Bouwen aan je
[droom - huis]* *schrappen wat niet past
beide n o o w e G
doen!
Deze uitgave werd gerealiseerd in opdracht van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen en KaHo Sint-Lieven Campus Aalst met de steun van de Vlaamse Overheid - Projectcoördinator: Karolien Van Overwaelle - Auteur: Cego: Veerle De Winter - Realisatie: Custom Publishing Averbode: illustraties: Hans Boeykens, vormgeving: Charlotte Jansen, projectleiding: Ann Vanoppen - Verantwoordelijke uitgever: Thierry Semey, directeur Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen, Tramstraat 59, 9052 Zwijnaarde. Dit educatief pakket met film is gratis beschikbaar op het internet: http://www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen/Bouwonder. Voor inlichtingen: tel. 09/244 45 00. © 2011: Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen.
| INLEIDING Meer jonge mensen motiveren voor een opleiding of beroep in de bouwsector. Dat was één van de hoofddoelstellingen toen Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen en KAHO Sint-Lieven Campus Aalst in 2008 het project BouWonder schreven. Het project vertrok van een tweeledige vaststelling: Ten eerste stelden de auteurs vast dat heel wat jobs in de bouwsector op de knelpuntberoepenlijst staan. Jongeren, maar ook hun ouders en leerkrachten, zijn onvoldoende bekend of vertrouwd met het brede aanbod van aantrekkelijke, uitdagende en gevarieerde beroepen in de bouw. Daarom wil BouWonder de bouwsector onder de bijzondere aandacht brengen van jongeren en hun begeleiders, o.m. door hen te confronteren met het maatschappelijk belang van bouwen en door hen de grote diversiteit te tonen aan bouwjobkansen en -mogelijkheden. In de tweede plaats constateerden de auteurs dat het watervalsysteem hardnekkig standhoudt in het secundair onderwijs. De perceptie blijft, dat Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) a priori superieur is aan Technisch Secundair Onderwijs (TSO). Dit kan leiden tot studiekeuzes die niet in overeenstemming zijn met de belangstelling, de motivatie en de talenten van de leerling. Onderzoek wijst uit, dat dit onder andere te wijten is aan de onbekendheid van het TSO bij studiekeuzebegeleiders en vooral bij ouders. Het is te weinig bekend dat TSO ook sterke richtingen heeft, zoals Hout- en Bouwkunde en Industriële Wetenschappen. Deze richtingen bereiden leerlingen perfect voor op bouwopleidingen aan hogescholen en zelfs universiteiten. Knappe koppen met interesse voor techniek die later een Bachelor of Master in de Bouw willen volgen, zijn na TSO veelal beter voorbereid dan ASO-leerlingen. Sinds enkele jaren is gelukkig een kentering merkbaar: onderwijsinstellingen, CLB’s, leerkrachten en overheid spannen zich in om meer jonge mensen te overtuigen van de toekomstkansen die een goede technische opleiding biedt. BouWonder ondersteunt deze gunstige trend door de belangstelling voor technische (bouw-)opleidingen bij kinderen en jongeren aan te wakkeren. Acties zoals de Open Wervendagen voor Leerlingen en de Bouwdagen brengen de leerlingen van basis- en secundair onderwijs in contact met bouwen en met bouwprojecten. De vandaag gepresenteerde pakketten en Sectordocumentaires vullen deze acties aan: ze vormen een instrument waarmee kinderen en leerlingen, op een onderhoudende en inhoudelijk zinvolle manier, in de klas kunnen kennismaken met de bouw; zijn uitdagingen en beroepskansen. De titel van het educatieve pakket, Bouwen aan je [droom-huis]*, duidt erop dat we de leerlingen niet alleen letterlijk leren bouwen maar hen ook helpen kiezen voor een goede opleiding en een succesvolle toekomst. Het pakket bevat verkenningsoefeningen en opdrachten over de bouwberoepen, actuele begrippen uit de bouw (bijv. houtskeletbouw, passiefwoning, geautomatiseerde bouwmethode) en indrukwekkende Belgische bouwwerken. Een interactief spel maakt de leerlingen wegwijs in de doorstroom naar het secundair onderwijs. Het educatief filmpje, aansluitend bij het lesmateriaal, laat leerlingen actief nieuwe interesses en talenten ontdekken. Met deze BouWonder-realisatie wensen Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen en KAHO Sint-Lieven iedereen veel kijk- en leerplezier en vooral: een boeiende ontdekkingsreis doorheen het telkens weer verrassende bouwlandschap!
Thierry Semey, Directeur Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen
-2-
Jan Van Caudenberg, Opleidingshoofd Bouw, KaHo Sint-Lieven Campus Aalst
| INHOUD Het educatief pakket ‘Bouwen aan je [droom-huis]*’ bestaat uit vijf bouwstenen die leerlingen laten kennismaken met beroepen en mogelijkheden in de bouwsector:
Aantal lessen
Pagina’s
Bouwsteen 1 Inleiding: oproepen van voorkennis over huizen, wonen en bouwen
1–2
5
Bouwsteen 2 Verkenning: opdrachtfiches vertrekkend vanuit verschillende beroepen
2–3
9
1
12
3–5
14
1
15
Bouwsteen 3 Verbreding: kennismaking met specifieke bouwtoepassingen Bouwsteen 4 Integratie: projectfiches waarin verschillende talenten aan bod komen Bouwsteen 5 Afsluiting: werken in de bouwsector? Exploratie van studiekeuzemogelijkheden Bijlages: Bijlage 1: Overzicht van de proefjes en materialen in de beroepsfiches Bijlage 2: Adressenlijsten van de technische scholen in de buurt Bronnen
17 23 32
Doe-het-zelf-kaarten: Doe-het-zelf-kaarten bij Bouwsteen 1: 1: ‘Knibbel knabbel knuisje, is dit een huisje?’ 2: Beroepskeuzeblad 3: Mijn beroepen-top 3
34 35 37
Doe-het-zelf-kaarten bij Bouwsteen 2: 4 – 15: Beroepsfiches
39
Doe-het-zelf-kaarten bij Bouwsteen 4 16 – 18: Projectfiches: (poppenhuis, isolatiehuis, blanco)
63
Doe-het-zelf-kaarten bij Bouwsteen 5: 19: Spelregels 20: 36 Doevragen 21: 36 Denkvragen 22: Pionnen Bijgevoegd op A3-formaat: Speelbord met op achterkant Schema ‘Op weg naar een beroep in de bouwsector’.
69 70 73 76
-3-
In dit pakket wordt gewerkt aan volgende eindtermen: Nederlands 2.3 2.6 3.1
De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) het gepaste taalregister hanteren als ze: over een op school behandeld onderwerp aan de leerkracht verslag uitbrengen; De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten; De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard.
Wereldoriëntatie 1.1 1.2 1.12 2.2 2.3 2.6 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 6.9 7
De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren; De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese; De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven; De leerlingen kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren; De leerlingen kunnen onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert; De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen; De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen; De leerlingen kunnen bepalen aan welke vereisten het technisch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen; De leerlingen kunnen ideeën genereren voor een ontwerp van een technisch systeem; De leerlingen kunnen keuzen maken bij het gebruiken of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen; De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren; De leerlingen kunnen werkwijzen en technische systemen vergelijken en over beide een oordeel formuleren aan de hand van criteria; De leerlingen kunnen technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/of realiseren; De leerlingen kunnen aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven; De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen.
Leergebiedoverschrijdende eindtermen ict 5 6 7
De leerlingen kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven; De leerlingen kunnen met behulp van ict voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren; De leerlingen kunnen ict gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
Leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren 2 3 4 5 6
-4-
De leerlingen kunnen op systematische wijze verschillende informatiebronnen op hun niveau zelfstandig gebruiken; De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken; De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen; De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: - hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren, - hun eigen leerproces controleren en bijsturen; Houdingen en overtuigingen: de leerlingen kunnen op hun niveau leren met: - nauwkeurigheid, - efficiëntie, - voldoende zelfvertrouwen, - kritische zin.
| Bouwsteen 1 Inleiding: wat is een huis? (en hoe bouw je het) In Bouwsteen 1 maken leerlingen kennis met het onderwerp ‘huizen (bouwen)’. Deze inleiding is bedoeld om de concepten ‘huis’ en ‘huizen bouwen’ bij leerlingen op te roepen, te verkennen en uit te diepen. Leerlingen denken na over wat wonen betekent in verschillende culturen en maken een onderscheid tussen wat noodzakelijk is aan een woning en wat luxe is. Met deze concepten wakker gemaakt, kijken leerlingen naar het filmdeel ‘Opbouw van mijn droomhuis’. Ze zien hoe een huis bij ons gebouwd wordt en kiezen op basis daarvan enkele beroepen die hun interesseren om in Bouwsteen 2 te verkennen.
Organisatievorm:
klasgesprek
Tijdsbesteding:
1 tot 2 lessen
Materiaal:
• digibord of bord voor schema, papier en magneten • per groepje leerlingen: doe-het-zelf-kaart 1; grote foto’s om op het bord te brengen kunnen gedownload worden. De links naar de bestanden staan in de bronnen. • filmdeel: ‘Opbouw van mijn droomhuis’ op DVD of via http://www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen/Bouwonder.aspx • per leerling: doe-het-zelf-kaart 2 • per 4 leerlingen: doe-het-zelf-kaart 3, enkelvoudig kopiëren
Doelen:
• De leerlingen weten dat mensen op verschillende manieren wonen. • De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen dingen die noodzakelijk zijn aan een huis en wat ‘luxe’ is. • De leerlingen kunnen verschillende onderdelen van een huis benoemen. • De leerlingen herkennen de beroepen die meewerken aan de bouw van een huis.
Mogelijk bordschema op het einde van de les: 1 Onderdelen die alle huizen ter wereld nodig hebben (bv. muren, dak). 2 Onderdelen die vanzelfsprekend bij een huis horen in onze cultuur (bv. wc, glasramen, verwarming). 3 Onderdelen van een huis die niet vanzelfsprekend zijn voor alle huizen bij ons (bv. garage, domotica). HUIS HUIS HUIS
GEEN GEEN GEEN HUIS HUIS HUIS
-5-
1.1 Wat is een huis? Bordschema: teken een huis op bord. Begin een gesprek met de leerlingen vanuit de volgende vragen: ‘Wat maakt een huis een huis?’ ‘Als je iets bouwt, wat moet dat dan hebben om te kunnen zeggen: “Dit is een huis”?’ Schrijf de antwoorden die leerlingen aangeven op en geef ze een plaats rondom het huis op het bord. In dit stadium zijn alle antwoorden goed, later kunnen ze eventueel worden verwijderd of krijgen ze een andere plaats. Knibbel knabbel knuisje, is dit een huisje? Als de leerlingen hierover gebrainstormd hebben, bied hun dan in kleine groepjes het blad ‘Knibbel knabbel knuisje, is dit een huisje?’ (doe-het-zelf-kaart 1) aan. Laat hen in groep overleggen: ‘Welke van deze constructies zijn huizen?’
iglo
caravan
rotswoning
appartementsgebouw
paalwoning
kasteel
boomhut
joert
traditionele woning, Kenia: gebouwd met USAID Food Bags
kerk
tent
traditionele woning, Chili
Bespreek klassikaal welke constructies volgens de groepjes huizen zijn en welke niet. Vraag na waarom ze dat vinden en of iedereen het daarmee eens is. Geef foto’s waarover eensgezindheid is een plaats op het bord in de groep ‘huis’ of ‘geen huis’. Houd foto’s waarover onenigheid blijft nog even opzij. Bekijk samen met de leerlingen de definitie van een huis op de internetencyclopedie Wikipedia. Bekijk daarna ook de definitie van een gebouw. Ga na of leerlingen de omschrijvingen inhoudelijk begrijpen en of er moeilijke woorden opduiken. Een huis, woning of (Vlaams) woonst is een bouwwerk waarin mensen kunnen wonen. Hier gaat het om een (deel van een) gebouw dat muren rondom een binnenruimte heeft, evenals een dak. Een huis biedt bescherming tegen neerslag, wind, extreme temperaturen en tegen mogelijk binnendringende mensen of dieren. (bron: Wikipedia, ‘huis’) Een gebouw is het voortbrengsel van de activiteit die bouwen heet of het voortbrengsel van bouwnijverheid. (Bouwen is het vervaardigen van een gebouw door het samenvoegen van bouwmaterialen tot een solide geheel. Die bouwmaterialen zijn bijvoorbeeld: baksteen, hout en beton. Het is bedoeld om ter plaatse te functioneren). (bron: Wikipedia, gebouw’)
‘Kunnen we op basis van deze definities de foto’s een nieuwe plaats geven?’ ‘Zijn er zaken die we moeten toevoegen aan ons bordschema?’ Over een aantal foto’s blijft mogelijk discussie: een kerk is geen woning, maar er kunnen wel mensen in wonen; een iglo en een joert zijn vaak tijdelijke constructies. Een joert leunt veeleer aan bij een tent: je bouwt ze op, breekt ze af, neemt ze mee en zet ze ergens anders weer op. Een iglo bouw je en verlaat je, maar de bouwmaterialen laat je ter plaatse. Wanneer de leerlingen niet tot een consensus komen, is dat geen probleem. Er mag een ‘grijze zone’ blijven bestaan. -6-
1.2 Hoe bouw je een huis? Bordschema: teken twee kringen rond het huis dat op je bord staat. ‘Op ons bord staan nu twee kringen. In de binnenste kring komen alle zaken die alle huizen ter wereld nodig hebben.’ ‘Tussen de binnenste en de buitenste kring plaatsen we alle zaken die voor ons vanzelfsprekend zijn in een huis. Wat is voor ONS (met ons klimaat, onze gewoonten?) zeker nodig bij een huis?’ ‘Buiten de buitenste kring plaatsen we alles wat eigenlijk luxe is. Wat is wel leuk of handig om in of bij je huis te hebben, maar is niet noodzakelijk?’ Laat leerlingen nadenken over de onderdelen van een huis en hoe noodzakelijk die zijn. Hebben alle huizen elektriciteit of stromend water? Hebben alle huizen dat nodig? Zou je je kunnen voorstellen dat je in een huis zonder elektriciteit of stromend water woont? Een huis zonder glas in de ramen? Is verwarming noodzakelijk in huizen? (Neem de antwoorden hierop zeker mee naar de bespreking van de passiefwoning in Bouwsteen 4.) Kunnen leerlingen zaken bedenken die handig of fijn zijn in huis, die voor gebruiksgemak zorgen, maar eigenlijk niet nodig zijn? Denk bijvoorbeeld aan een garage, een badkamer met douche en bad, licht dat je boven- en onderaan de trap kan aandoen, rolluiken, geluidsisolatie als je hardhorende buren hebt, … filmdeel ‘Opbouw van mijn droomhuis’ ‘We hebben nagedacht over wat er allemaal met huizen en wonen te maken heeft, maar hoe wordt een huis nu eigenlijk gebouwd?’ De leerlingen kijken naar het filmdeel ‘Opbouw van mijn droomhuis’ op de DVD of via http://www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen/Bouwonder.aspx
‘Opbouw van mijn droomhuis’ fundering en vloeropbouw gevels en binnenwanden dak ramen en deuren technieken afwerking ‘Zijn er dingen die we herkenden van ons schema? Zijn er dingen die ontbraken?’ ‘Wie werkte er allemaal mee aan ons huis? Welke beroepen zag je in het filmpje?’
Beroepskeuzeblad Geef de leerlingen het blad waarop de verschillende beroepen beschreven staan (doe-het-zelf-kaart 2). Lees het samen met hen door of geef hun de tijd om het te lezen. Bespreek samen met hen het filmdeel en de beroepen aan de hand van de volgende vragen: ‘Welke beroepen kende je al?’ ‘Welke beroepen kende je nog niet?’ ‘Welke beroepen zag je in het filmpje?’ -7-
Laat de leerlingen de beroepen aanduiden die hun wel interessant lijken. Bekijk nu samen het filmpje opnieuw. ‘Heb je nog andere beroepen in het filmpje herkend?’ ‘Volgende les gaan we enkele beroepen verkennen. Maak een top 3 van de beroepen die jij het liefst wil verkennen. Geef ze een cijfer van 1 tot 3 (1 is het beroep dat je het liefst wil verkennen.).’ Op doe-het-zelf-kaart 3 kunnen de leerlingen een top 3 noteren van de beroepen die ze willen verkennen door middel van proefjes. Op basis daarvan worden de verkennende opdrachten van Bouwsteen 2 verdeeld over de verschillende leerlingen. Houd de blaadjes zelf goed bij, want ze doen dienst in een van de proefjes van de werfleider. HUIs-werk?! Geef leerlingen de opdracht mee om ’s avonds en de volgende dagen eens rond te kijken op straat of in hun eigen huis naar zaken die met de gekozen beroepen te maken hebben. Als iemand het beroep van metselaar gekozen heeft, kan die bijvoorbeeld eens rondkijken naar verschillende soorten muren. Hoe zijn ze bedekt, hoe staan stenen op elkaar, hoe worden hoeken gemetseld? Vraag hun eventueel foto’s te maken en die de volgende les mee te brengen (digitaal of op papier) of te e-mailen.
-8-
| Bouwsteen 2 Verkenning: kennismaking met de verschillende beroepen Organisatievorm:
duowerk
Tijdsbesteding:
2 tot 3 lessen
Materiaal:
• materiaal voor de proefjes (zie bijlage 1) • voor elk kind de beroepsfiche waaraan hij of zij gaat samenwerken: doe-het-zelf-kaarten 4 tot 15 • fototoestel(len) • A3- of A2-papier om posters te maken • internet om op te zoeken en bijkomende filmpjes te bekijken
Doelen:
• De leerlingen kunnen oplossingsgericht werken zonder stappenplan. • De leerlingen kunnen de proefjes in eigen woorden toelichten. • De leerlingen gebruiken de woordenschat die bij bouwberoepen hoort. • De leerlingen kunnen hun oplossingen kritisch evalueren.
In Bouwsteen 1 hebben de leerlingen drie beroepen gekozen die hun wel interessant lijken om te verkennen. Stel vanuit die voorkeuren duo’s samen van leerlingen die tijdens de les met elkaar een beroep gaan verkennen. Per duo krijgen de leerlingen een beroepsfiche (doe-het-zelf-kaarten 4 tot 15) met daarop: • • • • • •
de beschrijving van het beroep; twee opdrachten; het materiaal dat ze nodig hebben voor de opdrachten; een lijstje woorden die specifiek zijn voor het beroep in kwestie: dat verdiept communicatie over het onderwerp en kan leerlingen helpen hun online zoekgedrag te optimaliseren; eventueel links op het internet naar filmpjes en documentatie met meer informatie; plaats voor evaluatie.
Leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met de proefjes. De opdrachten zijn zo veel mogelijk open. De proefjes hebben telkens een onderzoekend of ontwerpend karakter. Ze zijn opgebouwd volgens een vast stramien:
Onderzoekende proefjes
Ontwerpende proefjes
beschrijving van het nodige materiaal
beschrijving van het nodige materiaal
een probleem vanuit een realistische context
een probleem vanuit een realistische context
een open beschrijving van hoe dit te onderzoeken
een open beschrijving van hoe dit te ontwerpen
een vraag naar een verklaring met terugkoppeling naar de realiteit
de vraag om hun ontwerp te testen met terugkoppeling naar de realiteit
-9-
De uitleg van de proefjes is zo veel mogelijk geïntegreerd in de beroepsfiches door middel van links op het internet waar leerlingen meer uitleg of voorbeelden kunnen vinden. Moedig leerlingen aan om zelf te zoeken naar oplossingen als ze iets niet begrijpen of problemen tegenkomen. Focus in de begeleiding op het proces: ‘Hoe heb je dit gedaan?’ ‘Wat zou je de volgende keer anders doen?’ ‘Hoe loopt de samenwerking?’ Probeer niet te snel zelf antwoorden te geven. Als de proefjes niet lukken, is dat niet erg. Het is belangrijker dat leerlingen zelf mogelijke oplossingen bedenken en er actief naar zoeken. Uit een mislukt proefje leer je ook: dat je de volgende keer minder water moet gebruiken omdat het gips anders niet hard wordt, of juist meer water, omdat het anders te broos is, of dat je moet oppassen dat hout niet splijt, enz. Bij het selecteren van de proefjes en het materiaal dat nodig is voor de opdrachten is er vooral gekozen voor gemakkelijk vindbare materiaalsoorten. Uiteraard mogen de materialen van een proefje vervangen worden door meer realistische materialen als dit mogelijk is. Een overzicht van de materialen en een korte inhoud per proefje vindt u als bijlage 1. Wanneer de leerlingen klaar zijn met hun proefjes, werken ze aan een poster om aan hun medeleerlingen voor te stellen hoe de proefjes verlopen zijn, wat er belangrijk bij is, wat de beroepen in kwestie inhouden, wat er mee te maken heeft, wat er boeiend aan is …
Evaluatie Tijdens het verloop van de verschillende opdrachten krijgen kinderen de kans om hun proces in kaart te brengen. Daarvoor wordt in de klas voor fototoestellen gezorgd. Kinderen kunnen van hun activiteit foto’s maken met als criterium wat belangrijk zou zijn om te vertellen aan anderen als zij ze zouden uitvoeren (Benadruk daarbij dat het niet om het resultaat gaat, maar ook om het onderzoeks-/ontwerpproces). Die foto’s kunt u laten verwerken op de poster (of in een PowerPoint-presentatie, een vertelmoment, een fotocollage …) die het hele proces in beeld brengt. Het doel is medeleerlingen op een inspirerende manier kennis te laten maken met het beroep en de proefjes die ze zelf hebben verkend. Laat de leerlingen als afsluiting van Bouwsteen 2 vertellen over de beroepen die ze hebben verkend. Laat hen hiervoor de gemaakte posters gebruiken. Houd een klassikale nabespreking rond volgende vragen: ‘Wat vond je leuk aan de verschillende beroepen?’ ‘Welke beroepen interesseren je?’ ‘Wat zou je nog meer willen weten?’ Op de beroepsfiches is er telkens ruimte om aan te geven of het beroep hen boeiend lijkt en hoe ze er meer over te weten kunnen komen. Als leerlingen beroepen boeiend vinden die ze niet hebben uitgetest, is het voor hen interessant om ook die fiches te krijgen.
- 10 -
Overzicht beroepsfiches: Ruwbouw
Afwerking
1. Bekister – ijzervlechter
5. Installateur isolatie en ventilatie
2. Metselaar
6. Schrijnwerker
3. Daktimmerman – dakdekker
7. Dekvloerlegger – Stukadoor
4. Torenkraanbestuurder Diverse technieken
Planning en opvolging
8. Installateur sanitair en centrale verwarming
11. Architect
9. Elektricien
12. Werfleider
10. Installateur zonnepanelen
- 11 -
| Bouwsteen 3 Verbreding: kennismaking met specifieke bouwtoepassingen In Bouwsteen 3 maken leerlingen in groep kennis met een aantal woningbouwtoepassingen die verschillen van de traditionele woningbouw, en verkennen ze andere bouwtoepassingen die eveneens tot de bouwsector behoren.
Organisatievorm:
groepswerk
Tijdsbesteding:
1 les
Materiaal:
• een computer per groepje • filmdeel ‘Bijzondere toepassingen in de bouwsector’ op DVD of via http://www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen/Bouwonder.aspx • filmdeel ‘De Belgische bouwindustrie’ op DVD of via http://www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen/Bouwonder.aspx
Doelen:
• De leerlingen weten dat er alternatieven zijn voor de traditionele woningbouw. • De leerlingen kunnen voor- en nadelen benoemen van de alternatieve bouwmethodes. • De leerlingen kunnen andere toepassingen in de Belgische bouwsector opnoemen.
Bekijk de twee filmdelen klassikaal. Bespreek nadien welke elementen de leerlingen herkend hebben in de filmpjes.
‘Bijzondere toepassingen in de bouwsector’ passiefwoning geautomatiseerde bouwmethode houtskelet ‘De Belgische bouwindustrie’ de Belgische bouwsector tunnels en ondergrondse leidingen grote kantoorgebouwen steigeraanleg bruggenbouw wegenbouw boorplatformen baggerwerken hoge gebouwen - 12 -
Verdeel de klas in groepjes van vier personen. Laat drie groepjes elk een van de nieuwe technieken uit het filmpje verder onderzoeken. Geef hun volgende opdracht mee: ‘Maak voor de klas een presentatie over hoe een passiefwoning / houtskeletbouw gebouwd wordt of hoe huizen met de geautomatiseerde bouwmethode (ook wel ‘prefab’ genoemd) gebouwd worden. Wat zijn sterke kanten aan deze techniek? Welke problemen of nadelen zijn eraan verbonden?’ Laat de resterende groepjes één van de andere bouwtoepassingen uit het filmdeel ‘De Belgische bouwindustrie’ uitdiepen. Geef hun volgende opdracht mee: ‘Maak voor de klas een presentatie over een bouwtoepassing die jullie in het tweede filmpje hebben gezien. Wat is er uitzonderlijk aan? Wat zijn mogelijke problemen waar de bouwers tegenaan kunnen lopen?’ Help de leerlingen indien nodig een van de onderwerpen uit het filmpje te kiezen door samen met hen te overlopen wat aan bod kwam. Geef leerlingen de kans om het stuk film waarover zij een presentatie maken opnieuw te bekijken en meer informatie te zoeken. Begeleid hun zoekproces met behulp van de volgende vragen: ‘Wat weet je er al over?’ ‘Wat wil je er nog over weten?’ ‘Waar kun je daar informatie over vinden?’ ‘Hoe ga je dat op een boeiende manier aan je klasgenoten vertellen?’
- 13 -
| Bouwsteen 4 Integratie: projectopdrachten voor verschillende beroepen In Bouwsteen 4 gaan leerlingen in een concrete context aan de slag. De bouwindustrie is een sector waarin heel veel mensen samen moeten werken, op hetzelfde moment zowel als opeenvolgend. Dat maakt een goede planning en organisatie van bouwprojecten noodzakelijk. Ook op persoonlijk vlak is ‘kunnen samenwerken’ een sleutelvaardigheid. Daarom zijn in deze Bouwsteen enkele grotere opdrachten opgenomen waarin leerlingen de opgedane kennis met elkaar moeten delen. Behalve veel zelfsturing, organisatievermogen, creativiteit en nauwkeurigheid van de leerlingen vereist deze Bouwsteen ook een groot aanbod van materialen en gereedschappen. De uitvoering van de projecten gebeurt zoveel mogelijk met realistische materialen. Omdat het niet evident is om die allemaal als school in huis te hebben, biedt deze Bouwsteen de uitgelezen kans om er een klasbezoek aan een technische school in de buurt aan te koppelen. Zo maken de leerlingen alvast kennis met een technische school. Belangrijk is dat leerlingen zelf plannen en in handen houden wat er moet gebeuren, en dat ze ook zelf mee de operaties kunnen uitvoeren. Adressen van een technische school in uw buurt kunt u vinden als bijlage 2.
Organisatievorm:
groepswerk
Tijdsbesteding:
3 tot 5 lessen
Materiaal:
• pen en papier per groepje • per groepje een projectfiche: doe-het-zelf-kaarten 16 tot 18 • materialen die nodig zijn voor het uitbouwen van het project worden door de leerlingen opgelijst
Doelen:
• De leerlingen kunnen samenwerken aan een groter project. • De leerlingen kunnen de verantwoordelijkheid opnemen voor een onderdeel van het project. • De leerlingen kunnen een concreet plan ontwerpen om hun project werkelijk te maken.
Opzet Binnen deze projecten krijgen verschillende leerlingen een deel van de verantwoordelijkheid van het project. De leerlingen kiezen zelf wie welke rol op zich neemt binnen hun groepje. De leerling die bijvoorbeeld de rol van elektricien opneemt, stuurt de anderen aan voor de onderdelen die met elektriciteit te maken hebben.
Projectfiches Doe-het-zelf-kaarten 16 tot 18 zijn twee concrete projectfiches – een poppenhuis en een isolatiehuis – en een blanco projectfiche. Die laatste kan op maat van de school worden ingevuld. Wat leeft er op school of in de klas? Zijn er op school kippen, dan kan er bv. een kippenhok worden gemetseld. Wie meer natuur op school wilt, kan opteren om plantenbakken te bouwen, of een vogelflatgebouw met zwembad en voederplaat. Willen de leerlingen graag meer mogelijkheid om te zitten op de speelplaats? Waarom dan geen zitbanken metselen of bouwen?
- 14 -
| Bouwsteen 5 Afsluiting: werken in de bouwsector? Exploratie van studiekeuzemogelijkheden Bouwsteen 5 bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een bordspel aan de hand van vragen. Die vragen gaan over inhoud die in de diverse beroepen aan bod kan zijn gekomen. Op die manier kunnen de vragen feedback geven over wat leerlingen hebben opgepikt uit de verschillende Bouwstenen. Daarbij is het wel belangrijk dat leerlingen aan elkaar hebben kunnen vertellen over de beroepen die zij ontdekt hebben. In het spel moeten de leerlingen studiekeuzes maken om werk te vinden als vijfsterrentechnicus, -ingenieur of -wetenschapper. Ze ervaren dat ze zelf keuzes kunnen maken die hun latere beroepskansen beïnvloeden. Ze ontdekken dat ze soms voor een andere richting moeten kiezen, maar ook dat ze zelf op een positieve manier kunnen kiezen voor een richting waarin ze zich goed voelen. In deel 2 worden de in het spel opgedane ervaringen gekoppeld aan de reële situatie in het secundair onderwijs. Het gaat over de organisatie van richtingen binnen aso, tso en bso, en naar welke beroepen in de bouwsector die studierichtingen kunnen leiden.
Organisatievorm:
groepswerk klasgesprek
Tijdsbesteding:
1 les
Materiaal:
per groepje: • speelbord (op A3-formaat) • spelregels (doe-het-zelf-kaart 19) • 36 doevragen (doe-het-zelf-kaart 20): enkelzijdig afdrukken op groen papier en voorsnijden • 36 denkvragen (doe-het-zelf-kaart 21): enkelzijdig afdrukken op rood papier en voorsnijden • gewone pion • potlood, kleurpotlood en papier • 20 speelgoedbaksteentjes of suikerklontjes (in baksteenvorm) • pakje tandenstokers • stukje plasticine • lijm • schema met de richtingen en beroepsmogelijkheden toegespitst op de bouwsector (A3-formaat, op achterkant van speelbord) per leerling: • papieren pion (doe-het-zelf-kaart 22) • schaar
Doelen:
• De leerlingen ervaren dat ze kunnen kiezen voor studierichtingen en dat dit invloed heeft op hun werkmogelijkheden. • De leerlingen weten dat er studierichtingen zijn waarna je meteen gaat werken en andere waarna je verder studeert. • De leerlingen weten dat een richting in het tso ook kan leiden tot een studie aan een universiteit.
- 15 -
Laat de leerlingen in groepjes van vier het spel ‘Bouwen aan je droom-job” spelen. Het spel telt maximaal acht spelrondes waarin de leerlingen per ronde telkens één vraag beantwoorden. In dit spel maken leerlingen studiekeuzes om de meest geschikte persoon voor een job te worden. Ze kunnen in drie jobs de beste worden: een praktijkgerichte job als technicus, een theoretisch gerichte job als wetenschapper en een job als ingenieur, die beide combineert. In hun schoolloopbaan kunnen ze kiezen voor een praktijkgerichte richting, een theoretische richting en een richting die beide combineert. Leerlingen kunnen ‘blijven zitten’ en ‘zakken’ naar een ‘lagere’ richting, maar ze kunnen ook een bewuste keuze maken om zich te specialiseren in een bepaalde richting. Daarvoor kiezen biedt grotere winstkansen omdat ze op die manier gemakkelijker de beste in een vak of beroep zullen worden. Houd een nabespreking van het spel aan de hand van de volgende vragen: ‘Wat vond je van het spel?’ ‘Ben je uitgekomen waar je wou uitkomen toen je aan het spel begon?’ ‘Hoe voelde het om een schuine pijl te volgen? Was er een verschil als je dat deed na een juiste vraag of na een foute vraag?’ Bekijk samen met de leerlingen het schema met de richtingen in het secundair onderwijs. Vertel erbij dat niet alle richtingen erin worden opgelijst, maar dat het schema vooral op de bouwsector gericht is. Overloop met hen de richtingen in het secundair onderwijs. Bekijk welke toekomstmogelijkheden de verschillende studierichtingen bieden. Mogelijke vragen bij de bespreking van dit schema zijn: ‘Weet je al wat je wilt doen in het middelbaar?’ ‘Waarom wil je dat kiezen?’ ‘Wat doe je graag?’ ‘Wat kun je goed?’ ‘Welke studierichtingen interesseren jou? Wat zou je daarna kunnen gaan doen?’ ‘Je hebt enkele jobs aangeduid die jou wel interesseren. Welke studiekeuzes zou je kunnen maken om dat beroep uit te oefenen?’
- 16 -
| Bijlage 1: Overzicht Van de proefjes in de beroepsfiches ||| Beroepsfiche 1: Bekister – ijzervlechter Proef 1: ijzersterk Materiaal: Bedoeling:
gips en water, (schoen)doos met nat zand als wapening: satéstokjes, ijzerdraadjes, stukjes wol, stukje jute of kompres touw en een bakje om te vullen met gewicht, gewichtjes of zand, weegschaal De leerlingen maken staafjes gewapend gips. Ze testen de sterkte van verschillende staafjes. Gewapend beton zal minder snel breken. Ook vezels kunnen als wapening gebruikt worden.
Proef 2: gefundeerd Materiaal: Bedoeling:
emmer met heel nat zand, emmer met droog zand, twee bakstenen, twee stukken buis, stuk karton, 4 potloden De leerlingen onderzoeken 2 soorten funderingen: fundering op staal en paalfundering. Ze merken dat verschillende ondergronden een ander effect hebben op de stabiliteit van een gebouw.
||| beroepsfiche 2: Metselaar Proef 1: mooie muurtjes Materiaal: Bedoeling:
suikerklontjes (zo veel mogelijk in de vorm van een baksteen), mes, een dikke A4-ringmap, een grote knikker De leerlingen ontdekken dat bakstenen op meerdere manieren in verband gezet kunnen worden. Ze denken na over de sterkte van muren door er een knikker tegen te laten rollen.
Proef 2: recht is recht Materiaal: Bedoeling:
stukje plasticine, een meter touw, voorwerp met gewicht waar een touw aan geknoopt kan worden (schaar, gewichtje, zware knikker in een zakje, dikke moer, bolletje klei …), een houten lat, twee stukjes doorzichtige darm, water, (voedsel)kleurstof, plakband, blad papier De leerlingen bouwen eenvoudige instrumenten om te meten of iets verticaal of horizontaal gebouwd is. Een gewichtje aan een touwtje wordt een schietlood, een stukje buis wordt de waterpas. Het tweede buisje kan gebruikt worden om de waterpas te veranderen zodat hij ook verticaal meet. Laat hen daarna indien mogelijk de echte instrumenten bekijken en vergelijken met hun zelfgebouwde instrumenten.
||| Beroepsfiche 3: Daktimmerman - dakdekker Proef 1: dakskelet Materiaal: Bedoeling:
schoendoos, satéstokjes, ijslollystokjes, schaar, breekmesje, dunne spijker, hamer De leerlingen bouwen een dakstructuur na met houten stokjes. De schoendoos wordt bijgesneden als dit nodig is. Ze gebruiken verschillende onderdelen van het dak zoals spanten, de nok en panlatten.
- 17 -
Proef 2: de pannen van het dak Materiaal: Bedoeling:
dun karton (liefst glad), breekmes, dakconstructie uit proef 1, ijzerdraad, gietertje, haardroger De leerlingen bedekken het dak met pannen of leien. Ze bekijken hoe pannen of leien op een dak bevestigd worden. Ze testen hun dak tegen regen en wind.
||| Beroepsfiche 4: Torenkraanbestuurder Proef 1: de lange arm Materiaal: Bedoeling:
rietje, touw, haakje, klein plastic bakje (bv, van beleg), zand, schaar, papier, lijm of nietjesmachine De leerlingen ervaren dat een lastarm van een kraan veel gewicht moet dragen en dus voldoende stevig moet zijn. Ze bouwen een ondersteuning die sterk genoeg is om het rietje niet meer te laten doorbuigen. Ze houden er rekening mee dat zo’n kraan licht genoeg moet zijn. Ze bedenken dat driehoekstructuren helpen om een licht en sterk model te krijgen.
Proef 2: wankel evenwicht Materiaal: Bedoeling:
twee bladzijden papier, bakje, touw en haakje uit proef 1, plakband, schaar, stuk karton, nog 3 bakjes of groter bakje, zand, keukenweegschaal De leerlingen bouwen met twee opgerolde papieren een torenkraan (de vorm van een omgekeerde L). Ze onderzoeken wat er gebeurt als de torenkraan gewicht heft. Om het omkiepen tegen te gaan, kan er een tegengewicht op de voet van de kraan gezet worden. Als ze dat doen, vergelijken ze het hangend gewicht met het tegengewicht.
||| Beroepsfiche 5: Installateur isolatie en ventilatie Proef 1: een warme jas Materiaal: Bedoeling:
drie identieke glazen potjes met deksel, ijsblokjes, waterkoker, elastiekjes, mogelijk isolerende stoffen: krantenpapier, zilverpapier, verschillende soorten textiel (wol, fleece, katoen …), piepschuim, glas- of rotswol, watten De leerlingen ontdekken de isolerende waarde van verschillende materialen door een potje met een ijsklontje zo goed mogelijk te isoleren. Laat hen bij het werken met het warme water opletten dat het glas niet springt. Bied indien mogelijk een thermometer aan als ze met het water werken.
Proef 2: een frisse neus halen Materiaal: Bedoeling:
- 18 -
twee glazen potten met deksel, twee ijsblokjes, koffiewarmhouder met theelichtjes De leerlingen ontdekken het belang van isolatie door het verschil te observeren tussen een ijsblokje dat smelt in een open pot en eentje dat smelt in een gesloten pot. Ze merken de condensatie in de gesloten pot op en leggen een link naar luchtkwaliteit in gesloten ruimtes.
||| Beroepsfiche 6: Schrijnwerker Proef 1: de meubelzaak Materiaal: Bedoeling:
karton, scherp mes, tandenstokers, snijplank De leerlingen ondervinden dat er niet altijd lijm of schroeven nodig zijn om dingen uit hout te maken. Ze proberen verschillende houtverbindingen uit om zelf een meubel te creëren uit karton.
Proef 2: scharnierstuk Materiaal: Bedoeling:
1 blad papier (A4-formaat), schaar of scherp mes, lijm, spijkers (ongeveer 7 cm lang), doos De leerlingen bekijken verschillende soorten scharnieren en bouwen die na in papier. Ze bestuderen deuren die er uit getild kunnen worden en hoe de scharnieren van die deuren zijn gemaakt.
||| Beroepsfiche 7: Dekvloerlegger en stukadoor Proef 1: gevloerd Materiaal: Bedoeling: ken.
doos uit ribbelkarton, rietjes, plastic lat, 2 satéstokjes, zand, water, beetje gips, vloerisolatie (krantensnippers, piepschuimbolletjes, schuimrubber …), mozaïektegeltjes of ijslollystokjes als vloerbedekking De leerlingen bouwen in een kartonnen doos de opbouw van een vloer na. Ze zoeken zelf naar de verhoudingen die een chapemengsel het best heeft om zo gemakkelijk mogelijk te verwer-
Proef 2: vloeibare muren Materiaal: Bedoeling:
de doos uit proef 1, gips, water, 3 mengbakjes, lepel, mes, plastic lat, plastic klantenkaartje (bankkaartformaat), stukken glad karton De leerlingen proberen met verschillende gipsmengsel de muren te pleisteren. Ze zoeken op het internet hoe een echte stukadoor werkt. Met deze informatie proberen ze hun eigen manier van werken te verbeteren.
||| Beroepsfiche 8: Installateur Sanitair en CENTRALE VERWARMING Proef 1: de watertoren Materiaal: Bedoeling:
3 lege colaflessen van 1,5 of 2 liter, 2 stukken darm (1 lang, 1 kort), teflontape of vlas, 2 emmers, breekmes (De darm moet juist rond de tuit van de colafles passen. Voor proef 2 idealiter een doorzichtige darm gebruiken. Je kunt hier bijvoorbeeld een stuk luchtslang voor gebruiken. Bied eventueel ook 2 slangklemmen en een schroevendraaier aan.) De leerlingen ontdekken dat er meer kracht achter water zit als het water van hoger komt. Ze kunnen hierbij de link leggen naar waarom een watertoren op het hoogste punt in de omgeving wordt gebouwd.
Proef 2: het ‘Water Closet’ Materiaal: Bedoeling:
1 lange darm, 1 colafles waarvan de bovenkant afgesneden is, teflontape of vlas, emmer, beker, stukjes boterham/ontbijtgranen De leerlingen onderzoeken de werking van een wc door deze na te bouwen. Ze ontdekken waarom de zwanenhals of het waterslot van een wc die vorm heeft. - 19 -
||| Beroepsfiche 9: Elektricien Proef 1: spot aan! Materiaal: Bedoeling:
9-voltbatterij, drie lampjes met fitting, voldoende elektriciteitsdraden met krokodillenklemmen, materiaal om een schakelaar mee te bouwen: karton, splitpennen, stukje aluminiumfolie, duim- spijkers, paperclips, stukje piepschuim ... De leerlingen ontdekken dat een parallelschakeling beter is dan een serieschakeling als je met verschillende spotjes werkt in huis. Ze bouwen zelf twee schakelaars en zoeken uit hoe je dezelfde lampen met twee schakelaars kunt bedienen.
Proef 2: verzekering Opgelet, dit is een proef waarbij de koperdraad erg warm wordt en zelfs doorbrandt. Probeer het eerst zelf uit! Laat de leerlingen een veiligheidsbril en handschoenen dragen en blijf in de buurt. Materiaal: Bedoeling:
9-voltbatterij, 1 elektriciteitsdraad met krokodillenklemmen, lange dunne koperdraad, emmer zand, handschoenen en veiligheidsbrillen De leerlingen ontdekken dat als een draad korter wordt deze warmer wordt. De weerstand hangt af van de dikte, de lengte en het materiaal van een verbinding. Bij een kortere draad is de weerstand lager. Als de weerstand lager is, gaan er sneller elektronen door waardoor de draad uiteindelijk heel warm wordt en doorbrandt. Een kortsluiting maakt de weerstand enorm laag. Om doorbranden op een willekeurige plaats te vermijden zitten er zekeringen in een stroomkring. Deze dienen als zwakste schakel. Vroeger brandden zekeringen door, nu springen ze meestal uit.
||| Beroepsfiche 10: Installateur zonnepanelen Proef 1: een grote gele batterij Materiaal: Bedoeling:
klein zonnepaneeltje, een multimeter die in milliwatt meet, sterke (halogeen)lamp, gradendriehoek, stuk touw De leerlingen meten onder welke hoek een lichtbron het meest effect heeft op een zonnepaneel. Zet vooraf de meter op millivolt meten en leg de leerlingen uit hoe ze de multimeter moeten gebruiken.
Proef 2: zo warm! Materiaal: Bedoeling:
aluminiumfolie, huishoudfolie, 1 rechthoekige en 1 ronde kom met ongeveer hetzelfde volume, 4 even grote stukken chocolade, 2 gelijke sterke (halogeen)lampen. De leerlingen bouwen een zonneoven om te ondervinden hoe sterk zonnewarmte is en hoe die functioneel gebruikt kan worden.
||| Beroepsfiche 11: Architect Proef 1: sterk ontwerp Materiaal: Bedoeling: - 20 -
papieren of plastic wegwerpbekertjes, twee stukken stevig karton, zand, schepje, schaar, stuk plastic om op de grond te leggen De leerlingen ontdekken dat zuilen een sterke ondersteunende rol kunnen spelen in een constructie. Deze zuilen moeten zelf sterk genoeg zijn om het gewicht te kunnen dragen. Ze merken hoe zand dat op zijn plaats gehouden wordt door een bekertje heel veel kracht kan opvangen.
Proef 2: getekend Materiaal: Bedoeling:
ruitjespapier, potlood, lat, computer met Google SketchUp (dit is een tekenprogramma dat gratis gedownload kan worden op http://sketchup.google.com/) De leerlingen ontwerpen zelf een huis dat aan een aantal beperkingen voldoet. Ze experimenteren met een tekenprogramma om hun ontwerp in 3D te tekenen.
||| Beroepsfiche 12: Werfleider Proef 1: organisatie is alles Materiaal: Bedoeling:
De top 3-keuzeformulieren van de klas, papier, pen De leerlingen maken een werkplanning voor de volgende les. Ze houden hierbij rekening met wie wat al gedaan heeft. Ze hebben een beperkt aantal bouwwerven waar ze hun klasgenoten kunnen laten werken. Ze denken na over wie wanneer aan de slag kan op een bouwwerf.
Proef 2: veiligheid voor alles Materiaal: Bedoeling:
rietjes, plasticine, karton, (Playmobil) poppetje, dunne stof De leerlingen denken na over de veiligheid die nodig is op een bouwwerf. Ze bouwen zelf een stelling die rekening houdt met verschillende veiligheidsaspecten.
- 21 -
| Bijlage 2: Overzicht van de technische scholen per provincie OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN in ANTWERPEN vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw 2e graad Leonardo Lyceum/SPIA (hoofdzetel)
August Leyweg 3
2020
ANTWERPEN 2
Sint-Lambertusinstituut (hoofdzetel)
Kerkplein 14
2220
HEIST-OP-DEN-BERG
Vrije Technische Scholen van Turnhout (hoofdzetel)
Zandstraat 101
2300
TURNHOUT
Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Gravin Elisabethlaan 30
2320
HOOGSTRATEN
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Salesianenlaan 1
2660
HOBOKEN
TSM-Bovenbouw (hoofdzetel)
Jef Denynplein 2
2800
MECHELEN
Technisch Atheneum Den Biezerd (hoofdzetel)
Wirixstraat 56
2845
NIEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw- en Houtkunde 2de en 3de graad SG Noord/Lyceum Paardenmarkt (hoofdzetel)
Paardenmarkt 94
2000
ANTWERPEN 1
Vrije Technische Scholen van Turnhout (hoofdzetel)
Zandstraat 101
2300
TURNHOUT
Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Gravin Elisabethlaan 30
2320
HOOGSTRATEN
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
TSM-Bovenbouw (hoofdzetel)
Jef Denynplein 2
2800
MECHELEN
Gitok bovenbouw (hoofdzetel)
Kapellensteenweg 112
2920
KALMTHOUT
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouwtechnieken 2de en 3de graad Sint-Lambertusinstituut (hoofdzetel)
Kerkplein 14
2220
HEIST-OP-DEN-BERG
Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Gravin Elisabethlaan 30
2320
HOOGSTRATEN
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Salesianenlaan 1
2660
HOBOKEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Decoratie en Restauratieschilderwerken Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten (hoofdzetel)
Cadixstraat 2
2000
ANTWERPEN 1
Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouwschool (hoofdzetel)
Londenstraat 43
2000
ANTWERPEN 1 MOL
Sint-Lutgardisinstituut (hoofdzetel)
Gasthuisstraat 3
2400
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
Gesubsidieerd Technisch Instituut (hoofdzetel)
Dieseghemlei 60
2640
MORTSEL
Koninklijk Atheneum II Lyceum (hoofdzetel)
Caputsteenstraat 51
2800
MECHELEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouw 3e graad Leonardo Lyceum/SPIA (hoofdzetel)
August Leyweg 3
2020
ANTWERPEN 2
Sint-Lambertusinstituut (hoofdzetel)
Kerkplein 14
2220
HEIST-OP-DEN-BERG
Vrije Technische Scholen van Turnhout (hoofdzetel)
Zandstraat 101
2300
TURNHOUT
Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Gravin Elisabethlaan 30
2320
HOOGSTRATEN
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Salesianenlaan 1
2660
HOBOKEN
TSM-Bovenbouw (hoofdzetel)
Jef Denynplein 2
2800
MECHELEN
Technisch Atheneum Den Biezerd (hoofdzetel)
Wirixstraat 56
2845
NIEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Renovatie Bouw Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Gravin Elisabethlaan 30
2320
HOOGSTRATEN
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Salesianenlaan 1
2660
HOBOKEN
TSM-Bovenbouw (hoofdzetel)
Jef Denynplein 2
2800
MECHELEN
- 23 -
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Schilderwerk en Decoratie 2de en 3de graad Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en Ambachten (hoofdzetel)
Cadixstraat 2
2000
ANTWERPEN 1
Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouwschool (hoofdzetel)
Londenstraat 43
2000
ANTWERPEN 1
Sint-Lutgardisinstituut (hoofdzetel)
Gasthuisstraat 3
2400
MOL
KOGEKA 2 (hoofdzetel)
Technische-Schoolstraat 52
2440
GEEL
Gesubsidieerd Technisch Instituut (hoofdzetel)
Dieseghemlei 60
2640
MORTSEL
Koninklijk Atheneum II Lyceum (hoofdzetel)
Caputsteenstraat 51
2800
MECHELEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 1e graad Leonardo Lyceum/Quellinstraat (hoofdzetel)
Quellinstraat 31
2018
ANTWERPEN 1
H. Pius X-instituut -Middenschool (hoofdzetel)
VIIde-Olympiadelaan 25
2020
ANTWERPEN 2
Moretus 4 (hoofdzetel)
Kloosterstraat 82
2180
EKEREN
Middenschool De Vesten Herentals (hoofdzetel)
Augustijnenlaan 31
2200
HERENTALS
Technisch Instituut Scheppers (hoofdzetel)
Scheppersstraat 9
2200
HERENTALS
Sint-Lambertusinstituut (hoofdzetel)
Kerkplein 14
2220
HEIST-OP-DEN-BERG
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Langestraat 199
2240
ZANDHOVEN
Sint-Lambertus 1 (vestiging)
Emiel Stalmanslaan 33
2260
WESTERLO
Sint-Lambertus 2 (hoofdzetel)
Sint-Lambertusstraat 8
2260
WESTERLO
Secundair Onderwijs Zenit (hoofdzetel)
de Merodelei 220
2300
TURNHOUT
Vrije Technische Scholen van Turnhout (hoofdzetel)
Zandstraat 101
2300
TURNHOUT
Technisch Instituut Sint-Paulus (hoofdzetel)
Kruisven 25
2400
MOL
Technisch Instituut Sint-Paulus (hoofdzetel)
Kruisven 25
2400
MOL
Sint-Lambertus 2 (vestiging)
Vorstse Baan 3
2431
VEERLE
KOGEKA 4 (vestiging)
Pas 93
2440
GEEL
Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs Lier (hoofdzetel)
Anton Bergmannlaan 24
2500
LIER
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kruisbogenhofstraat 7
2500
LIER
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Edegemsesteenweg 129
2550
KONTICH
Gemeentelijk Instituut voor Technisch en Handelsonderwijs (hoofdzetel)
Gemeentestraat 41
2560
NIJLEN
Gesubsidieerd Technisch Instituut (hoofdzetel)
Dieseghemlei 60
2640
MORTSEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 2de en 3de graad SG Noord/Lyceum Paardenmarkt (hoofdzetel) Technisch Instituut Scheppers (hoofdzetel) Sint-Lambertusinstituut (hoofdzetel) Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel) Sint-Lambertus 5 (hoofdzetel) Secundair Onderwijs Zenit (hoofdzetel) Vrije Technische Scholen van Turnhout (hoofdzetel) Technisch Instituut Sint-Paulus (hoofdzetel) KOGEKA 4 (hoofdzetel) Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel) Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel) Gemeentelijk Instituut voor Technisch en Handelsonderwijs (hoofdzetel) Gesubsidieerd Technisch Instituut (hoofdzetel) Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel) TSM-Bovenbouw (hoofdzetel)
Paardenmarkt 94 Scheppersstraat 9 Kerkplein 14 Langestraat 199 Denis Voetsstraat 21 de Merodelei 220 Zandstraat 101 Kruisven 25 Technische-Schoolstraat 52 Kruisbogenhofstraat 7 Edegemsesteenweg 129
2000 2200 2220 2240 2260 2300 2300 2400 2440 2500 2550
ANTWERPEN 1 HERENTALS HEIST-OP-DEN-BERG ZANDHOVEN WESTERLO TURNHOUT TURNHOUT MOL GEEL LIER KONTICH
Gemeentestraat 41
2560
NIJLEN
Dieseghemlei 60 Salesianenlaan 1 Jef Denynplein 2
2640 2660 2800
MORTSEL HOBOKEN MECHELEN
PTS, Provinciale Scholen voor Tuinbouw en Techniek (hoofdzetel)
Beukenlaan 44
2850
BOOM
Koninklijk Atheneum (hoofdzetel) Sint-Jozefinstituut (hoofdzetel) Gitok bovenbouw (hoofdzetel) Provinciaal Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Emiel Blangenoisstraat 2 Jozef Hendrickxstraat 153 Kapellensteenweg 112 Laageind 19
2900 2900 2920 2940
SCHOTEN SCHOTEN KALMTHOUT STABROEK
- 24 -
OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN IN BRUSSEL vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouwafwerking 3e graad Sint-Guido-Instituut (vestiging)
Itterbeekse Laan 550
1070
ANDERLECHT
OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN IN LIMBURG vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw 2e graad Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
3500
HASSELT
Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs II (hoofdzetel)
Dr. Vanweddingenlaan 10
3540
HERK-DE-STAD
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Burgemeester Geyskensstraat 11
3580
BERINGEN
Atheneum Maasland (hoofdzetel)
Onderwijsstraat 11
3630
MAASMECHELEN
Provinciaal Instituut Lommel -Secundair Onderwijs PROVIL (hoofdzetel)
Duinenstraat 1
3920
LOMMEL
Stedelijk Instituut voor Technische Beroepen - S.I.B.A. (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 62
3200
AARSCHOT
Koninklijk Atheneum D’Hek (hoofdzetel)
Tiensestraat 57
3400
LANDEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw- en Houtkunde 2de en 3de graad Harlindis en Relindis Technisch Instituut Sint-Jansberg B (hoofdzetel)
Sint-Jansberg 39
3680
MAASEIK
WICO - 126193 (hoofdzetel)
Dorpsstraat 91
3900
OVERPELT
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouwtechnieken 2de en 3de graad Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
3500
HASSELT
Provinciaal Instituut Lommel -Secundair Onderwijs PROVIL (hoofdzetel)
Duinenstraat 1
3920
LOMMEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Dakwerken Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Burgemeester Geyskensstraat 11
3580
BERINGEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Decoratie en Restauratieschilderwerken Atheneum Maasland (hoofdzetel)
Onderwijsstraat 11
3630
MAASMECHELEN
3500
HASSELT
3200
AARSCHOT
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Renovatie Bouw Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouw 3e graad Stedelijk Instituut voor Technische Beroepen - S.I.B.A. (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 62
Koninklijk Atheneum D’Hek (hoofdzetel)
Tiensestraat 57
3400
LANDEN
Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
3500
HASSELT
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Burgemeester Geyskensstraat 11
3580
BERINGEN
Provinciaal Instituut Lommel -Secundair Onderwijs PROVIL (hoofdzetel)
Duinenstraat 1
3920
LOMMEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouwafwerking 3e graad Atheneum Maasland (hoofdzetel)
Onderwijsstraat 11
3630
MAASMECHELEN
- 25 -
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Schilderwerk en Decoratie 2de en 3de graad Koninklijk Technisch Atheneum II Villers (hoofdzetel)
Vildersstraat 3
3500
HASSELT
Instituut Mariaburcht -Secundair Onderwijs (hoofdzetel)
Hasseltse dreef 115
3512
STEVOORT
Atheneum Maasland (hoofdzetel)
Onderwijsstraat 11
3630
MAASMECHELEN
Atheneum Maasland (vestiging)
Stadsgraaf 22
3650
DILSEN-STOKKEM
Koninklijk Atheneum (hoofdzetel)
Mudakkers 25
3920
LOMMEL
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 1e graad Koninklijk Technisch Atheneum II Villers (hoofdzetel)
Vildersstraat 3
3500
HASSELT
Middenschool Kindsheid Jesu (hoofdzetel)
Kempische steenweg 400
3500
HASSELT
Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
3500
HASSELT
Don Bosco Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Don Boscostraat 6
3530
HELCHTEREN
Sint-Martinusscholen 118331 (hoofdzetel)
Diestsesteenweg 5
3540
HERK-DE-STAD
Middenschool Sint-Jan (hoofdzetel)
Bogaarsveldstraat 14
3580
BERINGEN
Onze-Lieve-Vrouwinstituut (hoofdzetel)
Schaffensesteenweg 2
3583
PAAL
Provinciale Middenschool (hoofdzetel)
Stationsstraat 36
3590
DIEPENBEEK
Technisch Instituut Sint-Lodewijk-1 (hoofdzetel)
Mosselerlaan 110
3600
GENK
Sint-Vincentiusmiddenschool (hoofdzetel)
Koning Albertlaan 26
3620
LANAKEN
Provinciale Technische School (hoofdzetel)
Europaplein 36
3630
MAASMECHELEN
campus de helix³ (hoofdzetel)
Rijksweg 357
3630
MAASMECHELEN
Harlindis en Relindis E.G.S.4 (hoofdzetel)
Kloosterstraat 14
3640
KINROOI
Technisch Instituut Sint-Michiel eerste graad (vestiging)
Kloosterstraat 11
3670
MEEUWEN-GRUITRODE
Harlindis en Relindis E.G.S.1 (hoofdzetel)
Eerste Straat 19
3680
MAASEIK
Harlindis en Relindis E.G.S.2 (vestiging)
Zandbergerstraat 21
3680
MAASEIK
viio 2 (hoofdzetel)
Rode Kruislaan 27
3700
TONGEREN
Technisch Instituut Sint-Jozef (hoofdzetel)
Wijerstraat 28
3740
BILZEN
Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs II (hoofdzetel)
Speelhoflaan 9
3800
SINT-TRUIDEN
Onze-Lieve-Vrouw 1 (vestiging)
Kasteelstraat 53
3800
SINT-TRUIDEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 2de en 3de graad Koninklijk Technisch Atheneum I (hoofdzetel)
Vildersstraat 28
3500
HASSELT
Technisch Instituut Heilig Hart (hoofdzetel)
Kleine Breemstraat 5
3500
HASSELT
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Don Boscostraat 6
3530
HELCHTEREN
Sint-Martinusscholen 118315 (hoofdzetel)
Veearts Strauvenlaan 5
3540
HERK-DE-STAD
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Burgemeester Geyskensstraat 11
3580
BERINGEN
Technisch Instituut Sint-Lodewijk (hoofdzetel)
Mosselerlaan 110
3600
GENK
Technisch Instituut Sparrendal (hoofdzetel)
Bessemerstraat 443
3620
LANAKEN
Provinciale Technische School (hoofdzetel)
Europaplein 36
3630
MAASMECHELEN
campus de helix³ (hoofdzetel)
Rijksweg 357
3630
MAASMECHELEN
Harlindis en Relindis Technisch Instituut Sint-Jansberg A (hoofdzetel)
Sint-Jansberg 39
3680
MAASEIK
viio 2 (hoofdzetel)
Rode Kruislaan 27
3700
TONGEREN
Technisch Instituut Sint-Jozef (hoofdzetel)
Wijerstraat 28
3740
BILZEN
Koninklijk Technisch Atheneum I (hoofdzetel)
Speelhoflaan 9
3800
SINT-TRUIDEN
Technicum (hoofdzetel)
Gildestraat 22
3800
SINT-TRUIDEN
WICO - 126193 (hoofdzetel)
Dorpsstraat 91
3900
OVERPELT
Provinciaal Instituut Lommel -Secundair Onderwijs PROVIL (hoofdzetel)
Duinenstraat 1
3920
LOMMEL
Technisch Instituut Sint-Michiel (hoofdzetel)
Witte Torenstraat 10
3960
BREE
Technisch Heilig Hartinstituut (hoofdzetel)
H. Hartlaan 16
3980
TESSENDERLO
- 26 -
OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN IN OOST-VLAANDEREN vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw 2e graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Coupure 312
9000
GENT
[email protected]
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
[email protected]
Scheppersinstituut (hoofdzetel)
Cooppallaan 128
9230
WETTEREN
Vrij Technisch Instituut - 2 (hoofdzetel)
Sinte Annalaan 99_B
9300
AALST
Atheneum Herzele (hoofdzetel)
De Tramzate 9
9550
HERZELE
[email protected]
VTI Sint-Lucas (hoofdzetel)
Gelukstede 2
9700
OUDENAARDE
[email protected]
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
Atheneum Merelbeke (hoofdzetel)
Potaardeberg 59
9820
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Roze 131
9900
DEINZE MERELBEKE
[email protected]
EEKLO
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw- en Houtkunde 2e en 3e graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrij Technisch Instituut - 2 (hoofdzetel)
Sinte Annalaan 99_B
9300
AALST
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
DEINZE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouwtechnieken 2de en 3de graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
DEINZE
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Roze 131
9900
EEKLO
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Decoratie en Restauratieschilderwerken Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Coupure 312
9000
GENT
EDUGO campus Glorieux Technisch Instituut (hoofdzetel)
Sint-Jozefstraat 7
9041
OOSTAKKER
Vrij Technisch Instituut Sint-Laurentius (hoofdzetel)
Prosper Thuysbaertlaan 1
9160
LOKEREN
[email protected]
Vrij Technisch Instituut - 2 (hoofdzetel)
Sinte Annalaan 99_B
9300
AALST
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Renovatie Bouw Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
Scheppersinstituut (hoofdzetel)
Cooppallaan 128
9230
WETTEREN
Vrij Technisch Instituut - 2 (hoofdzetel)
Sinte Annalaan 99_B
9300
AALST
Atheneum Herzele (hoofdzetel)
De Tramzate 9
9550
HERZELE
VTI Sint-Lucas (hoofdzetel)
Gelukstede 2
9700
OUDENAARDE
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
DEINZE
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Roze 131
9900
EEKLO
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouwafwerking 3e graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Schilderwerk en Decoratie 2de en 3de graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Coupure 312
9000
GENT
EDUGO campus Glorieux Technisch Instituut (hoofdzetel)
Sint-Jozefstraat 7
9041
OOSTAKKER
Vrij Technisch Instituut Sint-Laurentius (hoofdzetel)
Prosper Thuysbaertlaan 1
9160
LOKEREN
Vrij Technisch Instituut - 2 (hoofdzetel)
Sinte Annalaan 99_B
9300
AALST
- 27 -
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 1e graad EDUGO campus De Brug 1 (hoofdzetel)
Eksaardserijweg 24
9041
OOSTAKKER
Don Bosco Technisch Instituut E.G. (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
Gemeentelijk Technisch Instituut (hoofdzetel)
Europalaan 1
9120
BEVEREN-WAAS
Sint-Jorisinstituut (hoofdzetel)
Kruibekestraat 55_a
9150
BAZEL
Vrij Technisch Instituut Sint-Laurentius (hoofdzetel)
Prosper Thuysbaertlaan 1
9160
LOKEREN
Middenschool II Zwijveke vanhet Gemeenschapsonderwijs GO! (hoofdzetel)
Begijnhoflaan 1
9200
DENDERMONDE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Emiel Van Winckellaan 6
9200
DENDERMONDE
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Schoolstraat 8
9220
HAMME
Scheppersinstituut 1 (hoofdzetel)
Cooppallaan 128
9230
WETTEREN
Vrij Technisch Instituut - 3 (vestiging)
Sinte Annalaan 198
9300
AALST
VTI Sint-Lucas (hoofdzetel)
Gelukstede 2
9700
OUDENAARDE
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
DEINZE
Emmaüsinstituut@2 (hoofdzetel)
Sint-Gerolflaan 22
9880
AALTER
Provinciale Middenschool (hoofdzetel)
Roze 131
9900
EEKLO
Sint-Vincentiuscollege -Middenschool (hoofdzetel)
Luitenant Dobbelaerestraat 16
9930
ZOMERGEM
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 2de en 3de graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Coupure 312
9000
GENT
EDUGO campus Glorieux Technisch Instituut (hoofdzetel)
Sint-Jozefstraat 7
9041
OOSTAKKER
Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Kortrijksesteenweg 1025
9051
SINT-DENIJS-WESTREM
Vrije Technische Scholen (hoofdzetel)
Breedstraat 152
9100
SINT-NIKLAAS
Gemeentelijk Technisch Instituut (hoofdzetel)
Europalaan 1
9120
BEVEREN-WAAS
Sint-Jorisinstituut (hoofdzetel)
Kruibekestraat 55_a
9150
BAZEL
Vrij Technisch Instituut Sint-Laurentius (hoofdzetel)
Prosper Thuysbaertlaan 1
9160
LOKEREN
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Emiel Van Winckellaan 6
9200
DENDERMONDE
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Schoolstraat 8
9220
HAMME
Scheppersinstituut (hoofdzetel)
Cooppallaan 128
9230
WETTEREN
Vrij Technisch Instituut - 3 (hoofdzetel)
Vakschoolstraat 41
9300
AALST
VTI Sint-Lucas (hoofdzetel)
Gelukstede 2
9700
OUDENAARDE
Vrij Technisch Instituut Deinze (hoofdzetel)
Leon Declercqstraat 1
9800
DEINZE
Provinciaal Technisch Instituut (hoofdzetel)
Roze 131
9900
EEKLO
OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN IN Vlaams-Brabant vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw 2e graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
Stedelijk Instituut voor Technische Beroepen - S.I.B.A. (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 62
3200
AARSCHOT
Koninklijk Atheneum D’Hek (hoofdzetel)
Tiensestraat 57
3400
LANDEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw- en Houtkunde 2de en 3de graad Damiaaninstituut TSO/BSO (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 220
3200
AARSCHOT
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouwtechnieken 2de en 3de graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
Koninklijk Technisch Atheneum Pro Technica (hoofdzetel)
Kluisstraat 1
1500
HALLE
Sint-Martinusscholen - TSO (hoofdzetel)
Nieuwstraat 72
1730
ASSE
Stedelijk Instituut voor Technische Beroepen - S.I.B.A. (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 62
3200
AARSCHOT
Koninklijk Atheneum D’Hek (hoofdzetel)
Tiensestraat 57
3400
LANDEN
- 28 -
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Renovatie Bouw Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouw 3e graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
Stedelijk Instituut voor Technische Beroepen - S.I.B.A. (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 62
3200
AARSCHOT
Koninklijk Atheneum D’Hek (hoofdzetel)
Tiensestraat 57
3400
LANDEN
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 1e graad Don Bosco Instituut eerstegraad (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
Sint-Martinusscholen -Middenschool (hoofdzetel)
Parklaan 17
1730
ASSE
Gemeentelijke Technische en Beroepsschool (hoofdzetel)
Stationsstraat 55
1785
MERCHTEM
Virgo Fidelisinstituut Eerstegraad II (vestiging)
Mechelsestraat 7
1800
VILVOORDE
Gemeentelijk Technisch Instituut (hoofdzetel)
Daalkouter 30
1840
LONDERZEEL
ZAVO (hoofdzetel)
Groenstraat 13
1930
ZAVENTEM
Vrije Middenschool Leuven (hoofdzetel)
Dekenstraat 3
3000
LEUVEN
Middenschool Don Bosco (hoofdzetel)
Stationsstraat 91
3150
HAACHT
Damiaaninstituut TSO/BSO Eerste graad (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 220
3200
AARSCHOT
Diocesane Middenschool (hoofdzetel)
Mariëndaalstraat 44
3290
DIEST
VIA-2 (vestiging)
Waaibergstraat 5
3300
TIENEN
VIA-3 (vestiging)
Waaibergstraat 5
3300
TIENEN
Middenschool Sint-Gertrudis (hoofdzetel)
Groenendael 2_A
3400
LANDEN
Sint-Leonardusinstituut (hoofdzetel)
Bethaniastraat 1_A
3440
ZOUTLEEUW
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 2de en 3de graad Don Bosco Technisch Instituut (hoofdzetel)
Lenniksesteenweg 2
1500
HALLE
Sint-Martinusscholen - TSO (hoofdzetel)
Nieuwstraat 72
1730
ASSE
Gemeentelijke Technische en Beroepsschool (hoofdzetel)
Stationsstraat 55
1785
MERCHTEM
Katholiek Instituut voor Technisch Onderwijs (hoofdzetel)
Zennelaan 51
1800
VILVOORDE
Gemeentelijk Technisch Instituut (hoofdzetel)
Daalkouter 30
1840
LONDERZEEL
Vrije Technische School Leuven (hoofdzetel)
Dekenstraat 3
3000
LEUVEN
Don Bosco-instituut TSO/BSO (hoofdzetel)
Stationsstraat 89
3150
HAACHT
Damiaaninstituut TSO/BSO (hoofdzetel)
Pastoor Dergentlaan 220
3200
AARSCHOT
Koninklijk Technisch Atheneum I (hoofdzetel)
Boudewijnvest 5
3290
DIEST
Vrij Technisch Instituut Mariëndaal (hoofdzetel)
Rozengaard z/n
3290
DIEST
OVERZICHT TECHNISCHE SCHOLEN IN WEST-VLAANDEREN vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw 2e graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Rijselstraat 7
8200
SINT-MICHIELS
Vrij Technisch Instituut Brugge (vestiging)
Zandstraat 138
8200
SINT-ANDRIES
Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen 2 (vestiging)
Ploegstraat 38
8380
ZEEBRUGGE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Koninklijk Technisch Atheneum II Heule (hoofdzetel)
Guido Gezellelaan 10
8501
HEULE
Middenschool van het Gemeenschapsonderwijs (hoofdzetel)
Arsenaalstraat 20
8620
NIEUWPOORT
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Italianenlaan 30
8870
IZEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Augustijnenstraat 58
8900
IEPER
- 29 -
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouw- en Houtkunde 2de en 3de graad Vrij Technisch Instituut 2 (hoofdzetel)
Toekomststraat 75
8790
WAREGEM
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Bouwtechnieken 2de en 3de graad Vrij Technisch Instituut Brugge (vestiging)
Zandstraat 138
8200
SINT-ANDRIES
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Italianenlaan 30
8870
IZEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Augustijnenstraat 58
8900
IEPER
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Dakwerken Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen 2 (vestiging)
Ploegstraat 38
8380
ZEEBRUGGE
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Decoratie en Restauratieschilderwerken Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Rijselstraat 7
8200
SINT-MICHIELS
Vrij Technisch Instituut Brugge (vestiging)
Zandstraat 138
8200
SINT-ANDRIES
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Renovatie Bouw Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Rijselstraat 7
8200
SINT-MICHIELS
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Italianenlaan 30
8870
IZEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Augustijnenstraat 58
8900
IEPER
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouw 3e graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Rijselstraat 7
8200
SINT-MICHIELS
Vrij Technisch Instituut Brugge (vestiging)
Zandstraat 138
8200
SINT-ANDRIES
Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen 2 (vestiging)
Ploegstraat 38
8380
ZEEBRUGGE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Ruwbouwafwerking 3e graad Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Schilderwerk en Decoratie 2de en 3de graad Koninklijk Technisch Atheneum (hoofdzetel)
Rijselstraat 7
8200
SINT-MICHIELS
Vrij Technisch Instituut Brugge (vestiging)
Zandstraat 138
8200
SINT-ANDRIES
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 3 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Koninklijk Technisch Atheneum II Heule (hoofdzetel)
Guido Gezellelaan 10
8501
HEULE
Koninklijk Atheneum (hoofdzetel)
Groenestraat 170
8800
ROESELARE
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Leenstraat 32
8800
ROESELARE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 1e graad Vrij Technisch Instituut -Brugge Middenschool (hoofdzetel)
Boeveriestraat 73
8000
BRUGGE
Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen 1 (vestiging)
Zustersstraat 13
8380
ZEEBRUGGE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 1 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
- 30 -
Vrij Technisch Instituut 4 (vestiging)
Stasegemsesteenweg 40
8530
HARELBEKE
Sint-Niklaasinstituut Gemeente Zwevegem 1 (vestiging)
Stedestraat 39
8550
ZWEVEGEM
Vrij Technisch Instituut 4 (hoofdzetel)
Oude Ieperstraat 65
8560
GULLEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Cardijnlaan 2
8600
DIKSMUIDE
Vrij Technisch Instituut Veurne (hoofdzetel)
Ieperse Steenweg 90
8630
VEURNE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Grote Hulststraat 28
8700
TIELT
Instituut Edelweiss (hoofdzetel)
Schoolstraat 8
8770
INGELMUNSTER
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Toekomststraat 75
8790
WAREGEM
V.T.I. 2 (hoofdzetel)
Leenstraat 32_58
8800
ROESELARE
Middenschool Sint-Rembert 1 (vestiging)
Statiestraat 34
8810
LICHTERVELDE
Middenschool Sint-Rembert 2 (hoofdzetel)
Bruggestraat 23
8820
TORHOUT
Sint-Vincentiusinstituut (hoofdzetel)
Dorpsplein 2
8860
LENDELEDE
Middenschool de Pelichy Ave Maria (hoofdzetel)
Gentsestraat 31
8870
IZEGEM
Vrij Technisch Instituut Eerste graad (hoofdzetel)
Augustijnenstraat 58
8900
IEPER
Technisch Instituut Sint-Lucas (vestiging)
Stationsstraat 12_B
8930
MENEN
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Boeschepestraat 44
8970
POPERINGE
vestigingsplaatsen met gewoon secundair onderwijs Industriële Wetenschappen 2de en 3de graad Vrij Technisch Instituut Brugge (hoofdzetel)
Boeveriestraat 73
8000
BRUGGE
Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen 2 (vestiging)
Ploegstraat 38
8380
ZEEBRUGGE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Stuiverstraat 108
8400
OOSTENDE
Vrij Technisch Instituut 2 (hoofdzetel)
Beekstraat 21
8500
KORTRIJK
Sint-Niklaasinstituut Gemeente Zwevegem 1 (vestiging)
Stedestraat 39
8550
ZWEVEGEM
Vrij Technisch Instituut 2 (vestiging)
Oude Ieperstraat 65
8560
GULLEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Cardijnlaan 2
8600
DIKSMUIDE
Vrij Technisch Instituut Veurne (hoofdzetel)
Ieperse Steenweg 90
8630
VEURNE
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Grote Hulststraat 28
8700
TIELT
Koninklijk Atheneum (hoofdzetel)
Westerlaan 69
8790
WAREGEM
Vrij Technisch Instituut 2 (hoofdzetel)
Toekomststraat 75
8790
WAREGEM
V.T.I. 2 (hoofdzetel)
Leenstraat 32_58
8800
ROESELARE
Vrij Technisch Instituut Sint-Aloysius (hoofdzetel)
Papebrugstraat 8_A
8820
TORHOUT
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Italianenlaan 30
8870
IZEGEM
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Augustijnenstraat 58
8900
IEPER
Technisch Instituut Sint-Lucas (hoofdzetel)
Oude Leielaan 15
8930
MENEN
Vrij Technisch Instituut (hoofdzetel)
Boeschepestraat 44
8970
POPERINGE
- 31 -
| BRONNEN Beroepskeuzeblad: VDAB beroepenfiches en beroepenfilms: http://vdab.be/cobra/ Beroepsfiche 1 Proef 1: http://www.klei.nl/forum/showthread.aspx?tid=5072 http://www.silex.nl/index.php?option=com_content& view=article&id=19&Itemid=15 Proef 2: http://nl.wikipedia.org/wiki/Fundering http://desnor.home.xs4all.nl/bouwtechniek/pag.%20metselen/cc.%20heien%20funderingen.htm Beroepsfiche 2 Proef 1: http://desnor.home.xs4all.nl/bouwtechniek/pag. metselen/ff.de_baksteen.htm http://desnor.home.xs4all.nl/bouwtechniek/pag. metselen/ii.frame metselverbanden.htm http://www.youtube.com/watch?v=wvBwH80d8Gs proef 2: http://www.hanze.nl/NR/rdonlyres/ACAE4EAB-D41B-4E0D-8627-F85D7A2BAB70/0/FundeonLesbriefwa- terpas.pdf Beroepsfiche 3 proef 1: http://www.zeldenrijk.net/De%20boerderij/feiten/feiten%20boerderij.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Dakvorm http://www.beeldendelessen.nl/pages/techniek1.jpg proef 2: http://www.joostdevree.nl/bouwkunde2/dakpan_voorbeelden.htm http://www.youtube.com/watch?v=Bx3irh1moTI&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=3S4GQ9OTEQs Beroepsfiche 4 proef 1: http://www.members.shaw.ca/applytech/at/hoist.htm Beroepsfiche 5 proef 1: http://www.ecobuild2010.be/reportages.htm http://player.omroep.nl/?aflID=12268876 Beroepsfiche 6 proef 1: http://www.livios.be/nl/_build/_dozz/_tool/8400.asp http://www.beeldendelessen.nl/pages/techniek1.jpg Beroepsfiche 8 proef 1: http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/wetenschap-techniek/hoe-werkt-een-watertoren proef 2: http://home.howstuffworks.com/toilet.htm Beroepsfiche 9 proef 1: http://www.zowerkt.nl/huis-tuin-wonen/doe-het-zelf/hotelschakelaar/ Proef 2: http://www.exploratorium.edu/snacks/short_circuit/index.html http://dominguez.nl/filmpjes/educatief%20EN/elektriciteit/staalwol.html Beroepsfiche 10 proef 1: http://www.selah.k12.wa.us/SOAR/SciProj2002/KyleC.html proef 2: http://www.e-nemo.nl/file.php?uri=/files/File/15.Energie,%20zonneoven.pdf Beroepsfiche 11 proef 1: http://www.youtube.com/watch?v=H-cJ6G6kNJY http://www.pbs.org/wgbh/buildingbig/lab/forces.html proef 2: http://bf.classy.be/thuis/pdf/les2.pdf http://sketchup.google.com/ Beroepsfiche 12 proef 2: http://www.youtube.com/watch?v=d7dmttS-B6c
- 32 -
| Fotomateriaal Voorblad: Foto: © Istock Illustratie: Hans Boeykens
Bouwsteen 1: Knibbel knabbel knuisje, is dit een huisje? igloo in Alert, Nunavut: US Mission Canada, Flickr http://www.flickr.com/photos/us_mission_canada/4555636256/ Eighth Lake: dwstucke, Flickr http://www.flickr.com/photos/dwstucke/3888283112/ (rotswoning, geen naam) steve p2008, Flickr http://www.flickr.com/photos/stevepj2009/5068874012/ Bodiam Castle, East Sussex, England, 11 October 2005: PhillipC, Flickr http://www.flickr.com/photos/flissphil/52158537/ tree house: guy schmidt, Flickr http://www.flickr.com/photos/shortfatkid/838277032/ Another Yurt: Irene2005, Flickr http://www.flickr.com/photos/irene2005/2612003338/ Stilt House: nimbu, Flickr http://www.flickr.com/photos/nimbupani/2079787318/ Burnside Church, Wairarapa, New Zealand, 10 December 2005: PhillipC, Flickr http://www.flickr.com/photos/flissphil/71994133/ Rendille Home - Made of USAID Food Bags: whiteafrican, Flickr http://www.flickr.com/photos/whiteafrican/162677861/ Beautiful Ossington Court, Northern Moor: Gene Hunt, Flickr http://www.flickr.com/photos/raver_mikey/1860059628/ Under the Stars: bhanu.t, Flickr http://www.flickr.com/photos/27150851@N02/4664267884/ Aldea_Tulor: P_R_, Flickr http://www.flickr.com/photos/pretamal/100564569/
- 33 -
| Doe-het-zelf-kaart 1 'Knibbel knabbel knuisje, is dit een huisje?’
- 34 -
| Doe-het-zelf-kaart 2 Beroepskeuzeblad Metselaar
Werfleider
Je zorgt voor het metselwerk in de bouw. Dat zijn in de eerste plaats de muren. Er kan ook metselwerk nodig zijn bij kelders, funderingen, dakconstructies, rioolleidingen, regenwaterputten …
Je bent verantwoordelijk voor de organisatie van de bouwwerf. Je plant welke werken wanneer gebeuren. Je regelt dat materialen er zijn wanneer ze nodig zijn. Je zorgt ervoor dat de mensen op je werf zich aan de veiligheidsregels houden. Je kijkt of de werken uitgevoerd zijn zoals gevraagd en of de kwaliteit in orde is. Je rapporteert regelmatig de stand van zaken aan de projectleider.
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/metselaar.shtml
Over dit beroep zou ik meer willen weten. Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/werfleider.shtml o Over dit beroep zou ik meer willen weten. o Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Bekister – ijzervlechter
Schrijnwerker
Je zorgt voor het beton in de bouw. Je geeft het vorm en stort het. Daarvoor maak je met houten planken mallen of bekistingen. Soms is het alleen de fundering, maar soms bestaat ook de trap of het hele huis uit beton. Als je gewapend beton moet maken, moet je ijzeren stangen plooien en verbinden voor in het beton.
Als binnenschrijnwerker maak en plaats je binnendeuren, keukens, kasten, trappen, parket … Buitenschrijnwerkers zorgen voor ramen, deuren, poorten …
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/bekister.shtml
Over dit beroep zou ik meer willen weten. Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Je kunt op een werf zowel als in een atelier werken. Meestal werk je met hout, maar soms ook met PVC, aluminium en kunststof. Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/schrijnwerker.shtml
Over dit beroep zou ik meer willen weten. Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Daktimmerman en dakdekker
Installateur sanitair en centrale verwarming
Als daktimmerman maak je de dakconstructie. Dat kunnen voorgevormde stukken zijn, maar soms maak je het hele houten geraamte van het dak, ook wel gebinte genoemd. Als dakdekker zorg je ervoor dat de dakconstructie bedekt wordt. Meestal gebruik je dakpannen of leien, maar er zijn ook andere oplossingen. Voor deze beroepen heb je maar beter geen hoogtevrees.
Je doet loodgieterswerk: je plaatst en herstelt water- en gasleidingen. Je buigt en plooit buizen op maat, zorgt ervoor dat alles water- of luchtdicht is zodat er geen lekken ontstaan. Je installeert verwarming en toiletten, douches, kranen …
Bekijk ook eens de filmpjes op: http://vdab.be/beroepen/daktimmerman.shtml en http://vdab.be/beroepen/dakdekker.shtml
Over deze beroepen zou ik meer willen weten. Over deze beroepen zou ik graag proefjes doen.
Bekijk ook eens de filmpjes op: http://vdab.be/beroepen/installateur_sanitair. shtml en http://vdab.be/beroepen/installateur_centrale_ verwarming.shtml
Over deze beroepen zou ik meer willen weten. Over deze beroepen zou ik graag proefjes doen.
- 35 -
Torenkraanbestuurder
Installateur zonnepanelen
Je bestuurt de kraan die het grote materiaal over de werf verplaatst. Je zit meestal hoog in de bedieningscabine. Je bent verantwoordelijk voor je kraan: opbouwen, afbreken en onderhouden.
Als installateur van zonnepanelen plaats je zonnepanelen (meestal op een dak). Bij de plaatsing hou je rekening met een goede stand van de panelen, zodat ze optimaal werken. Je zorgt er ook voor dat de zonnepanelen aangesloten zijn op de elektriciteitsvoorziening of verwarming in huis.
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/torenkraanbestuurder.shtml o Over dit beroep zou ik meer willen weten. o Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
o Over dit beroep zou ik meer willen weten. o Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Dekvloerlegger of chapelegger en stukadoor
Elektricien
Als dekvloerlegger leg je de dekvloer of chape. Je zorgt ook voor vloerisolatie. De chape moet heel vlak liggen, zodat daarop de vloerbedekking kan komen. Als stukadoor geef je de ruwe binnenmuren en het plafond een mooie afwerklaag, meestal met pleister. Soms geef je ook buitenmuren een pleisterlaag.
Je plaatst en installeert alle elektriciteitsvoorzieningen in een huis: de verdeelkast, lichten, stopcontacten, kabels voor elektriciteit, televisie en internet ... Je slijpt in de muren zodat de kabels mooi weggewerkt zijn. Je sluit alles aan en lost storingen op.
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/stukadoor.shtml
Bekijk ook eens het filmpje op: http://vdab.be/beroepen/elektricien.shtml
o Over deze beroepen zou ik meer willen weten. o Over deze beroepen zou ik graag proefjes doen.
Installateur isolatie en ventilatie
Architect
Als installateur isolatie zorg je ervoor dat huizen goed geïsoleerd zijn. Je kunt verschillende soorten isolatie verwerken en je kent hun eigenschappen. Meestal wordt isolatie geplaatst door dakdekkers of metselaars. Als installateur ventilatie plaats je ventilatiesystemen. Dat kunnen systemen zijn die lucht aanvoeren, die lucht afvoeren, of die beide doen.
Je ontwerpt nieuwe bouwprojecten of maakt ontwerpen voor verbouwingen. Dat kunnen woningen zijn, maar ook scholen, fabrieken, flatgebouwen … Je maakt plannen van het bouwproject. Daarbij hou je rekening met wat de opdrachtgever wil, wat technisch mogelijk is, net als de esthetische kant en milieu- en stedenbouwkundige voorwaarden. Je volgt de uitvoering van je plannen op.
o Over deze beroepen zou ik meer willen weten. o Over deze beroepen zou ik graag proefjes doen.
Over dit beroep zou ik meer willen weten. Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
o Over dit beroep zou ik meer willen weten. o Over dit beroep zou ik graag proefjes doen.
Er zijn nog verschillende andere beroepen in de bouw. Enkele voorbeelden: • De bouwplaatsmachinist die met bouwplaatsmachines rijdt, zoals een bulldozer. • De wegenbouwer die ervoor zorgt dat er een straat leidt naar huizen die pas gebouwd zijn. • De vloerder die de vloerbedekking legt. • De binnenhuis- en tuinarchitect die plannen maken voor het interieur en de tuin. • De calculator die uitrekent hoeveel alles zou kosten aan een project. • De restaurateur die oude huizen er terug op hun best laat uitzien. … Op http://vdab.be/beroepen/sector_bouw.shtml kun je deze en andere filmpjes van beroepen in de bouwindustrie bekijken.
- 36 -
| Doe-het-zelf-kaart 3
Mijn beroepen-top 3
Mijn beroepen-top 3
Naam: ……………………………………………………… Zet 1, 2 en 3 bij de beroepen waarover je proefjes wilt doen (1 is wat je het liefst wilt doen.).
Naam: ……………………………………………………… Zet 1, 2 en 3 bij de beroepen waarover je proefjes wilt doen (1 is wat je het liefst wilt doen.)
Ruwbouw
Ruwbouw
Bekister – ijzervlechter
Bekister – ijzervlechter
Metselaar
Metselaar
Daktimmerman – dakdekker
Daktimmerman – dakdekker
Torenkraanbestuurder
Torenkraanbestuurder
Afwerking
Afwerking
Installateur isolatie en ventilatie
Installateur isolatie en ventilatie
Schrijnwerker (Buiten en binnen)
Schrijnwerker (Buiten en binnen)
Dekvloerlegger – Stukadoor
Dekvloerlegger – Stukadoor
Diverse technieken
Diverse technieken
Installateur sanitair en centrale verwarming
Installateur sanitair en centrale verwarming
Elektricien
Elektricien
Installateur zonnepanelen
Installateur zonnepanelen
Planning en opvolging
Planning en opvolging
Architect
Architect
Werfleider
Werfleider
- 37 -
Mijn beroepen-top 3
Mijn beroepen-top 3
Naam: ……………………………………………………… Zet 1, 2 en 3 bij de beroepen waarover je proefjes wilt doen. (1 is wat je het liefst wilt doen.)
Naam: ……………………………………………………… Zet 1, 2 en 3 bij de beroepen waarover je proefjes wilt doen. (1 is wat je het liefst wilt doen.)
Ruwbouw
Ruwbouw
Bekister – ijzervlechter
Bekister – ijzervlechter
Metselaar
Metselaar
Daktimmerman – dakdekker
Daktimmerman – dakdekker
Torenkraanbestuurder
Torenkraanbestuurder
Afwerking Installateur isolatie en ventilatie
Installateur isolatie en ventilatie
Schrijnwerker (Buiten en binnen)
Schrijnwerker (Buiten en binnen)
Dekvloerlegger – Stukadoor
Dekvloerlegger – Stukadoor
Diverse technieken
Diverse technieken
Installateur sanitair en centrale verwarming
Installateur sanitair en centrale verwarming
Elektricien
Elektricien
Installateur zonnepanelen
Installateur zonnepanelen
Planning en opvolging
- 38 -
Afwerking
Planning en opvolging
Architect
Architect
Werfleider
Werfleider
| Doe-het-zelf-kaart 4 Beroepsfiche 1: bekister – ijzervlechter Je zorgt voor het beton in de bouw. Je geeft het vorm en stort het. Daarvoor maak je met houten planken mallen of bekistingen. Soms is het alleen de fundering, maar soms bestaat ook de trap of het hele huis uit beton. Als je gewapend beton moet maken, moet je ijzeren stangen plooien en verbinden voor in het beton.
Proef 1: ijzersterk
Belangrijke woorden: wapening
Materiaal:
vezels
gips en water, (schoen)doos met nat zand als wapening: satéstokjes, ijzerdraadjes, stukjes wol, stukje jute of kompres touw en een bakje om te vullen met gewicht, gewichtjes of zand, weegschaal
trekkracht
Probleem: Wel eens van gewapend beton gehoord? Maar waarom zouden ze dat zo noemen? En waarom wordt dat zo gemaakt?
drukkracht fundering ondergrond heipalen
Ontwerp:
fundering op staal
Maak volgens het recept van het gips een hoeveelheid gips voor je test. Je kunt er eventueel een beetje zout bij doen of met lauw water werken. Door zout bij je recept te voegen (maximum 1 eetlepel per kwart liter) of met iets warmer water te werken, droogt het gips sneller.
….......................
Maak in de doos met nat zand vijf lange smalle indrukken (ongeveer de grootte van een reep chocolade, niet te dik). Daarin ga je het gips gieten. Gebruik de verschillende soorten wapening in het gips. Trek de stukjes wol zoveel mogelijk uit elkaar en meng ze met het vierde deeltje gips. In de vijfde indruk giet je een stukje niet-gewapend gips als controlestukje.
….......................
Zet het gips opzij en laat drogen. Ga eerst verder met proef 2.
….......................
Test:
….......................
- Welk zou volgens jou het sterkste balkje zijn?
….......................
Schuif twee banken een stukje uit elkaar en leg de gipsen balkjes met hun uiteinden op de rand van de banken. Hang het lege bakje met een touwtje aan het midden van een balkje. Vul het bakje langzaam met gewicht tot het balkje breekt. Doe dat voor alle balkjes.
…....................... ….......................
…....................... …....................... ….......................
…....................... ….......................
- Wat merk je op? - Welke balkjes waren het stevigst? - Was dat wat je verwacht had? - Hoe zou dat komen? - Wat zou je de volgende keer anders doen?
- 39 -
Proef 2: gefundeerd Materiaal: emmer met nat zand, emmer met droog zand, twee bakstenen, twee stukken buis, stuk karton, 4 potloden Probleem: Waarom hebben huizen funderingen nodig? Welke verschillende soorten fundering bestaan er? En hoe bouw je ze het best? Onderzoek: Neem de twee emmers met zand. Plaats de buizen op het zand in elke emmer. Leg nu de baksteen op elke buis. Neem de bakstenen en de buizen voorzichtig weer weg. Wat merk je op? (Wat kun je aan de proef veranderen als je niets opmerkt?) Werk nu verder met de emmer waar het effect het hoogst was. Knip uit het karton een ring die onder de buis past, maar breder is. Leg de ring op het zand, zet de buis erop en leg de baksteen op de buis. Haal ze er weer af. Wat merk je? Duw de potloden in het zand en leg de kartonnen ring op de topjes. Zet de buis en de baksteen erop. En haal ze er weer af. Merk je een verschil? Verklaar: - Hoe komt het dat er een verschil is tussen de ene en de andere emmer? - Kan je dat beter verklaren als je aan een strandwandeling denkt? - Hoe werkt zo’n fundering? - Wat zou de bedoeling van de potloden zijn? - Welke manier werkte het best als fundering in deze situatie? - Kun je nog andere methodes bedenken om je huis te funderen? - Kijk eens op het internet of je verschillende soorten fundering vindt. - Welke methodes heb je in deze proef proberen na te bouwen? - Heb je nog andere methodes gevonden?
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 40 -
| Doe-het-zelf-kaart 5 beroepsfiche 2: metselaar Je zorgt voor het metselwerk in de bouw. Dat zijn in de eerste plaats de muren. Er kan ook metselwerk nodig zijn bij kelders, funderingen, dakconstructies, rioolleidingen, regenwaterputten …
Proef 1: Mooie muurtjes
Belangrijke woorden: metselverband
Materiaal:
halfsteenverband
suikerklontjes (zo veel mogelijk in de vorm van een baksteen), een mes, een dikke A4-ringmap, een grote knikker
lintvoeg
Probleem:
stootvoeg troffel
Tijdens je verkenning op straat ben je ongetwijfeld veel verschillende bakstenen muren tegen gekomen. Heb je ook gemerkt dat die muren er ook anders uitzien? Er zijn verschillende soorten metselverbanden die elk een andere tekening laten zien in de muur. Smaken verschillen, dus misschien vind je ze niet allemaal even mooi, maar zijn ze even gemakkelijk om te bouwen? En zouden ze even sterk zijn als er een auto tegenrijdt?
kop
Ontwerp:
schietlood
Verken op http://desnor.home.xs4all.nl/bouwtechniek/pag. metselen/ii.frame metselverbanden.htm en verder welke soorten metselverbanden er bestaan. Kies er drie uit om na te bouwen. Bouw met je suikerklontjes drie verschillende muurtjes die alle drie even lang en even hoog zijn. Je plaatst de suikerklontjes gewoon op elkaar, zonder ‘cement’. Misschien moet je voor sommige verbanden je klontjes bijsnijden. Meer informatie over de vormen van een baksteen vind je hier: http://desnor.home.xs4all.nl/bouwtechniek/pag. metselen/ff.de_baksteen.htm
….......................
Test: De autocrash: Leg de ringmap plat op tafel, met de smalle kant tegen het eerste muurtje. Laat de knikker aan de hoge kant van de ringmap los. Doe het zelfde met de andere muurtjes. Wat merk je op? Waren de verschillende verbanden even gemakkelijk om te bouwen? Probeer als je nog tijd hebt nog een paar andere verbanden te bouwen of probeer eens een hoek te bouwen.
strek klezoor waterpas
…....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
Hoe metselen in het echt gebeurt, kun je zien op http://www.youtube.com/watch?v=wvBwH80d8Gs
- 41 -
Proef 2: recht is recht Materiaal: stukje plasticine, een meter touw, voorwerp met gewicht waar een touw aan geknoopt kan worden (schaar, gewichtje, zware knikker in een zakje, dikke moer, bolletje klei …), een houten lat, twee stukjes doorzichtige darm, water, (voedsel) kleurstof, plakband, blad papier
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij.
Probleem: Als metselaar is het belangrijk dat je werk mooi recht staat. Maar hoe weet je of iets dat er recht uitziet ook écht recht is? Ontwerp: Een schietlood kan je helpen om te bepalen of iets mooi verticaal staat. Dit is heel gemakkelijk te maken door iets met gewicht aan een touw te hangen. Hou het touwtje een klein stukje van de muur af. Hoe kun je zien of de muur loodrecht staat? Met een waterpas kun je nagaan of iets horizontaal staat. Vul het stukje darm met gekleurd water. Laat een klein beetje lucht over. Sluit beide kanten goed af met een beetje plasticine zodat het niet lekt. Plak de twee kanten van de buis met plakband op de lange lat. Steek nu onder het midden van de buis een stukje gevouwen papier zodat het midden wat omhoog staat. Leg de lat op de grond en teken strepen op je buis waar de luchtbel zit. Je hebt een waterpas.
Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen
Test:
o een video bekijken
- Werkt je waterpas zoals hij moet werken? Wat zou je moeten veranderen als hij niet werkt?
o het internet raadplegen
- Hoe zou je je waterpas en schietlood nog kunnen verbeteren? - Kijk met je schietlood en je waterpas na of verschillende oppervlakken in de klas horizontaal/verticaal zijn. Denk aan de deur, het bord, je bank … - Kun je je waterpas zo aanpassen dat je er ook mee kan nakijken of iets verticaal is?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 42 -
o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
| Doe-het-zelf-kaart 6 Beroepsfiche 3: daktimmerman – dakdekker Als daktimmerman maak je de dakconstructie. Dat kunnen voorgevormde stukken zijn, maar soms maak je het hele houten geraamte van het dak zelf, ook wel het gebinte genoemd. Als dakdekker zorg je ervoor dat de dakconstructie bedekt wordt. Meestal gebruik je dakpannen of leien, maar er zijn ook andere oplossingen. Voor deze beroepen heb je maar beter geen hoogtevrees.
Proef 1: dakskelet
Belangrijke woorden: pannen
Materiaal:
leien
schoendoos, satéstokjes, ijslollystokjes, schaar, breekmesje, dunne spijker, hamer
onderdak
Probleem:
panlat
Misschien heb je tijdens je verkenning de kans gekregen om de onderkant van een dak van dichtbij te zien. Als er geen onderdak was, kon je alle houten balken en onderdelen zien. Online kan je nog andere afbeeldingen van het ‘dakgebinte’ bekijken.
zadeldak
Ontwerp:
hellingsgraad
Geef de schoendoos een houten dakgebinte. Gebruik hiervoor alleen de saté- en ijslollystokjes. Op de volgende sites kun je inspiratie vinden: http://www.zeldenrijk.net/De%20boerderij/feiten/feiten%20boerderij.htm (het dak van een oude boerderij) http://nl.wikipedia.org/wiki/Dakvorm (verschillende dakvormen) http://www.beeldendelessen.nl/pages/techniek1.jpg (verschillende manieren om houten onderdelen te verbinden)
overspanning
Test: - Heb je alleen houten onderdelen gebruikt voor je dak? Als dat niet zo is, kun je dat veranderen door een andere verbinding te maken? Wat heb je daarvoor nodig? - In proefje 2 ga je een (kartonnen) dak leggen op je dakstructuur. Test eerst uit of je dak wel sterk genoeg is. Leg gewicht op je dak door er gevouwen papier als een dakje op te leggen. Hoeveel papier kun je er op leggen?
schilddak nok
dakgoot …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Is je dak klaar om er pannen of leien op te leggen? Zijn er nog onderdelen die ontbreken? - Zijn er onderdelen die je kunt verwijderen zonder dat de stabiliteit van je dak in gevaar komt? - Is je dak voldoende stevig?
- 43 -
Proef 2: de pannen van het dak Materiaal: dun karton (liefst glad), breekmes, dakconstructie uit proef 1, ijzerdraad, gietertje, haardroger Probleem: Je hebt tijdens je verkenning vast verschillende soorten dakbedekking gezien. Maar hoe blijven die pannen en leien eigenlijk op hun plaats? Ontwerp: Bouw een leien of een pannen dak voor je dakconstructie. Snijd uit het karton pannen of leien op maat van je dak. Onderzoek eerst hoe je ze gaat bevestigen en welke vorm je pannen of leien gaan krijgen. Op http://www.joostdevree.nl/bouwkunde2/dakpan_voorbeelden.htm vind je verschillende vormen van dakpannen terug. Het filmpje ‘Dakdekker leien’ http://www.youtube.com/watch?v=Bx3irh1moTI&feature=related laat zien hoe leien bevestigd kunnen worden. In ‘Brederostraat-Zuid dak (deel 2) dakpannen, dakgoot’ op http://www.youtube.com/watch?v=3S4GQ9OTEQs zie je hoe dakpannen gelegd worden. Test:
Ik vind deze beroepen: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen
- Wat vind je van je dak? Zou je er nog dingen aan veranderen?
o een video bekijken
- Heb je de nok afgewerkt?
o het internet raadplegen
- Zou je dak waterdicht zijn? Neem een (speelgoed)gietertje met een douchekop en test het uit. Is het nat onder het dak?
o ..........…….............
- Is je dak stevig? Zou het een grote storm kunnen doorstaan zonder (veel) schade? Gebruik de haardroger om het uit te testen. Hoe dichtbij kun je komen voor de pannen van het dak vliegen?
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 44 -
| Doe-het-zelf-kaart 7 Beroepsfiche 4: torenkraanbestuurder Je bestuurt de kraan die het grote materiaal over de werf verplaatst. Je zit meestal hoog in de bedieningscabine. Je bent verantwoordelijk voor je kraan: opbouwen, afbreken en onderhouden.
Proef 1: de lange arm
Belangrijke woorden: katrol
Materiaal:
giek
rietje, touw, haakje, klein plastic bakje (bv. van beleg), zand, schaar, papier, lijm of nietjesmachine
hefboom
Probleem: Om grote gebouwen te bouwen of zware stukken te verplaatsen, kan een hijskraan van pas komen. Die hijskraan moet erg sterk zijn om zware ladingen te kunnen tillen en toch licht genoeg om te verplaatsen naar de bouwplaats. Kun je een bouwkraan ontwerpen die aan deze voorwaarden voldoet? Ontwerp: Maak gaatjes in het plastic bakje. Gebruik stukjes touw om het bakje in evenwicht aan het haakje te kunnen hangen. Maak het haakje aan de rest van het touw en steek dat door het rietje. Houd het rietje schuin. Dit is je kraanarm. Hang het lege bakje aan de kraanarm. Vul dit bakje beetje bij beetje met zand. Wat merk je op? Bouw met zo weinig mogelijk papier je kraanarm uit. Hoe kun je ervoor zorgen dat het rietje niet meer doorbuigt? Test:
evenwicht telescoopkraan lier contragewicht …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Hoe sterk is je kraan geworden? Kun je het bakje helemaal vullen met zand zonder dat het rietje doorbuigt? - Als dat niet lukt, kun je je kraan sterker maken? - Als dat wel lukt, kun je je kraan lichter maken? - Bekijk verschillende foto’s van hijskranen. Wat valt je op bij de constructie? Zou je je eigen constructie nog veranderen?
- 45 -
Proef 2: wankel evenwicht Materiaal: twee bladen papier, bakje, touw en haakje uit proef 1, plakband, schaar, stuk karton, nog 3 bakjes of groter bakje, zand, keukenweegschaal Probleem: Heb je al eens iets erg zwaars met gestrekte armen proberen vast te houden? Wat voelde je dan? Als je zo’n kraan zware lasten ziet tillen, zou je bang worden dat ze voorover valt. Hoe blijft zo’n kraan overeind?
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen:
Onderzoek:
o een boek lezen
Bouw eerst een torenkraan: rol twee keer het blad papier op tot een smalle, lange buis. Knip een buis onderaan in zodat je twee voetjes hebt om op het karton te plakken. Steek het touwtje waaraan het haakje hangt door de andere buis. De buis die op het karton plakt, wijst recht omhoog. Maak de andere buis bovenaan vast zodat die even ver uitsteekt naar één kant als ze hoog is. Hang een vol bakje zand boven aan de kraan aan het haakje. Wat gebeurt er? Hoe kun je dat oplossen?
o thuis informatie vragen
Verklaar:
o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken
Weeg het bakje dat aan het haakje hangt. Vergelijk het met het contragewicht. Wat zou er gebeuren als je het bakje laat zakken tot halve hoogte? Probeer het. Had je dat verwacht? Is het contragewicht gewijzigd? Als dat zo is, weeg het dan opnieuw.
o iemand interviewen
Wat zou er gebeuren als je het bakje in het midden van de horizontale arm hangt? Probeer het. Had je dat verwacht? Is het contragewicht gewijzigd? Als dat zo is, weeg het dan opnieuw.
o ..........…….............
Kun je een regel ontdekken in de wijziging van gewichten?
o een video bekijken o het internet raadplegen
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 46 -
| Doe-het-zelf-kaart 8 Beroepsfiche 5: installateur isolatie en ventilatie Als installateur isolatie zorg je ervoor dat huizen goed geïsoleerd zijn. Je kunt verschillende soorten isolatie verwerken en kent hun eigenschappen. Meestal wordt isolatie geplaatst door dakdekkers of metselaars. Als installateur ventilatie plaats je ventilatiesystemen. Dat kunnen systemen zijn die lucht aanvoeren, die lucht afvoeren, of die beide doen.
Proef 1: een warme jas
Belangrijke woorden: warmte
Materiaal:
geluid
drie identieke glazen potjes met deksel, ijsblokjes, waterkoker, elastiekjes, mogelijk isolerende stoffen: krantenpapier, zilverpapier, verschillende soorten textiel (wol, fleece, katoen …), piepschuim, glas- of rotswol, watten
EPC
Probleem: Je hebt ongetwijfeld al gehoord dat het belangrijk is om een huis goed te isoleren. Een huis verwarmen kost energie en geld, dus laat je die warmte beter niet ontsnappen. Ben je tijdens je verkenning zichtbare isolatie tegengekomen? Hoe zag die er uit? En wat is nu de beste isolator? Ontwerp: Bedenk elk een manier om een glazen potje zo goed mogelijk te isoleren. Breng je isolatielaag aan rond het potje. Houd alles op zijn plaats met een elastiekje. Het derde potje isoleer je niet. Doe in elk potje een ijsklontje en schroef het deksel erop. Laat de potjes een paar minuten staan. Kijk naar de ijsklontjes. Zie je een verschil? Test: - Hoe zou je kunnen meten welk ijsklontje het meest gesmolten is?
geleider isolator lucht verluchting koolstofdioxide luchtkwaliteit …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Welke isolatie werkte het best? Hoe zou dat komen?
….......................
- Hoe zou je je isolatie kunnen verbeteren?
….......................
- Doe nu hetzelfde, maar vul elk potje met warm water uit de waterkoker (laat het eerst even afkoelen). Zou je je isolatie aanpassen? Welke isolatie werkt nu het best?
….......................
Op http://www.ingelicht.be/verschillende-soorten-isolatiemateriaal vind je een beschrijving van verschillende isolatiematerialen terug. In het filmpje ‘bouw in actie’ op http://www.ecobuild2010.be/reportages.htm zie je van minuut 3.58 tot minuut 5.00 hoe isolatie in spouwmuren gespoten wordt. Helpen deze links je om uit te leggen welke isolatie het best werkt?
- 47 -
Proef 2: een frisse neus halen Materiaal: twee glazen potten met deksel, twee ijsblokjes, koffiewarmhouder met theelichtjes Probleem: Goed isoleren wil zeggen dat er zo weinig mogelijk warmte mag ontsnappen. Omdat jij graag een lekker warme kamer hebt, isoleer je de muren, de vloer en het plafond. Ramen blijven toe en alle kieren stop je dicht zodat het zeker niet tocht. Door al die isolatie zit je zo lekker warm in je kamer, dat je er bijna van begint te zweten en te puffen. Wat denk je dat je moeder zou zeggen als ze na een dag je kamer binnenkwam? Onderzoek: Doe in elk potje een ijsblokje. Doe op een potje het deksel, het andere laat je open. Zet nu beide potjes op de koffiewarmhouder en steek de theelichtjes aan. Observeer de potjes tot de ijsblokjes gesmolten zijn. Wat merk je op? Verklaar: - Hoe verklaar je wat je ziet gebeuren? Kijk eens naar afbeeldingen van ‘faseovergangen’. Helpt dat je om een verklaring te vinden? Weet je ook wat de andere woorden betekenen? Zou je ze kunnen herkennen in je omgeving als je ze tegenkwam? - Wat heeft dit experiment te maken met de goed geïsoleerde kamer uit het probleem? - Op welke manieren kun je in huis ventileren? In de bouwwereld spreken ze over vier ventilatiesystemen: A, B, C en D. Zoek informatie op over hoe die verschillende systemen werken. - Zijn er ruimtes in huis waar ventilatie extra belangrijk is?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 48 -
Ik vind deze beroepen: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
| Doe-het-zelf-kaart 9 Beroepsfiche 6: schrijnwerker Als binnenschrijnwerker maak en plaats je binnendeuren, keukens, kasten, trappen, parket … Buitenschrijnwerkers zorgen voor ramen, deuren, poorten … Je kunt op een werf zowel als in een atelier werken. Meestal werk je met hout, maar soms ook met PVC, aluminium en kunststof.
Proef 1: de meubelzaak
Belangrijke woorden: zagen
Materiaal:
schaven
karton, scherp mes, tandenstokers, snijplank
frezen
Probleem:
uitsmetten
Als schrijnwerker moet je vaak met hout werken. Je kunt stukken hout aan elkaar bevestigen met spijkers en schroeven of lijm, maar die heb je niet altijd nodig. Kun jij alleen met hout (gebruik karton als vervanger) en gereedschap (een scherp mes) meubels maken?
houtverbindingen
ontwerp:
FSC-keurmerk
Kijk op http://www.beeldendelessen.nl/pages/techniek1.jpg of zoek op internet naar houtverbindingen. Probeer er enkele na te maken met het karton. Als dat lukt, bedenk dan een meubelstuk (tafel, stoel, kast …) dat in hout gemaakt zou kunnen worden. Probeer het na te bouwen uit karton. Gebruik de houtverbindingen die je net ontdekt hebt.
….......................
Test: - Wat vind je van je meubelstuk? - Is het sterk?
beitsen houtsoorten
…....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Is het mooi? - Is het ‘bruikbaar’? Zou je het echt kunnen gebruiken als je ontwerp in het groot gemaakt zou worden? - Zijn er andere houtverbindingen die je zou kunnen gebruiken in je ontwerp? - Zijn er dingen die je zou willen veranderen?
- 49 -
Proef 2: scharnierstuk Materiaal: 1 blad papier A4-formaat, schaar of scherp mes, lijm, spijkers (ongeveer 7 cm lang), doos Probleem: Als schrijnwerker maak je niet alleen meubels, maar ook ramen, deuren, trappen en daken. Heb je er op gelet hoe deuren en ramen vasthangen aan de rest van het huis? Kijk eens in je klas hoe dat gebeurt. Kun je dit nabouwen? Ontwerp: Vouw het blad papier drie keer in tweeën. Knip het blad langs de vouwlijnen in acht rechthoekjes. Die acht rechthoekjes worden scharnierhelften. Waar zie je scharnieren in de klas? Kijk goed naar hoe verschillende scharnieren er uitzien. Probeer verschillende scharnieren na te bouwen door de rechthoekjes te knippen, te rollen en te plakken. Gebruik de spijkers als pen of stift van je scharnier. Dat is de metalen as waarrond het scharnier draait. Snij een deur en een raam uit je doos. Snij ze helemaal los. Test:
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen
- Hang je deur en raam met je scharnieren weer aan de doos.
o een video bekijken
- Lukt dat?
o het internet raadplegen
- Wat moet je veranderen als het niet lukt?
o ..........…….............
- Hebben al je scharnierhelften een passende tegenhelft? - Draait je deur naar binnen of naar buiten? - Maakt dat uit voor de manier waarop je het scharnier vastmaakt? - Vaak kun je deuren uit hun hengsels tillen. Dan hef je de deur een stukje op zodat de scharnieren loskomen en je ze aan de kant kunt zetten. Hoe zien de scharnieren waarbij je dat kunt doen eruit? Kun je ze namaken? Hoe maak je ze vast aan het kader en de deur? Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 50 -
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
| Doe-het-zelf-kaart 10 Beroepsfiche 7: dekvloerlegger en stukadoor Als dekvloerlegger leg je de dekvloer of chape. Je zorgt ook voor vloerisolatie. De chape moet heel vlak liggen, zodat daarop de vloerbedekking kan komen. Als stukadoor geef je de ruwe binnenmuren en het plafond een mooie afwerklaag, meestal met pleister. Soms geef je ook buitenmuren een pleisterlaag.
Proef 1: gevloerd
Belangrijke woorden: vloeropbouw
Materiaal:
vloerisolatie
doos uit ribbelkarton, rietjes, plastic lat, 2 satéstokjes, zand, water, beetje gips, vloerisolatie (krantensnippers, piepschuimbolletjes, schuimrubber …), mozaïektegeltjes of ijslollystokjes als vloerbedekking
droogtijd
Probleem: De vloer van een huis bestaat uit verschillende lagen bovenop het beton: de dekvloer, elektriciteitsbuizen, isolatie, tegels of parket eventueel buizen van de vloerverwarming. Kun jij uitzoeken in welke volgorde je die lagen het best legt? Ontwerp: Bouw de lagen van een vloer op in je doos. Snij eerst een raam en een deur uit je doos voor proef 2. Maak op de wanden van je doos de ribbels van het karton open. De rietjes kun je als elektriciteitsbuizen en eventueel vloerverwarming gebruiken. De dekvloer of chape bestaat uit zand, een zesde cement en water. Vervang het cement door gips. Maak daarmee een mengsel dat je op de vloer kunt smeren. Gebruik de satéstokjes en je lat om de chape gelijk te leggen. Zoek op het internet naar chape egaliseren of reilatten voor tips over hoe je dit het best doet.
rei spaan specie hoekprofiel …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
Test: - Lukte het om een goede volgorde te vinden voor je vloeropbouw? - Heb je vloerverwarming gebruikt? - Waar steek je die het best ten opzichte van je isolatielaag? - Lukte het om de lagen vlak te maken? - Welke dikte van chapemengsel werkt het best om uit te smeren? - Is dit ook het beste mengsel om daarna tegels op te leggen? - Zou je je chape de volgende keer anders maken? - Is je vloer overal even dik? - Heb je er aan gedacht om de satéstokjes als reilatten te gebruiken? - Heb je geprobeerd die waterpas te leggen? - Wat gebeurt er als je geen reilatten gebruikt?
- 51 -
Proef 2: vloeibare muren Materiaal: de doos uit proef 1, gips, water, 3 mengbakjes, lepel, mes, plastic lat, plastic klantenkaartje (bankkaartformaat), stukken glad karton Probleem: Als stukadoor zorg je ervoor dat het huis mooie gladde muren heeft. Dat is gemakkelijker dan het lijkt. Lukt het jou om de wanden van de doos glad, recht en overal even dik te maken? Welke stevigheid moet je mengsel hebben om het makkelijkst te werken? Ontwerp: Maak een mengsel met het gips en het water. Volg daarbij het recept van het gips. Maak nog twee mengsels met andere verhoudingen. Noteer de verhoudingen. Probeer nu met de verschillende mengsels drie muren te pleisteren. Test:
Ik vind deze beroepen: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen
- Lukt het om een gladde muur te krijgen?
o bedrijf of werkplaats bezoeken
- Welk mengsel werkte het best?
o iemand interviewen
- Hoe zou je het mengsel nog beter kunnen maken? - Op internet vind je filmpjes over hoe je zelf kunt stukadoren of stuccen. Probeer met behulp van die tips de vierde muur te pleisteren. Maak, als het nodig is, meer mengsel met de best werkende verhouding. - Hoe heb je rond het raam gewerkt?
o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
- Viel het mee om de randen mooi af te werken?
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen:
- Welke tips geef je als iemand anders het raam moet afwerken?
o ..........…….............
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 52 -
| Doe-het-zelf-kaart 11 Beroepsfiche 8: installateur Sanitair en CV Je doet loodgieterswerk: je plaatst en herstelt water- en gasleidingen. Je buigt en plooit buizen op maat, zorgt ervoor dat alles water- of luchtdicht is, zodat er geen lekken ontstaan. Je installeert verwarming en toiletten, douches, kranen …
Proef 1: de watertoren
Belangrijke woorden: waterleiding
Materiaal:
waterdruk
3 lege colaflessen van 1,5 of 2 liter, 2 stukken darm (1 lang, 1 kort), teflontape of vlas, 2 emmers, breekmes
waterslot
Probleem: Ben je bij je verkenning in huis tegengekomen waar het water je huis binnenkomt? Dat water heeft vaak een lange weg afgelegd om bij jou in huis te raken. Om zich zo ver te verplaatsen is heel wat kracht nodig. Waar haalt het water die kracht vandaan? Onderzoek:
reservoir lekkage radiator verwarmingsketel thermostaat ….......................
Snij de bovenkant van de flessen af. Maak aan een van de colaflessen de korte darm vast. Gebruik de teflontape of het vlas om deze aansluiting waterdicht te maken. Vul beide flessen met water. Houd de onderkant goed dicht. Maak nu tegelijkertijd de opening aan de onderkant van de twee flessen open boven een emmer. Wat gebeurt er?
….......................
Verklaar:
….......................
- Hoe zou dat komen?
….......................
- Bevestig nu de lange darm aan de derde fles en vul deze fles. Vul ook de fles met de korte darm opnieuw. Wat zou er gebeuren als je deze twee flessen tegelijk laat leeglopen?
….......................
- Klopte je voorspelling?
…....................... …....................... ….......................
…....................... …....................... ….......................
- Kun je uitleggen wat dit te maken heeft met de manier waarop water in je huis raakt? - In het filmpje op http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/wetenschaptechniek/hoe-werkt-een-watertoren wordt met een ander proefje uitgelegd hoe een watertoren werkt. Helpt dat je om je eigen proefje beter uit te leggen? - Hoe werkt het vlas om iets waterdicht te maken?
- 53 -
Proef 2: het ‘Water Closet’ Materiaal: 1 lange darm, 1 colafles waarvan de bovenkant afgesneden is, teflontape of vlas, emmer, beker, stukjes boterham/ontbijtgranen Probleem: Toch ontzettend handig, zo’n wc in huis. Eén druk op de knop en alles is verdwenen. Als Installateur van sanitair zul je dan ook geregeld een wc moeten aansluiten. Maar hoe werkt dat nu eigenlijk?
Ik vind deze beroepen: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen:
Onderzoek:
o een boek lezen
Sluit de darm waterdicht aan op de bovenkant van de colafles. Boots nu met je constructie een echte wc na.
o thuis informatie vragen
Test:
o een (technische) school bezoeken
- Vul de beker en giet die leeg in je colafles om te doen alsof je doorspoelt. Houd de darm boven de emmer.
o proefjes doen
- Wat gebeurt er?
o bedrijf of werkplaats bezoeken
- Zou dat ook in het echt gebeuren?
o iemand interviewen
- Als je denkt dat het in het echt anders zou gaan, hoe moet je dan je constructie aanpassen? - Doe nu een paar stukjes brood of ontbijtgranen in de fles en probeer die door te spoelen. - Werkt je wc perfect?
o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
- Hoe wordt het water het best gegoten om zo goed mogelijk door te spoelen?
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen:
- Waarom zou een wc zo gebouwd zijn?
o ..........…….............
- Op http://home.howstuffworks.com/toilet.htm vind je een Engelstalig filmpje dat mooi de werking van het toilet laat zien. Helpt dat je om je vraag te beantwoorden?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 54 -
| Doe-het-zelf-kaart 12 Beroepsfiche 9: elektricien Je plaatst en installeert alle elektriciteitsvoorzieningen in een huis: de verdeelkast, lichten, stopcontacten, kabels voor elektriciteit, televisie en internet ... Je slijpt in de muren zodat de kabels mooi weggewerkt zijn. Je sluit alles aan en lost storingen op.
Proef 1: spot aan!
Belangrijke woorden: striptang
Materiaal:
weerstand
9-voltbatterij, drie lampjes met fitting, voldoende elektriciteitsdraden met krokodillenklemmen, materiaal om een schakelaar mee te bouwen: karton, splitpennen, stukje aluminiumfolie, duimspijkers, paperclips, stukje piepschuim
elektron
Probleem: In de woonkamer zou je graag werken met spotjes in plaats van een centrale lamp. Die spotjes moeten worden bediend met een schakelaar bij de deur. Hoe begin je eraan? Ontwerp: Bouw een stroomkring die laat zien hoe je het probleem oplost. Je zult zelf een schakelaar in elkaar moeten knutselen. Test: - Draai een van de lampjes los om te doen alsof het stuk is.
spanning stroomkring serieschakeling parallelschakeling …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Wat gebeurt er?
….......................
- Zou dat ook in het echt gebeuren?
….......................
- Als je denkt dat het in het echt anders zou gaan, kun je dan een betere schakeling bouwen? Denk aan serie- en parallelschakelingen.
…....................... ….......................
- Een lamp op twee plaatsen kunnen aan- en uitdoen met een schakelaar, heet een hotelschakeling. Je zou de spotjes die je voor de woonkamer hebt gebouwd graag bedienen met een schakelaar bij de keukendeur en een bij de woonkamerdeur. - Je hebt een tweede schakelaar nodig. Kun je er een andere verzinnen? - Bouw een stroomkring die laat zien hoe je dit probleem oplost. - Lukt het om met beide schakelaars de lampen aan en uit te doen? - Als het niet lukt, kun je het dan anders bouwen zodat het wel lukt? - Op http://www.zowerkt.nl/huis-tuin-wonen/doe-het-zelf/hotelschakelaar/ kun je nalezen hoe het werkt. Als het je niet gelukt was om het zelf te ontwerpen, lukt het je dan om het na te bouwen op basis van de tekening?
- 55 -
Proef 2: verzekering
Ik vind dit beroep:
Opgelet, dit is een proef met brandgevaar. Probeer ze buiten op de speelplaats te doen, of zorg dat een volwassene weet dat je deze proef gaat doen. Draag handschoenen en een veiligheidsbril. De koperdraad kan erg warm worden. Houd zand in de buurt om te blussen. Roep er een volwassene bij als er iets mis lijkt te gaan.
erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij.
Materiaal: 9-voltbatterij, 1 elektriciteitsdraad met krokodillenklemmen, lange dunne koperdraad, emmer zand, handschoenen en veiligheidsbrillen
Zo kan ik er meer over te weten komen:
Probleem:
o een boek lezen
Ben je bij de verkenning van de elektriciteit bij je thuis de zekeringkast tegengekomen? Hoe werkt zo’n zekering eigenlijk?
o thuis informatie vragen
Onderzoek:
o een (technische) school bezoeken
Verbind een van de polen van de batterij met de elektriciteitsdraad. Maak een eind van de koperdraad vast aan de andere pool. Zet nu het krokodillenklemmetje op het andere uiteinde van de koperdraad. Kijk wat er gebeurt. Maak de koperdraad telkens een beetje korter door het krokodilleklemmetje op de koperdraad naar de pool toe te verplaatsen. Kijk wat er gebeurt.
o proefjes doen
Verklaar:
o het internet raadplegen
- Wat heb je ontdekt? - Hoe zou dat komen? - Kun je verklaren wat er gebeurt in het filmpje op http://dominguez.nl/filmpjes/educatief%20EN/elektriciteit/staalwol.html?
o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen o een video bekijken
o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 56 -
| Doe-het-zelf-kaart 13 Beroepsfiche 10: installateur zonnepanelen Als installateur van zonnepanelen plaats je zonnepanelen (meestal op een dak). Bij de plaatsing hou je rekening met een goede stand van de panelen, zodat ze optimaal werken. Je zorgt er ook voor dat de zonnepanelen aangesloten zijn op de elektriciteitsvoorziening of verwarming in huis.
Proef 1: een grote gele batterij
Belangrijke woorden: duurzame energie
Materiaal:
fotosynthese
klein zonnepaneeltje, een multimeter die in milliwatt meet, sterke (halogeen)lamp, gradendriehoek, stuk touw
licht
Probleem: Ben je tijdens je verkenning veel zonnepanelen tegengekomen? Zie je verschillen en gelijkenissen tussen de manieren waarop de zonnepanelen bij mensen thuis geplaatst zijn? Zonnepanelen zetten zonnestralen om in energie. Toch werken ze ook op een winterse of bewolkte dag met weinig zon. Alleen werken ze dan wel minder goed. Hoe zou je de zonnepanelen het best plaatsen om er zoveel mogelijk energie uit te halen? Onderzoek: Verbind je zonnepaneeltje met je multimeter alsof je een stroomkring maakt. Leg het zonnepaneeltje plat op tafel. Kijk hoeveel millivolt je krijgt als je de lamp er recht boven houdt (in een hoek van 90°). Bepaal nu met je gradenboog en het stuk touw waar je lamp moet zijn voor een hoek van 75°. Meet opnieuw met je multimeter. Doe hetzelfde voor 60°, 45°, 30°, 15° en 0°. Verklaar: - Kun je een grafiek maken van je resultaten? - Hoe nauwkeurig was je meting volgens jou? Kon je de hoek goed maken? Bleef de lamp steeds op dezelfde afstand?
warmtestraling zonneboiler rendement hellingshoek …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Hoe moeten de zonnepanelen staan ten opzichte van de zon om een zo hoog mogelijk rendement te hebben? Waar plaats je ze dan het best op het dak? Wat zou beter werken, een steil dak of een plat dak?
- 57 -
Proef 2: Zo warm! Materiaal: aluminiumfolie, huishoudfolie, een rechthoekige en ronde kom met ongeveer hetzelfde volume, 4 even grote stukken chocolade, 2 gelijke sterke (halogeen) lampen Probleem: De zon kun je niet alleen gebruiken om elektriciteit te maken, maar ook om je huis op te warmen. De zon geeft immers veel warmte, en het zou gek zijn om eerst elektriciteit te maken en daarmee je water op te warmen als je dat ook direct kunt doen met een zonneboiler. Maar hoeveel warmte geeft de zon nu eigenlijk? Ontwerp: Bouw twee zonneovens, een ronde en een rechthoekige: bedek de binnenkant met aluminiumfolie. Naar welke kant leg je het best de blinkende kant? Zorg dat de aluminiumfolie mooi glad ligt. Leg nu in je twee oventjes een stukje chocolade. Dek af met huishoudfolie en houd de sterke lampen recht boven je oventjes. (Als het een erg zonnige dag is, kun je dit uiteraard ook in de zon proberen.) Test: - Houd de lamp er een enkele minuten boven. Wat merk je? - Is er een verschil tussen de twee ovens? - Wat zou je aan je ovens veranderen om ze nog beter te laten werken? - Test je aanpassingen uit. Werkt je oven zo beter? - Op Youtube vind je verschillende filmpjes over hoe zo’n ‘solar cooker’ er kan uitzien. ‘Kid’s Solar Oven’ laat bijvoorbeeld zien hoe je een stuk pizza in een schoendoos opwarmt. Zou je nog meer dingen veranderen aan je oven?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 58 -
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen o thuis informatie vragen o een (technische) school bezoeken o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
| Doe-het-zelf-kaart 14 Beroepsfiche 11: architect Je ontwerpt nieuwe bouwprojecten of maakt ontwerpen voor verbouwingen. Dat kunnen woningen zijn, maar ook scholen, fabrieken, flatgebouwen … Je maakt plannen van het bouwproject. Daarbij hou je rekening met wat de opdrachtgever wil, wat technisch mogelijk is, net als de esthetische kant en milieu- en stedenbouwkundige voorwaarden. Je volgt de uitvoering van je plannen op.
Proef 1: sterk ontwerp
Belangrijke woorden: functioneel
Materiaal:
bouwvoorschriften
Papieren of plastic wegwerpbekertjes, twee stukken stevig karton, zand, schepje, schaar, stuk plastic om op de grond te leggen
oriëntatie
Probleem: Als architect moet je niet alleen mooie en functionele huizen bouwen, ze moeten ook stevig zijn en technisch in orde. Daarbij wil je liefst zo weinig mogelijk materialen gebruiken, want materiaal kost geld. Als je een gebouw ontwerpt met grote open ruimtes, kun je gebruikmaken van zuilen om je dak te ondersteunen. Hoe plaats je je zuilen het best zodat je met zo weinig mogelijk zuilen een zwaar dak kunt dragen? Ontwerp: Zet enkele bekertjes ondersteboven op de grond en leg het karton erop. Wat zou er gebeuren als je op het karton gaat staan? Knip nu de bodem van de bekertjes en vul ze met zand. Zet ze op het plastic om het opruimen achteraf te vergemakkelijken. Leg het karton er weer op en ga erop staan. Wat gebeurt er nu? Test: - Als alles goed ging, kon je de tweede keer wel op het karton staan. Wat zou je kunnen veranderen als het niet lukte? Hoe zou dat komen? - Er kunnen verschillende soorten krachten op materiaal uitgeoefend worden, waaronder trekkrachten en drukkrachten. Op http://www.pbs.org/wgbh/buildingbig/lab/forces.html zie je ze in versimpelde vorm. Kun je met deze krachten uitleggen wat er met je bekertjes gebeurde?
dragende structuur virtueel bestek bouwvergunning creativiteit …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Werkt het ook met minder zuilen? - Lukt het om er een tweede verdieping bij te zetten en er dan op te gaan staan?
- 59 -
Proef 2: getekend Materiaal: ruitjespapier, potlood, lat, computer met Google SketchUp Probleem: Als architect ontwerp je gebouwen. Je wordt aangenomen door een bouwheer die je vraagt een huis te ontwerpen voor zichzelf, zijn vrouw en hun twee kinderen. Je hebt een prachtig plan in je hoofd, maar hoe zet je dat op papier? En is jouw huis ook geschikt om in te wonen?
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij; ik zou er graag meer over weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen:
Ontwerp:
o een boek lezen
De bouwheer wil een bungalow, dus alles moet gelijkvloers zijn. Het grondoppervlak van je huis mag maximum 120 m2 zijn. Bedenk welke ruimtes je allemaal nodig hebt in je huis en zet je ontwerp op papier. Gebruik daarvoor een goede schaal. Neem deuren en ramen op in je plan. Welke afmetingen zal je huis hebben? Op welke schaal ga je je huis tekenen?
o thuis informatie vragen
Test:
o bedrijf of werkplaats bezoeken
- Bekijk je ontwerp kritisch:
o een (technische) school bezoeken o proefjes doen
o iemand interviewen
- Vergelijk met het huis waar je zelf in woont. Ben je ruimtes vergeten?
o een video bekijken
- Waarlangs zou je binnenkomen? Met gasten? Met boodschappen?
o het internet raadplegen
- Hoe loop je door het huis? Om naar toilet te gaan? Om het eten op tafel te zetten? - Hoe komt het licht binnen? Waar zou het te donker kunnen zijn?
o ..........…….............
- Waar overal moet er water komen in je huis?
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen:
- Zijn er ruimtes die beter dichter bijeen zouden liggen? ...
o ..........…….............
- Maak eventueel aanpassingen aan je huis als dat nodig is. - Verken het programma Google SketchUp op de computer. Kun je een driedimensionaal ontwerp maken van je plan?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 60 -
| Doe-het-zelf-kaart 15 Beroepsfiche 12: Werfleider Je bent verantwoordelijk voor de organisatie van de bouwwerf. Je plant welke werken wanneer gebeuren. Je regelt dat materialen er zijn wanneer ze nodig zijn. Je zorgt ervoor dat de mensen op je werf zich aan de veiligheidsregels houden. Je kijkt of de werken uitgevoerd zijn zoals gevraagd en of de kwaliteit in orde is. Je rapporteert regelmatig de stand van zaken aan de projectleider.
Proef 1: organisatie is alles
Belangrijke woorden: organisatie
Materiaal:
planning
De top 3-keuzeformulieren van de klas, papier, pen
communicatie
Probleem:
bestek
Als werfleider ben je verantwoordelijk voor de planning en organisatie van de werkzaamheden. Lukt het om de werkplanning van je klasgenoten voor de volgende les te op te stellen?
kwaliteit
Ontwerp: Maak de werkplanning op voor volgende les. Gebruik hiervoor de top 3-blaadjes van jezelf en je klasgenoten. Probeer zoveel mogelijk met hun hoogste keuze te werken, maar geef hun geen beroep dat ze al onderzocht hebben. Net zoals in het echt, zijn er beperkingen voor de werkverdeling: - Je hebt acht werven waar er gebouwd wordt.
veiligheid werfdagboek …....................... …....................... …....................... …....................... ….......................
- Stel duo’s samen die op die werf aan de slag kunnen.
….......................
- Verschillende beroepen kunnen tegelijk op dezelfde werf werken op voorwaarde dat dat ook mogelijk is (Je kunt bijvoorbeeld geen elektriciens aan het werk zetten op een plaats waar de funderingen gegoten worden.).
….......................
- Vraag aan je leerkracht of er nog andere beperkingen zijn. Test:
…....................... …....................... …....................... ….......................
- Lukt het om iedereen een beroep te geven voor de volgende les? - Is het gelukt om duo’s samen te stellen? - Heb je bij het samenstellen van de duo’s nog met andere dingen rekening gehouden dan de beroepskeuze? - Is het gelukt om alle beroepen op de acht werven aan de slag te krijgen? - Is het in werkelijkheid mogelijk dat die beroepen samen op de werf werken?
- 61 -
Proef 2: veiligheid voor alles Materiaal: rietjes, plasticine, karton, (Playmobil) poppetje, dunne stof Probleem: Als werfleider moet je er ook voor zorgen dat de mensen op je werf veilig werken. Houden ze zich aan de veiligheidsregels? Dragen ze de verplichte veiligheidskledij? Is alles veilig opgebouwd? Ontwerp: Bouw met de rietjes en de plasticine een stelling op maat van het poppetje.
Ik vind dit beroep: erg boeiend voor mij en zou er graag meer van weten. misschien boeiend voor mij als ik er meer over weet. niet boeiend voor mij. Zo kan ik er meer over te weten komen: o een boek lezen
Test:
o thuis informatie vragen
- Is het poppetje veilig aangekleed om op een werf te werken?
o een (technische) school bezoeken
- Wat zou het nog moeten aanhebben? - Is de stelling veilig? - Is de stelling stabiel? - Is er een beveiliging zodat het poppetje er niet af kan vallen? - Hoe raakt het poppetje op de stelling? - Is het veilig voor voorbijgangers? - Bekijk het filmpje RTC Oost-Vlaanderen ‘Veilig werken op hoogte’ Reportage Oost@work (AVS) op http://www.youtube.com/watch?v=d7dmttS-B6c. - Wat zou je aan je stelling veranderen om ze veiliger te maken?
Dit wil ik er zeker nog over weten:
Dit wil ik er zeker over vertellen:
- 62 -
o proefjes doen o bedrijf of werkplaats bezoeken o iemand interviewen o een video bekijken o het internet raadplegen o ..........…….............
Ik ken iemand die mij hierbij kan helpen: o ..........…….............
| Doe-het-zelf-kaart 16 Projectfiche: een poppenhuis uitdaging Bouw een zo realistisch mogelijk poppenhuis waarmee de kleuters van jullie school echt kunnen spelen.
Werkverdeling Beslis onder elkaar wie welke verantwoordelijkheid heeft. Leg uit waarom die personen de beste keuze zijn. Taak
Naam
Omdat:
planning maken en opvolgen ontwerp uittekenen materialen verzamelen ruwbouw elektriciteit water afwerking … …
Stap 1: Brainstorm
Hoe zou het leukste poppenhuis ter wereld eruitzien? Wat kan er allemaal in een poppenhuis zitten? Hoe zouden we het zo realistisch mogelijk kunnen maken? … Noteer alles met kernwoorden of een tekening op een groot blad. Op dit moment zijn er geen slechte ideeën, alles kan en mag.
- 63 -
Stap 2: Aan welke eisen moet je ontwerp voldoen?
Wat willen de kleuters zelf in een poppenhuis? Welke afmetingen zou een poppenhuis het best hebben voor hen? Waarmee moeten we rekening houden zodat het veilig is voor de kleuters? … Maak een lijstje van belangrijke criteria waarmee je bij je ontwerp rekening zult moeten houden.
Stap 3: Keuzes maken Leg je eisen naast je brainstorm en kies welke ideeën je gaat meenemen in je verder ontwerp.
Wat doen we zeker? Welke ideeën moeten we aanpassen? Hoe passen we die aan? Welke ideeën laten we vallen? Waarom? Noteer de gekozen ideeën in een ontwerpvoorstel. Dat is een beschrijving van jullie ontwerp, aangevuld met tekeningen en eventueel een maquette.
Stap 4: Feedback vragen Stel je ontwerp aan de klas voor. Gebruik eventueel tekeningen of een maquette om het visueel te maken.
Wat vinden jullie goed? Wat zouden jullie veranderen? Waarom? Waar moeten we nog aan denken volgens jullie? Verwerk de feedback die je wilt gebruiken in je ontwerpvoorstel.
Stap 5: De concrete uitwerking
Wat zijn de exacte afmetingen van de verschillende onderdelen die we nodig hebben? Welke materialen hebben we nodig? Waar kunnen we die vinden? Wie gaat wat doen? Hebben we hulp nodig? Waar kunnen we die krijgen? Je hebt nu een bouwplan waarop alle afmetingen, materialen en afwerking vermeld staan.
Stap 6: Bouwen maar!
- 64 -
| Doe-het-zelf-kaart 17 Projectfiche: een isolatiehuis uitdaging Bouw een huis op schaal dat de andere klassen kunnen gebruiken om te ontdekken waarom en hoe een huis geïsoleerd moet worden. Werkverdeling Beslis onder elkaar wie welke verantwoordelijkheid heeft. Leg uit waarom die personen de beste keuze zijn. Taak
Naam
Omdat:
planning maken en opvolgen ontwerp uittekenen materialen verzamelen ruwbouw elektriciteit water afwerking … …
Stap 1: Brainstorm
Wat zouden we allemaal willen tonen? Wat zouden we hen kunnen laten voelen / zien / ruiken / horen / proeven? Op welke manieren zouden we het huis kunnen verwarmen? … Noteer alles met kernwoorden of een tekening op een groot blad. Op dit moment zijn er geen slechte ideeën, alles kan en mag.
- 65 -
Stap 2: Aan welke eisen moet je ontwerp voldoen?
Hoe gaan we het isolatiehuis verplaatsen naar de andere klassen? Welke onderdelen moeten we zichtbaar maken? Waarmee moeten we rekening houden zodat het veilig is? … Maak een lijstje van belangrijke criteria waarmee je bij je ontwerp rekening zult moeten houden.
Stap 3: Keuzes maken Leg je eisen naast je brainstorm en kies welke ideeën je gaat gebruiken in je verder ontwerp.
Wat doen we zeker? Welke ideeën moeten we aanpassen? Hoe passen we die aan? Welke ideeën laten we vallen? Waarom? Noteer de gekozen ideeën in een ontwerpvoorstel. Dat is een beschrijving van jullie ontwerp, aangevuld met tekeningen en eventueel een maquette.
Stap 4: Feedback vragen Stel je ontwerp aan de klas voor. Gebruik eventueel tekeningen of een maquette om het visueel te maken.
Wat vinden jullie goed? Wat zouden jullie veranderen? Waarom? Waar moeten we nog aan denken volgens jullie? Verwerk de feedback die je wilt gebruiken in je ontwerpvoorstel.
Stap 5: De concrete uitwerking
Wat zijn de exacte afmetingen van de verschillende onderdelen die we nodig hebben? Welke materialen hebben we nodig? Waar kunnen we die vinden? Wie gaat wat doen? Hebben we hulp nodig? Waar kunnen we die krijgen? Je hebt nu een bouwplan waarop alle afmetingen, materialen en afwerking vermeld staan.
Stap 6: Bouwen maar!
- 66 -
| Doe-het-zelf-kaart 18 Projectfiche: ..............................................................................................................................
Uitdaging .................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................. ..................................................................................................................................................................................
Werkverdeling Beslis onder elkaar wie welke verantwoordelijkheid heeft. Leg uit waarom die personen de beste keuze zijn. Taak
Naam
Omdat:
planning maken en opvolgen ontwerp uittekenen materialen verzamelen ruwbouw elektriciteit water afwerking … …
Stap 1: Brainstorm
Het zou super zijn als … In mijn dromen zou het er uitzien/voelen/ruiken/klinken als … Als we het nu ook zouden kunnen gebruiken om … … Noteer alles met kernwoorden of een tekening op een groot blad. Op dit moment zijn er geen slechte ideeën, alles kan en mag. - 67 -
Stap 2: Aan welke eisen moet je ontwerp voldoen?
Wie gaat het allemaal gebruiken? Waar moet het tegen kunnen? Waarmee moeten we rekening houden zodat het veilig is? … Maak een lijstje van belangrijke criteria waarmee je bij je ontwerp rekening zult moeten houden.
Stap 3: Keuzes maken Leg je eisen naast je brainstorm en kies welke ideeën je gaat gebruiken in je verder ontwerp.
Wat doen we zeker? Welke ideeën moeten we aanpassen? Hoe passen we die aan? Welke ideeën laten we vallen? Waarom? Noteer de gekozen ideeën in een ontwerpvoorstel. Dat is een beschrijving van jullie ontwerp, aangevuld met tekeningen en eventueel een maquette.
Stap 4: Feedback vragen Stel je ontwerp aan de klas voor. Gebruik eventueel tekeningen of een maquette om het visueel te maken.
Wat vinden jullie goed? Wat zouden jullie veranderen? Waarom? Waar moeten we nog aan denken volgens jullie? Verwerk de feedback die je wilt gebruiken in je ontwerpvoorstel.
Stap 5: De concrete uitwerking
Wat zijn de exacte afmetingen van de verschillende onderdelen die we nodig hebben? Welke materialen hebben we nodig? Waar kunnen we die vinden? Wie gaat wat doen? Hebben we hulp nodig? Waar kunnen we die krijgen? Je hebt nu een bouwplan waarop alle afmetingen, materialen en afwerking vermeld staan.
Stap 6: Bouwen maar!
- 68 -
| Doe-het-zelf-kaart 19 Spelregels: Bouwen aan je droom-job
Verhaal: Firma de Blije Bouwer –innovatief en ondernemendheeft openstaande vacatures voor pasafgestudeerden.
Aantal spelers: (3 of) 4 Inhoud:
Gezoch
t:
Eén 5
- technic om op d us e uit te vo bouwplaatsen eren de werk en
Eén 5
om onze - ingenieu r en te te gebouwen te o sten ntwerpe n
Eén 5
-w
etensch om nieu apper w te onde e bouwmateria rzoeken len
•
1 speelbord
•
36 doevragen op groen papier, 36 denkvragen op rood papier
•
1 papieren pion per speler: knip en plak je pion. Versier het hoofdje om je pion te herkennen.
•
1 gewoon pionnetje om bij te houden hoeveel rondes er al gespeeld zijn.
Winnen: De Blije Bouwer neemt telkens de beste sollicitant binnen één categorie aan. Je wint dus als: - je de beste technicus bent, dit wil zeggen: de meeste hamertjes behaald hebt en minstens 4 - je de beste wetenschapper bent, dit wil zeggen: de meeste boekjes behaald hebt en minstens 4 - je de beste ingenieur bent, dit wil zeggen: de meeste hamertjes en boekjes samen behaald hebt en van elk minstens 2
Spelregels: Zet de gewone pion op het eerste jaar en kies elk een eerste vak van een richting om in te starten. Je kunt starten in de rode, de blauwe of de groene richting. Beantwoord nu één voor één een vraag: als je op een vak in de rode richting staat, neem je een denkvraag (rood). Als je op een vak in de groene richting staat, neem je een doevraag (groen). Als je op een vak in de blauwe richting staat, mag je kiezen. Laat je vraag voorlezen door je buurman. Als je de vraag juist hebt, kleur je op je pion een boekje als het een denkvraag was en een hamertje als het een doevraag was. Daarna zet je je eigen pion 1 vakje naar rechts, of volg je één pijl die schuin naar boven gaat. Als je de vraag fout hebt, kleur je niets. Je kunt kiezen: blijven staan op het vakje waar je staat, of je pion 1 vakje opschuiven schuin naar boven. Zet de gewone pion op het volgende jaar-vakje en beantwoord opnieuw elk een vraag. Het spel stopt als de gewone pion geen volgend jaar-vakje meer heeft (na acht rondes) of als alle denkof doevragen op zijn. Nu worden de gekleurde hamertjes en boekjes geteld om de winnaar te bepalen.
- 69 -
| Doe-het-zelf-kaart 20
1. Bouw met de tandenstokers een zadeldak.
2. Bouw een muurtje in halfsteensverband.
3. Bouw een muurtje in klezoorverband.
4. Bouw met tandenstokers een schilddak.
5. Bouw twee muren die als een T samenkomen.
6. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een metselaar uit. Als de anderen het raden, is het juist.
7. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een bekister uit. Als de anderen het raden, is het juist.
8. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een dakdekker uit. Als de anderen het raden, is het juist.
9. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een torenkraanbestuurder uit. Als de anderen het raden, is het juist.
10. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een schrijnwerker uit. Als de anderen het raden, is het juist.
11. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een stukadoor uit. Als de anderen het raden, is het juist.
12. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een dekvloerlegger uit. Als de anderen het raden, is het juist.
Het is juist als de twee muren met elkaar verbonden zijn.
- 70 -
Tip: elke laag verspringt 1 klezoor of een kwart steen (2 oplossingen mogelijk))
13. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een elektricien uit. Als de anderen het raden, is het juist.
14. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een architect uit. Als de anderen het raden, is het juist.
15. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een loodgieter uit. Als de anderen het raden, is het juist.
16. Niet voorlezen! Laten lezen door degene die moet antwoorden! Beeld een werfleider uit (je mag praten). Als de anderen het raden, is het juist.
17. Bouw met tandenstokers een veilige stelling van 2 verdiepingen. Het is juist als er leuningen zijn en de stelling stabiel is.
18. Laat met een stukje papier en twee tandenstokers zien hoe dakpannen vasthangen. Het is juist als de pan aan de bovenkant een stukje is omgeplooid en aan de tandenstoker kan hangen.
19. Teken een waterslot.
20. Laat met tandenstokers zien hoe een dekvloerlegger reilatten gebruikt. 2 tandenstokers parallel op de grond, een derde er dwars opleggen en erover trekken.
21. Teken een stroomkring van een lamp die met twee schakelaars bediend wordt.
22. Bouw met tandenstokers en plasticine een kubus.
23. Bouw met tandenstokers en plasticine een piramide.
24. Bouw met suikerklontjes een piramide.
- 71 -
25. Bouw met tandenstokers en plasticine een prisma met een driehoekig grondvlak.
26. Bouw met suikerklontjes en tandenstokers een brug die over een 10 cm brede beek kan staan.
27. Teken de beste stroomkring om drie lampen in een stroomkring aan te sluiten.
28. Teken een rechthoek van 32 cm² met een hoogte van 4 cm. Een rechthoek van 4 cm op 8 cm.
29. Bouw dit verband na zonder steentjes of suikerklontjes te breken: staand verband.
30. Bouw dit verband na zonder steentjes of suikerklontjes te breken: Noors of kettingverband.
31. Bouw dit verband na zonder steentjes of suikerklontjes te breken: kruisverband.
32. Bouw dit verband na zonder steentjes of suikerklontjes te breken: Vlaams verband.
33. Teken een vierkant met een zijde van 1 m op schaal 1/20. Een vierkant met zijde 5 cm.
34. Teken een huisje in 3D. bv:
35. Teken het voor- en zijaanzicht van dit huis:
36. Het is belangrijk dat huizen goed georiënteerd zijn. Kijk naar buiten en wijs het noorden aan. Vraag aan je leerkracht of het
klopt als je niet zeker bent. Verklap het antwoord niet aan de andere groepjes.
- 72 -
1. Waarvoor dient een schietlood? Om te kijken of iets loodrecht/verticaal is.
2. Waarvoor worden heipalen gebruikt? Om funderingen te maken.
3. Wat heeft een strek en een kop? Een baksteen.
4. Hoe worden leien op het dak vastgemaakt? Ze worden vast getimmerd of aan leihaakjes gehangen (één van de twee is goed).
5. Wat is de nok van het dak? De bovenste balk van een dak.
6. Wat is een zwanenhals in de bouwwereld? Een buis die terug omhoog gaat tegen de rioolgeur. Zoals de buis onderaan een wc.
7. Zet de volgende lagen van een vloer in de juiste volgorde: chape of dekvloer - vloerverwarming tegels - isolatie. isolatie – vloerverwarming – chape – tegels
8. Wie komt er eerst op een werf: de elektricien of de stukadoor? De elektricien: de elektriciteitsbuizen moeten al in de muur zitten.
9. Waarom worden watertorens zo hoog mogelijk gebouwd? Als het water van hoger komt, is de druk hoger. Op die manier geraakt het water gemakkelijker in de huizen.
10. Wat doe je met een striptang? Het plastic omhulsel van een elektriciteitsdraad halen.
11. Wordt de kerstboomverlichting het beste serie- of parallel geschakeld? Parallel, anders gaan alle lampjes uit als er een lampje stuk is.
12. Welk huis weegt het minst: een houtskeletbouw of een prefabbouw? De houtskeletbouw weegt minder.
- 73 -
13. Noem 3 dingen die je op een werf aandoet om veilig te werken. Helm, schoenen met een harde tip, handschoenen, gehoorbeschermers, veiligheidsbril …
14. Een architect wil een huis bouwen met een woonoppervlakte van 160 m². Het huis heeft 2 verdiepingen. De breedte is 8 m. Hoe lang is het huis? 10 m (160 m² : 2 = 80 m² - 80 m² : 8 m = 10 m)
15. Wie komt er eerst op een werf: de dekvloerlegger of de loodgieter? De loodgieter: water en verwarming moeten onder de dekvloer of chape zitten.
16. Om de ventilatie goed af te stellen, moet je weten hoeveel lucht er in een kamer zit. De kamer is 4 m op 5 m en heeft een normale hoogte. Tussen de 40 m³ en 60 m³ is juist (4m x 5m x 2,5 m = 50 m³)
17. Wat is een spouw? een open ruimte tussen een buiten- en binnenmuur.
18. Wat heb je niet nodig om chape te maken? cement – water – kiezels – zand Je hebt geen kiezels nodig.
19. De dichtheid van beton is 2,4. Je hebt 10 liter in een emmer laten hard worden. Hoeveel weegt je emmer? 24 kg (dichtheid van 2,4 = 2,4 kg per dm³. 1 dm³ is 1 liter. Er is 10 liter, dus 24 kg)
20. Kan papier het best tegen trek- of drukkrachten? Tegen trekkrachten (anders kreukt het).
21. Kan beton het best tegen trek- of drukkrachten? Tegen drukkrachten (beton bestaat uit zandkorrels, die komen los als je eraan trekt).
22. Waarom wordt er soms reflecterende folie achter een radiator geplakt? De warmte weerkaatst op die manier naar de kamer.
23. Welk beroep gebruikt een schaaf, een frees en een beitel? De schrijnwerker of timmerman.
24. Hoeveel chape heb je nodig in een kamer van 4 m op 6 m? Je wilt een dikte van 10 cm. 2,4 m³ (6 m x 4 m x 0,10 m = 2,4 m³)
- 74 -
25. We kunnen zonne-energie voor twee dingen gebruiken, welke? Voor elektriciteit en warmte.
26. Zitten scharnieren van een deur aan de binnen- of buitenkant? Aan de binnenkant.
27. Wat is een zwaluwstaartverbinding? Een manier om twee stukken hout aan elkaar vast te maken.
28. Is water een warmtegeleider of een isolator? Water is een goede warmtegeleider.
29. Kun je met een spiegel ook warmte weerkaatsen of alleen licht? Ook warmte (bijvoorbeeld in een zonneoven).
30. Waarom zijn torenkranen dikwijls gebouwd met driehoeksverbindingen? Omdat die sterk zijn, maar toch niet veel wegen.
31. Noem drie soorten dakbedekking stro of riet, dakpannen, leien, golfplaten, metaal, glas …
32. Hoe noemt een architect de beschrijving van wat er gebouwd gaat worden?
33. Wat zijn baggerwerken? Zand of slib wordt van de bodem van het water weggehaald. Soms doen ze dit om de rivier terug dieper te maken. Of er wordt met dit zand of slib nieuw land gebouwd in zee.
34. Waarom is het extra belangrijk om de keuken en badkamer goed te ventileren? Omdat de lucht vochtig gemaakt wordt door te koken of te douchen.
35. Wie houdt een werfdagboek bij? De werfleider.
Tip: we gebruiken het ook aan tafel.
Het bestek.
36. Wat is het werk van een calculator? Uitrekenen hoeveel het bouwproject zal kosten.
- 75 -
| Doe-het-zelf-kaart 21
- 76 -