Dus wij zijn Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping GIJS LAMMERTS VAN BUEREN
DUS WIJ ZIJN
ISBN: 978-90-75864-32-8 NUR: 707 Vormgeving: Anton Sinke • • • • •
Voorplaat, blz. 7, 12, 16, 40: iStockphoto Blz. 8, 28, 32, 36, 44: Anton Sinke Blz. 20: Tjerk Nap Blz. 24, 48: Near East Ministry Blz. 52: Israël National Photo Collection
Copyright © 2011: Stichting Near East Ministry www.nemnieuws.nl Alle rechten voorbehouden
Dus wij zijn Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
Gijs Lammerts van Bueren
Inhoud 6
Inleiding
7
Opzet van de studies
8
Studie 1 Dus wij zijn er nog niet – Openbaring 22
12 Studie 2 Zo waren wij bedoeld – Genesis 1 16 Studie 3 Deel van een gebroken wereld – Genesis 3 20 Studie 4 God roept – de mens antwoordt – Genesis 12 24 Studie 5 Normen en waarden – Exodus 19 en 20 28 Studie 6 Geestelijke strijd rond identiteit – Openbaring 12 32 Studie 7 Aanhangers van een omstreden Koning – Johannes 18 36 Studie 8 Getrouwd met God – Jeremia 31 40 Studie 9 Met Jezus wordt alles nieuw – 2 Korintiërs 5 44 Studie 10 Verbonden met Israël – Romeinen 11 48 Studie 11 Het gebeurt in Jeruzalem – Zacharia 12 52 Studie 12 Alle volken komen thuis – Leviticus 23 en Openbaring 21 57 Algemene informatie over de NEM 58 Andere uitgaven van de NEM 60 Informatie over Reveilweken
Inleiding ‘Ik denk dus ik ben’. De filosofie achter deze stelling van René Descartes in de 17de eeuw heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het westerse denken. In maart 2010 hebben twee jonge filosofen Rob Wijnberg en Stine Jensen een boek geschreven over de zoektocht naar identiteit in de moderne samenleving. De titel van dat boek luidt veelbetekenend slechts: ‘Dus ik ben’ (Dus ik ben – een zoektocht naar identiteit, door Stine Jensen en Rob Wijnberg, 2010 De Bezige Bij, Amsterdam). Inmiddels zijn ook televisieprogramma’s gemaakt n.a.v. dit populaire boek. Zie www.human.nl/dusikben/ De titel en inhoud van dat boek inspireerde ons om deze serie studies ‘Dus wij zijn’ als titel mee te geven. In deze studies gaat het over christelijke identiteit en roeping. Identiteit: wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naartoe. Roeping: met welk doel leef ik. De sprong van ‘dus ik ben’, naar ‘dus wij zijn’ is gemaakt omdat wij in de Bijbel meer lezen over volken dan over individuen. Hier is de mens onderdeel van een groter geheel. Natuurlijk kent de Bijbel ook verhalen over geloofshelden. Maar hun individualiteit is niet zo belangrijk als individualiteit in ons moderne denken. Abraham, Mozes en David werden geroepen vanwege Gods plan met Israël. Zij kunnen niet los van dat volk gezien worden. Maar Israël kan op zijn beurt ook niet los van de wereld gezien worden. Israël bestaat bij de gratie van Gods liefde voor de volken. Voor christenen is het niet anders. Zij ontdekken wie zij zijn door op zoek te gaan naar de identiteit van Christus. En de Christus van de kerk is niet ‘uit de lucht komen vallen’. Jezus is jood, uit de stam van David. Hij kwam als Messias voor zijn volk Israël. Door het geloof in Jezus Christus is de kerk dus verbonden met Israël, dat op zijn beurt niet los van Gods plan met de wereld gezien kan worden. Vanuit onze cultuur zeggen christenen: ik geloof in Christus, dus ik ben. Vanuit het Bijbelse denkkader kunnen wij beter zeggen: God houdt van de wereld, dus wij zijn. In deze verbanden zoeken wij onze identiteit en roeping.
Opzet van de studies Deze studies zijn geschreven voor persoonlijke bezinning en voor gebruik in kringen of gespreksgroepen. Elke studie heeft vier bladzijden
6
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
en begint met een korte inleiding met een vraag om het thema te introduceren. Vervolgens wordt een daarbij passend Bijbelgedeelte toegelicht. Op de derde pagina staan enkele gedachten over het verbindende thema identiteit en roeping. Tenslotte wordt een suggestie gegeven voor toepassing van het thema in het dagelijks leven van de christen. De laatste bladzijde van elke studie is gereserveerd voor de verdieping. Meer suggesties voor verwerking kunnen gevonden worden op: www.nemnieuws.nl/nl/duswijzijn Over het algemeen is de stof van elke studie teveel voor behandeling op één gespreksavond. Daarom is het belangrijk om vooraf keuzes te maken over te behandelen onderdelen. Daarnaast kan het voor bepaalde kringen belangrijk zijn om extra vragen te zoeken die goed aansluiten bij de deelnemers. De uitvoering van het boekje en het grafisch ontwerp is gericht op de mogelijkheid van het bijschrijven en maken van aantekeningen. Op deze wijze hopen wij dat het een werkboek kan zijn dat inspireert tot het vinden van de christelijke identiteit en roeping. Gijs Lammerts van Bueren Voorthuizen, april 2011
Inleiding
7
STUDIE
1 Dus wij zijn er nog niet Het laatste hoofdstuk van de Bijbel laat zien dat we onze bestemming nog niet hebben bereikt. Het wachten is op de komst van Jezus. Zijn komst heeft blijkbaar met onze bestemming te maken. Maar wachten ligt ons niet zo. Alles moet nu en snel. En de technologische ontwikkelingen geven ons het gevoel dat het ook mogelijk is. Tegen die achtergrond van onze cultuur lijkt wachten op de komst van Jezus een activiteit die niet meer van deze tijd is. En wachten op Jezus’ komst doet de kerk al eeuwen. Belangrijker is nu iets van ons christenleven te maken… De toekomst is vooral interessant voor entertainment in boeken en films. Welke invloed heeft onze ‘niet-kunnen-wachten’ cultuur op ons ge❯ loofsleven en wat kunnen wij daartegen doen?
8
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Openbaring 22:6-21 Ik kom spoedig: In dit laatste hoofdstuk van de Bijbel lezen wij drie keer de woorden van Jezus: ‘Ik kom spoedig’: vers 7, 12, 20. Nu kunnen wij daar op verschillende manieren op reageren. De eerste is berekenend. Dan kijken wij op de kalender, volgen het nieuws en proberen de aanwijzingen voor het tijdstip van Zijn komst te ontdekken in de Bijbel. Maar die reactie heeft zijn valkuilen. Letten op de tekenen in Bijbel en de feiten in het nieuws kan ons zo fascineren dat wij onze bestemming voor nu uit het oog verliezen. Een berekende reactie kan ons ook onverschilligheid geven. Spoedige komst? Het wachten duurt nu al eeuwen! In 2 Petrus 3:3 en 4 lezen wij over spotters die (toen al) riepen: ‘Waar blijft Hij nu?’, om vervolgens hun eigen gang te gaan. Dat brengt ons bij een andere manier van reageren. Niet berekenend, maar betrokken. De aankondiging ‘Ik kom spoedig’, roept ons op in actie te komen. Het duidt op urgentie: zorg dat je klaar staat en voorbereid bent. Niet je afzonderen in rekenen en tekenen zoeken, noch je eigen gang gaan zoals de spotters dat doen, maar je leven zo inrichten dat je Jezus kan ontmoeten. Hij is de alfa en omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde: vers 13. Het gaat om God en wij komen tot onze bestemming als wij ons leven niet centraal stellen, maar in de juiste verhouding tot Hem leven. Kom: In zekere zin vat vers 17 het hoofdstuk samen: als je goed luistert en de woorden van Jezus hoort, ga je ‘kom’ roepen. Dan krijg je dorst naar het leven zoals het bedoeld is. Drie keer lezen wij de oproep ‘kom’: vers 17 en 20. De taal van dit vers doet denken aan Jesaja 55. Ook daar lezen wij in vers 1 tot drie keer toe ‘kom’ (zie SV en NBG’51), maar dan richting de gelovige om het leven te omarmen dat alleen bij God is. Dat leven wordt volgens Openbaring 22:17 pas vervuld in de komst van Jezus. Water dat leven geeft: Drinken van het water dat leven geeft (vers 17) betekent het ontvangen van de Heilige Geest, zie Johannes 4:14 en 7:38,39. Bijzonder dat de Heilige Geest ons gegeven is als voorschot totdat Hij komt: Efeziërs 1:14. De Heilige Geest in de gelovige zal het verlangen naar de komst van Jezus alleen maar versterken. Zoek in Openbaring 22 naar concrete opdrachten voor de gelovigen ❯ om klaar te staan voor de komst van Jezus.
Dus wij zijn er nog niet
9
IDENTITEIT EN ROEPING De bruid roept om de komst van Jezus. Wie is die bruid? In het boek Openbaring kan men verschillende tegenstellingen ontdekken. Eén daarvan is de hoer tegenover de bruid. De overspelige vrouw in scharlakenrood kleed tegenover de vrouw in schitterende kleren die alleen naar de Bruidegom verlangt. In de christelijke traditie wordt de bruid geïdentificeerd met de Gemeente. Dat is begrijpelijk als wij ons realiseren dat Jezus de Bruidegom is. Maar de bruid is meer. In het boek Openbaring lezen wij op drie plaatsen iets over de identiteit van de bruid: a. 21:2 – het Jeruzalem dat uit de hemel komt, getooid als een bruid, b. 21:9 – het nieuwe Jeruzalem wordt door de engel de bruid genoemd en c. 22:17 degene die met de Geest roept om de komst van Jezus. Gezien het directe verband is de bruid dus Jeruzalem roepend om de komst van Jezus. Dat zou aansluiten bij Matteüs 23:38,39 waar Jeruzalem het Joodse volk is dat de profeten doodt en pas Jezus zal zien als het ‘kom’ roept. Elders in de Bijbel wordt het volk Israël de bruid van God genoemd. Met name Hosea 2:19,20. Israël wacht op de Messias. Hoe verhoudt ons wachten op de weder❯ komst van Jezus zich tot dit wachten van het Joodse volk? Verbindt dit wachten of drijft het ons juist uit elkaar?
DAGELIJKS LEVEN Leven in verwachting is roeien tegen de stroom van de tijdgeest in. Jezelf ontwikkelen is nu belangrijk. Ergens helemaal voor gaan. Jouw eigen leven vormgeven. Maar als je leeft in verwachting dan zeg je iets over het betrekkelijke van dit leven nu. Je kijkt ook over de grenzen van het rijke westen heen. In solidariteit met armen en slachtoffers van oorlog, uitbuiting en misbruik, verlang je naar de komst van de Rechtvaardige Koning. Lees 1Korintiërs 15:19, waar christenen die teveel gewicht geven aan het leven nu, de beklagenswaardigste van alle mensen genoemd worden. Toegeven aan de roep om nu alles te verwezenlijken, kan je verlangen naar de komst van Jezus op een te laag pitje zetten. Hoe kunnen wij balans vinden tussen gezonde zelfontplooiing en ❯ leven in verwachting van de komst van Jezus?
10
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING De aanbidding van God en het Lam staat centraal in het boek Openbaring. Zie met name hoofdstuk 4 en 5. Bijzonder dat dit de aanmoediging is voor de lijdende kerk, de vervolgde gemeente waarvoor Openbaring geschreven is! Niet zozeer de lange voorbeden en het roepen om meer hulp en kracht – die zijn toch op onszelf gericht – maar aanbidding. In dat kader valt het op dat de apostel Johannes tot twee keer toe de engel wil aanbidden: 19:10 en 22:9. De verleiding is altijd weer om wonderen, tekenen en hen die ze bewerken te aanbidden, in plaats van God zelf. Aanbidding is veel meer dan liederen zingen in de samenkomst. Zodra het iets wordt wat wij doen, staan wij weer centraal in plaats van God. Aanbidding is een levenshouding waarin het om God en het Lam gaat: jezelf verloochenen, je kruis op je nemen en achter Jezus aan: Matteüs 16:24. God aanbidden is onze bestemming. In Openbaring 22:16 lezen wij dat Jezus de wortel en het geslacht van David is (NBG’51). Die woorden doen denken aan vers 13, maar zijn ook een verwijzing naar de belofte aan David in 2 Samuël 7:12-16 en de profetie in Jesaja 11:1-10. Jezus is met Zijn genen (= het Griekse woord hier voor geslacht) verbonden met het Joodse volk. Jezus wordt hier ook de stralende morgenster genoemd. Dat verwijst naar de profetie over het Joodse volk in Numeri 24:17 en de ‘David’ ster boven Bethlehem bij de geboorte van Jezus: Matteüs 2:2-10. De morgenster is de planeet Venus die vlak voor zonsopgang zichtbaar wordt en zo de dag aankondigt. Een Bijbelgedeelte dat mooi aansluit op deze studie is 1 Johannes 3:2,3 ‘Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is. Ieder die dit vol vertrouwen van hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is.’ Welke films/DVD’s over de eindtijd heb je gezien? Wat was het effect ❯ van het zien van die film(s)? Wat vond/vind je daarvan? Kun je een film aanbevelen?
Dus wij zijn er nog niet
11
STUDIE
2 Zo waren wij bedoeld De zoektocht naar identiteit houdt ons meer bezig dan ooit. De moderne samenleving heeft de vanzelfsprekendheden van vroeger verdreven. De familie waar wij deel van uitmaken, de plaats waar wij wonen, de kerk waartoe wij behoren en het geld dat ons ter beschikking staat, zijn niet meer de allesbepalende factoren voor onze identiteit. Meer dan ooit moeten wij zelf bewijzen wie wij zijn. Maar voordat wij ons bewijzen, moeten wij kiezen wie wij willen zijn. Beide zaken zijn voor velen een (te) grote last. Herken je deze beschrijving van onze samenleving? In hoeverre delen ❯ christenen in die zoektocht? En kerken/gemeenten?
12
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Genesis 1:26 – 2:3 Evenbeeld: In de beschrijving van de schepping van de mens vinden wij de eerste en belangrijkste basis voor het ontdekken van onze identiteit. Genesis 1:26 vertelt ons dat wij bedoeld zijn als mensen die geschapen zijn naar het evenbeeld van God, als mensen die op Hem lijken. Nu is de verleiding groot te beginnen bij de mens en dan alles perfect en groot te maken om zo bij God uit te komen. Dat is dan ook het beeld dat velen van God hebben: een supermens. Maar dit vers geeft de omgekeerde richting aan. Mens worden is op zoek gaan naar wie God is en Hem als het ware kopiëren. Zo vader, zo zoon. Zo Schepper, zo schepsel. De mens is geroepen zich te spiegelen aan Hem, naar Wiens beeld hij gemaakt is. Het woord (even)beeld duidt op vertegenwoordiging. De mens wordt geroepen om namens God de aarde onder zijn gezag te brengen en te heersen over de vissen, de vogels en de dieren: zie vers 28. Het zijn taken die bij het scheppen horen. Maar deze taken heeft God gedelegeerd aan de mens: Zijn beeld, Zijn vertegenwoordiger. De wijze waarop de mens deze taken moet uitvoeren, is zoals God het zou doen: de mens moet daarin lijken op God. Zegenen: Het tweede aspect in deze verzen – belangrijk voor onze studie – is de zegening. Soms wordt zegenen versmald tot het uitspreken van goede woorden (naar de letterlijke betekenis van het Griekse woord voor zegenen). Hier in Genesis 1:28 wordt de zegen direct toegelicht en blijkt verbonden te zijn met bestemming, namelijk Gods bestemming voor mensen. Want ‘Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar, wordt talrijk, enz.’ God zegt niet alleen mooie woorden tegen de mens, maar geeft hen een opdracht èn de gaven en de mogelijkheden om die opdracht uit te voeren. Rusten: In Genesis 2:2,3 lezen wij dat God rustte. Het gaat hier natuurlijk niet om uitrusten, alsof God moe zou zijn van zijn werk. Letterlijk staat er dat God ‘sabbatte’ = stopte. Vervolgens zegende en heiligde Hij die zevende dag. De sabbat is dus een speciale, apart gezette dag. Anders dan de andere dagen. Deze verzen zijn de basis voor het Bijbelse sabbatsgebod. Wij kennen twee versies van dit gebod als onderdeel van de Tien Geboden: Exodus 20:9-11 waarin Israël God gedenkt als Schepper en Deuteronomium 5:12-15 waarin Israël God gedenkt als Verlosser. Lees Psalm 8 en leg deze naast Genesis 1:26-28. Wat doet het met jou ❯ dat God je met glans en glorie gekroond heeft?
Zo waren wij bedoeld
13
IDENTITEIT EN ROEPING Vanuit de scheppingsopdracht in Genesis 1:28 spreken gelovigen wel eens over het cultuurmandaat: de mens als rentmeester van de schepping. De verleiding is om in die opdracht ook de identiteit te zoeken. Je bent wat je doet. Zo introduceren wij onszelf aan elkaar: ik ben IT’er, ik ben moeder, ik ben... Maar als de mens geroepen is zich te spiegelen aan Zijn Schepper, dan blijkt de zevende dag iets te zeggen over zijn werkelijke identiteit. Want God blijft God als Hij stopt met scheppen. Het stoppen lijkt in zekere zin belangrijker omdat juist die zevende dag gezegend en geheiligd wordt. In menselijke termen zouden wij zeggen: eindelijk tijd voor ontmoeting, tijd voor ademhalen: zie Exodus 23:12. De sabbat neemt in het Jodendom een centrale plaats in. Joden tellen naar de sabbat toe. Dáár gaat het om in het leven. In Leviticus 23 staan de Bijbelse feesten beschreven. De eerste die genoemd wordt is de sabbat. Volgens de Joden dan ook de koningin onder de feesten. Zo ontdekt de mens pas werkelijk wie hij is in de ontmoeting met God. De eerste christenen vierden gewoon de sabbat, maar kwamen ook zondagochtend vroeg – voor de nieuwe werkdag – bij elkaar om de opstanding van Jezus te gedenken. De instelling van de zondag als vrije dag en dag van samenkomst kwam later en heeft te maken met de scheiding van kerk en synagoge. Tegenwoordig houden Joden die in Jezus Messias geloven meestal de sabbat en komen over het algemeen op de zaterdagmorgen samen. Hoe zie je de relatie tussen werk en vrije tijd tot het sabbatsgebod? ❯ Waaraan ontlenen wij als christenen onze identiteit?
DAGELIJKS LEVEN Iemand zegenen is iemand erkennen in zijn Goddelijke bestemming en hem/haar te helpen die bestemming te bereiken. Bemoedigen hoort daarbij en is iets dat binnen ons aller bereik ligt: lees ook 1 Petrus 3:9. Het tegenovergestelde, vervloeken, doen wij helaas soms ook. ‘Wat ben jij toch een sukkel!’ kan uit frustratie zomaar uit onze mond vallen. Bij kinderen en mensen die (nog) een zwakke identiteit hebben, kan een dergelijke sneer als een vloek overkomen. Wie in onze omgeving zou – al of niet onder handoplegging – een ❯ zegen goed kunnen gebruiken? Zegen ook regering, Israël en de volken!
14
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING In Genesis 1:27 lezen wij over de mens als mannelijk en vrouwelijk. Later in Genesis 2:21,22 lezen wij meer over de schepping van de vrouw. Ten onrechte concludeert men wel eens uit deze Bijbelgedeelten de superioriteit van de man ten opzichte van de vrouw. Maar juist de gelijkwaardigheid wordt hier benadrukt. De vrouw is de ‘tegenover’ van de man en wordt in het licht van de scheppingsopdracht de helper genoemd: Genesis 2:18. Vergeet niet dat God vele malen de Helper van de mens genoemd wordt in de Psalmen – ook weer met het oog op de scheppingsopdracht. Belangrijk om hier nog te vermelden is het feit dat de hoogste roeping van de mens niet is trouwen en kinderen krijgen, maar vertegenwoordiger van God zijn op deze aarde. Een onderwerp van kringgesprek zou kunnen zijn de veranderde positie van de vrouw (en ook de man) in onze samenleving als onderdeel van de moderne zoektocht naar identiteit. In de Bijbel lezen wij wel eens dat God gezegend wordt. Dat voelt in de Nederlandse christelijke cultuur niet respectvol. Men verwijst dan naar Hebreeën 7:7. Maar zegenen is meer dan een taak of opdracht meegeven. Het is ook erkennen wie de persoon is naar Gods bestemming. In dat licht is God zegenen, God erkennen in Zijn God-zijn. En dat is wat o.a. de Psalmist doet wanneer hij zegt: ‘Loof de HERE mijn ziel’, of in het Engels, ‘Bless the LORD oh my soul’ (Psalm 103:1). Bij de tafelliturgie op de vrijdagavond van de sabbat, steken de Joden twee kaarsen aan als herinnering aan de twee versies van het sabbatsgebod om God te gedenken als Schepper en als Verlosser. Tijdens die liturgie worden de vrouw en de kinderen en in sommige kringen ook de man en de gasten gezegend. De identiteit en roeping wordt in huiselijke kring zo wekelijks bevestigd. Rabbijnen spreken dan ook over de sabbat als doel van de werkweek: daar tel je naar toe. De werkweek is voor de sabbat. De sabbat is niet voor de werkweek.
Zo waren wij bedoeld
15
STUDIE
3 Deel van een gebroken wereld Sommige mensen geloven in de maakbaarheid van de wereld. Daar lijkt reden genoeg voor te zijn. Op het gebied van de gezondheidszorg hebben wij de laatste eeuw ongekende resultaten behaald. Datzelfde geldt voor de voedselproductie, de mobiliteit, de communicatie en nog veel meer. Nog nooit hebben wij zo comfortabel geleefd als in onze tijd. Zelfs de mens kan verbeterd worden, mits hij goede mogelijkheden krijgt voor educatie en er ruimte is voor zelfontplooiing. Andere mensen zijn somberder gestemd. Zij zien vooral de gebrokenheid van de wereld en wijzen op de keerzijde van de welvaart, de nog steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk en de nieuwe oorlogen.
❯ Waar herken jij je in? Wat stemt je hoopvol en wat stemt je somber? 16
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Genesis 3 Vers 1-6 De oorsprong van de gebrokenheid van de wereld vinden wij in dit hoofdstuk. In deze verzen lezen wij over een gesprek tussen de vrouw en de slang over het gebod van God in Genesis 2:16,17. Vergelijk de woorden van God met hoe Zijn woorden geciteerd en uitgelegd worden: • In Genesis 2:16 staat dat de mens van alle bomen mag ‘eten en eten’. Zie de Naardense Bijbel voor die toevoeging (‘van alle geboomte in de hof mag je eten en eten’), zoals het ook in het Hebreeuws staat (vergelijk ook de Staten Vertaling: ‘van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten’). Vergelijk dat eens met de weergave van het gebod door de slang of de vrouw in hoofdstuk 3. • Het tweede dat opvalt is de toevoeging op het verbod op het eten van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad door de vrouw in 3:3 – ze zou de vrucht zelfs niet mogen aanraken. • Het derde opvallende punt is het woord van God tegenover dat van de slang: sterven (2:17) of helemaal niet sterven (3:4). Het tragische van deze geschiedenis – die zich telkens herhaalt, tot op heden ook in ons – is dat de slang zijn verdraaide gelijk krijgt. Door in te gaan op het voorstel van de slang, gaat de mens fysiek niet direct dood. Het tweede verdraaide gelijk van de slang is dat op het moment dat wij bepalen wat goed en slecht is, wij de plaats innemen van de normsteller, dat is de plaats van God. En als wij bepalen wat goed en kwaad is, verheffen wij onszelf tot god. Maar als wij god zijn, houden wij op mens te zijn. Vers 15 Dit wordt wel eens de moederbelofte van het heil genoemd. De belofte van verlossing zit echter ‘verpakt’ in de vervloeking van de slang. Deze heeft zich voorgedaan als ‘vriend’ van de mens – door hem het ‘godgelijk zijn’ voor te spiegelen (vers 5). Het lijkt wel alsof de slang het voor de mens opgenomen heeft tegenover God die hem ‘klein zou willen houden’. Maar God maakt de ware bedoelingen van de slang openbaar en sticht vijandschap tussen hem en de vrouw. God zelf zal daardoor niet meer als de onderdrukker van de mens beleefd worden, maar als Verlosser en Vriend, wat Hij ook is. Lees nogmaals Genesis 3 en zet op een rij wat de gevolgen van de ❯ zondeval zijn. Herken je die in jezelf en in je omgeving?
Deel van een gebroken wereld
17
IDENTITEIT EN ROEPING Christenen leven in een gebroken wereld en ervaren die aan de lijve en ook in de kerk. Soms echter spreken zij over de wereld alsof deze niet meer bij hen hoort. Wel in de wereld, maar niet meer van de wereld (naar Johannes 17:15,16). Tja, dat is makkelijker beleden dan geleefd. Natuurlijk, christenen geloven in de kruisdood en opstanding van Christus voor de vergeving van hun zonden en hun rechtvaardiging. Zij geloven ook in de Heilige Geest die hen nieuw leven wil geven. Maar daarmee ‘zijn wij er nog niet’. Paulus schrijft daarover in 2 Korintiërs 5:6 ‘..[we weten] dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen.’ Christenen zijn gewone mensen, met hun gebreken en tekorten, die slechts verschillen van niet christenen door hun verbondenheid met Christus. En die verbondenheid behoort te resulteren in een andere kijk op zichzelf, de wereld en God, en in ander gedrag. Maar de weg is lang en wordt pas voltooid bij de komst van Christus die ‘zal ons armzalig lichaam gelijk maken aan zijn verheerlijkt lichaam’ Filippenzen 3:21. Hoe kijken wij naar ongelovigen? In welke omstandigheden ervaar je ❯ sterk de verbondenheid met de mensen in deze gebroken wereld en wanneer ervaar je dat je juist ‘niet van deze wereld’ bent?
DAGELIJKS LEVEN Wie leeft in een gebroken wereld kan niet zonder vergeving. Vergeving vragen is daarom een belangrijk onderdeel van onze gebeden. Dat leren wij onder meer uit het ‘Onze Vader’. Denk daarbij niet alleen aan de kleine wereld van ons persoonlijk leven, maar ook aan de grote wereld waar wij deel vanuit maken. Wij houden bijvoorbeeld met elkaar een onrechtvaardig economisch systeem in stand waardoor de kloof tussen arm en rijk nog steeds groeit en ‘unfairtrade’ nog steeds de wereldmarkten domineert. Heer ontferm u! Wij hebben niet ons brood gedeeld. Wij hebben niet omgezien naar de mens in nood. Heer vergeef ons. Heer herstel ons. Geef ons een hart dat bewogen is met de mensen in deze wereld. Vind je verootmoediging belangrijk in het christenleven? Hoe kun je ❯ daar vorm aan geven?
18
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING In de oorspronkelijke taal van het OudeTestament zijn er negen verschillende woorden voor zonde. Deze worden in onze vertalingen meestal niet consequent vertaald. De verschillende woorden worden gebruikt in bijgevoegde teksten en kunnen het beste als volgt vertaald worden: • Kwaad doen: Numeri 11:10, Exodus 5:23 • Recht krom maken: Psalm 32:2 en Job 33:27 • Rebelleren: 1 Koningen 12:19 en Jesaja 1:2 • Doel missen: Psalm 51:6,7b (zie Richteren 20:16 waar hetzelfde woord gebruikt wordt maar nu in de letterlijke, fysieke betekenis van het woord) • Schuldig zijn: Leviticus 4:13,22 en Genesis 26:10 • Dwalen: Ezechiël 34:6 en Psalm 119:21 • Weerspannig zijn: Deuteronomium 21:18 en Psalm 78:8 • Goddeloos handelen: 1 Koningen 8:47 en Daniël 9:15 • Opstandig zijn: Genesis 14:4 en 2 Koningen 18:7 Lees Romeinen 8:19-25. Deze verzen benadrukken het verband tussen zondeval van de mens en de gebrokenheid van de schepping. De NBV gebruikt het woord ‘zinloosheid’. Wij moeten voorzichtig zijn om de oorzaak van al het kwaad in het leven te verklaren en te herleiden tot een zonde. Ook de roep dat wij niet moeten vragen ‘waarom’ maar ‘waartoe’ gaat voorbij aan de zinloosheid waaraan de schepping is onderworpen. Enkele verzen later in Romeinen 8 lezen wij dat voor wie God liefheeft, alles bijdraagt aan het goede (vers 28). Let op: dit is geen verklaring, maar een belofte! De belangrijkste boodschap van Genesis 3:22-24 zijn twee zaken. Ten eerste dat de mens verdreven wordt van de tuin waar hij in harmonie met God en de schepping leefde. Het woordgebruik bevestigt het blijvend verlangen van de mens naar God! Het tweede is dat de weg naar de levensboom wordt bewaakt. Dit kan negatief geïnterpreteerd worden (zie vers 22), maar ook positief: de weg wordt bewaard tot Openbaring 2:7 en 22:14. Jezus heeft als geen ander de gebrokenheid van deze wereld in de ogen gezien. Het begon al bij Zijn geboorte. Een verschrikkelijke kindermoord vond plaats naar aanleiding van Zijn komst. Aan het eind van Zijn leven werd Hij gekruisigd. Hij kan meevoelen met mensen die zich van God verlaten weten – hoe onbegrijpelijk dit ook klinkt. We lezen dit in Psalm 22:2 en Matteüs 27:46.
Deel van een gebroken wereld
19
STUDIE
4 God roept – de mens antwoordt Roeping lijkt iets voor specialisten. In de kerk zijn dat de voorgangers en zendelingen. Die zijn geroepen. Maar roeping geldt voor iedereen. De Bijbel staat er vol van. Als je daarin een woordstudie doet over ‘roeping’ of ‘geroepen’ kom je al snel tot de conclusie dat heel het christenleven een antwoord geven is aan de roepstem van God. Wij worden geroepen om heilig te leven, in liefde te wandelen enz. Toch horen wij graag ook Gods stem over de opleiding die bij ons past of welke levenspartner Hij geschikt vindt. Maar meer dan enkele principes om tot verantwoorde keuzes te komen lijkt de Bijbel niet te geven. Wat betekent roeping voor jou? Hoe zie je de roeping die op jouw ❯ leven rust? Kun je daar met anderen over praten?
20
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Genesis 12: 1-3 Vers 1 Abram werd geroepen. Hij moest wegtrekken, afscheid nemen en alles loslaten wat hem bekend was, om te gaan naar het land dat God hem zou wijzen. Een ander land betekent andere gewoonten. Andere relaties. Een ander leven dus. Maar in het leven van Abram wordt het andere niet door de nieuwe omgeving bepaald. Het andere wordt bepaald door God. Hij is de Andere. En dat andere land is Zijn land. Als Abram weggeroepen wordt uit Ur, het tegenwoordige Irak, wordt hij vreemdeling. En vreemdeling blijft hij heel zijn verdere leven. Daar wordt hij pijnlijk bij bepaald als zijn vrouw Sara overlijdt en zij begraven moet worden: Genesis 23:4. Maar door de stem van God te volgen, komt hij wel ‘thuis’ bij de Allerhoogste, zodat hij zelfs vriend van God genoemd wordt: 2 Kronieken 20:7, Jesaja 41:8 en Jacobus 2:23. Toch blijft hij ook bij God in zekere zin een vreemdeling: lees Leviticus 25:23. Vers 2 De belofte die wij hier lezen lijkt veel op de woorden in Genesis 1:28. God zelf gaat dus er voor zorgen dat Abram tot zijn bestemming komt: vermenigvuldigd en gezegend. Maar daarvoor moet hij wel gaan en antwoord geven op de roepstem van God. Vers 3 De belofte van vers 2 komt nu in een breed toekomst perspectief te staan. De zegen blijkt niet een exclusieve uiting van Gods liefde voor Abram te zijn. Gods zegen aan Abram sluit anderen niet uit. Het gaat Hem om alle geslachten, alle volken. Hij heeft Zijn wereld lief. Let even op met de NBV vertaling: ‘Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij’, zou gelezen kunnen worden als een afstandelijke, misschien wel jaloerse blik van de volken op Abram. Maar de alternatieve vertaling in de voetnoot van de NBV helpt ons: ‘Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’ Abram heeft een taak richting de volken. En de volken moeten bij Abram zijn voor hun zegen. Dan komt het goed. 11:13 en 14. Wat betekent ‘je thuis voelen’ in deze wereld ❯ enLeestochHebreeën ook weer niet. Waarin moeten wij loskomen van onze cultuur?
God roept – de mens antwoordt
21
IDENTITEIT EN ROEPING Joden, christenen en moslims erkennen in Abraham hun aartsvader. De Joden wijzen op de geslachtslijn via Izaäk en Jakob. De christenen trekken deze door naar Jezus. De moslims wijzen op een andere lijn: die van Abraham naar Ismaël. Maar identiteit en roeping horen bij elkaar. In Genesis 17:7 lezen wij ‘Ik zal jouw God zijn.’ En daar gaat het om. God wil onze God zijn. Om duidelijk te maken wat dat betekent, roept Hij één man. En na Abraham is het Izaäk. Niet dat Ismaël onbelangrijk is of niet gezegend wordt. Integendeel: lees bv. Genesis 17:20. Maar om duidelijk te maken waar het om gaat ‘investeert’ God als het ware eerst in een kleine groep, kiest een geslachtslijn en roept een volk. Zo moeten wij ook Genesis 21:12 lezen ‘alleen de nakomelingen van Izaäk zullen gelden als jouw nageslacht.’ Het gaat niet om uitsluiten van anderen, maar om een focus die ten goede van allen komt. Romeinen 3:28, 29 bevestigt dit: ‘Is God soms alleen de God van de Joden en niet die van de heidenen? Zeker ook die van de heidenen, want er is maar één God’. Vervolgens schrijft Paulus in Romeinen 4 uitgebreid over het geloof van Abraham en ons geloof in Christus. Vaak worden de verschillen benadrukt. Zoek nu eens naar het ge❯ meenschappelijke tussen ons christenen, en Joden en moslims.
DAGELIJKS LEVEN Ga! Soms blijven wij liever zitten omdat het bekend terrein is en veilig voelt. Maar zo kunnen wij wel eens ons levensdoel missen. In navolging van Abraham worden wij uitgenodigd om in beweging te komen omdat God ons roept. Dat kan ook betekenen dat wij onze vertrouwde omgeving loslaten: onze baan, woonplaats, land, of wat ons ook maar veiligheid biedt. Daar is moed voor nodig. Dat hebben wij niet altijd. Maar wij zijn niet alleen. Controleer eerst of het werkelijk God is die je roept. Vraag dan om moed door de Heilige Geest en steun van mensen in je omgeving. En ga! Spreek met elkaar over zending. Is dat iets wat jou persoonlijk en ❯ jouw gemeente bezighoudt? Kennen wij zendelingen die onze steun misschien nodig hebben?
22
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING De eerste woorden die God tegen Abram zegt in Genesis 12:1 zijn Lech-Lecha. Dat betekent zo iets als GA JIJ. Wij komen die woorden nog een keer tegen in Genesis 22:2. Opnieuw moet Abraham gaan naar onbekend terrein, een berg die God hem gaat wijzen. Opnieuw een eenzame weg. En dat is ook wat er doorklinkt in Lech-Lecha. Soms moet je alleen je weg gaan. Met ‘slechts’ God aan je zijde. Dat zegen en vloek voor de volken bepaald wordt door hun verhouding tot Abram (Genesis 12:3), wordt al direct in zijn leven door twee merkwaardige voorvallen bevestigd: Genesis 12:10–20 en Genesis 20. De belofte “Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken” betekent dat respectievelijk de farao en Abimelech vervloekt worden als zij Gods bestemming van Abram met Saraï blokkeren, ook al hebben zij daar vanwege hun onwetendheid zelf niet direct schuld aan. Rechtspraak heeft in de Bijbel altijd met Gods bedoelingen en wetten te maken. Gods roeping gaat verder via Jakob en zijn twaalf zonen. En dan wordt Gods volk ‘geboren’ – heel kenmerkend – vanuit de slavernij in Egypte. Zo lezen wij in Exodus 6:7 ‘Ik zal jullie aannemen als mijn volk, en ik zal jullie God zijn.’ Gezien vanuit de belofte aan Abraham wordt Israël nu de eerste van alle volken. De eerste is Bijbels gezien ook de vertegenwoordiger. Dat is ook de betekenis van Gods woorden via Mozes aan farao in Exodus 4:22: ‘Israël is Mijn zoon, Mijn eerstgeboren zoon.’ Trots zijn op je afkomst maakt je niet tot wie je bent en brengt je ook niet tot je bestemming (vergelijk Johannes 8:39). Identiteit en roeping kunnen wij niet los zien van elkaar. Het gaat om het leven met God. In Genesis 17:1 krijgt Abraham concreet die opdracht: ‘Leef in verbondenheid met Mij’. Aan de andere kant is eenzijdig bezig zijn met jouw roeping ook niet gezond. Alsof de wereld met jou begonnen is. Je hoort niet alleen bij Jezus omdat je doet wat Hij zegt. Maar ook omdat mensen jou van Hem hebben verteld, je hebben voorgeleefd wat de bedoeling is en je meenemen (en vasthouden!) op onze gezamenlijke pelgrimstocht door het leven. Lees, spreek er met elkaar over en zing het lied ‘Door de wereld gaat ❯ een woord’ (Evangelische Liedbundel 263).
God roept – de mens antwoordt
23
STUDIE
5 Normen en waarden Het onderwerp ‘normen en waarden’ is belangrijk in een samenleving die haar weg zoekt. Nieuwe immigranten nemen hun cultuur mee dat ons volk een andere kleur geeft. Soms is dat bedreigend. Soms verrijkend. Christenen zeggen hun normen en waarden uit de Bijbel te halen. Die zou boven aardse culturen staan. Maar dat deze niet altijd gemakkelijk te definiëren zijn, blijkt wel uit het feit dat de kerken onderling over dit onderwerp soms sterk kunnen verschillen. Welke normen en waarden in onze kerk/gemeente zijn wel goed, ❯ maar Bijbels gezien niet absoluut?
24
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Exodus 19:1-6 en 20:1-7 19:1 Dit vers brengt rabbijnen tot de conclusie dat het volk Israël vijftig dagen na de uittocht de wet op de berg Sinaï heeft ontvangen. Tellend vanaf de ‘geboorte’ van Israël bij de uittocht (Exodus 12 en 13) is Israël pas echt volk als het vijftig dagen later de wet ontvangt. 19:5 en 6 God stelt hier voorwaarden aan ZIJN volk: luisteren en handelen naar Gods roeping. Alle volken behoren Hem toe, maar Israël moet het voorbeeldvolk zijn. Door de woorden van God ter harte te nemen en het verbond met Hem te koesteren, nemen zij een priesterfunctie in, bemiddelend tussen God en de volken. Twee andere woorden zijn van belang in dit verband: ‘koninkrijk’ en ‘heilig’. Het Bijbelse begrip ‘koninkrijk’ verwijst in eerste instantie naar een koning die regeert over zijn rijk, pas in tweede instantie gaat het over land met grenzen. Door Hem te gehoorzamen, regeert God over Israël. Maar in combinatie met de priesterfunctie, betekent dit ook Israëls regering over de volken. Dat gebeurt wanneer de Messias als Koning van Israël regeert. In die verwachting vroegen de discipelen ook aan Jezus ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Handelingen 1:6. Zie verder Psalm 2:6 e.v.a. Het woord ‘heilig’ betekent dat Israël apart is gezet voor deze roeping en taak. 20:2-17 Deze beroemde tien geboden beginnen met een proclamatie: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.’ God leren kennen gebeurt ten diepste door de ontmoeting met Hem. Israël leerde God eerst kennen door de bevrijding. Nu volgt een nadere kennismaking. De tien geboden maken Gods normen en waarden bekend aan Israël. Een bijzonder gebod in het verband van deze studie is Exodus 20:12: ‘Toon eerbied voor uw vader en uw moeder’. Kinderen leren hun ouders in eerste instantie kennen door de ontmoeting. Pas later krijgen zij instructies voor het leven. Wat Gods normen en waarden zijn, leren kinderen in de eerste plaats van hun ouders. Dat is ook de achtergrond van dit gebod. Wat kunnen wij van het wezen van God ontdekken bij de bestudering ❯ van de tien geboden?
Normen en waarden
25
IDENTITEIT EN ROEPING De woorden in Exodus 19:6 ‘Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk’, komen wij ook tegen in 1 Petrus 2:9. Hier zijn die woorden gericht aan ‘de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid … wonen’ (1 Petrus 1:1). Dat zou kunnen duiden op Joodse volgelingen van Jezus die in de verstrooiing leven en zijn normen en waarden toepassen. Zij zijn een koninkrijk van priesters. Ook de uitspraak in 1 Petrus 2:10 wijst in die richting ‘Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk’. Het zijn woorden uit Hosea 2:23 die gaan over het volk Israël dat zich bekeert van afvalligheid. Toch lijkt het verband van de gehele Petrus brief ons aan te moedigen om het koninkrijk van priesters breder te interpreteren en allen die Jezus gehoorzamen daarin te betrekken. Zie ook Openbaring 1:6; 5:10 en 20:6. Dit betekent niet dat Israël dat niet in Jezus gelooft heeft afgedaan en de kerk nu in plaats daarvan het koninkrijk van priesters is. Lange tijd is deze vervangingsgedachte ten onrechte in kerken gepreekt. Alleen al de zonden in geschiedenis van de kerk en onze eigen tekorten, bewijzen dat wij dat koninkrijk nog lang niet zijn. Het enige dat wij hier op grond van de Bijbel kunnen zeggen is dat zij die in Jezus geloven en Zijn normen en waarden zoeken, bij Israël zijn ingelijfd. Samen worden zij door genade aangezegd ‘u bent een koninkrijk van priesters, een heilige natie.’
❯ Hoe kan de wereld zien dat wij een koninkrijk van priesters zijn? DAGELIJKS LEVEN Het leren in onze cultuur ging via het woord. Vandaag erkent men niet alleen het belang van het beeld, maar vooral ook de actieve participatie. Je leert door het te doen. Lees in dat verband de woorden van Israël bij de verbondssluiting nadat zij de wet hebben ontvangen en gehoord: Exodus 24:7 ‘Alles wat de HEER gezegd heeft zullen wij ter harte nemen.’ Letterlijk staat er (zie daarvoor o.a. de Naardense Bijbel) ‘al wat de ENE heeft gesproken zullen wij doen en willen we horen!’ Eerst doen en dan horen. Dat betekent dat gehoorzamen voorop gaat en het horen in de zin van verstaan, daarna komt. Dat moeten soms ook onze kinderen wel eens horen: ‘doe het nu gewoon omdat ik het zeg! Wissel ervaringen met elkaar uit over doen en horen. Wanneer ging je ❯ iets van de Bijbel beter verstaan nadat je het gedaan had?
26
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Het begrip Normen en waarden werd in juli 2002 in de Nederlandse politiek opnieuw geïntroduceerd. Later in 2004 organiseerde Premier Balkenende een Europese conferentie rond het begrip. In België werd een “commissie ter invulling van de cursus maatschappelijke oriëntatie” opgericht met als doel te bepalen wat de gemeenschappelijke normen en waarden van de Vlaamse maatschappij zijn, opdat deze zouden kunnen worden verwerkt in een uniform werkboek Maatschappelijke Oriëntatie. De commissie legde de klemtoon op vijf zogenaamde “hoofdwaarden”: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, respect en burgerschap. Het feest van de ‘geboorte’ van Israël is Pesach. Lees Exodus 12 voor de instelling van het Pesachfeest. Maar Israël is pas echt een volk als het de wet ontvangen heeft. De Joden spreken dan ook over het onlosmakelijk verband tussen Pesach en Sjavoeot, het feest dat de wetgeving viert vijftig dagen na Pesach. De tijd daartussen wordt verbonden door de zgn. ‘omertelling’. Het Sjavoeot (letterlijk ‘wekenfeest’) is één van de drie grote feesten van Israël: Pesach, Sjavoeot (= Pinksterfeest) en Soekot (= Loofhuttenfeest). Deze staan met de andere feesten beschreven in Leviticus 23. De drie grote feesten staan nogmaals in Deuteronomium 16 beschreven. Deze drie feesten zijn oogstfeesten waarvoor het verplicht was naar Jeruzalem te gaan om van de oogst aan God te geven. De feesten worden dan ook pelgrimsfeesten genoemd. Daarnaast hebben de feesten ook allen een tweede doel: om Gods verlossing te gedenken (Pesach), om de wetgeving te gedenken (Sjavoeot) en om Gods voorzienigheid te gedenken (Soekot). Het Hebreeuwse woord voor wet is Tora. Dat woord is afgeleid van het werkwoord Yara dat gooien, werpen betekent. Tora is datgene wat richting geeft: dáár moet je naar toe, dáár waar ik nu deze bal naar toe gooi. In onze cultuur kan ‘wet’ negatief beleefd worden, als onderdrukkend, wat gericht is op ‘verboden’. Maar Tora is positief bedoeld, ter bescherming van het leven met God en elkaar. Een betere vertaling van Tora is daarom ‘Richtsnoer’. Tora, Richtsnoer voor het leven. Zo heeft God Zijn wet bedoeld.
Normen en waarden
27
STUDIE
6 Geestelijke strijd rond identiteit Heel veel problemen rond identiteit worden veroorzaakt door het geloof in leugens over onszelf. Jezus noemt de duivel de vader van de leugen. In deze studie wordt de duivel ontmaskerd. Dan blijkt hij akelig dichtbij en actief te zijn. Niet alleen in individuen, maar ook in kerken en gemeenten en in Israël. Hoe kijk je naar anderen? Wat geloof je wel en wat niet? Wie vertrouw je? Wij neigen veel gewicht te geven aan onze eigen waarneming en inzicht. Toch weten wij dat niet alles is wat het lijkt. Hoe verhoudt zich de identiteit van de gemeente als Lichaam van ❯ Christus zich tegenover de identiteit van Israël als volk van God? Herkennen wij een geestelijke strijd hierover?
28
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Openbaring 12 Vers 1 De beschrijving van de vrouw doet denken Jozef’s droom in Genesis 37:9 waarin de zon (= vader Jakob), de maan (= moeder Rachel) en elf sterren (= de broers van Jozef ) zich neerbogen voor hem de twaalfde ster. Het ligt daarom voor de hand om de vrouw in dit vers, bekleed met de zon, de maan en twaalf sterren te zien als bekleed met de aartsvaders en –moeders, de belichaming van Israël. Vers 3-6 Een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon, staat voor de vrouw die gaat bevallen van een zoon. Doodsangst en paniek zouden normale reacties van de vrouw zijn. Maar daar lezen wij niet over. Wel over Goddelijk ingrijpen. In vers 5 wordt het kind weggevoerd naar Gods troon en in vers 6 krijgt de vrouw een schuilplaats van God in de woestijn. Vers 7 Er is oorlog tussen deze draak met zijn ‘engelen’ en Michaël en zijn engelen. Michaël is een bekende uit het boek Daniël: zie Daniël 10:13, 21 en 12:1. Hij wordt daar de vorst van Israël genoemd. Je zou hem als de beschermengel van Israël kunnen zien. Gods plan met Israël en de volken wordt hoe dan ook gerealiseerd. God zelf zorgt daarvoor en schakelt zelfs de grote engelenmachten in. Vers 9 De draak wordt overwonnen en ontmaskerd. De vier namen maken duidelijk met wie wij te doen hebben: Draak = terrorist, hij die angst aanjaagt. Zie Openbaring 12:4b; Slang = verleider, hij die met een kleine verdraaiing, de zaken aantrekkelijk aan je voorschotelt. Zie Genesis 3:5; Duivel = intrigant, hij die verdeeldheid zaait. Het Griekse woord is ‘dia-bolos’ = ‘uiteen-werper’; Satan = tegenstander, hij die beschuldigt. Zie Job 1:9; Zacharia 3:1-5. Vers 11 De overwinning van Michaël staat niet los van de geestelijke strijd van ‘de broeders en zusters’. In dit vers staat dat zij hem hebben overwonnen dankzij het bloed van het lam (voor de vergeving van zonden) en dankzij hun getuigenis. Bij dat laatste denken wij vooral aan de oorspronkelijke betekenis van ‘getuigen’ zoals we dat lezen in Handelingen 1:8. De leerlingen getuigen – als in een rechtszaal – van wat zij gezien en gehoord hebben: Jezus, de gekruisigde is opgestaan. De derde reden van hun overwinning is het feit dat zij niet aan het leven gehecht waren en hun dood aanvaard hebben (zie Matteüs 16:24).
❯ Wat is de centrale boodschap van dit visioen? Geestelijke strijd rond identiteit
29
IDENTITEIT EN ROEPING De vrouw wordt geïntroduceerd bekleed met de zon, met de maan aan haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. Afbeeldingen van Maria zijn soms door dit beeld geïnspireerd. Dat zij met deze vrouw geassocieerd wordt, ligt voor de hand vanwege vers 5, de zoon die zij baart, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden: zie de Messiaanse Psalm 2:9. Maar uit het verband blijkt het beeld breder te zijn: die van het volk Israël. De vrouw wordt vervolgd. Dat kan niet zozeer gezegd worden van Maria persoonlijk, maar wel van Israël en de kerk. Denk bij de vervolging niet alleen aan het ‘vrome’ deel van Israël en de kerk. Ook het niet gehoorzame deel staat onder vuur van de boze. In Matteüs 23:37-39 staat: ‘Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! ….Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Dat betekent dat er strijd is om het Joodse volk in de erkenning van de Messias. Maar de inhoud van de Nieuwtestamentische brieven laat een soortgelijke strijd om de kerk zien in de gehoorzaamheid aan Jezus.
❯ Op welke wijze manifesteert zich de strijd rond Israël vandaag? DAGELIJKS LEVEN Geestelijke strijd speelt zich niet alleen af in culturen waar men nog demonen ziet. Ook in onze ‘verlichte’ cultuur, zelfs in de kerk en persoonlijk christenleven is er geestelijke strijd gaande. Een belangrijk gedeelte in de Bijbel over dit onderwerp is Efeziërs 6:10-20. Het staat geschreven in het verband van het gemeenteleven. Daar vindt dus strijd plaats. De wapenrusting is dan voor de gemeente om aan te doen. Let op: de individuele soldaat is kwetsbaar, maar soldaten in de opstelling van het Romeinse leger waarin allen de wapenrusting dragen, staan sterk! naar tactieken die de duivel in onze maatschappij en ❯ inZoekonzemetkerkelkaar gebruikt om mensen te verleiden. Kijk nog eens naar zijn vier namen in de studie.
30
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Openbaring 12 is een weergave van een visioen dat niet alle belangrijke aspecten van de heilsgeschiedenis weergeeft. Zo ontbreekt de uittocht uit Egypte en de kruisiging en opstanding van Jezus. Dus pas op voor het teveel uitdiepen van de details van het beeld en zoek de centrale boodschap. Aandacht voor de vervolgde kerk en voor Israël horen bij elkaar. Beiden zijn instrument van God in Zijn plan om de scheppingsorde te herstellen. Het is uiterst pijnlijk te moeten constateren dat de kerk in de loop van de eeuwen zelf de vervolger van Israël is geweest. Informatie over hulp aan vervolgde christenen: Open Doors, zie www.opendoors.nl en Jubilee Campaign, zie www.jubileecampaign.nl Zie voor hulp aan Israël de diverse organisaties verenigd in het zgn. Israël Platform: www.israelplatform.nl In de PKN kerkorde en ordinantie staat geschreven dat zij het inzicht in en bestrijding van antisemitisme wil bevorderen (ordinantie 1, artikel 2). Wij zien drie redenen voor alle kerken om zich hierbij aan te sluiten: a. antisemitisme is zonde, b. de kerk – oost en west – heeft in de geschiedenis actief bijgedragen aan de ontwikkeling van antisemitisme, c. de kerk is door het geloof in de Jood, Jezus Christus onlosmakelijk verbonden met het Joodse volk. Zie voor tips voor het bestrijden van antisemitisme in de media de website van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël www.cidi.nl Soms hoor je christenen zeggen dat zij kritiek op Israël mogen hebben, want zij doen dat als vriend. Dit is een discutabele uitspraak in het licht van de kerkgeschiedenis én in het licht van Israëls houding tegenover de kerk en christenen. Zij mogen Israël dan wel als vriend beschouwen, Israël beschouwt de kerk nog lang niet als zodanig! In de maanden februari/maart viert Israël het jaarlijkse Poerim feest. De instelling staat beschreven in Esther 9:18-32. Kinderen verkleden zich als Esther, Mordechai of Haman. In de synagogen leest men het boek Esther waarbij tijdens het lezen van de naam Haman luid gejoeld of met ratels herrie gemaakt wordt. Bij het horen van de naam van Mordechai juichen de aanwezigen. Ook worden maskers gedragen. Sommigen zien dat als verwijzing naar het ontbreken van de naam van God in het boek Esther. Hij werkt in verborgenheid. Poerim is het feest van de overwinning op de Jodenhater Haman en anderen die hem daarin gevolgd zijn.
Geestelijke strijd rond identiteit
31
STUDIE
7 Aanhangers van een omstreden Koning Iemand is omstreden als hij niet door iedereen erkend wordt, of als hij een twijfelachtige reputatie heeft. Christenen volgen Jezus Christus. Hij is een omstreden Koning. Omstreden, omdat Zijn reputatie in twijfel wordt getrokken (bv. in het boek van Paul Verhoeven over Jezus of de Da Vinci code van Dan Brown) en omdat Hij ‘slechts’ door één derde van de wereldbevolking erkend wordt als Koning. Van nature staan wij bij voorkeur aan de kant van de meerderheid of tenminste aan de kant van de onomstreden waarheid. Maar als je deze Koning wilt volgen krijg je geen sluitende bewijzen en heb je de meerderheid niet altijd aan je zijde. Wat je nodig hebt is vertrouwen en overgave.
❯ Hoe is het om bij een minderheid te horen?
32
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Johannes 18:33-38 Vers 33-35 De vraag van Pilatus ‘Bent u de koning van de Joden?’ was een reactie op de aanklacht van de hogepriester Kajafas. Hij stuurde Jezus naar Pilatus (vers 28). De veroordeling van Jezus door Kajafas staat niet in het Johannes evangelie beschreven, maar wel in o.a. Matteüs 26:63-66. Alleen staat daar niet direct de aanklacht dat Jezus claimt de koning van de Joden te zijn. Wel lezen wij dat Jezus tijdens het proces Zichzelf identificeert met de Mensenzoon die komt op de wolken van de hemel: een verwijzing naar Daniël 7:13 en 14. Deze Mensenzoon werd (en wordt nog steeds) in het Jodendom beschouwd als de komende Messias: de Koning van de Joden. Deze claim van Jezus vormde dus de aanklacht tegen Hem. Want Jezus kon in de ogen van de Joodse geestelijke leiders nooit de Messias zijn. Hij was kritisch op bv. de sadduceeën, de verschillende mondelinge overleveringen en had gesproken over de verwoesting van de tempel. Ook bleek hij niet van plan het Romeinse regime omver te werpen. Het was voor de hogepriester een strategische zet om juist deze claim van Jezus om te zetten in de aanklacht voor Pilatus. Want iemand die claimt koning te zijn, is een potentiële bedreiging voor de Romeinen en zou daarom veroordeeld moeten worden. Vers 36 ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld.’ Dat maakt Jezus duidelijk door te wijzen op het feit dat Zijn volgelingen Hem niet met geweld verdedigd hebben. Macht door geweld hoort bij het koningschap van deze wereld. Vers 37 Jezus is gekomen om van de waarheid te getuigen. Dat is het kenmerk van Zijn koningschap. Hij leefde volgens de wet zoals God het bedoeld heeft en accepteert geen schijnheiligheid en compromissen. Hij kwam om de wet en de profeten te vervullen (Matteüs 5:17) en zo te getuigen van de waarheid. Waarheid is een belangrijk thema in het Johannes evangelie, dat daarin 25 keer voorkomt. Vers 38 Pilatus reageert met de vraag: ’wat is waarheid?’ Daar zouden wij de vraag in kunnen horen of er wel zoiets bestaat als objectieve of absolute waarheid. Maar het is waarschijnlijker dat Pilatus waarheid minder belangrijk vindt dan zaken als bv. vrede in de stad en waardering van anderen. Wat dat betreft zou hij in onze cultuur passen. Iedereen mag tegenwoordig zijn eigen waarheid hebben. Jezus kwam om te getuigen van de waarheid (vers 37). Wat zou dat ❯ kunnen betekenen in het licht van bv. Johannes 8:32 en 14:6?
Aanhangers van een omstreden Koning
33
IDENTITEIT EN ROEPING Wij zijn aanhangers van een omstreden koning. Dat werd al duidelijk bij de veroordeling van Jezus. Pilatus vroeg de hogepriesters: ’Moet ik uw koning kruisigen?’ Daarop antwoordden zij hem: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer.’ (Johannes 19:15) Natuurlijk, de eersten die Jezus wel erkenden als hun Koning waren ook Joden. Onder hen bevonden zich later vele priesters (Handelingen 6:7) en Farizeeën (Handelingen 15:5). Maar de meerderheid van de Joden erkende Jezus niet. Tot op de dag van vandaag is dat nog steeds het geval. Dat blijft een pijnlijke zaak voor christenen die de verbondenheid met Israël zoeken. Het hart van die verbondenheid is toch Jezus. Hij is Jood. In Israël wordt over het algemeen een Jood die in Jezus gelooft niet meer als Jood gezien. Hij is overgegaan naar een andere godsdienst. Maar Bijbels gezien is dat niet correct. Het christendom is van oorsprong een Joodse godsdienst. Jezus is de vervulling van beloften die aan Israël gegeven zijn. Als wij de verbinding met dat volk loslaten, kunnen wij ook geen aanspraak meer maken op de beloften aan dat volk. Want de toekomst voor christenen heeft alles te maken met het koningschap over Israël (zie Handelingen 1:6). Hoe zou onze verbondenheid met het Joodse volk tot uitdrukking ❯ kunnen komen ?
DAGELIJKS LEVEN De meeste christenen merken in hun omgeving dat Jezus Christus omstreden is. Dat is op z’n minst gezegd niet leuk. Bij zulke ervaringen zijn twee zaken belangrijk om staande te blijven. Ten eerste, onthoud wat Jezus zelf gezegd heeft: ‘Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze mij eerder haatte dan jullie.’ (Johannes 15:18) Ten tweede, realiseer je dat de kerk en individuele christenen door hun gedrag soms aanleiding gegeven hebben tot afwijzing. Ons getuigenis zou dan ook vooral op de persoon van Christus gericht moeten zijn. Wijzelf hebben de waarheid niet. Hij is de waarheid. Deel met elkaar ervaringen van afwijzing door onze omgeving van❯ wege ons geloof in Jezus Christus. Bidt voor het christelijk getuigenis thuis, op school en op ons werk.
34
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Tijdens het leven van Jezus op aarde wilde het volk hem tot koning maken. Dat gebeurde bv. in Johannes 6:15 maar Jezus trok zich toen terug. Later in Johannes 12:12-18 leek Jezus mee te gaan werken aan Zijn kroning, een gebeurtenis die de kerk gedenkt op Palmzondag. Uit de parallelle Bijbelgedeelten kunnen wij opmaken dat Jezus zelfs aanstuurde op deze intocht. Zie bv. Matteüs 21:1-11. Toch liet Hij zich ook toen niet kronen, maar wel als messiaanse koning verwelkomen om te laten zien dat Hij degene is waar de profeten van spreken: met name Psalm 118:25-26 en Zacharia 9:9. De Joden hadden blijkbaar een terechte Messiasverwachting van Jezus. Alleen moest Hij eerst lijden en sterven en gekroond worden met een doornenkroon. De kroning als Koning van de Koningen komt later. Deze weg via het kruis is en blijft voor Joden een ‘aanstoot’: 1 Korintiërs 1:23. ‘Messias’ (Hebreeuws) en ‘Christus’ (Grieks) betekenen beide ‘Gezalfde’. In het Oude Testament werden zowel de koning als de hogepriester bij hun ambtsaanvaarding met olie gezalfd. In het Jodendom wordt met Messias de persoon bedoeld die bezield door God en Gods macht, het Joodse volk zal verlossen en een schitterend nieuw tijdperk van geluk voor de hele mensheid op aarde zal inleiden. Deze Messias is in het Jodendom geen bovennatuurlijk wezen en zeker niet goddelijk. Bijbelgedeelten die door Joden en christenen gezien worden als Messiaanse profetieën, lijken in eerste instantie te wijzen op een (bijzonder) mens: Jesaja 11:1-5 en Daniël 7:13-15. Veel orthodoxe Joden waren in twijfel toen de Joodse staat Israël door seculiere zionistische Joden werd gesticht in 1948. Naar hun overtuiging moest eerst de Messias komen en hij zou leiding geven aan de terugkeer van de Joden en de oprichting van de theocratische staat Israël. Dit verklaart waarom nog steeds een groep ultraorthodoxe Joden tegen deze huidige staat Israël zijn. Op het kruis waar Jezus hing, liet Pilatus een bord plaatsen met daarop de beschuldiging in drie talen: Jezus van Nazaret, Koning van de Joden (Johannes 19:19). Op afbeeldingen zien wij soms de letters INRI staan. Deze zijn de eerste letters van de Latijnse woorden: Jesus Nazarenus Rex Judaeorum.
Aanhangers van een omstreden Koning
35
STUDIE
8 Getrouwd met God Het Joods-christelijke huwelijk is een verbond waarin de partners onvoorwaardelijk tegen elkaar zeggen: ‘ik ben van jou en jij bent van mij’. Veel mensen hebben het idee dat het huwelijk bedoeld is om eenzaamheid op te heffen of om voor nageslacht te zorgen. Maar Bijbels gezien is het belangrijkste doel van het huwelijk om een afspiegeling te zijn van Gods relatie met Zijn volk. Hoe sta je tegenover het doel van het huwelijk zoals hierboven be❯ schreven staat.
36
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Jeremia 31: 31-37 Vers 31 God gaat in de toekomst opnieuw een verbond sluiten met het volk van Israël en het volk van Juda. Het gaat hier over het tienstammenrijk (Israël) dat door Assyrië in ballingschap is weggevoerd en over het tweestammenrijk (Juda) dat door Babylonië in ballingschap weggevoerd zou worden. Opvallend is dat de Heer spreekt over een nieuw verbond. Dit is de enige plaats in het Oude Testament waar over een nieuw verbond gesproken wordt. Toen Jezus tijdens het Pesachmaal, vlak voor Zijn dood, sprak over het nieuwe verbond in Zijn bloed, werden Zijn leerlingen direct bij Jeremia 31:31 bepaald. Vers 32 Hier geeft God aan dat het nieuwe verbond anders zal zijn dan het vorige verbond dat Israël verbroken heeft. Bijzonder om te lezen dat God hen ‘getrouwd’ had (zie daarvoor de SV). Het beeld dat God met Israël een huwelijk was aangegaan, komt veelvuldig voor in de Bijbel. Zie bv. Jesaja 54:5, Jeremia 2:2, Hosea 2:18 en 19. Dat het huwelijk tussen man en vrouw door God als een verbond wordt beschouwd, komt duidelijk tot uitdrukking in Maleachi 2:14 ‘de vrouw van uw verbond’ (SV). Vers 33 en 34 De inhoud van het nieuwe verbond is dezelfde als die van het oude verbond: de wet. Het nieuwe aspect van dit verbond is echter dat God zelf ervoor gaat zorgen dat Zijn volk, Zijn vrouw, Hem trouw zal kunnen en willen zijn door de wet in de harten van het Joodse volk te schrijven. Een verandering van binnenuit, door Zijn Geest. Je leest daar ook over in Ezechiël 36:26 en 27: ‘Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven... Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn wetten leven en mijn regels in acht nemen.’ Op het jaarlijkse Pinksterfeest vieren de Joden de wetgeving op de Sinaï. Wat bijzonder dat tijdens het eerste Pinksterfeest na de opstanding van Jezus, de Heilige Geest werd uitgestort! Vers 35-37 Met een verwijzing naar de natuurwetten en het onpeilbare van de schepping wordt duidelijk gemaakt dat Gods verbond met Israël nooit door Hem verbroken zal worden. Zelfs de ontrouw van Israël kan Gods trouw niet ongedaan maken. Dat is het wonder van het evangelie. In welk opzicht lijkt een getrouwde man op God, in welk opzicht over❯ stijgt de relatie van God met Zijn volk het huwelijk tussen man en vrouw? Zie de genoemde Bijbelverzen in Jesaja, Jeremia en Hosea.
Getrouwd met God
37
IDENTITEIT EN ROEPING De kerk wordt wel eens de Bruid van Christus genoemd. Dat is begrijpelijk in het licht van het feit dat gelovigen uit de heidenen bij Israël gekomen zijn, bij het volk dat de Bruid genoemd wordt in het Oude Testament: bv. Hosea 2:19. Ook wordt om dezelfde reden gewezen op Efeziërs 5:32. Daar gaat het om de relatie tussen man en vrouw binnen het huwelijk en met name de eenwording. Paulus eindigt dan met de woorden: ‘Dit mysterie is groot en ik betrek het op Christus en de kerk.’ Een ander Bijbelgedeelte dat hier van belang is, is Openbaring 19:7-9. Daar wordt de bruiloft van het Lam aangekondigd en de bruid is de groep heiligen die met zuiver, stralend linnen gekleed is. In het verband van Openbaring is het duidelijk dat met de heiligen de volgelingen van Jezus bedoeld worden. Toch mag niet uit het oog verloren worden dat het Lam in Openbaring 5:5 als de Leeuw van Juda werd aangekondigd. De benaming Bruid in relatie tot God, vinden wij in de Bijbel dan ook alleen voor Israël en voor Jeruzalem. Zie hiervoor ook studie 1 ‘Dus wij zijn er nog niet’, paragraaf ‘Identiteit en roeping’. Wat kun je over de geestelijke kenmerken van de Bruid zeggen naar ❯ aanleding van bovenstaande Bijbelgedeelten?
DAGELIJKS LEVEN Echtscheiding komt in onze cultuur veel voor. Het is een diepingrijpende gebeurtenis voor de partners, eventuele kinderen en hun omgeving. Niemand gaat een huwelijk aan met de bedoeling het na een paar jaar weer te verbreken. In de Bijbel staat niet veel geschreven over echtscheiding. Wel over echtbreuk, overspel. Soms is dat een aanleiding om tot echtscheiding te komen. Het verbod op overspel staat in de tien woorden: Exodus 20:14 en Deuteronomium 5:18 en wordt in de Bijbel zwaar veroordeeld. Geestelijk gezien wordt bij overspel de bedoeling van het huwelijk ontkend en dus ook de bedoeling van Gods relatie met Zijn volk. Het gaat om een exclusieve relatie: ik ben van jou en jij bent van mij. Zo ben je veilig. Wat vind je van de vergelijking van onze relatie met Jezus met een ❯ huwelijk? Wanneer zou je van geestelijk overspel kunnen spreken?
38
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Bij elk Joods Bijbels feest wordt een zogenoemde feestrol gelezen. Bij het Joodse Pesach is dat het boek Hooglied. Centraal staat de liefdesverklaring: ‘Mijn lief is van mij en ik ben van hem.’ (Hooglied 2:16). Met het Pesachfeest gedenkt en viert Israël het begin van het huwelijk met God door de verlossing uit Egypte in ongeveer de 15de eeuw voor Christus. De instelling van het Pesach vinden wij in Exodus 12 en 13. Jezus vierde met Zijn leerlingen het Pesachfeest vlak voor Zijn arrestatie: dit staat o.a. Lukas 22:15. Tijdens deze maaltijd worden vier bekers geschonken, die genoemd zijn naar de vier werkwoorden in Exodus 6:6,7: last afnemen, bevrijden, verlossen en aannemen. Volgens Joden die in Jezus als Messias geloven, sprak Jezus over het nieuwe verbond bij de derde beker, die van de verlossing. Met het vieren van het avondmaal gedenken wij de dood van Jezus voor ons (1 Korintiërs 11:26). Bij het uitreiken van de avondmaalsbeker in de kerk, worden meestal de woorden van Jezus herhaald: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.’ (1 Korintiërs 11:25) Als wij tijdens de viering de beker tot ons nemen, verbinden wij ons dus door het geloof in Jezus met het volk Israël. Want dat nieuwe verbond is en blijft het verbond van God met Israël en Juda. Wij zijn er bij gekomen. Het feit dat heidenen door het geloof in Jezus nu delen in de beloften aan Israël gegeven, noemt Paulus een mysterie: ‘…dit mysterie van Christus… nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: de heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie’ (Efeziërs 3:6). In hoeverre is het zowel in een huwelijksrelatie als in onze relatie met ❯ God moeilijker ‘ik ben van jou’ zichtbaar te maken dan ‘jij bent van mij’?
Getrouwd met God
39
STUDIE
9 Met Jezus wordt alles nieuw De meeste mensen houden van nieuwe dingen. Nieuwe auto, nieuwe kleren. Die geur alleen al kan je enthousiast maken. Hoe komt het dat de commercie zoveel succes heeft met het aanprijzen van nieuwe artikelen? Waar verlangen wij naar als wij iets nieuws zoeken? Een verklaring luidt dat daaronder een verlangen naar een nieuwe identiteit ligt, een nieuwe zelf, een nieuwe toekomst. Met het nieuwe uiterlijke zeggen wij iets over het verlangen naar een vernieuwd innerlijk. Herken je dit verlangen naar nieuwe dingen? Herken je ook het on❯ derliggende verlangen?
40
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees 2 Korintiërs 5: 14-17 Vers 14 De liefde van Christus drijft Paulus. Dat is wel eens anders geweest. De haat tegen de gekruisigde Christus maakte hem in eerste instantie een vervolger van de gemeente van Christus. Totdat Jezus hem ontmoette op de weg naar Damascus, zoals beschreven in Handelingen 9. Door de ontmoeting met de opgestane Christus, werd hij overtuigd dat ‘één mens voor allen gestorven is. En dus zijn allen gestorven.’ Paulus ontving geestelijk inzicht en kwam tot de erkenning dat hij ten onrechte de leerlingen van de gekruisigde Christus vervolgde. Door zicht op Jezus Christus de levende, kreeg hij zicht op zichzelf. Paulus ontdekte dat hij blind was. Dat kruis, daaraan had hij zelf moeten hangen. Vers 15 Zij die nieuw leven ontvangen door de ontmoeting met Jezus Christus, leven niet meer voor zichzelf. In Galaten 2:20 verwoordt Paulus het zo: ‘Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven.’ Vers 16 Als je niet meer voor jezelf leeft, maar voor Christus, heeft dat gevolgen voor de omgang met anderen. Je beoordeelt hen niet meer ‘volgens de maatstaven van de wereld’. Paulus legt dat uit door te wijzen op zijn vroegere beoordeling van Christus. Naar wereldse maatstaven kon Jezus de Christus niet zijn: Hij leerde niet zoals de religieuze leiders van die tijd, had geen interesse in een staatsgreep en werd gekruisigd. Dat was wat Paulus betreft ‘einde verhaal’ van Jezus. Maar toen hij de opgestane Jezus ontmoette, werd die zienswijze op z’n kop gezet. Hij ontdekte het ‘einde verhaal’ van ons mensen en een nieuw begin voor hen die op Jezus hun vertrouwen stellen. Vers 17 Wie één is met Christus, is een nieuwe schepping. Opvallend dat hier niet staat dat hij een nieuw schepsel is, maar schepping. De totale vernieuwing van het schepsel komt nog. Nu wordt hij ‘slechts’ in de nieuwe scheppingsorde geleid. In die orde is Christus Heer. Hij bepaalt je nieuwe kijk op God, op jezelf en je omgeving. met elkaar door over ‘de nieuwe schepping’. In welk opzicht ❯ Spreek wordt je identiteit vernieuwd?
Met Jezus wordt alles nieuw
41
IDENTITEIT EN ROEPING De kerk beschouwt zichzelf wel eens als het nieuwe Israël. In deze opvatting is het oude Israël niet meer speciaal voor God en gelijk aan de andere volken. Gods ‘hoop’ is nu op het nieuwe, de kerk, gericht. Maar de uitdrukking ‘het nieuwe Israël’ komen wij in de Bijbel niet tegen. Israël als volk heeft – ondanks alles – nog steeds niet afgedaan voor God. Paulus hoorde bij Israël. Zowel voor als na zijn bekering. Hij was het levende bewijs van Gods trouw aan Israël. De nieuwe schepping was beloofd aan Israël (zie bv. Ezechiël 36:26) en Paulus maakte de vervulling van die belofte mee door zijn ontmoeting met Jezus Christus. In Filippenzen 3:5-8 schrijft Paulus over de winst, nu hij Christus heeft leren kennen. Zijn vroegere identiteit verbond hij met de wetsopvatting van de Farizeeën. Nu staat de wetsopvatting van Christus centraal in zijn leven. De vernieuwing in het leven van Paulus was dus niet zozeer de inhoud van de wet, maar de verbinding met een Persoon. Zo is de identiteit van de kerk door de ontmoeting met Jezus bepaald. Door Hem is de kerk verbonden met Israël: met de vernieuwde Joodse gelovigen zoals Paulus, maar ook met de andere Joden aan wie de belofte is gegeven en waarvan de kerk de vervulling mag proeven. Hoe kan het wel of niet erkennen van Gods trouw aan Israël invloed ❯ hebben op de relatie met God? Denk hierbij niet alleen aan je persoonlijke relatie met God, maar ook aan de relatie van de kerkelijke gemeente met haar Heer.
DAGELIJKS LEVEN In de letterlijke vertaling van de NBG ’51 van 2 Korintiërs 5:17 lezen wij de oproep: ‘ZIE’ bij die verandering: ‘Het oude is voorbijgegaan, ZIE, het nieuwe is gekomen.’ Alsof het niet vanzelfsprekend is dat je voortaan anders gaat kijken als je in Jezus gelooft. Inderdaad, zolang wij nog geen nieuw schepsel zijn, zitten wij op de school van de nieuwe schepping. Als je oplet, kun je veel leren, dan wordt je gezindheid vernieuwd (Romeinen 12:2) en je wezen veranderd (2 Korintiërs 3:18). Als je spijbelt en niets leert, dan blijf je steken in het beoordelen naar wereldse maatstaven (2 Korintiërs 5:16). Lees ook Romeinen 12:2. Kun je een voorbeeld noemen van hoe de ‘nieuwe schepping’ zicht❯ baar wordt in jouw leven?
42
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Jezus geeft in Johannes 13:34 aan zijn leerlingen een nieuw gebod: ‘Heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ Toch was dit liefdesgebod een oud gebod. Want ook de Schriftgeleerden erkenden dat het liefdesgebod centraal staat in Gods wet: zie Markus 12:28-33. Vergelijk ook met 1 Johannes 2:7. Het nieuwe ten opzichte van het oude zit niet in de veranderde wet, maar in de ontmoeting met Jezus. De vernieuwde plaats van de wet wordt duidelijk beschreven door Paulus in Galaten 3:24. Onder het oude verbond was de wet de toezichthouder of tuchtmeester. Nu Christus is gekomen, leven zij die bij Christus horen niet meer onder de wet. De wet is nog wel belangrijk, maar oordeelt hen niet meer. Vergelijk dat met de regels voor kinderen als zij nog onder toezicht van hun ouders wonen. Op het moment dat zij volwassen zijn en het huis uit gaan, controleert niemand meer hun gedrag en worden zij bij ‘overtreding’ niet meer gestraft (tenzij zij de burgerlijke wet overtreden). Toch zullen zij de meeste zaken die zij geleerd hebben gewoon doen omdat zij die zich eigen hebben gemaakt. Het is als het ware in hun hart geschreven. In Efeziërs 4:24 lezen wij over de nieuwe mens aandoen. Dit betekent niet alleen onthouding van het kwade, maar meer nog het inzetten voor het goede: lees bv. Efeziërs 4:28 en 29. In de Psalmen lezen wij soms de oproep om een nieuw lied te zingen voor de Heer. Zie met name Psalm 33:3; 96:1; 98:1; 144:9; 149:1. Het gaat dan niet zozeer om een nieuwe tekst met een nieuwe melodie, maar om de hartsgesteldheid waarmee het lied gezonden wordt. Nieuwheid heeft in de Bijbel met ‘leven’ te maken en niet zozeer met ‘verandering’. Het diepste verlangen is het verlangen naar geliefd te zijn. Dat is het leven door God gegeven en daar vinden wij onze identiteit. Zie ook Klaagliederen 3:23.
Met Jezus wordt alles nieuw
43
STUDIE
10 Verbonden met Israël Vrienden van Israël worden in de kerk niet altijd gewaardeerd. Soms ligt dat aan henzelf, als zij hun mening fanatiek of ongenuanceerd bekend maken. Aan de andere kant lopen Israël-vrienden nog steeds tegen vooroordelen aan. Iedereen heeft wel een mening over Israël. Maar vaak is deze eenzijdig gevormd door informatie van de massamedia. Met een mening kan Israël op afstand gehouden worden: daar hoor ik niet bij. Toch kunnen wij ons niet zo gemakkelijk van Israël distantiëren als sommigen wel zouden willen. Hoe kijk jij aan tegen christenen die de band met Israël belangrijk vin❯ den?
44
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Romeinen 11:11-32 Vers 11-15 Israëls afwijzing van Jezus als Messias blijkt op een wonderlijke manier deel te worden van Gods plan. Een bijzondere vervulling van de belofte in Romeinen 8:28 dat voor wie door God geroepen zijn alles bijdraagt aan het goede. Zelfs tijdelijk ongeloof! De afwijzing van Jezus wordt tot zegen voor de wereld èn voor zijn eigen volk. Dit doet denken aan de geschiedenis van Jozef en zijn broers (Genesis 50:20). Vers 16-24 Israël wordt vergeleken met een olijfboom (zie ook: Jeremia 11:16 en Hosea 14:7). Een olijfboom met haar vele vruchten en multifunctionele olie is een zegen voor haar omgeving. Ze kan veel vrucht dragen zelfs onder barre omstandigheden van weinig grond en water. Israël is de edele olijfboom. De komst van Jezus in Israël bevestigt dat. Wel worden door haar ongeloof takken weggebroken en wilde olijftakken geënt (vers 17). Die laatsten zijn de gelovigen uit de heidenen. Het beeld van de edele olijfboom is van groot belang voor de heidenen, die niet moeten vergeten dat het genade is dat zij, wilde olijftakken, er door geloof bij mogen horen (vers 20). Vers 25-27 Het goddelijke geheim is onthuld, maar dat betekent niet dat we het nu allemaal kunnen begrijpen (Romeinen 11:33-34). De onbuigzaamheid of het ongeloof van Israël is tijdelijk, ‘tot alle heidenen zijn toegetreden’ (vers 25). In de NBG ’51 vertaling staat ‘totdat de volheid van de heidenen binnengaat’. Het is onduidelijk wat hiermee bedoeld wordt, dan alleen dat God de regie in handen heeft. ‘Heel Israël’ in vers 26, staat tegenover de kleine minderheid van Israël in vers 5 die nu in Jezus Messias gelooft. Ook kunnen wij bij ‘heel Israël’ denken aan alle stammen van Israël. De profeten hebben daar veel over gezegd. Zie bv. Ezechiël 37:15-28. Vers 28-32 Genade is de kern van het evangelie. Het is voor ongehoorzame mensen, Jood en heiden (vers 32) en God neemt het nooit terug (vers 29). In de genadige liefde die Hij aan ons, de heidenen, laat zien reikt Hij uit naar Israël (vers 31). Hij wil Zijn werk onder de heidenen zelfs gebruiken om Zijn volk afgunstig te maken en haar daardoor weer terugwinnen (vers 11 en 14). In Romeinen 11:20 waarschuwt Paulus tegen hoogmoed ten opzichte ❯ van de Joden. Herken je deze neiging van de kerk en hoe voorkomen wij die houding?
Verbonden met Israël
45
IDENTITEIT EN ROEPING Hoe wij de relatie met Israël ook beleven, wij zijn door het geloof in Jezus de Jood, onlosmakelijk met dat volk verbonden. Vanuit de Bijbel gezien is het christelijk geloof een Joodse religie. Maar negentien eeuwen van anti-judaïsme in de kerk hebben die Joodse wortels van het christelijk geloof bijna onzichtbaar gemaakt. Israël was voor de kerk het volk dat Jezus gedood had en dat bekeerd moest worden tot het christendom. Sinds de verschrikkingen van de Holocaust en de oprichting van de staat Israël, is de kerk geschud in haar identiteit en haar roeping. Hoe kon dit alles plaatsvinden in het hart van christelijk West-Europa? Hoe heeft het verlangen van Paulus om de Joden jaloers te maken (Romeinen 11:11,14), zich kunnen ontwikkelen tot de Jodenvervolgingen, uitmondend in de moord op zes miljoen Joden? Deze vragen hebben de kerken in Nederland in beweging gebracht. Eén van de resultaten is de nieuwe verwoording van de relatie met Israël in de kerkorde van de PKN (artikel 1.1): ‘De Protestantse Kerk in Nederland … delend in de aan Israël geschonken verwachting…’ en (artikel 1.7): ‘De kerk is geroepen gestalte te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.’ Spreek met elkaar over de kerkorde van de PKN. Kunnen wij ons vin❯ den in die verwoording?
DAGELIJKS LEVEN Zoals de wortels van een boom voor de bovenste takken van diezelfde boom niet ‘zichtbaar’ zijn, zo kan ook voor ons de verbondenheid met Israël in het dagelijks leven ‘onzichtbaar’ lijken. Als er iets wèl zichtbaar is van Israël in ons leven van iedere dag, dan is het de strijd in het Midden-Oosten. Het is makkelijk om de situatie in Israël en de Arabische landen van een afstand te bekijken en te (ver)oordelen. Maar wanneer je je bewust wordt van je verbondenheid met Israël kun je niet meer op de stoel van ‘afwachtende toeschouwer’ blijven zitten. wij onze verbondenheid met Israël praktisch uitwerken ❯ inHoeonskunnen gemeenteleven?
46
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Voor meer praktische handreikingen en een uitgebreidere studie van Romeinen 11 verwijzen we naar het boek: ‘De kerk redt het niet zonder Israël’ door Gijs Lammerts van Bueren, Near East Ministry Voorthuizen / Boekencentrum Zoetermeer 2008. Voor een toegankelijke uitleg van de feesten die God aan Israël heeft gegeven kun je het boek lezen: ‘De feesten van Israël’ door Evert van der Poll, Shalom Books Putten 2002. Dit boek geeft inzicht aan en suggesties voor christenen hoe wij deze feesten ook zouden kunnen vieren. De wilde olijftak wordt ‘tegen de natuur in’ op een edele olijfboom geënt. God geeft de heidenen de genade om in Jezus Messias bij zijn volk te mogen horen. Ook al horen we er volgens de ‘natuurlijke lijn’ niet bij. Om die reden spreekt Paulus over het mysterie dat de heidenen erbij zijn gekomen: zie Efeziërs 3:3-6. In de Bijbel wordt het beeld van adoptie gebruikt om de relatie van God met zijn kinderen te beschrijven: zie met name Johannes 1:1214. Het beeld lijkt op dat van de olijfboom. Wie van nature niet bij Hem hoort, wordt in Jezus toch aangenomen als Gods kind. Een uitgebreid naslagwerk om Bijbelgedeeltes in het Nieuwe Testament te begrijpen binnen de Joodse context is de Engelstalige ‘Jewish New Testament Commentary’ door David Stern, Jewish New Testament Publications, Inc., Maryland USA 1996. Voor een overzicht van een groot aantal organisaties in Nederland dat zich bezig houdt met het zichtbaar maken van de relatie tot Israël, zie: www.israelplatform.nl.
Verbonden met Israël
47
STUDIE
11 Het gebeurt in Jeruzalem In het midden van de 19de eeuw was Jeruzalem nog een bouwval. De stad stond niet in de belangstelling bij de wereld. Hooguit bij enkele christen-Arabieren die de diverse kerken beheerden, bij een verdwaalde moslim en natuurlijk bij Joden die al eeuwen uitzien naar de wederopbouw van Jeruzalem. Het is een heel bijzondere historische gebeurtenis dat in 1948 en met name in 1967, Jeruzalem onder Joods bestuur is gekomen. Op 30 juli 1980 verklaarde de regering van Israël Jeruzalem tot de eeuwige en ongedeelde hoofdstad van Israël. In reactie daarop verplaatsten alle landen hun ambassades van Jeruzalem naar Tel Aviv. Tot op vandaag de dag is Jeruzalem onderwerp van een heftig debat.
❯ Wie is er wel eens in Jeruzalem geweest? Hoe was dat?
48
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Zacharia 12: 1-14 Vers 1 – 3 God komt met Zijn oordeel over de volken en de plaats van het gericht is Jeruzalem. In vers 2 lezen wij over Jeruzalem dat God zal maken tot een beker wijn die bedwelmt: een Bijbels beeld voor het oordeel. Denk hierbij ook aan Jezus in Getsemane, vlak voor zijn veroordeling, toen hij bad dat de beker van hem weggenomen zou worden: Lukas 22:42. In vers 3 van Zacharia 12 wordt nog een ander beeld gebruikt: Jeruzalem als zware steen. Het Hebreeuwse woord voor ‘zware’ klinkt als ‘Massa’, de plaats in Exodus 17:7 waar Israël zich vertwijfeld afvroeg: ‘Is de HEER in ons midden of niet?’ Maar straks zijn het de volken die zich afvragen: is God in het midden van Jeruzalem of niet? Jeruzalem als toetssteen voor de volken. Want in Jeruzalem heeft de tempel gestaan. Daar is Jezus gestorven en opgestaan. En daar komt Hij terug om Zijn koningschap op aarde te vestigen. Jeruzalem was en zal opnieuw zijn: het snijpunt van hemel en aarde! Vers 4 – 9 De volken die optrekken tegen Jeruzalem zullen in hun kracht (vers 4: paarden) gebroken worden. De straf die Israël was aangezegd bij ongehoorzaamheid in Deuteronomium 28:28, komt nu over de volken. Het volk van Juda en de inwoners van Jeruzalem zullen daarentegen worden verlost. Vanuit het verband van de gehele profetie van Zacharia blijkt dat dit niet is omdat Israël beter is dan andere volken, maar omdat God Zijn naam heeft verbonden aan dit volk en deze stad. Vers 10 – 14 De verlossing van Israël in de voorgaande verzen is niet vanwege hun ‘betere levenswandel’. Hier lezen wij namelijk over de bekering van het Joodse volk. Het keerpunt is het moment dat zij naar God gaan vanwege degene die zij hebben doorstoken. In Johannes 19:7 wordt dit vers geciteerd bij de kruisiging van Jezus en in Openbaring 1:7 bij de wederkomst van Jezus. Opvallend is het dat God zelf de inwoners van Jeruzalem vult met de geest van mededogen en inkeer. De mens moet verantwoording afleggen aan God en wordt opgeroepen zich te bekeren: zie Zacharia 1:1-6. Maar zodra deze zich bekeert, kan hij alleen roemen op de genade van God en niet op zijn besluit om zich tot God te keren. Zie bv. Efeziërs 2:8 en 9. Probeer in je eigen woorden samen te vatten waarom Jeruzalem zo ❯ belangrijk is voor God.
Het gebeurt in Jeruzalem
49
IDENTITEIT EN ROEPING Volgens eeuwenoude traditie spreken Joden tijdens de viering van het Pesach het verlangen uit: ‘volgend jaar in Jeruzalem’. Maar hun hart gaat niet zozeer uit naar de stad zelf als wel naar de tempel waarvoor God Jeruzalem als plaats heeft uitgekozen: zie Deuteronomium 12: 5,11,14,18,26. De tempel en de bijbehorende priesterdienst maken de aanwezigheid van God heel zichtbaar voor het Joodse volk. Dat is de eeuwige woonplaats van de Heer. Maar zolang de tempel niet is hersteld, wonen Joden als het ware ‘ver van de Heer’. Vergelijkbaar zijn wij ver van de Heer zolang Jezus niet teruggekomen is op aarde, in Jeruzalem: lees 2 Korintiërs 5:6! Binnen het Jodendom zijn er diverse gewoonten ontstaan om de herinnering aan het verlangen naar Jeruzalem wakker te houden. Zo wordt bv. in sommige Joodse kringen door de bruidegom tijdens de huwelijksceremonie een wijnglas stukgetrapt. Vergelijk ook Psalm 137:5 en 6. Hoe kunnen wij het gebed om de komst van Jezus in Jeruzalem wak❯ ker houden?
DAGELIJKS LEVEN Jeruzalem is belangrijk voor Joden en christenen. Het Joodse en het christelijk geloof is niet slechts een levensfilosofie. Het is vooral een geloof in het historisch ingrijpen van God in de wereldgeschiedenis. In het verleden, heden en in de toekomst. Christelijk geloven is daarom veel meer dan een privégebeuren. Denken aan Gods handelen in en vanuit Jeruzalem bevrijd je ook van introspectie – een teveel met jezelf bezig zijn. Probeer je voor te stellen hoe de wereld eruit zou kunnen zien als ❯ Jezus vanuit Jeruzalem regeert. Deel met elkaar je verwachtingen en je dromen. Hoe realistisch zijn die?
50
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING Is de HEER in ons midden of niet? Veel mensen zoeken een teken van Gods aanwezigheid, zoals het volk Israël bij Massa en Meriba. Wij mensen zijn ingesteld op waarnemingen met onze zintuigen. Maar het interpreteren van gebeurtenissen als daden van God, blijft een zaak van geloof. God is voor ons onzichtbaar. Alleen zijn werken kunnen wij zien en beleven. Hebreeën 11:1 en 6 ‘Het geloof … overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien… Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie hem wil naderen moet immers geloven dat hij bestaat, en wie hem zoekt zal door hem worden beloond.’
❯ Lees Psalm 122 en bid voor de vrede van Jeruzalem. Joden bidden bij voorkeur met het gezicht in de richting van Jeruzalem. Dat is naar het verzoek van Salomo bij de inwijding van de tempel: zie 1 Koningen 8:30. Op die wijze bad ook Daniël, zo lezen we in Daniël 6:11. Mohammed en zijn volgelingen deden dat in eerste instantie ook. Toen zij echter in conflict kwamen met Joodse leiders over de verkondiging van Mohammed, veranderden zij het gebruik. Sindsdien bidden moslims met het gezicht naar Mekka. Jeruzalem is de derde belangrijkste heilige plaats voor moslims. Zij geloven dat Mohammed daar de hemel heeft bezocht. Ze geloven dat hij eerst een ontmoeting had met Abraham, Mozes en Jezus en dat hij daarna met Gabriel naar de hemel ging. In het boek Openbaring lezen wij over het nieuwe Jeruzalem. Dan gaat het over de gelovigen die trouw zijn aan Jezus Christus en overwinnen (3:12). In Openbaring 21:2 wordt dit nieuwe Jeruzalem nader beschreven: getooid als bruid, versierd voor haar man. In dit Jeruzalem woont God onder de volken (21:3). De twaalf poorten dragen de namen van de stammen van Israëls zonen (21:12) en de twaalf fundamenten de namen van de apostelen van het Lam (21:14). Men kan alleen maar door de poorten de stad binnenkomen (22:14). Uit al deze beschrijvingen blijkt de fundamentele verbondenheid van de kerk met Israël door Jezus Christus, de telg van David, zijn nakomeling (Openbaring 22:16).
Het gebeurt in Jeruzalem
51
STUDIE
12 Alle volken komen thuis Thuis is de plaats waar jij woont. Daar is het veilig. Dat is de plek om te ontspannen, te ontmoeten, te eten en te slapen. Tenminste, dat is de bedoeling. Maar velen in deze wereld voelen zich niet thuis in hun eigen huis. Het is er niet veilig, of er is onvoldoende eten, of huisgenoten geven niet de ruimte die je nodig hebt om jezelf te zijn. Weer vele anderen hebben helemaal geen thuis. Zij zijn gevlucht, of door een ramp dakloos geworden.
❯ Wat maakt voor jou een thuis?
52
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
BIJBELUITLEG
Lees Leviticus 23:34-43, Openbaring 21:3 en 4 Leviticus 23:34 Het Loofhuttenfeest – in het Hebreeuws ‘Soekot’ – wordt in het Nieuwe Testament en bij de Joden vandaag, hèt (grote) feest genoemd. Zoals alle grote feesten van Israël, is dit een oogstfeest, namelijk het laatste, na de druivenoogst. Het feest begint op de 15de van de zevende maand van de Bijbelse maankalender. Omgerekend naar ons zonnejaar valt Loofhuttenfeest in september/oktober. Leviticus 23:40 Mooie vruchten: de etrog, dat is een citrusvrucht. Takken van dadelpalmen, loofbomen en beekwilgen worden samen gebundeld. Dat wordt de ‘loelaf’ genoemd. Met blijdschap wordt daarmee in de vier windrichtingen gezwaaid: kijk eens hoe God voor ons zorgt! De opdracht om feest te vieren en blij te zijn is een kenmerk van het Loofhuttenfeest. Zie daarvoor ook Nehemia 8:11. Leviticus 23:42 en 43 Zeven dagen lang moeten de Joden in loofhutten wonen om te gedenken dat de Heer voor hen gezorgd heeft tijdens de kwetsbare woestijnreis. De loofhut heeft een bladerdak zodat de hemel te zien is en wordt mooi versierd. Tegenwoordig bouwen de Joden hun hutten waar er maar plaats voor is. Desnoods op de stoep voor het huis. Minimaal één keer per dag eten zij in die hut. Openbaring 21:3 Het Grieks voor ‘woonplaats’ in dit vers, verwijst naar tent of loofhut. Aan het eind van de wereldgeschiedenis gaat God bij de mensen wonen, maakt onder ons zijn thuis. Het verbondswoord van God met Israël ‘Ik zal u tot een God zijn en u zult Mij tot een volk zijn’, staat hier in de meervoudsvorm. Wat Israël als volk van God heeft ervaren tijdens de tocht door de woestijn, zal voor alle volken werkelijkheid worden. Openbaring 21:4 De tranen worden afgewist van alle mensen en alle gevolgen van zonde zullen teniet gedaan worden. Zie ook Jesaja 65:17-19. Later in Openbaring 22:2 lezen wij dat de bladeren van de boom van het leven bestemd zijn om de volken te genezen. Zeker is er veel collectieve pijn en zijn er trauma’s die alleen God kan helen! Lees met elkaar over het Loofhuttenfeest in Deuteronomium 16:13❯ 15. Zie je accentverschillen met de instructies in Leviticus 23?
Alle volken komen thuis
53
IDENTITEIT EN ROEPING In Zacharia 14:16 staat geprofeteerd dat de dag komt dat alle volken het Loofhuttenfeest in Jeruzalem zullen vieren. In 1980 werd voor het eerst een internationale christelijke viering in Jeruzalem georganiseerd tijdens het Joodse Loofhuttenfeest. Dat gebeurde mede naar aanleiding van het terugtrekken van ambassades uit Jeruzalem als reactie op de Joodse proclamatie dat Jeruzalem de eeuwige en ongedeelde hoofdstad van Israël is. Sindsdien worden elk jaar door een groeiend aantal christenen grote internationale vieringen georganiseerd tijdens het Loofhuttenfeest. Dit initiatief en de profetie in Zacharia 14:16 was aanleiding voor sommige rabbijnen om te verklaren dat nu de komst van de Messias niet ver weg meer zal zijn. Loofhuttenfeest is vanuit christelijk perspectief het enige nog niet vervulde feest. Het Pesach (Pasen) werd vervuld in de kruisdood en opstanding van Jezus en het Sjavoeot (Pinksteren) werd vervuld in Handelingen 2. In de Rabbijnse traditie wordt het Loofhuttenfeest vervuld als alle volken thuiskomen van hun ‘woestijnreis’ en in vrede en gerechtigheid wonen dankzij de regering van de Messias. Zou de kerk nu een jaarlijks Loofhuttenfeest mogen vieren? Met welk ❯ doel?
DAGELIJKS LEVEN Zorgen maken doen armen en rijken. Niet alleen Israël moet leren zich geen zorgen te maken, ook de volgelingen van Jezus staan voor dezelfde uitdaging. Jezus Messiasbelijdende Joden laten ons weten dat de Bergrede van Jezus hoogstwaarschijnlijk tijdens het Loofhuttenfeest gehouden is. Met name het onderwijs van Jezus over ‘geen zorgen maken’ in Matteüs 6:25-34 verwijst naar het Loofhuttenfeest. De Heer nodigt ons juist uit tot vertrouwen. Want al het leven komt van God en alleen bij Hem komen wij werkelijk thuis. Lees met elkaar Matteüs 6:25-34 en spreek met elkaar over de uitda❯ ging die Jezus ons voorlegt.
54
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
VERDIEPING De oproep om blij te zijn zoals die klinkt bij het Loofhuttenfeest (Deuteronomium 16:14), past niet zo in onze cultuur. Echt zijn is het motto. Dus als je niet blij bent, moet je dat niet forceren. Toch staat de Bijbelse opdracht om blij te zijn duidelijk beschreven en lijkt er geen rekening gehouden te worden met de omstandigheden. In Filippenzen 4:4 lezen wij ‘Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd.’ De reden is helder: blijdschap in de Heer is een bewijs van vertrouwen op God die de Bron van al het leven is, die voor ons wil zorgen (Filippenzen 4:6) en ons thuis brengt. Tijdens het Loofhuttenfeest lezen de Joden ook het boek Prediker als ‘feestrol’. Daarin wordt de betrekkelijkheid van het leven onderstreept. De eigen inspanningen lijken soms zo zinloos. Als het erop aankomt ligt ons leven in Gods hand. Prediker is het tegenovergestelde van de rijke dwaas in Lukas 12:16-21. Waar had Jezus zijn thuis? Jozef en Maria konden geen plaats vinden in de herberg bij zijn geboorte (Lukas 2:7). Later zei Jezus tegen een Schriftgeleerde die hem wilde volgen ‘waarheen u ook gaat’: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Matteüs 8:20 en Lukas 9:58. Zouden we het Loofhuttenfeest moeten vieren in plaats van kerst? Er zijn Jezus Messias belijdende Joden die juist tijdens het Loofhuttenfeest vieren dat God Zijn Zoon mens liet worden hier op aarde. De vervulling van de belofte dat God onder zijn volk woont. Zacharias, de vader van Johannes, deed dienst in de tempel kort voordat Elizabeth zwanger raakte. Uit lijsten van de tempeldienst is terug te vinden wanneer Zacharias dienst had. Elizabeth was in haar 6e maand (zie Lukas 1:26) toen Maria zwanger raakte. Dan zou de geboorte van Jezus in de maand van het Loofhuttenfeest uitkomen. Ga naar de website van de Evangeliegemeente Reveil Lelystad en ontdek hoe zij jaarlijks het Loofhuttenfeest vieren: www.reveillelystad.nl.
Alle volken komen thuis
55
56
Informatie over Near East Ministry De Near East Ministry (NEM) zet zich sinds 1963 in voor: Onderwijs over Israël Uitzending van diaconale werkers naar Israël en de Arabische wereld Gebed voor Jeruzalem en het Midden-Oosten Reveilweken geloofsopbouwende conferenties voor jong en oud De NEM wil door de verzoening in Jezus Messias dienstbaar zijn aan Jood en Arabier en geeft onderwijs over de unieke positie van Israël onder de volken. De NEM maakt werk van verzoening vanuit de overtuiging dat verzoening met God de enige weg is tot verzoening met elkaar. Dat geldt voor ons persoonlijk, maar op een bijzondere manier ook voor Israël en de Arabische volken. Volgens de Bijbel heeft verzoening in het MiddenOosten namelijk een wereldwijd effect. Het zal een zegen zijn in het midden van de aarde. Voor deze verzoening wil de NEM zich inzetten! Op die dag zal er een weg lopen van Egypte naar Assyrië. Dan zullen de Assyriërs naar Egypte komen en de Egyptenaren naar Assyrië, en samen zullen zij de HEER dienen. Op die dag zal Israël zich als derde bij Egypte en Assyrië voegen, tot zegen voor de hele wereld. Want de HEER van de hemelse machten zal hen zegenen met de woorden: ‘Gezegend is Egypte, mijn volk, en Assyrië, het werk van mijn handen, en Israël, mijn bezit.’ Jesaja 19: vers 23 - 25
NEAR EAST MINISTRY (NEM) Postbus 30 – 3780 BA – Voorthuizen - T: 0342- 47 13 18 E:
[email protected] - www.nemnieuws.nl Bankrekeningnr.: 46.24.53.855
Informatie over Near East Ministry
57
Andere uitgaven De kerk redt het niet zonder Israël Israël in de Romeinenbrief Inhoud onder meer: • De voorrechten van de Jood: Romeinen 3:1–4 en 9:4, 5 • Meer dan persoonlijk voordeel: Romeinen 8:28 • Het mysterie van het evangelie: Romeinen 9–11 • De zwakken en de sterken: Romeinen 15:8-13 • Excursen over ‘Wie is Jood?’, ‘Eerst de Jood: dus toch Jodenzending?’, ‘Het geestelijk Israël’, ‘Solidariteit met Israël’, ‘Solidariteit met Palestijnse geënte takken’. Auteur: Gijs Lammerts van Bueren Prijs: € 9,90 (exclusief portokosten), 111 pagina’s
Bidden voor Israël en de Arabische volken Veertig overdenkingen met gebedssuggesties In dit boekje, waarin Penny Valentine veertig korte Bijbelstudies met gebedssuggesties presenteert, gebruikt zij haar omvangrijke ervaring als Bijbelleraar en voorbidder om anderen te helpen Gods woord effectief te gebruiken tijdens het gebed. Geschikt voor zowel individueel gebruik als in groepsverband.
Bidden voor Israël en de Arabische volken Veertig Bijbelse overdenkingen met gebedssuggesties PENNY VALENTINE
Auteur: Penny Valentine Prijs € 7,50 (exclusief portokosten), 96 pagina’s
58
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
Hoe groot mag Israël worden? De spanning tussen de landbelofte en politieke realiteit Inhoud onder meer: • Het land en zijn grenzen vroeger en nu • Wat is nationale veiligheid? • Israël na 1967 • Blijven op de Westoever of ontruimen? • Jeruzalem: vaste kern, wisselende grenzen • De Golan als prijs voor vrede met Syrië
ALFRED MULLER
Hoe groot mag Israël worden? De spanning tussen de landbelofte en politieke realiteit
Auteur: Alfred Muller Prijs € 9,90 (exclusief portokosten), 116 pagina’s
M I D D E N - O O S T E N
R E E K S
Wat is nieuw zonder oud? Over de onmisbaarheid van het Oude Testament ANDRIES J. VISSER
Inhoud onder meer: • De Tora en het nieuwe leven • Letter of Geest? • Hoop voor Israël en de wereld • Moeite met het Oude Testament • Over oorlogen... en geweld • Het Oude Testament en 'geloof, hoop en liefde'
Wat is nieuw zonder oud?
Auteur: Andries Visser Prijs: € 9,90 (excl. portokosten), 104 pagina’s. M I D D E N - O O S T E N
R E E K S
NEM uitgaven zijn te bestellen via onze website: www.nemnieuws.nl.=> over de NEM => contact=> bestelling plaatsen.
Andere uitgaven
59
NEM Reveilweken Een Reveilweek is een geloofsopbouwende conferentie voor jong en oud voor christenen uit Nederland en België. De week start op zaterdagmiddag en duurt tot zaterdagochtend een week later. Er zijn 3 Reveilweken in de zomer met hetzelfde programma. Rond hemelvaart is er een korte variant dat start op woensdagmiddag en duurt tot zondagmiddag: De MiniReveilweek. Het unieke van de Reveilweken? het thema wordt vanuit de Bijbel praktisch uitgewerkt in verbondenheid met Israël en de Joodse wortels van ons christelijke geloof; de aandacht voor de persoon en het werk van de Heilige Geest; doorpraten over de studies in kleine groepjes helpt de verwerking en zorgt dat niemand verloren gaat in de grote massa.
60
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
Het thema van de Reveilweek wordt uitgewerkt in verschillende programma’s: voor volwassenen, jongeren, tieners en kinderen in de verschillende leeftijdsgroepen. Van iedereen wordt verwacht dat hij/zij deelneemt aan het ochtenden avondprogramma. ‘s Middags zijn er 1 of 2 seminars/ workshops. Deze zijn optioneel, u kunt er dus ook voor kiezen om tijd voor ontspanning te nemen.
‘s Avonds komt iedereen (alle leeftijden) eerst in de grote zaal bij elkaar voor een terugblik op de dag. Daarna wordt er gezongen en is er speciaal aandacht voor de kleine kinderen. Als de kleine kinderen naar bed worden gebracht is er in de grote zaal tijd voor lofprijzing en gaan kinderen uit de bovenbouw en de tieners naar hun eigen samenkomsten. Meer weten? Kijk op www.nemnieuws.nl => Reveil
Reveilweken
61
Notities
62
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
63
64
D U S W I J Z I J N Twaalf studies over christelijke identiteit en roeping
Zicht op de verbondenheid met Israël en de volken helpt de moderne zoektocht naar christelijke identiteit en roeping. Deze studies zijn geschreven voor persoonlijke bezinning en voor gebruik in kringen of gespreksgroepen. De auteur ds. Gijs Lammerts van Bueren studeerde theologie in Londen, Utrecht en het Baptisten Seminarium in Nederland. Van 1996 tot 2011 was hij directeur van de Near East Ministry.
NEM De stichting Near East Ministry zet zich sinds 1963 in voor: • onderwijs over Israël • uitzending van diaconale werkers voor Jood en Arabier • gebed voor opwekking in het Midden Oosten • Reveilweken
‘Wat een verademing: een studieboekje over identiteit, dat niet alleen op het ‘ik’ is gericht maar in de ‘wij-vorm’ durft te denken. Want het gaat om ónze identiteit als volk van God, als gemeente van Christus en niet alleen om míjn identiteit als persoonlijk christen. Geweldig ook om te zien, hoe in het denken van de auteur Israël zijn unieke plaats als Gods volk inneemt. En hoe wij ons als gelovigen uit de heidenen verbonden mogen weten met dit volk en met Gods beloften voor dit volk.‘ Ds. Hans Eschbach, predikant/directeur Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk in Nederland. 'Dit boekje is een schot in de roos! Identiteiten zijn vandaag de dag moeilijk te vinden en moeilijk vast te houden. Christenen hebben hun identiteit in Christus, zowel naar het verleden toe als naar de toekomst. Deze studies nemen ons mee om die identiteit en geschiedenis te vinden. Van harte aanbevolen.' Dr. Henk Bakker, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, het Baptisten Seminarium en de Vrije Universiteit Amsterdam.
ISBN: 978-90-75864-32-8
9 789075 864328
NUR 707
www.nemnieuws.nl