Het Verzekeringsblad 99e jaargang 12 februari 2009 nr.
3
Oude dag wordt gatenkaas Weg met Adviesmatch EXTRA: Themakatern expertise
Ron Verhulsdonck (ACE):
‘Dramatische verandering in verzekeringslandschap’ www.vbnet.nl VB_0309_p01_05_cover.indd 1
10128020
10-02-2009 12:12:00
Wij kijken niet alleen naar de stenen, maar ook naar de mens erachter
Als specialist in de financiering van beleggingsvastgoed en bedrijfspanden in het middensegment weten we alles van ‘stenen’. Maar tegelijk weten we dat de stenen maar het halve verhaal vertellen. Die andere helft horen we graag van u. Kunt u ons overtuigen van het bedrijfseconomisch potentieel van een object? Dan gaan wij tot het uiterste om met een passende hypotheekoplossing te komen. Als relatief kleine organisatie met maar één passie zijn we daarin vaak net even vindingrijker dan niet gespecialiseerde hypotheekverstrekkers. Want bij de RNHB Hypotheekbank kijken we ook naar de ondernemer achter het object en zijn visie. Daarbij gaan we snel en klantvriendelijk te werk. Binnen een werkweek weet u waar u aan toe bent en als het moet nóg sneller. Meer weten over onze persoonlijke benadering van de vastgoedmiddenmarkt? Bel dan 030 - 755 20 00 of kijk op www.rnhb.nl.
Financier van de vastgoedmiddenmarkt. Leidseveer 30 - Postbus 2244 - 3500 GE Utrecht Telefoon 030-755 2000 - Fax 030-755 2020 - www.rnhb.nl -
[email protected] VB_0309_p01_05_cover.indd 2 RNHB_Hoofd_Verz_blad.indd 1
10-02-2009 12:12:48 20-11-2008 13:07:10
COVER
Kerend tij voor Nederland ACE zag haar productie in Nederland al vóór de kredietcrisis stagneren, door de open markt en door wat David Furby, president ACE Continentaal Europa, de ‘broker’s power’ noemt, de macht van de makelaar.“ Nederland zal echter ook als een van de eerste landen profiteren van kerend tij”, aldus Furby. “Nu al zie je dat we daar weer groeien. Klanten stellen niet de prijs, maar hun belang centraal. Niet de kortingen spelen de hoofdrol, maar het antwoord op de vraag of de verzekeraar aan hun wensen en belangen kan voldoen.”
14 10 20 26 38
Weg met de Adviesmatch
“Wellicht is beloningstransparantie een wat zure appel om in te bijten, maar ik ben ervan overtuigd dat, eenmaal goed doorgebeten, de smaak zal bevallen”, zegt Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General. “De Adviesmatch daarentegen heeft meer van de vergiftigde appel van Sneeuwwitje om in de beeldspraak van appels te blijven. En als het intermediair moet wachten op Wouter Bos als knappe prins die haar wakker kust, dan ga ik me pas echt zorgen maken. Dus leve de beloningstransparantie en weg met de Adviesmatch.”
Dvd meer dan een informatiedocument?
Vanaf 1 juli 2009 moeten adviseurs en bemiddelaars een dienstverleningsdocument aan de consument verstrekken. In dit dienstverleningsdocument wordt aangegeven wat de adviseur voor de consument doet en wat dit de consument kost. Onduidelijkheid op dit punt wordt dus weggenomen. Maar wat is nu de juridische status van het dienstverleningsdocument, vraagt Sjoerd Meijer van Nauta Dutilh zich af. Is het louter een informatiedocument, zoals in de toelichting bij het Bgfo wordt gesteld, of is het toch meer dan dat?
Rubrieken
IN H O U D
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - Oude dag wordt gatenkaas - Checklist informatie beleggingsverzekeringen - Bgfo ook voor levencollectiviteiten
Intermediair
PFP
Producten
23
Onder meer: - Direktbank Startsteuntje - EnergieVoordeel Hypotheek
Column
24
Mike Potter - Een dilemma van 10 miljard
De Wandeling
28
- Ronald Latenstein (SNS Reaal)
Met name(n)
30
Beloningstransparantie en nu?
Zorg & Inkomen
32
Omdat het roerige tijden zijn voor de assurantietussenpersoon, is onderzoeksbureau GfK een intermediairpanel gestart, een groep van ongeveer 550 assurantietussenpersonen die gevraagd is met enige regelmaat aan onderzoeken mee te doen. Het eerste onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden. De intermediairs is daarbij gevraagd naar hun beleving, verwachting en handelwijze omtrent de beloningstransparantie bij complexe producten en hypotheken. Michel van der List, Eric Landwaart en Patrick Voskuil bespreken de resultaten.
Onder meer: - Zorgverzekeraars belemmeren marktwerking
Met name in de zogenoemde bulk bepalen verzekeraars de hoogte van de declaratie van een expert. Die laat onvoldoende ruimte om een gedupeerde verzekerde zorgvuldig te informeren over de gang van zaken bij een schadegeval, laat staat om hem te begeleiden. In het themakatern Expertise in dit VB noemt Peter Böttcher van NIVRE dat een gemiste kans voor verzekeraars: “Je zou toch denken dat de waarde van een schadeverzekering juist wordt aangetoond op het moment dat zich een schade voordoet.”
Verzekerend Buitenland
33
ICT
34
Onder meer: - ASRverzekeringen.nl
Nieuws
35
Themakatern Expertise
38
- Schadebehandeling te weinig een verkoopargument - Zembla brandt verzekeraars af - Investeren in preventie - Omvangrijk en met veel complicaties: de mooiste schades
Barbier
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p01_05_cover.indd 3
18
Onder meer: - Leegstandwet biedt uitkomst - Stijging eigenwoningforfait - IFRS-oplossing Zwitserleven
Schadeaanpak bepaalt poliswaarde
13:07:10
9
Onder meer: - Billen bloot in Dragon’s Den - AFM-waarschuwing kredietreclame - Bulldog zoekt nieuw baasje
38 41 42 44
46
3
10-02-2009 12:14:40
r ee rt rv aa se m Re ór 3 vó
Maak van het intermediair een spin in het Web. 12 maart: themanummer ICT 2009
Op donderdag 12 maart zet Het Verzekeringsblad een belangrijk onderwerp op de agenda van alle verzekeringsadviseurs: ICT. Met internet als groeiend distributiekanaal lijkt de persoonlijke adviesfunctie die het intermediair van oudsher heeft, ondergewaardeerd te raken. Lijkt, want in internet en ICT liggen ook de oplossingen. Adverteerders die een bijdrage willen leveren om van het intermediair een spin in het Web te maken, mogen op 12 maart uiteraard niet ontbreken. Bel of mail Emilie Kars voor de advertentiemogelijkheden. Telefoon: 0570 - 64 89 12. E-mail:
[email protected]. Reserveren kan tot uiterlijk 3 maart.
Het Verzekeringsblad bereikt direct de intermediair klu09007_VB_adv-ict.indd VB_0309_p01_05_cover.indd 14
Het Verzekeringsblad is een onderdeel van Kluwer
28-01-2009 12:15:09 10:07:59 10-02-2009
COLOFON
HOOF DREDAC T IO N EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 redactie Jan Aikens (hoofdredacteur a.i.), Alex Klein (adjunct-hoofdredacteur), Yvonne Neppelenbroek (eindredacteur), Erwin Loer, Rick de Ruiter (web). ■ secretariaat Elly Gravendeel (red. ass.). tel. 0570-647730, fax 0570-647815, Postbus 23, 7400 GA Deventer, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647111 ■ uitgever Stephanie Keij ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2009 € 108,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 7,50 excl. btw; VB Gidsen € 12,25 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes tel. 0570-648 912 fax 0570-619 179 e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink tel. 0570-648912 fax 0570-649819 e-mail
[email protected] sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Verzekeraars voorop Door de financiële crisis zijn de zekerheden die de verzekeringsbedrijfstak aan consumenten biedt tot nu toe niet in gevaar gekomen. Dit is te danken aan het feit dat verzekeraars bij de aanvang van de crisis op een zeer sterke solvabiliteitspositie konden bogen. Maar dat neemt niet weg dat de hele financiële sector, dus ook de verzekeraars, door de huidige omstandigheden zwaar worden getroffen. Het Verbond heeft in een vroegtijdig stadium het initiatief genomen om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de rol van verzekeraars in de crisis en de lessen die daaruit getrokken kunnen worden. Dit onderzoek door de Boston Consulting Group, dat vorige week werd gepubliceerd, heeft geleid tot een aantal aanbevelingen om de branche meer ‘crisisbestendig’ te maken. Deze aanbevelingen zijn onverkort door het Verbond overgenomen. Het Verbond roept de eigen leden, maar ook de andere financiële markten op nog meer aandacht te besteden aan het risicomanagement. “Want achteraf bezien is de afgelopen jaren in het streven naar hoge rendementen in de hele keten onvoldoende oog geweest voor de onderliggende risico’s.” Risicomanagement is van zo’n groot belang, dat bepleit wordt dit op topniveau in de onderneming te borgen. Risicomodellen dienen, aldus de aanbeveling, transparanter en zo mogelijk simpeler te worden. Het management moet actief zoeken naar bedrijfsonderdelen die snel groeien en zeer hoge rendementen tonen. Mogelijk kan dan immers sprake zijn van een zeepbel. Ook de toezichthouder kan hierin een actieve rol spelen. Een andere uitkomst van het rapport is, dat dochtermaatschappijen niet meer moeten leunen op de solvabiliteit van de moeder, maar dat zij ervoor dienen te zorgen zelfstandig solide gekapitaliseerd te zijn. “Dit vergroot de financiële weerbaarheid van de verzekeringssector als geheel.” Daarnaast heeft het Verbond zich ook gebogen over onderwerpen als het toezicht, de boekhoudregels, het beloningsbeleid en de omgang met de klant. Verzekeraars zullen er niet voor terugdeinzen om in dialoog met DNB de structuur van het beloningsbeleid tegen het licht te houden, “hoewel dit een ondergeschikte rol heeft gespeeld bij de kredietcrisis.” Hoewel verzekeraars bepaald niet gezien kunnen worden als de financiële groep die zich het meest kwetsbaar heeft gemaakt voor economische fluctuaties, hebben zij een voortrekkersrol op zich genomen door lessen te willen trekken uit de ontstane situatie. De pensioenfondsen zijn nog aan het studeren op welke wijze zij hun herstelplannen kunnen vormgeven en van de bankensector is nog geen signaal van zelfreflectie – laat staan van zelfcorrectie – opgevangen. Verzekeraars hadden goede argumenten om het rapport met enig tromgeroffel naar buiten te brengen. Ze hadden daarbij kunnen aangeven dat het vertrouwen van consumenten in hun soliditeit volstrekt terecht is. Al is het alleen al omdat verzekeraars bovenop de technische voorzieningen waarmee zij de aangegane verplichtingen afdekken, een solvabiliteitsmarge aanhouden voor onvoorziene omstandigheden. Toch heeft het Verbond voor een meer bescheiden vorm van publiciteit gekozen. En eigenlijk past dat wel bij dezelfde conservatieve manier waarop verzekeraars de hun toevertrouwde gelden plegen te beleggen.
nummer 3 - 12 februari 2009
10:07:59
VB_0309_p01_05_cover.indd 5
Jan Aikens
[email protected]
5
10-02-2009 12:15:37
N I EU WS
Oude dag wordt gatenkaas Door de financiële omstandigheden bezuinigen werkgevers eerder op leaseauto’s en variabele winstuitkeringen voor werknemers dan op de pensioenregeling. Ook de mogelijkheden voor kinderopvang en opleidingen staan volgens het intermediair meer onder druk dan de pensioenregeling voor het personeel. Dit blijkt uit een ‘flitsonderzoek’ van Avéro Achmea, gehouden onder dertig pensioenadvieskantoren. Op zichzelf klinkt dat positief voor degenen die hechten aan een goede pensioenvoorziening. Maar de ondervraagde pensioenadvieskantoren zeggen ook nog iets anders. De helft van hen denkt namelijk dat pensioenregelingen dit jaar door de crisis versoberd worden. Zij maken goede kans om het gelijk aan hun zijde te krijgen. De versobering van pensioenregelingen is al eerder ingezet met de omzetting van eindloon- naar middelloonregelingen. Intussen zien we een sterke toename van defined benefits naar al dan niet collectieve defined contribution regelingen. In het eerste geval is de hoogte van het pensioen gerelateerd aan het salaris en in het tweede geval stelt de werkgever een vooraf vastgesteld bedrag beschikbaar, waarvoor later pensioen wordt ingekocht. Steeds meer wordt daarmee afstand genomen van de ooit in het leven geroepen ‘vuistregel’, dat een werknemer na zijn pensioen aanspraak moet kunnen maken op 70 procent van zijn laatst genoten salaris. Is dat erg? Niet per definitie, omdat die 70%-regel lang niet voor iedereen opgaat. De ene pensioengerechtigde zal behoefte hebben aan een groter inkomen dan de andere. Het gaat niet zozeer om de pensioenvoorziening op zichzelf, als wel om de totale financiële positie na de pensioengerechtigde leeftijd. In de financiële planning voor de oude dag neemt desalniettemin het pensioen vaak een centrale plaats in. Veel mensen zullen de uitkeringen uit de eerste pijler (AOW) en tweede pijler (het arbeidspensioen) als uitgangspunt voor hun berekeningen nemen. Dan zal de burger verwachten dat de bedragen die uit deze twee pijlers komen duidelijk zijn en ook vast staan. Maar niets is minder waar.
Tegenvallend inkomen Zo blijkt uit onderzoeken dat nog steeds weinig mensen zich ervan bewust zijn dat zij vanaf 2015 in een AOW-gat kunnen vallen, omdat vanaf dat jaar voor de meesten de partnertoeslag vervalt. Dat kan leiden tot een halvering van de AOWuitkering. Nog eerder – in 2011 – wordt de AOW voor mensen die daarnaast inkomen genieten, waaronder ook pensioen gerekend wordt, gefiscaliseerd. Ook daardoor kan het netto inkomen later tegenvallen.
6
VB_0309_p06_08_HN.indd 6
Een nog grotere ingreep lijkt nodig in de tweede pijler. Nu al staat vast dat het merendeel van de pensioenfondsen niet zal indexeren, omdat de dekkingsgraad dat niet toestaat. Veel financiële experts voorspellen dat we nog niet aan het eind zijn van de financiële crisis. Dat betekent dat je er niet van mag uitgaan dat de indexeringsdraad weer snel wordt opgepakt, laat staan dat het indexeringshiaat wordt ingehaald. Niet indexeren betekent dat pensioenen niet worden aangepast aan de inflatie, waardoor pensioengerechtigden er in koopkracht op achteruitgaan. Maar het heeft ook gevolgen voor de pensioenopbouwers: voor hen wordt minder pensioen opgebouwd, zodat zij later minder pensioen ontvangen dan waarop zij gerekend hebben.
Verlaging pensioenaanspraken? Zoals gezegd lijkt het eind van de financiële crisis nog niet in zicht. Daardoor mag niet worden uitgesloten dat pensioenuitvoerders nog meer schrijnende maatregelen moeten nemen. Een van de mogelijkheden is het verhogen van de premies. Maar in een tijd van afnemende economische activiteiten en toenemende werkloosheid, kan dat instrument niet lang toegepast worden. De enige maatregel die dan nog resteert om de financiële situatie van de fondsen gezond te krijgen, is een verlaging van de pensioenaanspraken. Toegegeven: zover is het nog niet, maar er is ook niemand die op dit moment durft te verzekeren dat het ook nooit zover zal komen. Los van alle macro-economische bespiegelingen over het betaalbaar blijven van ons pensioenstelsel (denk daarbij aan de vergrijzing, de individualisering en het afnemen van de solidariteitsgedachte), wijzen alle tekenen erop dat de eens zo dichtgetimmerd lijkende oudedagsvoorziening kan veranderen in een gatenkaas.
Derde pijler Er is nog één pijler die echte zekerheid kan bieden en dat is de derde, waarin de consument bijvoorbeeld via lijfrenteverzekeringen zelf kan sparen voor de oude dag. Juist in een periode waarin onzekerheid troef is, is het goed dit prominent in het advies mee te nemen. Zeker nu het niet meer de vraag is of de eerste twee pijlers een pensioenhiaat teweegbrengen, maar wel hoe groot dat gat zal zijn. Wie het belang van zijn klant centraal stelt, zal snel contact zoeken om deze problematiek onder het vergrootglas te leggen. Het is immers in zijn belang om zo snel mogelijk maatregelen te nemen, omdat elk jaar uitstel een grotere aanslag op het budget betekent. ■ Jan Aikens
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 12:15:52
N IEU WS
Checklist informatie beleggingsverzekeringen De Federatie FIDIN, het federatieve samenwerkingsverband van NBVA en NVA, en het Verbond van Verzekeraars hebben de checklist ‘Optimale informatie beleggingsverzekering’ ontwikkeld als hulpmiddel voor adviseurs. Met de checklist kan het intermediair de productinformatie die verzekeraars bij nieuw te sluiten beleggingsverzekeringen verstrekken, controleren op volledigheid en kwaliteit. Deze informatie over het beleggingsproduct is doorgaans op diverse plaatsen vermeld, onder andere in de Financiële Bijsluiter, de offerte, het Informatiemodel Beleggingsverzekeringen, de factsheet en/of prospectus. U kunt de checklist downloaden op nva.nl en nbvanet.nl.
Minimale toetsing FIDIN en het Verbond adviseren intermediairs om de informatie die verzekeraars wettelijk verplicht zijn te verstrekken, minimaal te toetsen aan de kwaliteitsnormen uit de
checklist. Als de informatie gebrekkig of niet beschikbaar blijkt te zijn, kan een adviseur geen adequate beoordeling maken van het product. De adviseur kan dan niet voldoen aan de eisen die de wet stelt om de consument juist, betrouwbaar en niet misleidend te informeren.
Gebrekkige informatie melden NBVA en NVA vragen adviseurs bij hen te melden als de informatie over een beleggingsverzekering niet voldoet aan de wettelijke eisen. Een melding zal dan met de betrokken verzekeraar worden besproken.
Warmere verhouding Vorig jaar was de verhouding tussen intermediairs en verzekeraars zodanig bekoeld dat de intermediairverenigingen dreigden eenzijdig een checklist te produceren. Het is plezierig dat FIDIN en het Verbond weer nauwer samenwerken, waarvan deze lijst het eerste bewijs vormt. ■
Ook De Goudse treft regeling buiten Verliespolis De Goudse heeft naar aanleiding van de Aanbeveling van de Ombudsman een regeling getroffen voor haar klanten met een particuliere beleggingsverzekering. Evenals Generali (zie het vorige VB) heeft de maatschappij hiervoor niet onderhandeld met de stichtingen die opkomen voor belangen van de polishouders, maar de regeling voorgelegd aan de Ombudsman. Deze heeft daarmee ingestemd. De regeling houdt een maximering in van de kosten van particuliere beleggingsverzekeringen. Daarnaast reserveert De Goudse een bedrag van maximaal 3 miljoen euro voor zogenoemde schrijnende gevallen. Berekend over de gehele looptijd bedragen de kosten voor het FlexxVermogensplan en het Eigen Effect Plan nooit meer dan: – 2,85 procent voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar lager dan 1200 euro, of tegen een koopsom lager dan 12.000 euro; – 2,45 procent voor beleggingsverzekeringen met een bruto premie-inleg in het eerste polisjaar hoger dan of gelijk aan 1200 euro of een koopsom hoger dan of gelijk aan 12.000 euro. De producten Aktief Sparen/Aktief Beleggen en Verzekerd Sparen/Verzekerd Beleggen zijn op een andere manier geconstrueerd. Zij bestaan uit een spaarkasinschrijving en een aparte overlijdensrisicodekking. Deze onderdelen kennen niet de onderlinge verbanden die kenmerkend zijn voor de in opspraak geraakte beleggingsverzekeringen. Desondanks heeft De Goudse ook voor deze producten een regeling getroffen, waarbij de kosten van de spaarkasinschrijving
worden gemaximeerd en wel op 1,6 procent. Dit percentage wordt toegepast ongeacht de hoogte van de inleg in de spaarkas.
Afwachten De Stichting Verliespolis geeft opnieuw als reactie het niet juist te vinden dat de maatschappij buiten haar om een regeling publiceert. Anders dan bij Generali wordt nu niet gerept van een mogelijke procedure. Verliespolis wil eerst de bijeenkomst afwachten met de kleinere verzekeraars en het Verbond van Verzekeraars, die op 11 februari (na het ter perse gaan van dit VB) plaatsvindt. “Doel van deze bijeenkomst is om te bespreken op welke wijze ook zij efficiënt en spoedig tot overeenkomsten met de stichtingen kunnen komen. Ook De Goudse zal tijdens deze bijeenkomst aanwezig zijn”, meldt de Stichting Verliespolis, die tot die tijd geen inhoudelijk oordeel over de regeling zal geven. ■
OBP Groep verkoopt aan Optima Intermediair OBP Groep in Houten heeft besloten om de divisies Selectkrediet en ATP Hypotheken en de particuliere assurantieportefeuille over te dragen aan Optima Hypotheken & Verzekeringen in Hardinxveld-Giessendam. OBP verwacht hierdoor meer ruimte te hebben voor haar internetgerelateerde activiteiten via o.a. Hypotheekrente.nl, DeHoogsteSpaarrentes.nl en Uitvaartverzekeren.nl. Onder de naam MAX Producties zal OBP zich ook gaan toeleggen op het ondersteunen van andere intermediairs bij hun internetactiviteiten. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p06_08_HN.indd 7
7
10-02-2009 12:16:17
N I EU WS
Bgfo ook voor levencollectiviteiten Het ministerie van Financiën heeft bekendgemaakt dat de inducement- en transparantieregels in het Bgfo ook gelden voor collectieve levensverzekeringen. Dit betekent onder meer een verbod op (omzet)bonusprovisie voor collectieve pensioenverzekeringen. Over de geldigheid van dit verbod was onduidelijkheid, de tekst van het Bgfo liet ruimte voor verschillende interpretatie. Veel marktpartijen gingen ervan uit dat pensioenpolissen onder de Pensioenwet vielen en niet onder het Bgfo, maar de AFM dacht daar anders over. Omzetbonussen zijn daarmee sinds 1 januari uit den boze, kwaliteitsbonussen naar verwachting per 1 juli. De AFM kwam in de derde week van januari met openheid en duidelijkheid op dit punt. Marktpartijen moeten hun bedrijfsvoering hier nu nog op aanpassen. Het was dan ook logisch geweest als zij daar enige tijd voor hadden gekregen, maar uit de markt komen signalen dat de AFM direct tot handhaving van naleving van het Bgfo op collectieve levensverzekeringen is overgegaan. ■
Vierde kwartaal boosdoener bij Legal & General De eerste drie kwartalen van 2008 lieten voor Legal & General Nederland een bevredigende ontwikkeling zien. In het laatste kwartaal was de terugval van nieuw afgesloten verzekeringen zo groot, dat de totale omzet in 2008 uitkwam op 215 miljoen euro, ofwel 12 procent lager dan in 2007. De omzet in nieuwe premiebetalende posten nam wel toe en bedroeg 15,8 mln tegen 15,4 mln in 2007, een stijging van 2,5 procent. De eenmalige koopsommen deden het aanmerkelijk goed. De nieuwe productie daalde met 13 procent van 228 mln naar 119 mln. De daling zette dus in het vierde kwartaal in. “Parallel met de ontwikkeling van de kredietcrisis en daarmee het dalende consumentenvertrouwen”, luidt de analyse van algemeen directeur, drs. Arno Dolders, die zich voorbereidt op het “uitdagende jaar 2009”. Hij verwacht dat de economische recessie ook in het lopend jaar zal doorwerken. “Dat zal waarschijnlijk betekenen dat ook op de aandelenmarkten de onrust voorlopig niet voorbij zal zijn. Maar”, voegt hij daaraan toe, “deskundige adviseurs zullen naar mijn stellige overtuiging ondanks deze marktsituatie de beleggingsverzekering in hun oriëntatie naar passende oplossingen voor hun relaties blijven meenemen. Daarvoor biedt de flexibiliteit en de mogelijkheid van spreiding van risico’s teveel voordelen boven klassieke verzekeringen.” De crisis zou een andere productgroep wel in het zadel kunnen helpen, namelijk die van de gouden handdrukken, voorspelt Dolders. “Mede gelet op de dalende economische verwachtingen verwachten wij daar een sterke stijging van het aantal, al zal de gemiddelde omvang per polis wellicht lager worden.” ■
8
VB_0309_p06_08_HN.indd 8
De Verzekeringsawards De door Kluwer en For All Finance recent geïntroduceerde ‘Gouden Schilden’ worden goed ontvangen, zowel binnen als buiten de branche. Inmiddels zijn voor de verschillende categorieën al meer dan 150 personen en bedrijven aangemeld. Hieruit zal de selectiecommissie begin maart minimaal drie genomineerden per Gouden Schild selecteren en voorleggen aan de jury. Naast het Verbond van Verzekeraars hebben inmiddels ook vele anderen partijen, waaronder Nibud, hun medewerking aan dit initiatief uitgesproken. Ook de consument krijgt een stem bij het bepalen van de winnaars. Het Comité van Aanbeveling bestaat inmiddels uit Richard Weurding, Gerry Dietvorst (Hoogleraar Toekomstvoorzieningen aan de Universiteit Tilburg), Rob Lelieveld (Partner Financial Services Ernst & Young), Loek Hermans (voorzitter MKB Nederland) en Gerjoke Wilmink (directeur Nibud). De selectiecommissie staat onder voorzitterschap van oudVerbondsvoorzitter Eric Fischer en kent naast een aantal bekende branchegenoten (onder andere Maarten Dijkshoorn, Matthijs Mons, Bas de Voogd, Willem Vreeswijk, Henri Drost en Annemiek Vollenbroek) veel vertegenwoordigers die de stem van de consument vertegenwoordigen. Met Goos Eilander van Trendbox, Nu.nl en GfK Panelservices Benelux zijn afspraken gemaakt voor aanvullend consumentenonderzoek waar de jury over kan beschikken. Ook de afzonderlijke jury’s per award beginnen inmiddels vorm te krijgen.
Ook u kunt aanwezig zijn De selectiecommissie heeft de taak te komen tot minimaal drie genomineerden per Gouden Schild. Inmiddels zijn er ruim 150 aanmeldingen binnen en dit aantal loopt nog elke dag op. Aanmelden kan tot en met 16 februari via Verzekeringsawards.nl. Begin mei zal de jury per award een winnaar kiezen. Op 11 juni 2009 worden in het nieuwe Rai Elicium in Amsterdam de veertien ‘Gouden Schilden’ aan de winnaars uitgereikt. Dan zal ook bekend worden met welk bedrag het nieuwe initiatief van de Stichting Ondernemersklankbord (onder de vlag van de Raad voor Microfinanciering en het ministerie van Economische Zaken) gesteund kan worden. Een groot aantal van de beschikbare tafels op 11 juni is inmiddels gereserveerd. Dat neemt niet weg dat er nog voldoende plaatsen beschikbaar zijn om de eerste uitreiking van de Gouden Schilden live mee te maken. ■
Omzet Conservatrix 2008 nagenoeg gelijk Conservatrix zag in 2008 het totaal aan periodieke premies ten opzichte van 2007 stijgen met 6 procent naar 17,8 miljoen. Het totaal aan koopsommen nam echter af met 17 procent van 6,9 mln naar 5,7 mln. Het totale bruto premie-inkomen bleef daardoor nagenoeg gelijk: 23,6 mln. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 12:16:59
INT E RM ED IA IR
Nationale Wft-krant Deze week verschijnt de Nationale Wftkrant van opleidingsinstituut Dukers & Baelemans, die naar ruim 50.000 financiële adviseurs wordt verzonden. De Nationale Wft-krant bevat informatie over deskundigheid onder de Wft en de daarbijbehorende PE-verplichtingen via onder meer interviews met Geert Hendrikx van het CDFD en Michiel Denkers van de AFM en een artikel over het bedrijfsvoeringsmodel. ■
Nibud komt met risicometer Het Nibud heeft op haar website een risicometer lenen gelanceerd, waarbij de consument (en zijn adviseur) kan controleren of een lening wel in zijn budget past en of hij de maandelijkse aflossing wel wíl betalen. Het Nibud hoopt dat mensen door de risicometer minder snel een lening afsluiten die ze eigenlijk niet kunnen betalen. ■
Bulldog zoekt nieuw baasje Delta Lloyd heeft Lancyr in de verkoop gezet. Als er voor 1 april van dit jaar geen koper gevonden wordt, beëindigt de maatschappij de franchisecontracten, met inachtneming van de contractuele opzegtermijn van een jaar. Volgens Delta Lloyd is de voornaamste reden om van Lancyr af te willen dat het aantal franchisenemers onvoldoende groeit. In 2007 had Lancyr 40 vestigingen en 44 in 2008. De interne doelstelling van Delta Lloyd was om in 2010 130 vestigingen van Lancyr te hebben. Daarnaast heeft de verzekeraar vanwege de tegenvallende resultaten haar investeringsprogramma herzien en gaat het bedrijf zich nadrukkelijker focussen op de drie merken Delta Lloyd, OHRA en ABN AMRO Verzekeringen. Delta Lloyd zegt met meerdere partijen in gesprek te zijn over de overname van de franchiseketen. ■
Verbond wil Bgfo-vrijstelling kleine vergoedingen Het Verbond van Verzekeraars heeft bij de AFM een bagatelregeling bepleit voor kleine niet-geldelijke vergoedingen, zoals relatiegeschenken, in het kader van de Bgfo. Het Bgfo hanteert een zeer duidelijke definitie voor provisie, waaronder niet-geldelijke vergoedingen, en schrijft voordat deze geadministreerd en getoetst moeten worden. Volgens het Verbond levert dat een onwerkbare situatie op voor de marktpartijen en mogelijk ook voor de AFM. Het Verbond stelt daarom een regeling voor waarin niet-geldelijke vergoedingen tot een waarde van honderd euro (arbitraire grens) worden vrijgesteld van het Bgfo-regime. Wel moet volgens het Verbond voorkomen worden dat men bijvoorbeeld kleine niet-geldelijke vergoedingen gaat stapelen en is controletechnisch van belang dat de ontvanger vastlegt wat van wie is ontvangen. Het Verbond, de AFM en de andere betrokken marktpartijen overleggen deze week onder meer over dit voorstel. De AFM wilde vooruitlopend op dit overleg niet reageren op het voorstel van het Verbond. ■
Hypotheekbewaking bij InterFinanceNed InterFinanceNed werkt samen met Nationale Hypotheekbond. Met InterFinanceNed samenwerkende intermediairs kunnen hierdoor tegen vergoeding de hypotheken van en voor hun klanten laten bewaken. Op Hypotheekbond.nl voeren zij de hypotheekrente, de hypotheektermijn en de hoogte van de hypotheek in. Nationale Hypotheekbond bekijkt dan dagelijks of de hypotheeklasten verlaagd zouden kunnen worden, rekening houdend met eventuele boeterentes en dergelijke. ■
StFD passeert de ‘duizend’ De Stichting Financiele Dienstverlening (StFD) heeft sinds mei 2007 duizend financieel dienstverleners geholpen bij het aanvragen van hun Wft-vergunning bij de AFM. Om dat te vieren, werd onlangs de ‘duizendste vergunning’ persoonlijk aan de aanvrager overhandigd. Bij de StFD in Amsterdam ontving Nancy Timmermans-Vrinds voor haar Bredase kantoor van franchiseketen Geld en Woning uit Breda de Wft-vergunning uit handen van Esmond Berkhout, Hoofd Markttoegang van de AFM. Het begeleiden van vergunningaanvragen vormt een van de belangrijkste taken van de StFD, zegt Ellen von Koczian, directeur StFD. Volgens haar zit een ondernemer die snel aan de slag wil, niet te wachten op de vertraging die onherroepelijk optreedt als hij bij de aanvraag van zijn vergunning een bijlage vergeet of iets niet goed invult. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p09_13_INT.indd 9
9
10-02-2009 08:47:33
I N T ER ME D IA IR
Leve de beloningstransparantie, weg met de Adviesmatch Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar uiteindelijk is het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) in aangepaste vorm gepubliceerd.
Door: drs. Arno Dolders, algemeen directeur Legal & General
Zo laat, dat het kennelijk noodzakelijk was om voor het belangrijkste onderdeel, de beloningstransparantie, een coulanceperiode van drie maanden in te lassen. Ondanks de pijn, die beloningstransparantie het eerste jaar gaat doen, is het een goede zaak voor de intermediaire sector. Dat kan niet worden gezegd van het handhaven van de Adviesmatch. Een verkeerd geneesmiddel voor een veronderstelde ziekte met vervelende bijwerkingen. Maar laten we bij het begin beginnen. Beloningstransparantie hing al enige tijd in de lucht en werd ook al in verschillende varianten toegepast. Beleggingsverzekeringen kennen al sinds 1 januari 2008 beloningstransparantie via het model 2 van commissie De Ruiter. Daarentegen was nog niets geregeld voor traditionele levensverzekeringen en bancaire producten. Naar aanleiding van de vermelding van de beloning van de adviseur op de modellen 2 en 3 van commissie De Ruiter is een hele discussie ontstaan. Deze kwam erop neer, dat de door de aanbieder vermelde provisie niet dezelfde provisie was als het intermediair had ontvangen. Deze discussie toont aan dat de verantwoordelijkheid voor openheid van beloning veel beter kan liggen bij de adviseur. En daarvoor is in het Bgfo ook gekozen.
Ook opleiding als beloning is ‘vergoeding’ Vanaf 1 januari 2009 is de financiële dienstverlener verplicht de vergoeding voor zijn advies in euro’s aan de klant mede te delen. En let wel: onder vergoeding worden ook beloningen in de vorm van bijvoorbeeld opleidingen verstaan. Ook deze kunnen worden teruggerekend naar een geldwaarde en zijn onderdeel van de beloning. Bovendien bevat de vergoeding niet alleen de afsluit- en doorlopende provisie, die de adviseur de consument in rekening brengt, maar ook de provisie die de aanbieder betaalt aan een eventuele tussenschakel – zoals bijvoorbeeld een serviceprovider – valt daaronder. Dus indien de aanbieder 3000 euro betaalt aan de serviceprovider en de serviceprovider 2500 euro doorgeeft aan de adviseur, vermeldt de adviseur als vergoeding 3000 euro. Dat kan betekenen, dat een concurrerende intermediair, die direct het product bij de aanbieder betrekt slechts 2500 euro op zijn advies hoeft te vermelden. Kern van de nieuwe regeling is dat elke vergoeding vanaf de aanbieder provisie is en in euro’s kenbaar aan de klant moet worden gemaakt. Ook extra’s, die door de tussenschakel – bijvoorbeeld een serviceprovider – aan de adviseur worden gegeven, zijn een onderdeel van de totale beloning en vallen zowel onder de beloningstransparantie als onder de Adviesmatch.
10
VB_0309_p09_13_INT.indd 10
Kloof tussen verwachting en werkelijkheid Nu zijn de geluiden, dat de autoverkoper zijn beloning niet hoeft te vertellen en dat de klant helemaal niet geïnteresseerd is in de beloning van de adviseur, zo langzamerhand wel verstomd. Maar dat betekent niet dat iedereen de komende beloningstransparantie nu van harte omarmt. Adviseurs, die op feebasis werken of die voornamelijk beleggingsverzekeringen bemiddelen, hebben al ervaring opgedaan op dit terrein. Veel andere adviseurs hebben toch enige koudwatervrees. En voor een deel is die vrees natuurlijk terecht. De consument zegt gemiddeld 75 euro over te hebben voor een goed hypotheekadvies en dan bedoelt hij niet per uur maar voor het gehele advies. De gemiddelde daadwerkelijke prijs voor een hypotheekadvies ligt natuurlijk veel hoger. Er gaapt een kloof tussen verwachting en werkelijkheid die de adviseur mag uitleggen aan de klant. Dat zegt ook iets over de inschatting van de activiteiten van de adviseur en iets over de waarde, die de klant daaraan hecht. De vertaling in geld is ook een uitdrukking van de maatschappelijke appreciatie van het intermediair. En deze heeft niet zozeer met de kwaliteit van het advies, de tijd die dit kost, of de deskundigheid die daarvoor nodig is, te maken, maar veel meer met de wijze waarop het intermediair de consument de afgelopen jaren inzicht heeft gegeven in zijn dienstverlening. We plukken de wrange vruchten van het jarenlang volgehouden adagio: ‘Onze dienstverlening is gratis’. Het goede van beloningstransparantie is dat aan deze mythe in een keer een einde komt.
Statusverhogend Elke adviseur kost geld. En hoeveel, dat bepaalt de adviseur zelf. Zijn vergoeding zal deels een vergoeding zijn voor de geleverde deskundigheid en deels voor de geïnvesteerde tijd. En beide variëren per adviseur. Daar is ook niets mis mee. Zo heb je goedkope en dure fiscalisten, accountants en advocaten. Het is aan de consument om te bepalen welk niveau het best bij hem past. De tegenwerping dat hierdoor onherroepelijk druk op de prijs van een goed advies ontstaat, is maar ten dele waar. Het is waar in zoverre de klant nu niet meer gemiddeld vier keer gaat shoppen voordat hij besluit.
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:51:09
INT E RM ED IA IR
s !LTIJD DIRECT EEN VRIENDELIJKE EN DESKUNDIGE MEDEWERKER AAN DE LIJN s % MAILS SNEL EN ADEQUAAT BEANTWOORD s 3CHERPE PREMIES s 5W POLISSEN BINNEN UUR KLAAR %EN UTOPIE .EE HOOR "IJ INTERMEDIAIRVERZEKERAAR !NSVAR)D£A WERKT HET ZO %RVAAR HET ZELF EN BEL VOOR EEN AFSPRAAK $AN VERTELLEN WE U MEER OVER ONZE PERSOONLIJKE AANPAK -AILEN KAN OOK HELMOETHENDRIKS ANSVARIDEANL
)S UW INTERESSE GEPRIKKELD
WWWANSVARIDEANL
+IJK DAN EENS OP EDIARS WWWANVARIDEANLINTERM
Ansvar nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p09_13_INT.indd 11
F 020 617 00 76 – www.ansvaridea.nl
Jammer genoeg is met de invoering van de Bgfo niet de gehele Adviesmatch vervangen. Alleen de transparantie over beloning is anders ingevuld. Helaas, omdat de regeling die nu overblijft een wat absurdistisch karakter krijgt. Of negatiever gesteld, het wordt een kafkaëske redenering, die zonder rationele onderbouwing alleen nog bureaucratische doelen lijkt te dienen. En een van deze doelen lijkt de bestraffing van de in leven- of hypotheekproducten gespecialiseerde adviseur. Vanaf het begin is de gevolgde redenering gebrekkig. In de brief van de toenmalige minister Zalm aan de Tweede Kamer wordt gesteld dat voor verschillende producten verschillende verdelingen tussen afsluit- en doorlopende provisie mogelijk zijn. Zo kan, nog altijd volgens Zalm, bij bepaalde producten 80 procent afsluitprovisie en 20 procent doorlopende provisie horen en bij andere producten een verdeling van 60 procent en 40 procent. Conclusie van zijn brief: we gaan voor alle producten uiteindelijk een fiftyfifty verdeling hanteren. Dit betekent voor een gemiddeld hypotheekadvies dat wel 80 procent van arbeid is verricht, maar slechts 50 procent van de beloning wordt ontvangen. Deze aanslag op de liquiditeit heeft op de eerste plaats voor een grotere afhankelijkheid van het intermediair gezorgd. Zij kunnen zich voor financiering slechts wenden tot de aanbieder en deze financiert uiteraard alleen met het oog op productie. Het is ook meer dan toevallig dat de vlucht die uitvaartverzekeringen in ons land hebben genomen vrijwel gelijk loopt met de invoering van de Adviesmatch. Uitvaartverzekeringen vallen (nog) niet onder de Adviesmatch en dadelijk ook (nog) niet onder beloningstransparantie. Kortom, een met goede bedoelingen opgezette regeling die heeft geleid tot meer misstanden dan er vóór de regeling waren. Nu we dan transparantie van beloning krijgen, is de hele Adviesmatch overbodig. De klant ziet dat hij voor de werkzaamheden van de adviseur betaalt en of dat nu direct met hem of gefinancierd via de aanbieder gebeurt, lijkt me niet relevant. Sterker nog, voor de meeste, modale klanten is de keuze tussen 3000 ‘out of the pocket’ of uitsmeren over een langere periode snel gemaakt. Voor hen
T 020 617 04 26 –
[email protected]
Absurdistische balans
Wellicht is beloningstransparantie een wat zure appel om in te bijten, maar ik ben ervan overtuigd, dat eenmaal goed doorgebeten, de smaak zal bevallen. De Adviesmatch daarentegen heeft meer van de vergiftigde appel van Sneeuwwitje om in de beeldspraak van appels te blijven. En als het intermediair moet wachten op Wouter Bos als knappe prins die haar wakker kust, dan ga ik me pas echt zorgen maken. Dus leve de beloningstransparantie en weg met de Adviesmatch. ■
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
Beloningstransparantie zal de status van de financiële dienstverlener alleen maar ten goede komen. Het wordt nu duidelijk dat hij wordt betaald door de klant, of dat nu in de vorm van een uurtarief of van provisie is. En daarmee wordt het intermediair in de perceptie van de klant ook meer zijn adviseur in plaats van de verkoper van een product.
is dat advies van 3000 euro net zo noodzakelijk als voor de consument met een hoog inkomen, maar wellicht niet zo gemakkelijk te betalen. Absurd wordt de regeling als vervolgens wel direct 3000 euro aan fee mag worden ontvangen, sterker nog, dat de adviseur in dat geval vooruitbetaling mag vragen, maar dat in geval van provisie de helft van die 3000 euro over tien jaar of meer moeten worden uitgesmeerd. In feite is dit in strijd met de nieuwe inducementregels. Deze regels stellen immers dat tegenover een beloning ook een dienovereenkomstige inspanning dient te staan. De kans, dat in geval van een hypotheekadvies elk jaar opnieuw dezelfde inspanning wordt geleverd en dat deze tezamen goed zijn voor 50 procent van de provisie, lijkt mij nihil. Als dan in de toelichting op het Bgfo wordt gesteld dat de inducementregels gelden voor het totaal aan provisie en dat de Adviesmatch alleen iets zegt over de wijze van uitbetaling, dan geeft de wetgever in feite toe, dat het intermediair door de wet wordt gedwongen de klant voor te financieren voor advies dat al is gegeven, maar nog niet is betaald.
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
Dat betekent dat de kosten voor de gratis gegeven adviezen wegvallen en ook niet meer in rekening hoeven te worden gebracht bij de klant, die wel besluit om zaken te doen. Met andere woorden, de adviseur zal dadelijk zijn uren veel effectiever kunnen besteden. Het is niet waar, dat openheid over de kosten op zichzelf leidt tot prijsdumping. Uiteraard zullen er prijsvechters komen en uiteraard zullen bureaus stunten met goedkope tarieven. Dit gebeurt in elke markt, maar dat neemt niet weg, dat ook in elke markt de consument bereid is te betalen voor tijd en deskundigheid, mits hij deze kan waarnemen. Daarnaast ligt er een bodem in de markt. Elke adviseur zal moeten adviseren conform de Wft-eisen en interpretatie daarvan door de AFM. Een snel adviesje voor een hypotheek tegen een stunttarief is dus niet mogelijk.
11
09-02-2009 16:51:27
I N T ER ME D IA IR
Intermediaire vernieuwingscompetitie Avéro Achmea:
Billen bloot in Dragon’s Den Een viertal intermediairs moest onlangs figuurlijk met de billen bloot tijdens een
ondernemers als geheim wapen. Zo’n Quick Scan is in Dragon’s Den van Avéro Achmea. Voor een jury van vier kritische ondernemingsdesfeite een A4’tje met daarop kundigen moesten zij betogen waarom deze in hun – soms al deels doorgevoerde – drie kolommen: 1. de risico’s, 2. het verzekeringspakket vernieuwingsconcepten moesten beleggen. En hoewel de concepten alle vier de basisen 3. de hiaten met daaraan ingrediënten klantsegmentatie, de klant centraal en betrokkenheid van de medewergekoppeld de verzekeringskers bevatten, slaagde de een daar beter in dan de ander. oplossingen. Dat leverde haar 6000 van de 10.000 (de zaal De wereld van de financieel dienstverlener verandert. Dat is fungeerde als vijfde dragon) beschikbare ‘aveuro’s’ op, drie niet langer een abstract gegeven, maar iets heel concreets, keer meer dan de nummer twee. De dragons roemden de eenwaarmee intermediairs in hun eigen bedrijfsvoering op korte voud en de praktische inzetbaarheid van haar concept, maar termijn iets moeten doen. Avéro Achmea wilde daarbij als plaatsten wel kanttekeningen bij haar bescheiden ambitie: intermediairverzekeraar niet langer aan de zijlijn blijven staan, “Haal die lat nou eens weg en probeer echt te groeien.” maar actief meewerken aan oplossingen. “Daar heeft Avéro Simpel en met overgave Achmea een enorm belang bij”, zegt marketingmanager Erik Het waren niet de minste ondernemingsdeskundigen die als During. “Wij verkopen verzekeringen via het intermediair en dragon fungeerden: Gijsbert Dezaire (voormalig algemeen didat willen we blijven doen. Dat doen we echter alleen met recteur Nutricia), Adri Eleveld (venture capitalist, eigenaar Buintermediairs die daarin samen met ons willen investeren. Het reau Raadkracht), Rob ter Mors (directeur Markt & Distributie project ‘Proef de kwaliteit’ is een van de manieren om daaraan Avéro Achmea) en Annemarie van Gaal (uitgeefster en dragon invulling te geven en is bedoeld om intermediairs te helpen in het KRO-programma Dragon’s Den). Laatstgenoemde, die in de veranderende marktomstandigheden duurzaam het hoofd de jaren negentig naam maakte door samen met Derk Sauer te bieden.” Zes intermediairkantoren zijn in eerste instantie in Rusland een succesvol uitgeversimperium op te bouwen gestart in het project en vier van hen haalden de laatste ronde, (Independent Media, met o.a. Russische versies van Cosmopoeen Dragon’s Den in de Westergasfabriek in Amsterdam. litan, Playboy en Marie Claire), maakte nog eens indruk met Een beknopte uitleg voor wie het Dragon’s Den-concept niet haar afsluitende presentatie over de succesfactoren van een kent: de vier intermediairs verdedigden hun ondernemingsonderneming. Een van die factoren: houd het simpel. “De kleistrategieën tegenover een jury van vier investeerders, de ne meeropbrengst van een ingewikkeld systeem weegt niet op dragons, die vervolgens individueel oordeelden over de contegen de kracht van een simpel systeem”, aldus Van Gaal. “Kijk cepten en maximaal tweeduizend ‘aveuro’s’ konden beleggen eens naar de branche alsof je geen ervaring of bagage hebt, in de initiatieven waarin zij wat zagen. De deelnemer die alsof je nu een nieuwe, simpele oplossing moet bedenken voor hiermee de meeste ‘aveuro’s’ in de wacht sleepte, mocht zich iets wat er al decennialang is. En heb je je keuzes gemaakt, ga winnaar van deze Dragon’s Den noemen. er dan ook met hart en ziel voor. ‘Just do it’ is niet voldoende, Geheim wapen leg liefst een dood-of-de-gladiolen-mentaliteit aan de dag. AlDie eer viel Gera Janssen te beurt. Zij is sinds 1 januari eigeleen dan voer je anderen mee in je enthousiasme, alleen dan naar van Matthijsse Assurantiën uit Velp, waar zij al vanaf 2005 kun je excelleren in een veranderende markt.” ■ werkt. Janssen verdedigde met succes haar inmiddels in gang Erwin Loer gezette ondernemingsstrategie, met een Quick Scan voor
12
VB_0309_p09_13_INT.indd 12
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:51:45
INT E RM ED IA IR
‘Geld lenen kost geld’
Uitleg oude diploma’s en PE
Vanaf 1 april zijn financiële ondernemingen verplicht om in hun reclame-uitingen voor krediet een door de AFM ontwikkelde waarschuwing op te nemen over de gevolgen die aan dit krediet verbonden zijn:
Binnen de branche is verwarring ontstaan over de geldigheid van oude diploma’s en PE-regels binnen de Wft. Geert Hendrikx, die namens het intermediair zitting heeft in het CDFD, heeft daarover onlangs een heldere uitleg gegeven. Voor oude diploma’s die een gelijkstelling opleverden voor Wft-Leven (bijvoorbeeld Assurantie B) gold als aanvullende eis dat ook vóór 1 oktober 2007 moest worden voldaan aan de eindtermen van Beleggen A. Hiervoor was het tijdelijke inhaalprogramma Beleggen A ontwikkeld. Diplomahouders die niet aan die aanvullende eis hebben voldaan, hebben voor Leven geen geldig Wft-diploma meer. Zij kunnen dat diploma ‘repareren’ door een nieuw Wft-examen te doen. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de CDFD-dispensatieregeling. Deze biedt exameninstellingen onder voorwaarden de mogelijkheid om op basis van een gelijkgesteld diploma (bijvoorbeeld het Assurantie B-diploma) dispensatie te verlenen voor bijvoorbeeld het tentamen Wft-Leven Algemeen van het WftLeven-diploma.
Deze waarschuwing wijst consumenten op de gevolgen van het lenen van geld en het kopen op afbetaling en is een van de maatregelen die het kabinet heeft genomen om de toenemende schuldenproblematiek tegen te gaan. Onderzoeksbureau GfK Panel Services heeft de waarschuwing voorgelegd aan ruim 750 consumenten. Daaruit bleek niet alleen dat de waarschuwingszin treffend is, maar ook dat het gekozen symbool begrepen wordt zoals het is bedoeld: “Een lening kan een blok aan je been worden als je niet goed hebt nagedacht of je de lening wel kunt aflossen.” De waarschuwing is conform art. 53, achtste lid, Bgfo verplicht voor alle reclames van aanbieders, bemiddelaars en adviseurs van krediet. Het betreft onder andere reclame op televisie, radio, internet en in gedrukte media. Ook zijn er door de AFM regels vastgesteld over de manier waarop deze waarschuwing in een reclame-uiting opgenomen moet worden. De verplichting geldt bovendien voor alle soorten krediet, met uitzondering van hypothecaire kredieten waarbij geen relatie met een ander bestedingsdoel wordt gelegd dan de verwerving van de eigen woning. ■
In de praktijk betekent dit dat men alleen nog maar het tentamen Wft-Leven Beleggen van het Examen Wft-Leven moet behalen om in aanmerking te komen voor een volledig WftLeven-diploma. Vervolgens moet men PE volgen om het diploma geldig te houden. Reparatie via dispensatie is dus iets anders dan Permanente Educatie. ■
Oplossingen voor toename terugboekingen Een groeiend aantal kantoren komt volgens Bureau D & O in de problemen door een oplopend aantal terugboekingen op in het verleden afgesloten verzekeringen. Dit geldt vooral voor kantoren die meer dan gemiddeld actief zijn in leven en hypotheken. Intermediairs die met een verhoogde terugboeking te maken hebben, zien zich geconfronteerd met de situatie dat de aanbieder de inkomsten uit nieuwe productie geheel of gedeeltelijk in rekening-courant verrekent met de terugboekingen die in dezelfde periode hebben plaatsgevonden. Kantoren die hiervoor in het verleden geen reservering hebben aangelegd, worden hierdoor vanzelfsprekend het hardst geraakt. Veel kantoren die hiervoor wel reserveringen hebben getroffen, hebben dat vaak in onvoldoende mate kunnen doen doordat de Belastingdienst geen evenredige reservering accepteert. Dit betekent in een groeiend aantal gevallen dat een levensvatbaar kantoor over onvoldoende inkomsten beschikt om de vaste lasten van het bedrijf te dragen. Bureau D & O draagt in haar vierde Recessie Nieuwsbrief twee mogelijke oplossingen aan voor dit probleem: 1. Overleg met de eigen accountant over verhoging van het
percentage reserveringen onverdiende provisie. Fiscaal gezien mag een financieel dienstverlener het terugboekingsrisico niet voor 100 procent reserveren. De fiscus staat slechts een reservering toe in verband met het terugboekingsrisico voor een percentage dat reëel is. In de praktijk betekent dit vaak een percentage dat min of meer overeenkomt met het werkelijke historische terugboekingspercentage zoals dat zich bij de betreffende financieel dienstverlener voordoet. Gelet op de economische situatie lijkt het echter reëel om rekening te houden met een verhoging van het aantal terugboekingen. 2. Overleg met aanbieders over het moment van verrekening. De financieel dienstverlener erkent daarbij wel de schuld voor het terugboekingsrisico maar maakt afspraken met de aanbieder over het moment van verrekening. Er zou bijvoorbeeld afgesproken kunnen worden dat per maand maar een bepaald maximum in rekening-courant wordt verrekend. De intermediair die dit voorstelt, vindt hiervoor waarschijnlijk een gewillig oor bij de aanbieder. Immers, valt de intermediair om, dan draagt deze geen nieuwe productie meer aan én komen de verdere terugboekingen voor rekening van de aanbieder. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p09_13_INT.indd 13
13
10-02-2009 08:49:43
I N T ER V I E W
David Furby woont met echtgenote en twee kinderen in Parijs aan de voet van de Arc de Triomphe, maar hij is, omdat hij trouwde met een Nederlandse vrouw, regelmatig in ons land te vinden, met name in Wassenaar. Furby werkte bij Lloyds’ bij Ockham Syndicate en kwam bij ACE terecht, toen de maatschappij dit syndicaat in 1996 overnam. In juli 2002 werd hij benoemd tot president van de ACE Tempest Re Groep, de wereldwijde herverzekeraar van ACE. Vanaf juli 2005 is hij de hoofdverantwoordelijke voor ACE Continentaal Europa. Ing. Ron Verhulsdonck (foto), gehuwd en vader van een dochter, volgde na het Atheneum de Hogere Zeevaartschool en was een half jaar leerling-stuurman op de grote handelsvaart. Daarna zocht hij de vaste wal weer op, waar hij HTS Economische Bedrijfstechnieken deed en vervolgens in dienst trad van Hudig-Langeveldt (het tegenwoordige Aon) als trainee. Hij klom bij de makelaar op tot risk engineer en stapte over naar Royal Insurance Global, die multinationale bedrijven vooral tegen brand verzekerde. Na de fusie met Sun Alliance werd hij verantwoordelijk voor de key accounts. In februari 2001 maakte hij zijn entree bij ACE, die toen, na de overname in 1999 van de property and casualty afdelingen van Cigna, in een opbouwfase verkeerde. Nu geeft hij als countrymanager leiding aan de Beneluxkantoren in Rotterdam, Antwerpen en Brussel van ACE European Group Limited. Zijn hobby? “Dat is echt het vak. We werken in een heel interessante branche.”
David Furby en Ron Verhulsdonck (ACE):
Dramatische verandering in verzekeringslandschap 14
VB_0309_p14_17_interv.indd 14
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:52:19
IN T ERVIEW
De waarheid die aan Heinrich Heine wordt toegeschreven, namelijk dat in Nederland alles vijftig jaar later gebeurt, gaat in elk geval niet op voor trends in de verzekerings-
ven als je niet meedeed met het geven van kortingen. We zijn daar overigens niet voor gezwicht, hetgeen we wel gemerkt hebben aan de omzetkant, maar mede daardoor hebben we ook onder de huidige omstandigheden een gezond bedrijf.”
wereld. Een wereldwijde verzekeraar als ACE ziet dat in Nederland al vóór de kredietcrisis de productie stagneerde. Dat komt door de bijzonder open markt in ons land en door wat David Furby de ‘broker’s power’ noemt. “Makelaars probeerden wat prijs betreft het onderste uit de kan te halen. Omdat onze maatschappij geen onverantwoorde kortingen verstrekt, kregen andere risicodragers vaak de voorkeur. Ook verdween er omzet naar buitenlandse markten. De makelaars kunnen immers net zo makkelijk terecht in Rotterdam, als in Londen of New York. Natuurlijk is het frustrerend om op die manier handel te moeten verliezen, maar door de rampen in 2008 en de gevolgen van de crisis keert de wal nu het schip.
“Dat is helemaal in lijn met de strategie die ACE wereldwijd toepast”, beaamt Furby. “We zijn er om de continuïteit van onze klanten te waarborgen. Dat kan natuurlijk alleen, wanneer je in staat bent een risico goed in te schatten en daar een adequate premie voor te vragen.” Verzekeraars kunnen op verschillende manieren berekenen wat hun totale risico is voor mogelijke, grote rampscenario’s en welke buffer ze daarvoor moeten aanhouden. Verhulsdonck: “Je kunt jezelf bijvoorbeeld als het ware rijk rekenen door uit te gaan van evenementen die zich maar eens in de honderd jaar voordoen, in plaats van ernstiger rampen die eens in de duizend jaar plaatsvinden. Wij houden er een meer behoudende vorm van risk management op na en hanteren daarvoor als het ware meer negatieve scenario’s. Daardoor weten we zeker dat, als een door ons verzekerd evenement zich daadwerkelijk voordoet, we de schade kunnen betalen zonder zelf in financiële problemen te komen.”
En daar kan Nederland als een van de eerste landen van profiteren. Nu al zie je dat we daar weer groeien. Klanten stellen niet de prijs, maar hun belang centraal. Niet de kortingen spelen de hoofdrol, maar het antwoord op de vraag of de verzekeraar aan hun wensen en belangen kan voldoen.” Het is onwerkelijk rustig in La Défense, zeg maar ‘de City van Parijs’. Vorig jaar moest je nog tijdens werkuren in ganzenpas tussen de verzekeraars en bankiers je weg zoeken en in een restaurant in de rij staan voor een tafeltje. Nu wenken de obers je naar binnen, waar je op je gemak het beste tafeltje kunt uitzoeken. Het is duidelijk: de kredietcrisis is geen papieren probleem. Ook de in de Franse hoofdstad gevestigde financials zuchten onder economische malaise.
Van hard naar zacht In een van de kantoortorens in de Parijse zakenwijk praten we over de gevolgen van de crisis binnen de mondiale verzekeringsmarkt met David Furby, president van ACE Continentaal Europa en Ron Verhulsdonck, manager van ACE Benelux. Zij voorzien een dramatische verandering van het verzekeringslandschap in 2009 en het jaar daarop. “We hebben na 11 september 2001 een duidelijk omslagpunt waargenomen”, zegt David Furby. “Na de aanslagen in de Verenigde Staten veranderde de zachte markt heel snel in een harde. De capaciteit liep terug, (her)verzekeraars verhoogden drastisch hun premies en de voorwaarden werden aangescherpt. Aan die golfbeweging kwam in 2004-2005 een einde. Opnieuw werd de markt zachter, doordat er nieuw kapitaal toestroomde en sommige verzekeraars door prijsverlaging marktaandeel probeerden te verwerven.” Een wereldwijde tendens, die ook goed voelbaar was in Europa. Ron Verhulsdonck: “We merkten de afgelopen jaren dat er weer sprake was van concurrentie op prijs, vooral de laatste vierentwintig maanden was dat het geval. Je had meer moeite om in de race te blij-
“Daarbij past ook een vrij conservatief beleggingsbeleid”, vult David Furby aan. “Ons vak is het om verzekeringsrisico’s te beoordelen en te accepteren, daar zijn we goed in. Andere financiële risico’s moeten daarbij niet in de weg zitten. Dankzij die bedrijfsfilosofie hebben we nauwelijks subprimeproducten in onze portefeuille. We proberen dergelijke beleggingsrisico’s zoveel mogelijk te minimaliseren.”
Bescherming Sommige andere verzekeraars hebben daar duidelijk een andere mening over en ondervinden daar nu de weerslag van. Vindt Furby dat zij onverantwoord gehandeld hebben? Hij laat zich daar niet over uit. “Ik kan niet praten over de bedrijfsvoering van andere maatschappijen. Wij zijn van mening dat de verantwoording die wij als verzekeringsbedrijf op ons genomen hebben bepaalde risicovolle activiteiten hoort uit te sluiten. We beloven om bescherming te bieden. Dat geldt ten opzichte van onze klanten, maar evenzeer ook voor de mensen die wereldwijd bij ons werken. Dat betekent in de eerste plaats dat onze balans en resultatenrekening gezond moeten blijven. Dat is alleen mogelijk met een gezonde beleggingsstrategie en door het in rekening brengen van een verantwoord gecalculeerde premie.”
‘Natuurlijk vinden we ook bij ACE dat we niet moeten stilstaan, maar dat is iets anders dan het agressief inzetten op groei’
Hoe verklaar je dan, dat sommige verzekeraars altijd maar bereid blijken hun premie naar beneden bij te stellen? Furby haalt zijn schouders op en mompelt zich daar niet goed in te kunnen verplaatsen. “Misschien kijken ze meer naar hun marktaandeel dan naar de risico’s die ze in portefeuille krijgen”, probeert hij.
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p14_17_interv.indd 15
15
09-02-2009 16:52:39
I N T ER V I E W
CEO van ACE) erop dat alleen het operationele resultaat telt. Wat dat betreft zijn onze uitgangspunten altijd dezelfde gebleven, zowel in tijden van stijgende als dalende beurskoersen.”
2008: rampjaar Dat dit beleid vruchten afwerpt, blijkt wel uit het feit dat ook in het ‘rampjaar 2008’ de combined ratio onder de 90 procent lag. “Door alle publiciteit die de kredietcrisis opeist, wordt relatief weinig aandacht besteed aan het feit dat in 2008 veel rampen plaatsvonden”, memoreert David Furby. “Dat jaar was voor verzekeraars een van de slechtste jaren ooit. Wereldwijd keerden verzekeraars 45 miljard dollar uit aan schade ten gevolge van orkanen, aardbevingen en andere natuurrampen. Munich Re noemde 2008 ‘een van de meest verwoestende jaren’. Daardoor kwamen de resultaten van bepaalde verzekeringsmaatschappijen al bijzonder onder druk. Hierdoor, en ook door de afschrijvingen op hun investeringen, zijn sommige verzekeraars in de rode cijfers beland.”
‘We hebben dan ook de gevolgen van 2008, het op drie na grootste rampjaar in de geschiedenis, achter de rug’ “Deze bedrijven moeten, om de solvabiliteit op orde te krijgen, kapitaal aantrekken”, gaat Verhulsdonck verder “en als het ze dat al lukt, is krediet nu heel duur. Dat betekent aan de andere kant, dat als je, zoals wij, het jaar met winst hebt afgesloten, je daar dubbel van profiteert. Nu waarderen klanten ons daarvoor. “We krijgen te horen dat ze respect hebben voor onze consistentie. En misschien hadden ze dat gevoel al eerder zonder het expliciet te tonen”, vermoedt hij. “Want het feit dat we gedurende het laatste verlengingsseizoen geen kortingen meer gaven, heeft uiteindelijk tot maar weinig verlies van klanten geleid.
Zwakken worden zwakker
David Furby: ‘Door alle publiciteit die de kredietcrisis opeist, wordt relatief weinig aandacht besteed aan het feit dat in 2008 veel rampen plaatsvonden.’
“Je ziet bij sommige verzekeraars de drang om sterk te groeien”, constateert Ron Verhulsdonck. “Natuurlijk vinden we ook bij ACE dat we niet moeten stilstaan, maar dat is wat anders dan het agressief inzetten op groei. Productieverhoging is mooi, maar dan moet de tijd er wel gunstig voor zijn. En dat is niet het geval als het premieniveau geen marge meer toelaat. We willen graag meer zaken doen, maar dan alleen op een gezonde basis. Wij geloven in een combined ratio onder 100 procent.” Furby en Verhulsdonck zeggen het onbegrijpelijk te vinden dat sommige partijen tevreden zijn met een ratio die daarboven ligt. “Ze spreken dan zelfs van een bevredigend resultaat”, zeggen ze vol onbegrip. We hebben het dan over een tijd, dat de beleggingsopbrengsten de tegenvallende operationele resultaten meer dan goed maakten. “Ook toen hamerde Evan Greenberg (Chairman en
16
VB_0309_p14_17_interv.indd 16
Wat gaan we zien als straks de stofwolken van de crisis zijn opgetrokken? David Furby heeft geen seconde bedenktijd nodig: “Dat de sterken sterker en de zwakke partijen zwakker zijn geworden. We hebben dan ook de gevolgen van 2008, het op drie na grootste rampjaar in de geschiedenis, achter de rug. Wanneer er een einde komt aan de economische teruggang laat zich nu nog niet voorspellen. Maar vast staat wel, dat alleen de bedrijven met een gezond eigen vermogen deze klap op een gezonde manier kunnen overleven. Ik ga ervan uit dat sommige partijen van de markt verdwijnen. Ook ligt het voor de hand dat alle marktpartijen hun les hebben geleerd. Dat betekent in de eerste plaats dat verzekeraars en makelaars echt naar de inhoud kijken. Dan staat niet meer de prijs voorop, maar het werkelijke belang van de klant, namelijk dat zijn risico’s op een verantwoorde manier zijn afgedekt.” Ook zal er meer gelet worden op leveringsbetrouwbaarheid. “Risk managers en makelaars namen als vanzelfsprekend aan dat risicodragers tot in lengte van jaren in staat waren hun verplichtingen na te komen. Die vanzelfsprekendheid is er niet meer”, aldus Furby. “Dat betekent dat je niet kunt vol-
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 08:52:09
IN T ERVIEW
staan met te kijken naar premie en voorwaarden, maar ook naar de financiële situatie van de verzekeraar. Voor sommige partijen is dat nieuw.” Hij wijst in dat kader ook naar de ‘Enterprise risk management’ rating van Standard & Poors. “Een belangrijke indicatie over hoe een verzekeraar zijn bedrijf managed en met zijn eigen operationele risico’s omgaat. Niet alle bedrijven hebben zo’n rating.” ACE heeft die wel. “We hebben de kwalificatie ‘strong’”, zegt Verhulsdonck, “en daar ben ik best trots op, want zoals David zegt, gaan kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid een steeds belangrijker rol in de selectie spelen. Dat merken we nu al. Bedrijven belonen ons voor de soliditeit door nieuwe zaken aan te brengen. Trouwens, en dat vind ik in de huidige tijd bijzonder, heeft Standard & Poors de ‘outlook’ voor de ‘A+ Financial strength rating’ van ACE verhoogd van ‘stabiel’ naar ‘positief’. Waar andere naar beneden worden bijgesteld, maken wij dus kans op een nog betere rating en dat verschil is erg belangrijk.”
Bodem zachte markt bereikt Er komt dus nu een einde aan de zachte markt? “Je kunt nooit echt bepalen of je de bodem bereikt hebt. Ik denk wel dat we nu zover zijn”, zegt Verhulsdonck. “Anders is dat moment erg nabij. Dat ligt ook voor de hand, omdat er minder kapitaal is en de tekencapaciteit dus minder wordt. Het aantal
verzekeraars dat in staat is zware risico’s te accepteren, loopt steeds verder terug en – zoals we eerder zagen – is het steeds moeilijker geworden om daarvoor het benodigde kapitaal aan te trekken.” Een ontwikkeling waar David Furby niet rouwig om kan zijn. “Het maakt duidelijk dat partijen niet op verkeerde gronden met elkaar moeten concurreren. Dat het verwerven van marktaandelen en het wegzetten van aan jou toevertrouwde premiestromen op een solide basis moeten plaatsvinden. Of om het korter te zeggen: dat continuïteit alleen gewaarborgd kan worden door kwaliteit en het handhaven van ouderwetse, degelijke principes.” Deze ontwikkeling doet een groot beroep op de transparantie. “Klanten gaan steeds meer vragen stellen”, is de ervaring van Ron Verhulsdonck. “Die hebben niet alleen betrekking op de voorwaarden. Maar ik krijg ze ook in de trant van: hoe staan jullie er financieel voor, mag ik wat cijfers zien, hoe houd je je kapitaal in stand. En eigenlijk is het antwoord daarop heel eenvoudig: we doen waar we goed in zijn en we doen niet waarvoor we niet zijn opgericht.” ■ Jan Aikens
Ervaar zelf het gemak van de Kluwer e-studies Studeren waar en wanneer u maar wilt. Velen gingen u reeds voor! Het onderwerp Verzuim en Inkomen kent vele aspecten die het vaak lastig maken om een juist advies te geven. Zo haken de private verzekeringsoplossingen in op de sociale wetgeving. Wat moet er geregeld zijn, wat kan en op welke wijze? Met de e-studie Verzuim en Inkomen worden alle onderdelen voor u op een rij gezet en uitgebreid behandeld (inclusief praktijkvoorbeelden). Deze e-studie is ontwikkeld in samenspraak met de Goudse verzekeringen. Wat leert u? Na deelname kent u de samenhang tussen wet- en regelgeving, marktwerking en de diverse verzekeringsoplossingen. U kunt klanten gericht adviseren op het gebied van Verzuim en Inkomen. Het risico van ziekte van de werknemer heeft altijd de werknemer als lijdend voorwerp (hij wordt ziek en hij moet gere-integreerd worden). De risico’s van werkgever en werknemer zijn geheel anders. Daarom is de onderverdeling gemaakt in werkgeversadvisering en werknemersadvisering.
Studievorm Deze e-studie volgt u waar en wanneer u maar wilt, eenvoudig via uw eigen pc.
Modules ■ ■ ■
NIEUW
Werkgeversadvisering Werknemersadvisering Advisering DGA/Zelfstandige
In samenwerking met
Voor meer informatie: www.kluwer.nl/e-studies
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p14_17_interv.indd 17
17
09-02-2009 15:42:16
PFP
Leegstandwet biedt uitkomst De Leegstandwet biedt de mogelijkheid om koopwoningen in afwachting van verkoop tijdelijk te verhuren. Dat zegt minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie op vragen van de PvdA-Kamerleden Tang en Depla over de onmogelijkheid om een met een hypotheek bezwaard huis te verhuren. De Kamerleden zoeken naar een oplossing voor consumenten die een nieuw huis hebben gekocht maar door de crisis op de woningmarkt hun oude woning niet op tijd hebben kunnen verkopen, met onvoorziene en soms langdurige dubbele lasten tot gevolg. In de meeste hypotheekovereenkomsten is echter de voorwaarde opgenomen dat de betreffende woning niet verhuurd mag worden, tenzij de geldverstrekker daar toestemming voor geeft. Geldverstrekkers zijn volgens de minister over het algemeen terughoudend met het verlenen van toestemming, omdat langdurige verhuur de executiewaarde en het executieproces van het onderpand beïnvloedt. Een verhuurde woning heeft meestal een lagere executiewaarde dan een leegstaand huis. Daarnaast kan verhuur van het onderpand een eventuele executie vertragen en kostbaarder maken.
De verhuurder moet in de huurovereenkomst duidelijk vermelden dat het huur op grond van de Leegstandwet betreft. Het ontbreken van de huurbescherming bij verhuur op grond van de Leegstandwet zou volgens de minister voor banken aanleiding kunnen zijn om dergelijke verhuur toe te staan. Verhuur betekent voor de eigenaar van het pand verlies van hypotheekrenteaftrek en nadeel door de toepassing van de bijleenregeling. Vereniging Eigen Huis stelt daarom voor de Leegstandwet in dit verband uit te breiden met een behoud van hypotheekrenteaftrek. “De huurinkomsten worden hierbij voor driekwart belast met inkomstenbelasting. Hiervoor dient de Wet IB slechts met de toevoeging van één lid bij een artikel te worden uitgebreid”, aldus de VEH. ■
Volgens Van der Laan kunnen mensen die een huis in de verkoop hebben, hun huis tijdelijk verhuren op grond van de Leegstandwet. Een groot deel van de huurbescherming geldt dan niet. Bij verkoop van het huis heeft de verhuurder een opzegtermijn van drie maanden. Het huis moet wel voor minimaal zes maanden worden verhuurd. De verhuurder moet als hij tijdelijk wil verhuren een vergunning aanvragen bij de gemeente. De gemeente kan de vergunning, afgegeven voor maximaal twee jaar, verlengen tot een periode van vijf jaar.
Premie Beheer Pensioen Met het nieuwe Premie Beheer Pensioen biedt Avéro Achmea een beleggingspensioen op basis van beschikbare premies. De werknemer belegt via een zogeheten lifecyclesystematiek in fondsen met, naarmate de pensioendatum nadert, een afnemend beleggingsrisico. Ook afwijkende beleggingskeuzes blijven mogelijk voor werknemers als de werkgever ‘opting out’ in zijn pensioencontract aanbiedt. Het product kent een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en biedt twee garantiefondsen. De eerste biedt continu garantie gedurende de opbouwfase, het tweede garantiefonds is meer gericht op garantie op de pensioendatum of bij dienstverlating (onder voorwaarden). Er is bij fiscale staffel 2 voor werknemers met partner automatisch een nabestaandenpensioen verzekerd. Bovendien is er voor iedere werknemer een wezenpensioen afgedekt. De keuzes in deze pensioenregeling worden in principe door de werkgever gemaakt en vastgelegd. Het intermediair kan deze gegevens vervolgens digitaal doorgeven. Hierdoor zijn er geen individuele werknemersformulieren nodig, wat de acceptatie en verwerking van de pensioencontracten versnelt. ■
18
VB_0309_p18_19_pfp.indd 18
Minder pensioenpremie voor werkgevers Vanaf deze maand hanteert AEGON bij het afsluiten van haar mkb-pensioenproducten lagere administratiekosten en betalen werkgevers minder premie per deelnemer. Het gaat hierbij om de producten MKB Groei Pensioen, Solide Pensioen, Garant Pensioen en Klik en klaar Pensioen. De tariefverlaging geldt voor nieuwe contracten en met terugwerkende kracht ook voor contracten die per 1 januari 2009 zijn afgesloten of verlengd. Alle contracten krijgen 25 procent korting op de premies voor de arbeidsongeschiktheidsrisico’s (premievrijstelling en WIA-excedent). De korting op de administratiekosten geldt bij contracten met een premievolume tussen 50.000 en 250.000 euro (tot 100.000 euro 2 procentpunt korting, daarboven 1,5 procentpunt), met een gemiddelde premie per deelnemer van ten minste 2000 euro en een contractduur van tien jaar. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:43:32
P FP
Stijging eigenwoningforfait Tot en met 2008 zat er een maximum aan de hoogte van het eigenwoningforfait. Met ingang van 2009 is er geen maximum meer. Hierdoor kan het bedrag van het eigenwoningforfait veel hoger zijn dan in 2008. De belastingaftrek wordt daardoor lager.
in de jaren 2010 tot en met 2016, zodat in dat laatste jaar voor een woning boven 1 miljoen euro een eigenwoningforfait geldt van 2,35 procent. Oorspronkelijk was voorgesteld dit percentage al in 2009 in te voeren.
Privéonttrekking voor winstgenieters Het eigenwoningforfait is het voordeel uit eigen woning dat de eigenwoningbezitter tot zijn inkomen moet rekenen. De berekening gebeurt door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een bepaald percentage. Het eigenwoningforfait over 2008 is gemaximeerd tot 9300 euro. Het forfait loopt op naarmate de WOZ-waarde van de woning hoger is, maar dit stopt bij een WOZ-waarde van 1.690.909 euro. Dan is het maximum bereikt. In 2009 wordt het maximum dus afgeschaft, zodat het forfait verder oploopt als de WOZ-waarde hoger is dan 1.690.909 euro.
Jaren 2010 tot en met 2016 Vanaf 2010 is er het plan om stapsgewijs het eigenwoningforfait voor een woningwaarde boven de 1 miljoen euro te verhogen. Deze verhoging zal in zeven gelijke stappen gaan
Deze wijzigingen worden ook doorgevoerd in de regeling voor privéonttrekking voor winstgenieters en in de drempel voor de kostenaftrek voor monumentenpanden. Hierbij geldt echter niet de gebruikelijke systematiek in de verhouding tussen de percentages in de verschillende regelingen. Voor beide regelingen wordt steeds hetzelfde maximumpercentage gehanteerd als voor het eigenwoningforfait. Voor de privéonttrekking eigen woning bij winstgenieters en voor de berekening van de drempel voor de kostenaftrek voor monumentenpanden geldt een minimumbedrag van 100 euro bij een woningwaarde tot 12.500 euro. Dit minimum komt in 2009 eveneens te vervallen. Dit heeft overigens weinig om het lijf, omdat woningen met een WOZwaarde onder 12.500 euro nauwelijks voorkomen. ■
Aon UPO-handleiding
IFRS-oplossing Zwitserleven
Aon Consulting roept om niet blind te varen op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Volgens het bedrijf roept het overzicht in de praktijk veel vragen op, wordt onduidelijke informatie gegeven en worden er nogal eens foute gegevens vermeld. Ook worden persoonlijke elementen die de uiteindelijke pensioenuitkering beïnvloeden, zoals een echtscheiding, vaak onterecht genegeerd. Aon ziet overzichten voorbij komen waarbij het bedrag dat op het UPO vermeld staat, driemaal zo hoog is als het bedrag waar de werknemer feitelijk recht op heeft. Om HR-, financieel managers en (ex)werknemers te helpen bij het controleren van het UPO stelt Aon Consulting een UPO-handleiding beschikbaar. Het document geeft middels een aantal uitgewerkte punten aan waar de werkgever of werknemer extra op moet letten als het UPO op de deurmat valt. ■
Zwitserleven heeft het Privilege BedrijfsPensioen uitgebreid met de mogelijkheid dat de pensioenvoorziening vrij is van de verslagleggingregels in het kader van IFRS. Het Privilege BedrijfsPensioen is een collectieve pensioenverzekering met gegarandeerde uitkeringen. Met de IFRS-oplossing kan de werkgever een middelloonregeling aanbieden en toch gevrijwaard zijn van extra administratieve rompslomp, onwenselijke schommelingen op de balans van de onderneming en extra kosten in verband met extra berekeningen voor de jaarrekening.
Hypotheekadviseurs verdeeld Van de 475 intermediaire relaties die Cardif de vraag stelde ‘wat verwacht u dit jaar van uw hypotheekportefeuille?’ antwoordde 20 procent meer hypotheken af te zullen sluiten dan in het afgelopen jaar. 27 procent verwacht op minimaal evenveel hypotheken uit te komen en 40 procent rekent erop dat het aantal hypotheken volgend jaar zal dalen. De overige 13 procent heeft geen idee welke kant het uit zal gaan met de afzet van hypotheken in het eigen kantoor. ■
De IFRS-oplossing van Zwitserleven is mogelijk bij een middelloonregeling met een jaarpremie vanaf 100.000 euro. De werkgever verzekert zich tegen tekorten bij uitgaande waardeoverdrachten. Voor dit risico brengt Zwitserleven een risicopremie in rekening. Deze premie komt niet bovenop de pensioenpremie, maar wordt gefinancierd uit de overschotten bij uitgaande waardeoverdracht. Ook heeft de werkgever de mogelijkheid om bij aanvang zelf een bijdrage te storten waardoor het risico op tekorten door waardeoverdracht lager wordt. Zwitserleven geeft dit voordeel aan de werkgever in de vorm van een lagere risicopremie. Voor de IFRS-oplossing brengt de maatschappij naast de risicopremie geen aanvullende kosten in rekening. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p18_19_pfp.indd 19
19
09-02-2009 15:43:58
J U R I SP RUD E NTIE
Het dienstverleningsdocument:
Veel meer dan alleen een informatiedocument?! Voor een consument is het vaak niet duidelijk of de assurantieadviseur nu in zijn belang handelt of dat de adviseur een verlengstuk is van de aanbieder van een financieel product. In het verleden was dit zeker het geval. Als een adviseur werd ingeschakeld door een consument, werd er doorgaans geen overeenkomst gesloten, waarin uiteen werd gezet wat de assurantieadviseur voor de consument deed en welke beloning hij van de consument ontving voor die werkzaamheden. Sterker, de gangbare praktijk was dat de consument de adviseur niet rechtstreeks betaalde. De assurantieadviseur ontving een provisie van de aanbieder; de klant betaalde zelf niets. De klant kon het gevoel hebben dat er sprake was van gratis dienstverlening, hoewel hij eigenlijk wel beter wist. In de afgelopen jaren zijn al maatregelen genomen om beter inzichtelijk te maken wat de assurantieadviseur nu doet, voor wie en op welke wijze hij wordt beloond. In de Dienstenwijzer werd inhoud gegeven aan deze verplichting en werd uiteengezet wat de relatie was van de adviseur met de aanbieder van het financiële product en de wijze waarop er werd beloond (art. 4:72, 73 Wft). Nu is het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) aangepast om de transparantie op het punt van de beloning verder te vergroten. Eén van de volgende stappen die in dit proces van beloningstransparantie wordt gezet, is de introductie van het dienstverleningsdocument (art. 149b Bgfo).
Verzorgd door: mr. S.Y.Th. Meijer, advocaat bij Nauta Dutilh N.V.
Vanaf 1 juli 2009 moeten adviseurs en bemiddelaars (hierna: (assurantie)adviseur of dienstverlener) een dienstverleningsdocument aan de consument verstrekken. In dit dienstverleningsdocument wordt aangegeven wat de adviseur voor de consument doet en wat dit de consument kost. Onduidelijkheid op dit punt wordt dus weggenomen. In deze bijdrage staat het dienstverleningsdocument centraal. In het bij-
zonder wordt ingegaan op de vraag wat de juridische status van het dienstverleningsdocument nu is. Is het louter een informatiedocument, zoals in de toelichting bij het Bgfo wordt gesteld, of is het toch meer dan een informatiedocument?!
Inhoud dienstverleningsdocument Het dienstverleningsdocument geeft informatie aan de consument over: – de aard en de reikwijdte van zijn dienstverlening; én – de verschillende wijzen van zijn beloning. Anders gezegd: in het dienstverleningsdocument wordt inzichtelijk wat de financiële dienstverlener kan doen voor de klant en op welke wijze hij voor deze diensten wordt beloond. Behalve dat een overzicht moet worden gegeven van de diensten die de assurantieadviseur verricht, moet ook worden aangegeven voor welke productsoorten hij op welke wijze wordt beloond. De dienstverlener heeft hierbij verschillende keuzes. De eerste mogelijkheid is dat hij ervoor kiest om zijn diensten te verlenen op basis van een van de aanbieder- en productonafhankelijke beloning. Hiervan is sprake als de assurantieadviseur op basis van een uurtarief zijn diensten aanbiedt (de feevariant).
In het dienstverleningsdocument wordt inzichtelijk wat de financiële dienstverlener kan doen voor de klant en op welke wijze hij voor deze diensten wordt beloond. 20
VB_0309_p20_22_juris.indd 20
De tweede mogelijkheid is dat de dienstverlener voor door hem gedefinieerde vormen van dienstverlening een vast bedrag in rekening brengt of een percentage van bijvoorbeeld een te verstrekken hypothecair krediet. Tot slot bestaat de mogelijkheid om op basis van een
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:44:34
J URISP RU D EN T IE
aanbieder- of productafhankelijke beloning diensten te verlenen. In dit geval wordt door de aanbieder provisie aan de dienstverlener betaald. In deze situatie wordt door de aanbieder de provisie in de door de consument te betalen prijs verdisconteerd. Behalve dat in het dienstverleningsdocument uiteengezet moet worden voor welk product welke beloningsvorm geldt, moet ook de hoogte van de beloning worden gespecificeerd. Wanneer wordt gekozen voor een aanbieder- en productonafhankelijke beloning betekent dit, dat een indicatie moet worden gegeven hoeveel uren tegen welk uurtarief waarschijnlijk met de dienstverlening gemoeid zijn. In geval van een aanbieder- en productafhankelijke beloning moet de bandbreedte worden aangegeven waarbinnen de maximale en minimale provisiehoogte valt, met de kanttekening dat de daadwerkelijke hoogte afhankelijk is van de aanbieder.
Doel dienstverleningsdocument Het doel van het dienstverleningsdocument is om de consument inzicht te bieden in de wijzen van beloning van de dienstverlener, zodat de consument een bewuste keuze kan maken om te kiezen voor een bepaalde vorm van beloning. Om dit mogelijk te maken, moet het dienstverleningsdocument in de oriëntatiefase aan de klant worden gegeven, nog voordat de daadwerkelijke dienstverlening is begonnen. Overigens rust op de dienstverlener de verplichting om aan te tonen dat het dienstverleningsdocument tijdig aan de consument is verstrekt. Om te kunnen bewijzen dat aan deze verplichting is voldaan, is het verstandig om het document te laten ondertekenen door de klant dan wel om de consument te vragen een bevestigingsmail te sturen na ontvangst van het dienstverleningsdocument.
voorwaarden) sluit met de klant, maar er is ook een groep die dit – om welke reden dan ook – niet doet. De groep adviseurs die geen overeenkomst sluit, moet zich ervan bewust zijn dat als de klant op basis van het dienstverleningsdocument besluit de adviseur bepaalde diensten voor een bepaalde beloning te laten verrichten, het dienstverleningsdocument de basis vormt van de overeenkomst die tot stand is gekomen tussen de adviseur en de klant. Een toelichting. Ik deel de stelling van de minister dat het dienstverleningsdocument op zichzelf geen overeenkomst is. Als de klant voor ontvangst van het dienstverleningsdocument tekent, ontstaat er geen overeenkomst tussen de klant en de adviseur waarbij de adviseur de opdracht heeft om te adviseren en of te bemiddelen. Dit wordt naar mijn mening echter anders als de klant de adviseur vraagt een bepaalde dienst tegen een bepaalde beloningsvorm, zoals omschreven in het dienstverleningsdocument, voor hem te verrichten. Het dienstverleningsdocument is in feite een aanbod tot het verlenen van diensten van de adviseur aan de consument. Wanneer de klant aangeeft van de diensten gebruik te willen maken, accepteert hij het aanbod van de adviseur en komt een overeenkomst tot dienstverlening tot stand. Vanuit juridisch perspectief is dit een overeenkomst van opdracht, waarbij de klant de opdrachtgever is en de adviseur de opdrachtnemer. Als de klant en de adviseur geen nadere afspraken maken, vormt het dienstverleningsdocument het juridische kader voor de opdracht die aan de klant is verstrekt. Als in het dienstverleningsdocument is aangegeven dat met de dienstverlening tien uur is gemoeid tegen een uurtarief van 100 euro kan de klant de adviseur hieraan houden. Als de adviseur niet aan het dienstverleningsdocument gebonden wil zijn, moet hij een overeenkomst opstellen.
Dienstverleningsdocument: aanbod tot dienstverlening De vraag rijst wat de juridische status van het dienstverleningsdocument nu is. Is het een overeenkomst tussen de dienstverlener en de klant, waarbij overeengekomen is welke diensten in opdracht van de klant worden verricht? Of is het geen overeenkomst maar alleen een indicatie van wat de mogelijkheden en kosten zijn? Het dienstverleningsdocument is beoogd – zo blijkt uit de toelichting van de minister op art. 149b Bgfo – om een ‘puur’ informatief document te zijn. De minister vervolgt dan dat de consument op geen enkele wijze rechtens wordt gebonden om een bepaalde dienst af te nemen of om een bepaalde overeenkomst inzake een complex product of een hypothecair product met de aanbieder te sluiten. Nadrukkelijk wordt aangegeven dat het de bedoeling is dat na de overhandiging van het dienstverleningsdocument nog een overeenkomst wordt gesloten tussen de adviseur en de klant, waarin de concrete afspraken over de dienstverlening worden vastgelegd. Deze handelwijze verdient uiteraard de voorkeur. De vraag is of dit in de praktijk – zonder dat dit verder wettelijk is voorgeschreven – wel zal gebeuren. In de huidige praktijk laten zich twee groepen adviseurs onderscheiden. Er is een groep adviseurs die voordat gestart wordt met de dienstverlening schriftelijk een overeenkomst (met algemene
Helderheid over positie adviseur Behalve dat het dienstverleningsdocument een aanbod tot dienstverlening is, maakt het inzichtelijk wat de positie van de adviseur ten opzichte van de klant is. Allereerst blijkt uit het dienstverleningsdocument wat de dienstverlener voor de klant doet, bijvoorbeeld alleen advisering, advisering en bemiddeling en/of jaarlijkse begeleiding of het product nog beantwoordt aan de situatie van de klant. De klant kan kiezen welke dienstverlening hij wil. Daarnaast blijkt uit het dienstverleningsdocument voor de klant wat de dienstverlening door de adviseur hem kost. Dit is het meest helder als gekozen wordt voor een feevariant waarbij een uurtarief wordt afgegeven en wordt aangegeven hoeveel uren de adviseur verwacht aan de dienstverlening te besteden. Dit geldt echter ook voor het geval dat gekozen wordt voor de betaling van provisie door de aanbieder. Ook in dat geval moeten ten minste bandbreedtes van de hoogte van de provisie worden gegeven en wordt uit het dienstverleningsdocument duidelijk dat ondanks dat de provisie door de aanbieder wordt betaald, dit een beloning is voor de diensten die de adviseur voor de klant verricht en waarvoor de klant dus ook – in dit geval indirect omdat het in de prijs van het product is ingecalculeerd – betaalt.
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p20_22_juris.indd 21
21
09-02-2009 15:45:21
J U R I SP RUD E NTIE
Uit het dienstverleningsdocument blijkt dus duidelijk de positie van de adviseur ten opzichte van de klant. Dit is belangrijk omdat juist op dit punt in het verleden nog wel eens misverstanden bestonden bij de consument. In dit kader nog een aanvullende opmerking over de mogelijke beloningsvormen. Het uitgangspunt, zoals dat in het dienstverleningsdocument is gekozen, is dat de adviseur voor de klant bepaalde werkzaamheden verricht en de klant hem hiervoor betaalt. Vanuit dit uitgangspunt is het vanzelfsprekend dat de beloning een punt is waarover tussen de adviseur en de klant overeenstemming moet worden bereikt. Dit is een onderwerp waar de aanbieder van het financiële product buiten staat. Als de adviseur zich laat belonen op basis van de feevariant, is dit duidelijk. Wanneer gekozen wordt voor beloning door middel van provisie kunnen misverstanden ontstaan doordat de provisie door de aanbieder wordt betaald. Als het uitgangspunt wordt gehandhaafd – de beloning is een zaak tussen de klant en de adviseur – is de hoogte van de provisie echter een zaak waarop de aanbieder van het financiële product, ondanks dat hij de provisie uitbetaalt, geen invloed heeft. Het betreft immers een beloning voor diensten van de adviseur door de klant. Vanuit dit uitgangspunt is het niet begrijpelijk als de hoogte van de provisie wordt bepaald door de aanbieder en de adviseur.
- bent U erkend hypotheekadviseur zonder AFM-inschrijving? - bent U assurantieadviseur en levert U geen complexe producten? - bent U makelaar o.g. dan biedt het HYPÉVÉ SERVICE PLAN van Hypévé Den Bosch wellicht de oplossing. Het “Hypévé Service Plan” verzorgt alles en U behoudt 100% beloning. Vraag naar onze brochure of mail voor informatie:
[email protected] of bel tel. nr. 073 6233908 mob. 06 83245045
22
VB_0309_p20_22_juris.indd 22
Winstpunten dienstverleningsdocument Met de introductie van het dienstverleningsdocument wordt op twee punten winst geboekt. Het eerste winstpunt is dat de verhouding tussen de adviseur en de klant inzichtelijk wordt gemaakt. Uit het dienstverleningsdocument blijkt wat de adviseur voor de klant doet en wat de klant hiervoor moet betalen. Ook als gekozen wordt voor een aanbieder- en productafhankelijke beloning (provisie) is het de klant duidelijk dat ondanks dat hij zelf niets betaalt de dienstverlening niet gratis is, maar dat door betaling van provisie door de aanbieder de beloning voor de dienstverlening in de prijs van het product is inbegrepen. De beloning is in dit kader een zaak tussen de klant en de adviseur, waar de aanbieder buiten staat. Het is goed dat mogelijke onduidelijkheid bij de klant over de positie van de adviseur – treedt hij op voor de klant of voor de aanbieder en doet hij dit gratis of niet – wordt weggenomen. Het is jammer dat de verplichting om een dienstverleningsdocument te verstrekken alleen rust op de dienstverlener in het kader van het tot stand brengen van een overeenkomst inzake een complex product of een hypothecair krediet. Het voordeel – helderheid over de positie van de adviseur – doet zich nu dus alleen voor bij deze producten en niet bij schadeverzekeringen en levensverzekeringen die niet als complexe producten kwalificeren. Ook bij schadeverzekeringen en levensverzekeringen die niet als complexe producten kwalificeren, geldt echter dat de adviseur die adviseert en of bemiddelt bij de totstandkoming van de verzekering dit doet voor de klant en door de klant hiervoor wordt beloond. Het tweede winstpunt is dat als er geen overeenkomst tussen de adviseur en de klant tot stand komt (dit heeft uiteraard de voorkeur), het dienstverleningsdocument zal dienen om te bepalen welke afspraken de adviseur en de klant hebben gemaakt. Vanuit dit kader verdient het aanbeveling voor de adviseur om bij het dienstverleningsdocument de algemene voorwaarden te verstrekken waarin de verhouding tussen de adviseur en de klant nader wordt ingevuld, bijvoorbeeld door een clausule waarin de aansprakelijkheid van de adviseur wordt beperkt.
Meer dan een informatiedocument! De conclusie is dat het dienstverleningsdocument meer is dan een informatiedocument. Het geeft informatie over de verhouding van de adviseur en de klant. Door dit te doen, worden misverstanden weggenomen over wat de adviseur voor wie doet en door wie hij wordt beloond. Daarnaast kan het dienstverleningsdocument, als de klant op basis van het dienstverleningsdocument aangeeft welke diensten voor hem verricht mogen worden en een nadere contractuele uitwerking van de afspraken ontbreekt, als het kader van de afspraak van de adviseur met de klant worden gezien. De introductie van het dienstverleningsdocument sluit aan bij de verdere professionalisering van de positie van de assurantieadviseur. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:04:25
PRO D U C T EN
Preventiekorting bij Unigarant
De Goudse wijzigt zakenreispolis
Unigarant geeft een preventiekorting op de Inboedelverzekering en een bouwjaarkorting op de Woonhuisverzekering binnen ’t Huis- en reispakket. Voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen krijgt de klant 10 procent korting, voor een BORG-gecertificeerde elektronische beveiliging 5 procent, voor een blusdeken en een brandblusser met een inhoud van ten minste twee liter 5 procent en als er per verdieping ten minste één rookmelder aanwezig is, komt er nog eens 5 procent bij. De maximale korting bedraagt echter 20 procent op de inboedelpremie. Voor woonhuizen gebouwd vanaf 2002 geldt een bouwjaarkorting van 5 procent. De kortingen gelden voor nieuwe aanvragen en voor bestaande verzekerden die aangeven aan de gestelde voorwaarden te voldoen. ■
De Goudse heeft in navolging van de Top Zakenreisverzekering nu ook de Collectieve Zakenreisverzekering gewijzigd. Het vernieuwde product is geïntroduceerd op de website Topzakenreis.nl. Hier kan de ondernemer een test doen om te zien of hij voldoende verzekerd reist. De verzekering biedt standaard werelddekking, inclusief Nederland. De vernieuwingen betreffen onder andere een annuleringsverzekering van 5000 euro per persoon per reis en de mogelijkheid om privéreizen mee te verzekeren. Tot eind maart maakt de verzekeraar voor iedere nieuwe Top Zakenreisverzekering en Collectieve Zakenreisverzekering een bedrag over naar Climate Neutral Group. Zowel de ondernemer als het intermediair reist hierdoor 1000 km geheel klimaatneutraal. ■
Direktbank Startsteuntje Bij Direktbank kunnen starters onder voorwaarden tot 30 procent meer hypotheek verstrekt krijgen wanneer zij ouders, broer en of zus als hoofdelijk medeschuldenaar laten meetekenen voor de hypotheek. De meetekenende familieleden worden samen met de starter aansprakelijk voor de financiële verplichtingen uit de hypotheek. Dat kan gaan om betaling van maandlasten, maar ook om een eventueel tekort bij (gedwongen) verkoop van de woning. Het Startsteuntje is mogelijk bij alle Direktbank-hypotheekvormen. Het familielid, en diens eventuele partner, moeten zowel de aanvraag, offerte als de hypotheekakte mede-ondertekenen. ■
Provisieloze Hypotrust-hypotheek Bij Hypotrust kan naast de mogelijkheid voor een bemiddelingsvergoeding van 1 procent, nu ook worden gekozen voor een zerovariant. Hiermee komt de hypotheekverstrekker tegemoet aan de wens van intermediairs die werken op feebasis of een combinatie van beiden. Hypotrust brengt de consument bij de provisieloze hypotheek uitsluitend een vaste afsluitvergoeding in rekening. De standaard bemiddelingsprovisie heeft Hypotrust voor 2009 gesteld op 1 procent. Dit percentage wordt voor complexe producten uitbetaald conform de provisiebalans in de verhouding 70 procent direct bij afsluiten en 30 procent doorlopend. De doorlopende vergoeding houdt rekening met het feit dat de vergoeding gespreid over tien jaar wordt uitbetaald. Naast de vaste afsluitvergoeding van 195 euro betaalt de consument 1 procent aan afsluitprovisie. ■
EnergieVoordeel Hypotheek De EnergieVoordeel hypotheek van Fortis Bank stimuleert energiezuinig wonen. Om de consument te stimuleren zuiniger met energie om te gaan, is er een financiële prikkel ingebouwd. Bij dit product hoeft de klant namelijk niet de gebruikelijke afsluitprovisie te betalen voor het gedeelte dat betrekking heeft op de energiebesparende maatregelen. Bovendien is de rente over het bedrag in bouwdepot gelijk aan de hypotheekrente. Meestal is dit lager dan de hypotheekrente. Om te bepalen welke maatregelen een klant kan treffen, wordt eerst tegen betaling van minimaal 151 euro, een Energie Prestatie Advies opgemaakt. In dit advies wordt precies aangegeven welke energiebesparende maatregelen in de specifieke situatie van de consument mogelijk zijn. Na het afsluiten van de EnergieVoordeel hypotheek stort Fortis Bank het bedrag voor de energiebesparende maatregelen die de klant wil treffen in het EnergieVoordeeldepot. Daaruit betaalt de klant de kosten voor de energiebesparende verbouwing. Dit depot kan aan iedere hypotheek van Fortis Bank worden gekoppeld. ■
Chubb voor interim-managers Chubb Pro lanceert een vernieuwd aansprakelijkheidsproduct voor de interim-manager. De combinatiepolis biedt de interim-manager een uitgebreidere dekking dan voorheen op de gebieden beroeps-, bedrijfs- en bestuurdersaansprakelijkheid. De polis kent geen verplichting meer tot het hanteren van leveringsvoorwaarden. Het verzekeringsgebied is verder uitgebreid en de verzekerde kan nu ook een uitloopdekking inkopen voor het geval dat hij zijn bedrijfsactiviteiten beëindigd. Gedekt zijn ook de bereddingskosten voor zowel beroeps- als bedrijfsaansprakelijkheid, werkgeversaansprakelijkheid voor bedrijfsaansprakelijkheid en de verdedigingskosten tot boven het verzekerde bedrag met een maximum van eenmaal het verzekerde bedrag. Tot slot beschermt de polis de interim-managers tegen risico’s in verband met het onjuist schatten of plannen van de benodigde tijdsduur van een project, waardoor een overeengekomen opleveringsdatum niet wordt gehaald. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p23_prod.indd 23
23
09-02-2009 15:48:25
C O L U MN
Een dilemma van 10 miljard Een verzekeraar heeft adviseurs altijd beloond en gestuurd op basis van nieuwe productie. Wat te doen als die productie terugloopt en de intermediairs daardoor in de problemen komen? Voor een verzekeraar is het behoud van de portefeuille van een adviseur die niet meer productief is misschien nog wel van veel groter belang dan voor die adviseur zelf. Staan productie en beheer haaks op elkaar? Het is momenteel aan de orde van de dag. Assurantieadviseurs in financiële problemen. De oorzaken zijn algemeen bekend en daar zal ik in dit artikel ook niet verder op ingaan. In een vorig artikel in Het VB, alweer van op 8 december 2005, geef ik de oorzaken aan van de nu volop duidelijke verandering in de markt. Ik noemde dat toen de radicale verandering, omdat alles ter discussie staat. De kans is groot dat de assurantieadviseur zoals wij die nu kennen, ophoudt te bestaan. Een radicale stelling? Jazeker, maar daarom niet minder bedreigend.
Verzekeraars Voor sommige assurantieadviseurs is het al te laat. Ze houden ermee op, in veel gevallen gedwongen. Curatoren hebben het er maar druk mee. Elk faillissement kent benadeelden. De adviseur natuurlijk, de klanten, de schuldeisers maar ook de verzekeraar, zelfs als die geen schuldeiser is. Het valt mij op dat verzekeraars zich in het geval van faillissement van hun intermediairs terughoudend opstellen. Het initiatief wordt in de meeste gevallen geheel aan de curator gelaten. Die moet maar zien dat hij de portefeuille ergens onderbrengt. Daardoor wordt de portefeuille enige tijd niet of maar matig beheerd. Klanten voelen zich in de kou gezet en het toch al wankele vertrouwen verdampt. Daardoor loopt zo’n portefeuille snel leeg. Dat is niet in het belang van een verzekeraar. Afgezien van zijn overige investeringen in de adviseur, heeft die verzekeraar immers belang bij de continuïteit van de verzekeringscontracten, continuïteit van de premiebetaling, om daarmee terugboeking van nog niet verdiende afsluitprovisie te voorkomen. Bij faillissement van een adviseur is er immers niets meer te halen. Het belang voor verzekeraars bij een in nood verkerende assurantieadviseur zou nog wel eens vele malen groter kunnen zijn dan het belang van die adviseurs zelf, van de klanten of van de schuldeisers.
Veel geld Ik heb eens het financieel risico zitten berekenen voor verzekeraars uit hoofde van terugboeking van niet verdiende afsluitprovisies. Uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek blijkt dat jaarlijks ruim 2 miljard euro aan afsluitprovisies en bonussen voor levensverzekeringen aan assurantieadviseurs is uitgekeerd. Daar mag nog een fors bedrag, reken op ruim 1 miljard, aan worden toegevoegd voor
24
VB_0309_p24_25_potter.indd 24
Door: Mike Potter, registermakelaar-taxateur assurantieportefeuilles
afsluitprovisies en bonussen op hypothecaire geldleningen. Die provisies vallen vrijwel allemaal onder het terugboekingsregime. Dat betekent, rekening houdende met natuurlijk en onnatuurlijk verval, dat verzekeraars en andere leveranciers van financiële producten een risico lopen van in totaal zo’n 9 miljard euro. Tel daarbij enige tientallen miljoenen aan financieringen en enige honderden miljoenen aan negatieve saldi in rekening-courant en het totale risico komt uit op een bedrag van rond de 10 miljard euro.
Taak Daarmee hebben verzekeraars in hun eigen belang, en daarmee direct in het belang van hun klanten, de taak goed voor hun kwakkelende intermediairs te zorgen. De risico’s in de huidige markt zijn zelfs zo groot dat mijn voorspelling uit 2006, dat er in 2011 nog maar 3000 intermediairs over zijn, wel eens te optimistisch zou kunnen blijken. Op verzekeraars rust mede de verantwoordelijkheid hun zelfstandige adviseurs door ondersteuning in deze hectische markt overeind te houden. En dat op een andere manier dan tot nu toe gebruikelijk. Dus geen feestjes, reizen, commerciële acties, extra’s en nog meer provisies, en ook niet door het overnemen van de portefeuille met handhaving van het zittende management. Daar hebben we de resultaten van gezien. Maar met hulp bij het versterken van de organisatie en daarmee de continuïteit. Nu zijn de meeste, onafhankelijke, ondernemende intermediairs wars van bevoogding. Zeker door een verzekeraar. De aanzet tot verandering moet daarom gegeven worden door een buitenstaander die niet bedreigend is, maar wel het vak door en door kent. Dat is meestal een oud-ondernemer uit de financiële dienstverlening die zijn sporen heeft verdiend. En juist niet werknemers van verzekeraars en al helemaal niet de accountmanagers! Een ondernemer heeft behoefte aan een ondernemer als coach en klankbord. Wel kan een verzekeraar als initiator en als sponsor voor een dergelijk project optreden. In zijn eigen belang.
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:49:28
COLUMN
Plan
Kosten omlaag
De omzet omhoog en de kosten omlaag. Dat betekent herinrichting van de interne en externe organisatie. Daarnaast een volledige heroriëntatie van de ideeën binnen de organisatie over het eigen product, de dienst. Er moeten vragen gesteld worden als ‘Wat wil de klant eigenlijk van mij?’, ‘Wat is mijn toegevoegde waarde?’ (die bepaalt immers de hoogte van de beloning), ‘Welke diensten verleen ik en waarom?’ en ‘Wat zijn de redenen voor een klant om bij mij klant te worden en te blijven?’. Het valt mij op dat veel intermediairs op deze basale vragen geen antwoord hebben. Om die antwoorden te geven en daarmee hun bestaan te verzekeren, hebben zij hulp nodig.
De tijd dat een marmeren stoep en een Audi Q7 standaard uitrusting waren voor een assurantieadviseur is echt voorbij. Automatische verdiensten bestaan niet meer. Veel kantoren zullen de tering naar de nering moeten zetten en op kosten moeten besparen. Daarmee een start maken, is niet eenvoudig als je nooit de noodzaak gevoeld hebt. Daarvoor zijn instrumenten nodig. Omdat de indirecte kosten afhangen van de directe kosten, is het zaak de directe kosten aan te pakken. De indirecte kosten volgen dan automatisch. Aanpakken doe je door je af te vragen of de kosten die je maakt, de dingen die je doet, bijdragen aan het bereiken van je doelstelling. Helaas is doelen stellen ook niet een van de vaardigheden van de gemiddelde adviseur. Dus ook op dat vlak is coaching en ondernemersondersteuning onontbeerlijk.
Omzet omhoog De beloning van de adviseur hangt niet meer af van zijn relatie met de leverancier. De beloning wordt in onderling overleg met de klant bepaald. Of dit abonnement urendeclaratie of provisie is, maakt niet uit; dat regel je met de klant. Voor de klant moeten er voldoende argumenten zijn om die beloning te willen betalen. De dienst moet in verhouding staan tot de beloning. Dus moet je die dienst kunnen verwoorden en verantwoorden. Kun je dat, dan zal niets de klant tegenhouden zijn totale belang door jou als adviseur te laten behartigen. Hij weet immers wat hij krijgt en wat dat kost en dus wat het product waard is. Alleen door een duidelijk product voor een duidelijke prijs te bieden, is een klant bereid zijn totale belang aan jou over te laten.
Resultaat Ook al ben je als verzekeraar minder geïnteresseerd in distributie van verzekeringen via het onafhankelijk intermediair, ook al heb je als verzekeraar geen belang meer bij een adviseur omdat de productie terugloopt, ook al heb je als leverancier van financiële producten je commerciële bakens verzet, dan blijft het belang bij de portefeuille van je intermediair enorm. Alles bij elkaar een slordige 10 miljard euro. Voldoende reden lijkt mij om – ondanks alles – nog steeds in het intermediair te investeren. Maar dan op een totaal andere manier en met een totaal ander oogmerk dan tot nog toe. ■
Extra zekerheid door aantrekkelijke garantie Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan
Hoge garantie. Geen beleggingsrisico. Online aanvragen. Zelf de provisievorm bepalen.
Gegarandeerd hoog eindkapitaal Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan is een levensverzekering waarmee kapitaal wordt opgebouwd op basis van rentebijschrijvingen. Uw cliënt loopt geen beleggingsrisico. Door de gegarandeerde gemiddelde jaarlijkse rentebijschrijving van 4% kunt u uw cliënten verzekeren van een gegarandeerd hoog eindkapitaal bij leven op de einddatum van de verzekering. Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan is zeer geschikt voor de aflossing van een hypotheek en de opbouw van een kapitaal voor een onbezorgde oude dag. Niet zomaar ‘Natuurlijk’ Conservatrix steunt met Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan een organisatie die zich inzet voor bescherming van de natuur. Op dit moment is dit de stichting Vrienden van de Otter. Gemakkelijk afsluiten Het ‘Natuurlijk Garantieplan is gemakkelijk online af te sluiten via Cleo, het extranet van Conservatrix. Binnen Cleo kunt u bij Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan zelf de door u gewenste provisievorm bepalen. Meer informatie Wilt ook u overtuigd worden van de hoge garantie binnen Het ‘Natuurlijk’ Garantieplan? Bel dan (035) 548 08 72 of ga naar www.conservatrix.nl voor een afspraak met onze accountmanager bij u in de buurt.
Sinds
1872
Conservatrix
l e v e n s v e r z e k e r i n g e n
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p24_25_potter.indd 25
25
09-02-2009 15:50:03
M A R KTO ND E RZO E K
Beloningstransparantie en nu? Het zijn roerige tijden voor de assurantietussenpersoon. De woekerpolisaffaire en de kredietcrisis hebben het algemene beeld, dat de consument van de financiële markt heeft, danig schade berokkend. Daarnaast is de concurrentie van aanbieders die hun product via internet proberen te slijten groeiende, wat de intermediair dwingt tot innovatief handelen. Bovendien zorgt de verandering in wetgeving voor woelig vaarwater voor het intermediaire kanaal. Reden voor GfK om een intermediairpanel te starten, een groep assurantietussenpersonen die gevraagd is met enige regelmaat aan onderzoeken mee te doen. Op zoek naar informatie over de beleving, verwachting en handelwijze omtrent de beloningstransparantie bij complexe producten en hypotheken is hen gevraagd hierover vragen te beantwoorden. Daarmee heeft het eerste onderzoek van het GfK Intermediairpanel het ruime sop gekozen.
Per 1 januari 2009 is de bemiddelaar verplicht vóór de totstandkoming van de overeenkomst de consument inzage te geven in het bedrag dat hij met de verkoop van het financiele product als beloning ontvangt. Op 1 april 2009 loopt de door de AFM vastgestelde coulanceperiode af. Een kleine meerderheid, 53 procent, van de assurantiekantoren is er al helemaal klaar voor en biedt de consument al vanaf begin dit jaar, of zelfs al eerder, inzicht in hun nominale verdiensten. De 29 procent die aangeeft per 1 april volgens de nieuwe wetgeving te gaan werken, zorgt ervoor dat een aanzienlijk deel van de intermediairs tijdig de nieuwe regel volgen. Een kleine groep zegt wat meer tijd nodig te hebben.
Klantvragen Dat de consument nog weinig weet over deze nieuwe maatregel is duidelijk. Een klein deel van de intermediairs heeft al vragen voorgelegd gekregen, maar de meesten hebben de confrontatie nog niet aan hoeven gaan. Opvallend on-
derscheid is er te maken tussen de kleinere assurantiekantoren en de kantoren met meer dan vijf werknemers. De laatste groep bemiddelaars heeft al wat vaker onduidelijkheden die leven bij zijn klanten weg moeten nemen. De oorzaak zou gezocht kunnen worden in het feit dat er meer grotere kantoren hun clientèle hierover middels een eigen brief hebben geïnformeerd. Dit in tegenstelling tot de kleinere intermediairs, die vaker rekenen op de offerte van de verzekeraar om hun klanten te informeren. Door deze proactieve houding van de grotere kantoren, Afschaffen omzetbonus: Verwacht effect op de nieuwe productie Basis: Alle intermediairs (in %)
Provisietransparantie: verwacht effect op de nieuwe productie Basis: Alle intermediairs (in %)
Eric Landwaart (l.) en Michel van der List
26
VB_0309_p26_27_marktonderzoek.indd 26
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:50:31
M ARK CO-AS TONSU D ERZ RA NOTEK IE
kan men meer vragen verwachten van de consument. De kleinere kantoren zullen vaker op een later tijdstip, in de offertefase, met de vraag van de potentiële klant te maken krijgen. Een andere mogelijke reden zou kunnen zijn, dat werknemers van de grotere kantoren wat vaker via een collega wat over vragen of klachten te horen hebben gekregen.
GfK staat al enkele decennia voor hoogwaardig onderzoek. Een team van specialisten concentreert zich op de financiële markt. Naast kwantitatieve onderzoeken, zoals het Totaal Onderzoek Financiële Diensten (TOF), waar met een cyclus van twee jaar voor de particuliere (TOF P) alsook de zakelijke markt (TOF Z) de financiële portefeuille in kaart wordt gebracht, kan men hier ook terecht voor kwalitatief onderzoek, klanttevredenheidsonderzoek, bereiksmetingonderzoek, etcetera. Het registreren van de informatie kan zowel middels face-to-face gesprekken, telefonische benadering alsook via internet.
Verwachting voor 2009 Parallel aan de maatregel om de beloning van het intermediair openlijk in de offerte op te nemen, zullen ook de omzetbonussen afgeschaft worden. De verwachting dat dit een negatief effect zal hebben op de provisieomzet leeft bij een op de drie assurantietussenpersonen. Bij het grotere kantoor neigt men meer tot pessimisme: bijna de helft verwacht dat dit negatieve consequenties heeft voor de provisieomzet. Een soortgelijk beeld zien we bij de vraag naar de gevolgen van de verplichte transparantie op de provisieomzet. Terwijl 62 procent van de bemiddelaars zegt geen verlies op de nieuwe productie te zullen gaan lijden, zegt 34 procent hier toch angst voor te hebben. Opvallend hierbij is dat de grotere kantoren deze wijziging positiever benaderen dan de afschaffing van de omzetbonussen. De verwachting dat de verzekeraar het mogelijke verlies gedeeltelijk of in zijn geheel zal compenseren middels de beloningsvoorstellen, lijkt de intermediair enigszins gerust te stellen. Om de beloningsvoorstellen inzichtelijk te maken voor de consument rekent het intermediaire kanaal op de hulp van de verzekeraar. Of de verzekeraar daadwerkelijk deze hulp aanbiedt vanaf 1 april 2009 zal nog moeten blijken.
Sinds kort bestaat er een GfK Intermediairpanel, waarin zo’n 550 assurantietussenpersonen zitting hebben, die uitgenodigd kunnen worden om deel te nemen aan onderzoek van verschillende aard, waaronder ook kwalitatief onderzoek. Info:
[email protected], michel.van der
[email protected]
Waardige kundigheid betaalt zich De nieuwe maatregelen hebben de assurantietussenpersoon niet van zijn stuk gebracht en hij ondergaat deze met gematigd vertrouwen. Hij vraagt zich wel af of de consument het beloningsbedrag dat op de offerte staat op juiste waarde weet te schatten. De Nederlandse consument is immers kritisch over de prijs. Daarom is het belangrijk dat hij zijn waarde aan de klant toont en hem het gevoel geeft dat deze een adviseur aan zijn zijde heeft met kennis van zaken. ■ Michel van der List, Eric Landwaart en Patrick Voskuil
Om de intermediair wil je niet heen. Wanneer u een directe dialoog met het intermediair wilt, doet u dat het beste via Het Verzekeringblad. Per saldo het grootste onafhankelijke vakblad voor assurantietussenpersonen. Bel voor meer informatie over adverteren (0570) 64 89 12.
Het Verzekeringsblad bereikt direct de intermediair
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p26_27_marktonderzoek.indd 27
27
09-02-2009 15:50:51
D E WA N DE LING
Een wandeling met Ronald Latenstein van Voorst, CFO SNS Reaal en aanstaand voorzitter Raad van Bestuur Ook op de dag dat we elkaar spreken, wandelend in het Amsterdamse Bos, beheersen de kredietcrisis, de garantiemaatregelen die de overheid verstrekt en de beurskoersen de gevoelens van bancair Nederland wederom.
De Wandeling is een rubriek waarin Monique de Vos in de buitenlucht een verfrissende ontmoeting heeft met smaakmakers uit de financiële dienstverlening, om zo meer te weten te komen over ‘de vent achter de tent’. Monique de Vos is directeur van Chasse Executive Search in Den Haag.
Niettemin oogt Ronald Latenstein ontspannen: hij heeft zich thuis omgekleed na een afspraak bij De Nederlandsche Bank en zet er flink de pas in op deze koude vrijdagmiddag. Kom je in deze drukke en hectische tijden nog wel eens in de natuur? “Jawel, dit is bekend terrein. We zijn hier soms met de kinderen. Mijn schoonouders wonen in Aalsmeer, en wij gaan regelmatig door het Amsterdamse Bos naar hen toe. Maar verder moet ik bekennen dat ik niet veel buiten kom, behalve natuurlijk in Amsterdam zelf, waar je alles beter per bakfiets dan per auto kunt doen.” Hij werkt hard, heeft een zittend beroep dat zich grotendeels binnen afspeelt. Hoe houdt hij zijn conditie op peil? “Ik doe aan yoga. Enkele jaren geleden waren wij met vakantie op Bali, en daar werden elke dag yogalessen gegeven in het hotel. Sindsdien ben ik het blijven doen, het liefst dagelijks. Yoga is heel goed voor zowel je ademhaling alsook voor het rekken en strekken van spieren. En het is ook goed om op gewicht te blijven. Ik eet regelmatig buiten de deur. Overigens let ik wel goed op wat ik eet.” Hij vindt dus nog wel tijd voor zijn dagelijkse yogaoefeningen, terwijl hij ongetwijfeld ook al vorm geeft aan zijn nieuwe baan. Is hij nu feitelijk al CEO? “Het is een soort ‘fade in, fade out’-manier van in de functie groeien. Het gaat geleidelijk, waarbij het feit dat Sjoerd (van Keulen) en ik al lang samenwerken en het uitstekend met elkaar kunnen vinden, dat ook heel makkelijk maakt.” Ronald gaat het stokje overnemen van Sjoerd van Keulen en is ongetwijfeld een andere persoonlijkheid. Waar zitten de overeenkomsten en verschillen? “In bepaalde opzichten lijken we op elkaar. We hadden ook bij onze eerste kennismaking direct een ‘klik’: we handelen allebei tot op zekere hoogte intuïtief. We hebben onderling maar een half woord nodig en er is veel vertrouwen. De verschillen? Ik denk dat Sjoerd meer accent legt op de commercie terwijl ik meer cijfermatig ben, daar ligt een uitdaging voor mij.”
Balans Hoe houdt hij een goede balans tussen werk en privé? Terwijl we stevig doorstappen langs de Bosbaan: “Ik breng mijn twee kinderen van drie en vijf jaar in elk geval twee keer per week naar school. Grappig hè, dat is nu veel meer geaccepteerd dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Sterker nog, het wordt als positief gezien wanneer je als man – hoe druk je het ook
28
VB_0309_p28_29_wandeling.indd 28
hebt – toch de kinderen naar school brengt. Ook in de weekends probeer ik veel met mijn gezin te doen. Meestal gaat de koffer pas op zondagavond open. En ja, af en toe probeer ik ook nog een boek te lezen. Het laatste boek dat ik las, was ‘De Prooi’. Interessant, al heb ik niet veel nieuwe dingen gelezen. En verder houd ik erg van koken met een goed glas wijn erbij. Ik heb zelfs op mijn 19e mijn koksdiploma behaald.” Het klinkt wel alsof Ronald in staat is om zijn werk zo nu en dan los te laten. Heeft hij niet enorm veel stress gehad in het afgelopen jaar? “Ik ben niet bovenmatig gevoelig voor stress gelukkig. Niettemin, wij waren onlangs tien dagen met het gezin naar de zon, en ik merkte toen eigenlijk dat ik dit keer best veel tijd nodig had om zélf tot rust te komen en niet alle energie voor het gezin had. Maar ja, in 2008 is dan ook veel gebeurd: de overname en integratie van bijvoorbeeld AXA en Zwitserleven, het vertrek van Cor van den Bos, de afwijzing van Henjo Hielkema als commissaris en niet te vergeten de kredietcrisis…” En toch wandelen wij op een vrijdagmiddag midden in de hectische periode door het Amsterdamse Bos, en wekt Ronald zeker geen gestreste indruk. “Wel lekker eigenlijk, zo’n middagje wandelen”, beaamt hij.
Flexibiliteit Ronald komt uit een maatschappelijk geëngageerd gezin, zijn vader werkte jarenlang in buitenlandse dienst op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Op zijn vijftiende kwam hij pas in Nederland wonen. “En toen moest ik dus leren schaatsen!” Hoe kijkt hij terug op zijn buitenlandse jeugd? “Heel positief. Ik wist natuurlijk ook niet beter: we woonden doorgaans in arme landen en in totaal andere culturen dan de onze. Als kind word je daar wel flexibel en ‘open minded’ van. Ik heb niet zo gauw mijn oordeel klaar. Anderzijds heb ik wel gemerkt dat ik beter was in het ‘onthechten’ dan in het ‘hechten’. We bleven doorgaan twee à drie jaar in een land, en dan vertrokken we weer. Daar heb ik, eenmaal in Nederland, wel last van gehad…” Nooit de ambitie gehad om in de voetsporen van zijn vader te treden en om in het buitenland te gaan werken? “Ach, ik heb het nooit uitgesloten, en wie weet dat het er ooit nog van komt. Bovendien heb ik nu natuurlijk ook veel internationale contacten met bijvoorbeeld investeerders. Het was overigens niet zo dat ik op mijn vijftiende bedacht wat ik wilde worden. Ik had eigenlijk geen idee en heb niet de voor de hand liggende route als diplomatenzoon gevolgd. Ik studeerde ’s avonds aan de heao en startte als administratief medewerker
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:51:27
DE WA N D EL IN G
bij Placid Oil. Ik heb alle onderdelen van het financiële vak doorlopen en ben zo in die financiële functies gerold.”
Trots Wat gaat dit jaar brengen als het aan Ronald ligt? “Ik ben vrij somber over de crisis, 2009 wordt m.i. nog steeds geen best jaar. Wel hoop ik dat wij deze periode aangrijpen om een aantal zaken in de organisatie bij de kop te pakken. Er moet meer synergie komen tussen de verschillende merken. Het door Zwitserleven samen met ASN Bank ontwikkelde GroenPensioen is daar al een goed voorbeeld van. Verder streven we naar meer efficiency, meer teamwerk en minder bureaucratie: naarmate we zijn gegroeid, is dat er stiekem wel ingeslopen.” En dan in 2009 daadwerkelijk het stokje overpakken van Sjoerd van Keulen. Wat vinden zijn beide nog levende ouders daarvan, zijn ze trots op hun oudste zoon? “Zeker, vooral mijn vader is erg trots. Mijn moeder ook, maar die zegt altijd direct: ‘Zo, en wat is de volgende stap?’ En verder zijn ze heel nuchter, en zijn ze ook qua publiciteit wel wat gewend. Mijn moeder is jarenlang wethouder geweest in Zoetermeer, en is nu nog steeds actief. Zij was burgemeester en ging met pensioen, maar zij is teruggevraagd en is nu tijdelijk burgemeester van Rijnwoude, dat moet fuseren met Boskoop. Erg leuk dat zij zo actief is. Mijn vader is ook altijd zeer actief geweest, maar is inmiddels met pensioen en kan ook niet alles meer ondernemen. Ook daarom besloot ik in 2006 samen met mijn oudste zus om met mijn ouders terug te gaan naar India, het land waar mijn zus en ik zijn geboren. Je moet dingen niet uitstellen. Dat was heel mooi eigenlijk en voor mijn ouders ook wel emotioneel. En bijzonder om het ziekenhuis te zien waar ik geboren ben, en het huis waarin we woonden.”
Voorbeeld Wie of wat hebben Ronald gemaakt tot de man die hij is? “Naast mijn ouders natuurlijk, heb ik wel mensen die ik als voorbeeld zie en van wie ik geleerd heb en leer. Zo heeft Ian
Ronald Latenstein van Voorst (1964) studeerde heao BE, MBA en volgde diverse internationale opleidingen (Harvard, Insead). Hij vervulde diverse nationale en internationale financiële functies bij onder meer Randstad Groep en Thomas Cook, waarna hij in 1995 in dienst trad van SNS Reaal als financieel directeur. Na een uitstap in 2001 naar Bank Insinger de Beaufort, keerde hij eind 2002 terug bij SNS Reaal als CFO binnen de Raad van Bestuur. Per 1 april 2009 volgt hij Sjoerd van Keulen op als voorzitter van de Raad van Bestuur. Ronald Latenstein is getrouwd, heeft drie kinderen en woont in Amsterdam. Kantor, een van de oprichters van Bank Insinger de Beaufort mij veel geleerd. Ik spreek nog regelmatig met hem. Hij is iemand die altijd erg veel aandacht voor het proces heeft, en niet alleen voor het doel. Daarnaast word ik beslist geïnspireerd door iemand als Bono (van U2) en ook door Nelson Mandela. Ik vind het zo knap als iemand in staat is om niet achterom te kijken en zich door haat te laten regeren, maar vooruit te kijken en zijn bindend vermogen aan te wenden. En in zekere zin leer ik veel van mijn 19-jarige verstandelijk gehandicapte zoon uit mijn eerste huwelijk: hij neemt het leven zoals het komt, eist ruimte en aandacht voor zichzelf op. Hij werkt en is heel blij en waardevrij.” Welk beeld zal er volgens Ronald in de organisatie van hem leven? “Ik denk dat men mij ziet als een strategisch goede manager, diplomatiek, ongeduldig, iemand van de grote lijnen, toegankelijk en rustig…” Ziet men hem als creatief en innovatief? “Ja, dat denk ik wel. In elk geval niet als iemand die zich graag in de details verdiept. Als projectmanager zou ik minder geschikt zijn.” Ook al is hij somber over de economische situatie, hij is geen pessimist en heeft er zin in om het roer in handen te nemen. En dat doet hij ook langs de verschillende paden van het Amsterdamse Bos die ons leiden naar Grand Café De Bosbaan, waar wij ons na een fikse wandeling van een welverdiende versnapering voorzien. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p28_29_wandeling.indd 29
29
09-02-2009 15:52:14
M ET N A M E (N)
De Grave volgt Zalm op bij DSB Frank de Grave – is aangetrokken als de nieuwe Chief Financial Officer van DSB Bank. Hij vult daarmee de vacature op die na het vertrek van Gerrit Zalm naar ABN AMRO is ontstaan. De Grave is momenteel in functie als voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorg Autoriteit en zal per 15 maart zijn nieuwe functie aanvaarden. De Grave heeft een lange politieke carrière achter de rug. Zo was hij o.a. van 1998 tot 2002 minister van Defensie.
Wijn naar ABN AMRO Joop Wijn – stapt over naar de ABN AMRO. Hij wordt lid van het transitieteam, dat de integratie met Fortis Bank Nederland moet vormgeven. Zo wordt Wijn weer verenigd met zijn vroegere baas van Financiën, Gerrit Zalm. Wijn wordt bij ABN AMRO verantwoordelijk voor de zakelijke markt. Hij is momenteel nog directeur midden- en kleinbedrijf bij de Rabobank.
Vertrek Nijholt bij DBV Marcel Nijholt – heeft besloten, in goed overleg met DBV, zijn positie als lid van de board of directors van DBV Verzekeringen op te geven. Reden voor dit besluit is een verschil van inzicht in de te volgen strategie. Nijholt is sinds 1991 werkzaam bij DBV, waarvan laatstelijk als statutair bestuurder en Chief Commercial Officer. Zijn taken worden waargenomen door Erwin van der Wal, de directievoorzitter.
Wijmenga CFO ASR Nederland Roel Wijmenga (boven) – is benoemd tot Chief Financial Officer (CFO) in de hoofddirectie van ASR Nederland. Hij volgt Martin Kok op, die deze functie vanuit de voormalige Fortis-structuur combineerde met de functie van CFO van Fortis Insurance International. Door de verzelfstandiging van de Nederlandse verzekeringstak waren beide functies onverenigbaar geworden. Kok blijft in functie bij Fortis. Wijmenga was tot juni 2008 CFO van Achmea en voordien lid van de Hoofddirectie van Interpolis. Naast CEO Jos Baeten en CFO Roel Wijmenga bestaat de hoofddirectie van ASR Nederland uit Hans van der Knaap, Theo Pluijter, Roeland van Vledder en Jacqueline Rijsdijk die per 1 april in dienst treedt. Boudewijn van Uden (onder) – momenteel directeur Verkoop ASR Verzekeringen, is tevens benoemd tot directeur Marketing. Beide disciplines worden hierdoor onder een en dezelfde aansturing gebracht. Met het vertrek van Ronald Pont in november 2008 was de functie vacant.
30
VB_0309_p30_31_metname.indd 30
Directiewijzigingen SNS Bank en Reaal Verzekeringen Bart Janknegt (boven) – is benoemd tot directielid van Reaal Verzekeringen. Binnen de directie wordt Janknegt verantwoordelijk voor het service center en productmanagement Leven. Sinds oktober 2006 is hij directeur productmanagement Reaal Verzekeringen. Jan Boven – treedt terug als directielid van Reaal Verzekeringen en wordt bestuursadviseur van SNS Reaal. In deze functie zal hij diverse commissariaten gaan vervullen, zowel binnen als buiten de organisatie. Corné van Nijhuis – treedt eveneens terug uit de directie van Reaal Verzekeringen. Hij blijft directievoorzitter van Zwitserleven. Ernst-Jan Boers – is benoemd tot directielid en Chief Financial Officer van SNS Retail Bank. Hij volgt Henk Kroeze op die met ingang van 1 januari 2009 directievoorzitter van SNS Retail Bank is geworden. Boers zal binnen de directie de aandachtsgebieden Finance & Control, Kredietrisico Management, Mid-office, Asset & Liability Management, SNS Financial Markets en SNS Securities hebben. Sinds april 2007 is Boers directeur van de stafafdeling Group Finance SNS Reaal. Dirk Jan van der Hoeden (onder) – volgt Willem Meijer op als bestuursvoorzitter van SNS Securities. Van der Hoeden heeft zijn ervaring op de financiële markt opgedaan door internationale functies bij o.a. ABN AMRO. In zijn laatste functie was hij verantwoordelijk voor de salesactiviteiten vanuit Hong Kong.
Woordvoerder voor AEGON Claudia den Braber-Goossen – is benoemd tot woordvoerder en senior communicatieadviseur bij AEGON. Den Braber begon haar carrière als communicatieadviseur bij diverse reclame- en communicatiebureaus en ook o.a. als manager PR en Sponsoring bij het Algemeen Dagblad. Haar ervaring in de financiële woordvoering deed zij op bij Nationale-Nederlanden. Naast directeur communicatie Jan Driessen bestaat het team uit Debora Laaf en Alexander Kuipers als aanspreekpunten voor de pers.
Directielid voor CCS Edwin Kennedy – is aangesteld als directielid bij CCS en gaat zich voornamelijk bezighouden met commercie en (internationale) expansie. Kennedy is daarnaast nog actief als Associated Professor bij Nyenrode.
Uitbreiding Akkermans & Partners Erik van der Horst – is benoemd tot risk manager pensions bij Akkermans & Partners Corporate Pensions. Advisering van bedrijven inzake (collectief) pensioen voor hun medewerkers is zijn voornaamste taak. Eerder was hij werkzaam voor AON en als zelfstandig pensioenadviseur.
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:52:33
M ET N A M E( N )
Associate partner voor First Dutch Capital
Benoeming ABN AMRO Verzekeringen
Henk van Calcar – verbindt zich als associate partner aan First Dutch Capital. Van Calcar was eerder werkzaam als CEO van Erasmus Verzekeringsgroep, was actief als bestuurslid van het Verbond van Verzekeraars en de VNAB, en als voorzitter van VABA en de AVR. In 2002 startte hij zijn eigen M&A Boutique, Exedra Consult. Momenteel is hij voorzitter van de Vereniging Register Taxateurs.
Bernadette Wakkerman – wordt per 1 maart aanstaande Chief Commercial Officer bij ABN AMRO Verzekeringen. Zij volgt hiermee Edward Both op die eerder een functie buiten ABN AMRO heeft aanvaard. Bernadette Wakkerman is al sinds 1987 werkzaam bij ABN AMRO Bank en is op dit moment regiodirecteur Particulieren Noord-Holland Noord.
Partners voor Sprenkels & Verschuren Lonneke Thissen, Joost de Winter en Rogier Kerkhof zijn toegetreden als partner bij Sprenkels & Verschuren, actuarissen en consultants Lonneke Thissen (foto) – werkt al sinds mei 2007 in de functie van senior consultant. Daarvoor was zij o.a. werkzaam als international pension manager bij Philips en senior consultant bij Mercer. Joost de Winter – heeft ruim 25 jaar ervaring met pensioenen. Zo was hij eerder in functie als directeur Pensioenstichting Transport, als European Partner bij Mercer en als hoofd beleidsontwikkeling en marketing pensioenzaken bij PGGM. Rogier Kerkhof – is de afgelopen jaren werkzaam geweest in het pensioenbedrijf van Nationale-Nederlanden. Daar bekleedde hij diverse commerciële leidinggevende functies, zoals manager fiscale zaken en manager commerciële zaken voor MKB+ en Midcorporate markt.
Wijzigingen Paerel Groep Paerel Leven en Paerel Vermogensbeheer zijn beide onderdeel van de Paerel Groep maar blijven juridisch gescheiden entiteiten. Echter stafafdelingen zoals productontwikkeling, marketing en commerciële aansturing van Paerel Leven worden nu geïntegreerd binnen Paerel Groep. Dit heeft gevolgen voor de directie. De functie van commercieel directeur wordt vervuld door Marcel van den Akker – momenteel werkzaam als Hoofd Sales en Marketing bij Paerel Vermogensbeheer. De functie van financieel directeur wordt ad interim vervuld door Ansfried Snijders. Beide hebben eerder directiefuncties bij verzekeraars vervuld. De huidige directieleden van Paerel Leven, Hans Brandwijk en Jan Overberg maken geen deel uit van de nieuwe directie.
Senior Claims Handler voor ACE Nienke Bakker – is aangesteld als Senior Claims Handler bij de divisie Property & Casualty en gaat zich bezighouden met het beoordelen en afwikkelen van schades op het gebied van brand, aansprakelijkheid en technische verzekeringen voor de gehele Benelux. Bakker heeft eerder gewerkt voor ACE in een soortgelijke functie. Verder heeft zij werkervaring opgedaan bij De Goudse als claims handler en bij GDF SUEZ in Brussel als corporate insurance advisor.
Benoeming President AEGON Americas Mark Mullin – is benoemd tot President van AEGON Americas. Hij wordt hiermee verantwoordelijk voor de operaties in de Verenigde Staten, Canada en Latijns-Amerika. Momenteel is Mullin, als VicePresident verantwoordelijk voor de pensioenactiviteiten in de VS, alsmede voor de Amerikaanse activiteiten op het gebied van annuities en beleggingsfondsen. Pat Baird, de huidige CEO van AEGON Americas blijft verantwoordelijk voor het levenherverzekeringsbedrijf. Daarnaast blijft hij lid van de Management Board van AEGON, waar hij onder meer verantwoordelijk is voor AEGON’s operaties in Azië.
Uitbreiding voor DCE Consultants Dennis Havermans – gaat aan de slag als Senior Consultant binnen de Public Sector Group om de kennis en positie te versterken rondom effectieve samenwerking en ketens en netwerken van organisaties. Havermans richtte eerder twee bedrijven op en werkte bij onderzoeks- en adviesbureau Zenc als senior organisatieadviseur en onderzoeker. Marcia Richardson – start als senior procesmanager binnen de Insurance & Pensions Group. Zij wordt o.a. verantwoordelijk voor complexe procesmanagementvraagstukken, de coördinatie van de activiteiten van de procesmanagers en zij bewaakt de planning. Eerder was zij o.a. werkzaam bij Engage en Business Review. Fil Wiltjer – treedt in dienst als senior consultant binnen de Trade & Industry Group. Hij krijgt het aandachtsgebied vormgeving van de dienstverlening energiemarkt en het projectuitvoering. Eerdere werkgevers waren Nuon en Ordina.
Benoeming bij Twee of meer Jan Oldenziel – heeft zich aangesloten bij de organisatiecoaches van ‘Twee of meer’. Hij gaat zich als trainer/coach primair richten op de financiële dienstverleners met aandacht voor de specifieke issues binnen de verzekeringswereld. Oldenziel was de afgelopen jaren werkzaam in diverse commerciële en leidinggevende functies, o.a. bij Nationale-Nederlanden, ABN AMRO, ABP en AON Consulting.
Benoeming Mercer Lex Verweij – is benoemd tot consultant bij het Kenniscentrum voor bestuurdersbeloningen. In deze functie zal hij een belangrijke rol gaan spelen bij de uitbreiding van de adviespraktijk voor bestuurdersbeloningen. Voordat hij bij Mercer in dienst trad, werkte hij o.a. bij NBC, Unilever en TNT.
Indiensttreding Credit Europe Bank
Uitbreiding Corinthe
Robert Bakker – is aangetrokken als Hoofd Corporate Communicatie bij Credit Europe Bank. Hij is verantwoordelijk voor het verder uitbouwen van de corporate communicatie, inclusief mediarelaties. Bakker heeft eerder gewerkt voor Het Financieele Dagblad en als hoofd corporate communicatie bij NYSE Euronext.
Michaela van Rassel – is toegetreden tot het team van Corinthe Executive Interim Management in de hoedanigheid van Senior Consultant. Van Rassel was hiervoor directeur bij Capability en als zodanig verantwoordelijk voor het arbo- en re-integratiebedrijf. Eerder werkte zij bij De Goudse en AEGON.
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p30_31_metname.indd 31
31
09-02-2009 15:52:55
Z O R G & INKO ME N
‘Zorgverzekeraars belemmeren marktwerking’
Kamer: soepel omgaan met betalen zorgpremie
De kwaliteit van de zorgverlening door fysiotherapeuten komt volgens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) in het gedrang door de opstelling van zorgverzekeraars. Het KNGF meldt in een brandbrief aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat zorgverzekeraars vooral hun eigen positie en marktmacht beschermen. Patiëntgerichte innovatie komt daardoor nauwelijks van de grond.
Mensen die moeite hebben de premie van de zorgverzekering te betalen, mogen niet de dupe worden van de strengere aanpak van wanbetalers, vindt een meerderheid van de Tweede Kamer. Zorgverzekeraars moeten verzekerden die bijvoorbeeld door een schuld moeilijk de premie kunnen betalen, nadrukkelijker wijzen op schuldhulpverlening, stelde Margreeth Smilde van het CDA. De PvdA wil dat minister Klink hardere garanties geeft dat verzekerden die met het strengere regime te maken krijgen, niet onder het sociaal minimum zakken. ■
Verzekeraars houden volgens de KNGF vast aan standaardcontracten en standaardprijzen, die geen relatie hebben met de kostprijs. Het KNGF wil dat de NZa ingrijpt. ■
Geen onderzoek NMa De NMa gaat geen onderzoek instellen naar het gezamenlijk preferentiebeleid van zorgverzekeraars maar geeft voorrang aan andere onderzoeken. Volgens de NMa is de markt voor geneesmiddelen op dit moment volop in transitie en zoeken marktpartijen hun rol op deze markt. Het is nog onduidelijk of en in welke vorm het individuele en preferentiebeleid van de zorgverzekeraars wordt voortgezet. Daarnaast heeft het ministerie van VWS het voornemen de receptregelvergoedingen voor apothekers vrij te geven en het systeem van vergoedingen voor consumenten aan te passen. ■
Meer verzekerden Agis Het aantal verzekerden van Agis Zorgverzekeringen is met 17.500 gestegen tot bijna 1,27 miljoen. In de groei ziet Agis volgens Rob Adolfsen, voorzitter Raad van Bestuur, een duidelijke erkenning voor haar doelgroepenbeleid en inzet voor de kwaliteit van zorg. Agis werd in 2008 door de Consumentenbond, ANBO en NPCF aangewezen als beste zorginkoper. In 2009 streeft de zorgverzekeraar naar verdere verbetering van de zorginkoop, waarbij de kwaliteit van zorg en patiëntenervaringen centraal staan. ■
NN doet WGA-hiaat voor UWV Voor de medewerkers van UWV en dus ook de medewerkers die op 1 januari zijn overgekomen van het CWI wordt een individuele WGA-hiaatverzekering ingevoerd. NationaleNederlanden gaat deze verzekering in twee varianten aan de medewerkers aanbieden: een basisvariant die dekking biedt als de medewerker bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zijn restverdiencapaciteit voor minder dan 50 procent benut, en een uitgebreide variant die dekking biedt als de medewerker zijn restverdiencapaciteit niet (volledig) kan benutten. ■
32
VB_0309_p32_Z&I.indd 32
CZ gegroeid Zorgverzekeraar CZ heeft er sinds vorig jaar begin februari ruim 28.000 verzekerden bij gekregen. Samen met de zorglabels van Delta Lloyd en Ohra heeft CZ nu in totaal 3.340.760 verzekerden. ■
Forse uitstroom ONVZ ONVZ Zorgverzekeraar heeft het jaar 2008, ondanks achterblijvende beleggingsresultaten, positief afgesloten, met onder meer een tot 170 procent toegenomen solvabiliteit. De beleidsmaatregelen gericht op het creëren van een financieel gezonde portefeuille zijn volgens ONVZ succesvol geweest, maar hebben wel geleid tot een forse uitstroom van verzekeringen. In 2008 nam ONVZ maatregelen gericht op het optimaliseren van het verzekerdenbestand. In 2009 handhaaft de zorgverzekeraar dit beleid, dat leidde tot een uitstroom van 45.000 verzekerden in 2008 en 25.000 in het voorjaar van 2009. Ook het stopzetten van de Nedasco-volmacht leidde tot uitstroom. ONVZ komt hiermee op een totaal van 375.000 verzekerden. Voor 2009 verwacht ONVZ opnieuw een positief resultaat. ■
Art. 120 Zvw vaak verkeerd uitgelegd Volgens minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt aan artikel 120 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) vaak ten onrechte een ruimere betekenis gegeven. In dit wetsartikel is opgenomen dat een verzekeraar de aanvullende verzekering niet mag beëindigen als de basisverzekering door de verzekerde wordt opgezegd. “Dit betekent dus niet dat de verzekerde op grond van art. 120 Zvw kan afdwingen dat hij zijn aanvullende verzekering en basisverzekering bij verschillende verzekeraars afsluit, zoals vaak wordt verondersteld”, aldus Klink. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 15:53:23
VERZEK EREND B U IT EN L A N D
BELGIË Pensioendatabank komt eraan Belgische werknemers en ambtenaren moeten in 2010 alle informatie over hun wettelijk en aanvullend pensioen rechtstreeks kunnen inzien. Volgens SIGeDIS, de voor het opzetten van de databank verantwoordelijke organisatie, wordt momenteel hard gewerkt aan het ontwikkelen van de benodigde architectuur. SIGeDIS-topman Steven Janssen gaat er prat op dat nog geen enkel land zo’n tool heeft ontwikkeld. Overigens beklaagt hij zich erover dat de communicatie over tweedepijlerpensioenen nog te wensen overlaat. Werknemers krijgen volgens hem onvoldoende zicht op wat hun werkgevers zich getroosten voor hun aanvullend pensioen. (De Verzekeringswereld)
VERENIGD KONINKRIJK Controle verzekeringsplicht Dat de politie in het Verenigd Koninkrijk iedere dag 400 onverzekerde chauffeurs van de weg haalt, is volgens Jim Fitzpatrick niet voldoende. Deze minister van Verkeersveiligheid kondigde nieuwe maatregelen aan. Alle motorvoertuigen moeten voortaan verzekerd zijn – ongeacht of zij zich op de weg bevinden. Als een auto niet is verzekerd, levert dat een misdrijf op. Onverzekerde voertuigen worden opgespoord door kentekengegevens te vergelijken met door verzekeraars te leveren informatie. Wie een niet verzekerd motorvoertuig heeft, wordt aangeschreven. De houder krijgt te horen dat hij zijn motor of auto moet verzekeren. Zo niet, dan krijgt hij een boete van 100 Britse pond en bovendien kan het voertuig in beslag worden genomen, waarna vernietiging volgt. (Post Magazine)
Britse pond opleveren. Het gaat om een 15-jarig contract waarmee in totaal 500 miljoen pond is gemoeid. Als het plan doorgaat, komen in het Verenigd Koninkrijk en India 1900 AXAwerknemers in dienst van Capita. Naar verwachting zullen 350 van hen binnen vijf jaar hun baan verliezen. (Computer Weekly, Silicon)
DUITSLAND Skihelm voorkomt letsel Op nieuwjaarsdag kwam de ministerpresident van Thüringen op de skipiste in botsing met een vrouw. Dankzij het feit dat hij een helm droeg, overleefde hij het ongeval. Deze gelukkige afloop blies de discussie over de helmplicht voor skiërs nieuw leven in. Jaarlijks zijn er in Duitsland 6000 skiongevallen met hoofdletsel als gevolg. Deutscher Ring is hierop ingesprongen en biedt tegen een sterk gereduceerde prijs kinderhelmen aan. Volgens deze verzekeraar levert het dragen van een skihelm een 85 procent lagere kans op schedel- of hersenletsel op. Deutscher Ring wijst erop dat in Italië het dragen van een skihelm verplicht is voor kinderen onder de 14 jaar. En in Zwitserland dragen nagenoeg alle volwassenen al zo’n helm. (Versicherungsmagazin)
Winstdeling onder druk Levensverzekeraars die actief zijn op de Duitse markt moeten in 2009 de hoogte van de gebruikelijke rentewinstdeling aanzienlijk terugschroeven. Gemiddeld bedroeg de winstdeling gedurende een reeks van jaren meer dan 4,5 procent. In 2009 zou de winstuitkering wel eens tot 4 procent kunnen dalen. (Financial Times Deutschland)
EUROPA
De Britse tak van AXA is van plan een omvangrijke uitbestedingsovereenkomst (BPO) te sluiten met serviceprovider Capita. Volgens AXA is Capita de meest in aanmerking komende partij om de administratie van 3,2 miljoen polissen over te nemen. Capita administreert alles bij elkaar al zo’n 23 miljoen polissen. De uitbesteding moet AXA een jaarlijkse besparing van 30 miljoen
Nieuwe verzekeraar gezocht State Farm Florida, de grootste opstalverzekeraar van Florida heeft besloten zich gedeeltelijk terug te trekken uit deze Amerikaanse staat. Dit heeft gevolgen voor zo’n 1,2 miljoen klanten – niet alleen voor huiseigenaren, maar ook voor huurders en voor mensen en bedrijven die bij deze verzekeraar een aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. De 2,8 miljoen mensen met een autoverzekering bij deze maatschappij hebben niets te vrezen en de houders van een zorg- of levensverzekering evenmin. De verzekeraar zegt tot deze rigide maatregel te zijn gedwongen omdat hij geen toestemming krijgt om een broodnodige premieverhoging door te voeren. (Insurance Journal)
Juryrechtspraak blijft verrassen Dat de aansprakelijkheid in de Verenigde Staten ver kan reiken, is algemeen bekend. Een recente juryuitspraak van het hooggerechtshof van Essex, Massachusetts, bevestigt dit. Een restaurantketen werd schuldig bevonden aan het feit dat een vrouw bij een aanrijding haar arm verloor. De vrouw reed als passagier mee in een auto, die werd bestuurd door een dronken werknemer van een tot de keten behorend restaurant. Dit restaurant had voor deze werknemer, terwijl hij geen dienst had, in totaal 11 biertjes getapt. De jury kende de vrouw een vergoeding toe van 5 miljoen Amerikaanse dollar. (Insurance Journal)
JAPAN Assugigant in wording
Internet in EU-landen Omvangrijk uitbestedingsproject
VERENIGDE STATEN
Eurostat, het Europese Bureau voor Statistiek, heeft berekend dat in 2008 ongeveer 60 procent van de huishoudens in de 27 EU-landen beschikte over een internetaansluiting. Nederland is koploper met 86 procent, op de voet gevolgd door Zweden (84 procent). Duitsland komt op de derde plaats. Bij onze oosterburen beschikt driekwart van alle huishoudens over een internetaansluiting. (Versicherungswirtschaft)
Drie Japanse schadeverzekeraars hebben aangekondigd te zullen fuseren. Over een goed jaar hopen Mitsui Sumitomo, Aioi Insurance en Nissay Dowa hun fusie te hebben afgerond. De drie zijn tezamen goed voor een premie-inkomen van 30,4 miljard Amerikaanse dollar. Het fusiebedrijf wordt de grootste schadeverzekeraar van Japan. Naar verwachting zullen de kosten door de fusie 30 procent kunnen dalen. (Post magazine)
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p33_verzbuiten.indd 33
33
09-02-2009 16:53:19
I C T & I NTE RNE T
Nieuw DAK-extranet
ASRverzekeringen.nl
Het DAK-extranet heeft een transparanter en meer eigentijds uiterlijk gekregen. Alle faciliteiten zijn nu met één muisklik vanaf de homepage te bereiken. Met een poll, forum en reactiemogelijkheden op de inhoud is de interactie met de leden sterk vergroot. Ook is de navigatiestructuur en de vindbaarheid van de informatie verbeterd. ■
Een nieuwe naam betekent ook een nieuwe website. ASR Verzekeringen lanceert met asrverzekeringen.nl een compleet nieuwe website, waarbij interactie en persoonlijk en deskundig advies van de intermediair centraal staan. De belangrijkste vernieuwing is het lead management systeem. Hiermee kunnen consumenten via de website een afspraak aanvragen bij een door hen zelf te selecteren adviseur, dit op basis van hun voorkeur of postcode. Het systeem stuurt de lead door aan de betreffende adviseur. Ook is er een ‘bel mij’-functie ingericht. Een klant die hiervoor kiest, wordt vóór 12 uur de volgende werkdag teruggebeld door een medewerker van het Klant Contact Center (KCC) van ASR Verzekeringen terug. Het KCC geeft geen advies, hiervoor kan de medewerker op advies van de klant contact zoeken met een intermediaire relatie. ■
Samenwerking Everest en Infa Everest en Infa zijn een samenwerking aangegaan. Door de koppeling van de Everest Mortgage Solution en de AfinHypsoftware, het hypothecaire planningspakket van Infa, krijgen intermediairs automatisch toegang tot de actuele productgegevens van geldverstrekkers. Hierdoor kunnen hypotheekaanvragen sneller worden afgehandeld. Omdat de gegevens rechtstreeks van de bron afkomstig zijn, leidt dit tot een snellere time-to-consumer van productwijzigingen, een hogere STP-graad voor hypotheekoffertes en een verbetering van de ketenintegratie. ■
ABS locatiezoeker
Uitlevering AFAB-software AFAB is gestart met de gratis uitlevering van het TOP- en het Excellent Pakket, volledig uitgevoerd in de eigen huisstijl. De basis van de nieuwe softwarepakketten wordt gevormd door het Infa hypotheekpakket: AfinHyp, inclusief de adviesfunctionaliteit van AfinCenter. Op termijn moet het pakket steeds meer maatwerk bieden, waarbij alle AFAB-producten en arrangementen vergeleken kunnen worden met de producten van alle overige aanbieders in de markt, ook als er geen samenwerking is tussen een aanbieder en AFAB. De gegevens worden aangeleverd door MoneyView. ■
ABS Autoherstel heeft op haar website een vernieuwde locatiezoeker voor haar vestigingen geplaatst. De tool is gebaseerd op Google Maps. Op basis van een postcode of adres worden de ABS-vestigingen weergegeven in een kaart, en kan per vestiging informatie over de locatie worden opgevraagd. De locatiezoeker is ook beschikbaar voor pda’s. Binnen de zoekfunctionaliteit, zowel op de website als op een pda, is het ook mogelijk om een routebeschrijving naar de gewenste vestiging te laten berekenen. De locatiezoeker is eveneens beschikbaar voor opdrachtgevers, die het zowel inals extern kunnen gebruiken als tool. ■
Pensioenkennis geautomatiseerd Everest en Oviro (dienstverlener in de pensioenbranche) hebben gezamenlijk een nieuw productmodel ontwikkeld. Het model, onderdeel van het referentiemodel MAPP, wordt geïntegreerd in de software suite Aquima van Everest. Hierdoor beschikt Ovirio nu over een geautomatiseerd referentiemodel dat beter toegankelijker is voor het pensioenbedrijf en verzekeraars. Pensioenuitvoerders kunnen met de software in kortere tijd hun analyses op pensioenproducten en processen uitvoeren. Ook biedt het model houvast bij een uniforme interpretatie van wet- en regelgeving. ■
34
VB_0309_p34_ict.indd 34
Jan van Lierop (Infa) en Wim Witteveen (AFAB)
Delta Lloyd-polis via FIP Delta Lloyd is een samenwerking aangegaan met het FIP (Het Financieel Informatie Platform), een initiatief van arbeidsvoorwaardenspecialist Flexis Groep. FIP biedt haar relaties in het onderwijs nu de mogelijkheid online particuliere schadeverzekeringen van Delta Lloyd af te sluiten. Via de site kunnen bezoekers ook informatie opvragen en mutaties doorgeven. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 08:53:25
N IEU WS
Nieuwe volmachten
Hypotheker sponsort JCF
ARAG Rechtsbijstand heeft volmachten verleend aan AM Assuradeuren uit Hollandscheveld en aan intermediairscollectief DAK. AM Assuradeuren is volmachthouder voor het eigen Assurantiekantoor Mulderij B.V. en andere intermediairs in de regio. Bij DAK moet de rechtsbijstandverzekering onderdeel worden van de dit jaar te starten DAK-pool, waarmee de leden moeten kunnen concurreren met grotere partijen en direct writers.
De Hypotheker sponsort de komende drie jaar de Johan Cruyff Foundation. Als corporate partner gaat de franchiseketen samen met deze stichting op landelijk en lokaal niveau sportieve initiatieven ontplooien die Nederlandse kinderen in beweging moeten brengen. Dat het ook om lokale projecten gaat, is belangrijk voor De Hypotheker, omdat hiermee speciale aandacht naar een van de 170 vestigingen ven De Hypotheker kan uitgaan. ■
Ondertekening ARAG-volmacht DAK
Nationale-Nederlanden heeft een volmacht verleend aan Dekker Desk One V.O.F. Dit Eindhovense volmachtbedrijf is een regionaal assurantiekantoor gespecialiseerd in de zakelijke markt. ASR Verzekeringen heeft een volmacht verleend aan Assuradeuren Gilde, dat de backoffice verzorgt voor zelfstandige assurantiekantoren in Zuid-Oost Nederland. ■
Assurantieclub Zeeland 60 jaar Assurantieclub Zeeland (ACZ) bestaat dit jaar 60 jaar. In 1949 is de club opgericht ‘ter bevordering van kennis van het Zeeuwse verzekeringswezen en van de assurantiewetenschap’. Het jubileum is op 30 januari ingeluid met een ontbijtsessie voor de leden. Later dit jaar zullen andere feestelijke activiteiten volgen. ■
Vernuftige ondernemersideeën welkom tot 1 april Om innovatiekracht in Nederland te blijven stimuleren, startte Rabobank op 2 februari de inschrijving voor de achtste Herman Wijffels-innovatieprijs. Vernuftige ondernemersideeën met een duurzaam karakter kunnen worden aangemeld tot 1 april. De jury beoordeelt inschrijvingen op vier criteria: innovatief vermogen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, klantfocus en rentabiliteitsverwachting. De nominaties worden in juli bekend gemaakt. De winnaar van de Herman Wijffels Innovatieprijs ontvangt 50.000 euro. Met dit bedrag kan de winnaar zijn of haar idee verwezenlijken of verder ontwikkelen. Rabobank organiseert de Herman Wijffels-innovatieprijs voor de achtste keer. Bij de laatste verkiezing in 2008 schreef zich een recordaantal van ruim 400 ondernemers in. ■
Delta Lloyd sponsort ‘Avedon’ Taxateurs Unie genomineerd voor Banking Review award Taxateurs Unie, online platform voor gecertificeerde makelaars/taxateurs, is een van de vijf initiatieven die genomineerd zijn voor de Banking Review Award op het gebied van innovatie. Op 11 februari (na het ter perse gaan van dit VB) wordt de winnaar bekendgemaakt. Taxateurs Unie is een initiatief van Salestools.nl. Op het platform kunnen makelaars en taxateurs die zijn aangesloten bij LMV, VBO, NVM, RVT en NVR op uniforme wijze taxatierapporten uitwerken die voldoen aan de eisen van de geldverstrekker. ■
Delta Lloyd is hoofdsponsor van de tentoonstelling ‘Richard Avedon – Photographs 1946-2004’, die morgen opent in fotografiemuseum Foam in Amsterdam. Richard Avedon (1923 – 2004) fotografeerde Hollywoodsterren, politici en gewone mensen. Zijn werk is van grote invloed op hedendaagse fotografen. De tentoonstelling is geopend tot en met 13 mei. ■
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p35_36_ZN.indd 35
Nastassja Kinski door Avedon
35
09-02-2009 16:53:52
N I EU WS
Fortis sponsort hardlopers
Toename overvallen juweliers
Fortis Bank Nederland wordt de aankomende drie jaar de hoofdsponsor van zowel de City-Pier-City Loop, de Rotterdam Marathon, de Zevenheuvelenloop en de Singelloop Utrecht. De Fortis Holding sponsorde de Rotterdam Marathon al sinds 1996 en in de loop der jaren zijn daar de andere belangrijke hardloopevenementen bijgekomen. Dit jaar vindt de City-Pier-City Loop plaats op 14 maart, de Rotterdam Marathon op 5 april, de Singelloop op 27 september en de Zevenheuvelenloop op 15 november. ■
In het afgelopen jaar zijn er 38 procent meer overvallen op juweliers geweest dan het jaarlijks gemiddelde sinds 2000. Na een aantal jaren met gemiddeld ruim 43 overvallen per jaar, is 2008 met 60 overvallen een negatieve uitzondering, concludeert Nassau verzekeringen uit eigen cijfers.
Groene Land Achmea sponsort Zwolse halve marathon Groene Land Achmea is vanaf dit jaar hoofdsponsor van het Zwolse Halve Marathon Festival, een jaarlijks terugkerend groots hardloopevenement in de Overijsselse hoofdstad. Het evenement krijgt daarmee de naam ‘Groene Land Achmea Zwolse Halve Marathon Festival’. Het festival vindt dit jaar plaats op zaterdag 13 juni. ■
De stijging wordt volgens de verzekeraar onder meer veroorzaakt doordat er steeds minder contant geld in omloop is door het gebruik van pinautomaten. Andere makkelijk verhandelbare goederen zijn daardoor aantrekkelijker voor diefstal, vooral dure merkhorloges. ■
Verzekerd dat jouw klanten geen NEE zeggen??? Uveco Groep B.V. is op zoek naar (m/v):
Commerciële Topverkopers Franchise/Buitendienst Functie: Je kerntaak is het thuis bezoeken van prospects en daar op basis van gedegen advies kredieten, verzekeringen en hypotheken verkopen. Deze verkoopgesprekken vinden zowel overdag als in de avonduren plaats, je bent dus vrij in de planning van je eigen werkbare uren. Belangrijk daarbij is dat je geniet van de zelfstandigheid en als adviseur jouw klanten een goed en weloverwogen advies geeft. Functie-eisen: Je bent een ervaren commerciële topper met de wil om telkens weer een optimale prestatie neer te zetten. Je denkt en werkt op HBO niveau en beschikt over de diploma’s WFT Schade/Leven en/of Erkend Hypotheekadviseur. Ons aanbod: Kwalitatief hoogwaardige leads Zelfstandige / uitdagende functie Geen instapfee Nagenoeg alle agentschappen ter beschikking Zeer goede verdiensten Een centrale backoffice Alle telefoongesprekken komen voor je binnen op het hoofdkantoor en worden volledig afgehandeld door een professionele binnendienst Kortom, geen gedoe en uitsluitend verkopen / adviseren Interesse? Neem dan contact op met UVECO Groep B.V. voor een oriënterend gesprek. In dit gesprek kun je kennismaken met onze professionele organisatie. Je kunt je sollicitatiebrief met CV mailen naar
[email protected] of telefonisch contact opnemen met Inge Bongers 0413 315 315. UVECO is een landelijk opererend adviesbureau op het gebied van verzekeringen, hypotheken, pensioenen, sparen en financieringen. Wij staan klaar voor zowel de particuliere klant als de zelfstandige ondernemer. UVECO hoort in Nederland bij de top-10 van onafhankelijke assurantiekantoren en financiële adviesbureaus.
36
VB_0309_p35_36_ZN.indd 36
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:54:09
www.jouweigenbedrijf.nl
Franchisenemer Financieel Verder
Klaar voor zelfstandig ondernemerschap?
Financieel Verder is de franchiseorganisatie van AEGON, een wereldwijd opererende financiële dienstverlener met ruim 100 jaar ervaring. Financieel Verder heeft franchisenemers door heel Nederland. Zij bemiddelen in producten van AEGON. Klanten kunnen bij Financieel Verder terecht met al hun vragen over de spaar- en beleggingsvormen van AEGON, hypotheken van AEGON en advies over de AEGON verzekeringsproducten.
Ben jij een ervaren talent op het gebied van financiële dienstverlening? Dan is zelfstandig ondernemer worden bij Financieel Verder wellicht geknipt voor jou. Als franchisenemer bij Financieel Verder werk je volledig zelfstandig vanuit je eigen kantoor aan huis. Tegelijkertijd profiteer je van de voordelen van een sterke organisatie met kwalitatieve producten die achter je staat.
Wat heb jij in huis? Commercieel talent en overtuigingskracht zijn onontbeerlijk voor zelfstandig ondernemerschap. Daarnaast ben je betrokken bij mensen en vind je het prettig ze te helpen met persoonlijke adviezen. Ingewikkelde materie vertaal je in eenvoudige, betrouwbare oplossingen. Je hebt een HBO-werk en -denkniveau en bent minimaal één jaar succesvol actief als financieel adviseur. Vakdiploma’s zijn essentieel. Indien nodig, bestaat de mogelijkheid deze via Financieel Verder alsnog te behalen.
Ons aanbod Financieel Verder biedt een prachtige opstap naar een eigen bedrijf. Je start in loondienst, dus bij aanvang ben je verzekerd van een basisinkomen. Bovendien kun je rekenen op intensieve ondersteuning en opleiding en pluk je de vruchten van de sterke uitstraling van AEGON. Je agenda wordt via Financieel Verder gevuld met afspraken en je profiteert van een uniek beloningssysteem.
Reageer nu Ben jij klaar voor het zelfstandig ondernemerschap? Ga naar www.jouweigenbedrijf.nl, vul het sollicitatieformulier in en upload je cv. Wil je eerst meer informatie? Bezoek www.jouweigenbedrijf.nl of bel met de afdeling recruitment op nummer 030 - 240 12 12. Financieel Verder hanteert een snelle en professionele sollicitatieprocedure.
VB_0309_p35_36_ZN.indd 37
09-02-2009 16:54:25
Met name in de frequente schadestroom, de zogenoemde bulk, bepalen verzekeraars de hoogte van de declaratie van een expert. Die laat onvoldoende ruimte om een gedupeerde verzekerde zorgvuldig te informeren over de gang van zaken bij een schadegeval; laat staat om hem te begeleiden. Peter Böttcher, voorzitter NIVRE en sinds 1 januari oprichter/eigenaar van ‘Context’ ziet dat als een gemiste kans voor verzekeraars. “Zij verliezen daardoor uit het oog dat de expert een belangrijke rol kan spelen als ambassadeur van hun organisatie. Terwijl je zou denken dat de waarde van een schadeverzekering juist wordt aangetoond op het moment dat zich een schade voordoet.”
Gerard Böttcher (NIVRE):
Schadebehandeling wordt te weinig gezien als verkoopargument Gerard Böttcher (56) is doctorandus Bedrijfskunde. Hij werkte korte tijd als organisatieadviseur bij Perscombinatie en de gemeente Amsterdam voordat hij in 1983 de overstap maakte naar Peat Marwick. “Ik had het daar enorm naar mijn zin. We werkten in Nederland in een praktijk van 350 medewerkers. Die werd hier echter tien keer zo groot na de fusie in 1987 met KMG tot KPMG. Toen ben ik snel weggegaan. In die Peat Marwick tijd heb ik veel geleerd op financieel terrein en raakte ik heel goed op de hoogte van de auditpraktijk, al functioneerde ikzelf niet in de accounting, maar in de organisatieadviesafdeling.” In 1987 kwam Böttcher terecht bij Cunningham. Het bedrijf had net PolakSchoute overgenomen. “Ik werd gevraagd als financieel directeur, maar het was mijn ambitie om algemeen directeur te worden. Ik vond wel dat ik me dan in het vak zelf moest bekwamen. Ik besloot, gezien mijn achtergrond, bedrijfsschade te gaan
38
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 38
doen, een vak waarvoor toen geen opleiding bestond en geen Nederlandse vakliteratuur voorhanden was. Ik heb op dit gebied alles gekocht wat in Engeland te krijgen was en me het vak eigen gemaakt. Ook deed ik Assurantie B. Toen vond ik dat ik mezelf kon redden en schaarde me tussen de paar bedrijfsschade-experts die de markt toen kende.” Böttcher heeft dat vak een andere inhoud gegeven. Hij glimlacht. “Ik heb dat ook weleens gehoord, ja. Bedrijfsschade-experts wisten vooral veel van boekhouden. Ik heb me altijd erg geïnteresseerd voor de operationele processen. Ik ging met mensen op de werkvloer praten om te achterhalen hoe een schade in de onderneming doorwerkt en wat eraan kan worden gedaan om die te beperken.” Böttcher maakt sinds 2002 deel uit van het NIVRE-bestuur, eerst als penningmeester en sinds maart 2005 als voorzitter.
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:54:42
EXP ERT ISE
In Nederland ontstaat steeds meer de indruk dat experts een verlengstuk zijn van verzekeraars, trappen we het gesprek af. “Uitgangspunt is, dat een expert zowel de belangen van de verzekeraar als die van de verzekerde moet dienen. Het is een misverstand dat hij eenzijdig door de verzekeraar wordt benoemd. Lees de polisvoorwaarden er maar op na: hij heeft zijn opdracht van beide partijen. En op zichzelf hoeft dat niet tot conflicten te leiden. Het is immers in het belang van iedereen, dat de schade zoveel mogelijk wordt beperkt. Ja, als een verzekerde uit is op de hoofdprijs, kan die het lid op de neus krijgen. Maar het ligt voor de hand dat een bedrijf na een schadevoorval zo snel mogelijk verder wil om geen klanten te verliezen. Dan lopen de belangen dus parallel met die van de verzekeraar.”
Frustrerend Het belangrijkste is de klant van de klant, zegt Böttcher. “Loopt die weg, dan kan het bedrijf niet verder. Bedrijfsschade-experts en in hun verlengde de verzekeraars, zullen dus alles in het werk stellen om dat te voorkomen. Ik vind het dan ook jammer dat vaak de suggestie gewekt wordt dat de expert een verlengstuk van de verzekeraar zou zijn. Een goede bedrijfsschade-expert gaat naast de verzekerde zitten, fungeert als diens gids en slaat acht op het belang van beide partijen.” Gerard Böttcher kan zich wel voorstellen dat de buitenwereld de experts niet los ziet van de verzekeraars. “Het is eigenlijk geen goede zaak dat verzekeraars van hun experts verwachten dat zij geen contra-expertise accepteren. Het zou voor alle partijen goed zijn om te voelen wat het is om claimant, zeg maar gedupeerde, te zijn. Iedereen die met zijn vak bezig is, maakt onderscheid tussen meer en minder interessante schadegevallen. Hoe interessanter die is, hoe ‘leuker’ een expert het vindt. Maar voor een gedupeerde verzekerde is een schade nooit leuk. Dat geldt voor de ondernemer die zijn hele bedrijf ziet uitbranden, maar net zo goed voor de particulier die constateert dat de televisie uit zijn huis is gestolen. Elke schade is voor het slachtoffer frustrerend. Ook voor de particulier die ermee moet leven dat een vreemde het huis is binnengedrongen. Waarmee ik wil zeggen, dat je natuurlijk plezier in je vak mag hebben, maar dat je daarbij nooit je belangrijkste taak uit het oog mag verliezen: het bijstaan van een verzekerde die zojuist een traumatische ervaring achter de rug heeft. Die er vaak geen idee van heeft wat hem verder staat te wachten, omdat hij geconfronteerd is met een evenement dat zich – hopelijk – maar één keer in zijn leven voordoet. Daarom zou een expert echt de tijd moeten nemen om uit te leggen wat een verzekerde wel en niet kan verwachten.”
Ambassadeur Waarom gebeurt dat te weinig? “Omdat daarvoor het budget ontbreekt. Ons vak staat financieel gezien onder druk. Verzekeraars focussen heel sterk op kostenbesparing. Voor bulkschades schrijven ze als het ware de hoogte van de declaraties voor. En die laat geen ruimte voor een gesprek dat wat meer tijd neemt. Daardoor krijgt de expert nauwelijks de gelegenheid om een verzekerde het vertrouwen in een goede afloop mee te geven.” Böttcher vindt dat ook voor de verzekeraar geen gunstige ontwikkeling. “Zij verliezen daardoor uit het oog dat de expert een belangrijke rol kan spelen als am-
bassadeur van hun organisatie. In de hele branche wordt de schadebehandeling teveel als kostenpost en een administratief proces gezien en te weinig als belangrijk relatiemoment. Helaas geldt datzelfde min of meer ook voor het intermediair. De adviseur zou zich meer kunnen manifesteren bij een schade. Ik heb het gevoel dat ze te makkelijk voorrang geven aan het binnenhalen van nieuwe zaken. Terwijl je zou denken dat de waarde van een schadeverzekering juist wordt aangetoond op het moment dat zich een schade voordoet. Dan immers kun je uitleggen waarom je een bepaalde dekking geadviseerd hebt en daarbij heb je de kans het verloop van de schaderegeling uit te leggen en te begeleiden. Dat oogstmoment wordt voor mijn gevoel te vaak vergeten.” Die houding leidt er onnodig toe dat verzekerden zich bekocht voelen. Böttcher: “Neem een voor de hand liggend voorbeeld. Als gemeenschap vinden wij het niet meer dan normaal dat bij schade van gebruikte, versleten zaken niet meer dan de dagwaarde vergoed wordt. Een individuele verzekerde echter die op die basis schadeloos wordt gesteld, is vaak ontevreden over de hoogte van de vergoeding. Dat komt doorgaans omdat niemand heeft uitgelegd waarom dat zo geregeld is. Als je dat rustig uitlegt, dan heeft een verzekerde daar wel begrip voor.”
Feitenverzamelaars Er is een praktijk gegroeid die niet meewerkt aan het verbeteren van het imago van de bedrijfstak, maken wij op uit de woorden van Gerard Böttcher. “In de meeste gevallen krijgt de schadelijdende partij een expert over de vloer, die zich beperkt tot het maken van aantekeningen. De verzekerde krijgt daarbij geen concrete informatie te horen, hooguit dat er een rapport naar de verzekeraar gestuurd wordt en dat die verder contact zal opnemen.” Lijkt logisch omdat de verzekeraar formeel gaat over de schadeloosstelling. “In de praktijk volgt de verzekeraar – zeker bij bulkschades – het expertiserapport. De expert heeft gekeken naar de grootte van de schade, of het voorval onder de dekking valt en of er sprake is van onderverzekering. Het is dan toch niet meer dan fatsoenlijk dat hij die ervaringen niet alleen deelt met de verzekeraar, maar ook de verzekerde?” Zijn verzekeraars bereid deze lijn te volgen? “Je ziet tendensen die erop wijzen dat we die richting op gaan. Er is wel een behoefte aanwezig om het hele traject aan experts toe te vertrouwen, waardoor ze als het ware gaan functioneren als zogenoemde ‘loss adjusters’, zoals dat in Engeland gebruikelijk is. Maar er is ook een andere stroming waarneembaar die zich laat leiden door het kostenaspect en die de schade wil laten opnemen door – zoals ik het noem – feitenverzamelaars, waarna een beter geschoolde op kantoor de schade analyseert en het schadebedrag calculeert.” Het is duidelijk aan welke richting Gerard Böttcher de voorkeur geeft. “Ook voor de kostenkant is het gunstig de expert meer ruimte te geven. Die is immers de eerste die alle feiten goed op een rij kan zetten. Elke expert is bezig met de interpretatie van de polis en weet heel goed, om een voorbeeld te geven, of de waarde van de gestolen juwelen geheel of gedeeltelijk door de verzekering zal worden vergoed. Daar
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 39
39
09-02-2009 16:55:04
T H EMA KATE R N 2 0 0 9
hoeft de schadeafdeling van de verzekeraars niet aan te pas te komen. Zo kunnen zij dus de kosten terugwinnen die nu op een expert worden gekort. Waarmee verzekeraars tegelijkertijd aan een beter imago werken, omdat de expert zijn ambassadeursfunctie namens hen kan waarmaken.”
Schadestroomsturing te dominant “Wel zijn er in het verleden stappen genomen die dit toekomstscenario niet vergemakkelijken”, beseft Böttcher. “Er heeft een koude sanering plaatsgevonden, waardoor het expertcorps kleiner is geworden. Daardoor is een nieuw evenwicht ontstaan tussen werkaanbod en -vraag. Het uiteindelijke resultaat daarvan is, dat een groot deel van de schaderegeling door alternatieve partijen wordt uitgevoerd”, waarbij hij doelt op schoonmaakbedrijven en naturaherstellers. “Die schades worden niet meer door een expert onderzocht. Dat kan voor consumenten heel makkelijk zijn. Er komt voor hen geen nota meer aan te pas en voor kleine schades keur ik die ontwikkeling ook bepaald niet af. Maar er is een schemergebied tussen kleine en grote schades en daar is wat mij betreft het kwartje naar de verkeerde kant gevallen. Doordat de schadestroomsturing te dominant is geworden, wordt er te weinig aandacht besteed aan de gedupeerde verzekerde. Misschien is het resultaat van zo’n bezuiniging dat de verzekerden een tientje minder premie gaan betalen. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze daar niet op zitten te wachten. Ze leveren dat tientje graag in voor een betere dienstverlening.” Een uitzondering wil hij maken voor de autopolis. “Een auto is een ding dat kapot kan gaan. Het enige wat een consument wil, is dat die goed gerepareerd wordt en omdat alle polissen dat toezeggen, let hij sterk op de premie. Maar bij inboedel,
Context Op het eerste gezicht lijkt het een opmerkelijke overstap: van het grote Cunningham Lindsey naar een klein eigen bedrijf. “Je moet het ook niet zien als een overstap”, is de reactie van Gerard Böttcher. “Daar zit een jaar tussen. Begin januari 2008 werd mij duidelijk dat mijn toekomst buiten Cunningham Lindsey zou liggen nadat de onderneming in meerderheid in handen was gekomen van een private equity fund. En zoals bekend is de oriëntatie van dergelijke fondsen vooral gericht op kortetermijndoelstellingen. Mijn focus was meer gericht op de ontwikkeling van de organisatie, de mensen en de continuïteit op de langere termijn. Op 1 juli ben ik formeel uit dienst gegaan en toen ben ik gaan nadenken over mijn toekomst. Echte plannen had ik nog niet, totdat ik gebeld werd door een grote herverzekeraar. Die maakte me duidelijk graag van mijn kennis gebruik te willen maken. Ik dacht eerst nog dat ze me een functie wilden aanbieden, maar in plaats daarvan werden ze mijn eerste opdrachtgever. Zo’n eigen bedrijf blijkt een schot in de roos”, gaat Böttcher enthousiast verder, “omdat ik nu méér kan doen dan een expert die aandacht moet geven aan de spoedeisende gevallen van alledag. Actuele (brand)schades kunnen niet wachten. Ik heb meer ruimte om op schadegebied naast expertise ook adviesopdrachten aan te nemen. Zo kan ik bijvoorbeeld advocaten adviseren in schadekwesties.” Hij geeft een voorbeeld: “Ik sta de raadsman van
40
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 40
opstal en gezondheid spelen heel andere factoren een rol. De vraag hoe een verzekerde bij schade wordt geholpen, wie zijn belangen behartigt en hoe snel die wordt afgewikkeld, is veel belangrijker dan de laagste premie.” ■ Jan Aikens
een opdrachtgever van een scheepswerf bij, die zijn order heeft geannuleerd. Nu wordt hij geconfronteerd met een schadeclaim die de vraag doet rijzen of het niet goedkoper is het schip gewoon af te laten bouwen en met verlies te verkopen. Ik verdiep mij namens de aansprakelijke partij in de zaak en probeer er met de werf op een elegante manier uit te komen.” Böttcher noemt een andere interessante casus om aan te geven met welke zaken hij zich zoal bezighoudt: “Iemand heeft een belangrijke uitvinding gedaan en via een bureau daarop octrooi aangevraagd. Dat octrooibureau maakte een fout waardoor de uitvinding nu op straat ligt. Ik ben ingeschakeld om te berekenen op welk bedrag de schade uitkomt. Daarbij moet je je dus verdiepen in de uitvinding zelf om na te gaan hoe serieus en reëel de kansen op economisch succes zouden zijn geweest, hoe dicht de uitvinding bij de werkelijke introductie op de markt stond, hoe lang de uitvinder profijt van zijn octrooi zou hebben gehad, waar zijn uitvinding überhaupt te vermarkten zou zijn geweest, enzovoort. Zoals bij de meeste schades is het rekenen niet de hoofdzaak. Dat hoort er natuurlijk bij, maar in de eerste plaats gaat het erom dat je begrijpt wat er aan de hand is en hoe het werkt. Dat is een belangrijk verschil tussen veel collega’s en mij. Veel experts gaan uit van de cijfers, ik tracht te redeneren vanuit de materie.”
nummer 3 - 12 februari 2009
09-02-2009 16:55:31
EXP ERT ISE
Zembla brandt verzekeraars af “Natuurlijk zijn verzekeraars niet te vertrouwen. U leest toch iedere dag de krant, het verhaal van de woekerpolissen? Hebben die verzekeraars het recht om te denken dat de verzekerde denkt dat zij te goeder trouw zijn?” Met deze uitspraak van contra-expert Anton Coolen opende Zembla afgelopen zondag haar uitzending ‘Verzekerd van ellende’ en dat zette de toon. In de uitzending werden drie zaken belicht waarbij de kijker onmiskenbaar moest concluderen ‘ik zou niet graag in hun schoenen staan’. De handelwijze van de verzekeraars en de experts in deze zaken zijn ook zeker niet een visitekaartje voor de branche te noemen. Jarenlang slepende juridische conflicten, torenhoge advocaatkosten waarmee verzekerden blijven zitten, machtsmisbruik door de verzekeraar en diens expert, belangenverstrengeling doordat verzekeraars eigendom zijn van de expertisebureaus, dit alles passeert de revue. Conclusie: dit mag niet, kan niet en moet zo snel mogelijk gestopt worden. Het probleem bij dit soort uitzendingen is het beeld dat de makers aan hun kijkers willen overbrengen. Zo weet de kijker bijvoorbeeld in de besproken AOV-zaak niet of de juridische strijd gaat om de hoogte van de uitkering of, zoals gesuggereerd, omdat de verzekeraar sowieso niet wil uitkeren. Aan de andere kant houdt de maatschappij in kwestie zelf de schijn volledig tegen zich door niet op de zaak te willen reageren. Ook al ligt een zaak bij de rechter, duidelijkheid scheppen kan altijd. Er wordt met geen woord gerept over de Ombudsman en het KiFiD, terwijl deze instanties in het leven zijn geroepen om verzekerden in dit soort situaties te helpen. Het programma heeft wel de gebruikelijke stof doen opwaaien, binnen en buiten de branche.
Nieuwe wetgeving CDA-Tweede Kamerlid Elly Blanksma reageert de volgende dag in het programma Goedemorgen Nederland. Ze is verbijsterd: “De uitzending heeft mijn ogen nog verder geopend. Het is beschamend, ik ben echt geschrokken.” Zij zal naar aanleiding van de uitzending vragen stellen aan minister Bos van Financiën. Ook wil zij laten onderzoeken of in Nederland een vergelijkbare wetgeving als in de Verenigde Staten kan
worden ingevoerd. Dan kunnen verzekeraars die een zaak moedwillig traineren, hiervoor beboet worden. Maar eerst wil het Kamerlid dat alle betrokken partijen om tafel gaan zitten om te beoordelen hoe groot de problemen nu werkelijk zijn en of hiervoor een gezamenlijke oplossing te vinden is. “De huidige wetgeving regelt dat een verzekerde voldoende beschermd wordt en niet de dupe mag worden van zaken zoals die in het programma naar voren zijn gekomen. De verzekerde moet als slachtoffer worden gezien en niet als dader. Als hiervoor een nieuwe wet nodig is om dit beter te regelen, dan komt er een nieuwe wet.”
Ministerie had vertrouwen Gerard Böttcher, voorzitter Nederlands Instituut Van Register Experts (NIVRE), onderschrijft het algemene beeld dat verzekeraars een slechte reputatie hebben. De aantijgingen in Zembla kwalificeert hij als kwalijk, daarbij verwijzend naar de gedragscode van het NIVRE, waarin de onafhankelijkheid van de aangesloten bureaus wordt gegarandeerd. In Zembla werd Antoon Coolen opgevoerd, van contra-expertisebedrijf en NIVRE-lid Coolen Expertise. Böttcher acht het in diens belang als contra-expert dat schadeverzekeraars in een slecht daglicht worden gesteld. Dat doel is in ieder geval bereikt. Böttcher was ten tijde van de Wft-invoering overigens verbaasd dat de experts binnen de wet niet als aparte beroepsgroep werden gezien. Toen hij daarnaar informeerde bij het ministerie van Financiën kreeg hij te horen dat er op bestuurlijk niveau geen zorgen waren over de handelwijze van experts. Daarmee was er geen reden om voor deze doelgroep apart iets te regelen binnen de Wft. Blanksma heeft haar eerste troef al meteen in handen.
Verzekeraar wil tevreden klanten In een reactie verwijst het Verbond van Verzekeraars naar een onderzoek waaruit blijkt dat schadeverzekeraars goed scoren bij schadeafhandeling. Daarnaast stelt men dat het bestaansrecht van verzekeraars juist het uitkeren van schade is. Een slechte of onjuiste afhandeling van schades zou klanten kosten, en dat terwijl verzekeraars volgens het Verbond gebaat zijn bij tevreden klanten. “Een verzekeraar moet wel gedegen onderzoek kunnen doen naar schademeldingen. Ook in het belang van de klant is het niet wenselijk meer uit te keren dan de werkelijk geleden schade. Dit om de premies laag te houden.” Tot slot stelt de koepelorganisatie van verzekeraars dat het imago van een verzekeraar er niet beter op wordt als hij met een ondermaatse claimbehandeling in de media komt. Dat maakte Zembla afgelopen zondag wel duidelijk. Want ook al gaat het merendeel goed, je wordt uiteindelijk afgerekend op de slechte zaken en niet op de goede. Blanksma kan in ieder geval vanuit het Verbond rekenen op steun om gezamenlijk de problematiek te onderzoeken en waar nodig een oplossing te creëren. ■
CDA-Tweede Kamerlid Elly Blanksma
Alex Klein
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 41
41
10-02-2009 12:07:53
T H EMA KATE R N 2 0 0 9
Investeren in preventie Achmea stelt dat 20 procent van de bedrijfsbranden in
Risicoanalyse
ons land wordt veroorzaakt door ondeugdelijke en niet
Uit een analyse van Achmea, samengesteld uit gegevens van duizenden risicoprofielen van ondernemingen, blijkt dat bedrijven vaak niet beschikken over de juiste blusmiddelen. Ook is er veelvuldig sprake van een niet goed werkende inbraakbeveiliging en het in de verkeerde kluizen opbergen van waardevolle goederen, datatapes en sleutels. De verzekeraar vindt dat meer ondernemers in het midden- en kleinbedrijf regelmatig hun bedrijf moet laten scannen op onnodige risico’s. Hierdoor wordt de kans op schade beperkt en loopt de bedrijfscontinuïteit veel minder gevaar. Een andere opmerkelijke uitkomst van de analyse is de onderverzekering. Die kan oplopen tot 25 procent. Na het houden van een risicoanalyse constateert in totaal 60 procent van de ondernemers die deel uitmaken van de analyse, dat het bedrijf onvoldoende is verzekerd.
goed aangelegde elektrische installaties. Dat komt echter pas naar voren als schade-experts hun werk hebben gedaan. Om risico’s die te voorkomen zijn, voortijdig aan het licht te brengen, introduceerden de verzekeraars Avéro Achmea en Centraal Beheer Achmea in 2004 het Risico Reductie Plan voor ondernemers. De dienst omvat een bedrijfsrisicobeoordeling (inspectie) en een brandpreventiecheck. Dit met als doel de bedrijfscontinuïteit voor ondernemers te vergroten, criminaliteitsrisico’s te verminderen en de schadelast bij calamiteiten te beperken. Naast ondeugdelijke elektrische installaties is ook het ontbreken van de juiste blusmiddelen en een niet goed werkende inbraakbeveiliging vaak de aanleiding van een forse bedrijfsschade met soms desastreuze gevolgschade. Toch staat niet iedere ondernemer te springen om te investeren in preventieve middelen die niet verplicht worden opgelegd door de overheid of zijn verzekeraar. Drs. Tjerk Jongstra, Manager Bedrijven bij Avéro Achmea: “Preventieve maatregelen kosten de ondernemer veel geld. Het is vaak een zakelijke afweging of hij die investering wil doen. Dat maakt een dergelijk besluit conjunctuurgevoelig. Op dit moment wordt iedere investering afgewogen, terwijl in tijden van hoogconjunctuur de ondernemer eerder zal overgaan tot investeren in preventieve maatregelen die hem niet direct resultaat opleveren.” Ing. Robert van Tongeren, senior inspecteur RisicoBeheer Bedrijven bij Achmea en lid van de Commissie Preventie van het
Verbond van Verzekeraars, vult hem aan: “Het is belangrijk de ondernemer bewust te maken van de gevolgschade. Een brand is erg, maar als daardoor je bedrijf stil komt te liggen, kun je ook niet leveren aan je klanten. Niemand wil zijn klant doorverwijzen naar de concurrent. Het is tenslotte onzeker of die klant weer terugkomt als de zaak op orde is. Een stillegging kan ook onzekerheid onder het personeel teweegbrengen. In een branche met personeelstekorten is een overstap snel gemaakt. Ook die risico’s moet de ondernemer meenemen in zijn besluit om wel of niet te investeren in preventieve maatregelen.” Het kan overigens ook een inbraak zijn, die een complete productie kan stilleggen. Van Tongeren: “Als je kluis met belangrijke datagegevens op een heftruck het pand is uitgereden, dan kan de productie soms dagen stilliggen omdat de levering van nieuwe gegevens niet meteen mogelijk is.” Er is natuurlijk ook een groep ondernemers die uit zichzelf werk maakt van het preventief beperken van schade. Van Tongeren: “We hebben klanten die ons om advies vragen als de bouwplannen voor een nieuw pand nog op de tekentafel liggen.” Voor een deel kan die bewustwording het gevolg zijn van schade-ervaringen uit het verleden.
Overheid kan meer bijdragen Van Tongeren is van mening dat de overheid in haar regelgeving veel meer kan doen aan preventievoorschriften voor bedrijven en goederen. De nadruk ligt volgens hem nu vooral op personen. “De overheid richt zich Drs. Tjerk Jongstra (li) en ing. Robert van Tongeren, Avéro Achmea
42
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 42
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 12:08:23
EXP ERT ISE
voornamelijk op het ontruimen van gebouwen in geval van een calamiteit. Mensen moeten zo snel mogelijk uit de gevarenzone kunnen komen, en terecht. Er zou echter ook meer aandacht wenselijk zijn voor preventieve maatregelen die specifiek zijn gericht op bedrijven en goederen. Die verantwoordelijkheid ligt nu vooral bij verzekeraars. De overheid zou bijvoorbeeld in haar bouwvoorschriften meer aandacht moeten schenken aan brandveilig bouwen. Het voldoen aan de wettelijk gestelde eisen is op dit moment in veel gevallen niet voldoende. Preventie, waaronder sprinklers voor scholen (en overheidsgebouwen), zou verplicht moeten worden. Daar heeft de overheid dus óók een taak. Schadebeperkende zaken zijn sterk onderbelicht in het huidige overheidsbeleid.”
RisicoBeheer & Preventie Binnen Achmea is de afdeling RisicoBeheer & Preventie verantwoordelijk voor het uitvoeren van de risico-inventarisatie bij bedrijven. De afdeling bestaat uit elf hoogopgeleide medewerkers. Ieder met een technische studierichting als werktuigbouwkunde, bedrijfskunde, bouwkunde, elektrotechniek, enz. Een breed spectrum aan kennis, waarmee de medewerkers elkaar aanvullen. De afdeling bezoekt (aspirant)verzekerden in het mkb en de industrie om de risico’s op locatie te beoordelen. Er zijn drie inspecteurs opgeleid voor de risico-inventarisatie bij zware industriële bedrijven. In de meest risicovolle branches gaat de risico-expert op pad bij een verzekerde som vanaf een half miljoen euro. In andere branches ligt die grens bij één miljoen euro of hoger. In specifieke gevallen kan hiertoe op verzoek van de acceptant worden afgeweken. “Ook de intermediair speelt een belangrijke rol bij het tot stand komen van een bedrijfsschadeverzekering. Hij levert informatie over de ondernemer en zijn bedrijf uit eerste hand aan. Hij voert eigenlijk een eerste inspectie uit. De adviseur stelt de ondernemer gerichte vragen op het gebied van de bedrijfsrisico’s en laat de ondernemer tekenen voor een correcte opgave hiervan. De mening van de intermediair speelt dan ook een belangrijke rol in het proces. Vaak gaat de adviseur ook mee met de risico-inspecteur als deze het bedrijf van zijn klant bezoekt”, stelt Jongstra. Naast de inspecties vinden ook herinspecties plaats. Hierbij wordt opnieuw gekeken naar de risico’s en wordt tevens gecontroleerd of de eerder opgelegde eisen zijn uitgevoerd. Deze eisen zijn opgenomen in de Preventiescan die de ondernemer na iedere inspectie ontvangt. Naast eisen staan hierin ook aanbevelingen om risico’s te verminderen. In tegenstelling tot de eisen hoeven deze aanbevelingen niet opgevolgd te worden om voor dekking in aanmerking te komen.
De eisen en aanbevelingen worden door de inspecteur onderbouwd en met foto’s, die tijdens de inspectie zijn gemaakt, gevisualiseerd. De ondernemer krijgt zo een helder beeld van de risico’s die in zijn bedrijf aanwezig zijn. Dat kunnen zaken zijn die onderdeel geworden zijn van de dagelijkse bedrijfsvoering. Hierdoor valt het risico van de handeling vaak niet meer op.
Onveilige situaties Problemen met de elektrische installatie kunnen ontstaan doordat niet gecertificeerde bedrijven worden ingeschakeld om de installatie tegen een ‘vriendenprijsje’ aan te passen. Maar ook handelingen op de werkvloer kunnen de oorzaak zijn van kortsluiting, beschadigde kabels en losse verbindingen. Een medewerker besluit bijvoorbeeld het kopieerapparaat te verplaatsen naar een voor hem handiger plaats. De stekker wordt hierbij uit de speciaal hiervoor ingerichte elektriciteitszuil gehaald en via een verlengkabel van stroom voorzien uit een ‘normale’ wandcontactdoos. Dan kan de elektrische installatie nog zo professioneel ingericht en onderhouden zijn, de kans op brand is wel fors toegenomen. Ook deze onveilige situaties worden opgemerkt in de Preventiescan.
Risico Reductie Plan De Preventiescan maakt onderdeel uit van een bredere dienst die de verzekerden wordt aangeboden: het Risico Reductie Plan (RRP). Naast de bedrijfsrisicobeoordeling (inspectie) en een brandpreventiecheck geeft de dienst ondernemers korting op risicoreducerende producten en diensten. Hiervoor heeft Achmea afspraken gemaakt met gespecialiseerde partners. Hier kunnen ondernemers ook de eisen die voortvloeien uit de risico-inspectie onder gunstige voorwaarden invullen. Het RRP is onderverdeeld in een zestal aandachtsgebieden: inbraakbeveiliging; brandkasten; blusmiddelen; preventie brandstichting; taxatie en elektrische installatie. Zo krijgt de ondernemer tot 30 procent korting op elektronische inbraakbeveiliging, 10 procent korting op bouwkundige maatregelen ter voorkoming van inbraak en worden brandkasten gratis bezorgd, verankerd en voorzien van een trilcontact. De aanpak lijkt te werken. Sinds de introductie in 2004 is Achmea niet geconfronteerd met grote schades bij bedrijven die gebruikmaken van het Risico Reductie Plan. ■ Alex Klein
Een voorbeeld: de voetbalvereniging Afvalcontainers die op minder dan tien meter buiten de gevel staan. Hierdoor kunnen de containers worden gebruikt als klimmogelijkheid naar het dak. Het dwingend advies is om de containers verder van de gevel te plaatsen binnen een gesloten hekwerk. De technische ruimte die tevens dient als opslagplaats voor terrasmeubilair en toebehoren. Het dwingend advies is deze ruimte vrij te houden van brandbare opslag.
De Wittenhagen 1-3 3843 GE Harderwijk telefoon: (0341) 430110 telefax: (0341) 412944 e-mail:
[email protected] internet: www.sennema.com
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 43
43
10-02-2009 12:08:45
T H EMA KATE R N 2 0 0 9
Omvangrijk en met veel complicaties:
‘Dat zijn de mooiste schades’ Schade-experts zijn uit ander hout gesneden dan ‘normale’ mensen of bijvoorbeeld verzekeraars, weet mr. Klaas Brand, directeur Aansprakelijkheid/CAR bij GAB Robins. “Juist voor een grote, omvangrijke schade, als het even kan met flink wat lastig te doorgronden complicaties, lopen zij warm.” GAB Robins is een expertisebureau dat wereldwijd, verspreid over 13 landen met 3300 medewerkers vanuit 550 vestigingen de toedracht van schades onderzoekt en de schadebedragen vaststelt namens verzekeraars en makelaars. Het bedrijf werkt in Nederland met 125 medewerkers vanuit vier kantoren. De focus van GAB Robins ligt niet op schadeprocesmanagement (dus niet: zo snel mogelijk de schade door het hele traject heen loodsen), maar vooral op de kwaliteit van het onderzoek en de daaruit volgende vertaling in een verzekeringtechnisch rapport. “Daarbij begrijpen we uiteraard wel dat het proces het liefst zo efficiënt en zo snel mogelijk moet worden afgewerkt”, voegt Brand hieraan toe. “Door ons maatwerk zijn wij niet de allergoedkoopste, maar dat is ook niet de reden dat onze klanten ons kiezen. Ze weten wanneer ze onze deskundigheid nodig hebben. De kleinste schades die we hier behandelen, gaan om zo’n 2500 euro – niet onze focus – maar we doen ze toch met liefde. De grootste schade vorig jaar (de brand op de TU Delft) bedroeg 150 miljoen euro. Het afgelopen jaar behandelden we in Nederland zo’n 6000 schades.”
Leukste baan van Nederland “Elk kantoor heeft met bouwkundigen, werktuigbouwkundigen, chemici, agrarische experts, milieudeskundigen, registeraccountants en juristen nagenoeg alle vereiste deskundigheid in eigen huis”, zegt Brand. “Die specialisten zijn het kapitaal van ons bedrijf. Hoe letterlijk je dat moet nemen, blijkt uit het feit dat onze techneuten vaak op naam worden gevraagd door onze klanten. We doen er dan ook alles aan om goede mensen in huis te halen en te houden. De expertisemarkt vergrijst en we hebben dan ook een sterke focus op de werving van nieuwe experts gelegd. Het is echter heel lastig om techneuten te doen beseffen dat een baan bij GAB Robins een heel leuk alternatief kan zijn voor een carrière elders als aannemer, projectleider of engineer. Want hoe bereik je ze? We zijn enige tijd geleden een campagne gestart (zie: deleukstebaanvannederland.nl), waarmee we techneuten (zowel starters als doorstromers) proberen te interesseren en dat werpt nu z’n vruchten af. In totaal hebben we nu al vijf zogenoemde trainees aangenomen. Twee hiervan zijn hier (op het kantoor in Rotterdam, red.) inmiddels zó vanuit de opleiding aan de slag gegaan en worden nu in- en extern verder opgeleid. Dat is nodig want een afgestudeerde techneut die wat in zijn mars heeft, is weliswaar zonder meer in staat om een technisch probleem te doorgronden, maar dat is voor een expert niet genoeg. Die moet de vertaalslag kunnen maken naar de
44
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 44
Mr. Klaas Brand, GAB Robins
schadebehandelaar bij een verzekeraar of makelaar, wiens technische kennis wellicht minder is maar die veel meer weet van de verzekeringstechnische aspecten. De technische kennis moet dus vertaald worden in een verzekeringstechnisch rapport waarmee de schadebehandelaar kan werken. Dat is vaak lastig voor jonge techneuten. Ze begrijpen het probleem wel, maar niet de vraag die we eigenlijk stellen: Wat wil onze opdrachtgever weten?” “Binnen een maand of vijf weet een expert-in-wording vaak wel of hij zijn roeping heeft gevonden”, meent Brand. “Of je loopt dan gillend weg, of je weet wat je met de rest van je leven wilt doen. Expertise is als een virus. Als dat eenmaal bezit van je heeft genomen, dan raak je het niet meer kwijt. Dan praat je net als wij over de allermooiste schades als die omvangrijk en gecompliceerd zijn. Beroepsdeformatie, inderdaad. Daar moet ik natuurlijk wel bij zeggen dat letsel nooit mooi is, persoonlijk leed is altijd vreselijk. Dat neemt niet weg dat letselschadeonderzoek noodzakelijk is en vaktechnisch bezien toch heel mooi kan zijn.”
Productaansprakelijkheid Brand legt graag uit wat GAB Robins kan betekenen op het gebied van productaansprakelijkheid & recall, een groeimarkt waarvoor het onlangs een vakgroep met gelijkluiden-
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 12:09:10
EXP ERT ISE
de naam heeft samengesteld. “Rond een product treedt vermogensschade, materiële schade en/of letselschade op. Wie is aansprakelijk en in welke mate? Om daarover zorgvuldig te kunnen oordelen, schakelt een aansprakelijkheidsverzekeraar ons in. Wij brengen in kaart waar het product is gemaakt, wie de specificaties heeft bedacht, voor welke doelgroep het is, hoe het verkocht wordt, met welke waarschuwingen, waar het wettelijk aan moet voldoen en welke problemen het (heeft) veroorzaakt. Uiteraard horen daar contracten en voorwaarden bij. Moet er zeer specialistisch onderzoek worden verricht, dan schakelen we externe expertise in, van bijvoorbeeld TNO of Stork.” Een expert doet geen enkele uitspraak over de aansprakelijkheid, dat is niet zijn taak. “Wij zijn feitenrapporteurs”, stelt Brand. “We zorgen er alleen maar voor dat de verzekeraar de feiten boven water krijgt, die het mogelijk maken dit goed te beoordelen.” De expert duidt dus de technische, causale aansprakelijkheid. Is een waterleiding gesprongen, dan doet de expert geen uitspraak over de aansprakelijkheid, maar hij kan wel de uitspraak doen of de aannemer of de loodgieter zijn werk goed heeft gedaan. Als hij verkeerd materiaal heeft gebruikt, mag de expert dat zeggen. Hij mag er echter niet aan toevoegen dat hij juridisch of verzekeringstechnisch aansprakelijk is. “Dat is niet aan ons, maar aan de verzekeraar”, zegt Brand. “Iemand kan technisch aansprakelijk zijn, maar op grond van de voorwaarden in zijn contract juridisch vrijuit gaan.”
Herkenning bij de klant De nieuwe Vakgroep Productaansprakelijkheid & Recall koppelt de vereiste technische deskundigheid binnen GAB Robins aan juridische bekwaamheid. Al die expertise was al voorhanden binnen het bedrijf en hooguit zijn de onderlinge lijntjes hierdoor (nog) iets korter geworden, dus wat is nu precies de meerwaarde van de vakgroep? Volgens Brand is die vooral in de herkenning bij de klant gelegen. “Die wilden wij onomstotelijk duidelijk maken dat wij gespecialiseerd zijn in productaansprakelijkheidsschade. Door de oprichting van deze vakgroep is dit gelukt en weet men ons steeds beter te vinden.”
proces maar ook in een grondstofje in een bijproduct dat tot enorme problemen kan leiden. Een maatregel om schade of grotere schade te voorkomen, is een recall – het terughalen van een product uit de markt. Daarmee kunnen enorme kosten gemoeid zijn, zeker als het probleem al ver in de markt is gezet en wijd is verspreid. “Een recall adviseren wij wél op grond van ons technische onderzoek”, zegt Brand, “al is het lang niet zo dat een recall alleen na onze aanbeveling plaatsvindt. Vaker besluit de verzekeraar of de leverancier zelf hiertoe, zeker als er echt geen technisch expert nodig is om te vertellen dat dit de enige juiste weg is om te bewandelen. Alleen indien nodig adviseren en begeleiden wij.” Het aantal recalls is in Nederland flink toegenomen, bijna iedere week staat er tegenwoordig wel een recall in de krant. Vroeger werd het als zeer negatief ervaren als je in de krant stond met een recall, nu ben je een goede producent die zijn verantwoordelijkheid neemt. Brand: “Men komt uit voor het probleem, juist om te voorkomen dat het probleem veel groter is als die zich op andere wijze openbaart. Overigens kan onze toegevoegde waarde er ook in zitten om juist na onderzoek vast te stellen dat een recall niet nodig is.”
Impact onderschat Volgens Brand wordt de impact van productaansprakelijkheid & recall vaak onderschat, ook door bijvoorbeeld het intermediair dat het mkb adviseert. “Een probleem kan zijn herkomst hebben bij een heel klein bedrijfje, dat ogenschijnlijk slechts een onbeduidend deeltje bijdraagt in de productie van een eindproduct. Ooit hadden we een klant die twee componenten van een lijmstof moest mengen. Hij verdiende daar nauwelijks iets mee en zijn opdrachtgever is er een product mee gaan maken waarin de bewuste stof nauwelijks was terug te vinden. In het eindproduct werd vervolgens iets aangetroffen dat uit zijn mengmachine afkomstig bleek te zijn, het gevolg van een nagenoeg onzichtbaar defect. Het gevolg? De hele partij geblokkeerd. Onze klant zette met deze opdracht ongeveer vierduizend euro om, en de claim was 180.000 euro. Dat is een risico op gevolgschade dat een financieel adviseur meestal niet doorgrondt.” ■
Recall
Erwin Loer
Productaansprakelijkheid kan liggen in een fout productie-
KakesWaal bv taxatie - expertise
▼
▼
▼
beëdigd taxateurs r.g./o.g.
schaderegeling van: - gebouwen, installaties, machines, inventarissen en goederen taxaties o.g./r.g. - conform art. 7:960 - t.b.v. commerciële doeleinden bouwkundige vooropnamen
24 uur bereikbaar: (075) 61 61 61 5
nummer 3 - 12 februari 2009
VB_0309_p38_45_THEMA.indd 45
register experts
Zaandam Postbus 2129 1500 GC Zaandam telefoon (075) 616 16 15 fax (075) 635 32 29 e-mail
[email protected] internet www.kakeswaal.nl
45
10-02-2009 12:19:10
SAT I R E
Crisiswinst Wij Barbiers krijgen dagelijks met allerhande crises te maken: identiteitscrises, midlifecrises en huwelijkscrises, om er maar een paar te noemen. Niets dat Barbier niet de baas kan. Een goed gesprek, een ander kleurtje, een fris nieuw kapseltje – de crisis is altijd zo goed als bezworen als de klant mijn kapsalon verlaat. In ieder geval is de glimlach die bij binnenkomst nog ver te zoeken was, bij vertrek meestal weer volop aanwezig in het gelaat. Uw Barbier, gediplomeerd crisisbezweerder. Alleen economische crises zijn een maatje te groot voor me. Dat gold echter niet voor de klant die gistermiddag plaatsnaam in mijn kappersstoel om het laatste restje blauw uit zijn haar te laten spoelen. Deze bankbaas keek met een grote grijns op zijn gezicht in de spiegel voor zich, duidelijk tevreden met zichzelf. “Ja, Barbier”, beantwoordde hij mijn vragende blik, “zo vrolijk zul je ze de laatste tijd niet vaak hebben in je kapperszaak. De meeste mensen gaan immers gebukt onder De Kredietcrisis en bij de gedachte aan jouw kniptarieven zullen ze niet echt blij zijn in deze stoel.” Mijn tarieven zijn trouwens heel redelijk, al zeg ik het zelf. “Klopt helemaal”, zei ik desondanks, om hem aan het praten te houden. “Maar vertel ‘s, waar heb ik deze glimlach dan aan te danken?” “Barbier, het zijn gouden tijden op het moment, als je het maar goed aanpakt. En dat is precies wat wij hebben gedaan. Al hadden wij de aangeboden steun van Ome Woud niet echt nodig, we hebben ‘m toch maar aangepakt. Voorwaarde was wel dat wij dat geld weer in de markt pompen om de economie draaiende te houden, maar wij zijn de laatsten die daarover klagen. Iedereen wil nu zaken met ons doen, want wij zijn de goedkoopste en onze suikeroom staat garant. Met geld dat niet van ons is, maken we goede sier, en daar worden we op z’n zachtst gezegd niet minder van. Prachtig toch? By the way, Barbier, heb je misschien nog een voordelig kredietje nodig? Regel ik zo voor je. Ik moet deze maand volgens afspraak toch nog wat centjes wegzetten, vandaar.”
Ik vroeg hem of hij dat niet unfair vond, het voordeel dat hij door die financiële staatssteun had op zijn concurrenten, maar die gedachte wuifde hij weg. “Een crisistijd is een bijzondere tijd, Barbier, en dan gelden bijzondere regels. Pak de kansen waar ze liggen. Dat doen anderen ook en wie het niet doet, is een schlemiel. De echte ondernemer ziet juist nu zijn kans schoon.” Ik reageerde niet en dacht even na. Als kapper ben ik ondernemer maar ik vroeg mij vruchteloos af wat voor kansen ik in ’s hemelsnaam zou kunnen grijpen. Blijkbaar was ik de schlemiel waarover mijn klant zojuist sprak. Hij scheen mijn gedachten te kunnen lezen, want ongevraagd gaf hij nadere uitleg. “Een crisis, en zeker Deze Kredietcrisis, wordt gevoed door angst. Angst voor verlies, voor achteruitgang. Dus wie juist nu het vertrouwen kan winnen van de mensen en hen met een beetje voordeel tegemoet kan treden, is spekkoper. Ga maar na Barbier, je komt de voorbeelden ieder dag in de krant tegen. Wat dacht je van een gratis ontslagverzekering bij een Flybe-vliegreis, geld terug als je geboekt hebt en ontslagen wordt. Of twee Renaults halen, één betalen (een Twingo bij een Espace, dat wel). En misschien wel de mooiste van allen: SM-meesteres Hot Marijke die klantenbankaandeelhouders een korting van tien procent aanbiedt: ‘Ik hoor het slechte nieuws over die banken en wil iets doen als tegenreactie.’” “Is dat niks voor jou, Barbier?”, vroeg hij bij het afrekenen, terwijl zijn voorbeeld van de SM-dame nog door mijn hoofd spookte. Maar hij bedoelde wat anders. “Laat de mensen van het dorp weten dat je helemaal begrijpt dat een kappersbezoek op dit moment pijn doet in de portemonnee. Reken vervolgens een speciaal crisistariefje – niet te veel ervan af natuurlijk – en jouw kostje is gekocht. De klanten staan in een rij en als het straks weer beter gaat, gaan die echt niet allemaal weer weg. Bye bye concurrentie. Juist nu moet je toeslaan!” Ik bedankte hem vriendelijk voor zijn economisch inzicht en zou er eens goed over gaan nadenken. ‘Barbier knipt crisiskapsels tegen een zacht prijsje.’ Ik zie het nog niet helemaal voor me.
BARBIER 46
VB_0309_p46_48.indd 46
nummer 3 - 12 februari 2009
10-02-2009 12:10:11
De beste Reisverzekeraar.
8.3 Ook voor u! In het Prestatie Onderzoek Schade 2008 werd Unigarant derde. Nu heeft de reisbranche ons tot beste Reisverzekeraar uitgeroepen! U proÄteert daar natuurSiQk van Tee dankziQ ons ºt/uis en Reispakket. +aarin zit de reisverzekering die het beste werd beoordeeSd op priQskwaSiteit en schadeafhandeSing.
Scherp in schade www.unigarant.nS
VB_0309_p46_48.indd 47
10-02-2009 12:10:43
KIES VOOR DE ABN AMRO KAPITAALGROEI HYPOTHEEK Deze flexibele beleggingshypotheek - met de fiscale voordelen van banksparen - is helemaal gericht op klanten die willen beleggen. Binnen dit product heeft de vermogende klant toegang tot meer dan 50 beleggingsfondsen. Zonder aan- en verkoopkosten. Ook actief switchen tussen de fondsen of overschakelen op sparen is kosteloos. Uw klant weet exact wat hij betaalt en krijgt elk kwartaal een overzicht
VB_0309_p46_48.indd 210060507 0571 A4 FC482.indd 1
van de beleggingen, inclusief de waarde op dat moment. Op die manier speelt de ABN AMRO Kapitaalgroei Hypotheek goed in op de belangrijkste wensen van uw klant: transparantie, relatief lage kosten en keuzevrijheid. Kijk voor meer informatie op www.abnamro-hypothekeninformatie.nl of vraag ernaar bij uw accountmanager.
10-02-2009 04-02-2009 12:11:15 15:01:47