Drankmisbruik onder jongeren
Datum: 10-12-2008
Klas: V1Q
Marieke de Sain
1546722
Wies van Kampen
1551444
Martijn Hazenboom
1547106
Lalonde – KC2
Inleiding Drankmisbruik Wanneer iemand meer dan een normale hoeveelheid alcoholische drank tot zich neemt spreek je van drankmisbruik. Maximaal 2 à 3 consumpties per dag valt binnen de normale waarden, maar drink je per dag meer alcoholische drankjes of 1 keer per week een grotere hoeveelheid, dan kun je spreken van drankmisbruik. De redenen die jongeren (mensen in het algemeen) hebben voor hun drankmisbruik zijn zeer divers. Van feest tot verdriet, van stress tot verveling, uit onzekerheid of overmoed; wat de reden ook is, zodra je meer drinkt dan normaal, en dit een negatieve uitwerking heeft maak je je schuldig aan drankmisbruik. Dit betekent niet dat je dan ook meteen verslaafd bent aan drank.
Wel of niet erfelijk? Het drinken van te veel alcohol kan komt meestal door een combinatie van factoren. Erfelijkheid kan hierbij een rol spelen maar het is nooit de enige reden dat iemand te veel drinkt. Het karakter van iemand en hoe hij omgaat met problemen zijn ook van invloed. De omgeving speelt ook een rol, bijvoorbeeld wanneer vrienden veel drinken. Ook een depressie, zich eenzaam voelen, drinken om te ontspannen, drinken om je minder onzeker voelen, drinken om problemen te vergeten, drinken om er bij willen horen zijn factoren die een rol kunnen spelen. Kinderen van ouders met alcoholproblemen hebben meer kans op alcoholproblemen dan anderen. Bij Erfelijke aanleg is het risico op teveel drinken verhoogd, maar dat betekend niet dat die persoon ook werkelijk alcoholproblemen krijgt.
Studenten: zij vormen een risicogroep wat betreft alcoholgebruik want bijna alle studenten drinken alcohol. Per week drinken studenten gemiddeld zo’n 16 glazen, dat is 6 glazen meer dan andere jongeren van vergelijkbare leeftijd. Leden van studentenverenigingen drinken het meest: gemiddeld 23 glazen per week. Op een uitgaansavond drinken studenten zo’n 10 glazen alcohol, studenten die lid zijn van een vereniging drinken gemiddeld 15 glazen op een uitgaansavond. Vakantieganger: het is algemeen bekend dat er op jongerencampings veel wordt gedronken. Uit onderzoek van het trimbos instituut blijkt dat ruim 80% van de jongens en bijna de helft van de meisjes elke dag van de vakantie alcohol drinkt. De jongens drinken ongeveer 17 glazen gemiddeld per dag en meisjes drinken er gemiddeld 7. Probleemjongeren: alcoholgebruik komt veel voor bij bepaalde groepen probleemjongeren zoals; spijbelaars, drop-outs, gedetineerden, moeilijk opvoedbare kinderen, dak- en thuisloze kinderen. Uitgaande jongeren en jongvolwassenen: in het uitgaansleven wordt er veel gedronken. Feesten en alcohol lijken tijdens het uitgaan onafscheidelijk. Tijdens het uitgaan wordt er veel aan het zogenaamde ‘binge drinken’ gedaan. Binge drinken is tijdens één gelegenheid veel meer drinken dan verantwoord is. Het percentage binge drinkers (6 of meer glazen) onder uitgaande jongeren varieert in verschillende studies tussen de 49-64%.
Hoofdstuk: Inleiding
Wat zijn de Risicogroepen?
2 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Groeps of individueelrisico? Drankmisbruik heeft een groeps- én een individueelrisico. Een groepsrisico, wanneer je bijvoorbeeld met je vrienden uitgaat, en er wordt een rondje gegeven, dan neem je toch ook automatisch een biertje of een wijntje. Mensen zien het als iets gezelligs om met elkaar een alcoholisch drankje te nuttigen tijdens een verjaardag, borrel, feest, bruiloft, kerst, oud&nieuw etc. Drinken is vaak een gewoonte. We proosten met anderen als we iets te vieren hebben. Ook vinden veel jongeren het wel interessant en stoer om alcohol te drinken, hoe meer hoe stoerder.. er worden tegenwoordig ook veel 'drankspelletjes' gedaan. Op die manier wordt er ook best wat druk door een groep uitgeoefend, om alcohol te drinken. Ook is het niet leuk wanneer iedereen aangeschoten lijkt te zijn en jij aan de cola zit, dat is toch ongezellig omdat je er niet bij lijkt te horen vinden veel jongeren. Het meer drinken dan verantwoord is heeft dus een groepsrisico. Toch heeft drankmisbruik ook een individueel risico. Mensen drinken omdat ze het lekker vinden, ter ontspanning, maar soms ook om hun problemen te vergeten. Na een borrel lijkt het even minder zwaar. Zorgen verdwijnen natuurlijk niet echt door alcohol. Ook spelen omgevingsfactoren en erfelijke aanleg een rol.
Incidentie en prevalentie Tegenwoordig blijkt uit vele onderzoeken dat steeds meer jongeren op een vroegere leeftijd beginnen met het drinken van alcohol. Meer dan de helft van de kinderen drinkt namelijk voor hun 12e al hun eerste glas alcohol. Dat komt naar voren uit een onderzoek van het Trimbos-instituut. In 1992 had 33% van de 12-jarige meisjes ooit alcohol gedronken. In 2007 was dit 48%. Bij de jongens gaf in 1992 minder dan 50% aan al eens alcohol te hebben gedronken. In 2007 was dit 63%. Over de incidentie en prevalentie van drankmisbruik onder jongeren is weinig te vinden omdat het heel moeilijk te meten is hoeveel jongeren zich schuldig maken aan drankmisbruik. Het meten van alcoholverslaving onder jongeren is bijvoorbeeld veel makkelijker omdat er dan vaak hulp gezocht wordt voor die jongere, waardoor het geregistreerd wordt. Het onderzoeken van drankmisbruik kan alleen dus door enquêtes te houden.
Hoofdstuk: Inleiding
Het CBS heeft uit een onderzoek in 2003 deze cijfers gevonden, die hieronder in het cirkeldiagram zijn verwerkt. Het gaat over jongeren tussen de 15 en 25 jaar.
3 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Intern Milieu De factor Intern Milieu is onder te verdelen in twee categorieën: eerst speelt het Intern Milieu een rol bij het aanzetten van het kind om alcohol te gaan drinken. Vervolgens speelt het Intern Milieu een belangrijke rol om het alcoholmisbruik te ontwikkelen en in stand te houden. Hieronder zijn deze verder uitgewerkt.
Het Intern Milieu van het kind bij het drinken van alcohol Erfelijkheid en karakter. Deze twee begrippen staan op de voorgrond als het gaat over factoren uit het Intern Milieu die het kind al dan niet stimuleren om op een ongezonde wijze te gaan drinken. Erfelijkheid. Het is wetenschappelijk bewezen dat kinderen van ouders die alcoholist zijn of zijn geweest, eerder ongezond alcohol drinken dan kinderen van ouders die niet alcoholistisch zijn. Met andere woorden: Kinderen met alcoholistische ouders hebben meer aanleg voor drankproblemen dan kinderen zonder alcoholistische ouders. Karakter. Karakter speelt een grote rol in het alcoholprobleem. Heeft het kind sterke principes? Durft het kind nee te zeggen tegen zijn vriendjes? Moet het kind zichzelf bewijzen tegenover andere kinderen? Al deze vragen hebben direct betrekking op het karakter van het kind. Conclusie: Het karakter is medebepalend of het kind sterk genoeg is om de verleiding van misbruik te weerstaan.
Het Intern Milieu om verslaving te ontwikkelen en in stand te houden Hiervoor hebben we gezien wat voor invloed het Intern Milieu heeft op het begin van alcoholmisbruik. Nu gaan we kijken wat voor invloed het Intern Milieu heeft op het ontwikkelen en het in stand houden van het alcoholmisbruik. Er zijn ontelbare fysische en psychische factoren te noemen die zorgen dat alcoholmisbruik ontwikkeld word en daarnaast ook in stand gehouden word. Hieronder de belangrijkste: (On)zekerheid. Alcoholmisbruik geeft je het gevoel dat je minder problemen hebt, dat je erbij hoort omdat jij ook teveel alcohol drinkt, wat er voor zorgt dat je meer naar de alcohol verlangt dan voor de verslaving. Dit is een psychische factor.
Verslaving. Na langdurig alcoholmisbruik kan het lichaam volledig verslaafd zijn aan grote hoeveelheden alcohol. Je lichaam zorgt er dus eigenlijk voor dat het alcoholmisbruik aanwezig blijft, of zelfs ontwikkeld wordt. Dit is een fysische factor. Daarnaast is het opvallend dat het misbruik de verslaving enorm versterk, zowel farmacologisch,en psychisch als sociaal. Dit farmacologisch dat er een verandering in de stofwisseling ontstaat, waardoor er een verhoogde behoefte ontstaat, psychisch dat men na het alcoholmisbruik een gevoel van schaamte voelt, waardoor men juist weer meer behoefte heeft aan alcohol en sociaal dat met na het misbruik zich alleen voelt en conflicten krijgt waardoor de alcoholbehoefte ook stijgt. Pijn. Doordat alcohol het brein verdoofd, voelt met aanwezige pijnen minder. Dit zorgt ervoor dat de alcoholmisbruiker zich prettiger voelt met alcohol dan zonder. Ook hier geldt dat de alcoholmisbruiker niet realiseert dat de pijn veel erger terugkomt na het alcoholmisbruik.
Hoofdstuk: Intern Milieu
Angsten. Men voelt tijdens het drinken de anders aanwezige angsten minder of zelfs helemaal niet. Helaas realiseren jongeren zich meestal niet dat juist door alcoholmisbruik angsten alleen maar gestimuleerd worden. Ook dit is een psychische factor.
4 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Leefstijl Positieve gedragingen op het probleem. Er zijn nauwelijks positieve gedragingen op alcoholmisbruik. Het meest positieve gedag is het realiseren dat matig alcoholgebruik niet eens zo heel slecht is, maar dat alcoholmisbruik wel degelijk slecht is voor de gezondheid. Helaas moeten we constateren dat het aantal jongeren dat zich dit realiseert vrijwel verwaarloosbaar is. Negatieve gedragingen op het probleem. Gedrag is heel belangrijk bij het probleem alcoholmisbruik. Helaas is niet alleen het gedrag van de jongeren zelf stimulerend voor het alcoholgebruik, maar ook het gedrag van de ouders, van de caissières van de supermarkt, de barkeeper van het café, enzovoort zeker stimulerend voor het alcoholmisbruik. Voorbeelden: Ouders: Uit onderzoek is gebleken dat het grootste deel van de ouders het probleem eigenlijk zelf helemaal niet ziet. Dit heeft zeer negatieve gevolgen. Ouders nemen bijvoorbeeld zelf alcoholhoudende dranken mee uit de supermarkt voor hun jongere van 13. Hierdoor leert de jongere absoluut niet dat alcoholmisbruik slecht is voor de gezondheid. Caissières van de supermarkt. Wetenschappers van de Universiteit van Twente hebben aangetoond dat ruim 91 procent (!!) van de kinderen onder de zestien jaar zonder enige problemen alcoholhoudende dranken kunnen halen in de supermarkt. Dit zijn schokkende cijfers, omdat dit aantoont dat supermarkten er ook helemaal niet zo serieus mee omgaan. Barkeeper. Last but not least: de barkeeper. Deze is volgens bovengenoemd onderzoek de makkelijkste manier voor kinderen onder de zestien om alcoholhoudende dranken te krijgen. In maar liefst 95 procent van het aantal pogingen lukte het de jongeren om de drankjes te krijgen. Conclusie. Wij denken dat het probleem niet zozeer aan het gedrag van kinderen te wijten is, maar juist aan alles om hun heen. Als je jongeren niet leert dat iets, in dit geval alcoholmisbruik, erg slecht is, maar juist meewerkt, dan kan je het de jongeren niet verwijten dat zij niet zoveel slechts zien in hun gedrag met betrekking tot alcoholmisbruik.
Hoofdstuk: Leefstijl
Vrijwillig of Onvrijwillig? Wij denken dat het gedrag wat alcoholmisbruik veroorzaakt voornamelijk vrijwillig is. Dit wordt wel gestimuleerd door bovengenoemde partijen. Het gedag wat voortkomt uit het alcoholmisbruik is daarentegen wel onvrijwillig, omdat je langzaam maar zeker de controle over je eigen lichaam verliest.
5 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Externe milieu Geef een beschrijving van positieve invloed van de sociale omgeving. De omgeving van jongeren tussen de leeftijd twaalf en achttien wordt zeer beïnvloed door de omgeving. De ouders hebben grote invloed op het drink gedrag van hun kinderen. Als ouders duidelijke regels maken en thuis drinken niet toe laten heeft dit een positieve invloed op het drinkgedrag. Er wordt minder vroeg kennis gemaakt met drank en uit onderzoek blijkt dat thuis niet mogen drinken de drempel naar buitenshuis wel drinken verhoogd. Ook hebben vrienden, sport, reclames, studie en werk invloed op het drank gebruik onder jongeren. Als het in de vriendenkring normaal is om veel te drinken en elkaar niet in de gaten te houden heeft dit een negatieve invloed. Als er in de vriendenkring wel sociale controle bestaat heeft dit een positieve invloed op het drankgebruik.
Geef een beschrijving van gezondheidseffecten op het probleem van fysische, chemische of biotische factoren. Chemische factoren hebben veel invloed op jongeren bij alcoholmisbruik. Hoe meer en langer er alcohol wordt gedronken hoe meer dit beschadigt. Het veroorzaakt hersenbeschadiging,met als gevolg dat het geheugen minder wordt en ze zich minder goed kunnen concentreren, langzamer gaan denken en zich minder goed kunnen aanpassen. Alcoholmisbruik heeft op lange termijn veel gevolgen, lichamelijke gevolgen als levercirrose, slokdarmproblemen en ernstige hersenbeschadigingen. Ook veroorzaakt alcoholmisbruik geestelijke afhankelijkheid. Ze denken niet meer normaal te kunnen functioneren, zonder dat je alcohol gedronken hebt. Citaat: “Levercirrose: Bij levercirrose wordt afstervend leverweefsel vervangen door vezelig weefsel. Dat vormt littekens(fibrose). De lever kan niet meer normaal functioneren en de nog overgebleven gezonde rode bloedcellen krijgen geen bloed meer aangeleverd.”
Hoofdstuk: Externe milieu
Geef een beschrijving van negatieve invloed van de sociale omgeving. De sociale omgeving kan ook negatieve invloed hebben op het drinkgedrag van jongeren. Ouders maken zich veel minder druk om het drankgebruik van hun kinderen en vinden het vaak goed als hun kind wat drinkt. Ze kopen regelmatig zelf alcohol zoals Breezers voor hun kinderen met het idee dat de kinderen dan in ieder geval thuis drinken. Om het thuis zo gemakkelijk beschikbaar te stellen zit er buiten de deur een minder grote rem op het drinken van alcohol. Andere negatieve invloeden komen vaak van de vriendenkring. Als er een negatieve ervaring van alcohol naar voren komt wordt deze vaak positief gelabeld en leid dit niet tot minder drinken. Hierdoor wordt het als sociaal correct gedrag gezien om veel te drinken. Dit geeft snel als effect dat het niet gewoon is als je niet drinkt en je er dan niet bij hoort. Iedereen weet hoe alles eruit ziet en wat het inhoud en dit maakt iedereen nog nieuwsgieriger. Zodra ze zien en weten wat voor invloed de alcohol heeft op het lichaam wordt het nog aantrekkelijker. Het geeft een gevoel van zelfvertrouwen en zelfwaardering en verdrijft negatieve gevoelens en spanningen. Wat voor slechte effecten het heeft op het lichaam wordt niet besproken en wordt niet over na gedacht. Reclame heeft veel invloed op het gedrag van jongeren, ook hun drankgebruik. In de reclames van alcoholhoudende dranken zijn er vaak feestende jonge mensen te zien. Ook al zeggen de alcoholproducenten dat in hun reclames iedereen ouder is dan 23 jaar maar toch wekt dit de indruk van jongeren die het naar hun zin hebben.
6 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Medische zorg en preventie Er zijn verschillende instanties die zich bezig houden de medische zorg en preventie van alcoholmisbruik onder jongeren. Deze instanties houden zich bezig met juiste voorlichting voor jongeren. Hieronder worden de belangrijkste instanties in Amersfoort door middel van een sociale kaart verder toegelicht. Het gaat hier over de campagnes in 2008.
STAP
Intra- en extramuraal
GGD eemland
Extramuraal
Trimbosinstituut
Extramuraal
Jong Centraal
Extramuraal
ziekenhuizen
Intramuraal
Centrum Maliebaan
Intramuraal
B-open
Intramuraal
Gezondheidseffecten & doelen Individuele keuzen, flexibiliteit en eigen verantwoordelijkheid. jongeren laten beschikken over relevante en actuele kennis over korte en lange termijn gevolgen van gedragingen. Publieke bewustwording, vermindering schade door overmatig alcohol gebruik.
doelgroepen
Bedrijven, publiek en beleidsmakers
Via het ziekenhuis en scholen.
Ouders bewust maken van hun invloed en voorlichting geven over de gevolgen van overmatig alcoholmisbruik Ouders ondersteunen, voorlichting aan kinderen al vanaf de basisschool. Draagt bij aan de preventieve gezondheidzorg en bescherming in de ketenaanpak bij de jeugd. Zorg verlenen bij overmatig alcoholgebruik Behandelingen, spreekuren en doorverwijzingen naar andere instanties, Voorlichting, behandelingen en opnames
Ouders en jongeren
Sites, folders, radio en tv.
Jongeren ,directe omgeving en sportomgeving Ouders, onderwijsinstelling en,
Site speciaal voor jongeren.*
iedereen
Via huisarts of direct bij de SEH Huisarts, specialist, de brede centrale
Jeugd, ouders en collega hulpverleners.
Jongeren tot 23 jaar
Jongeren onder de 24 jaar, ouders en collega hulpverleners
Toegankelijkheid & bereikbaarheid Doorverwijzingen vanaf andere sites of direct bij de NIGZ.
Sites en telefonisch
Via centrum Maliebaan of via de site van centrum maliebaan
Hoofdstuk: Medische zorg en preventie
NIGZ
Intra/extramuraal Extramuraal
7 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Preventieve Interventies Preventie van middelenmisbruik: Doel: Voorkomen van levensstijl van overmatig alcoholgebruik. Dit moet landelijk aan worden gepakt, met campagnes die aansluiten op de gedachten en interesses van jongeren. Op deze manier heb je een algemene voorlichting via de massa media. Primair: het voorkomen van een leefstijl van overmatig alcohol is een interventie op primair niveau omdat dit effect heeft als er nog geen problemen zijn ontstaan.
Bevordering van de eigen verantwoordelijkheid Doel: De patiënt er toe aanmoedigen meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen gedrag. Deze interventies uitvoeren op groepsniveau omdat je dan een specifieke groep van voorlichting op maat kan voorzien. Primair: Ook dit is primair, omdat een persoon moet leren de verantwoordelijkheid te nemen voordat men gaat drinken. Bevordering van zelfbesef Doel: De patiënt helpen zijn gedachten, gevoelens, beweegredenen en gedragingen te analyseren. Door een combinatie van campagnes en voorlichting op maat groeit het besef bij jongeren dat ze zelf moeten kiezen. Primair: Als jongeren zelf kiezen om drank normaal te gebruiken, zijn ze misbruik voor. Voorlichting aan een groep Doel: Ontwikkelen , uitvoeren en beoordelen van een patiëntenvoorlichtingprogramma voor een groep patiënten met dezelfde aandoening. Primair: Aangezien veel jongeren niet weten wat de gevolgen zijn van alcoholmisbruik, is voorlichting een goed middel om jongeren van de misbruik af te houden.
Hoofdstuk: Preventieve Interventies
Gedragsmodificatie Doel: Bevorderen van een gedragsverandering. Primair en secundair: Primair omdat het belangrijk is jongeren een positief drinkgedrag aan te leren, voordat ze tot alcoholmisbruik overgaan. Daarnaast ook secundair, omdat deze interventie ook toe gepast kan worden bij jongeren die al aan de drank zijn.
8 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Bronnen Internetbronnen: Anoniem, dossier Jeugd en Gezondheid. http://www.nigz.nl/index.cfm?act=dossiers.inzien&vardossier=20. Anoniem, LSP Preventie – Het project. http://www.trimbospreventie.nl/?themeID=313
Anoniem, Het Centrum voor Jeugd en Gezin. http://www.jongcentraal.nl Anoniem. Site van de plaatselijke GGD. www.ggdeemland.nl Anoniem. www.alcoholinfo.nl Anoniem. www.trimbos.nl Anoniem. www.cbs.nl
Bouma, J. (2006). Kind van 15 komt overal aan alcohol. http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1390916.ece Gemeente Amersfoort, (2008). Amersfoort Gezond. http://www.amersfoort.nl/docs/Nieuwe_structuur/_bestuur_organisatie/_beleid_projecten/AmersfoortGezond.pdf
Kortlever, J. (2003). Alcoholgebruik onder jongeren. http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hh/show.cgi?fid=881. Ronde, K. (2007). Franse en Nederlandse zuipschuiten http://www.kennislink.nl/web/show?id=170102&vensterid=811&cat=259318. STAP, (2008). STichting AlcoholPreventie. http://www.alcoholpreventie.nl/index.php3.
Trimbos Instituut (2008). Site voor jongeren over alcohol. http://www.watdrinkjij.nl.
Boeken: Boudewijnse, H.B. e.a. (2005). Nederlands Leerboek Jeugdgezondheidszorg Deel B. zesde herziene druk. Assen: KvG. Emmelkam, P. (2007). Alcohol- en drugsverslaving: een gids voor effectief gebleken behandelingen. Amsterdam:UN McCloskey, J.C., Bulechek, G.M. (2002). Verpleegkundige Interventies. Tweede druk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg Sassen, B. (2006). Gezondheidsvoorlichting en Preventie. Derde druk, tweede oplage. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg
Video:
Hoofdstuk: Bronnen
Kamer, J. (2003). Kinderen aan de drank. Hilversum: Teleac/NOT
9 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008
Evaluatie Wies van Kampen De samenwerking voor het maken van de lalonde opdracht is goed verlopen vind ik! We hebben een aantal taken verdeeld en de laatste taak waar we de meeste punten voor konden scoren samen gedaan. Met het verdelen van de eerste taken vroegen we ons af of we het eerlijk verdeeld hadden, we hebben bij het verdelen gekeken naar het aantal punten dat je voor elke opdracht kon krijgen. Uiteindelijk denk ik dat we het zo goed hebben gedaan! Ik vond het fijn dat iedereen in mijn groepje goed zijn best deed en initiatief toonde om aan de opdracht te werken en het op tijd af te krijgen. De samenwerking verliep dus wat mij betreft erg goed. Marieke de Sain Dit is het tweede groepsverslag dat we moeten inleveren. Ik vond dat dit verslag erg soepel verlopen is. We kunnen goed samenwerken en vonden het alle drie belangrijk om het goed en volledig in te leveren. We hebben geen last gehad van moeilijkheden of andere problemen. Het voordeel was natuurlijk dat we bij elkaar in de klas zitten en elkaar dus al beter kennen. De afspraken waren duidelijk en iedereen was tevreden met de verdeling. We hadden de eerste vijf punten verdeeld en de interventies hebben we samen gedaan. Wies heeft de inleiding gemaakt, Martijn de punten Interne milieu en Leefstijl en ik de punten Externe milieu en Medische zorg en Preventie. Hiernaast heeft Martijn zich ingezet voor de lay-out en de bronvermelding. Elke keer als er veranderingen in het verslag waren werd dit overlegd en zijn we alle drie tevreden met het eindresultaat.
Hoofdstuk:
Martijn Hazenboom Dit is het laatste gedeelte van mijn bijdrage aan dit interessante onderzoek. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de statistieken nogal schokkend vond. Daarnaast vond ik het boeiend om te leren wat goede behandelmethodes zijn tegen alcoholmisbruik. Wat betreft de samenwerking: die vond ik heel goed. Vooral de motivatie die er aanwezig was om dit onderzoek te doen was prettig. Wat mij betreft is dit een samenwerking die je nodig hebt om zo’n eindproduct te leveren. Conclusie: De samenwerking met Wies en Marieke was goed.
1 0 Drankmisbruik door jongeren || Marieke de Sain, Wies van Kampen en Martijn Hazenboom || 10 - 12 - 2008