Drive naar Veilig Werken - uw link naar veiligheid en gezondheid op en om het golfterrein -
Dit is de arbocatalogus voor de golfbranche in Nederland. De "Drive naar Veilig Werken" helpt werkgevers en werknemers van golfaccommodaties om veilig en gezond te werken. Voor het ontruimingsplan, werkdruk, bescherming tegen rondvliegende ballen, bliksemgevaar, veiligheid van greenkeepers, lichamelijke belasting van keuken-, bedienings- of schoonmaakmedewerkers of beeldschermwerk voor de administratie en receptie, enz. enz.
Deze arbocatalogus is ingedeeld naar functie en thema. Bij elk thema staan eisen en ambities voor werkgevers en werknemers. Om deze doelen te realiseren is per thema een pakket achtergrondinformatie en adviezen toegevoegd. Klik in de linkerkolom op de functie of het thema waarover u meer wilt weten of gebruik de zoekfunctie rechtsboven. Status Deze arbocatalogus is een beoogde afspraak tussen NVG en VPP en gaat na accordering door NVG en VPP (november 2008) ter toetsing naar de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na toetsing door de Arbeidsinspectie hebben alle teksten die op deze website staan onder de kopjes “Eisen” de status van branchespecifieke regelgeving, die door de Arbeidsinspectie gecontroleerd en gesanctioneerd (boetes!) kan worden. De algemene beleidsregels uit de Arbowet gaan dan vervallen voor de golfbranche. Alle andere teksten onder ambities en in de achtergrondinformatie hebben de status van streefwaarden, wensen en tips. Zie ook: Veelgestelde vragen Beschikkingstelling Deze arbocatalogus wordt beschikbaar gesteld door de Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties (NVG) en de Vereniging Professionals for Professionals (VPP) en maakt deel uit van de CAO-afspraken (1 juli 2008 - 31 maart 2010; artikel 4, lid 4). Aan de totstandkoming van deze arbocatalogus hebben ook de Nederlandse Greenkeepers Associatie (NGA) en Professional Golfers Associatie Holland (PGA Holland) meegewerkt. Bij de inhoudelijke invulling en technische uitvoering zijn Achmea Vitale en Humatix betrokken.
1
1.
Eisen, ambities en informatie voor alle functies
Is uw ontruimingsplan op orde? Hebt u wel eens problemen met lastige gasten? Staat het water van de werkdruk aan uw lippen? Hoe gaan we om met onweer en bliksemgevaar. Wilt u meer over bukken en tillen of over de gevaren van zonlicht? In dit hoofdstuk komen de eisen en ambities en informatie aan bod die gelden voor alle functies binnen de golfbranche. Het betreft de volgende onderwerpen: RI&E Onweer en blikseminslag Tillen en bukken Zonlicht
1.1 Risico-Inventarisatie & -Evaluatie 1.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Elke werknemer meldt periodiek op eigen initiatief mogelijke problemen en verbeteringen aan de werkgever. Ambities werkgevers De werkgever zorgt voor een actueel, volledig en betrouwbaar bedrijfsarbomanagementsysteem, waarin periodiek risico's worden opgespoord, beoordeeld en aangepakt. Dit systeem wordt ook gebruikt bij grote veranderingen van middelen, werkwijzen en organisatievorm of bij wijzigingen van wetten, regels en inzichten. Eisen werknemers Elke werknemer werkt naar vermogen mee aan de uitvoering of bijstelling van de bedrijfsrisico-inventarisatie en evaluatie op verzoek van de werkgever.
2
Eisen werkgevers De werkgever zorgt voor een actueel, volledig en betrouwbaar inventarisatie en evaluatie van de risico's (RI&E) ten aanzien van de arbeidsomstandigheden, tenminste conform de wettelijke eisen. De werkgever betrekt de ondernemingsraad (OR), personeelsvertegenwoordiging (PVT) of medewerkers bij het tot stand brengen en onderhouden van de RI&E. Bent u lid van de NVG en wilt u het branche risico-inventarisatie en evaluatie-instrument gebruiken om voor uw organisatie de risico-inventarisatie uit te voeren, ga dan naar: https://ww3.humatix.nl/rie/license/order.rails?tag=G0LF1
1.2 Onweer en blikseminslag 1.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Neem bij werkzaamheden buiten het bliksemrisico mee als aandachtspunt bij inspectieactiviteiten. Stel verbeteringen voor, als je daar mogelijkheden voor ziet. Ambities werkgevers Controleer bij dreigend onweer de sites over weerberichten en zorg voor een adequaat actief waarschuwingssysteem. Eisen werknemers Zorg voor de veiligheid van collega’s en gasten Handel volgens onderstaande regels: Verlaat het open terrein en zoek een veilige schuilplek bij de eerste tekenen van onweer. Ga niet onder een solitaire boom staan. Blijf uit de buurt van water. Ga uit de buurt van golfclubs en laat je voertuig/werktuig veilig staan. Gebruik geen paraplu of parasol. Is er geen veilige plek op het open terrein, zoek dan het laagste punt op. Pas onmiddellijk eerste hulp toe, als iemand geraakt is. Deze regels gelden ook voor gasten. Eisen werkgevers Werkgever zorgt dat alle werknemers een instructie gehad hebben, hoe te handelen bij dreigend onweer. Werkgever stelt een protocol op over hoe te handelen bij onweer en bliksem en maakt dit bekend onder alle medewerkers. Werkgever neemt bliksemveiligheid op in het opleiding- en instructieprogramma voor personeel. Werkgever bespreekt relevant nieuws over blikseminslagen met het personeel. Werkgever plaatst schuilhutten op strategische plekken, zo nodig voorzien van bliksemafleiding.
3
Meer info kunt u vinden bij; GCSAA Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bliksem) KNMI (http://www.knmi.nl/cms/content/29556/bliksemgevaar)
1.2.2 Achtergrondinformatie Tips bij onweer
In de zomer hebben we vaak te maken met onweersbuien. Hierbij tips wat te doen als je op de baan wordt overvallen door een onweersbui. De gevaren bij onweer zijn de directe verticale bliksem van boven af en de ondirecte bliksem met de verspreiding van elektrische lading via de bodem. Wacht niet tot het laatste moment om u te beschermen. Verwijder u zo snel mogelijk: · weg van de open vlaktes, plaatsen op hoogtes , en alleenstaande bomen ...· weg van het water, meren, vijvers, rivieren, ...· weg van metaal: afsluitingen, ijzerdraad, elektrische kabels, sproei-installaties,...· weg van uw golf-trolley, uw clubs, en uw paraplu. Zoek een schuilplaats op en blijf onbeweeglijk:· ineen laag gebied of een zandgebied ( met inbegrip van de bunkers, als ze niet blank staan)· in dichtbeboste plaatsen of in de schuilplaatsen op de baan. (bron: Vlaamse Vereniging voor Golf --> http://www.golfvlaanderen.be/). Alle gebruik van metalen voorwerpen direct op het lichaam is buitenshuis bij onweer af te raden, zoals bijvoorbeeld de mobiele telefoon en MP-3 speler. Onweer Bliksem (spelregel KNVB Voetbal) Ziet u bovendien bliksemflitsen dan komt het onweer uw kant op. Is de tijd die verstrijkt tussen bliksemflits en donderminder dan tien seconden dan is het onweer gevaarlijk dichtbij. Het spel dient gestaakt te worden. Zie ook: Informatie van het KNMI: (http://www.knmi.nl/cms/content/29556/bliksemgevaar) Mobiele telefoons magneet voor bliksem: (http://www.kennislink.nl/publicaties/mobiele-telefoons-magneet-voor-bliksem) Een bericht over golfers geraakt door bliksem: (http://www.thisisgolf.tv/index.php?pagina_id=8494) (http://golfersvannederland.nl/archive/2006_07_01_archive.html) (http://www.youtube.com/watch?gl=NL&hl=nl&v=NJ016zC26_I) Lightning Danger: Weather Special op KMGH channel 7. Een verhaal over een man die op een golfbaan werd getroffen door de bliksem en het overleefde. 4
1.3 Tillen en bukken Voor alle functionarissen is de volgende algemene informatie van belang voor verantwoord tillen, bukken, zitten en staan. Herhaling voorkomen Er is een aantal risicofactoren die het ontstaan van rugklachten in de hand werken: Veel tillen in combinatie met draaiende bewegingen, met name met gestrekte benen. U wringt de rug als het ware uit, en daar houdt een rug niet van. Lang in één houding zitten of staan. Achter de computer, onderuit op de bank, in de auto maar ook op het werk. Lang zitten, en dan met name op een onderuitgezakte manier of met een bolle rug, is soms nog slechter dan verkeerd tillen. Wissel regelmatig van houding, als u een tijd gebogen hebt gezeten of gestaan, ga dan even staan met de benen iets gespreid en de handen onder in de rug en overstrek eens lekker naar achteren. De rug komt dan weer in fatsoen. Repeterend werk doen. Plotseling hevige inspanningen verrichten. Bijvoorbeeld even een paadje aanleggen met grindtegels als u normaal geen lichamelijk werk doet. Blootgesteld zijn aan veel trillingen. Overgewicht. Dit zorgt op zich al voor een zware belasting maar gaat vaak ook nog gepaard aan te weinig bewegen waardoor de belastbaarheid afneemt. Houding Een goede houding is essentieel. Sta rechtop, zit rechtop met een steuntje in de holte van de rug. Wissel vaak van houding. Als u onderuit zit, zeker met de benen op de salontafel of op het bureau, dan hangt u met een bolle onderrug en dat is heel slecht. Die onderrug hoort hol te zijn. Als hij bol is, dan duwt u allerlei structuren in uw rug naar achteren, andere structuren worden gerekt. Vergelijk het met een puddingbroodje: als u aan de voorkant een hap neemt, dan gaat de achterkant open en loopt de pudding eruit. Die druk en die rek aan de verkeerde kant konden wel eens de oorzaak zijn van de klachten. Feit is, dat veel mensen met rugklachten vaak juist pijn krijgen bij lang zitten, of bij opstaan als ze lang gezeten hebben. Een juiste zithouding is onontbeerlijk. Zet desnoods tijdelijk een tuinstoel in de kamer, die zit wat hoger en harder. Doe een kussentje in de holte van de rug. Zo kunt u het even uithouden. Even een vraagje: u zit nu achter de computer. Hoe zit u nu? Rug hol, schouders ontspannen en omlaag, hoofd balancerend boven de wervelkolom? Of onderuit, met het hoofd dichter bij het beeldscherm? Ga eens goed zitten! Probeer dat eens vol te houden!
Goed
Fout 5
Bukken en tillen De volgende tilfactoren zijn bepalend voor de mate van lichamelijke belasting: kenmerken van de last (omvang, stabiliteit, grip); Vereiste lichamelijke inspanning (gewicht van de last); kenmerken van de werkomgeving (klimaat, temperatuur, vloeren, verplaatsingsafstanden); Rugklachten betekenen niet dat u nooit meer mag tillen. U moet er wel beter op letten hoe u tilt. Als u moet bukken, probeer dat dan met een rechte rug (geen bolle, maar ook geen holle rug maken) en met gebogen knieën. U buigt vooral in de heupen. Steun eventueel met de hand op een stoel of op uw eigen knie.
Tillen: ook met een neutraal-rechte rug. Buig in de heupen, de billen gaan naar achteren. De knieën buigen zonder echt naar voren te gaan. Houd de armen laag en dat wat u tilt dicht bij het lichaam. Kom nu omhoog vanuit de borst. Ga zeker niet tillen en draaien tegelijk. Sterke rug- en buikspieren vergemakkelijken het tillen en beschermen de rug. Gebruik als het kan hulpmiddelen.
Fout
Fout
Goed
Goed
Hulpmiddelen bij fysieke belasting
Deze en meer algemene informatie over tillen en bukken is te vinden op http://www.fysiowarmond.nl/rug.html. Ook in TOM http://www.vraaghetaantom.nl/ (Werkboek ter vermindering van fysieke en psychische belasting in de groensector) staat nuttige informatie over tillen en bukken.
6
1.4 Zonlicht Elke functionaris beschermt bij buitenwerk haar/zijn huid tegen zonlicht: Hij/zij draagt een hoed of pet en zonnebril. Hij/zij gebruikt een antizonnebrandcrème met factor 10 of hoger Hij/zij bedekt de huid zoveel mogelijk met kleding. Hij/zij pauzeert op tijd en wisselt regelmatig werkzaamheden af in/uit zon. Tussen 12.00 en 15.00 uur werkt hij/zij zo veel mogelijk in de schaduw.
7
2.
Eisen, ambities en informatie voor keukenpersoneel
Je staat in de keuken en wilt graag veilig omgaan met je keukenmachines. Uitglijden op een natte keukenvloer, nee, liever niet. Hoe houd ik de belasting van mijn lichaam binnen normale perken? Wat kunnen we doen aan de warmte in de keuken? Dit hoofdstuk gaat over de eisen en ambities voor keukenpersoneel voor de volgende aspecten: Machineveiligheid Vloerveiligheid Fysieke belasting Warm klimaat
2.1 Machineveiligheid voor keukenpersoneel 2.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De werknemer heeft voldoende kennis om keukenapparatuur te inspecteren op gebreken. De werknemer spreekt collega’s aan op onveilig gedrag. Ambities werkgevers De werkgever zorgt er voor, dat het roermechanisme van machines is afgeschermd, zodat medewerkers niet per ongeluk er met hun handen tussen kunnen komen. De werkgever stelt voorafgaande aan de aanschaf van nieuwe keukenmachines en
8
hulpmiddelen (aanvullende) eisen op, waaraan het arbeidsmiddel moet voldoen: - veiligheidseisen - trillingseisen - geluidseisen - ergonomische eisen. Eisen werknemers De werknemer verwijdert geen veiligheidsvoorzieningen aan apparatuur. Voordat met apparatuur wordt gewerkt, gaat de werknemer na of hij /zij voldoende kennis heeft om veilig met de apparatuur te werken. Zo nodig wordt dit bij de werkgever aangekaart. De werknemer leest de gebruiksaanwijzing van het apparaat goed door. Vraagt zo nodig om verheldering. Glas wordt door de werknemer in de speciale afvalbak verzameld. De werknemer bergt messen en andere scherpe voorwerpen na gebruik schoon en veilig op. De werknemer meldt mogelijke defecten van apparatuur aan de werkgever. De werknemer gebruikt zo nodig de door de werkgever verstrekte handschoenen. Eisen werkgevers De werkgever koopt alleen keukenapparatuur voorzien van een CE markering. De werkgever zorgt dat de hete delen van de machines zijn afgeschermd of voorzien van een waarschuwingsteken. Bij de aanschaf van middelen wordt aan de leverancier de ‘Verklaring van Overeenstemming’ gevraagd. De werkgever zorgt voor opleiding en periodieke voorlichting en – instructie. Niet alleen voor gebruik, maar ook voor onderhoud / reiniging. De werkgever zorgt dat de gebruiksaanwijzing die bij het arbeidsmiddel hoort, in begrijpelijke vorm aan de medewerkers wordt aangeboden met de gebruikershandleiding in de Nederlandse taal. Zo nodig wordt een korte werkinstructie opgesteld. De werkgever zorgt voor een onderhoudsprogramma conform de termijnen zoals in de branche RI&E (golfaccommodaties) is aangegeven. Registraties van onderhoud zijn vastgelegd. Indien van toepassing is op grond van opleiding en ervaring vastgelegd wie met welke apparatuur kan en mag werken (denk bijv. aan oproepkrachten, stagiaires). Gebroken glas wordt in een speciale afvalbak verzameld, zodat men zich niet kan verwonden Messen en ander snijdgereedschap worden na gebruik veilig opgeborgen. Hier is voldoende opslagruimte voor. Zo nodig worden beschermende handschoenen aangeboden.
2.1.2 Achtergrondinformatie Aandachtspunten: Goedgekeurde machines (CE) Afscherming gevaarlijke (hete, scherpe, draaiende) delen Gebruiksaanwijzing Nederlandstalig en bij de hand. Zie ook: http://www.gezondengastvrij.nl
9
2.2 Vloerveiligheid en keukenpersoneel 2.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De werknemer heeft voldoende kennis en inzicht en vertoont veilig gedrag. De werknemers zijn in staat om zelfstandig maatregelen te nemen ter voorkoming van ongevallen. De werknemers spreken elkaar aan op onveilig gedrag. Ambities werkgevers Er zijn geen ongelijke vloerdelen aanwezig. Opslagruimtes zijn aangrenzend aan de keuken, zonder hoogte verschillen. Eisen werknemers De werknemer is op de hoogte van, wat uitglijden kan veroorzaken. De werknemer weet welke maatregelen genomen moeten worden om uitglijden te voorkomen. De werknemer draagt de voorgeschreven of beschikbaar gestelde werkschoenen. De werknemer houdt zich aan gegeven instructies. Eisen werkgevers De werkplek is zo ingericht dat valgevaar wordt voorkomen. Vloeren zijn stroef (antislip) en gemakkelijk te reinigen. De werkgever geeft instructie en voorlichting gericht op het voorkomen van uitglijden en/of vallen. De werkgever stelt adequate werkschoenen ter beschikking. De werkgever houdt toezicht op gewenst gedrag.
2.2.2 Achtergrondinformatie Tips voor de werkgever Om te voorkomen dat medewerkers struikelen, is het belangrijk dat er zo min mogelijk afstapjes, drempels en dergelijke zijn. Werk ongelijke vloerdelen en drempels zoveel mogelijk weg. Markeer oneffenheden indien zij niet geheel zijn weggewerkt Trappen zijn goed onderhouden en niet glad en voorzien van leuningen Trapportalen zijn goed verlicht Zorg dat looproutes vrij zijn van obstakels Zorg voor een schone, droge vloer. Zorg dat kelderluiken, als ze open staan, voorzien zijn van een afzetting. Ook voor andere open plaatsen, waar medewerkers zouden kunnen vallen: zorg voor een afzetting. Geef medewerkers instructies wat goede werkschoenen zijn, nl. met een stevige (liefst antislip-)zool en een goed voetbed of verstrek actief dergelijke schoenen. Schoenen met een stalen neus zijn aan te raden als je fusten of andere zware goederen verplaatst. Neem bij verbouw en nieuwbouw in het programma van eisen de vloeren en inrichting van werkplek op. 10
In Sluispolder (Alkmaar) heeft men goede ervaring met de vloer met HACCP eisen in combinatie met gladheid/valgevaar. Een leverancier zou kunnen zijn: http://www.bakkerijvloer.com/ Tips voor de werknemer Draag de voorgeschreven werkschoen Houd looproutes vrij van obstakels Verwijder gemorste producten om vallen en uitglijden te voorkomen. Voorgeschreven schoenen zien er bijvoorbeeld als volgt uit:
Werkschoenen moeten voldoen aan NEN-EN 345 In de meeste gevallen zijn S2 schoenen aan te bevelen voor horecasituaties. Werkschoenen in klasses Klasse-SB: basiswerkschoenen, voorzien van een stalen neus en antistatische loopzool voor lichte werkzaamheden. Klasse-S1: werkschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen en energieabsorberende hak. Geschikt voor droge werkomstandigheden. Klasse-S2: werkschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen, energieabsorberende hak en penetratiebestendige tussenzool. Geschikt voor natte werkomstandigheden. Klasse-S3: werkschoenen met stalen neus en gesloten hiel, antistatische eigenschappen, energieabsorberende hak en penestratiebestendige tussenzool. Geschikt voor natte werkomstandigheden, die tevens bescherming biedt tegen het doordringen van scherpe voorwerpen middels een stalen tussenzool. Klasse-S4: veiligheidslaarzen met veiligheidsneus 200 J, antistatische zool en energieabsorberende hak. Klasse-S5: veiligheidslaarzen met veiligheidsneus 200 J, antistatische zool, energieabsorberende hak, geprofileerde loopzool en een penestratiebestendige tussenzool tot 1100 N.
11
Er zijn 3 typen zolen voor veiligheidsschoenen: PUR Is slijtvast, licht van gewicht, flexibel, schokabsorberend en hittebestendig tot 120 graden. NITRIL (gevulkaniseerd) is vanwege de grotere slijtvastheid en hogere hittebestendig- heid tot +/-200 graden Celsius met name inzetbaar voor de zwaardere industrie en landbouw. DUO Comfort is een materiaal dat de goede eigenschappen van PUR en NITRIL combineert. De zool bestaat uit een PUR tussenlaag en een loopzool van NITRIL.
2.3 Fysieke belasting en keukenpersoneel 2.3.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De medewerker heeft voldoende kennis en inzicht met betrekking tot fysieke arbeid. De medewerker reageert adequaat op lichamelijke pijnen, zodat beginnende klachten niet verergeren en kunnen leiden tot ziekte en of uitval. De medewerker denkt actief mee om het werk zo gemakkelijk en licht mogelijk te maken. Medewerkers zorgen voor regelmatige afwisseling van lopen of staan met zittende activiteiten en/of pauze. Ambities werkgevers De werkgever houdt bij aanschaf van arbeidsmiddelen rekening met ergonomische bediening. Werkgever zorgt voor inzet van hulpmiddelen, die zwaar en/of frequent tillen overbodig maken. De werkgever zorgt voor instelbare werkbladhoogtes. Werkgever laat zo mogelijk producten in kleinere (lichtere) eenheden aanleveren via afspraken met leveranciers. De werkgever zorgt voor het plaatsen van een wateraftappunt bij kookdelen (zie informatieblad). Er is een korte loopafstand tussen opslag en keuken. Werkgever zorgt voor deuren, die automatische openen en sluiten (elektronisch oog). De werkgever heeft een ergocoach aangesteld voor voorlichting en training fysieke belasting. Bij verbouw en nieuwbouw wordt een programma van eisen opgesteld gebaseerd op actuele ergonomische inzichten. De werkgever zorgt voor regelmatige pauzes. Het staan en lopen kan in elk geval iedere twee uur afgewisseld worden met andere werkzaamheden of met tien minuten pauze. Eisen werknemers De medewerker is op de hoogte van de gezondheidsrisico’s ten gevolge van fysieke arbeid. De medewerker heeft instructie ontvangen en voert deze ook uit. De medewerker maakt gebruik van de aanwezige hulpmiddelen.
12
Eisen werkgevers De werkgever zorgt dat de gevaren van fysieke belasting en de maatregelen zijn opgenomen in de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RIE). De werkgever zorgt voor informatie en instructie voor zware lasten. De werkgever neemt maatregelen wanneer de tilnorm van 25 kg regelmatig wordt overschreden. Werkbladhoogtes zijn gemiddeld circa 95cm. Individuele aanpassing van werkhoogtes is mogelijk door gebruik van verschillende snijplankhoogtes. De laadhoogte voor spoelmachine en bijbehorende invoerbaan en uitvoerbaan is op circa 90cm. De fornuishoogte voor grote pannen is circa 60 cm. De werkgever zorgt voor adequate tilhulpmiddelen. De minimale afstand tussen werktafels en apparatuur is circa120 cm. De werkgever zorgt dat de medewerkers worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van fysieke arbeid. De werkgever zorgt dat de medewerkers instructies ontvangen over een juiste werkwijze. De werkgever houdt toezicht en corrigeert. De werkgever zorgt voor een stroeve ondervloer (zie veiligheid vloeren).
2.3.2 Achtergrondinformatie Tillen, duwen & trekken en staan Overmatig tillen, trekken en duwen kan leiden tot lichamelijke klachten. Bij verschillende functies op de golfbaan komt tillen, duwen, trekken en staan voor. Denk ook aan tilwerkzaamheden in de keuken, tillen en dragen van dienbladenbediening en het duwen van service karren. Fysieke belasting komt zelden voor in één enkele vorm, maar meestal als combinatie van één of meer van de volgende vormen:
13
fysieke inactiviteit of onderbelasting; tillen en dragen; duwen en trekken; belastende werkhouding; repeterende bewegingen; energetische belasting; trillingen
Het tillen Wees alert op je houding en de bewegingen die je maakt. Het is een kleine moeite en het kan je veel lichamelijke ellende besparen. Let met handmatig tillen op het volgende: √ √ √ √ √ √ * √ √ * * *
Ken je krachten en til niet meer dan je denkt aan te kunnen Houd het voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam tijdens het dragen Til zo veel mogelijk met 2 handen Gebruik bij voorwerpen zwaarder dan 25 kg tilhulpmiddelen, zoals karretje, lift etc. Als er veel getild moet worden, zorg dan dat de te tillen lasten op hoogte staan (circa 75 cm boven de grond) Til in een gemakkelijke houding en houd de last recht voor je, dus nooit met gedraaide rug. Til niet te gehaast of gestrest Als je met de last moet draaien, draai dan op de voeten en niet in de rug Zorg dat zware goederen en voorwerpen laag worden opgeslagen. Voorkom het handmatig tillen van voorwerpen zwaarder dan 25 kg Voorkom onnodig tillen: gebruik zo veel mogelijk tilhulpmiddelen Voorkom het tillen van zware voorwerpen boven schouderhoogte
Bukken Langdurig bukkend werken is slecht voor de rug. √ Probeer werkzaamheden af te wisselen, dat voorkomt al veel problemen. √ Sla geen pauzes over en zorg voor voldoende rust momenten. Trekken en duwen van karren en machines √ Het duwen van een kar heeft de voorkeur boven trekken √ Trek bij voorkeur met twee handen. Dit is minder belastend voor het lichaam dan met één hand. √ Maak bij duwen en trekken gebruik van het hele lichaamsgewicht Maximaal duwgewicht is 30 kg of 300 N Maximaal trekgewicht is 30 kg of 300 N. Staan √ Zorg dat op staplekken ( bijvoorbeeld achter de kassa of achter de bar) altijd een mogelijkheid tot zitten aanwezig is, bijvoorbeeld een stoel of stahulp. * Voorkom langdurig staan en wissel staan geregeld af met zitten
14
Goede voorbeelden Wateraftappunt bij kookplaat voorkomt onnodig tillen
Goede hulpmiddelen beperken zwaar tillen en dragen, zoals Steekwagen Uitserveerwagen Gebruikte documenten √ Arbobesluit Hoofdstuk 5. Fysieke belasting √ Arbo informatieblad 29 Fysieke belasting bij het werk √ Handboek Ergonomie
15
2.4 Warm klimaat en keukenpersoneel 2.4.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De medewerker is op de hoogte van de mogelijke gezondheidseffecten die kunnen ontstaan bij het werken / klimaatbelastende omstandigheden (warmte/hitte). De medewerker is in staat om de juiste maatregelen te nemen ter voorkoming van gezondheidseffecten. Tijdens de werkzaamheden houdt de medewerker rekening met de omstandigheden en neemt hiervoor de juiste beheersmaatregelen. De medewerker is in staat om het werk goed te organiseren, zodat zwaar werk zoveel mogelijk tijdens de minst warme momenten worden uitgevoerd. De medewerkers beperken de tijd dat men met hitte/warmte te maken heeft door het werk af te wisselen (taakroulatie). Ambities werkgevers Bij overschrijding van luchttemperatuur van 27°C en bij grote hitte van stralingsbronnen (fornuis/kookplaten e.d.) worden andere maatregelen genomen ter voorkoming van gezondheidsschade.
Eisen werknemers De medewerker heeft voorlichting ontvangen over de mogelijke effecten van warmte/hitte belasting. De medewerker is in staat om onderstaande beheersmaatregelen toe te passen: - Pauzeer op tijd en las zo nodig korte pauzes in. - Neem pauze in een koele ruimte. - Neem als dat kan afstand van de hitte /stralingsbron. - Meld gezondheidsklachten door warmte-uitputting op tijd, zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. - Draag aangepaste kleding (denk ook aan brandveiligheid, gebruik speciale kokskleding). - Drink voldoende (sportdrank, water, thee, bouillon). - Zet warmte producerende apparaten zoveel mogelijk uit. Eisen werkgevers De werkgever treft maatregelen ter voorkoming van schadelijke effecten ten gevolge van warmte/hitte belasting: - plaatsen van ventilatoren voor het verkrijgen van een verkoelende luchtstroom (maar voorkomen van tochtklachten). - zonwering toe te passen - platte daken eventueel nat te maken. De werkgever stelt zo nodig beschermende kleding beschikbaar ( speciale kokskleding). De werkgever maakt afspraken over maximale duurbelasting in de keuken onder “extreme” warme omstandigheden. De werkgever zorgt zo mogelijk voor een koele pauzeruimte. De werkgever zorgt dat de medewerkers voldoende te drinken hebben. De werkgever informeert medewerkers over de gevaren en gezondheidsrisico’s van warmte/hitte belasting.
16
2.4.2 Achtergrondinformatie
Voorbeeld aangepaste kleding keukenpersoneel
3. Eisen, ambities en informatie voor bedienend personeel Je loopt in de bediening graag over een veilige vloer. Ook houd je van een normale lichamelijke belasting. In dit hoofdstuk worden de eisen en ambities voor het bedienend personeel besproken voor de volgende aspecten: Vloerveiligheid Fysieke belasting
17
3.1 Vloerveiligheid en bedienend personeel 3.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De werknemer heeft voldoende kennis en inzicht en vertoont veilig gedrag. De werknemers zijn in staat om zelfstandig maatregelen te nemen ter voorkoming van ongevallen. De werknemers spreken elkaar aan op onveilig gedrag. Ambities werkgevers Er zijn geen ongelijke vloerdelen aanwezig. Eisen werknemers De werknemer weet wat uitglijden kan veroorzaken. De werknemer weet welke maatregelen genomen moeten worden om uitglijden te voorkomen. De werknemer draagt schoenen die voldoen aan gegeven instructies. De werknemer houdt zich aan gegeven instructies. Eisen werkgevers Vloeren zijn stroef. De werkplek is zo ingericht dat valgevaar wordt voorkomen. Werkgever geeft instructie en voorlichting gericht op het voorkomen van uitglijden en/of vallen. De werkgever stelt adequate schoenen ter beschikking. De werkgever houdt toezicht op gewenst gedrag. Zie Achtergrondinformatie vloerveiligheid en bedienend personeel
3.1.2 Achtergrondinformatie Tips voor de werkgever Om te voorkomen dat medewerkers struikelen, is het belangrijk dat er zo min mogelijk afstapjes, drempels en dergelijke zijn. Werk ongelijke vloerdelen en drempels zoveel mogelijk weg. Markeer oneffenheden indien zij niet geheel zijn weggewerkt Trappen zijn goed onderhouden en niet glad en voorzien van leuningen Trapportalen zijn goed verlicht Zorg dat looproutes vrij zijn van obstakels Zorg voor een schone, droge vloer. Zorg dat kelderluiken, als ze open staan, voorzien zijn van een afzetting. Ook voor andere open plaatsen, waar medewerkers zouden kunnen vallen: zorg voor een afzetting. Geef medewerkers instructies wat goede werkschoenen zijn, nl. met een stevige (liefst antislip-)zool en een goed voetbed of verstrek actief dergelijke schoenen. Schoenen met een stalen neus zijn aan te raden als je fusten of andere zware goederen verplaatst. 18
Neem bij verbouw en nieuwbouw in het programma van eisen de vloeren en inrichting van werkplek op. Tips voor de werknemer Draag de voorgeschreven werkschoen Houd looproutes vrij van obstakels Verwijder gemorste producten om vallen en uitglijden te voorkomen. Voorgeschreven schoenen zien er bijvoorbeeld als volgt uit:
3.2. Fysieke belasting en bedienend personeel 3.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De medewerker heeft voldoende kennis en inzicht met betrekking tot fysieke arbeid. De medewerker reageert adequaat op lichamelijke pijnen, zodat beginnende klachten niet verergeren en kunnen leiden tot ziekte en of uitval. De medewerker denkt actief mee om het werk zo gemakkelijk en licht mogelijk te maken. Ambities werkgevers De werkgever houdt bij aanschaf van arbeidsmiddelen rekening met ergonomische bediening. De werkgever zorgt voor inzet van hulpmiddelen, die zwaar en/of frequent tillen overbodig maken. De werkgever zorgt er voor, dat het losse meubilair licht van gewicht is en zo min mogelijk verplaatst hoeft te worden. De werkgever zorgt voor een goede tafelopstelling, waarbij sterk buigen en reiken wordt voorkomen. De werkgever zorgt voor zo kort mogelijke loopafstanden. De werkgever zorgt voor deuren, die automatische openen en sluiten (elektronisch oog). De werkgever heeft een ergocoach aangesteld voor voorlichting en training fysieke belasting. Bij verbouw en nieuwbouw wordt een programma van eisen opgesteld gebaseerd op actuele ergonomische inzichten.
19
Eisen werknemers De medewerker is op de hoogte van de gezondheidsrisico’s ten gevolge van fysieke arbeid. De medewerker heeft instructie ontvangen en voert deze ook uit. De medewerker maakt gebruik van de aanwezige hulpmiddelen en volgt gegeven instructies. Eisen werkgevers De werkgever zorgt dat de gevaren van fysieke belasting en de maatregelen zijn opgenomen in de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RIE). De werkgever zorgt voor informatie en instructie voor zware lasten. De werkgever neemt maatregelen wanneer de tilnorm van 25 kg regelmatig wordt overschreden. De werkgever zorgt voor dienbladen, die bij voorkeur met 2 handen zijn te tillen. De werkgever instrueert personeel, dat met 1 hand maximaal 6 kilogram wordt gedragen. De werkgever zorgt dat de uitgeefhoogtes bij de bar, uitgifte buffetten en doorgeefluiken tussen 95 en 105 cm liggen. De werkgever zorgt dat er zitgelegenheid is voor bedienend personeel. De minimale (doorloop)afstand tussen tafels en apparatuur is 120 cm. De werkgever zorgt voor adequate tilhulpmiddelen. De werkgever zorgt dat de medewerkers worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van fysieke arbeid. De werkgever zorgt dat de medewerkers instructies ontvangen over een juiste werkwijze. De werkgever houdt toezicht en corrigeert. De werkgever zorgt voor een stroeve ondervloer (zie veiligheid vloeren). Zie Achtergrondinformatie fysieke belasting bedienend personeel
3.2.2 Achtergrondinformatie Tillen, duwen & trekken en staan Overmatig tillen, trekken en duwen kan leiden tot lichamelijke klachten. Bij verschillende functies op de golfbaan komt tillen, duwen, trekken en staan voor. Denk ook aan tilwerkzaamheden in de keuken, tillen en dragen van dienbladenbediening en het duwen van service karren. Fysieke belasting komt zelden voor in één enkele vorm, maar meestal als combinatie van één of meer van de volgende vormen:
fysieke inactiviteit of onderbelasting; tillen en dragen; duwen en trekken; belastende werkhouding; repeterende bewegingen; energetische belasting; trillingen
20
Het tillen Wees alert op je houding en de bewegingen die je maakt. Het is een kleine moeite en het kan je veel lichamelijke ellende besparen. Let met handmatig tillen op het volgende: √ √ √ √ √ √ * √ √ * * *
Ken je krachten en til niet meer dan je denkt aan te kunnen Houd het voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam tijdens het dragen Til zo veel mogelijk met 2 handen Gebruik bij voorwerpen zwaarder dan 25 kg tilhulpmiddelen, zoals karretje, lift etc. Als er veel getild moet worden, zorg dan dat de te tillen lasten op hoogte staan (circa 75 cm boven de grond) Til in een gemakkelijke houding en houd de last recht voor je, dus nooit met gedraaide rug. Til niet te gehaast en te gestrest Als je met de last moet draaien, draai dan op de voeten en niet in de rug Zorg dat zware goederen en voorwerpen laag worden opgeslagen. Voorkom het handmatig tillen van voorwerpen zwaarder dan 25 kg Voorkom onnodig tillen: gebruik zo veel mogelijk tilhulpmiddelen Voorkom het tillen van zware voorwerpen boven schouderhoogte
Bukken Langdurig bukkend werken is slecht voor de rug. √ Probeer werkzaamheden af te wisselen, dat voorkomt al veel problemen. √ Sla geen pauzes over en zorg voor voldoende rust momenten. Trekken en duwen van karren en machines √ Het duwen van een kar heeft de voorkeur boven trekken √ Trek bij voorkeur met twee handen. Dit is minder belastend voor het lichaam dan met één hand. √ Maak bij duwen en trekken gebruik van het hele lichaamsgewicht Maximaal duwgewicht is 30 kg of 300N. Maximaal trekgewicht is 30 kg of 300N.
Staan √ Zorg dat op staplekken ( bijvoorbeeld achter de kassa of achter de bar) altijd een mogelijkheid tot zitten aanwezig is, bijvoorbeeld een stoel of stahulp. * Voorkom langdurig staan en wissel staan geregeld af met zitten Goede voorbeelden Wateraftappunt bij kookplaat voorkomt onnodig tillen
21
Goede hulpmiddelen beperken zwaar tillen en dragen, zoals Steekwagen Uitserveerwagen Gebruikte documenten √ Arbobesluit Hoofdstuk 5. Fysieke belasting √ Arbo informatieblad 29 Fysieke belasting bij het werk √ Handboek Ergonomie
22
4.
Eisen, ambities en informatie voor marshals
Als marshal van het golfterrein zorg je graag voor de veiligheid van en bedrijfshulpverlening aan gasten. Altijd buiten zijn betekent ook het voorkomen van een overdadige dosis zonlicht en jezelf beschermen tegen de grillen van ons Nederlandse klimaat. Dit hoofdstuk bevat eisen, ambities en informatie voor de marshals tijdens hun werkzaamheden op de golfterreinen. Het betreft de volgende aspecten: Veiligheid en BHV Klimaat en zonlicht
4.1 Veiligheid en BHV voor marshals 4.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Elke marshal is in staat om zelf een controle uit te voeren voordat zij/hij met de marshal kar gaat rijden. Deze controle betreft de deugdelijkheid en veiligheid (geen zichtbare gebreken) van de kar t.a.v. tenminste de elektriciteit en banden. De marshal is een gediplomeerd BHV-er en volgt jaarlijks de herhalingscursus. De marshal bezit kennis en vaardigheden om eerste hulp te verlenen. Marshal heeft altijd fris water voor ‘onwel’ geworden gasten/golfers. Ambities werkgevers De werkgever stelt een marshal kar beschikbaar, die geschikt is voor de terreinomstandigheden van de golfbaan, voorzien van banden met goede grip, met o.a.: dichte cabine verwarming communicatiemiddelen AED.
23
De werkgever zorgt, dat elke marshal wordt opgeleid tot BHV-er en jaarlijks herhalingscursussen volgt. Eisen werknemers Elke marshal heeft voldoende kennis en vaardigheden om veilig in een marshal kar te rijden. De marshal is op de hoogte van richtlijnen die zijn opgesteld om veilig over het golfterrein te rijden. Dit betreft: gebruik paden, hellend terrein, oppervlaktegesteldheid, rijsnelheid en rijrichtingen. Elke marshal is op de hoogte van de calamiteiten procedure en de onweer procedure. Marshal heeft vaardigheden om de eerste levenreddende handelingen (geen volledige EHBO) uit te voeren, totdat professionele hulp ter plaatse is. Marshal neemt minimaal 1 x per jaar deel aan de praktijktraining levensreddende handelingen Eisen werkgevers De werkgever stelt een marshal kar beschikbaar en zorgt voor periodieke (veiligheids) controles en onderhoud, de marshal kar is voorzien van een afscherming aan de voorzijde tegen rondvliegende golfballen. De marshal kar is goed herkenbaar voor golfers (bijv. bord met de tekst ‘marshal’). Minimaal is de marshal kar voorzien van : verbanddoos type standaard BHV inclusief tekenpincet mobiele telefoon De werkgever brengt actief en periodiek bij alle marshals de veiligheidsaspecten voor het gebruik van een buggy onder de aandacht, waaronder rijrichting en rijsnelheid. (Nieuwe) marshals krijgen instructie en praktijk gerichte instructie van een ervaren marshal. Elke marshal krijgt jaarlijks een praktijktraining levensreddende handelingen.
4.1.2 Achtergrondinformatie Voorbeeld open marshalkar
24
4.2 Klimaat en zonlicht voor marshals 4.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Marshals zoeken actief naar verbeteringsvoorstellen op het gebied van klimaat en zonlicht en formuleren deze richting collega’s en werkgever. Ambities werkgevers De werkgever biedt zijn marshals doelmatige bescherming (beschermende kleding) tegen alle vormen van weersomstandigheden. De werkgever voorziet het materieel van een cabine die bescherming biedt tegen de zon. Er moeten tevens afdoende ventilatiemogelijkheden zijn. Een lichte kleur van de cabine zorgt voor een lagere absorptie van de straling. De werkgever zorgt voor een dichte kar met verwarming bij koudere temperaturen en of natte weersomstandigheden. Eisen werknemers De marshal is op de hoogte van de mogelijke gezondheidseffecten, die kunnen ontstaan bij warmte en of koude. De marshal is in staat om hiervoor de juiste maatregelen te nemen ter voorkoming van gezondheidseffecten. Tijdens de werkzaamheden houdt de marshal rekening met de weersomstandigheden en neemt hiervoor de juiste beheersmaatregelen. Marshals dragen beschermende kleding tegen koude. Marshals beschermen de huid tegen zonlicht (zie infoblad zonlicht). De marshal voorkomt zelf oververhitting: voorgaande stralingsbeperkingen volgen voldoende drinken gezondheidsklachten door warmte-uitputting op tijd melden, zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. Eisen werkgevers De werkgever maakt afspraken over maximale duurbelasting in de kar onder “extreme warme/koude weersomstandigheden”. De werkgever last onder zomerse condities gelegenheden in voor drinken door marshals. De werkgever zorgt voor voorlichting en instructies over ongunstige klimaatomstandigheden.
25
5. Eisen, ambities en informatie voor greenkeepers Greenkeepers werken graag veilig met bestrijdingsmiddelen en machines. Een tekenbeet wordt ook liefst voorkomen, maar als de teek toch bijt, dan wil je graag weten wat je moet doen. Hoe voorkom ik te zwaar lichamelijk werk en hoe til ik veilig? Als ik langdurig moet zitten, dan graag weinig trillingen. Mijn werkzaamheden als greenkeeper geven wel eens veel herrie, hoe bescherm ik mezelf dan? Veel buiten betekent ook een hoge dosis zonnestraling en rekening houden met de grillen van het Nederlandse klimaat.
In dit hoofdstuk worden de eisen en ambities benoemd zoals deze gelden voor de greenkeepers bij hun activiteiten voor het onderhoud van het golfterrein en accommodaties. Het betreft de volgende aspecten:
Rondvliegende golfballen Bestrijdingsmiddelen Machineveiligheid Tekenbeet Fysieke belasting Zitten en trillingen Schadelijk geluid Klimaat en zonlicht
5.1 Veiligheid rondvliegende golfballen voor greenkeepers 5.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De greenkeeper houdt rekening met onvoorspelbaar gedrag van golfspelers. Ambities werkgevers De werkgever voert een actief en preventief beleid om het risico van geraakt worden door een golfbal te voorkomen met tenminste veiligheidsregels voor de golfbaangebruikers/gasten. 26
De werkgever zorgt, dat mobiele machines/voertuigen voorzien zijn van voldoende baldichte cabines of van waarschuwingssignalen: een lichtsignaal (zoals zwaailicht) en/of een geluidsignaal of ander afdoende waarschuwingssysteem en/of vlaggen. De werkgever zorgt voor beschermende middelen (netten, tenten) bij statische langerdurende klussen. Eisen werknemers De greenkeeper vertoont zelf veilig en voorspelbaar gedrag. De greenkeepers hebben voorlichting en instructie ontvangen over de risico’s van het uitvoeren van werkzaamheden tijdens de openingstijden van de baan. Hij/zij is geïnstrueerd op welke wijze hij/zij zich door de baan begeeft: Qua rijrichting (tegen de speelrichting in) Qua opstellen van materiaal of mobiele voertuigen Wat betreft de veilige kant van uitstappen uit mobiele machines De greenkeeper communiceert op afstand met golfspelers, wanneer zij wel of niet mogen spelen. De greenkeeper draagt herkenbare werkkleding. Eisen werkgevers De werkgever maakt het beleid bekend aan de golfspelers door middel van informatieborden, folders en/of scorekaartinformatie. De werkgever zorgt voor voorlichting en instructie. De werkgever zorgt voor corrigerend optreden bij onveilig gedrag van golfers. De werkgever zorgt voor de herkenbaarheid van de greenkeepers door middel van kleding (hesjes) bij reparaties.
5.2 Bestrijdingsmiddelen en greenkeepers 5.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Greenkeepers handelen conform de vuistregels van Colland/Stigas en volgen nauwgezet de richtlijnen opgenomen op bladzijde 48 en 49 van Veiligheidsvoorschriften voor de groensector van de Stichting Erkend Groen. Greenkeepers stimuleren elkaar en de werkgever tot veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen. Ambities werkgevers De werkgever streeft beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen na. De werkgever bespreekt periodiek met alle greenkeepers ontwikkelingen in en de praktijk van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, bijvoorbeeld in een tool box meeting (zie infoblad). Eisen werknemers Alle greenkeepers, die met bestrijdingsmiddelen werken, beschikken over een geldige spuitlicentie (vakbekwaamheid) 1 ‘Uitvoering gewasbescherming’. De werknemer is zelf ook verantwoordelijk voor het eventuele verloop van de licentie. Elke greenkeeper kent de 10 vuistregels van Colland/Stigas over het Veilig werken met bestrijdingsmiddelen. 27
Eisen werkgevers De werkgever beschikt over een geldige spuitlicentie (vakbekwaamheid) 2 ‘Bedrijfsvoering gewasbescherming’ of besteedt het spuitwerk uit aan een bedrijf, dat over deze licentie beschikt. De werkgever stelt greenkeepers in de gelegenheid om spuitlicentie 1 te behalen en te behouden. De werkgever kent de 10 vuistregels van Colland/Stigas over het Veilig werken met bestrijdingsmiddelen. Meer info bij Bureau Erkenningen Gewasbescherming en vakbekwaamheidseisen
5.2.2 Achtergrondinformatie Bestrijdingsmiddelen en greenkeepers Werken met bestrijdingsmiddelen Blootstelling aan gevaarlijke stoffen vindt vooral plaats tijdens het klaarmaken van bestrijdingsmiddelen. Vervolgens kan het optreden bij het toedienen en tijdens het werken in behandelde gewassen. Alleen gecertificeerde deskundigen mogen werken met bestrijdingsmiddelen. Bij de toepassing van bestrijdingsmiddelen moet worden gewerkt conform de aanwijzingen op het etiket. Voorbeelden van gevaarssymbolen;
28
De werkgever Neem maatregelen (in genoemde volgorde) om de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk te beperken: Vermijd of beperk het gebruik van bestrijdingsmiddelen door goede bedrijfshygiëne en het gebruik van niet-chemische methoden. Is een toepassing niet te vermijden, gebruik dan de minst schadelijke werkzame stof en de veiligste formulering en verpakking. Raadpleeg altijd het etiket en regelmatig het veiligheidsinformatieblad te vinden op: www.fytostat.nl Meer informatie over adem- of huidbescherming kunt u vinden op: http://www.gewasbescherming.nl Eerste-hulpvoorziening - oogdouche In geval van nood moeten de ogen kunnen worden gespoeld met water. Indien een oogdouche op de waterleiding is aangesloten moet deze voldoen aan: Aangesloten op de waterleiding, bij voorkeur een doorgaande waterleiding. In de directe omgeving waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Geeft een zachte straal van flinke omvang. Water heeft een temperatuur van tussen de 15 en 30 oC. De spoelvoorziening is duidelijk gemarkeerd, eenvoudig bereikbaar en vrij toegankelijk. Spoelvoorziening is voorzien van beschermdoppen op de sproeikoppen ter voorkoming van vervuiling. De spoelvoorziening wordt regelmatig op werking gecontroleerd.
Bij gebruik van oogspoelflessen: Plaats oogspoelflessen op de plaatsen waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Vervang de flessen tijdig Zorg dat ze altijd op een vaste plaats of in een houder staan Instrueer medewerkers vooraf over het gebruik; als je ze nodig hebt, kun je nl. niet meer lezen!
29
Voorbeelden van adembeschermingsmiddelen;
Voorbeelden van veilige opslag in kasten voor bestrijdingsmiddelen (links) en gevaarlijke stoffen (rechts);
30
5.3 Machineveiligheid voor greenkeepers 5.3.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Elke greenkeeper is in staat zelfstandig veilig te werken met arbeidsmiddelen. Greenkeepers spreken elkaar aan bij onveilige situaties of middelen en wisselen actief informatie en ervaringen uit. Greenkeepers komen regelmatig met suggesties voor veiligheidsverbeteringen. De werknemer heeft voldoende kennis om het mobiele arbeidsmiddel te inspecteren op gebreken. De werknemer is in staat storingen te verhelpen en op te lossen. Ambities werkgevers De werkgever zorgt voor een zo veilig en gezond mogelijke werkplek en werkomgeving met alleen maar veilige apparaten, die conform de gebruikshandleiding worden gebruikt en onderhouden. Greenkeepers hebben allen voldoende deskundigheid en zijn uitvoerig geïnstrueerd. De leiding houdt actief en periodiek toezicht op gemaakte afspraken. De werkgever stelt voorafgaande aan de aanschaf van een nieuw arbeidsmiddel (aanvullende) eisen op waaraan het arbeidsmiddel moet voldoen, waaronder: veiligheidseisen trillingseisen geluideisen ergonomische eisen. Eisen werknemers De kennis en ervaring van greenkeepers zijn afgestemd op de gevaren van het werk en de omgeving van de werkplek. Greenkeepers hebben kennisgenomen van hoofdstuk 3 “Taken, risico’s en maatregelen voor veilig en gezond werken’ van Veiligheidsvoorschriften voor de groensector van de Stichting Erkend Groen voor zover relevant, dus vooral maaien en snoeien. Greenkeepers zijn geattendeerd op de risico’s van loszittende kleding en loshangende haren en zijn in staat om op de juiste wijze om te gaan met afschermingen. Greenkeepers maken direct melding van defecte onderdelen. De werknemer bezit specifieke deskundigheid en ervaring om mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving te bedienen. De medewerker heeft periodiek instructie en voorlichting ontvangen. De medewerker is op de hoogte van de gebruiksaanwijzing passend bij het mobiele arbeidsmiddel. De medewerker houdt zich aan de gebruikerseisen, veiligheidseisen behorend bij het arbeidsmiddel. De medewerker zorgt er voor, dat mobiele machines met eigen aandrijving: niet door onbevoegden kunnen worden aangezet; niet plotseling gaan rijden.
31
Eisen werkgevers Werkgever stelt de greenkeepers ter beschikking het boekje van Veiligheidsvoorschriften voor de groensector van de Stichting Erkend Groen. Werkgever zorgt, dat greenkeepers aantoonbaar instructie hebben ontvangen. Alle machines zijn CE-gekeurd en zijn voorzien van een Nederlandstalige gebruikshandleiding. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat naar de veiligheid van de werknemer. De werkgever zorgt voor periodiek onderhoud en keuring van arbeidsmiddelen afhankelijk van de gebruiksintensiteit. De werkgever legt alle controles/keuringen schriftelijk vast. Werkgever stelt veiligheidsregels op voor gebruik van (mobiele) arbeidsmiddelen zoals dat meerijden alleen is toegestaan, als er een speciale veilige plaats is ingericht. Werkgever stelt regels op zodat onbevoegden geen gebruik kunnen maken van het arbeidsmiddel. Werkgever zorgt voor gebruik mobiele arbeidsmiddelen uitsluitend door medewerkers met specifieke deskundigheid. Werkgever zorgt voor aantoonbare opleiding en periodieke voorlichting en instructie. Werkgever informeert greenkeepers over de noodzakelijke veiligheidsvoorschriften van de groensector. Werkgever houdt toezicht op veilig gebruik van (mobiele) arbeidsmiddelen e voorkomt overbelasting van arbeidsmiddelen. Constructie van mobiele machines. Mobiele machines moeten een beschermingsconstructie hebben, die verhindert dat ze kantelen. Of er moet voldoende vrije ruimte overblijven voor personen door bijvoorbeeld rolbeugel, als de machine meer dan 90 graden kan kantelen. Als er gevaar bestaat op kantelen van het arbeidsmiddelen moet er een veiligheidsgordel aanwezig zijn.
32
5.3.2 Achtergrondinformatie Alle nieuwe machines (ook zelfgemaakte machines) moeten voldoen aan de normen van de Europese Machinerichtlijn. Werkgever Voor het in gebruik stellen van een nieuwe machine controleren of u een verklaring van overeenstemming of conformiteitverklaring heeft en een gebruikshandleiding in de Nederlandse taal van de machine van uw leverancier heeft ontvangen. De gebruikshandleiding moet bekend zijn bij de medewerker, die met de machine of het apparaat werkt. Soms is het beter om de handleiding om te zetten in een (korte) werkinstructie. Onderhoud aan arbeidsmiddelen Machines gereedschappen, elektrische installaties, persoonlijke beschermingmiddelen, kortom alle arbeidsmiddelen hebben periodiek preventief onderhoud nodig. Dit voorkomt storingen en ergernis en het verhoogt de veiligheid. Er moet een schriftelijk stuk zijn waarop de controle / keuring is vastgelegd. Zorg dat alle arbeidsmiddelen (dus ook ladders, trappen, (verleng)snoeren, elektrische installatie, roldeuren, enz.), waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie, montage of plaatsing, dan wel de aard, duur en intensiteit van het gebruik periodiek (minimaal 1 x per jaar) gecontroleerd worden op deugdelijkheid. Maak een onderhoudsschema, zodat u weet welk onderhoud gedaan is en wat nog moet plaatsvinden. Leg de resultaten van de controle schriftelijk vast. Instrueer medewerkers wat gemeld moet worden.
5.4 Tekenbeet en greenkeepers 5.4.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De greenkeepers dragen hun eigen kennis en vaardigheden over teken en aanverwante risico’s uit aan collega’s. Ambities werkgevers De werkgever overlegt regelmatig met greenkeepers over ervaringen en mogelijkheden ter verbetering in toolbox meetings. Eisen werknemers Elke greenkeeper is zich bewust van de risico’s Elke greenkeeper let vooral op, op plaatsen waar de luchtvochtigheid hoog is zoals bij lage begroeiing. Elke greenkeeper zorgt ervoor dat hij/zij zelf voldoende preventieve en controlemaatregelen neemt. Medewerker is geïnformeerd over de risico’s op tekenbeten en welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden.
33
Zorg voor een tekenverwijderaar in de EHBO-kist. Meer informatie over de tekenverwijderaar. Controleer na werkzaamheden in bos en natuur uw lichaam iedere 24 uur op een teek. Eisen werkgevers Greenkeepers zijn geïnformeerd over de risico’s op tekenbeet en welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden. In de EHBO kisten zit een tekenpincet. De werkgever geeft voorlichting en zorgt voor beschermingsmiddelen voor de greenkeepers. Met de Toolkit Teken en Lyme van het RIVM kan de werkgever zelf voorlichtingsmateriaal samenstellen. De werkgever zorgt voor inspuitmiddelen voor kleding en anti-insectenmiddel. Zie Achtergrondinformatie Tekenbeet
5.4.2 Achtergrondinformatie Week van de teek: 30 maart t/m 6 april 2008
Tekenbeet voorkomen
Komt u beroepsmatig of in uw vrije tijd graag in de natuur zoals tuinen, plantsoenen, stadsparken, bossen, heide, duinen en in het weiland, dan is de informatie op de website www.weekvandeteek.nl voor u van belang. Wanneer u wordt gebeten door een teek, kunt u de ziekte van Lyme krijgen. Maar een tekenbeet betekent niet automatisch dat u besmet wordt. De kans is zelfs erg klein, maar de gevolgen bij besmetting kunnen wel heel vervelend zijn, zowel lichamelijk, emotioneel als financieel. Snel verwijderen van de teek is heel belangrijk. Geef de teek geen kans. Een tekencontrole na een uitstapje in de natuur is een kleine moeite. Heeft een teek u toch te pakken, dan kunt u hem eenvoudig zelf verwijderen. Meer informatie over tekenverwijderaars: www.saag.nl/nederland/main.htm 34
Hieronder vindt u de meest gestelde vragen over de teek en de ziekte van Lyme: Hoe ziet de teek er uit? Waar komen teken voor? Hoe kan ik de kans op een tekenbeet verminderen? Wat moet ik doen als ik door een teek gebeten ben? Wat is de ziekte van Lyme? Hoe voorkom ik de kans op de ziekte van Lyme? Hoe te reageren bij ziekteverschijnselen? Moet ik melding maken van een tekenbeet? Zit uw vraag hier niet bij? Lees ook het leaflet "Teken en de ziekte van Lyme, Vragen en antwoorden'" door RIVM.
Hoe ziet de teek er uit? Teken lijken op kleine spinnetjes. Een teek is erg klein, 1 tot 3 millimeter. Door het bloed zuigen zwelt hij op tot een soort bolletje. Een volgezogen teek kan soms wel een doorsnede van 1 centimeter hebben. Onvolwassen teken, nimfen, zijn waarschijnlijk de belangrijkste overbrengers van besmettingen bij de mens. Die worden gemakkelijk over het hoofd gezien omdat ze zo klein zijn: niet groter dan een speldenkop.
Waar komen teken voor? Teken komen in heel Nederland voor. Ze leven in hoog gras en struikgewas van bossen, duinen, weilanden, heidegebieden, parken én tuinen. Vooral in struiken en grassen tot ongeveer anderhalve meter boven de grond. Van daaruit hechten ze zich aan passerende dieren, en soms op mensen. Teken zijn er het hele jaar door. Ze kunnen actief worden als de temperatuur boven de 8-10 graden Celsius komt. De meeste mensen worden gebeten in de periode van maart tot en met oktober.
De teek bevindt zich graag in hoog gras en laagstruikgewas
Universiteit Wageningen heeft onderzoek gedaan naar tekenbeten in Nederland. Lees meer>>
35
Hoe kan ik de kans op een tekenbeet verminderen? U kunt op een aantal manieren de kans op een beet van een teek verminderen: Vermijd zo mogelijk dichte begroeiing en struikgewas, want hier bevinden zich de teken meestal voordat ze zich hechten aan mens of dier. Draag tijdens het werk gesloten en huidbedekkende kleding van een lichte kleur. Smeer de onbedekte huid in met anti-insectenmiddel. Eventueel sokken, schoenen en broek inspuiten met een middel met DEET. Eventueel geïmpregneerde broeken met permitrine dragen (verkrijgbaar bij gespecialiseerde outdoorzaken). Zorg voor een tekenverwijderaar in de EHBO-kist; Meer informatie over tekenverwijderaars: www.saag.nl/nederland/main.htm. Controleer na werkzaamheden of een uitstapje in bos en natuur uw lichaam iedere 24 uur op een teek.
Let extra op!
Wanneer u buiten de paden loopt in een natuurgebied Wanneer u schaars gekleed bent Na een lunch of rustpauze in de natuur Bij een sanitaire stop in de natuur
Wat moet ik doen als ik door een teek gebeten ben? Verwijder de teek zo snel mogelijk. Binnen 24 uur, dit is het allerbelangrijkste! Gebruik geen alcohol, jodium, olie of andere middelen voordat u de teek verwijdert. Dit heeft geen effect op het verwijderen. Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet, bij voorkeur met een puntige pincet of speciale tekenpincet. Trek de teek er langzaam uit en let op dat u de teek hierbij niet fijnknijpt. Als er een stukje van de monddelen van de teek in de huid achterblijft, is dat ongevaarlijk. Dat komt er vanzelf weer uit, net als bij een splinter. Ontsmet het beetwondje met 70% alcohol of jodium. Noteer de datum waarop u bent gebeten in uw agenda. Houd daarna tot 3 maanden na de tekenbeet de huid rondom de beet in de gaten. Meer informatie over het verwijderen van teken De teek kan alleen iemand besmetten als deze zelf besmet is met een bacterie die een ziekte kan veroorzaken. Die besmetting wordt overgedragen als de teek lang genoeg heeft vastgezeten in de huid. In Nederland dragen teken vooral de Borreliabacterie bij zich, die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Als de teek binnen 24 uur wordt verwijderd, is de kans dat hij de bacterie overdraagt zeer klein.
Verwijder een teek snel en goed en noteer de datum! (bron:RIVM)
36
Wat is de ziekte van Lyme? De ziekte van Lyme is een infectieziekte, die door de bacterie Borrelia burgdorferi wordt veroorzaakt. Door een tekenbeet kan die bacterie in het lichaam terechtkomen. Na 3 dagen tot 3 maanden, gemiddeld 16 dagen, kan er een rode ring op de huid ontstaan rond de plek van de tekenbeet. Let op: dit gebeurt niet in alle gevallen; ook zonder het verschijnen van de rode ring kunt u de ziekte van Lyme krijgen. Andere verschijnselen zijn: een grieperig gevoel met bijvoorbeeld, koorts, hoofdpijn en gewrichtspijn. In een later stadium van de ziekte is er kans op verlamming van gezichtsspieren, heftige pijn aan een arm of been, dubbelzien, krachtsverlies in benen, pijnlijke of gezwollen gewrichten, een neiging tot flauwvallen en hartklachten.
Rode ring op de huid
Aantal mensen met een rode ring (bron: RIVM) Hoe voorkom ik de kans op de ziekte van Lyme? Regelmatig en goed controleren zijn de sleutelwoorden. Het is verstandig om na ieder uitstapje of een dag werken in de natuur uw lichaam en dat van kinderen of anderen goed te controleren op teken. Kijk vooral op warme plekken, zoals oksels, liezen, bilnaad, knieholten, het hoofd (vooral bij kinderen), achter de haargrens en achter de oren.
37
Controleer vooral de warme en vochtige plekken op het lichaam. Kijk bij kinderen extra goed op het hoofd (Bron: RIVM).
Hoe te reageren bij ziekteverschijnselen? Let op het ontstaan van een rode ringvormige huiduitslag en griepverschijnselen als koorts, hoofdpijn en gewrichtspijn. Ga naar de huisarts of bedrijfsarts als de rode ring op de huid groter wordt dan ongeveer 5 centimeter, of als u klachten heeft als verlamming van uw gezichtsspieren, heftige pijn aan een arm of been, dubbelzien, krachtsverlies in uw benen, pijnlijke, gezwollen gewrichten of een neiging tot flauwvallen. Als u een rode ring hebt, schrijft de huisarts een antibioticumkuur voor. Bij ernstigere klachten verwijst de huisarts vaak door naar een specialist. Moet ik een melding maken van een tekenbeet? Het is belangrijk dat u melding maakt van een opgelopen tekenbeet! Zo kan men gericht onderzoek blijven doen en de juiste voorlichting geven. U kunt dit op de volgende manieren doen: Voor de tuin- en natuurliefhebbers: meldt u dit op de website van Natuurkalender. De Natuurkalender is een nationale interactieve website voor het monitoren, voorspellen, beheren en communiceren van gezondheidsrisico's uit de natuur en jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur in relatie met veranderingen in weer en klimaat. Voor werkenden in de agrarische en groene sectoren die beroepsmatig in aanraking zijn gekomen met een teek: meld dit aan uw bedrijfsarts. Bel eventueel met de Stigas Servicedesk (030) 669 37 12 voor de vestiging van uw Arbodienst of stuur een e-mail aan
[email protected]
38
5.5. Fysieke belasting en greenkeepers 5.5.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Elke greenkeeper is in staat om leerlingen of minder ervaren greenkeepers te begeleiden en te instrueren. Ambities werkgevers Veel gebruikte werkplekken zijn ergonomisch ingericht. De werkgever streeft consequent naar vermindering van fysieke belasting via vooral lichtgewicht technische hulpmiddelen/handgereedschappen en ergonomische aanpassingen bijvoorbeeld voor linkshandigen. Bij aanschaf van nieuwe arbeidsmiddelen wordt rekening gehouden met ergonomische eisen qua bediening en gebruik. Er worden geen lasten handmatig getild boven de tilnorm van 25 kilogram, rekening houdend met frequentie, lichaamshouding, grip en hoogtes conform NIOSH. Eisen werknemers Elke greenkeeper heeft kennis genomen van TOM (Werkboek ter vermindering van fysieke en psychische belasting in de groensector). Dit betreft vooral de onderstaande punten. Elke greenkeeper heeft informatie ontvangen over de risico’s van fysieke arbeid en instructie over een goede werkwijze en gebruik van hulpmiddelen. Elke greenkeeper is op de hoogte van de maximale duurbelasting per belastende werkzaamheid. Elke greenkeeper heeft een tilinstructie ontvangen. Elke greenkeeper heeft voldoende kennis, inzicht en vaardigheden om fysieke handelingen als tillen en dragen op een juiste wijze uit te voeren. Elke greenkeeper maakt gebruik van de aanbevolen hulpmiddelen. Eisen werkgevers De werkgever heeft voor haar/zijn greenkeepers een exemplaar van het werkboek TOM aangekocht en ter beschikking gesteld. De werkgever heeft alle gevaren van fysieke belasting en de benodigde verbeteringsmaatregelen opgenomen in de RI&E. De werkgever heeft de greenkeepers meegedeeld, hoe zwaar de lasten mogen zijn die ze moeten verplaatsen. De werkgever heeft al zijn greenkeepers geïnstrueerd hoe het beste om te gaan met zware lasten. De werkgever neemt maatregelen wanneer de tilnorm van 25 kg regelmatig wordt overschreden, zodat niet door 1 persoon zwaar getild hoeft te worden. De werkgever zorgt zo nodig voor geschikte technische hulpmiddelen ter vermindering van fysieke belasting. Voor zware werkzaamheden is de maximale duurbelasting bepaald. Bij onvoldoende technische hulpmiddelen is voorzien in een vorm van samenwerking, pauzeregeling of roulatiesysteem om overbelasting te voorkomen. Zie Achtergrondinformatie fysieke belasting greenkeeper
39
5.5.2 Achtergrondinformatie Tillen, duwen, trekken en staan Overmatig tillen, trekken en duwen kan leiden tot lichamelijke klachten. Ook de greenkeepers moeten veelvuldig tillen of duwen. Fysieke belasting komt zelden voor in één enkele vorm, maar meestal als combinatie van één of meer van de volgende vormen: tillen en dragen; duwen en trekken; belastende werkhouding; repeterende bewegingen; energetische belasting; trillingen Uit de risico inventarisatie is vast gelegd dat greenkeepers relatief veel dynamische fysieke arbeid verrichten. Tips werknemer Het tillen Wees alert op je houding en de bewegingen die je maakt. Het is een kleine moeite en het kan je veel lichamelijke ellende besparen. Let met handmatig tillen op het volgende: √ Ken je krachten en til niet meer dan je denkt aan te kunnen √ Houd het voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam tijdens het dragen √ Til zo veel mogelijk met 2 handen √ Gebruik bij voorwerpen zwaarder dan 25 kg tilhulpmiddelen, zoals karretje, lift etc. √ Als er veel getild moet worden, zorg dan dat de te tillen lasten op hoogte staan ( circa 75 cm boven de grond) √ Til in een gemakkelijke houding en houd de last recht voor je, dus nooit met gedraaide rug. * Til niet te gehaast en te gestrest √ Als je met de last moet draaien, draai dan op de voeten en niet in de rug √ Zorg dat bij het opslaan dat zware goederen en voorwerpen laag worden opgeslagen. * Voorkom het handmatig tillen van voorwerpen zwaarder dan 25 kg * Voorkom onnodig tillen: gebruik zo veel mogelijk tilhulpmiddelen * Voorkom het tillen van zware voorwerpen boven schouderhoogte Bukken Langdurig bukkend werken is slecht voor de rug. √ Probeer werkzaamheden af te wisselen, dat voorkomt al veel problemen. √ Sla geen pauzes over en zorg voor voldoende rust momenten.
40
Tillen en draaien
Hulpmiddelen
Rugbelastende werkhouding
41
Goede werkhouding
Ongunstige werkhouding / rugbelastend
Trekken en duwen van karren en machines √ Het duwen van een kar heeft de voorkeur boven trekken √ Trek bij voorkeur met twee handen. Dit geeft minder belasting voor het lichaam dan met één hand. √ Maak bij duwen en trekken gebruik van het hele lichaamsgewicht Maximaal duwgewicht is 30 kg of 300 N. Maximaal trekgewicht is 30 kg of 300 N. Gebruikte documenten √ Arbobesluit Hoofdstuk 5. Fysieke belasting √ Arbo informatieblad 29 Fysieke belasting bij het werk √ Handboek Ergonomie
42
5.6. Zitten en trillingen voor greenkeepers 5.6.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Greenkeeper heeft voldoende kennis en inzicht om duurbelasting te voorkomen. Hij/zij is in staat om zelfstandig te zorgen voor afwisseling van werkzaamheden. Elke greenkeeper heeft voldoende kennis en inzicht om zelf maatregelen te nemen ter vermindering van trillingen, door bijvoorbeeld het aanpassen van de bandenspanning op bevroren ondergrond. Ambities werkgevers Bij aanschaf wordt gewerkt volgens de Trekkerstoel Koopwijzer vooral wat betreft beperking van trillingen en lawaai én de ergonomie van de bedieningsmiddelen. De werkgever geeft voorkeur aan machines en voertuigen met trillingsarme ophanging van motor, cabine, stoel en assen. Eisen werknemers Elke greenkeeper heeft instructie ontvangen en is aantoonbaar in staat om de cabinestoel van trekkers,maaimachines en vergelijkbare werktuigen op een juiste wijze in te stellen. Elke greenkeeper voorkomt, dat hij/zij langer dan 2 uur achtereen rijdt. Zondig onderbreekt hij voor 15 minuten het rijdende werk en brengt deze tijd buiten de cabine door. Greenkeeper is geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s en te nemen maatregelen om gezondheideffecten van trillingen te voorkomen. Eisen werkgevers De werkgever zorgt voor jaarlijks onderhoud en periodieke keuring in eigen beheer of via uitbesteding. Werkgever zorgt dat greenkeeper geïnformeerd zijn over de gezondheidsrisico’s en te nemen maatregelen om gezondheideffecten van trillingen te voorkomen. Hij/zij informeert de greenkeepers, als de trillingsniveaus, omschreven in de specificaties, hoger zijn dan actiewaarden uit het arbobesluit. Tevens wordt nagegaan of via trillingsdemping of roulatie verbeteringen kunnen plaatsvinden. De werkgever informeert de greenkeepers over de effecten van rijden met hoge snelheid. De werkgever zorgt voor beschikbaarheid van de Zitkaart voor stoelinstellingen. Meer info op www.stigas.nl/
43
5.7 Schadelijk geluid en greenkeepers 5.7.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Greenkeeper heeft voldoende inzicht om zelf organisatorische maatregelen te nemen om overbelasting aan lawaai te voorkomen. Ambities werkgevers De werkgever voert een actief lawaaibestrijdingbeleid via vervanging van lawaaiige machines door geluidarme machines. Er vinden geen overschrijdingen plaats van de actiewaarde van 80 dB(A) als dagelijkse 8-uurs blootstelling in de gehoorgang. De werkgever biedt standaard een intrede onderzoek aan, waarbij een gehooronderzoek (audiometrie) plaatsvindt. Zo wordt bij indiensttreding een nulmeting verkregen (handig bij eventuele aansprakelijkheid als blijkt dat bij indiensttreding al gehoorschade is vastgesteld). Eisen werknemers Greenkeeper heeft voldoende kennis van lawaai en de risico’s van lawaai. Elke greenkeeper is geïnformeerd over het voorkomen van schadelijk geluid. Elke greenkeeper heeft geschikte gehoorbeschermingsmiddelen beschikbaar en draagt deze ook (verplicht). De greenkeeper onderhoudt en reinigt de eigen PBM’s / gehoorbeschermingsmiddelen. Elke greenkeeper wordt periodiek voorgelicht over de lawaaibronnen, de risico’s van lawaai en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Elke greenkeeper neemt bij voorkeur deel aan periodieke audiometrische controle (niet verplicht). Eisen werkgevers De werkgever zorgt voor deskundige beoordeling van de lawaaisituaties bij de RI&E en zorgt voor een schriftelijk plan. De werkgever treft alle lawaaibeperkende maatregelen, die redelijkerwijs mogelijk zijn. Deze maatregelen gaan volgens de arbeidshygiënische strategie (zie infoblad). De werkgever stelt deugdelijke gehoorbeschermingsmiddelen ter beschikking. Bij verhoogde lawaainiveaus worden gebodsborden gebruikt ter verplichting van het dragen van persoonlijke gehoorbeschermingsmiddelen. De werkgever zorgt voor een deugdelijke voorlichting van de greenkeepers omtrent bronnen, beschermingsmaatregelen en risico’s. De werkgever zorgt voor toezicht, instructie en periodieke controle van de gehoorscapaciteiten van de greenkeepers door middel van audiometrie (op vrijwillige basis).
44
5.7.2 Achtergrondinformatie Greenkeepers worden blootgesteld aan schadelijke geluidniveaus. Dit kan zijn tijdens het bedienen en of rijden op mobiele arbeidsmiddelen, het werken met handgereedschap zoals motor(ketting)zaag, bosmaaier, bladzager, motorheggenschaar e.d. Kans op hoorschade Uit de praktijkstudies van de agrarische sector blijkt dat er regelmatig wordt gewerkt met gehoorschadelijke machines en werktuigen. Lawaai is niet alleen hinderlijk, maar ook schadelijk en onomkeerbaar. Gehoorschade als gevolg van lawaai is niet te genezen. De ernst van gehoorschade hangt af van de geluidssterkte en van de blootstellingduur aan geluid. Onaanvaardbaar gehoorverlies kan optreden door gehoorschade als gevolg van lawaai. In dergelijke gevallen is communicatie moeilijk en kunnen waarschuwingssignalen niet of slecht worden herkend. Tevens geeft te veel lawaai concentratiestoornissen, hoofdpijn, stress en ergernis, wat een slechte invloed heeft op de werksituatie. Wetenschappelijk is vastgesteld dat blootstelling aan geluidsniveaus van meer dan 80 dB(A) gehoorschade kan veroorzaken. Recente onderzoeken geven al een schadegrens van 77dB(A) aan. Beperken van duurbelasting Tijdens het werken met maaimachines, zaagmachines, handgereedschap wordt men blootgesteld aan schadelijke geluid. Uit onderzoek is vastgesteld dat sommige maaimachines geluidniveaus van 90dB(A) produceren. De geluidsblootstelling van greenkeepers is afhankelijk van de duurbelasting van alle geluidbelastende werkzaamheden. Gehoorbeschadiging kan ontstaan door dagelijks: Langer dan 30 minuten te werken op een maaimachine Langer dan 3 minuten te werken met een slijptol Langer dan 15 minuten te rijden op een open tractor Langer dan 3 minuten te werken met een motorkettingzaag. Aanbevelingen voor de werkgever √ Stel een plan van aanpak op om schadelijk geluid terug te dringen. √ Stel eisen aan geluidniveau van machines bij aanschaf of vervanging. √ Zorg voor periodiek onderhoud aan machine en gereedschappen. Slecht onderhouden machine geven meer lawaai. √ Geef voorlichting over schadelijk geluid, de gezondheidsrisico's en welke maatregelen de werknemer kan nemen om gehoorschade te voorkomen. √ Stel gehoorbeschermingsmiddelen beschikbaar met een effectieve demping tot 75 dB(A). √ Zorg dat medewerkers gehoorbescherming ook daadwerkelijk dragen. √ Stel een vervangingsschema op voor gehoorbeschermingsmiddelen √ Informeer medewerkers over het juiste gebruik van de gehoorbescherming √ Biedt medewerkers periodiek gehooronderzoek aan. √ Gebruik effectieve gehoorbescherming bij geluidniveaus boven de 80dB(A). √ Controleer gehoorbescherming regelmatig
45
Keuze uit verschillende gehoorbeschermingsmiddelen
Op basis van het per 25 januari 2006 in werking getreden wijzigingsbesluit van het Arbobesluit is een geheel gewijzigd stroomschema opgesteld dat als stappenplan kan dienen voor het beoordelen van de geluidsniveaus, de toetsing en de eventueel te nemen acties.
46
47
5.8 Klimaat en zonlicht voor greenkeepers 5.8.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Greenkeepers wijzen collega’s op de risico’s en beschermingsmogelijkheden in verband met klimaat en zonlicht. Greenkeepers zoeken actief naar verbeteringsvoorstellen op het gebied van klimaat en zonlicht en formuleren deze richting collega’s en werkgever. Ambities werkgevers De werkgever biedt zijn greenkeepers doelmatige bescherming tegen alle vormen van weersomstandigheden. De werkgever voorziet het materieel van een cabine die bescherming biedt tegen de zon. Er moeten tevens afdoende ventilatiemogelijkheden zijn. Een lichte kleur van de cabine zorgt voor een lagere absorptie van de straling. De werkgever zorgt voor een dichte kar met verwarming bij koudere temperaturen en of natte weersomstandigheden. Eisen werknemers Greenkeeper is op de hoogte van de mogelijke gezondheidseffecten, die kunnen ontstaan bij warmte en of koude. De greenkeeper is in staat om hiervoor de juiste maatregelen te nemen ter voorkoming van gezondheidseffecten. Tijdens de werkzaamheden houdt de greenkeeper rekening met de weersomstandigheden en neemt hiervoor de juiste beheersmaatregelen. Greenkeepers dragen beschermende kleding tegen koude. Greenkeepers beschermen de huid tegen zonlicht (zie infoblad zonlicht). De greenkeeper treft zelf de volgende maatregelen ter voorkoming van overhitting: voorgaande stralingsbeperkingen volgen voldoende drinken gezondheidsklachten door warmte-uitputting op tijd melden, zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. Eisen werkgevers De werkgever stelt beschermende kleding beschikbaar voor verschillende weersomstandigheden (bijvoorbeeld jack, broek, trui, regenkleding) conform CAO. De werkgever maakt afspraken over maximale duurbelasting in de kar onder “extreme warme/ koude weersomstandigheden”. De werkgever last onder zomerse condities extra pauzes in en zorgt dat de mensen voldoende te drinken hebben. Zorgt voor voorlichting en instructies over ongunstige klimaatomstandigheden.
48
5.8.2 Achtergrondinformatie Greenkeepers werken voornamelijk buiten en worden hierdoor blootgesteld aan zeer wisselende klimaatomstandigheden. Bescherming tegen koude en regen, maar ook tegen overmatig zon is noodzakelijk. Tijdens zomerse dagen kunnen (buiten) temperaturen hoog oplopen. Dit wordt door mensen als zeer belastend ervaren en veroorzaakt functioneringsproblemen. Het verrichten van arbeid in een warme of hete omgeving is in het algemeen zwaarder voor de werknemer dan vergelijkbare arbeid in een neutrale klimaatomgeving. In een onderzoek van Broersen e.a. (1991) hadden gemiddeld over alle onderzochte beroepsgroepen 19% van de mannen en 15% van de vrouwen klachten over warmte. De fysieke belasting die met blootstelling aan warmte gepaard gaat, kan in bepaalde gevallen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer en wordt dan ook in het Arbobesluit behandeld. De essentie van de belasting ten gevolge van arbeid in warme omgevingen is een grotere fysiologische belasting van het lichaam: het lichaam moet zich (meer) inspannen om een verhoging van de lichaamstemperatuur tegen te gaan of te beperken. Als we dit laatste als criterium hanteren om na te gaan of er sprake is van warmtebelasting, blijkt al gauw dat ook in het op zich klimatologisch niet bijzonder warme Nederland zich toch op ruime schaal warmtebelasting van werknemers voordoet.
49
6. Eisen, ambities en informatie voor Ballenrapers Een golfbal kan wel 200 kilometer per uur halen, maar niet tegen mijn lichaam graag. Als ballenraper beperk ik de lichamelijk belasting graag tot het noodzakelijke. De grillen van de weersomstandigheden beperk ik graag en trillingen houd ik graag beperkt. In dit hoofdstuk worden de eisen en ambities benoemd zoals deze gelden voor de ballenrapers bij hun activiteiten op het golfterrein voor de volgende aspecten: Rondvliegende golfballen Fysieke belasting Zitten en trillingen Klimaat en zonlicht
6.1 Veiligheid rondvliegende ballen driving range voor Ballenrapers 6.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Werknemers controleren elke dag tevoren de veiligheid van de kooiconstructie en goede toestand van trekker en ballenraaphulpmiddelen. Ambities werkgevers Werkgever stelt een trekker voor de ballenraapmachine ter beschikking die voorzien is van een adequate kooiconstructie, zodanig dat rondvliegende ballen de bestuurder van geen enkele zijde en op geen enkele wijze kunnen raken. Werkgever zorgt voor adequaat onderhoud van trekker en kooiconstructie. Werkgever instrueert ballenrapers om alleen de trekker met veilige kooiconstructie te gebruiken bij het ballenrapen. Werkgever zorgt op andere, maar heldere wijze voor een volledige uitsluiting van het risico geraakt te kunnen worden door een rondvliegende bal. Eisen werknemers Ballenrapers volgen stipt de opgestelde regels voor het ballenrapen. Ballenrapers vergewissen zich er tevoren van dat ze op een veilige wijze hun werk kunnen verrichten zonder door een bal geraakt te kunnen worden. Ballenrapers melden direct bij de verantwoordelijke, als personeel en golfers zich (mogelijk) niet (gaan) houden aan de veiligheidsregels. Eisen werkgevers Werkgever zorgt via regels en hulpmiddelen, dat ballenrapers niet geraakt kunnen worden door rondvliegende ballen op driving ranges. Werkgever zorgt voor toezicht hierop. Werkgever heeft procedure voor personeel en golfers die door hun gedrag gevaar opleveren voor het geraakt worden door rondvliegende ballen.
50
6.1.2 Achtergrondinformatie Voorbeeld kooiconstructie
Kooiconstructie trekker ballenraper
6.2 Fysieke belasting voor Ballenrapers 6.2.1 Eisen en ambities | Achtergrondinformatie Ambities werknemers Elke ballenraper heeft voldoende kennis, inzicht en vaardigheden om fysieke handelingen als tillen en dragen op een juiste wijze uit te voeren. Elke ballenraper maakt zorgvuldig gebruik van de ter beschikking gestelde hulpmiddelen en systemen. Ambities werkgevers Werkgever zorgt voor een volledige geautomatiseerd systeem van ballenrapen, ballenwassen en vullen van de ballenautomaat, zodanig dat er geen handmatige tilactiviteiten plaats hoeven te vinden. Eisen werknemers Elke ballenraper heeft kennis genomen van de informatie over de risico’s van fysieke arbeid en deelgenomen aan een instructie over een goede werkwijze en gebruik van hulpmiddelen. Elke ballenraper zorgt ervoor dat mandjes en emmers niet boven de markeringstreep wordt gevuld. Eisen werkgevers Werkgever markeert de ballenmanden en ziet er op toe, dat ballenmanden maximaal 10 kg ballen bevatten en voorzien zijn van twee handgrepen. Werkgever zorgt voor een goede bereikbaarheid van en egale en stroeve ondergrond bij het vulstation.
51
Werkgever zorgt er voor, dat tillen boven schouderhoogte bij het legen van de mandjes en/of vullen van de wasmachine/ballenautomaat niet nodig is door bijvoorbeeld een voldoende lage vulhoogte. Werkgever markeert de emmers en ziet er op toe dat ballenemmers maximaal 5 kilogram aan ballen bevatten. Werkgever zorgt voor een duidelijke instructie over een goede werkwijze en gebruik van hulpmiddelen inclusief informatie over gezondheidsrisico’s.
6.2.2 Achtergrondinformatie Hieronder staan enkele voorbeelden van hulpmiddelen voor ballenrapers.
Klaarzetten van ballenemmers voor lessen en events (hulpmiddel aanhangwagen)
52
Voorbeeld automatische ballenraper.
Voorbeeld leegstorten automatische ballenraper.
53
Voorbeeld ballenmachine met handmatig legen van de ballenmandjes met slechte lichaamshouding.
Voorbeeld ballenwasplaats, na wassen automatisch vullen ballenmachine. Ook voor ballenrapers bevat TOM (Werkboek ter vermindering van fysieke en psychische belasting in de groensector) nuttige tips en adviezen ter beperking van de lichamelijke belasting.
54
6.3 Zitten en trillingen Ballenrapers 6.3.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De ballenraper heeft voldoende kennis en inzicht om duurbelasting te voorkomen. Hij/zij is in staat om zelfstandig te zorgen voor afwisseling van werkzaamheden. Elke ballenraper heeft voldoende kennis en inzicht om zelf maatregelen te nemen ter vermindering van trillingen, door bijvoorbeeld het aanpassen van de bandenspanning op bevroren ondergrond. Ambities werkgevers Bij aanschaf wordt gewerkt volgens de Trekkerstoel Koopwijzer vooral wat betreft beperking van trillingen en lawaai én de ergonomie van de bedieningsmiddelen. De werkgever geeft voorkeur aan machines en voertuigen met trillingsarme ophanging van motor, cabine, stoel en assen. Eisen werknemers Elke ballenraper heeft zitinstructie ontvangen en is aantoonbaar in staat om de cabinestoel van trekkers op een juiste wijze in te stellen. Ballenraper is geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s en te nemen maatregelen om gezondheideffecten van trillingen te voorkomen. Elke ballenraper voorkomt, dat hij/zij langer dan 2 uur achtereen rijdt. Zo nodig onderbreekt hij voor 15 minuten het rijdende werk en brengt deze tijd buiten de cabine door. Eisen werkgevers De werkgever zorgt voor jaarlijks onderhoud en periodieke keuring in eigen beheer of via uitbesteding. Werkgever zorgt dat ballenrapers geïnformeerd zijn over de gezondheidsrisico’s en te nemen maatregelen om gezondheideffecten van trillingen te voorkomen. Hij/zij informeert de ballenrapers, als de trillingsniveaus, omschreven in de specificaties, hoger zijn dan actiewaarden uit het arbobesluit. Tevens wordt nagegaan of via trillingsdemping of roulatie verbeteringen kunnen plaatsvinden. De werkgever informeert de ballenrapers over de effecten van rijden met hoge snelheid. De werkgever zorgt voor beschikbaarheid van de Zitkaart voor stoelinstellingen. Meer info op www.stigas.nl/
55
6.4 Klimaat en zonlicht voor Ballenrapers 6.4.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Ballenrapers wijzen collega’s op de risico’s en beschermingsmogelijkheden in verband met klimaat en zonlicht. Ballenrapers zoeken actief naar verbeteringsvoorstellen op het gebied van klimaat en zonlicht en formuleren deze richting collega’s en werkgever. Ambities werkgevers De werkgever biedt zijn ballenrapers doelmatige bescherming tegen alle vormen van weersomstandigheden. De werkgever voorziet het materieel van een cabine die bescherming biedt tegen de zon. Er moeten tevens afdoende ventilatiemogelijkheden zijn. Een lichte kleur van de cabine zorgt voor een lagere absorptie van de straling. De werkgever zorgt voor een dichte kar met verwarming bij koudere temperaturen en of natte weersomstandigheden. Eisen werknemers De ballenraper is op de hoogte van de mogelijke gezondheidseffecten, die kunnen ontstaan bij warmte en of koude. De ballenraper is in staat om hiervoor de juiste maatregelen te nemen ter voorkoming van gezondheidseffecten. Tijdens de werkzaamheden houdt de ballenraper rekening met de weersomstandigheden en neemt hiervoor de juiste beheersmaatregelen. Ballenrapers dragen beschermende kleding tegen koude. Ballenrapers beschermen de huid tegen zonlicht (zie achtergrondinformatie). De ballenraper treft zelf de volgende maatregelen ter voorkoming van overhitting: voorgaande stralingsbeperkingen volgen voldoende drinken gezondheidsklachten door warmte-uitputting op tijd melden, zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid. Eisen werkgevers De werkgever stelt beschermende kleding beschikbaar voor verschillende weersomstandigheden (bijvoorbeeld jack, broek, trui, regenkleding) conform CAO. De werkgever maakt afspraken over maximale duurbelasting in de kar onder “extreme warme/ koude weersomstandigheden”. De werkgever last onder zomerse condities extra pauzes in en zorgt dat de mensen voldoende te drinken hebben. Zorgt voor voorlichting en instructies over ongunstige klimaatomstandigheden.
56
6.4.2 Achtergrondinformatie Ballenrapers werken voornamelijk buiten en worden hierdoor blootgesteld aan zeer wisselende klimaatomstandigheden. Bescherming tegen koude en regen, maar ook tegen overmatig zon is noodzakelijk. Tijdens zomerse dagen kunnen (buiten) temperaturen hoog oplopen. Dit wordt door mensen als zeer belastend ervaren en veroorzaakt functioneringsproblemen. Het verrichten van arbeid in een warme of hete omgeving is in het algemeen zwaarder voor de werknemer dan vergelijkbare arbeid in een neutrale klimaatomgeving. In een onderzoek van Broersen e.a. (1991) hadden gemiddeld over alle onderzochte beroepsgroepen 19% van de mannen en 15% van de vrouwen klachten over warmte. De fysieke belasting die met blootstelling aan warmte gepaard gaat, kan in bepaalde gevallen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer en wordt dan ook in het Arbobesluit behandeld. De essentie van de belasting ten gevolge van arbeid in warme omgevingen is een grotere fysiologische belasting van het lichaam: het lichaam moet zich (meer) inspannen om een verhoging van de lichaamstemperatuur tegen te gaan of te beperken. Als we dit laatste als criterium hanteren om na te gaan of er sprake is van warmtebelasting, blijkt al gauw dat ook in het op zich klimatologisch niet bijzonder warme Nederland zich toch op ruime schaal warmtebelasting van werknemers voordoet.
57
7. Eisen, ambities en informatie voor receptie/balie/winkelmedewerkers Aan de balie, aan de receptie of in de winkel streef je naar een optimale situatie van de ergonomie van ledematen en zintuigen. Dit hoofdstuk behandelt de ergonomische eisen, ambities en achtergrondinformatie voor medewerkers werkzaam aan de receptie, aan een balie of in een winkel, vaak gecombineerd tot één takenpakket en/of werkplek. Ergonomie
7.1 Ergonomie en receptie/balie/winkel-medewerkers 7.1.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De receptiemedewerker denkt en werkt actief mee aan optimaal baliewerk in combinatie met shopwerk in samenwerking met het management in relatie tot techniek en spullen, organisatie en software alsook gedrag en attitude. Zij/hij wisselt op een natuurlijke wijze geregeld tussen zitten en staan. De receptiemedewerker is op de hoogte van wettelijke eisen en regels t.a.v. de ergonomie van baliewerkplekken. Ambities werkgevers Het ontwerp en de inrichting van de receptie heeft plaatsgevonden in uitgebreid overleg met de receptiemedewerker(s) en volgens de principes en eisen zoals verwoord in Arbothemacahier 7 ‘Baliewerk’, 2e druk 2004, Sdu. Hierbij is gedacht aan alle verschillende kenmerken en werkzaamheden en typische activiteiten (receptie, inschrijving, tickets, betaling, uitgifte). De werkgever voert een beleid ter voorkoming van lichamelijke klachten door belastende werkhoudingen en repeterende handelingen . Hierbij is ook rekening gehouden met veiligheid, vertrouwelijkheid, klimaat, geluid en functie- en taakinhoud.
58
Eisen werknemers De medewerker kent en volgt qua gedrag het VVV -informatieblad A150. Eisen werkgevers De receptie is uitgerust met apparatuur, meubilair, inrichting en programmatuur, die voldoet aan de basiseisen uit de arboregeling artikel 5. De receptie is ingericht conform VVV- informatieblad A150.
Werkt u per dag 2 uur of langer actief aan het beeldscherm, dan gelden ook de Beeldschermwerkeisen en ambities van kantoormedewerkers
7.1.2 Achtergrondinformatie Meer informatie kunt u vinden op internet bij http://www.arbobondgenoten.nl/arbocatalogus/vvv/balie.pdf.
59
8. Eisen, ambities en informatie voor kantoormedewerkers Rustig kijken op een duidelijk beeldscherm in een optimale opstelling met goede hulpmiddelen (toetsen, muizen, printen), dat wil je graag als kantoormedewerker. Hier komen de eisen en ambities aan de orde die gelden voor de ergonomie en het beeldschermwerk van kantoormedewerkers met een administratief takenpakket. Beeldschermwerk
8.1 Beeldschermwerk voor kantoormedewerkers 8.1.2 Eisen en ambities Ambities werknemers Elke werknemer controleert regelmatig of zijn/haar eigen beeldschermwerkplek en zijn/haar gedrag conform het “werkenmetbeeldschermblad”. Hij/zij volgt actief de bewegings- en tijds-adviezen op en overlegt periodiek hierover met collega’s en werkgever. Nieuwe ideeën en vragen worden zonder schroom tot uiting gebracht. Bij veranderingen wordt goed meegedacht. Ambities werkgevers De werkgever brengt actief en periodiek bij alle werknemers het “werkenmetbeeldschermblad” onder de aandacht. Nieuwe medewerkers en medewerkers met bekende klachten krijgen extra aandacht. De werkgever vergewist zich er periodiek van, dat haar/zijn werknemers actief de adviezen uit het “werkenmetbeeldschermblad” navolgen, dat de beschikbare spullen in orde zijn en gaat na of er nog relevante nieuwe ontwikkelingen zijn. Bij belangrijke veranderingen wordt nagegaan of het beeldschermwerk ook aangepast moet worden. Op verzoek stelt de werkgever extra’s middelen zoals bijvoorbeeld een pauzeprogramma ter beschikking.
60
Eisen werknemers De werknemer heeft kennis genomen van het “werkenmetbeeldschermblad”. Eisen werkgevers De werkgever zorgt er voor, dat alle medewerkers voorzien zijn van het “werkenmetbeeldschermblad”. Werkgever zorgt voor een goede werkplekinrichting zoals beschreven in het “werkenmetbeeldschermblad”. Op vragen en suggesties van medewerkers wordt zo goed mogelijk ingegaan Bijlage Achtergrondinformatie beeldschermwerk
8.1.3. Achtergrondinformatie Kennis van en beschikbaarstelling van volgende tekst is vereist voor werknemers en werkgevers. 1. Werkplanning en onderbreking Aandachtspunten medewerker: √ Voorkom dat langer dan twee uur aaneengesloten aan het beeldscherm wordt gewerkt √ Onderbreek beeldschermwerk regelmatig. Verricht om de twee uur andersoortig werk gedurende tenminste 10 minuten of pauzeer. Doe dit bij intensief beeldschermwerk om het uur. √ Verricht bij voorkeur per etmaal in totaal niet langer dan 6 uur beeldschermwerk. √ Onderbreek het beeldschermwerk, ook als de werkdruk hoog is, regelmatig met ander werk dan pauzes. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het negeren van pauzes niet altijd bijdraagt aan een hogere prestatie. Juist korte onderbrekingen dragen bij aan een 'verfriste' manier van werken en een verbeterde werkhouding √ Doe tussendoor rek- en strekoefeningen * Beperk ook in de privétijd het gebruik van de computer. Doordat in veel gevallen, en vooral thuis, de werkopstelling onvoldoende is afgestemd op de persoon is hier de kans op het ontwikkelen van gezondheidsklachten reëel en mogelijk groter dan op kantoor.
61
2. Bureaustoel en zitten Aandachtspunten medewerker: Een goede lichaamshouding bij het verrichten van beeldschermwerk is erg belangrijk. Om een goede werkhouding te verkrijgen houdt u bij het zitten rekening met de volgende richtlijnen: √ De voeten rusten plat op de grond √ De hoek tussen onder- en bovenbenen is minimaal 90°, √ De bloedvaten worden niet afgekneld, doordat er tussen de zitting en de knieholte tenminste een vuistbreedte ruimte is. √ De bovenbenen worden voldoende ondersteund door de diepte van de zitting. √ De bekkenrand en onderrug worden (op heuphoogte) ondersteund door een lendesteun. √ De rug wordt ondersteund in een rechte werkhouding; vanuit deze positie kunt u de informatie op het scherm goed lezen) √ De ellebogen worden ondersteund door de (bij voorkeur korte) armsteunen. √ De schouders zijn ontspannen en de onderarmen vormen een hoek van 90° ten opzichte van de bovenarmen.
√ Raadpleeg voor aanpassingen aan de bureaustoel de bijgeleverde handleiding of informeer ernaar bij de werkplekconsulent of de facilitair medewerker. 3. De armen en armsteunen Aandachtspunten medewerker: √ Voor de ondersteuning van de armen is het gebruik van armsteunen waarop tenminste de ellebogen geplaatst kunnen worden voldoende. √ De armen worden ondersteund dicht naast het lichaam. Het geforceerd opzij plaatsen van de ellebogen is ongewenst. √ Bij het ontbreken van armsteunen kan het werkblad worden gebruikt voor een goede ondersteuning van de onderarmen. Wees daarbij alert op het voorkomen van een te ver voorover gebogen werkhouding. * Armsteunen welke het dicht aanschuiven aan het bureau belemmeren zijn te lang. Verwijderen van deze armsteunen is een oplossing in dat geval. Het ondersteunen van de ellebogen door aangepaste armsteunen verdient de voorkeur boven ondersteuning op het werkblad.
62
4. De hoogte van het werkblad Aandachtspunten medewerker: * Als de stoel op een juiste wijze is ingesteld op uw lichaamsafmetingen (zie bureaustoel en zitten en armen en armsteunen) dient de hoogte van het werkblad te worden aangepast. De ideale hoogte van het werkblad is bij voorkeur ca. 1 cm lager dan de hoogte van de armsteunen is. Indien de hoogte van het werkvlak niet aan te passen is (bureau met vaste hoogte) dient * voor 'lange' medewerkers het bureau te worden verhoogd. * voor 'kleine' medewerkers de te grote hoogte van het werkblad te worden gecompenseerd met een voetensteun * Pas de hoogte van het werkblad niet aan aan de lengte van uw (over)buurcollega, maar bepaal de hoogte afhankelijk van de gewenste zithoogte en afhankelijk van de te verrichten werkzaamheden. 5. De monitor en stand van het hoofd Aandachtspunten medewerker: √ Monitor en toetsenbord staan bij voorkeur in één kijkrichting en recht voor de gebruiker. √ De documenten staan, bij voorkeur met gebruikmaking van een documenthouder, tussen het toetsenbord en het scherm. √ De bovenrand van het scherm is (blind typen) gelijk aan ooghoogte of (bij niet-blind typen) 10 cm lager dan ooghoogte. √ Aanpassing van de hoogte van de monitor kan door gebruik te maken van een (eventueel in hoogte verstelbare) monitorstandaard. √ Het scherm staat bij voorkeur haaks op het raam in verband met hinderlijke lichtinval. √ Een plaats bij het raam kan aangenaam zijn vanwege het zicht naar buiten, maar is niet aan te raden vanwege een vergrote kans op hinderlijke lichtinval. 6. De monitor en de oogfunctie Aandachtspunten medewerker: √ Het beeldscherm staat op een zodanige afstand, zodat een goede waarneembaarheid van (de informatie op) het scherm gegarandeerd is. Indien dit niet het geval is, pas dan de afstand aan of de grootte van het gebruikte lettertype. √ Indien daartoe aanleiding is kan een oogonderzoek worden uitgevoerd. Daarbij wordt vastgesteld of aanpassing van de ogen bij het verrichten van beeldschermwerk nodig is. Een oogonderzoek wordt aangeraden in de volgende situaties: Als de medewerker voor de eerste keer aan het beeldscherm gaat werken (vaststellen uitgangssituatie). 1 x per 4 jaar (voor medewerkers van 40 en voor hen die een leesbril dragen. Als een medewerker oogklachten aangeeft. √ Een beeldschermbril is beschikbaar indien nodig. Een (gedeeltelijke) vergoeding door de werkgever is mogelijk. Overleg met uw manager. 7. Wat te doen bij (aanhoudende) klachten Aandachtspunten medewerker: √ Controleer uw eigen werkmethode en werkplek nog eens. Overleg met collega's en manager. √ Indien nodig raadpleeg de bedrijfsarts of andere aangewezen deskundige en vraag eventueel een werkplekonderzoek aan. 63
8. Inrichting kantoren Aandachtspunten werkgever: √ Houd, indien mogelijk bij (her)inrichting van het gebouw rekening met de plaats waar de aansluitingen voor de computers zich bevinden. Het verdient de voorkeur om deze niet al te dicht in de nabijheid van het raam aan te brengen, zodat een opstelling op enige afstand van het raam mogelijk is. √ Maak indien nodig gebruik van voldoende lange verlengsnoeren of geleidingen vanaf het raam. √ Verstrek aan de medewerkers bureaustoelen die zoveel mogelijk in overeenstemming zijn te brengen met de lichaamsafmetingen van de medewerkers. Volgens de norm NEN EN 1335 gelden de volgende afspraken m.b.t. de verstelbaarheid: Een verstelbare zithoogte Een verstelbare zitdiepte Een verstelbaar rugsteunpunt (voor ondersteuning van de lendenen). Niet verplicht maar wel aan te raden: In hoogte en breedte verstelbare armsteunen. De lengte van de armsteunen is afhankelijk van de lichaamsafmetingen en is zo dat voldoende aanschuiven aan het bureau mogelijk is. √ De werktafel of het bureau is voorzien van een bij voorkeur in hoogte verstelbaar werkblad. Verstelbaarheid (= eenvoudige aanpassing door de medewerker zelf) is noodzakelijk bij flexplekken en instelbaarheid (door aanpassingen van de facilitair medewerker) is toereikend bij toewijzing van vaste werkplekken aan de medewerkers. √ Indien aanpassing van de werkhoogte niet mogelijk dienen voetensteunen beschikbaar te zijn die voldoende ondersteuning bieden voor de gehele voet. √ Overweeg bij medewerkers met een verhoogd risico op klachten vanwege langdurig (en onafgebroken) beeldschermwerk pauzesoftware te installeren. Deze software zorgt ervoor dat uw medewerkers niet onbeperkt kunnen doorwerken achter hun computer. De software last verplichte pauzes in. In die pauzes kan de medewerkers andere taken doen. De pauzesoftware geeft ook vaak oefeningen op die het ontwikkelen van klachten voorkomen. √ Laat de hoogte van de werkbladen geen criterium zijn voor een esthetische inrichting, maar houd rekening met de verschillen in lichaamslengte van de medewerkers.
Bron en nadere informatie P. Voskamp Arbo-informatieblad 2 'Werken met Beeldschermen' , Sdu, 2007, 5e herdruk Gezond werken met de computer.pdf Tips voor de beeldschermwerkplek.pdf
64
9. Eisen, ambities en informatie voor schoonmaakmedewerkers Je maakt alles graag schoon, maar wel met een normaal gebruik van je lichaam. Gladde vloeren en uitglijden, dat is niet jouw stijl. Ladders en trappen zijn er om veilig op hoogte te kunnen werken zonder valpartijen of gestuntel. Je bent graag goed op de hoogte van de gevaren en eisen, die de verschillende schoonmaakmiddelen kennen. Schoonmaakwerk is vaak nat en vergt veel van je huid. In dit hoofdstuk komen de eisen, ambities en informatie aan bod voor de medewerkers die de schoonmaak verrichten. Het gaat om de volgende aspecten: Fysieke belasting Gladde vloeren Ladders en trappen Schadelijke stoffen Huidbelasting bij nat werk
9.1 Fysieke belasting voor schoonmaakmedewerkers 9.1.1 Eisen en ambitie Ambities werknemers De schoonmakers kunnen geheel zelfstandig hun schoonmaakklussen organiseren, zodanig dat er geen fysieke overbelasting ontstaat. Ambities werkgevers Bij aanschaf arbeidsmiddelen houdt de werkgever rekening met ergonomische bediening ervan. De werkgever zorgt ervoor dat hulpmiddelen ingezet worden, die zwaar en of frequent tillen of veelvuldig handmatig vloer reinigen overbodig maken, waaronder stofzuigers stoomreinigers boenmachines. Eisen werknemers De schoonmakers hebben informatie ontvangen over de risico’s van fysieke arbeid en volgen de instructies over een goede werkwijze, (til)houding en gebruik van hulpmiddelen: mop schoonmaakkar stofzuigers stoomreinigers boenmachines. Eisen werkgevers De werkgever neemt maatregelen, wanneer de NIOSH tilnorm van 25 kg regelmatig wordt overschreden. De werkgever zorgt dat het risico fysieke belasting en de maatregelen zijn opgenomen in de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RIE). De werkgever stelt hulpmiddelen ter beschikking zoals: schoonmaakkar 65
mopwagen met wringer stofzuigers boenmachines. De werkgever draagt zorg voor periodiek onderhoud van wielen. De werkgever zorgt voor instructie en informatie over fysieke belasting.
Zie ook Achtergrondinformatie fysieke belasting schoonmaakmedewerkers
9.1.2 Achtergrondinformatie Tijdens schoonmaakwerk doen zich vele tilwerkzaamheden voor. Denk maar eens aan het tillen van emmers met water, afvalbakken etc. Ook kan het voorkomen dat schoonmaakmedewerkers spullen moeten verplaatsen om hun schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren. Ter voorkoming van gezondheideffecten is goede voorlichting en instructie en het gebruik van hulpmiddelen van groot belang. Tips voor werkgever Zorg dat de medewerkers weten in welke houding ze hun werk het beste kunnen doen; denk aan onderstaande tips voor werknemers. Geef medewerkers periodieke voorlichting en instructie. Maak hierbij gebruik van praktijksituaties. Beter nog is nog beter om te zorgen voor de juiste hulpmiddelen. Geef medewerkers een kar voor het vervoer van de emmers water bij schoonmaakwerk. De kar is uitgerust met een vuilnisvoorziening. Ook bestaat een uitvoering die voorzien is van een wringer voor de mop. Pleeg tijdig onderhoud aan hulpmiddelen, bv wielen van de mopkar Specificaties Mopwagens en schoonmaakwagens zijn er in alle mogelijke uitvoeringen en types. Vergelijkbare uitvoeringsvormen Een uitgebreide schoonmaakkar met wringer, plek voor de bezems en de vuilniszakken. Een schoonmaakkar met wringer voor de mop. Een dweildroogwagen. Door de vormgeving is er weinig kracht nodig voor het uitwringen van de mop. Door de 'V' vorm van de emmer verdwijnen de vrijgekomen vuildeeltjes richting ingebouwd rooster met filter en vuil-bezinkzone.
66
Minder dragen en tillen door centraal vervoer van schoonmaakmiddelen, materialen en vuilnis. Minder bukken door emmers op werkhoogte Betere werkhoudingen Wringen van mop met behulp van een kar in plaats van met de hand Sneller werken door efficiënt vervoer van materiaal Vermindering fysieke belasting en vermindering verzuim Randvoorwaarden bij aanschaf Regelmatig onderhoud aan de wielen is noodzakelijk. Betere wielen Bij gebruik van transportmiddelen met wielen, moet veel aandacht geschonken worden aan het type wiel en het onderhoud van de wielen. Vuistregels voor het bepalen van een goed wieltype: Als een middel niet makkelijk rijdt of niet goed 'spoort', is onderhoud nodig. Een 2x zo groot wiel kost bij "buitenomstandigheden / oneffen vloeren" maar de helft van duw/trekkracht. Een kogellager is de beste lagering. Gebruik bij wielen van 10 cm of groter en een belading van 100 kg of hoger altijd kogellagers. Wielen met een zacht (rubber) loopvlak 'lopen' beter over obstakels. Op zeer vlakke vloeren hebben harde wielen een lagere rolweerstand. Soort wielen: zwenkwielen - het stuur - achter kunt u duwen, dit is beter dan trekken. Vooral omdat u zo uw lichaamsgewicht goed in kunt zetten. Bij een kar waarbij veel bochten gemaakt moeten worden: bokwielen voor en zwenkwielen achter (geen 4 zwenkwielen). Voor een harde ondergrond is een iets zachter wiel beter (b.v.polyurethaan), voor een zachte ondergrond is een hard wiel goed (b.v. nylon).
67
Bij oneffen terrein en kleine obstakels is een zachter wiel beter.
Voor- en nadelen van oplossing Vermindering fysieke belasting door minder zwaar duwen en trekken Minder slijtage aan materialen Sneller werken Minder beschadiging van lading en product Randvoorwaarden bij aanschaf Naast de aanschafkosten heeft u ook te maken met installatiekosten, plaatsingskosten en kosten voor periodiek onderhoud. Zorg voor een onderhoudsprogramma met 2x per jaar een controle voor wielen, bodem, opbouw en hulpstukken van de kar/rolcontainer. Tips voor werknemers Als er een hulpmiddel is om te tillen, is het verstandig dit te gebruiken. Als er geen hulpmiddel is, ga dan door je knieën om iets zwaars op te tillen. Buig bij het optillen door je knieën, houd je rug zoveel mogelijk recht en beweeg langzaam. Gebruik vooral je buik- en beenspieren. Hetzelfde geldt voor het neerzetten van de last. Bepaal het zwaartepunt van de last en zoek een goede balans voor je met het echte tillen begint. Ga recht voor de last staan, zodat je niet met gedraaide rug hoeft te tillen. Verplaats je voeten, als je moet draaien. Ga dicht bij de last staan, zodat je niet hoeft te reiken. Til met twee handen en houd de last zo dicht mogelijk bij het lichaam. Til niet hoger dan je schouders.
Fout
Fout
Goed
Goed
68
Werkhouding, gebruik hulpmiddel Zorg dat je in de juiste houding schoonmaakt. Als je bijvoorbeeld staand werkt, is het belangrijk dat je je rug recht houdt en dat je je gewicht goed over beide benen verdeelt. Bij het dweilen is het belangrijk dat de mop of dweil een steel heeft die precies lang genoeg is voor jou. Houd de stok zo dicht mogelijk bij je lichaam. Vouw de dweil op een goede manier, zodat je hem minder vaak hoeft uit te wringen. Gebruik voor het wringen een wringapparaat. Dweilen doe je zo:
9.2 Gladde vloeren en schoonmaakmedewerkers 9.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De werknemer beoordeelt regelmatig de gladheid van vloeren, voert daarbij behorende onderhoudstaken uit zoals toepassen antislipmiddel en treft zonodig waarschuwingsmaatregelen. Ambities werkgevers De werkgever heeft antislipvloeren laten aanbrengen om uitglijden te voorkomen in hygiënische ruimtes (keuken, douchegelegenheid). De werkgever heeft gladde vloeren laten behandelen met een antislipmiddel. Eisen werknemers De schoonmakers gebruiken de juiste werkschoenen, geschikt voor natte vloeren. De schoonmakers plaatsen waarschuwingsborden op plaatsen, waar vloeren nat zijn en het risico op uitglijden bestaat. De werknemer is op de hoogte van, wat uitglijden kan veroorzaken. De werknemer weet welke maatregelen genomen moeten worden om uitglijden te voorkomen. De werknemer is geïnformeerd over de veiligheidsaspecten en houdt zich aan gegeven instructies.
69
Eisen werkgevers De werkgever zorgt en instrueert, dat waarschuwingsborden worden toegepast “Pas op, natte vloer”, indien deze zijn schoongemaakt of om andere redenen nat zijn geworden. De werkgever geeft schoonmaakmedewerkers werkschoenen, geschikt voor gladde en natte vloeren. De werkgever ziet er op toe dat schoonmakers op een juiste wijze de werkzaamheden uitvoeren. Zie Achtergrondinformatie gladde vloeren
9.2.2 Achtergrondinformatie In iedere werkomgeving bestaat de kans op een ongeval. Ongevallen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen doordat iemand uitglijdt. Door het nemen van preventieve maatregelen kan uitglijden worden voorkomen. Antislipmiddel In de cateringbranche zijn gladde vloeren een bekend probleem. Een oplossing hiervoor is het behandelen van de vloer met een antislipmiddel. Door behandeling met het middel wordt de vloer stroef in zowel natte als droge omstandigheden. Voor- en nadelen van oplossing Minder risico op uitglijden. Vermindering aantal ongevallen t.g.v. uitglijden. De behandeling moet door een deskundige uitgevoerd worden. Na behandeling zijn er geen speciale schoonmaakeisen. Er bestaan verschillende soorten antislipmiddel, die geschikt zijn voor verschillende vloeren.
9.3 Ladders en trappen voor schoonmaakmedewerkers 9.3.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De schoonmaker heeft voldoende inzicht voor het veilig gebruik van trappen en ladders. De schoonmaker is in staat om trap en of ladder voor gebruik te controleren. De schoonmaker heeft voldoende veiligheidsinzicht om te beoordelen of het gebruik van een trap of ladder toepasbaar is. De schoonmaker vertoont veilig gedrag. Ambities werkgevers De werkgever zorgt er voor dat schoonmaakmedewerkers veilig kunnen werken. De werkgever neemt hiervoor zonodig organisatorische maatregelen. Eisen werknemers De schoonmaker is geïnformeerd over het juist gebruik van trappen. De schoonmaker is geïnformeerd over het juiste gebruik van ladders zoals het plaatsen van ladders tegen de gevel onder een hoek van 75˚. 70
Eisen werkgevers De werkgever zorgt voor ladders en trappen die voldoen aan de NEN 2484. De werkgever zorgt er voor dat ladders die gebruikt worden als toegangsmiddel of als arbeidsmiddel minstens voldoen aan het Besluit draagbaar klimmaterieel van de Warenwet. De werkgever controleert periodiek jaarlijks trappen en ladders en legt de bevindingen schriftelijk vast. Zie Achtergrondinformatie Ladders en trappen
9.3.2 Achtergrondinformatie Tijdens schoonmaakwerkzaamheden maakt men regelmatig gebruik van trappen en/of ladders. Het gebruik van trappen en ladders is niet zonder risico. Vaak zien we in de praktijk dat onzorgvuldig om wordt gegaan met het gebruik van trappen en ladders. Snelheid gaat vaak boven het veilig en stabiel plaatsen van trappen en of ladders. Tips voor werkgevers Zorg dat trappen en of ladders voldoen aan NEN2484 Zorg voor een geschikte trap en of ladder bij de activiteit/werkzaamheid Zorg voor periodieke controle van trappen en ladders Informeer medewerkers over het juiste gebruik van het hulpmiddel "Door mensen op de juiste manier aan te spreken, gaan zij zelf nadenken. Vraag niet: Wat doe je nu?, dit wordt gevoeld als een waarde-oordeel. Beter is: Waarom doe je dit, wat denk je dat de gevolgen kunnen zijn, hoe zou dit beter kunnen volgens jou?" Vertel medewerkers niet wat zij fout doen, maar stel vragen over de veiligheid van hun handelen. Welke risico's kennen zij? Hoe kunnen zij zelf de risico's verminderen? Door deze aanpak leren medewerkers om zelf na te denken over hun veiligheid. Mensen voelen zich serieus genomen en voelen zich bovendien verantwoordelijk voor hun eigen handelen. "Observeren en in gesprek gaan met medewerkers, werd een speerpunt in het veiligheidsprogramma." Door medewerkers zelf te laten benoemen wat er fout kan gaan, wat het gevolg kan zijn, wat ze zelf kunnen doen om dit te voorkomen en afspraken te maken om voortaan zo te werken, ontstaat ongemerkt gewenst gedrag en dus minder kans op nieuwe gevaarlijke situaties. Tips voor de werknemer Controleer voor gebruik de trap of ladder op gebreken Gebruik uitsluitend een hulpmiddel zonder gebreken Zorg altijd voor een stabiele plaatsing Zorg bij het gebruik van ladders voor een juiste hellingshoek (75 graden) Bepaal voorafgaande aan de activiteit, of er extra maatregelen nodig zijn, zoals zichtbare afzetting, afsluiten van een gang of route.
71
Goede en slechte praktijk gebruik ladders
Inspectierapport ladders en trappen Materieel
Soort: Merk/type
Unieknr:
Datum:
Plaats:
: Inspectie
Inspectiegegevens 1 = in orde, 2 = niet in orde, 3 = NVT 1
Opschriften
2
Gebruikershandleiding
3
Functioneren
1
2
3
Opmerkingen
72
4
Rechtheid
5
Compleetheid
6
Afmetingen
7
Speling
8
Bomen / stijlen
9
Sporten / treden
1
Sport-boom/trede-stijlverbinding
1
Bevestigingsmateriaal
1
Opsteek-, schuif-, valhaken
1
Reformpennen / -haken
1
Spreidstandbeveiliging
1
Stabiliteitsbalk
1
Optrektouw en –katrol
1
Ladder- / trapvoeten
1
Afdekdoppen en opvuldoppen
1
Versterkingsstrippen
2
Uitschuifbegrenzing
2
Steunbeugel
2
Bordes / staplateau
2
Schanieren
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 2 4 Veiligheidssticker kan worden verstrekt
Tekortkomingen waargenomen
Handtekening en stempel.
Dit rapport is gebaseerd op de Arbo-wet en NEN-EN 2484 73
9.4 Schoonmaakmiddelen en gevaarlijke stoffen voor schoonmaakmedewerkers 9.4.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De schoonmaker heeft voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig om te kunnen gaan met schoonmaakmiddelen vallend onder gevaarlijke stoffen. De schoonmaker is in staat om gevaarssymbolen te lezen en te beoordelen. De schoonmaker is op de hoogte waar veiligheidsinformatiebladen te vinden zijn. Ambities werkgevers De werkgever voert een beleid om zo veel mogelijk alle volgens de arbowet vallende schadelijke stoffen te vervangen door stoffen zonder gevaarsindicatie. De werkgever stelt zich op de hoogte van ontwikkelingen die er zijn om schadelijke producten te vervangen door minder schadelijke producten. De werkgever vervangt gevaarlijke schoonmaakmiddelen zo veel mogelijk door minder schadelijke alternatieven. Eisen werknemers De schoonmaker is geïnformeerd over de risico’s van de (schoonmaak)middelen. De schoonmaker is geïnformeerd over het gebruik van schoonmaakmiddelen. De schoonmaker is geïnformeerd over de inhoud van veiligheidsinformatiebladen van schoonmaakmiddelen en waar deze zich bevinden. De schoonmaker is geïnformeerd welke persoonlijke beschermingsmiddelen van toepassing zijn ( b.v. beschermende kleding, handschoenen, oogbescherming). De schoonmaker weet hoe te handelen als er schoonmaakmiddel in het oog spat. Eisen werkgevers De werkgever voert een beleid gericht op het zo min mogelijk gebruik maken van schadelijke stoffen en zorgt er voor dat er geen stoffen worden gebruikt die vallen onder de categorie kankerverwekkend of mutageen. De werkgever zorgt dat het risico gevaarlijke stoffen en de maatregelen zijn opgenomen in de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RIE). De werkgever zorgt voor een aparte kast voor opslag van schoonmaakmiddelen en afwasmiddelen. De werkgever zorgt voor het opstellen en bijhouden van een gevaarlijk stoffen register. De werkgever zorgt dat veiligheidsinformatiebladen over schoonmaakmiddelen voor medewerkers beschikbaar zijn. De werkgever stelt gebruikers instructies op voor werknemers voor alle schoonmaakmiddelen. De werkgever vertelt aan medewerkers, waar zij informatie over schoonmaakmiddelen / schadelijke stoffen kunnen vinden. De werkgever informeert medewerkers over de risico’s en het veilig gebruiken van schoonmaakproducten. De werkgever stelt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschikbaar, zoals in het veiligheidsinformatieblad is weergegeven. PBM’s worden periodiek vervangen of onderhouden. De werkgever zorgt voor de voorgeschreven maatregelen zoals deze worden voorgeschreven op het veiligheidsinformatieblad ( voorbeeld oogspoeling).
74
9.4.2 Achtergrondinformatie Voor schoonmaakwerkzaamheden worden middelen gebruik die schadelijk kunnen zijn. Om te voorkomen dat medewerkers gezondheidseffecten krijgen van het werken met schoonmaakmiddelen is het van belang om medewerkers goed te informeren en het gebruik van schadelijke stoffen terug te dringen. Alle producten met een oranje gevaarssymbool op het etiket bevatten gevaarlijke stoffen. Denk bijvoorbeeld aan de professionele vaatwasmiddelen, die in uw bedrijf gebruikt worden, zoals biertankreiniger, vloerreiniger, ontstoppingsmiddelen, maar ook grill- en ovenreinigingsmiddelen en ontkalkingsmiddelen. Ook desinfecteermiddelen en zuren zijn gevaarlijke stoffen, evenals koolzuur en stikstof, dat is opgeslagen in cilinders voor het tappen van bier. Tips voor werkgevers Plaats opslag van schoonmaak en afwasmiddelen in een aparte kast. Zorg voor het bijhouden van een gevaarlijke stoffen register. Vervang gevaarlijke schoonmaakmiddelen door minder schadelijke alternatieven. Als deze producten op de markt zijn, gebruik deze dan. Zorg dat veiligheidsinformatiebladen over schoonmaakmiddelen voor medewerkers beschikbaar zijn. Stel gebruikers instructies op voor werknemers voor alle schoonmaakmiddelen Vertel medewerkers waar zij informatie over schoonmaakmiddelen / schadelijke stoffen kunnen vinden. Informeer medewerkers over de risico's en het veilige gebruik van schoonmaakproducten. Gebruik maken van automatisch doseersysteem of blokjes Bij gebruik van corrosieve afwasmiddelen een afzuiginstallatie plaatsen boven de afwasmachine, die de dampen bij gebruik direct afzuigt Tips voor de werknemer Zorg dat je weet waar de veiligheidsinformatiebladen over schoonmaakmiddelen staan. Zorg dat je weet wat je moet doen als je bijvoorbeeld een bepaald schoonmaakmiddel in je oog hebt gekregen. Lees voordat je gaat werken met producten eerst het veiligheids informatieblad en of werkvoorschrift. Voorkom blootstelling aan schadelijke stoffen / schoonmaakproducten door gebruik van de voorgeschreven beschermingsmiddelen / handschoenen.
9.5 Huidbelasting bij nat werk voor schoonmaakmedewerkers 9.5.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De schoonmaker herkent huideffecten als gevolg van de werkzaamheden (zie internettest van Het Centrum voor Huid en Arbeid via www.huidenarbeid.nl. Ambities werkgevers De werkgever streeft er naar dat er geen producten worden gebruikt die met allergenen (stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken) of irriterende stoffen worden gebruikt. 75
Eisen werknemers De schoonmaker heeft voldoende kennis en inzicht over de arbeidsrisico’s. De schoonmaker weet welke beschermende maatregelen genomen moeten worden om gezondheidseffecten te voorkomen. De schoonmaker maakt gebruik van de juiste beschermingsmiddelen. De schoonmaker heeft voldoende kennis over de producten waarmee hij werkt. De schoonmaker weet wat hij moet doen als oplossingen of schoonmaakmiddelen in het oog komen. De schoonmaker is geïnformeerd over de mogelijke gezondheidseffecten van het werken met schoonmaakmiddelen en werken met water en ‘natte handen’. De schoonmaker heeft de beschikking over de juiste handschoenen. Eisen werkgevers De werkgever heeft medewerkers geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de arbeidsrisico’s en heeft hiervoor passende maatregelen aangeboden en zo nodig aangepast aan de individuele eisen. De werkgever geeft aan nieuw en zittend personeel voorlichting en instructie over het werken met schoonmaakmiddelen en de mogelijke gevolgen van ‘natte handen’. De werkgever zorgt voor het beschikbaar stellen van de juiste beschermingsmiddelen. De werkgever informeert schoonmakers, wat zij doen moeten bij huidklachten. Als blootstelling niet voorkomen kan worden, zorgt de werkgever er voor dat de duur van de blootstelling beperkt wordt. Bij blootstelling zorgt werkgever er voor, dat er persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld. De werkgever zorgt er voor, dat van de stoffen, die gezondheidsklachten kunnen geven, de aard en de mate en duur van de blootstelling bepaald wordt.
9.5.2 Achtergrondinformatie Werken met bepaalde stoffen, kan leiden tot huidaandoeningen. Soms zijn mensen allergisch voor stoffen die in principe onschuldig zijn, maar waar hun huid toch slecht op reageert. Een bekend voorbeeld daarvan is eczeem. Andere huidaandoeningen ontstaan door blootstelling aan irritatie veroorzakende ('irritatieve') en zwak toxische stoffen, zoals oplosmiddelen en zepen. Mensen met een huidaandoening, hebben last van (een van) de volgende symptomen: jeuk een rode huid blaasjes een schilferende huid een vochtige huid een verbrande huid door contact met bepaalde chemische stoffen De klachten ontstaan doorgaans na meerdere contacten met een bepaalde stof, maar soms is eenmalige blootstelling al voldoende. Soms stoppen de klachten als men niet meer wordt blootgesteld aan de stof. Mensen kunnen dan blijven werken, zolang ze maar niet meer worden blootgesteld aan de stof. De klachten kunnen zich echter ook uitbreiden en chronisch worden. Dit kan ertoe leiden dat men niet meer kan werken.
76
Een groot aantal stoffen kan een huidaandoening veroorzaken. Een veel voorkomende aandoening is eczeem. Bij het gebruik van latex handschoenen en 'nat' werk, in combinatie met het gebruik van zeep kan eczeem ontstaan. Tips voor de werkgever Plaats opslag van schoonmaak en afwasmiddelen in een aparte kast. Zorg voor het bijhouden van een gevaarlijke stoffen register. Vervang gevaarlijke schoonmaakmiddelen door minder schadelijke alternatieven. Als deze producten op de markt zijn, gebruik deze dan. Zorg dat veiligheidsinformatiebladen over schoonmaakmiddelen voor medewerkers beschikbaar zijn. Stel gebruikersinstructies op voor werknemers voor alle schoonmaakmiddelen Vertel medewerkers waar zij informatie over schoonmaakmiddelen / schadelijke stoffen kunnen vinden. Informeer medewerkers over de risico's en het veilige gebruik van schoonmaakproducten. Gebruik maken van automatisch doseersysteem of blokjes Bij gebruik van corrosieve afwasmiddelen een afzuiginstallatie plaatsen boven de afwasmachine, die de dampen bij gebruik direct afzuigt Tips voor de werknemer Gebruik bij het schoonmaken werkhandschoenen, katoenen handschoenen voor onder de werkhandschoenen en beschermende crèmes. Deze beschermen je huid tegen schadelijke stoffen in de schoonmaakmiddelen. Wees alert op het ontstaan van huidklachten Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen consequent. Mensen met huidklachten kunnen voortaan op internet testen of hun huidziekte beroepsgerelateerd is. Het Centrum voor Huid en Arbeid heeft daartoe een test gelanceerd op www.huidenarbeid.nl. Met de online test wordt snel duidelijk of de vorm van handeczeem licht, matig of ernstig van vorm is en of de relatie met het werk waarschijnlijk is. De uiteindelijke diagnose is aan de eigen bedrijfsarts of huisarts.
77
10. Eisen, ambities en informatie voor professionals Professioneel omgaan met je leerlingen, dat is het ultieme doel van de professional. Dit betekent dat je veel aandacht besteed aan veiligheidszaken van de golfsituatie en van de golfers en hun gedrag. Graag houd je wel de belasting van je lichaam binnen normale proporties. Ook met zonlicht en het Nederlandse klimaat ga je professioneel om. In dit hoofdstuk worden de eisen en ambities benoemd voor alle professionals, die als docent (‘teaching pro’) optreden op golfterreinen, ongeacht of ze als zpp’er of werknemer actief zijn: Veilig golfen Fysieke belasting Klimaat en zonlicht
10.1 Veilig lesgeven door professionals 10.1.1 Eisen en ambitie Ambities werknemers De professional behoedt eigen leerlingen voor onveilig gedrag. Professional wijst ook andere golfers op onveilig gedrag. Professional zorgt voor zijn eigen veiligheid en de veiligheid van de eigen leerlingen. De professional is een voorbeeld van veilig gedrag op de golfbaan. Ambities werkgevers Werkgever zorgt er voor, dat bij het ontwerp van een oefenplaats/driving range rekening wordt gehouden met veiligheidsaspecten: Er is voldoende veilige afstand tussen 2 oefenplekken. Bij afgebakende afslagplaatsen zijn er geen obstakels, waar de bal tegen aan kan komen en (terug)ketsen. Balken en palen zijn afgeschermd ter voorkoming van afketsen in ongewenste richting. Er is voldoende hoogte van het dak (vrije swingbaan). De hellingshoek van het dak is zodanig, dat wegkaatsende ballen naar voren gaan.
78
De onderkant van het dak is zo geconstrueerd dat er geen ballen terug kunnen stuiten. Op plaatsen waar balveiligheid niet kan worden geborgd zijn functionele afschermingen/ afrasteringen/netten aangebracht. Eisen werknemers De professional is in staat om de (on)veiligheid van situaties in te kunnen schatten. De professional zal zeker bij de beginnende lesser aandacht besteden aan de veiligheid van het golfspel en de omstandigheden (bijv. onweer). De professional is bij uitstek de persoon, die mensen wijst op onveilige situaties en mensen informeert hoe zij zich op de drivingrange en door de baan veilig moeten gedragen. Hij/zij instrueert leerlingen hoe zij zich moeten opstellen, wanneer er geslagen wordt en waar zij moeten lopen en staan en hoe zij zo nodig anderen waarschuwen, bijvoorbeeld de geroepen waarschuwing ‘fore’, als er gebukt moet worden. Eisen werkgevers Er zijn duidelijke afspraken gemaakt en vastgelegd, wie verantwoordelijk is voor veiligheid, onderhoud en faciliteiten van banen en drivingranges tussen professional en beheerder van de golfaccommodatie. De lesplek biedt voldoende ruimte, zodat tijdens een swing geen obstakel kan worden geraakt. De lesplek biedt veilige loopruimtes. De golfbaan besteedt specifieke aandacht aan leerlingen (onervaren en ervaren), gericht op het bewust maken en aanleren van de veiligheidsregels op de golfbaan. Het overbrengen van kennis, inzicht en aanleren van veilig gedrag maakt onderdeel uit van de golflessen en instructies.
10.1.2 Achtergrondinformatie Driving range
Afslagplaatsen met afscheiding
79
10.2 Fysieke belasting voor professionals 10.2.1 Eisen en ambities Ambities werknemers Professional draagt met verve een gezond fysiek gedrag uit met afwisseling en dynamiek aan leerlingen en anderen. Ambities werkgevers Werkgever verschaft voldoende en adequate mogelijkheden voor pauzes, zitten en opslag van persoonlijke spullen in nabijheid van de leslocaties. Eisen werknemers Professional kent de gezondheidsrisico’s van eenzijdige en/of overmatige fysieke belastingen en werkhoudingen. Professional zorgt voor een goede afwisseling van de eigen statische werkhoudingen (staan, observeren, vertellen) en dynamische werkhoudingen (voordoen, lopen). Professional neemt voldoende pauzes. Eisen werkgevers De leiding van de golfaccommodatie maakt duidelijke afspraken met professionals over fysieke belasting bij groepslessen over het klaarzetten van ballen. Info over tillen en bukken
80
10.3 Klimaat en zonlicht voor professionals 10.3.1 Eisen en ambities Ambities werknemers De professional neemt de juiste maatregelen ter voorkoming van gezondheidseffecten vanwege klimaat en weersomstandigheden (warmte, koude) en zonlicht en vormt een voorbeeld voor anderen. Ambities werkgevers De golfbaan biedt professional goede bescherming tegen verschillende weersomstandigheden. De driving range heeft zowel een open als een overdekt deel. De golfbaan zorgt voor een drinkvoorziening direct bij de driving range voor leerlingen en professionals. Eisen werknemers De professional draagt beschermende kleding tegen koude. De professional voorkomt warmteproblemen door: Op tijd te pauzeren en voldoende te drinken. De tijd dat hij/zij met hitte/warmte te maken heeft beperkt door het werk af te wisselen. Gezondheidsklachten door warmte-uitputting, zoals duizeligheid, hoofdpijn en misselijkheid, op tijd te melden. De professional beschermt haar/zijn huid tegen zonlicht. Eisen werkgevers Golfbaan/werkgever maakt heldere afspraken over kleding of stelt beschermende kleding beschikbaar voor verschillende weersomstandigheden.
81
11. Eisen en ambities voor managers Je geeft vooral het goede voorbeeld in alle denkbare opzichten. Managers moeten in hun ambitie altijd voldoen aan de hoofdeis voor alle leidinggevenden: zij/hij geeft het goede voorbeeld aan haar/zijn medewerkers en communiceert helder en tijdig over het bedrijfsbeleid, met name ten aanzien van arbeidsomstandigheden.
Voor managers en andere medewerkers met een leidinggevende functie gelden verder geen specifieke of bijzondere eisen of ambities. De eisen en ambities die gelden voor alle functies binnen de golfbranche, gelden uiteraard ook voor managers. Dit betreft blikseminslag, BHV, agressie, geweld & sociale hygiëne en werkdruk door piekbelasting. En als manager ben je ook op de hoogte van goed tillen en bukken en informatie over zonlicht. Tevens zijn voor managers de eisen en ambities voor beeldschermwerk door kantoormedewerkers van toepassing.
82
12. Veelgestelde vragen Voor wie is de Arbocatalogus Golfaccommodaties bedoeld? Alle eisen en ambities in deze arbocatalogus gelden voor alle betrokkenen in de golfbranche, voor zover zij een ‘werkgeversrol’ dan wel ‘werknemersrol’ bezetten. Dit is ongeacht de formele positie die men bekleedt als werkgever, werknemer met contract voor (on)bepaalde tijd, vrijwilliger, zelfstandige zonder personeel (zpp’er) of inhuurkracht (van uitzendbureaus). Af en toe worden ook eisen en ambities uitgesproken richting de golfers/gasten, wanneer hun gedrag aanleiding kan zijn tot gevaren voor personeel. Wat is de betekenis van de eisen en ambities? Met eisen wordt gedoeld op afspraken, regelingen en oplossingen die gelden voor alle werkgevers die lid zijn van de NVG en voor alle werknemers in de branche. Niet voldoen aan deze eisen moet gelijkgesteld worden met het overtreden van arbowettelijke regelingen, waarvoor door de Arbeidsinspectie boetes gegeven kunnen worden. Dit zijn realistische en haalbare basiseisen, waaraan eenieder in de golfbranche kan en moet voldoen. Deze eisen zijn de kern van de arbocatalogus. Met ambities wordt gedoeld op bekende goede praktijken die nu slechts voor enkelen zijn weggelegd, maar die gelden als streven om in de toekomst te bereiken voor grotere aantallen. Doelstellingen voor de toekomst dus. Ben ik verplicht om me te houden aan de eisen en ambities? NVG en VPP spreken de verwachting uit, dat alle werkgevers èn alle werknemers op korte termijn volledig zullen voldoen aan de eisen. Kortom, aan de eisen moet ieder in zijn rol van werkgever of werknemer voldoen. Dit heeft de status van wettelijke eis. Tevens gaan NVG en VPP er van uit, dat allen (werkgevers èn werknemers) nu al een deel van de ambities hebben waargemaakt en een groeimodel nastreven om aan steeds meer ambities te voldoen in de loop der jaren. Ambities zijn dus nastrevenswaardige doelen, maar geen harde korte termijn eisen. Voor welke functies kan ik oplossingen vinden? Er zijn in deze arbocatalogus algemene risicothema’s benoemd die gelden voor alle tien functies in de golfbranche. Voor elk van de tien onderscheiden functies zijn daarnaast nog specifieke thema’s benoemd. Het betreft de functies/personeelsgroepen: Keukenmedewerkers Bedieningspersoneel Marshals Greenkeepers Ballenrapers Receptie/balie/winkelmedewerkers Kantoormedewerkers Schoonmaakmedewerkers Professionals Managers
83
Waarop is de catalogus gebaseerd? In deze arbocatalogus wordt regelmatig verwezen naar andere bronnen/teksten. Hiervoor is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van digitale bronnen, vrij en gratis beschikbaar via internet. Voor zover dit niet kon, is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om te zorgen, dat zij/hij zelf en zijn personeel beschikken over genoemde informatiebronnen/teksten in geval van eisen. Indien deze niet-digitale/gratis informatiebron wordt genoemd bij ambities, zullen werkgever en werknemers samen de noodzaak van het bezit ervan afspreken. Hoe kan ik informatie vinden in de catalogus? Informatie is op drie manieren te vinden: Klikken in het menu aan de linkerkant van de pagina Bladeren met Vorige | Volgende, bovenaan de pagina Trefwoord(en) invullen in het zoekveld bovenaan de pagina. Voor het zoeken gelden dezelfde regels als voor Google. Tik bijvoorbeeld in: info bedienend personeel. Dan volgt een lijst me alle pagina's waarop één of meer van deze woorden voorkomen. Tik in: "info bedienend personeel" (met aanhalingstekens) om alleen pagina's te krijgen met deze letterlijke tekst. Tik in: perso* om alle pagina's te vinden waarin woorden voorkomen die beginnen met perso, zoals personeel, personeelsleden, personen, persoon. Alleen pagina's gezocht met eisen voor managers? Tik dan in: eisen +managers. Of juist niet voor managers? Tik dan in: eisen managers.
84
13. Uitvoeren van de RI&E Bent u lid van NVG en wilt u het branche-RI&E-instrument gebruiken om voor uw organisatie de risico-inventarisatie uit te voeren, ga dan op internet naar: RI&E Golfbranche (https://www.humatix.nl/rie/start/golf/).
85
14. Contact Hebt u opmerkingen over de inhoud of werking van bepaalde onderdelen op deze website? Dan verzoeken wij u uw reactie te mailen naar
[email protected], of via http://www.nvggolf.nl/contact.php uw reactie door te geven. NVG t.a.v. redactie Arbocatalogus Silodam 117 1013 AS Amsterdam Telefoonnummer: 020-3306103 Faxnummer: 020-3306105 E-mailadres:
[email protected]
86