Noveen
om roepingen
Voorwoord Op zondag 11 mei 2014 is het Roepingenzondag. Deze dag is inmiddels niet meer weg te denken van de kerkelijke jaarkalender. Elk jaar opnieuw wordt er wereldwijd gebeden om roepingen tot het priesterschap, het diaconaat en het religieuze leven. Jezus zelf roept ons in het Evangelie op om te bidden om arbeiders voor de oogst: “Bij het zien van die menigte mensen werd Hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobd neerlagen als schapen zonder herder. Toen sprak Hij tot zijn leerlingen: ‘De oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten’” (Mat. 9,37-38). Paus Johannes Paulus II, die op 27 april 2014 heilig werd verklaard, schreef in zijn boodschap bij gelegenheid van Roepingenzondag 2004 het volgende over het belang van het gebed om roepingen: “Ik erken met vreugde dat in vele plaatselijke kerken gebedskringen voor roepingen worden gevormd. In de seminaries en vormingshuizen voor religieuze en missionaire instituten worden bijeenkomsten voor dit doel gehouden. Talrijke gezinnen vormen kleine gebedskringen en helpen de jongeren om vol moed en edelmoedigheid aan de roepstem van God te beantwoorden… Mijn hartenwens is dat het bidden voor roepingen nog intensiever wordt; gebed is aanbidding voor het mysterie van God, en dankzegging voor de ‘grote dingen’ die Hij tot stand heeft gebracht en onophoudelijk uitdraagt, ondanks de menselijke zwakheid. 2
Beschouwend gebed is vervuld van verwondering en dankbaarheid voor de gave van roepingen… Mogen alle christelijke gemeenschappen ‘ware scholen van gebed’ worden, waar men bidt dat het niet aan arbeiders ontbreekt in het onmetelijke veld van apostolische arbeid.” We mogen ons gelukkig prijzen dat er ook in het Aartsbisdom Utrecht velen zijn die het gebed om roepingen een warm hart toedragen. De Diocesane Gebedskring telt op dit moment meer dan 800 leden. In onze geloofsgemeenschappen en gebedskringen, in families en gezinnen, maar ook in hun persoonlijk gebed bidden zij met volharding om nieuwe werkers in de wijngaard van de Heer. De roepingenraad van het Aartsbisdom Utrecht heeft zich de laatste jaren ingespannen om ervoor te zorgen dat steeds meer mensen zich bij dat gebed om roepingen aansluiten. Daartoe worden elk jaar opnieuw verschillende materialen uitgebracht, waaronder het jaarlijkse gebedenboekje en de speciale gebedskaart. Dit jaar bieden wij u een speciale noveen om roepingen aan: een selectie van lezingen en gebeden die in de negen dagen voorafgaand aan Roepingenzondag gebeden kunnen worden. Bij gelegenheid van de recente heiligverklaring van paus Johannes Paulus II is er gezocht naar passende teksten ter overweging die hij in de loop van zijn pontificaat heeft uitgesproken of geschreven. Wij hopen dat we met deze noveen uw gebed om roepingen een nieuwe impuls kunnen geven of u kunnen overhalen de intentie om roepingen op te nemen in uw gebed. Graag maken we van de gelegenheid gebruik u te danken voor uw inzet en betrokkenheid. Uiteraard kan dit boekje ook gebruikt worden om ná Roepingenzondag 2014 een noveen om roepingen te bidden. drs. P. Kuipers rector Ariënsinstituut voorzitter Diocesane Roepingenraad foto: paus Johannes Paulus II 3
Vrijdag 2 mei 2014 Gebedsintentie Voor Nederland; dat velen de rijkdom van het Evangelie mogen leren kennen. Schriftlezing Lucas 10, 1-9 Hierna wees de Heer twee en zeventig anderen aan en zond hen twee voor twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen, waarheen Hijzelf van plan was te gaan. Hij sprak tot hen: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraagt daarom de Heer van de oogst arbeiders te sturen om te oogsten. Gaat dan, maar zie, Ik zend u als lammeren tussen wolven. Neemt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoeisel; en groet niemand onderweg. Laat in welk huis gij ook binnengaat uw eerste woord zijn: Vrede aan dit huis! Woont daar een vredelievend mens, dan zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan zal hij op u terugkeren. Blijft in dat huis en eet en drinkt wat zij u aanbieden; want de arbeider is zijn loon waard. Gaat niet van het ene huis naar het andere. In elke stad waar ge binnengaat en ontvangen wordt, eet wat u wordt voortgezet, geneest de zieken die er zijn en zegt tot hen: Het Rijk Gods is u nabij.” Ter overweging Wees niet bang om de straat op te gaan en om in het openbaar op te treden zoals de eerste apostelen dat deden, die Christus en 4
de blijde heilsboodschap predikten op de pleinen van steden, dorpen en gehuchten. Dit is niet het moment om je voor het Evangelie te schamen. Het is het moment om het van de daken te verkondigen. Wees niet bevreesd om te breken met een leventje van gemakzucht en routine, maar neem de uitdaging aan om Christus bekend te maken in de moderne wereldstad. Jullie moeten naar de ‘kruispunten van de wegen’ gaan en allen die je daar ontmoet uitnodigen voor het gastmaal dat God voor zijn volk heeft bereid. Verberg het niet uit angst of onverschilligheid. Het Evangelie is niet ‘bedacht’ om het geheim te houden. Het moet op de standaard worden geplaatst, zodat de mensen het Licht kunnen zien en onze hemelse Vader loven. (Toespraak tijdens de Wereldjongerendagen in Denver – VS – op 15 augustus 1993)
Gebed Goede God, U hebt uw Zoon als het ware licht in de wereld gezonden. Stort de Heilige Geest uit om voortdurend het zaad van het Evangelie in de harten van de mensen te zaaien. Geef dat velen in ons vaderland door het enthousiaste getuigenis van uw Kerk mogen komen tot de vreugde van het geloof. Geef dat allen, door het doopsel herboren tot nieuw leven, deel uitmaken van uw ene volk. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Bonifatius, bid voor ons. Heilige Ludger, bid voor ons. Alle heilige geloofsverkondigers in ons streken, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
foto: paus Johannes XXIII 5
Zaterdag 3 mei 2014 Gebedsintentie Voor de herders van de Kerk; dat zij hoopvolle en enthousiaste getuigen zijn van het Evangelie. Schriftlezing 2 Timotheüs 1, 6-11 Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen. Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam u dus niet van onze Heer te getuigen. Schaam u evenmin voor mij, zijn gevangene. Draag uw deel in het lijden voor het Evangelie, door de kracht van God, die ons gered heeft en geroepen met een heilige roeping, niet op grond van onze verdiensten, maar volgens het vrije besluit van zijn genade. Van alle eeuwigheid ons verleend in Christus Jezus, is zijn genade nu openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het Evangelie. Van dit Evangelie ben ik aangesteld als heraut en apostel en leraar. Ter overweging De jonge priesters zijn niet talrijk in uw bisdommen, en zij worden dikwijls geroepen om al snel veelvoudige en belangrijke pastorale verantwoordelijkheden op zich te nemen. Zij dienen begeleid te worden in hun dienstwerk, in het bijzonder door programma’s die een aangepaste permanente vorming bieden, en zij moeten kunnen rekenen op hun bisschop als op een vader, terwijl zij ook mogen hopen op de steun van de kant van de geloofsgemeenschap die hen ontvangt, in het bijzonder in de samenwerking met hun broeders en zusters die als leken in hun verantwoordelijkheid delen. Mogen allen voor ogen houden, dat wat de aard van hun zending ook moge zijn, het allereerst een dienst aan Christus en Zijn Kerk is. Het is evenwel in de liefde van de Heer die de zijnen nooit verlaat, en die hen uitnodigt Hem te vergezellen, dat zij de kracht en de vreugde voor hun apostolaat zullen vinden. 6
Aan het slot van onze ontmoeting spoor ik u aan om uw pastoraal handelen onophoudelijk te modelleren naar Christus, de Goede Herder. U die het ‘zichtbaar beginsel en fundament van de eenheid’ (vgl. Lumen Gentium 23) in uw diocees bent, weest met moed en vurigheid de gidsen van de kudde, waarbij u niet aarzelt te pas en te onpas het woord te nemen om diens weg te verlichten en diens voortgang in het geloof te waarborgen! Ik groet heel in het bijzonder de priesters en diakens, uw medewerkers in het dienstwerk, die uw initiatieven en uw aansporing behoeven om samen te werken en om de banden van de broederlijke communio tussen alle gelovigen te weven. Mogen zij zich verzekerd weten van de aanmoedigingen en het gebed van de paus! (Toespraak bij het Ad Limina-bezoek van de Nederlandse bisschoppen, 12 maart 2004)
Gebed God, Herder en Leidsman van uw gelovigen, zie welwillend naar allen die U hebt aangesteld tot herders van uw Kerk. Schenk hen de genade door woord en voorbeeld bij te dragen tot het heil van allen die zij leiden om eens, met de gemeenschap die aan hun zorgen is toevertrouwd, het eeuwig leven binnen te gaan. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. afbeelding: Z. Titus Brandsma (wandkleed) 7
Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Bonifatius, bid voor ons. Heilige Ludger, bid voor ons. Alle heilige geloofsverkondigers in ons streken, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
foto: de H. Ludger (kerkraam St. Martinuskerk Baak) 8
Zondag 4 mei 2014 Gebedsintentie Voor onze parochies en geloofsgemeenschappen: dat het plaatsen mogen zijn waar Gods roepstem gehoord wordt. Schriftlezing Handelingen van de Apostelen 4, 32-35 De menigte die het geloof had aangenomen, was een van hart en een van ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel zij bezaten alles gemeenschappelijk. Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus en rijke genade rustte op hen allen. Er was geen enkele noodlijdende onder hen, omdat allen die landerijen of huizen bezaten, deze verkochten en de opbrengst ervan meebrachten om aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte. Ter overweging De parochie is niet louter een gemeenschap van mensen, die een aantal sociale functies verrichten. Een parochie is een gemeenschap van gelovigen, die in het geloof, dat zij samen delen, de bron vinden van hun samenzijn: het Woord van God, dat verkondigd en aanhoord wordt in de viering van de goddelijke mysteries. Dierbare broeders en zusters, een aandachtige lezing van de ‘tekenen des tijds’ legt zware, maar verheven taken op aan degenen, die Christus willen volgen op het einde van dit tweede millennium. Om deze taken aan te kunnen moet men de gelederen sluiten, de krachten verenigen en wedijveren in wederzijds begrip en oprechte liefde. Een liefde, die alles samenbundelt rondom de bisschop en diens vertegenwoordiger in de plaatselijke gemeenschap, de pastoor. Rondom hem moet men een levende gemeenschap vormen van personen, die elkaar achten en liefhebben, een gemeenschap, die een ‘thuis’ kan bieden aan allen, die samen met de andere parochianen als volgelingen van Christus willen leven. Dit moet een ‘thuis’ zijn, waar men zich durft open te stellen 9
voor elkaar en voor de roepstem van God. Uw bisschoppen hebben hierover gezegd: ‘Een tehuis ontstaat niet vanzelf, maar het groeit naargelang mensen het elkaar schenken. In de geloofsgemeenschap is het niet anders. Zij wordt een tehuis naarmate ouderen en jongeren in wederzijds vertrouwen eraan bouwen.’ (Toespraak tot parochiepriesters en hun medewerkers tijdens het bezoek aan Nederland, 12 mei 1985)
10
De H. pastoor van Ars
Gebed God, al vanaf het begin van de Kerk hebt U mensen samengebracht om uw Woord te horen en de onderlinge gemeenschap te beleven. In deze onzekere tijden vragen wij om uw bijstand en zegen voor onze parochies en geloofsgemeenschappen. Breng ook nu mensen samen; zorg voor hechte gemeenschappen rond uw altaar, waar uw Woord leeft, waar uw stem wordt verstaan en waar uw Gave aan ons mensen, mag worden tot zelfgave van ons allen. Roep uit deze gemeenschappen mensen die met U op weg willen gaan om de taken te verrichten waarvoor U hen bestemd hebt. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Bonifatius, bid voor ons. Heilige Ludger, bid voor ons. Alle heilige geloofsverkondigers in ons streken, bid voor ons. Heilige pastoor van Ars, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
11
Maandag 5 mei 2014 Gebedsintentie Voor alle gedoopten: dat zij hun christelijke roeping herontdekken. Schriftlezing Mattheus 5, 13-16 Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout zijn kracht verliest, waarmee zal men dan zouten? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is. Ter overweging Alle christenen die door hun doopsel Christus en zijn Kerk toebehoren, zijn aan God toegewijd. Zij zijn ertoe geroepen het geloof dat zij ontvangen hebben te belijden. Door het sacrament van het vormsel geeft de Heilige Geest hun een bijzondere kracht om van Christus te getuigen en deel te hebben aan zijn heilszending. Ieder christen is derhalve een meesterwerk van Gods genade en hij wordt geroepen tot de toppen van heiligheid. Soms schijnen mannen en vrouwen niet ten volle hun waardigheid en hun roeping als leek op hun juiste waarde te schatten. Neen, er bestaat geen ‘gewone leek’, want allen bent u tot bekering opgeroepen door de dood en de verrijzenis van Jezus Christus. Als heilig volk van God bent u ertoe geroepen uw rol te vervullen in de verkondiging van het geloof aan de wereld. Ja, de leken zijn ‘een uitverkoren volk, een heilig priesterschap’, geroepen om het zout der aarde en het licht der wereld te zijn. Hun specifieke roeping en zending bestaat erin, dat zij het Evangelie in hun leven tonen en dat zij het als zuurdesem invoegen in de werkelijkheid van de wereld waarin zij leven en werken. De grote machten die de wereld regeren – politiek, massamedia, wetenschap, technologie, cultuur, opvoeding, industrie 12
en arbeid – zijn juist de terreinen waarop de leken op bijzondere wijze bekwaam zijn om hun zending uit te oefenen. Als deze krachten geleid worden door mensen die ware leerlingen van Christus zijn en tegelijkertijd, vanwege hun kennis en talenten, op hun eigen gebied deskundig zijn, dan zal de wereld werkelijk van binnenuit veranderd worden door de verlossende kracht van Christus. (Preek te Limerick – Ierland – op 1 oktober 1979)
Gebed God, U hebt gewild dat de kracht van het Evangelie als een gist de wereld doordringt. Schenk uw hulp aan de gelovigen, die U geroepen hebt tot een leven in de wereld te midden van aardse beslommeringen en zorgen. Laat hen, bezield met een christelijke geest en gesterkt door uw nabijheid, hun taak vervullen en in deze wereld blijde getuigen zijn van uw Evangelie. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Elisabeth van Thüringen, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
Alphons Ariëns
13
Dinsdag 6 mei 2014 Gebedsintentie Voor katholieke gezinnen; dat ouders hun kinderen opvoeden in het geloof in Jezus Christus. Schriftlezing Lucas 2, 41-52 Zijn ouders reisden ieder jaar, bij gelegenheid van het paasfeest, naar Jeruzalem. En overeenkomstig het gebruik bij dit feest gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was. Maar na afloop van die dagen bleef het kind Jezus, terwijl zij terugkeerden, in Jeruzalem achter, zonder dat zijn ouders het wisten. In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond, gingen zij een dagreis ver en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden. Omdat zij Hem niet vonden, keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug. Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, waar hij te midden van de leraren zat, naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde. Allen die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn begrip en zijn antwoorden. Toen zij Hem daar opmerkten, stonden zij verslagen. Zijn moeder zei tot Hem: “Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan? Denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht.” Maar Hij antwoordde: “Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?” Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde. Hij ging met hen mee naar Nazareth en was aan hen onderdanig. Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart. En met de jaren nam Jezus toe in wijsheid en welgevalligheid bij God en de mensen. Ter overweging Het christelijk gezin is als ‘huiskerk’ de eerste fundamentele school voor de geloofsvorming. Vader en moeder ontvangen in het sacrament van het huwelijk de genade en de verantwoordelijkheid voor de christelijke opvoeding van hun kinderen; zij leggen voor hen getuigenis af en brengen tegelijkertijd menselijke en godsdienstige waarden op hen over. Als kinderen hun eerste woordjes leren, leren zij ook God te loven; 14
zij voelen dat Hij dichtbij hen is als een liefdevolle en zorgzame Vader. Wanneer kinderen hun eerste gebaren van affectie leren, dan leren zij zich ook voor anderen open te stellen en gaan zij in hun eigen overgave de zin van het menselijk leven begrijpen. Het gezin is dan ook de oer-omgeving waarin de christelijke roeping ontwaakt en zich uit. Zoals de roeping van Jezus Christus zich in het gezin van Nazareth openbaarde, zo ontkiemt en openbaart een roeping zich ook vandaag de dag in het gezin. En wanneer deze algemene roeping de bijzondere oproep blijkt te worden om ‘alles achter zich te laten’, ook dan, en juist dan is het christelijk gezin de bevoorrechte plaats waar het zaad dat door God in het hart van de mensen is gelegd, wortel kan schieten en kan rijpen, de plaats waar het deelnemen van de ouders aan de priesterlijke zending van Christus zélf nog meer tot uitdrukking komt. De roeping raakt aan de wortels
van de menselijke ziel zelf. Het is God die innerlijk de mens roept: tot de unieke en onherhaalbare mens. (Toespraak tot de gezinnen in Cuenca – Equador – op 12 januari 1985)
Gebed God, U hebt uw liefde voor ons mensen uitgedrukt door uw eigen Zoon mens te laten worden. Hij werd geboren in een menselijk gezin en mocht opgroeien in liefdevolle zorg. Zo hebt U huwelijk en gezin op een bijzondere wijze gezegend en geheiligd. Wij danken U hiervoor. Luister in uw barmhartigheid naar ons gebed: geef dat wij het voorbeeld navolgen van de heilige Familie door een goed gezinsleven en door onderlinge liefde. Dan zal uw roepstem worden gehoord. Wij vragen het U door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Jozef, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Heilige Gianna Molla, bid voor ons. Heilige Vitus, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
foto blz. 15: de H. Jozef 16
Woensdag 7 mei 2014 Gebedsintentie Voor de jongeren: dat zij de roepstem van Christus leren verstaan en beantwoorden. Schriftlezing Marcus 10, 17-22 Toen Jezus zich eens op weg begaf, kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?” Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.” Hij gaf Hem ten antwoord: “Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Een ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel. En kom dan terug om Mij te volgen.” Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat. Ter overweging Beste jongelui, geloven is altijd een uitdaging. Dat is nooit anders geweest. Wie in deze tijd christen wil zijn, ondervindt moeilijkheden. Maar in het verleden waren er andere moeilijkheden. En in de toekomst zullen nieuwe generaties jongeren nieuwe moeilijkheden ontmoeten. Dat is een voorspelling, die men kan doen, zonder het risico te lopen gelogenstraft te worden. Christen-zijn is nooit een gemakkelijke keuze geweest en zal het ook nooit zijn. Maar wordt de keuze vóór Christus niet juist hierom aantrekkelijk? Wat moeilijk is, vraagt moed. En juist in de moed komt de typische adel van de mens tot uitdrukking. Jullie moeten ook niet vergeten, dat in andere landen van de wereld jonge mensen een zeer hoge prijs betalen voor het getuigenis van hun evangelisch leven. Desondanks lachen en zingen zij graag. Hun ervaring leert ons, dat de vreugde opbruist uit het offer, als dit uit liefde voor Christus gebracht wordt. Ik hoop, dat dit ook jullie ervaring mag zijn. 17
In vele andere landen moeten de jongeren armoede en gebrek trotseren. Toch zijn zij vol vrede en ijver. Vergeleken met hen zijn jullie bevoorrecht. Jullie beschikken over een grote welstand en een hoge ontwikkeling, waardoor jullie vele mogelijkheden hebben voor een menswaardig leven. Houdt je aan Christus vast om blij de weg van het Evangelie te kunnen gaan in de huidige wereld, zonder te verdwalen. Houdt je ook vast aan de Maagd Maria, de Moeder van Christus en onze Moeder. Zij is voor ons allen een voorbeeld van overgave aan de wil van God. Samen met haar zullen jullie veilig en vol vreugde de toekomst tegemoet kunnen gaan. En dat is mijn wens voor jullie. (Toespraak tot de jongeren bij het bezoek aan Nederland, 14 mei 1985)
18
Gebed God, door de eeuwen heen hebt U vele jonge mensen geroepen om U van dichtbij te volgen. Laat ook vandaag uw stem klinken in het hart van onze jongeren: dat zij geraakt worden door uw liefde, U beter leren kennen en in deze wereld getuigen zijn van uw Evangelie. Dat zij de roeping mogen ontdekken die U voor hen heeft weggelegd, zodat zij op die manier dienstbaar zijn aan U en aan de wereld. Dat vragen wij U op voorspraak van moeder Maria, door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Theresia van Lisieux, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Chiara Badano, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
foto: H. Theresia van Lisieux 19
Donderdag 8 mei 2014 Gebedsintentie Om roepingen tot het priesterschap: dat velen herder willen zijn naar het voorbeeld van Christus. Schriftlezing Johannes 21, 15-17 Na het ontbijt zei Jezus tot Simon Petrus: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij meer lief dan dezen?” Hij antwoordde: “Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.” Jezus zei hem: “Weid mijn lammeren.” Nog een tweede maal zei Hij tot hem: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”, waarop deze antwoordde: “Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.” Jezus hernam: “Hoed mijn schapen.” Voor de derde maal vroeg Hij: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?” Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: “Hebt ge Mij lief?” en hij zei Hem: “Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U liefheb.” Daarop zei Jezus hem: “Weid mijn schapen.” Ter overweging Roepingen zijn een gave van God, waarvoor we onophoudelijk moeten bidden. Als we de oproep van Jezus volgen, moeten we vooral de Heer van de oogst vragen om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. Het gebed, verrijkt door het stille offer van het lijden, is hierbij het eerste en meest werkzame middel van het roepingenpastoraat. Bidden betekent de blik vast op Christus richten en erop vertrouwen dat – door Hem zelf, de enige hogepriester, en vanuit zijn goddelijk offer door de werken van de Heilige Geest – in overvloedige mate de in elke tijd voor het leven en de zending van de Kerk benodigde roepingen zullen ontkiemen. Blijven wij in de bovenzaal en zien wij naar de Verlosser, hoe Hij bij het laatste Avondmaal de Eucharistie en het priesterschap heeft ingesteld. In deze heilige nacht heeft Hij iedere afzonderlijke priester van alle tijden bij naam geroepen. Zijn blik vestigt zich op elk van hen. Het is een liefdevolle en aandachtige blik, zoals die ook rustte op Simon en Andreas, op Jakobus en Johannes, op Natanaël onder de vijgenboom en op Matteüs die bij het tolhuisje zat. Zo heeft Jezus ook ons geroepen 20
en langs allerlei wegen gaat Hij door met vele anderen in zijn dienst te nemen. Vanuit de avondmaalszaal wordt Jezus niet moe mensen te zoeken en te roepen: hier liggen de oorsprong en niet aflatende bron van een echt roepingenpastoraat voor het priesterschap. Daarvoor voelen wij ons, broeders, als eerste verantwoordelijk. Laten we bereid zijn diegenen bij te staan, die Hij voor zijn priesterschap heeft voorzien, opdat zij edelmoedig aan zijn roeping gevolg geven. (Brief bij gelegenheid van Witte Donderdag, 28 maart 2004)
Gebed God, in deze wereld die wordt getekend door haat, geweld en onderdrukking is er behoefte aan moedige boodschappers van het Evangelie, aan grootmoedige dienaren van een lijdende mensheid. Schenk uw Kerk priesters, zo bidden wij U, die uw volk heiligen met de instrumenten van uw genade. Zend arbeiders naar uw wijngaard, opdat zij mogen werken met het vuur van de naastenliefde en, gesterkt door uw Geest, de verlossing van Christus brengen mogen naar alle mensen. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. 21
Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige pastoor van Ars, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Edward Poppe, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
foto blz. 21: de H. Willibrord foto blz. 22: paus Johannes Paulus II 22
Vrijdag 9 mei 2014 Gebedsintentie Om roepingen tot het permanent diaconaat: dat er mensen opstaan die dienstbaar willen zijn aan Kerk en wereld. Schriftlezing Handelingen van de Apostelen 6, 1-6 In die tijd, toen het aantal leerlingen steeds toenam, begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: “Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid. Hen zullen wij dan met dit ambt bekleden, terwijl wij onszelf blijven wijden aan het gebed en de bediening van het woord.” Dit voorstel vond instemming bij de gehele vergadering en zij kozen Stefanus, een man vol geloof en heilige geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een proseliet uit Antiochië. Dezen werden aan de apostelen voorgedragen, die na gebed hun de handen oplegden. Ter overweging In alles trouw aan Christus, dierbare diakens, zullen jullie volkomen trouw zijn aan de verscheiden taken die de Kerk jullie toevertrouwt. Hoe kostbaar is jullie dienst aan het Woord en aan de catechese! Wat te zeggen van de diaconie van de Eucharistie, die jullie in direct contact met het altaar van het offer plaatst in de liturgische dienst. Zeker, bovendien doen jullie moeite om de liturgische dienst onafscheidelijk te beleven van die van de caritas in zijn concrete uitdrukking. Dit maakt zichtbaar hoe het teken van de evangelische liefde niet te reduceren valt tot louter humane categorieën, maar zich uitstrekt als een coherent gevolg van het eucharistisch mysterie. In de kracht van de sacramentele band, die jullie verbindt met de bisschoppen en de priesters, leven jullie in volledige communio met de Kerk. De diaconale broederschap in jullie bisdom kan geen structurele 23
laag worden analoog aan die van de priesters. Het spoort jullie aan om de zorgen van de Herders te delen. Aan de diaconale identiteit ontspruiten in alle helderheid de lijnen van jullie specifieke spiritualiteit, die zich wezenlijk uit als spiritualiteit van dienstbaarheid. (Toespraak tot de diakens tijdens het Jubileumjaar op 19 februari 2000)
Gebed God, U wilt zorgen voor herders die uw volk leiden en schenkt uw Kerk telkens opnieuw bedienaren die uw volk leiden op de weg naar U. Stort uw Heilige Geest uit en roep velen om U te volgen in uw liefde voor mensen. Geef ons diakens, die in woord en daad getuigen van uw liefde 24
tot het uiterste toe; die hun broeders en zusters nabij zijn in uw Naam. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Stefanus, bid voor ons. Heilige Laurentius, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons.
afbeelding blz. 24: Fra Angelico, de H. Laurentius deelt aalmoezen uit aan de armen en de zieken. afbeelding blz. 25: Fra Angelico, H. Petrus wijdt Stefanus tot diaken. 25
Zaterdag 10 mei 2014 Gebedsintentie Om roepingen tot het religieuze leven; dat velen hun leven aan Christus toewijden. Schriftlezing Mattheus 10, 37-39 In die tijd zei Jezus: “Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. En wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.” Ter overweging ‘Wat zou er van de wereld worden als er geen religieuzen waren?’ (vgl. Theresia van Avila). Meer dan vanwege allerlei oppervlakkige nuttigheidsoverwegingen is het godgewijde leven belangrijk omdat het een overmaat aan onbaatzuchtigheid en liefde is. Het is dat des te meer omdat de wereld verstikt dreigt te geraken in de maalstroom van het vergankelijke. Wanneer dat duidelijk zichtbare teken verdwijnt, bestaat het gevaar dat de liefde zelf waar de gehele Kerk op teert, verkilt, dat de wonderbare en aan de menselijke opvattingen tegengestelde heilsboodschap van het Evangelie afstompt en in deze steeds meer geseculariseerde wereld het ‘zout’ van het geloof verdwijnt. Het leven van de Kerk en van de maatschappij zelf heeft mensen nodig 26
die zich uit liefde tot God geheel aan God en aan de anderen weten toe te wijden. De Kerk kan absoluut niet buiten het godgewijde leven want dit drukt op welsprekende wijze haar natuur van ‘bruid’ uit. In dit godgewijde leven vindt de verkondiging van het Evangelie aan de hele wereld nieuwe geestdrift en kracht. Men heeft werkelijk mensen nodig die het vaderlijk gelaat van God en het moederlijk gelaat van de Kerk tonen, die hun eigen leven in de waagschaal leggen opdat anderen leven en hoop zouden hebben. In de Kerk zijn godgewijde mensen nodig die, zelfs voordat zij zich aan één of andere nobele zaak gaan wijden, zich door de genade van God laten omvormen en die geheel leven volgens het Evangelie. (Postsynodale apostolische exhortatie Vita Consecrata nr. 5, 25 maart 1996)
Gebed God, U roept alle gelovigen op tot volmaakte liefde, maar voortdurend nodigt U velen van hen uit om U van meer nabij te volgen. Wij vragen U: wek in vrouwen en mannen het verlangen op naar een leven in religieuze gemeenschap en breng hen op het pad van de evangelische saamhorigheid. Dat ze durven loslaten wat vertrouwd is en leren zoeken naar heilzame verandering. Laat hen door hun manier van leven voor Kerk en wereld een zichtbaar teken zijn van uw koninkrijk. Dat vragen wij U door Christus onze Heer. Amen. Onze Vader…
Wees gegroet…
Eer aan de Vader…
Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons. Heilige Benedictus, bid voor ons. Heilige Willibrord, bid voor ons. Heilige Franciscus, bid voor ons. Heilige Edith Stein, bid voor ons. Heilige paus Johannes XXIII, bid voor ons. Heilige paus Johannes Paulus II, bid voor ons. Zalige Titus Brandsma, bid voor ons. Eerbiedwaardige Alphons Ariëns, bid voor ons. afbeelding: Giotto, de H. Franciscus 27
www.jekomtalsgeroepen.nl