Drie belangrijke ICT thema’s in de langdurige zorg In de langdurige zorg is van alles aan de hand en staan de ontwikkelingen, met name op het gebied van wetgeving en kostenbeheersing, niet stil. Dit heeft gevolgen voor de organisatie van de primaire zorgverlening en daarmee ook voor de informatievoorziening. Als bureau voor ICT in de zorg kunnen wij ons voorstellen, dat u soms door de bomen het bos niet meer ziet en zich afvraagt wat goed is om nu juist wel of niet te doen. Onzekerheid over wat te doen kan met name voorkomen bij vraagstukken rondom medicatiebeveiliging, integratie van gegevens en informatiebeveiliging, 3 belangrijke en actuele onderwerpen. In dit document gaan wij in op de algemene ontwikkelingen in de langdurige zorg, de impact hiervan op de informatievoorziening en de 3 genoemde onderwerpen.
Algemene ontwikkelingen in de langdurige zorg Met langdurige zorg wordt in dit document de zorg bedoeld die (nu nog) gefinancierd wordt door de AWBZ. Voorbeelden zijn gehandicaptenzorg, behandeling van psychiatrische aandoeningen en verpleging/ondersteuning van chronisch zieken en ouderen. ‘Nu nog’, omdat één van de belangrijkste ontwikkelingen is, dat de AWBZ op termijn verdwijnt en een groot deel van de zorg uit de AWBZ overgeheveld wordt naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de zorgverzekeringswet (Zvw). De Wmo wordt uitgevoerd door de gemeenten en de Zvw door de zorgverzekeraars. Daarnaast komt er een nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) voor de zwaarste, langdurige zorg in een instelling. Dit betekent ook dat de lagere ZZP’s (Zorgzwaartepakket) niet meer zonder meer toegang krijgen tot de intramurale zorg. Gemeenten krijgen meer zeggenschap over de vorm waarin de zorg wordt verstrekt (PGB (Persoonsgebonden budget) of in natura). Deze maatregelen zijn met name bedoeld om kleinschaligheid en langer thuis wonen te stimuleren, omdat dat steeds vaker gewenst is door cliënten en om de kosten te beheersen. Steeds meer zorg verschuift dus van een intramurale naar een extramurale setting. Daarnaast wordt de zorg vaker georganiseerd in ketens rondom bepaalde (chronische) aandoeningen, zoals diabetes, COPD, CVRM en binnenkort ook de kwetsbare oudere. Deze ontwikkelingen hebben organisatorische en administratieve consequenties. Zorg rondom één cliënt wordt vanuit verschillende organisaties verleend, en dit heeft dus ook gevolgen op het gebied van informatievoorziening. Een randvoorwaarde is bijvoorbeeld dat alle bij de zorg betrokken personen (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, apotheek, diabetesverpleegkundige, familie en mantelzorgers, etc.) op de hoogte zijn van de actuele zorgtoestand van de cliënt, en dus inzage hebben in het zorgdossier. Een oudere dame staat bijvoorbeeld onder
1
behandeling van een geriater, wordt regelmatig gecontroleerd door de Diabetesverpleegkundige en komt bij de huisarts. Daarnaast gebruikt zij diverse medicijnen die door haar vaste apotheek verstrekt worden en wordt zij regelmatig bezocht en verzorgd door haar mantelzorgers. Alle betrokken zorgverleners registreren over deze dame in hun eigen informatiesysteem en zijn niet op de hoogte van de registraties van de anderen. Ook de mantelzorgers zouden graag inzage in de zorgregistratie willen hebben. Dit leidt tot de volgende vragen: Hoe wordt er voldaan aan de landelijke eisen die worden gesteld aan medicatieveiligheid? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de privacy van de gegevens niet in het geding is? Hoe wordt voldaan aan de voorschriften op het gebied van informatiebeveiliging? Hieronder wordt dieper op deze onderwerpen in gegaan.
Medicatieveiligheid De IGZ toetst per 1-1-2014 op het gebruik van een Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) om veilig medicatie voor te schrijven. Een EVS verbetert de medicatieveiligheid doordat alle medicatie en de historie daarvan in 1 systeem zit. Bij het voorschrijven wordt automatisch gecontroleerd op o.a. interacties tussen geneesmiddelen, contra-indicaties, allergieën en de juiste dosering. Meestal wordt de benodigde medicatie door een openbare of een ziekenhuisapotheek geleverd aan de instelling. Deze (ziekenhuis)apotheek heeft een eigen (Ziekenhuis)Apotheekinformatiesysteem (ZAIS/AIS) waarvan het EVS vaak een onderdeel is. Als de instelling dit EVS van de (ziekenhuis)apotheek gebruikt, is dit vaak niet gekoppeld aan het Elektronisch Cliënt Dossier (ECD) van de instelling. Hierdoor kan de toegang door de behandelaren vanuit het EVS naar de medicatie-informatie bemoeilijkt worden en dan wordt de medicatie toch weer (versnipperd) vastgelegd. Daarbij: als de instelling van apotheek wisselt, is men ook het EVS kwijt.Het leveren van de medicatie gebeurt in Baxter-verpakkingen (dit betekent dat medicatie per patiënt en per toedieningstijdstip wordt verpakt). Als een instelling een eigen EVS heeft, is de koppeling van dit EVS naar de Baxter-machine van de apotheek cruciaal. Voor een goede aansturing van deze machine dient er een koppeling te zijn van het EVS naar het (Z)AIS. Een dergelijke koppeling kan in de praktijk veel problemen opleveren. Kortom, voor het bereiken van een goede medicatieveiligheid zijn er verschillende oplossingen mogelijk die per situatie verschillen.
2
Een andere eis op het gebied van medicatieveiligheid is het voldoen aan de richtlijn medicatieoverdracht. Deze richtlijn is ontstaan uit het gegeven dat er teveel fouten op het gebied van medicatie gemaakt worden door de overdracht van informatie over medicatie van de ene zorgverlener naar de andere zorgverlener, tussen instellingen of binnen afdelingen. De basis van de richtlijn is, dat er altijd, op ieder moment, een actueel medicatieoverzicht van de patiënt beschikbaar is en dat dit overzicht meeverhuist naar de volgende zorgverlener van de patiënt. Dit kan elektronisch, maar in veel gevallen zal het ook een papieren overzicht zijn. Hiervoor is een landelijk format opgeleverd. De stappen die de IGZ onderscheidt bij het toetsen op medicatieveiligheid zijn de volgende: 1. Informatie op orde. De informatiebehoefte over het zorgproces en de bijbehorende verantwoordelijkheden zijn duidelijk. 2. Elektronisch dossier op orde. Het elektronisch dossier is conform richtlijnen van de beroepsgroep ingericht (gebaseerd op stap 1); de aanbieder van zorg heeft minimaal het medicatiedossier op orde. 3. Elektronisch voorschrijven op orde. De software voldoet aan de functionele en kwaliteitseisen van de beroepsgroep. 4. Uitwisselingsinfrastructuur op orde. Een elektronische uitwisselingsinfrastructuur voldoet aan beveiligingseisen, de wet Bescherming persoonsgegevens en de eisen die de beroepsgroep stelt. 5. Elektronische receptuitwisseling op orde. De elektronische recepten uit de EVS’en voldoen aan de wettelijke eisen en de eisen die de beroepgroep stelt (onder andere NEN 7503).
Alle informatie bij elkaar en de rol van de patiënt Zoals eerder beschreven zullen er in de toekomst steeds meer zorgprofessionals en mantelzorgers betrokken zijn bij de zorg rondom een cliënt en zal deze zorg vaker vanuit huis plaatsvinden dan in een instelling. Dit vraagt om een nieuwe benadering van informatie van de cliënt. De zorginformatie wordt door meerdere personen geregistreerd en ingezien. De cliënt wordt geacht zelf meer regie te voeren over zijn/haar eigen gezondheid, maar dient hiervoor ook beter ondersteund te worden door informatie, vaardigheden, hulpmiddelen en geïnformeerde mantelzorgers. Doordat de zorgverlening rondom een patiënt zo vaak wordt overgenomen door verschillende zorgverleners van verschillende organisaties die op vele verschillende momenten registreren, is er een groot risico dat de informatievoorziening, nog meer dan nu, versnipperd raakt. Een mogelijke oplossing hiervoor is het bijhouden van een Personal Health Record (PHR), in aanvulling op het instellingsgebonden cliëntportaal (indien dat al in gebruik is). Hiermee is het
3
voor de cliënt en zijn/haar mantelzorgers mogelijk om zelf meer regie te behouden over de eigen gezondheidssituatie. Het dossier is van de cliënt zelf en kan enerzijds gevuld worden vanuit dossiers van de zorgverleners en anderzijds door de cliënt zelf, bijvoorbeeld door middel van specifieke zorg- en lifestyle apps op de smartphone of verbonden apparaten zoals een hartslagmeter, weegschaal, etc. Maar ook sommige huidige ECD’s (Elektronische Cliënt Dossiers) zijn bezig om platforms te ontwikkelen die breder zijn dan alleen zorginhoudelijk. Via een dergelijk platform kan een cliënt bijvoorbeeld ook online boodschappen bestellen, een klusjesman inhuren of gemeentelijke diensten afnemen. Hoe snel en sterk een zorginstelling mee wil gaan in deze ontwikkelingen, hangt af van de visie en de strategie van de organisatie op ICT. Het hebben en volgen van een ICT-strategie is hierbij dus van groot belang.
Informatiebeveiliging Medische gegevens van cliënten dienen alleen voor bevoegden inzichtelijk te zijn. Toch gebeurt het wel eens dat medische gegevens voor onbevoegden toegankelijk komen. In sommige gevallen kunnen deze incidenten zelfs het landelijke nieuws halen. De gegevens zijn dan onvoldoende afgeschermd of er wordt op een onverantwoorde manier mee omgegaan. Hoewel elektronische informatie over het algemeen beter te beveiligen is dan papieren informatie (dossiers), dient hier wel de nodige inspanning voor verricht te worden (fysieke beveiliging, beveiliging met wachtwoorden, procedures, etc.). Als norm voor informatiebeveiliging in de zorg wordt de NEN7510 gehanteerd. Deze norm geldt voor alle soorten zorginstellingen en de IGZ controleert op de toepassing hiervan. Naast de ‘harde’ toegangsbeveiliging van elektronische gegevens, dient er voldoende aandacht besteed te worden aan de menselijke kant, in de vorm van het opstellen van privacyregels en het navolgen hiervan, het creëren van een attitude waarin correct wordt omgegaan met privacygevoelige gegevens.
Het doel van inview is om ICT in de zorg naar een hoger niveau te tillen. Dat doen we door organisaties te helpen met advies, projectmanagement, implementatieondersteuning of interim 4
management. inview kan helpen om ontwikkelingen in perspectief te zetten, te prioriteren (governance, portfoliomanagement, programma management) en daarnaast kunnen wij helpen met de realisatie hiervan (projectleiding, ondersteuning en/of implementatie). inview kan u helpen om uitdagingen op het gebied van medicatieveiligheid het hoofd te bieden. Wij hebben zeer ruime ervaring in het selecteren en implementeren van verschillende soorten systemen en oplossingen voor diverse zorgorganisaties, waaronder ECD’s en EVS’en. Daarnaast kan inview u helpen bij de problematiek rondom koppelingen met apotheken. Op het gebied van integratie van gegevens kan inview helpen bij het ontwikkelen en opstellen van een toekomstige visie op ICT en het gebruik hiervan: hoe ziet de organisatie de ondersteuning door ICT in de toekomst voor zich? Voldoet het huidige ECD en de toekomstvisie van de huidige leverancier hieraan? Wat kan en moet de organisatie doen om in de buurt te komen van de toekomstvisie? Ook op het gebied van informatie uitwisseling met andere zorgverleners (‘informatiesamenwerking’) kan inview een coördinerende, stimulerende en onafhankelijke rol spelen. Voor wat betreft informatiebeveiliging kan inview een scan uitvoeren om te bepalen wat de status is van de informatiebeveiliging. De scan bestaat uit een beoordeling van de toegepaste maatregelen voor een goede informatiebeveiliging. Het resultaat hiervan is dat u een beeld heeft of de informatiebeveiliging in uw organisatie in orde is of dat er (extra) maatregelen genomen dienen te worden. Voor meer informatie over inview, zie www.inview.nl. Heeft u vragen over deze informatie of wilt u vrijblijvend kennis maken met ons, dan kunt u contact opnemen met Monique Goossens (
[email protected] of per telefoon 0652073232).
5