwe producten lichtregelsystemen Energieprestatieparameters (EPP)
16 17 19 19
Klantentevredenheid
20
Uitgelicht | GreenLight: partners in duurzaamheid
20
M edewerkers
22
Uitgelicht | Smile@Work
22
Functioneringsgesprekken Duidelijker structuur Opleiding en interne doorgroeimogelijkheden Betrokkenheid Cijfers en tabellen
23 23 23 23 24
D ialoog met stakeholders
30
Uitgelicht | Duurzaamheidsscore in aankoop
30
M aatschappelijke bijdrage
32
Uitgelicht | Katoen met meerwaarde
32
Mandaten bestuurders
33
M ilieu
34
Uitgelicht | Duurzaamheid: iedereen betrokken
34
Milieubeleidsverklaring Cijfers en tabellen
36 37
10
Proces van het duurzaamheidsverslag
42
11
GRI-inhoudsopgave
43
3
4
5
6
7
8
9
1
V oorwoord
Voor u ligt de derde editie van ETAP’s duurzaamheidsrapport. Dit rapport beschrijft de duurzaamheidsvisie van het bedrijf en de concrete acties die het resultaat zijn van het consequent toepassen van deze visie in 2011 en 2012. De afgelopen jaren waren niet de gemakkelijkste in de geschiedenis van ETAP. De bouwsector werd extra hard getroffen door een hevige en hardnekkige economische crisis. Gevolg was een omzetdaling ten opzichte van de voorbije jaren. Door efficiëntieverbetering, interne reorganisatie en helaas ook personeelsinkrimping proberen we deze moeilijke periode te overbruggen. Deze economische tegenvaller mag geen excuus zijn om onze bekommernissen op het vlak van duurzaamheid op een lager pitje te zetten, integendeel zelfs. We zijn ervan overtuigd dat onze blijvende focus op maatschappelijk verantwoord ondernemen ons mee zal helpen om sterker uit deze crisis te komen. De resultaten van deze inspanningen vindt u hier. Cijfers zijn belangrijk, maar door concrete voorbeelden te tonen – en vooral de mensen achter de cijfers te tonen - krijgt u als lezer hopelijk een vollediger beeld van onze duurzaamheidspolitiek. Duurzaam ondernemen is wat we willen en moeten doen. Door onze visie aan u voor te leggen en een correct verslag uit te brengen van onze acties, stellen we ons bewust kwetsbaar op. We nodigen uit tot reactie en interactie. We zijn er van overtuigd dat een kritische kijk op onze eigen prestaties de beste manier is om steeds beter te doen.
Christ’l Joris Voorzitter van de raad van bestuur
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
5
2
O rganisatieprofiel
Uitgelicht | Duurzaamheid in de genen Op het bedrijfsterrein van ETAP, naast de showroom, staat de stam van een oude linde. Een boom met geschiedenis: hij stond in de tuin van baron Philippe Gillès de Pélichy, medestichter en aandeelhouder van ETAP. Het was tijdens ettelijke vergaderingen in de schaduw van deze boom dat de stichting en de toekomst van ETAP vorm kreeg, eind jaren 40. Bij het overlijden van baron Gillès de Pélichy schreef Norbert Joris, stichter en erevoorzitter van ETAP: ‘Hij was een venture-capitalist avant la lettre. Hij beschouwde ondernemen – en dat impliceerde voor hem ‘werkgelegenheid scheppen’ – als een belangrijke maatschappelijke plicht. De ondernemingen van de ETAP-groep zijn de expressie van deze bekommernis en overtuiging.’ Meer dan 60 jaar later zit maatschappelijk verantwoord ondernemen nog altijd stevig in de ETAP-genen. Deze linde is daarvan een krachtig symbool.
De ETAP groep werd in 1949 opgericht in Antwerpen en is gevestigd in Malle. We zijn actief in professionele verlichting voor kantoren, fabrieken, opslagplaatsen, scholen, publieke gebouwen, rusthuizen, ziekenhuizen, winkels en hotels. We hebben eigen verkoopteams in Europa en de Verenigde Arabische Emiraten. Via onze exportafdeling worden echter ook wereldwijd andere markten bediend. ETAP ontwikkelt verlichtingsoplossingen van a tot z: wij creëren verlichtingsconcepten, ontwerpen, industrialiseren en produceren verlichtingsarmaturen, geven advies en maken verlichtingsstudies, leveren de armaturen op tijd en staan in voor de nazorg. Onze strapline ‘Excellent Lighting, Saving Energy’ is daarbij steeds onze leidraad: wij bieden kwalitatief hoogstaande én energiezuinige verlichting. Ons domein strekt zich uit van functionele verlichting over noodverlichting tot lichtregelsystemen. Door zelf het hele proces op te volgen, kunnen we in elke fase de hoogste kwaliteit garanderen. Door voortdurend te innoveren, hebben we een toonaangevende plaats verworven op de Europese verlichtingsmarkt. Elk jaar investeren we 6 tot 7 % van onze omzet in onderzoek en ontwikkeling. De ETAP-groep telt volgende juridische entiteiten: ETAP NV in België, ETAP BV in Nederland, ETAP SA en ALTER SAS in Frankrijk. Verder heeft ETAP NV een 50 %-participatie in ETAP.SCHRÉDER – Iluminação Interior, Lda in Portugal en een meerderheidsparticipatie in ETAP Belysning AB in Zweden. ETAP NV heeft branches in de volgende landen: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië, Polen en de Verenigde Arabische Emiraten.
Figuur 1a: bedrijfsorganogram
E TA P - G R O E P productgroepen
vestigingen verkoop
centrale diensten
verlichting noodverlichting lichtregelsystemen
België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje, Italië, Polen, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Arabische Emiraten, Zweden, Portugal, export
financiële dienst personeelsdienst customer services IT marketing
Figuur 1b: vestigingen verkoop
ZWEDEN VERENIGD KONINKRIJK POLEN
NEDERLAND BELGIË
FRANKRIJK DUITSLAND SPANJE ITALIË PORTUGAL
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
Grafiek 2: Financiële steun van de overheid
Grafiek 1: Omzet en personeelsvergoedingen van 2010-2012
1,0
80 70
0,8 60 50
0,6
40 0,4
30 20
2010
2011
2012
0,72
0,57
0,76
0,91
0,56
28,3
54,7
27,8
61,8
27,3
61,1
0
0,61
0,2 10 0,0 2010
2011
omzet in milj. euro
subsidies bedrijfsvoorheffing in milj. euro
personeelsvergoedingen in milj. euro
verminderingen RSZ in milj. euro
Omzet Door de marktomstandigheden was vooral 2012 een moeilijk jaar voor ETAP. De aanhoudende crisis liet zich extra zwaar voelen in de bouwsector, waardoor we geconfronteerd werden met een omzetdaling. Dit werd opgevangen door kostenbesparing, onder meer via een vrijwillige loonsinlevering en via tijdelijk stempelen voor arbeiders en bedienden.
Financiële overheidssteun De enige financiële steun die ETAP in de verslagperiode ontving van de overheid waren tewerkstellingspremies en een subsidie van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). ETAP ontving subsidies van de overheid in het kader van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid, overuren, tewerkstelling van onderzoekers in ontwikkeling en een interprofessionele subsidie. Naast een structurele vermindering van de RSZ werden ook verminderingen toegekend voor oudere werknemers, langdurig werkzoekenden, werknemers uit herstructureringen, jongeren -18 en in het kader van startbaan overeenkomsten. Alle cijfers in dit duurzaamheidsverslag zijn geconsolideerde cijfers die de volledige ETAP-groep beslaan.
8ETAP
2012
Deugdelijk bestuur Een goed systeem van deugdelijk bestuur is een noodzaak voor de ontwikkeling van ETAP op lange termijn. Dit houdt een concrete toewijzing van verantwoordelijkheden in op verschillende niveaus: de algemene vergadering, de raad van bestuur, de gedelegeerd bestuurder, het directiecomité, de directeurs van de business units en de centrale stafdiensten, en de managers. Een intern reglement bakent de bevoegdheden af.
»»
De raad van bestuur telt 6 leden van wie 3 externe bestuurders en komt 6 maal per jaar samen. De externe bestuurders worden gekozen op basis van complementariteit inzake bekwaamheden, ervaring en kennis waar ETAP nood aan heeft.
»»
De gedelegeerd bestuurder rapporteert op regelmatige tijdstippen aan de voorzitter van de raad van bestuur. De voorzitter legt de agenda van de vergaderingen vast en ziet erop toe dat de bestuurders accurate, tijdige en duidelijke informatie ontvangen.
»»
Onder leiding van zijn voorzitter evalueert de raad van bestuur regelmatig zijn omvang, samenstelling, zijn prestaties en interactie met het uitvoerend management.
»»
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het algemene beleid. Hij keurt de strategische plannen en begrotingen goed die het directiecomité voorlegt en volgt en evalueert de prestaties.
»»
De raad van bestuur delegeert het dagelijks bestuur aan het directiecomité met uitzondering van de taken die de wet voorbehoudt aan de raad van bestuur en de bevoegdheden die de raad van bestuur volgens het interne reglement voorbehoudt voor zichzelf.
»»
Het directiecomité, dat bestaat uit 5 leden, is zodanig samengesteld dat het de raad van bestuur kan informeren over alle activiteitsdomeinen, aspecten van operationele leiding en financiële resultaats evolutie. De gedelegeerd bestuurder is voorzitter van het directiecomité. Het interne reglement voorziet in een uitgebreide informatieplicht van het directiecomité aan de raad van bestuur.
»»
Het directiecomité beoordeelt op regelmatige basis in overleg met het management de risico’s en bepaalt in welke mate hiervoor maatregelen en/of voorzieningen moeten getroffen worden.
»»
De boekhouding van ETAP wordt door een internationaal gereputeerd auditkantoor gecontroleerd.
»»
De vennootschap vergoedt de bestuurders en de leden van het directiecomité op een billijke en verantwoorde wijze.
»»
ETAP behoort tot een bedrijvengroep met een 100 % familiaal aandeelhouderschap. Jaarlijks organiseren de aandeelhouders een ontmoeting en informatie-uitwisseling met de raad van bestuur en het directiecomité.
»»
De aandeelhouders stelden in 2004 een familiaal charter op waarin zij de gedragsregels, normen, waarden en doelstellingen omschrijven voor de familiale groep. In 2012 werd het charter geactualiseerd, met een belangrijke bijdrage van de toekomstige generatie van jonge aandeelhouders.
»»
De top drie van de waarden die de aandeelhouders in ETAP en zijn leiding willen terugvinden zijn: continuïteit, innovatie & creativiteit en verantwoordelijkheidszin. Andere belangrijke onderwerpen die in dit charter aan bod komen zijn: de leidende rol van niet-familieleden in het familiebedrijf; carrièremogelijkheden en de vergoedingsregels voor aandeelhouders en hun partners en kinderen; de openheid van het aandeelhouderschap; de financiële verwachtingen van de aandeelhouders, maar vooral een engagement naar de opleiding en vorming van de volgende generatie van aandeelhouders.
»»
Ook de regels in geval van een conflict in de context van bedrijf en aandeelhouders worden omschreven.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
9
3
D uurzaamheid
in de kernprocessen
Uitgelicht | Doelstelling: zuiver water De elektro-coating installatie (EC), waar een deel van de armaturen wordt geschilderd, was al langer een aandachtspunt voor ETAP. Het afvalwater van deze installatie was goed voor liefst 90 procent van de totale hoeveelheid bedrijfsafval water. Bovendien is het EC-afvalwater relatief zwaar belast met verontreinigde stoffen. De operationele kost van de waterzuivering was bijna volledig hieraan toe te schrijven. Daarom besliste ETAP in 2012 om de EC-installatie uit gebruik te nemen en alle armaturen voortaan te schilderen in de lakstraat. Door gebruik van zogenaamde cascadespoeling produceert deze lakstraat nauwelijks afvalwater. Bij het ter perse gaan van dit rapport werd de EC-installatie uit dienst genomen.
ETAP streeft als onderneming naar duurzame ontwikkeling op lange termijn. Daarbij houden we een gezond evenwicht in stand tussen economisch rendement, sociale waarden en engagement in de wereld waarin we leven. Sinds zijn oprichting heeft ETAP duurzaamheid en zorg voor het milieu opgenomen als deel van zijn missie. Enerzijds is er uit deze missie een duurzaamheidscharter (zie onder) als algemene richtlijn opgesteld, anderzijds is ze vertaald naar een praktische managementvisie over hoe we met de relevante thema’s omgaan. Dit geeft onze leidinggevenden een concreet kader voor hun acties. Omdat het zwaartepunt van ontwikkeling en productie in Malle ligt, worden de initiatieven en beslissingen rond duurzaamheid voornamelijk door de Belgische directie behandeld.
Duurzaamheid managementaanpak 1. Economische duurzaamheid We streven naar een duurzame opbrengst van de investeringen van de aandeelhouders. Belangrijkste drijfveer is de continuïteit van de activiteiten. Dit wordt bereikt door een differentiatiestrategie toe te passen naast kostenbeheersing. De opbrengst voor de aandeelhouders wordt gedefinieerd als een percentage van het bedrijfsresultaat dat toelaat om het overblijvende deel te herinvesteren om de internationale groei te financieren. Onze productieactiviteit in België is ingebed in de lokale samenleving. Daarom streven we ernaar om werkgelegenheid te creëren en zo de economische groei in de regio te stimuleren. Voor onze internationale verkoopsactiviteiten doen we beroep op lokale werknemers om de band met de lokale gemeenschap te garanderen.
ETAP DUURZAAMHEIDSCHARTER 1. In onze beslissingsprocessen houden we rekening met duurzame ontwikkeling. 2. In alle bedrijfsaspecten werken we eerlijk en integer. 3. In onze bedrijfsvoering streven we voortdurend naar het verminderen van onze impact op het milieu. In het bijzonder proberen we onze ecologische voetafdruk te verkleinen.
6. We steunen onafhankelijke initiatieven rond milieu en helpen onze klanten daarmee. 7. We staan een deel van onze winst af aan projecten die lokale gemeenschappen kunnen helpen in hun ontwikkeling. 8. We rapporteren onze inspanningen volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI).
4. We ontwikkelen producten gericht op maximale energieefficiëntie die gemakkelijk gerecycleerd en verwerkt kun-
De waarden van het duurzaamheidscharter zijn de verant-
nen worden bij het einde van hun levenscyclus.
woordelijkheid van elke medewerker van ETAP. Om het duur-
5. Met interne opleidingen en programma’s stimuleren we
zaam ondernemen echter een gezicht te geven in de onder-
onze medewerkers om milieuvriendelijk en verantwoord
neming, is een lid van het directiecomité verantwoordelijk om
te handelen.
de principes en intenties in de realiteit om te zetten.
11
2. Omgeving In elk van de drie fases van de levenscyclus van onze producten willen we de impact op de omgeving minimaliseren: productie, energieverbruik tijdens gebruik en verwerking aan het einde van de levensduur. Dit stimuleren we enerzijds door onze procedures te certificeren volgens EN14001 en anderzijds door levenscyclusanalyse op onze producten toe te passen. Wij voeren een aankoopbeleid dat onze leveranciers moet stimuleren om op dit vlak ook zelf nieuwe initiatieven te nemen.
3. Sociale werkomstandigheden Op het vlak van arbeidsomstandigheden wil ETAP meer doen dan enkel de wettelijke bepalingen naleven. Eerst en vooral m.b.t. de wetgeving in de landen waar ETAP actief is en de internationale arbeidsstandaard van de Verenigde Naties. Ten tweede m.b.t. permanente bijscholing, die vastgelegd wordt in collectieve overeenkomsten binnen de Belgische industrie.
4. Mensenrechten ETAP beantwoordt aan de internationale arbeidswetgeving van de Verenigde Naties. Via zijn aankoopbeleid vraagt ETAP ook aan zijn leveranciers om aan deze standaarden te beantwoorden, in het bijzonder m.b.t. kinderarbeid en dwangarbeid. Met betrekking tot zijn eigen activiteiten voorziet de personeelsdienst bemiddelaars die aangesproken kunnen worden als werknemers zich gediscrimineerd voelen of gepest worden. Discriminatie op basis van geslacht, religie of ras wordt bij ETAP niet getolereerd.
5. Bijdrage aan of impact op de samenleving ETAP voert een strikt anticorruptiebeleid. De financiële dienst screent alle uitgaven en is verplicht om elke verdenking van fraude te melden aan de raad van bestuur. ETAP financiert geen politieke partijen of politici. ETAP past het “vier ogen”-principe toe. Dit betekent dat elke uitgave goedgekeurd moet worden door een tweede persoon. ETAP is actief betrokken bij verenigingen binnen de verlichtingsindustrie en draagt bij tot de uitstippeling van het beleid in samenwerking met andere leden.
12ETAP
6. Productverantwoordelijkheid Al onze producten zijn voorzien van de wettelijk vereiste informatie. ETAP streeft naar een verbetering van het ontwerp van nieuwe producten met het oog op hun impact op gezondheid en veiligheid. Alle producten worden extern gecertificeerd volgens de wettelijke veiligheidsvereisten. Elke twee jaar organiseert ETAP een enquête over zijn producten bij zijn klanten. De resultaten daarvan worden verspreid binnen de organisatie; het directiecomité ziet erop toe dat elke afdeling binnen zijn activiteitendomein de gepaste maatregelen neemt.
7. Aankoopbeleid ETAP kiest leveranciers op basis van objectieve criteria zoals kwaliteit, prijs, technologie en impact op de omgeving. Voor zover het in onze competentie ligt doen we suggesties en vragen we input aan onze leveranciers om verbeteringen aan te brengen aan hun duurzaamheidsprestaties. We streven ernaar om kleinschalige en lokale leveranciers in te schakelen in ons aankoopbeleid om de lokale economie te steunen. Hoe ETAP deze aanpak in de praktijk heeft gebracht in 2011 en 2012 leest u in de volgende hoofdstukken.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
13
4
V isie
op productontwikkeling
Uitgelicht | De LED Challenge Leds vinden meer en meer ingang als energiezuinige verlichtingsbron. Zonder blind de heersende trend achterna te lopen geloven we ook sterk dat de voordelen die led ons brengt in lijn zijn met onze missie en visie. In onze noodverlichting ontwikkelen we al een paar jaar enkel nog ledproducten. Om ook in algemene verlichting de ledsprong te maken, ging ETAP de ‘LED Challenge 2012’ aan. Dit programma had drie doelstellingen: (1) een coherent en volledig gamma ledarmaturen ontwikkelen tegen 2012; (2) alle betrokken werknemers bijscholen tot specialisten in ledverlichting en (3) ETAP verder profileren als een innovatieve ledverlichtingsproducent. Intussen heeft ETAP de ‘ledsprong’ gemaakt. Ook in algemene verlichting hebben we nu een volledig gamma ledarmaturen, dat nog voortdurend uitbreidt. Een groot deel van onze ontwikkelingscapaciteit is toegewezen aan ontwikkeling van ledarmaturen – zonder daarom de ‘klassiekere’ fluorescentiearmaturen uit het oog te verliezen. Intussen werkt ETAP ook volop aan de volgende stap in de ledrevolutie: de ontwikkeling van oled-verlichting voor noodverlichting.
Energie-efficiënte en kwaliteitsvolle verlichtingsoplossingen uitwerken op maat van de klant is onze missie geweest sinds de oprichting van ETAP. De toenemende maatschappelijke aandacht voor energiezuinigheid en – als gevolg daarvan – de strengere regelgeving sterken ons alleen maar in onze overtuiging. Wereldwijd gaat ongeveer 20 % van het totale energieverbruik naar verlichting. Afhankelijk van het type gebouw en de activiteit kan dat zelfs oplopen tot 35 % of meer. Verlichting heeft dan ook een erg groot besparingspotentieel. Tegelijk bespaart een energiezuinige verlichting op de koelinstallatie, omdat de verlichting minder overlast door warmte veroorzaakt. Ook de uitstoot van broeikasgassen vermindert. Een noodzaak, want in het Kyotoprotocol zijn de EU-landen overeengekomen dat zij de CO2-uitstoot van 2008 tot 2012 zullen terugdringen tot 8 % beneden het niveau van het jaar 1990. Het Kyotoprotocol werd verlengd tot 2015 en strengere normen zitten eraan te komen. ETAP wil een voortrekkersrol spelen wanneer het gaat over energie-efficiëntie. Onze strapline ‘Excellent lighting, saving energy’ is geen loze slogan. Onze armaturen voor verlichting en noodverlichting behoren tot de meest energie-efficiënte op de markt. De lichtregelsystemen dragen sterk bij aan het besparingspotentieel. Daarnaast moeten de verlichtingsoplossingen van ETAP: -- zorgen voor verlichtingscomfort in uiteenlopende werkomgevingen; -- betrouwbaar en duurzaam zijn; -- bijdragen aan de architectuur van het gebouw; -- aangepast zijn aan de specifieke wensen van elke klant; -- gemakkelijk te installeren en te onderhouden zijn. ETAP’s bekommernis voor kwaliteit komt onder andere tot uiting in onze consequente ENEC-certificatie. Dit label geeft een extra externe check naar conformiteit aan de wettelijke normen. Onze visie is ondersteund door onze eigen diverse wetenschappelijke referentiebronnen. De combinatie maakt onze visie origineel en verleent ze een eigen waarde. ETAP werkt ook actief mee binnen Lighting Europe (Europese Verlichtingsfederatie) en via Agoria leveren we bijdragen naar het opstellen van regelgeving (bijvoorbeeld de energieprestatierichtlijn, EPR). Ook werken we samen met wetenschappelijke instituten zoals het VITO, dat voor onze noodverlichting een volledige levenscyclus analyse en studie naar ecologisch ontwerp heeft uitgewerkt. Een concreet resultaat hiervan is de overschakeling van NiCD naar NiM-batterijen in noodverlichting (zie blz. 17). Voor de LED Challenge – en meer bepaald bij het ontwikkelen van ons LED+LENS™-concept – werken we samen met de Universiteit Gent.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
15
R7
UM2
Nieuwe producten verlichting LED+LENS™ ETAP bracht een volledig gamma op de markt voor algemene verlichting van kantoren, industrie, horeca en retail. Het ontwikkelde hiervoor de LED+LENS™-technologie: hoogvermogenleds gecombineerd met lenzen met een gepatenteerde oppervlaktestructuur. De reeksen R7, U7, E1 en Kardó zijn energiezuinig, hebben een hoog rendement en een hoge behoudfactor. Deze reeks zal de komende jaren nog worden uitgebreid.
Downlights met led In 2012 bracht ETAP ook downlights met led op de markt. Grootste uitdaging hier was het thermisch ontwerp. Leds functioneren namelijk optimaal bij voldoende koeling. Dit is geen evidentie bij downlights, waar de leds dicht bij elkaar zitten en de oppervlakte voor koeling klein is. Daarom ontwikkelde ETAP een specifiek koellichaam voor de leddownlights. Een thermische folie tussen printplaat en koellichaam zorgt voor een optimale warmteafvoer.
Flare met verhoogde lichtopbrengst De Flare, in 2010 gelanceerd, kreeg in 2012 een update met efficiëntere leds. Dit leverde een stijging op van de lichtopbrengst met 30 procent.
R6 ETAP investeert uiteraard ook nog in fluorescentieverlichting. De R6 opbouw- en pendelarmatuur heeft een hoog rendement dankzij de Equilum-reflector en het HRSilver™-aluminium.
UM2 UM2 is een diffusor-armatuur die door het gebruik van de MesoOptics™-microtechnologie een hoger rendement (30 %) haalt dan de klassieke diffusoren. UM2 is zowel beschikbaar met fluorescentielampen als met leds.
Ecolampen Sinds 2012 vervangt ETAP stelselmatig de klassieke T5-fluorescentielampen door T5-ecolampen. Die verbruiken tot 10 % minder energie.
16ETAP
R6
EBS Compact
NiMh-batterijen
K9
Update E5 E5 is een armatuur voor de verlichting van grote ruimtes (fabriekshallen, magazijnen,...). Door de ontwikkeling van nieuwe reflectoren zijn de toepassingsmogelijkheden aanzienlijk uitgebreid. Bovendien is er een nieuw basisprofiel beschikbaar voor de lijnarmaturen, waardoor we de tussenafstanden kunnen optimaliseren om het aantal armaturen te reduceren (en dus extra energie te besparen).
Nieuwe producten noodverlichting Nieuwe K9 De K9-armatuur kreeg een grondige update. De nieuwe lenzen zijn nog efficiënter, zodat de verlichting hoger kan gemonteerd worden en de tussenafstanden voor vluchtwegverlichting zijn toegenomen. De antipanieklens zorgt bovendien voor een nagenoeg vierkante uitstraling van het licht. Daardoor kunnen de ruimtes egaler verlicht worden, zonder blinde vlekken.
K2 met led ETAP vervolledigde het K2-gamma. Deze robuuste water- en stofdichte noodverlichtingsarmatuur voor buitentoepassingen en industriële omgevingen is nu in alle versies ook met led verkrijgbaar.
Green Safety ETAP gebruikt enkel nog NiMH-batterijen voor zijn volledige productengamma. NiMH-batterijen bevatten geen cadmium en verbruiken beduidend minder energie dan NiCD-batterijen.
EBS Compact EBS Compact is een centraal batterijsysteem voor noodverlichting met led. De batterij voedt de noodverlichting binnen één brandzone, zodat geen dure en complexe brandveilige bekabeling nodig is.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
17
Grafiek 3: EPP verlichting 80
70
69,46
70,69
67,30
60 2010
2011
2012
lm/W lineaire trendlijn data
Grafiek 4: EPP controls 2000
1761
1544 1500
1173
1000 2010
2011
2012
CO 2-equivalente besparing in ton
Grafiek 5: EPP noodverlichting 1,0 0,9
0,87
0,8 0,7
0,69 0,6
0,66 0,65
0,55
0,5
0,49 0,4 2010
verlichting (kWh/m 2)
2011
2012
signalisatie (kWh/m 2)
18ETAP
Nieuwe producten lichtregelsystemen Easydim Easydim is een lokaal lichtregelsysteem dat automatisch het lichtniveau aanpast op basis van het binnenkomende daglicht en de aanwezigheid van menselijke activiteit. Het levert besparingen op tot 55 procent.
Nieuwe ELS (ETAP LichtregelSysteem) De daglichtsensor ELS kreeg een grondige makeover. De sensor is minder temperatuurafhankelijk en kan daardoor preciezer regelen. Bovendien reageert de nieuwe ELS sneller en accurater. Deze verbeteringen resulteren in 30 procent meer energiebesparing dan de vorige generatie sensoren.
MDS (Movement Dependent System) voor open ruimtes en gangen ETAP breidde zijn gamma bewegingsdetectoren uit met vijf nieuwe versies: twee voor gangen en drie voor hoge en grote ruimtes. Bewegingsdetectoren schakelen of dimmen het licht op basis van beweging, zodat het licht enkel brandt wanneer dat nodig is. Ze zorgen voor een aanzienlijke energiebesparing.
Energieprestatieparameters (EPP) Om een indicatie te geven hoe ETAP bijdraagt aan energiebesparing bij zijn klanten zijn drie “energieprestatie-parameters” (EPP) ontwikkeld (zie grafiek hiernaast). De EPP verlichting geeft de gemiddelde lumen per watt voor de verkochte verlichtingsarmaturen. Door constante product updates en verbeteringen aan bestaande producten krijgen we jaar na jaar meer licht voor hetzelfde geïnstalleerd vermogen. De stijging van de EPP verlichting kunnen we verklaren door het stopzetten van een aantal oudere, minder efficiëntere reeksen en de toename van het aantal ledproducten, het invoeren van de ecolampen en het gebruik van HRSilver-aluminium in de fluorescentiearmaturen. HRSilver heeft een extreem hoge reflectiefactor (98 %) dankzij een deklaagje van zuiver zilver bovenop het basismateriaal. De EPP controls is de besparing die al onze klanten samen op 1 jaar tijd realiseren door onze controlesystemen te combineren met onze armaturen. De parameter is uitgedrukt in het aantal bespaarde ton CO2 per jaar. De EPP controls is rechtstreeks verbonden aan het aantal verkochte producten. Door de groeivertraging in 2011 en 2012 is dus ook de EPP gedaald. De EPP noodverlichting bestaat uit 2 delen. EPP verlichting geeft het aantal kWh/m² (waarbij m 2 het aantal vierkante meter aanduidt dat door het toestel verlicht wordt) dat onze toestellen in waaktoestand consumeren. De EPP signalisatie in kWh/m (waarbij m de herkenningsafstand aanduidt) geeft het verbruik voor alle signalisatieapplicaties die we verkopen. Beide getallen worden gerefereerd t.o.v. het cijfer van 2007 zodat we de verbetering kunnen volgen over de jaren heen. De aanhoudende daling in EPP noodverlichting heeft te maken met het grotere aandeel ledproducten in onze verkoop. Het effect is groter voor verlichting dan voor signalisatie.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
19
5
K lantentevredenheid
Uitgelicht | GreenLight: partners in duurzaamheid Als Main Endorser van het GreenLight-programma van de EU moedigt ETAP zijn klanten aan om GreenLight Partner te worden. Dit houdt in dat de klant zich engageert om binnen vijf jaar de helft van de verlichtingsinstallaties te vervangen door efficiëntere verlichting, of om het totale energiegebruik voor verlichting met minstens 30 procent te reduceren. De beste projecten worden beloond met een GreenLight Award. ETAP is er fier op dat verschillende van haar klanten een Award hebben gewonnen. Dat ook de klanten deze Award hoog inschatten, blijkt uit de reactie van Philippe Tostain van de stad Rijsel (GreenLight Award 2012). “De Award is een mooie beloning van onze inspanningen”, aldus Tostain. “We willen dit delen met de inwoners van onze stad. Daarom tonen we in de betrokken instellingen een display met het GreenLight-logo en bijkomende uitleg over dit project.”
Klantentevredenheid is een belangrijk element in onze strategie. Om de klantentevredenheid te meten, hebben we zowel informele als formele instrumenten. De meer informele input komt via ons uitgebreide verkoopnetwerk: onze verkopers staan dagelijks in contact met de klant en behandelen naar best vermogen alle vragen en lossen kleine problemen op. Daarnaast hebben we twee formele kanalen: -- Ten eerste ons systeem om klachten op te vangen. Elke formele klacht van een klant wordt doorgestuurd naar de relevante afdeling en nadat het probleem is opgelost, wordt ook een feedback aan de klant gegeven. De behandeling van klachten is volledig beschreven in het ETAP ISO 9001-kwaliteitsysteem. Jaarlijks wordt ook een overzicht van de structurele klachten voorgelegd aan de raad van bestuur. Het is een belangrijk instrument om de organisatie bij te sturen waar nodig. -- Ten tweede een klantenbevraging. Die gebeurt om de 3 jaar in functie van de strategische plannings oefening die ETAP uitvoert. We peilen naar de parameters waarin we als organisatie willen uitblinken en het verschil willen maken met onze concurrenten. Het betreft kwaliteit en afwerking, technische performantie, innovatie en design. De resultaten van de enquête worden binnen de organisatie verspreid. Elke afdeling is verantwoordelijk voor de opvolging van de resultaten binnen zijn activiteitendomein. De resultaten van de bevraging van 2011 worden gegeven in de grafiek 6 en 7. De resultaten (op een score van 10) worden geïnterpreteerd in functie van eerdere bevragingen en in functie van de positie ten opzichte van onze directe concurrenten. Uit de enquête van 2011 blijkt dat de klantentevredenheid hoog blijft, zowel voor verlichting als noodverlichting. In vergelijking met de vorige enquête, in 2007, zijn er geen significante verschuivingen.
Design
Maatwerk
Kwaliteit Energiezuinige Efficiënte Vernieuwing en afwerking verlichting verlichtingsoplossingen
0
Kwaliteit en afwerking Betrouwbaarheid
Vernieuwing
Design
architecten (n = 30)
ingenieurs (n = 71)
architecten (n = 30)
ingenieurs (n = 71)
eindgebruikers (n = 245)
installateurs (n = 233)
eindgebruikers (n = 245)
installateurs (n = 233)
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
7,9
0
8,1
1 8,3
1
8,0
2
7,9
2
8,2
3
8,3
3
8,1
4
8,2
4
8,5
5
8,5
5
8,4
6
8,1
6
8,4
7
8,4
7
7,1 8,1 7,9 7,5
8
7,1 7,8 7,9 7,7
8
7,6 7,9 8,2 7,7
9
8,2 8,2 8,3 7,9
9
8,2 8,4 8,2 7,9
10
8,2 8,6 8,4 8,1
10
8,2
Grafiek 7: Resultaten klantenbevraging voor noodverlichtingsproducten
Grafiek 6: Resultaten klantenbevraging voor verlichtingsproducten
21
6
M edewerkers
Uitgelicht | Smile@work Aandacht voor werknemers uit zich vaak in heel concrete acties. In de lente van 2012 werden aan het magazijn in Malle twee dockshelters aangebouwd en in gebruik genomen. Nu kunnen de magazijnmedewerkers de vrachtwagens laden en lossen in een overdekte ruimte, in alle veiligheid en beschermd tegen weer en wind. Hierdoor verloopt het werk een stuk comfortabeler, vooral in de wintermaanden. Dat bovendien het warmteverlies wordt beperkt omdat de laadpoorten niet onnodig lang blijven openstaan, is een mooie extra. De installatie van deze dockshelters is maar een van de vele actiepunten die de ETAP-directie ondernam na analyse van de medewerkerstevredenheidsenquête in 2011. Deze acties en maatregelen – vaak op aangeven van medewerkers – werden gebundeld in het programma Smile@Work. Via interne nieuwsbrieven en aankondigingsborden is iedereen meteen op de hoogte van nieuwe initiatieven.
ETAP stimuleert de actieve betrokkenheid van zijn medewerkers. Verschillende aspecten dragen daartoe bij: goede werkomstandigheden, verantwoordelijkheid in het werk en mogelijkheden tot zelfontplooiing. We meten onze prestaties op dit vlak in een driejaarlijks tevredenheidsonderzoek. De tevredenheidsenquête van 2011, afgenomen bij alle medewerkers van ETAP België, legde een aantal pijnpunten bloot. In vergelijking met 2008 daalde zowel de algemene tevredenheid, de loyaliteit als het engagement van de werknemers. Als reactie op deze mindere resultaten wilde de directie vooral luisteren naar het personeel. Focusgroepen – waaraan in totaal 150 werknemers deelnamen – gingen dieper in op de oorzaken van de ontevredenheid en deden suggesties voor verbeteringen. Dit resulteerde in een ambitieus programma om het werken bij ETAP aangenamer en motiverender te maken: Smile@Work. Dit plan, dat loopt tot eind 2013, bevat 20 concrete acties en maatregelen rond drie centrale thema’s: leiderschap, respect en opleiding. Het zou te ver gaan om een overzicht te geven van alle initiatieven; we geven liever een beperkte maar relevante greep.
Functioneringsgesprekken De jaarlijkse functioneringsgesprekken krijgen een nieuwe, frisse aanpak. Leidinggevenden zijn na een opleiding beter voorbereid om van het functioneringsmoment een evenwichtig en opbouwend gesprek te maken waar alle partijen beter van worden.
Duidelijker structuur Uit de enquête bleek dat trage beslissingsvorming en moeilijke communicatie met leidinggevenden mee aan de basis lag van heel wat ongenoegen. Om hieraan te verhelpen heeft ETAP de organisatiestructuur aangepast – lees: vereenvoudigd. In verlichting en noodverlichting werden twee leidinggevende niveaus (afdelingshoofd en directeur) samengevoegd tot één niveau (manager). Anderzijds werd de basis van de organisatie versterkt door de productieafdelingen onder te verdelen in secties, geleid door een sectiehoofd. Elke sectie wordt nog eens opgedeeld in kleine teams, met aan het hoofd een teamcoördinator. Deze leidinggevenden staan heel dicht bij hun team, wat de communicatie directer en efficiënter maakt.
Opleiding en interne doorgroeimogelijkheden Om iedereen op de hoogte te houden van de doorgroeimogelijkheden binnen ETAP hangt sinds 2012 op een centrale plaats in het bedrijf een informatiebord met daarop een overzicht van welke doorgroeistappen er mogelijk zijn, hoe men zich kandidaat kan stellen en welke opleidingsprogramma’s zijn voorzien.
Betrokkenheid Goede afdelingsvergaderingen zijn belangrijk om de betrokkenheid en kennis van elke medewerker te verhogen. In het kader van Smile@work worden deze vergaderingen nieuw leven ingeblazen, zodat zij in elke afdeling regelmatig kunnen plaatsvinden, op een open en interactieve manier.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
23
Grafiek 9: Personeelsverloop
Grafiek 8: Populatie ETAP 350
15
300 12
250 9
200
150
6
100 3
2010
arbeiders
2011
bedienden
2012
2010
2011
2012
totale uitstroom
opzeg door werknemer
opzeg door werkgever
andere
Cijfers en tabellen 1. Personeelsbestand In 2012 zijn er 559 medewerkers werkzaam bij de ETAP-groep, t.o.v. 585 in 2011 en 570 in 2010. In België is de verhouding arbeiders/bedienden ongeveer drie op twee. In de buitenlandse teams zijn er nagenoeg uitsluitend bedienden in commerciële functies aanwezig. Na een aanwervingsstop in 2010 werd in 2011 op meerdere diensten en afdelingen opnieuw aangeworven, maar midden 2012 was een aanwervingsstop opnieuw noodzakelijk. Daarom zien we in 2012 opnieuw een daling van het aantal medewerkers. Naast de strikte aanwervingsstop was er ook nood aan andere begeleidende maatregelen. Aan de medewerkers werd flexibiliteit gevraagd bij het invullen van vrijkomende interne vacatures en bij het rationaliseren van taken. Daarnaast bood ETAP ruimere mogelijkheden aan tot minder werken (tijdskrediet, verlof zonder wedde). Eind 2012 werd bovendien tijdelijk stempelen voor bedienden ingevoerd.
24ETAP
4,11
3,58
5,55
13,24
3,59
1,88
7,01
12,48
3,69
1,93
5,26
0
10,88
276
283
283
302
273
0
297
50
Grafiek 10: Arbeidsongevallen ETAP (frequentie- en ernstgraad) 0,6
40 35
0,5
30 0,4
25
0,3
20 15
0,2
10
2010
FREQUENTIEGRAAD:
2011
ETAP
2012
sector
nationaal
2010
ERNSTGRAAD:
2011
ETAP
sector
0,36 *
0,53
0,38
0,45
0,52
0,42
0,0
0,36
18,87
21,45
16,28
36,94
22,04
20,77
0
0,1
24,67
5
2012
nationaal
* nationale en sectorcijfers voor 2012 waren bij het ter perse gaan nog niet bekend
2. Veiligheid ETAP besteedt veel aandacht aan de veiligheid op de werkvloer, wat blijkt uit de cijfers. In 2012 waren er 10 arbeidsongevallen over alle vestigingen, t.o.v. 21 in 2011 en 14 in 2010. Er zijn alleen productiegebonden arbeidsongevallen vastgesteld. In grafiek 10 wordt de frequentiegraad aangegeven (aantal arbeidsongevallen x 1.000.000 gedeeld door aantal uren blootstelling). De ernst van een arbeidsongeval wordt berekend door het aantal verloren kalenderdagen (door het ongeval) te vermenigvuldigen met 1000 en vervolgens te delen door het aantal uren blootstelling op jaarbasis. Bij benchmarking in de sector merken we dat de ernstgraad laag ligt terwijl de frequentiegraad hoger ligt dan het gemiddelde. Bij het ter perse gaan waren de sectoriële en nationale cijfers van 2012 nog niet bekend. De leden van het CPBW (Comité Preventie en Bescherming op het Werk) trachten samen met de Preventieadviseur via gerichte jaaractieplannen preventieve maatregelen te treffen die een gunstig effect moeten hebben op de cijfers m.b.t. arbeidsongevallen. Lasergordijnen bij machines die een gevaar vormen voor de handen, systematisch nazicht door een veiligheidschef, regelmatige technische controles enz. dragen daartoe bij.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
25
2010
arbeiders
2011
bedienden
2012
totaal
2010
arbeiders
2011
bedienden
2012
totaal
3. Ziekteverzuim ETAP heeft de ambitie om het ziekteverzuim te verminderen. Daartoe werd al in 2008 in samenspraak met de sociale partners een transparant ziekteverzuimbeleid opgesteld: een protocol, informatie aan de medewerkers (mondeling en schriftelijk), een externe opleiding over verzuimgesprekken voor de leidinggevenden, afspraken m.b.t. medische controle, uitvoerige informatie op de Ondernemingsraad - het Comité Preventie en Bescherming op het Werk - Syndicale vergadering en het gebruik van informatieborden. Dit werpt duidelijk zijn vruchten af. Vooral bij de arbeiders daalde het ziekteverzuim in 2011 en 2012, terwijl het bij de bedienden eerder stabiel blijft. Het totale ziekteverzuim klokte in 2012 lager af dan 5 procent (4,98 procent om precies te zijn). Ook voor de komende jaren blijft het ziekteverzuimbeleid een belangrijk actiepunt. In de verzuimcijfers zijn alle vormen van ziekteverzuim opgenomen (bv. ook meer dan één jaar), uitgezonderd zwangerschapsverlof. Er werden geen beroepsziekten noch werkgerelateerde sterfgevallen genoteerd. Afspraken op het vlak van gezondheid en veiligheid worden enerzijds in de CAO’s van de Paritaire Comités 111 en 209 gemaakt. Anderzijds worden er in de onderneming bindende afspraken gemaakt in de Ondernemingsraad en/of het CPBW (Comité Preventie en Bescherming op het Werk). Het volledige personeelsbestand is hierin vertegenwoordigd.
4. Opleiding In de CAO 2011-2012 werd er voor de arbeiders (PC 111) en de bedienden (PC 209) in de Belgische vestiging vastgelegd dat de opleidingsinspanningen voor 2011 minstens 1,5 % van de totale arbeidstijd op jaarbasis dienen te bedragen, en 1,6 % in 2012 Zowel voor de arbeiders als voor de bedienden zitten we met 1,8 % en 2,1 % boven deze doelstellingen . Bij de bedienden neemt de opleiding van verkoopmedewerkers een belangrijk aandeel voor zich. Bovendien nam het aantal taalopleidingen toe. Bij arbeiders blijft training ‘on the job’ de belangrijkste opleidingsinspanning. Verder hebben 47 medewerkers een brevet ‘bedrijfseerstehulp’ gehaald na het volgen van een EHBO-opleiding.
26ETAP
1,94
2,12
1,81
2,10
2,42
1,88
0,0
1,60
0
1,62
0,5
5,0
2
2,7
1,0
6,3
4
5,9
1,5
2,2
6
7,8
2,0
6,3
8
2,0
2,5
8,6
10
1,58
Grafiek 12: Opleidingsinspanning t.o.v. totaal aantal gepresteerde uren in %
Grafiek 11: Ziekteverzuim ETAP, totaal percentage van te presteren uren
T.o.v. de loonmassa werd in de afgelopen drie jaar respectievelijk 1,98 %, 3,05 % en 2,61 % aan opleiding besteed. Bij niet-technisch geschoolde arbeiders blijven we streven naar opleidingen die leiden tot een kennisniveau van Hoger Secundair. Dit geeft hen ook de kans om door te groeien tot hogere functies.
5. Competentiemanagement Afdeling na afdeling worden competenties en attitudes in kaart gebracht. In figuur 2 wordt het volledige beeld gegeven van de daaruit voortvloeiende opleiding. Bij de identificatie van de functies bepalen we de belangrijkste competenties en attitudes die voor die specifieke functies noodzakelijk zijn; zowel de startcompetenties als de beoogde competenties. We omschrijven de specifieke vaardigheden met “waarneembaar gedrag” en bepalen een minimale “norm” waaraan men moet voldoen. Meerdere leidinggevenden evalueren los van elkaar elk individu in het competentieraster. Nadien worden de verschillen bij het samenleggen van de gegevens afgewogen en wordt een eenduidig en gedragen competentierapport opgemaakt. Dit wordt gebruikt om opleidingsnoden te detecteren, evenwicht van “kennen en kunnen” in de teams op te bouwen en als instrument bij het functioneringsgesprek. Elke medewerker wordt betrokken bij de bespreking van de visie van de leidinggevenden en het bepalen van nieuwe leerdoelen en/of doelstellingen.
Figuur 2: Competentiemanagement en training
PRODUCTGROEPEN
VESTIGINGEN VERKOOP
CENTRALE DIENSTEN
VERLICHTING
NOODVERLICHTING
Standaardopleiding arbeiders Basisopleiding reachtruck Basisopleiding hoogwerken Basisopleiding elektriciteit Productiviteitstechnieken Milieuzorgprogramma Led light Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist aannemers Focus op kwaliteit Time management
Standaardopleiding arbeiders Basiselektronica Focus op kwaliteit Lean product development Led light Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist aannemers
VERKOOP BELGIË
VERKOOP BUITENLAND
Basic Training Sales - Initial Training Basic Training Sales - In depth training Opleiding lighting engineers Focus op kwaliteit Competentiematrix
Basic Training Sales - Initial training Basic Training Sales - In depth training Opleiding lighting engineers
Focus op kwaliteit: Lean thinking Time Management Productiviteitstechnieken Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
27
Grafiek 13: Leeftijdsverdeling werknemers ETAP 200
150
100
2010
-20
20-30
2011
30-40
40-50
8
130
195
158
67
1
4
133
198
163
83
3
6
116
191
170
85
0
2
50
2012
50-60
+60
Grafiek 15: Verdeling man/vrouw - hoger kader/management/directie
Grafiek 14: Verdeling man/vrouw 350
60
300
50 15
250
14
15
40
200 30 150 20
19
20
23
100 10
50
1 4
0
239
331
247
2010
338 2011
239
320 2012
0
19
4
MANNEN: mannen
vrouwen
21
2010
VROUWEN:
1
1
6
6
4 2011
hoger kader
5
23 2012
manager
28ETAP
directie
ETAP hanteert het systeem van functionerings- of evaluatiegesprekken doorheen de organisatie. Hierbij tracht ETAP de effectieve functionering van de organisatie te verbeteren, een goede sociale omgang tussen de medewerkers te bewerkstelligen en de ontwikkelingsmogelijkheden van onze medewerkers te bevorderen. Drie elementen staan daarbij centraal: -- het werkproces: aandacht voor de taken en de concrete taakuitvoering -- het sociale proces: de samenwerking, werksfeer en werkomstandigheden -- het ontwikkelingsproces: afspraken m.b.t. opleiding, groei en langetermijnontwikkeling, het opstellen van nieuwe doelstellingen. In 2012 was er in het kader van Smile@Work een specifieke opleiding rond het voeren van functionerings gesprekken en managementstijl.
6. Diversiteit ETAP staat expliciet open voor alle culturen en leeftijdsgroepen en hanteert een code van non-discriminatie. Als basis hiervoor dient het Diversiteitsplan uit 2008, dat werd opgesteld in samenwerking met ResocAntwerpen. Belangrijke accenten in dit diversiteitsprogramma zijn o.a. de aanwerving van medewerkers uit kansengroepen, samenwerkingstrajecten opzetten met externe opleidingsinstituten voor de opleiding van arbeidsgehandicapten, opleiding Nederlands op de werkvloer, opleiding van niet-technisch geschoolde vrouwen naar technische functies, het opstellen van gestructureerde opleidingsplannen en competentiemanagement. In onze populatie bevinden zich 1,2 % medewerkers afkomstig uit niet-Europese landen. We zijn er ons van bewust dat de voorbije jaren dit diversiteitsprogramma - mede door de economische situatie - op de achtergrond is geraakt. We nemen ons voor om hieraan de komende jaren weer meer aandacht te besteden. ETAP stelt ook twee personen met een handicap (erkend door het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap) tewerk.
7. 50-plus beleid 24,9 procent van onze medewerkers is 50 jaar of ouder. Gezien de wijzigingen in de huidige pensioenwetgeving (vertraagde uitstroom) zal het percentage 50-plussers in de organisatie wellicht nog toenemen. ETAP neemt zich voor om door een duidelijke strategische visie en concrete actieplannen deze maatschappelijke realiteit in te passen in haar personeelsbeleid.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
29
7
D ialoog
met stakeholders
Uitgelicht | Duurzaamheidsscore in aankoop Duurzaamheid is een belangrijke factor in de aankooppolitiek van ETAP. De duurzaamheidsscorecard is daar een mooi voorbeeld van. Leveranciers worden gescreend op vijf domeinen (financiën, commerciële betrouwbaarheid, logistiek, kwaliteit en duurzaamheid), waarvan duurzaamheid veruit het zwaarst doorweegt. De duurzaamheidsscore wordt dan weer vastgelegd op basis van een aantal criteria. Een belangrijke afweging daarbij is of de leverancier de ‘ETAP supplier code of conduct’ onderschrijft. In die ‘code of conduct’ verklaart de leverancier te voldoen aan normen i.v.m. werkomstandig heden (onder meer gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens), veiligheid, milieu en andere. Deze duurzaamheidsscorecard is geen vrijblijvend document. Leveranciers met een te lage score worden geweerd. Bovendien zal, wanneer verschillende leveranciers gelijkwaardige producten leveren, de duurzaamheidsscore doorwegen. Intussen heeft ETAP aan 95 procent van haar grondstoffenleveranciers een duurzaamheidsscore toegekend. Stelselmatig worden nu ook de andere leveranciers gescreend.
Communicatie met onze stakeholders, zij het klanten, medewerkers of leveranciers, is voor ETAP belangrijk, ook in de context van duurzaamheid. Ieder bedrijf heeft blinde vlekken en door mensen te bevragen die verder van het bedrijf of zijn leiding afstaan, krijgen we nieuwe inzichten en worden ons thema’s aangereikt die we niet voldoende aanpakken. Op 6 september 2013 organiseerden we daarom een overleg in onze vestiging in Malle met een grote leverancier, een klant, een aandeelhouder, een vertegenwoordiger van de vakbond en een vertegenwoordiger van het kader. Uit dit overleg kwamen verschillende waardevolle suggesties die we waar mogelijk nog hebben meegenomen in dit verslag. Suggesties die te veel aanpassingen vergden, nemen we op in een volgende editie. Als belangrijkste punt nemen we ons voor om in het rapport 2015 een langetermijnvisie te formuleren rond het verminderen van de impact van ETAP op het milieu. We vinden dit een belangrijk thema, maar we zijn er de voorbije jaren nog niet in geslaagd hierrond de gepaste acties op te starten. Ook bleek uit dit overleg ten overvloede dat duurzaamheid geen modewoord meer is, maar een vanzelfsprekende focus in moderne bedrijfsvoering. Het sterkt ons in onze overtuiging dat we onze inspanningen op dit vlak moeten volhouden en de resultaten ervan op een open manier moeten blijven communiceren.
Leveranciers. Circa 20 % van onze inkoopartikelen worden gekocht bij bedrijven die hun eigen duurzaamheidsbeleid hebben. Sedert 2010 vraagt de aankoopdienst onze leveranciers als deel van onze aankooppolitiek een duurzaamheid scorecard in te vullen. Bij het evalueren en toekennen van de aankoopcontracten wordt het resultaat hiervan in rekening gebracht. Aandeelhouders. De familiale aandeelhouders worden vertegenwoordigd in de raad van bestuur. Frequent overleg zorgt voor een goede relatie. Een verslag, over uiteenlopende onderwerpen, wordt 6 maal per jaar aan de raad van bestuur voorgelegd. Ook het strategisch plan van de onderneming wordt uitvoerig besproken in de raad van bestuur. Vakbonden. ETAP kiest voor een goed overlegmodel met de sociale partners. In de organisatie is er een Ondernemingsraad en een CPBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk). Twee- of driewekelijks is er syndicaal overleg met respectievelijk de arbeiders-en bediendenvertegenwoordiging. De personeelsverantwoordelijken zijn een direct aanspreekpunt in het dagelijkse informele overleg.
Overheid. Naast de bovenstaande federaties waarin ETAP is vertegenwoordigd, zijn er ook relaties met de lokale en de provinciale overheid. Voor speciale gelegenheden worden de provincie- en de gemeenteraad uitgenodigd. Omwonenden. ETAP heeft van bij aanvang een bewust inplantingsbeleid gevoerd op de eigen terreinen, zodat de meeste woningen rondom het bedrijventerrein zich op voldoende afstand van de ETAP-hoofdzetel (productie) bevinden. Daarnaast is de personeelsdirecteur lid van de Gemeentelijke Werkgroep bedrijventerrein Malle. Het bedrijf doet af en toe mee met ‘Open Bedrijvendag’ en is dan open voor iedereen die interesse heeft voor onze ontwikkeling, productie en producten. Federaties. De voorzitter van de raad van bestuur van ETAP is tevens voorzitter van AGORIA (federatie van de technologische industrie), lid van de algemene vergadering van VOKAVEV en van het Directiecomité van het VBO (Vereniging van Belgische Ondernemingen). De personeelsdirecteur is lid van het Sociaal Regionaal Comité van AGORIA, lid van de Adviesraad van FTMA en VIBAM (opleidingsfondsen van AGORIA).
Medewerkers leveren inspraak via de onder nemingsraad, CPBW (Comité Preventie en Bescherming op het Werk) en via informeel overleg. ETAP communiceert op vele manieren met deze belangrijke groep van stakeholders; bijvoorbeeld via de wekelijkse nieuwsbrief, kwartaalmagazines, een ETAP-feest, de opendeurdagen en een stand aan de ETAP-ingang die de nieuwste ontwikkelingen toont. Met regelmaat organiseren we een tevredenheids enquête bij onze medewerkers. We werken hier met een externe firma, wat de mogelijkheid geeft tot benchmarking. Aan de hand van de resultaten worden er zowel op bedrijfs- als afdelingsniveau actieplannen opgesteld. Klanten. Dit zijn hoofdzakelijk installateurs, architecten, bouwheren, studiebureaus, enz. ETAP richt zich op het marktsegment met hoge toegevoegde waarde (energiezuinig, makkelijk te installeren en te onderhouden, duurzaam, veilig,…). ETAP communiceert met zijn klanten via vertegenwoordigers, bezoeken aan het Lichtpaviljoen, een demonstratiegebouw, advertenties in vakbladen, brochures, mailings, cursussen, voordrachten en vakbeurzen.
8
M aatschappelijke
bijdrage
Uitgelicht | Katoen met meerwaarde In Mali is de Bogolan niet zomaar een stuk textiel. Het is een symbool voor de Malinese culturele identiteit, die zijn kleur uit de Malinese klei haalt, letterlijk. De Bogolan wordt gedragen door jagers, door krijgers en door vrouwen – en door toeristen. Met steun van de lokale ambachtsfederatie CRAS spinnen de vrouwen van Ségou en omstreken de katoendraad waarmee de traditionele Bogolan wordt geweven. Ze doen dit op een tot spinnewiel omgebouwd fietswiel. Dankzij deze arbeid krijgt het Malinese katoen een lokaal toegevoegde meerwaarde. Voor de spinsters betekent dit een iets ruimer huishoudbudget, meer draagkracht voor het gezin, extra geld voor school en gezondheidszorg; kortom: toekomstperspectief. Dit is een initiatief waar de Stichting Gillès zich graag achter schaart. De stichting werd opgericht in 1990 door de aandeelhouders van ETAP en wordt ook door hen beheerd. Jaarlijks krijgt de Stichting Gillès 1 procent van de winst voor belastingen van de ETAP Groep. Daarnaast kan de stichting putten uit de opbrengsten van een Fonds en uit giften van derden. Het jaarlijkse budget bedraagt hierdoor zo’n 300.000 euro. De Stichting Gillès financiert – veelal kleinschalige projecten in de Derde Wereld die de autonomie van de lokale bevolking op lange termijn verhogen.
De ETAP-aandeelhouders zijn er van overtuigd dat grote contrasten in ontwikkeling en welvaart in de wereld op termijn nefast zijn voor iedereen, ook voor ondernemers in het westen. Daarom verleent ETAP zijn steun aan relevante projecten, zowel financieel als op andere manieren. ETAP toetst alle projecten die het steunt aan de duurzaamheidsfilosofie van het bedrijf: een bekommernis voor duurzaamheid en continuïteit, voor juiste structuren, financiële zorgzaamheid en professionele deskundigheid. In 2011-2012 schaarden we ons onder meer achter de volgende projecten: Zuiddag: work for Change for Tanzania. De Zuiddag is een initiatief waarbij zo’n 10.000 jongeren een dag in het bedrijfsleven stappen, en hun loon afstaan aan een jongerenproject in het Zuiden. Bij ETAP gingen in oktober 2011 twee jongeren voor één dag aan de slag, respectievelijk als administratief bediende Personeelsdienst en directiesecretaresse. FairTrade. Sinds 2009 schenkt ETAP in het bezoekersrestaurant, de personeelsrefter en de kantoren Fair Trade koffie. Elk jaar nemen we ook deel aan de actie FairTrade@Work van Max Havelaar. Werknemers krijgen op die dag een (h)eerlijk Fair Trade product. Solar zonder grenzen. De vzw Solar zonder Grenzen levert duurzame energie in ontwikkelingslanden, onder de vorm van zonnepanelen en goedkope maar duurzame lampen. ETAP-werknemers werkten vrijwillig mee om de lichtstroom en lichtverdeling van deze lamp te optimaliseren. Prijzenpolitiek ngo’s. De voorbije jaren kende ETAP een korting toe in een aantal verlichtingsprojecten voor ngo’s. De beslissingsbevoegdheid om dit te doen ligt bij de directie en wordt per project bekeken.
Mandaten bestuurders ETAP levert verder een belangrijke maatschappelijke bijdrage via zijn aandeelhouders, bestuurders (Christ’l en Anne-Marie Joris, Jean de Cannière, Dirk Vyncke) en directie (Johan Segers, Pascal De Langhe en Judith Keirsmaekers). Alle mandaten hier vermeld beslaan de periode tot 2012. Mandaten in non-profit ten kosteloze titel uitgevoerd -- Christ’l Joris is gemeenschapsvoorzitter van Rode Kruis-Vlaanderen, ondervoorzitter van de Wolkammerij nv (sociaal incubatiecentrum) en voorzitter van de Stichting Gillès. Daarnaast is ze voorzitter van het Fonds Manickam, beheerd door de Koning Boudewijnstichting. -- Anne-Marie Joris en Jean De Cannière zijn bestuurders in de Stichting Gillès. -- Dirk Vyncke is voorzitter van Ex-Change (ontwikkelingssamenwerking). -- Anne-Marie Joris is bestuurder bij Max Havelaar CVBA-SO (fair trade). ETAP is ook actief in werkgeverskringen om een correcte vertegenwoordiging mee te bewerkstelligen voor de bedrijven en om onze missie in deze fora uit te dragen. -- Christ’l Joris is voorzitter van Agoria, lid van het directiecomité van het VBO. -- Anne-Marie Joris is lid van het sociaal comité van Agoria en lid van het beleidscomité Agoria Antwerpen-Limburg. -- Johan Segers is lid van de Executive Board van Lighting Europe, dat de Europese verlichtingssector vertegenwoordigt. -- Pascal De Langhe is lid van de raad van bestuur van Lightrec (deel van Recupel) en van het BIV (Belgisch Instituut voor Verlichting). -- Judith Keirsmaekers is lid van de raad van bestuur van de NVFN (Nederlandse Vereniging voor Noodverlichting), SOLG (Stichting Onderzoek Licht en Gezondheid) en Lightrec in Nederland. -- Personeelsdirecteur Gustav Knoll is lid van het Sociaal Regionaal Comité van Agoria, en lid van de Adviesraad van FTMA en VIBAM (opleidingsfondsen van Agoria). Andere mandaten. Christ’l Joris is voorzitter van Flanders Investment & Trade, op voordracht van de Vlaamse regering. Dit mandaat krijgt een vergoeding zoals vastgelegd in het Vlaamse decreet van toepassing.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
33
9
M ilieu
Uitgelicht | Duurzaamheid: iedereen betrokken Betrokkenheid van onze medewerkers rond duurzaamheid is belangrijk voor ETAP. Interne besprekingen en discussies gaven vorm aan een tienpuntenprogramma dat bestond uit een aantal acties en doelstellingen. In Frankrijk leidde dit tot een programma om het persoonlijke afval van de werknemers te verminderen. Een Duits team dokterde een manier uit om verplaatsingen voor het werk ‘groener’ te laten verlopen. Belgische werknemers ontwierpen een reeks pancartes die de kernboodschap van duurzaamheid op een aantrekkelijke manier voorstelden. Het doel was zowel sensibilisering van de werknemers rond de milieuproblematiek als het behalen van concrete resultaten. Het tienpuntenprogramma is maar één voorbeeld van het streven van ETAP naar een zo minimaal mogelijke impact op het milieu. Een belangrijk werkinstrument hierbij is het milieumanagementsysteem (ISO 14001-norm).
Aandacht voor het leefmilieu is een constante in onze onderneming. Zowel in de productieorganisatie, in de ontwikkeling van onze producten als in het gedrag van onze organisatie en onze medewerkers streven we naar een zo laag mogelijke impact op het milieu. In 2011 en 2012 uitte zich dit onder meer in volgende acties.
Relighting van productiehallen en magazijn Onze strapline ‘Excellent lighting, saving energy’ willen we natuurlijk ook toepassen in onze eigen gebouwen. Bij de relighting van zowel het magazijn als een deel van de productiehallen werden de T8-armaturen vervangen door efficiëntere armaturen met T5-lampen. Een deel van de fluorescentie verlichting werd vervangen door een led-lichtlijn. Bij lampvervanging in de kantoren wordt systematisch gekozen voor ecolampen.
Best beschikbare technieken in verbouwingsproject In 2012 startte ETAP een ingrijpend verbouwingsproject in zijn hoofdkwartier in Malle. Daarbij worden de best beschikbare technieken ingezet om de milieu-impact tot een minimum te beperken, zowel bij de afbraak, de opbouw als bij het beheer van het gebouw. Het spreekt vanzelf dat onze energiezuinige ledverlichting en lichtregelsystemen hierbij een belangrijke rol spelen.
Wegwerken historische vervuiling Hoewel dit wettelijk niet verplicht is, engageert ETAP zich om een historische vervuiling met solventen te saneren zodat het bedrijf geen achteruitgang van de milieukwaliteit voor de toekomstige generaties nalaat.
Beperking waterverbruik en lozing afvalwater Vroeger werd het koelwater bij het puntlassen in open circuit gebruikt. Bij het koelen werd leidingwater gebruikt dat nadien werd geloosd in het oppervlaktewater. Door het koelwater in gesloten circuit te brengen wordt het waterverbruik beperkt en de lozing stopgezet.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
35
Grafiek 17: Andere dan CO 2-emissies
Grafiek 16: CO 2-emissies
1700
1.200.000
320,81
308,03
1.000.000 1275
279,96
5,50 27,50
5,28 26,40
4,80 24,00
800.000
850
600.000
400.000
998.122
0
907.161
200.000
1.039.536
425
2010
2011
2012
direct CO 2 (kg)
1283,25
1119,84
1232,13
2010
2011
2012
0
NO (kg)
stof (kg)
SO (kg)
CO (kg)
Milieubeleidsverklaring De productie van de ETAP-groep is, met uitzondering van een beperkte eindmontageafdeling in Frankrijk, volledig gecentraliseerd in de fabriek in Malle. De productiestroom is onderverdeeld in plaatbewerking, oppervlaktebehandeling, montage, productie noodverlichting en verpakking. Conform de missie verbindt ETAP zich ertoe om voortdurend beter te presteren met betrekking tot de vrijwaring van ons leefmilieu. Niet enkel in de ontwikkeling van onze eindproducten, maar ook in de productieprocessen en het gedrag binnen onze organisatie proberen we de impact op het milieu te minimaliseren. Dit engagement hebben we verwoord in een mileubeleidsverklaring.
MILIEUBELEID ETAP Wij verbinden ons ertoe om voortdurend beter te presteren met betrekking tot de vrijwaring van ons leefmilieu. We willen dit engagement waarmaken in een driesporenbeleid: Een eerste spoor is onze productie-organisatie: • We willen de milieu-effecten van onze productieprocessen kennen, en ze door een gepaste registratie systematisch opvolgen. Een tweede spoor zijn onze producten: • We brengen reeds bij het ontwerp van onze producten de milieueffecten over hun gehele levenscyclus in kaart en hanteren in onze producten materialen en processen die het milieu zo weinig mogelijk belasten. We houden hierbij rekening met de milieu-impact van de productie van de materialen zelf en hun verwerkbaarheid bij einde levensduur. • Wij vullen de verlichtingswensen van onze klanten steeds in met het laagst mogelijk energieverbruik. • Wij willen actief meewerken aan het opzetten van systemen voor recyclage van producten die einde levensduur zijn. 36
Een derde spoor is het gedrag van onze organisatie en van onze mede werkers: • Wij willen onze CO2-voetafdruk kennen en verkleinen. • We streven ernaar op een verantwoorde manier om te gaan met materialen, energie en water. • We willen onze eigen afvalstromen beheersen met het oog op een maximaal hergebruik. • We willen onze medewerkers een passende bijscholing geven om hun taken optimaal te kunnen uitvoeren zodat onze beleidsdoelstellingen gehaald worden. Wij meten onze prestaties m.b.t. de realisatie van dit beleid, en wij analyseren jaarlijks de mogelijkheden om ze te verbeteren. Hierbij stellen we ons milieudoelstellingen en nemen we de acties om deze doelstellingen te bereiken.
Grafiek 18: Verbruik van solventen
Grafiek 19: Energieverbruik voor gas en elektriciteit
5000
10000000
4000
593
8000000
1079
6000000
524 3000
3.272.152 3.172.666
3.166.538
952 321
2000
4000000
584 1000
0
2000000
2208
2805
1321
2010
2011
2012
natlak (kg)
solvent (kg)
C (kg)
5.782.796
4.999.281
5.500.564
2010
2011
2012
0
gas (kwH)
elektriciteit (kwH)
Cijfers en tabellen Energie en emissies Voor de oppervlaktebehandeling wordt voornamelijk poederlak en elektroforeselak op waterbasis gebruikt. De poederlak kan aanleiding geven tot uitstoot van stof, maar dit wordt geminimaliseerd door het geïnstalleerde recuperatiesysteem en de luchtfilters. De elektroforeselak heeft geen bijdrage in de luchtemissies. Als resultaat van een bewuste actie is het gebruik van solventhoudende natlakken sterk gedaald. Daardoor is de uitstoot van vluchtige organische stoffen teruggedrongen tot ver onder de drempelwaarde voor meet- en rapporteringsverplichting aan de overheid. De verwarming van de gebouwen en van de verschillende lakovens gebeurt met aardgas, wat in principe geen emissies van zwaveloxides en kleinere emissies van stikstofoxides impliceert. Koolstofdioxide is de grootste fractie van de emissies. Voor de koeling van de kantoren in de zomer en de verwarming in de winter maakt ETAP gebruik van een koude-warmteopslaginstallatie (KWO). Daardoor wordt flink bespaard op het gasverbruik voor de verwarming in de winter en op het elektrische verbruik voor de airconditioning in de zomer, wat een behoorlijke invloed heeft op de emissies. Door de recente integratie van een warmtepomp in het HVACsysteem wordt deze KWO nog beter benut, waardoor het verbruik verder zal dalen. Voor de elektriciteit is ETAP in 2010 omgeschakeld naar 100 % hernieuwbare stroom van waterkrachtcentrales tegenover ca. 15 % in het verleden. Daardoor zijn de indirecte luchtemissies voor elektriciteit quasi volledig weggevallen.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
37
Grafiek 21: Energieverbruik van het wagenpark
Grafiek 20: Verbruik van het wagenpark 120000
2000
100000 1500 80000
60000
1000
40000
2011
2012
diesel wagenpark (l)
0
1952
115.172
2010
1765
98.833
0
97.792
20000
1811
500
2010
2011
2012
verbruik (l/wagen)
Het transport van grondstoffen voor productie en van producten naar klanten gebeurt met vrachtwagens. Voor de Verenigde Arabische Emiraten gebeurt het vervoer per boot en vliegtuig. Wat betreft het woon-werkverkeer leerde de driejaarlijkse mobiliteitsenquête in 2012 dat 346 van de 447 bevraagde medewerkers met de auto naar het werk komt (alleen of met familie). Twaalf werknemers doen aan carpooling, 79 werknemers komen met de fiets en acht met het openbaar vervoer (De Lijn). Twee medewerkers komen met bromfiets of motor. Door een overdekte fietsstalling en douches ter beschikking te stellen stimuleert ETAP het woon-werkverkeer met de fiets. Bij onze firmawagens hebben we aandacht voor duurzaamheidsaspecten. Sinds 2009 is een norm voor verlaagde CO2-uitstoot van kracht voor alle nieuwe wagens. Met onze leasemaatschappij hebben we een op maat gemaakte overeenkomst die ons feedback geeft over ons rijgedrag. We hechten er belang aan dat verplaatsingen van meerdere medewerkers naar dezelfde bestemming zo veel mogelijk gemeenschappelijk gebeuren, met vier personen per wagen (bv. verplaatsingen naar beurzen). We stimuleren onze medewerkers om het openbaar vervoer te gebruiken voor verplaatsingen waarbij het gebruik van de wagen minder aangewezen is. Toch zien we in 2012 een stijging in het verbruik per wagen, als gevolg van een stijging van het aantal afgelegde kilometers. Dit is zeker een aandachtspunt voor 2013.
38ETAP
Grafiek 22: Totale waterverbruik
Grafiek 23 en 24: Verbruik van materiaal en grondstoffen
120000
100000
2000000
25000
2.208
4.093 13.929
4.121
4.206
13.841
14.816
1500000
20000
177.891
2.805
159.737
80000
1.321
15000
117.033
60000
1000000 10000
40000 500000 5000
20000
0
82.590
65.770
67.260
2010
2011
2012
verbruikt grondwater (m³)
0
1.470.137
1.339.710
1.042.246
2010
2011
2012
0
20.975
17.764
18.746
2010
2011
2012
hergebruikt water (m³)
verbruikt leidingwater (m³)
staal (kg)
aluminium (kg)
poeder (kg)
natlak (kg)
Water De wateremissies komen gedeeltelijk van het sanitair gebruik en gedeeltelijk van de processen van de oppervlaktebehandeling. De lozing van sanitair afvalwater gebeurt in het riool en gaat naar de rijkswaterzuiveringsinstallatie. Het procesafvalwater komt na interne zuivering, net als het grondwater voor de koeling van de processen, in het oppervlaktewater terecht, nl. de Delftebeek die naast het fabrieksterrein loopt. Om de kwaliteit van het afvalwater te controleren, analyseren onze operatoren dagelijks het afvalwater. De belangrijkste en meest kritische parameters van onze lozingsvergunning worden daarbij gecontroleerd. Bovendien voeren erkende laboratoria op regelmatige basis volledige controleanalyses uit.
Materiaal en grondstoffen De belangrijkste grondstoffen, gebruikt in het productieproces, zijn staalplaat, aluminium en verf. Aangekochte producten, vooral elektronische componenten, worden gebruikt bij montage, en verschillende verpakkingsmaterialen bij het verpakken van de producten. De milieu-impact van de grondstoffen en verpakkingsmaterialen zit voornamelijk in het gebruik van de eindige natuurlijke bronnen.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
39
Hoeveelheid afval
Grafiek 25: Staal- en aluminiumafval
Grafiek 26: Kartonafval
800000
80000
700000
70000
600000
60000
500000
50000
400000
40000
300000
30000
200000
20000
100000
10000
0
628.600
51.490
582.900
2010
51.900
460.560
2011
staal (kg)
45.920
0
2012
aluminium (kg)
6000
1000
5000
800
4000
600
3000
400
2000
200
1000
492 2010
67.480
2011
2012
3.817
3.010
5.966
2010
2011
2012
Grafiek 28: Poederafval
1200
820
76.740
2010
karton (kg)
Grafiek 27: Elektronica-afval
0
74.340
294
660 2011
elektronicamateriaal en ballasten (kg)
820
1108 2012
printplaten (kg)
0
poeder (kg)
40ETAP
Afval De productie van verlichtingsarmaturen genereert voornamelijk staal- en aluminiumafval, alsook verpakkingsafval in de vorm van karton en plastic. Alle afval wordt gesorteerd in een 50-tal verschillende fracties en opgehaald en behandeld door erkende verwerkers. Bij de ontwikkeling en de introductie van nieuwe producten wordt er zo veel mogelijk naar gestreefd om in de verschillende afdelingen een productie- en logistieke methode toe te passen met een zo klein mogelijke hoeveelheid afval, om zo aan afvalpreventie te doen. Een voorbeeld daarvan is de palletverpakking bij grotere orders. Daarbij zijn de armaturen niet volledig individueel verpakt, maar in pakket, wat de hoeveelheid verpakkingsafval drastisch verkleint. De manier waarop ETAP zijn afval sorteert resulteert trouwens in een CO2-besparing van 294 ton per jaar. Binnen het project Smart@Work was de verhoging van de efficiëntie van metaalverbruik een belangrijk aandachtspunt. Zoals blijkt uit grafiek 25 had dit een positief effect op de hoeveelheid staal- en alumi niumafval. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat ook de lagere productie hier een stuk mee verantwoordelijk voor was. Het terugdringen van het schrootafval blijft ook de komende jaren een aandachtspunt. In 2012 was er een stijging in de hoeveelheid elektronica-afval en poederafval. Het elektronica-afval bestaat uit ballasten en printplaten. De stijging van het volume afval van ballasten is toe te schrijven aan een wijziging in de EMC-richtlijn (elektromagnetische compatibiliteit). Een deel van de voorraad ballasten voldeed hierdoor niet meer aan de norm en moest worden verschroot. De toename in het printplatenafval is te wijten aan het schrappen van een aantal producten uit het gamma en een rationalisatie van het aantal printplaten bij noodverlichting. De toename van de hoeveelheid poederafval, ten slotte, heeft vooral te maken met logistiek. Aangezien de laatste ophaling in 2011 al in juli was, bevat de registratie van 2012 ook vijf maanden afval van 2011.
Geluid en trillingen Geluid en trillingen worden voornamelijk gegenereerd door ventilatoren, pompen en persen, alsook door het interne en externe transport van goederen. Door een regelmatige preventieve controle van de motoren, pompen en ventilatoren van machines en installaties, wordt hun levensduur geoptimaliseerd en wordt de milieu-impact door trillingen en geluid onder controle gehouden. Voor de interne transportmiddelen is er een gelijkaardig preventief onderhoudsplan in voege.
Diverse ETAP neemt ook deel aan initiatieven om de milieugevolgen van producten en diensten te compenseren. Zo is ETAP actief in het Belgische LightRec-onderdeel van Recupel. Ook neemt ETAP deel in BEBAT, dat in België in de ophaling van batterijen voorziet, en in STIBAT, dat hetzelfde doet voor Nederland.
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
41
10 Proces van het duurzaamheidsverslag De gegevens in dit duurzaamheidsverslag werden verzameld aan de hand van interne (sociaal verslag, financiële gegevens, … ) en externe (milieuverslag, …) rapportering. In dit verslag zijn geen cijfers opgenomen die niet in één of andere vorm al bestaan binnen de onderneming. De verantwoordelijkheid voor de samenstelling van dit verslag ligt bij een lid van het directiecomité zodat een overkoepelend beeld ontstaat. Met verschillende managers coördineerde hij de totstandkoming van dit verslag. In een vorige stakeholdervergadering was gevraagd onze cijfers rond veiligheid te toetsen aan internationale benchmarks die relevantere informatie geven dan we vandaag hebben. Overleg met de Belgische overheidsdienst Fonds voor Arbeidsongevallen leert ons dat elke lidstaat binnen de EU zijn eigen methodiek gebruikt. Overleg met multinationale leveranciers toont bovendien aan dat ieder bedrijf zijn eigen manier van werken bepaalt, meestal gebaseerd op de wetgeving van het land waar het moederhuis is gevestigd. We nemen dit dan ook niet verder mee en baseren ons op de in België aanvaarde methodiek. Als antwoord op een andere suggestie vanuit de stakeholdervergadering hebben we ons, in vergelijking met de vorige versies van het duurzaamheidsverslag, niet meer beperkt tot een opsomming van feiten en cijfers. We hebben geprobeerd om meer verhalend te werken, en te tonen hoe duurzaamheid in onze organisatie wordt beleefd. Een belangrijk onderwerp is het definiëren van concrete meerjarendoelstellingen voor verbeteringen in onze procesparameters. Vele verbeteringen zijn gerealiseerd (o.a. waterzuivering) maar we kwamen er nog niet aan toe om dit strategisch te verankeren. In ons Strategisch Plan 2013 wordt dit als prioritair thema opgenomen. We zullen de jaarlijkse actieplannen zo opstellen dat we bij het volgende duurzaamheids rapport die concrete meerjarenvisie wel kunnen geven.
42ETAP
11 GRI-inhoudsopgave §
Omschrijving
Rapportering Toelichting
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL I: Profiel 1. Strategie en Analyse 1.1
Een verklaring van de raad van bestuur over de relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie.
volledig
p. 5
1.2
Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden.
niet
n.v.t.
2. Organisatieprofiel 2.1
Naam van de organisatie.
volledig
p. 7
2.2
Voornaamste merken, producten en/of diensten.
volledig
p. 7
2.3
Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden.
volledig
p. 7
2.4
Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie.
volledig
p. 7, 48
2.5
Het aantal landen waar de organisatie actief is (met relevantie voor de duurzaamheidskwesties).
volledig
p. 7
2.6
Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.
volledig
p. 7, 9
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren en soorten klanten).
volledig
p. 7
2.8
Omvang van de verslaggevende organisatie.
volledig
p. 7
2.9
Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom.
volledig
geen veranderingen
2.10
Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend.
niet
n.v.t.
3. Verslagparameters 3.1
Verslagperiode waarop de verstrekte informatie betrekking heeft.
volledig
2010-2012
3.2
Datum van het meest recente verslag.
volledig
2011
3.3
Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.).
volledig
tweejaarlijks
3.4
Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan.
volledig
p. 48
3.5
Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag, met inbegrip van: relevantie, materialiteit en stakeholders.
gedeeltelijk
p. 31, 42
3.6
Afbakening van het verslag.
volledig
p. 42
3.7
Specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag.
niet
n.v.t.
3.8
Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten.
niet
n.v.t.
3.9
De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames.
niet
niet relevant
3.10
Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie.
volledig
geen
3.11
Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden van het verslag.
volledig
geen
3.12
Inhoudsopgave
volledig
p. 3
3.13
Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het verstrekken van externe assurance van het verslag.
niet
n.v.t.
4. Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid 4.1
De bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam.
volledig
p. 9
4.2
Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam eveneens een leidinggevende functie heeft.
volledig
p. 9
4.3
Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur: vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam.
volledig
p. 9
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
43
4.4
Overlegorganen voor aandeelhouders en medewerkers voor aanbevelingen of medezeggenschap op het hoogste bestuurslichaam.
niet
niet relevant
4.5
Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van raad van bestuur en (top)managers en de (MVO)-prestaties van de organisatie.
niet
n.v.t.
4.6
Processen waarmee de raad van bestuur waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
niet
n.v.t.
4.7
Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van de raad van bestuur voor het sturen van de MVO-strategie.
niet
n.v.t.
4.8
Intern ontwikkelde missieverklaringen en gedragscodes die van belang zijn voor de MVO-prestaties, met de mate van invoering ervan.
volledig
p. 11, 36
4.9
Procedures van de raad van bestuur voor het overzien van de MVO-prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en kansen en naleving van internationaal overeengekomen standaarden en principes.
niet
niet relevant
4.10
Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van de raad van bestuur in het bijzonder betreffende MVO-prestaties.
niet
n.v.t.
4.11
Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe.
niet
n.v.t.
4.12
Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of standaarden die de organisatie onderschrijft.
volledig
p. 11-13
4.13
Lidmaatschap van verenigingen (zoals brancheverenigingen) en (inter)nationale belangenorganisaties.
volledig
p. 33
4.14
Lijst van relevante groepen belanghebbenden voor de organisatie.
volledig
p. 31
4.15
Basis voor inventarisatie en selectie van stakeholders.
volledig
p. 31
4.16
Benadering van stakeholders en de frequentie van contacten.
volledig
p. 31
4.17
Reactie organisatie op de voornaamste onderwerpen en vraagstukken naar voren gekomen in contact met stakeholders.
volledig
p. 31, 42
DMA EC Managementbenadering EC
volledig
p. 11
DMA EN Managementbenadering EN
volledig
p. 12
DMA LA Managementbenadering LA
volledig
p. 12
DMA HR Managementbenadering HR
volledig
p. 12
DMA SO Managementbenadering SO
volledig
p. 12
DMA PR Managementbenadering PR
volledig
p. 13
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL II: Managementbenadering G3 DMA Omschrijving
STANDAARD INFORMATIEVOORZIENING DEEL III: Prestatie-indicatoren Economisch EC1
Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.
gedeeltelijk
p. 7, 32-33
EC2
Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering.
niet
niet beschikbaar
EC3
Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde uitkeringenplan van de organisatie.
niet
n.v.t.
EC4
Significante financiële steun van de overheid.
volledig
p. 8
EC5
Spreiding in de verhouding tussen het standaard aanvangssalaris en het lokale minimumloon op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
n.v.t.
EC6
Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
n.v.t.
EC7
Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader dat afkomstig is uit de lokale gemeenschap op belangrijke bedrijfslocaties.
niet
niet relevant
EC8
Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in natura of pro bono.
volledig
doorheen het rapport
EC9
Inzicht in en beschrijving van significante indirecte economische gevolgen waaronder de omvang ervan.
niet
niet relevant
Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume.
volledig
p. 39
Milieu EN1
44ETAP
EN2
Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval van externe bronnen.
niet
niet relevant
EN3
Direct energieverbruik door primaire energiebron.
volledig
p. 37
EN4
Indirect energieverbruik door primaire bron.
volledig
p. 37
EN5
Energie die bespaard is door besparingen en efficiëntieverbeteringen.
gedeeltelijk
p. 37-38
EN6
Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven.
gedeeltelijk
p. 37-38
EN7
Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruik en reeds gerealiseerde verlaging.
niet
niet relevant
EN8
Totale wateronttrekking per bron.
volledig
p. 39
EN9
Waterbronnen waarvoor wateronttrekking significante gevolgen heeft.
volledig
p. 39
EN10
Percentage en totaal volume van gerecycleerd en hergebruikt water.
volledig
p. 39
EN11
Locatie en oppervlakte van het land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
niet
n.v.t.
EN12
Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
niet
n.v.t.
EN13
Beschermde of herstelde habitats
niet
n.v.t.
EN14
Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit.
niet
n.v.t.
EN15
Aantal op de rode lijst van de IUCN vermelde soorten en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden binnen de invloedsfeer van bedrijfsactiviteiten, ingedeeld naar hoogte van het risico van uitsterven.
niet
n.v.t.
EN16
Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
volledig
p. 36
EN17
Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
niet
n.v.t.
EN18
Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen.
volledig
p. 37
EN19
Emissie van ozonafbrekende stoffen naar gewicht.
volledig
p. 36
EN20
NO, SO en andere significante luchtemissies naar type en gewicht.
volledig
p. 36
EN21
Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming.
niet
niet relevant
EN22
Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode.
gedeeltelijk
p. 40
EN23
Totaal aantal en volume van significante lozingen.
niet
n.v.t.
EN24
Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, geëxporteerd of verwerkt afval dat als gevaarlijk geldt op grond van bijlage I, II, III en VIII van de Conventie van Bazel en het percentage afval dat internationaal is getransporteerd.
niet
n.v.t.
EN25
Benaming, grootte, beschermingsstatus en biodiversiteitswaarde van wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van de waterafvoer en afvloeiing van de verslaggevende organisaties.
niet
n.v.t.
EN26
Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie.
niet
n.v.t.
EN27
Percentage producten dat is verkocht en waarvan de verpakking is ingezameld, naar categorie.
niet
niet beschikbaar
EN28
Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en regelgeving.
niet
n.v.t.
EN29
Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden.
gedeeltelijk
p. 38-39
EN30
Totale uitgaven aan en investeringen in milieubescherming naar type.
niet
n.v.t.
Sociaal: Arbeidsomstandigheden en Volwaardig Werk LA1
Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio.
volledig
p. 7, 24
LA2
Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio.
gedeeltelijk
p. 24
LA3
Uitkeringen/voordelen aan voltijdse medewerkers die niet beschikbaar zijn voor tijdelijke of deeltijdmedewerkers per grootschalige activiteit.
niet
n.v.t.
LA4
Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
volledig
100 %
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
45
LA5
Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen, inclusief of dit wordt gespecificeerd in collectieve overeenkomsten.
niet
n.v.t.
LA6
Percentage van het totale personeelsbestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arbeidsgezondheidsprogramma’s.
volledig
p. 31
LA7
Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werkgerelateerde sterfgevallen per regio.
gedeeltelijk
p. 25-26
LA8
Opleidings-, trainings-, advies-, preventie- en risicobeheersprogramma’s ten behoeve van personeelsleden, hun families of omwonenden in verband met ernstige ziekten.
niet
n.v.t.
LA9
Afspraken over arbeidsveiligheid vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden.
volledig
p. 25
LA10
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie.
volledig
p. 26
LA11
Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van werknemers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan.
volledig
p. 27
LA12
Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling.
volledig
p. 28
LA13
Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit.
volledig
p. 28-29
LA14
Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkerscategorie.
niet
niet relevant
Sociaal: Mensenrechten HR1
Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst.
volledig
0
HR2
Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen.
volledig
p. 30
HR3
Totaal aantal uren personeelstraining over beleid en procedures betreffende aspecten van mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten, met inbegrip van het percentage van het personeel dat de trainingen gevolgd heeft.
niet
n.v.t.
HR4
Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen.
niet
n.v.t.
HR5
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk risico zou kunnen gelden voor het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn getroffen ter ondersteuning van deze rechten.
niet
n.v.t.
HR6
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid.
niet
n.v.t.
HR7
Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van gedwongen of verplichte arbeid.
niet
n.v.t.
HR8
Percentage van beveiligingspersoneel dat training heeft gevolgd in het bedrijf of de procedures van de organisatie betreffende aspecten van de mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten.
niet
n.v.t.
HR9
Totaal aantal gevallen van overtreding van de rechten van de inheemse bevolking, alsmede de getroffen maatregelen.
niet
n.v.t.
Sociaal: Maatschappelijke indicatoren SO1
Aard, reikwijdte en effectiviteit van alle programma’s en methoden die de effecten van de activiteiten op gemeenschappen bepalen en beheren, waaronder vestiging, activiteiten en vertrek.
niet
niet beschikbaar
SO2
Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptiegerelateerde risico’s.
niet
n.v.t.
SO3
Percentage van het personeel dat training in anti-corruptiebeleid en -procedures van de organisatie heeft gevolgd.
niet
n.v.t.
SO4
Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie
niet
n.v.t.
SO5
Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
niet
n.v.t.
SO6
Totale waarden van financiële en in- natura- bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land.
volledig
0
SO7
Totaal aantal rechtszaken vanwege concurrentiebelemmerend gedrag, antikartel-, en monopolistische praktijken, alsmede de resultaten van deze rechtszaken.
volledig
0
SO8
Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet- monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en regelgeving.
volledig
0
Sociaal: Productverantwoordelijkheid PR1
Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn.
niet
niet beschikbaar
PR2
Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten gedurende de levensduur, naar type resultaat.
niet
n.v.t.
46ETAP
PR3
Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen.
nee
niet beschikbaar
PR4
Totaal aantal gevallen van niet- naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende informatie over en etikettering van producten en diensten, naar type resultaat.
niet
n.v.t.
PR5
Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar klanttevredenheid.
volledig
p. 21
PR6
Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en vrijwillige codes met betrekking tot marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring.
niet
n.v.t.
PR7
Totaal aantal gevallen van niet- naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring, naar type resultaat
volledig
0
PR8
Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de privacy van klanten en het kwijtraken van klantgegevens.
volledig
0
PR9
Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en -regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
volledig
0
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2011-2012
47
11/13 046 N/1
CONTACTGEGEVENS VOOR VRAGEN OVER HET VERSLAG: Dhr. De Langhe Pascal ETAP NV Antwerpsesteenweg 130 2390 Malle, België Tel: +32 (0)3 310 02 11 Fax: +32 (0)3 311 61 42
[email protected] www.etaplighting.com