DRAAIBOEK INSTALLATIE POLITIEKE ORGANEN Stappenplan voor voordrachten, installatie gemeenteraad, OCMW-raad, politieraad e.a.
VERSIE 2 oktober 2012
Voor alle Vlaamse gemeenten, met uitzondering van Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-GenesiusRode, Voeren, Wemmel en Wezembeek-Oppem
1. Dit draaiboek is een geactualiseerde versie van het draaiboek uit 2006. In de loop van de voorbije jaren werd het gemeentedecreet immers herhaaldelijk gewijzigd. Er kwam een nieuw OCMW-decreet en de verkiezingsregels uit de Wet op de Geïntegreerde Politie werden aangepast. We hebben het draaiboek met de grootste zorg opgesteld maar mocht u opmerkingen hebben dan horen wij ze graag. Marian Verbeek (gemeente), Pieter Vanderstappen (OCMW) en Tom De Schepper (politie). 2. Het Expertisecentrum voor gemeentesecretarissen stelde in overleg met het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ook een draaiboek op: www.vlaanderenkiest.be/draaiboek-installatievergadering 3. In het najaar van 2012 organiseert de VVSG drie infosessies over de procedures die gevolgd moeten worden voor de installatie van de nieuwe politieraden. Een afzonderlijk gedetailleerd draaiboek voor politiesecretarissen wordt daarop toegelicht en verspreid. Inhoudstafel 1. Na de verkiezingen van 14 oktober – najaar 2012 1.1. Coalitiegesprekken en beleidsprogramma 1.2. Voordracht van de kandidaat burgemeester 2. Indienen voordrachtsakten (burgemeester uitgezonderd) – uiterlijk 24 december 2012 2.1. Voordrachtsakte kandidaat-voorzitter gemeenteraad 2.2. Gezamenlijke voordrachtsakte kandidaat-schepenen 2.3. Voordracht OCMW-raadsleden 2.4. Voordracht politieraadsleden 3. Uitnodiging voor de installatievergadering van de gemeenteraad – uiterlijk 24 december 2012 4. Afstand van mandaat – ten laatste op de installatievergadering van de gemeenteraad 5. Installatievergadering van de gemeenteraad – woensdag 2 januari 2013 om 20u 5.1. De uittredende voorzitter van de gemeenteraad zit de installatievergadering voor 5.2. Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen
2 oktober 2012 - 1/48
5.3. Mededeling van benoeming en van eedaflegging burgemeester 5.4. Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging 5.5. Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad 5.6. Verkiezing van de schepenen na een gezamenlijke voordrachtsakte - eedaflegging 5.7. Eventueel: de OCMW-raad machtigen om te werken met één of twee ondervoorzitters 5.8. Fractievorming 5.8.1. Kartels die in twee splitsen om twee fracties te vormen. 5.8.2. Partijen kunnen zich verenigen om één fractie te vormen 5.9. De samenstelling van het nieuwe OCMW-bestuur 5.9.1. Hoeveel OCMW-raadsleden? 5.9.2. Verkiesbaarheidsvoorwaarden 5.9.3. Verkiezing van de OCMW-raadsleden 5.9.4. Onverenigbaarheden voor OCMW-raadsleden 5.9.5. Onderzoek geloofsbrieven 5.10. De verkiezing van de politieraadsleden 5.10.1. Verkiesbaarheidsvoorwaarden 5.10.2. Onverenigbaarheden 5.10.3. Aantal leden van de politieraad 5.10.4. Hoe verloopt de verkiezing van de politieraadsleden? 5.10.5. Sluiting van de stemming en stemopneming 5.11. De aanstelling van de financieel beheerder 6. Na de installatievergadering van de gemeenteraad 6.1. Namen van de mandatarissen invullen in de mandatendatabank 6.2. Geldigverklaring verkiezing politieraad 6.3.Vertegenwoordigers gemeenteraad in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aanduiden 6.4. Andere beslissingen 7. De installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn – maandag 7 januari 2013 om 20u 7.1. Uitnodigen van de raadsleden 7.2. Agenda van de installatievergadering 7.3. Voorzitterschap van de vergadering 7.4. Installatie raadsleden en eedaflegging 7.5. Verkiezing van de voorzitter van het OCMW 7.6. Eventueel oprichting van het vast bureau en verkiezing van de leden van het vast bureau 7.7. Eventueel oprichten van één of meerdere bijzondere comités en verkiezing van hun leden 7.8. Eventueel verkiezing van één of twee ondervoorzitters 7.9. Aanwijzing van de mogelijke vervangers van en door de OCMW-voorzitter 7.10. Aanstelling van de financieel beheerder 7.11. Na de vergadering: Namen van de mandatarissen invullen in de mandatendatabank
2 oktober 2012 - 2/48
8. De installatie van de politieraad – vrijdag 1 februari 8.1. Voor de vergadering 8.2. De installatie van de politieraad 8.3. Het politiecollege Wat als? 1. De voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester wordt pas na de installatievergadering voorgelegd. 2. Er moet een burgemeester buiten de raad worden benoemd. 3. De Vlaamse regering aanvaardt de voordracht niet 4. Er is geen (ontvankelijke) voordracht voor de kandidaat-voorzitter. 5. Er is geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordracht voor de kandidaat-schepenen. 6. Er werd bezwaar tegen de gemeenteraadsverkiezingen ingediend. 7. Door een wijziging van de zetelverdeling, door de Raad voor de verkiezingsbetwistingen, kan de installatievergadering niet plaats vinden op 2 januari 2007. 8. Er zit geen persoon van het andere geslacht in het college van burgemeester en schepenen 9. De raad voor maatschappelijk welzijn telt na de verkiezing geen mannen én vrouwen 10. Bij de verkiezing van de OCMW-raadsleden worden er onregelmatigheden vastgesteld. 11. Er is geen ontvankelijke voordracht voor de kandidaat voorzitter van het OCMW. 12. Het vast bureau telt geen mannen én vrouwen 13. Een lid van de politieraad weigert om de federale eed af te leggen.
2 oktober 2012 - 3/48
1. Na de verkiezingen van 14 oktober – najaar 2012 1.1
Coalitiegesprekken en beleidsprogramma
Tenzij er, na de verkiezingen, in het bestuur een absolute meerderheid is, is er een coalitie nodig. Er moeten dus gespreken plaatsvinden tussen partijen die samen een meerderheid in de gemeenteraad willen vormen. Daarnaast moeten er in alle gemeenten vóór de installatievergaderingen van de gemeente- en OCMW-raden, heel wat afspraken worden gemaakt over de functies die moeten worden ingevuld. Bovendien kan de voordrachtsakte voor de uitvoerende mandatarissen een einddatum van het mandaat en eventueel de naam van de opvolger bevatten.
•
Wie is kandidaat-burgemeester?
•
Hoeveel schepenen nemen we op in het college? Het gemeentedecreet voorziet in de mogelijkheid om het aantal schepenen te verminderen (elk college moet, naast de burgemeester en de OCMW-voorzitter, minstens twee schepenen tellen). Kiezen we voor minstens één of twee schepenen minder en laten we de OCMW-raad werken met één of twee ondervoorzitters?
•
Wie neemt een schepenmandaat op?
•
Wie wordt voorzitter van de gemeenteraad?
•
Wie wordt OCMW-voorzitter?
•
Wie worden er voorgedragen als kandidaat-OCMW-raadsleden?
•
Welke gemeenteraadsleden zullen de gemeenten vertegenwoordigen in de politieraad? De Wet op de Geïntegreerde Politie laat immers toe om vooraf voor elke gemeente het minimum aantal zitjes in de politieraad per fractie te berekenen. Bovendien verbiedt deze wet niet dat een schepen of een OCMW-raadslid zich kandidaat stelt of deel uitmaakt van de politieraad.
1.2
Voordracht van de kandidaat burgemeester
De verkozenen voor de gemeenteraad dragen uit hun midden een kandidaat voor door middel van een gedagtekende voordrachtsakte die ze voorleggen aan de gouverneur. Een ontvankelijke voordrachtsakte moet: •
ondertekend zijn door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
•
en ondertekenend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester werden verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-burgemeester voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als
2 oktober 2012 - 4/48
burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. En ten slotte kan hij ook het OCMW niet vertegenwoordigen of namens het OCMW een mandaat bekleden in bepaalde ziekenhuizen (georganiseerd volgens Titel VII, hoofdstuk II van het OCMW-decreet van 19 december 2008) en bepaalde verenigingen, stichtingen en vennootschappen (o.a. die van Titel VIII van het OCMW-decreet van 19 december 2008). Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege. De voordrachtakte kan een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten. Een voordracht met enkel een einddatum kan wel maar een voordracht met enkel de naam van de opvolger (dus zonder einddatum) kan niet. Wie opvolger is, moet weten op welk tijdstip hij het mandaat overneemt. De Vlaamse Regering, die de burgemeester benoemt, gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is. De burgemeester moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat. Door zijn benoeming bestaat het – weerlegbaar – vermoeden dat hij Nederlands kent. In een bepaald aantal situaties wordt de burgemeester als verhinderd beschouwd en moet hij of zij, tot zolang de verhindering duurt, worden vervangen. De burgemeester die tijdelijk wordt vervangen blijft titelvoerend burgemeester. •
de burgemeester die lid is van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie
•
de burgemeester die lid is van de bestendige deputatie van de provincieraad of van het college,
(vervanging verplicht); ingesteld bij artikel 83quinquies, §2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen (vervanging verplicht); •
de burgemeester die het mandaat uitoefent van federaal, Vlaams of Europees parlementslid, voorzover de burgemeester hiertoe uitdrukkelijk verzoekt. (vervanging op vraag en dan voor zolang de burgemeester het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid uitoefent);
•
een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag met een recent geneeskundig getuigschrift of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever) Is een zieke mandataris niet meer zelf om staat om zijn vervanging te vragen dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde vergadering waarop hij niet aanwezig kan zijn en dit zolang zijn afwezigheid duurt;
•
ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag); een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of de verzorging van een zwaar ziek gezinslid of familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord).
2 oktober 2012 - 5/48
Zie artikel 44§6, 59, 61 en 48 van het gemeentedecreet. Het model van voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. (beschikbaar vanaf 15 oktober)
Wat als? 1. De voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester pas na de installatievergadering wordt voorgelegd? (zie blz. 42) 2. Er een burgemeester buiten de raad moet worden benoemd? (zie blz. 42) 3. De Vlaamse regering de voordracht niet aanvaardt? (zie blz. 42)
2. Indienen voordrachtsakten (burgemeester uitgezonderd) – uiterlijk 24 december 2012 2.1
Voordrachtsakte kandidaat-voorzitter gemeenteraad
De voordrachtsakte wordt uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is in principe ten laatste op dinsdag 25 december. Maar omdat het een feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op maandag 24 december afgegeven. De akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter moet ondertekend zijn: •
door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen
•
door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. En ten slotte kan hij ook het OCMW niet vertegenwoordigen of namens het OCMW een mandaat bekleden in bepaalde ziekenhuizen (georganiseerd volgens Titel VII, hoofdstuk II van het OCMW-decreet van 19 december 2008) en bepaalde verenigingen, stichtingen en vennootschappen (o.a. die van Titel VIII van het OCMW-decreet van 19 december 2008). Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege. De voordrachtakte kan een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten. Een voordracht met enkel een einddatum kan wel maar een voordracht met enkel de naam van de opvolger (dus zonder
2 oktober 2012 - 6/48
einddatum) kan niet. Wie opvolger is, moet weten op welk tijdstip hij het mandaat overneemt. De voorzitter moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat. Door zijn benoeming bestaat het – weerlegbaar – vermoeden dat hij Nederlands kent. Zie artikel 8 §1 en 44 §6 van het gemeentedecreet Het model van voordrachtsakte voor de kandidaat-voorzitter van de gemeenteraad is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. (beschikbaar vanaf 15 oktober)
Wat als? 4. Er geen (ontvankelijke) voordracht voor de kandidaat-voorzitter is. (zie blz. 42)
2.2
Gezamenlijke voordrachtsakte kandidaat-schepenen
De gezamenlijke voordrachtsakte wordt uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is ten laatste op 25 december. Maar omdat het feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op maandag 24 december afgegeven. De gemeentesecretaris bezorgt een afschrift van de akte aan de burgemeester. De gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen moet ondertekend zijn: •
door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
•
door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaten. Als de lijst waarop een kandidaat-schepen voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één gezamenlijke akte van voordracht ondertekenen.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. En ten slotte kan hij ook het OCMW niet vertegenwoordigen of namens het OCMW een mandaat bekleden in bepaalde ziekenhuizen (georganiseerd volgens Titel VII, hoofdstuk II van het OCMW-decreet van 19 december 2008) en bepaalde verenigingen, stichtingen en vennootschappen (o.a. die van Titel VIII van het OCMW-decreet van 19 december 2008). Bekleedt de betrokkene al een dergelijk mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege.
2 oktober 2012 - 7/48
De rangorde van de schepenen (wie is eerste, tweede enz. schepen) is dezelfde als de volgorde op de voordrachtsakte. De naam van de eerste schepen wordt dus eerst ingevuld. De voordrachtakte kan voor elke kandidaat-schepen een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten. Een voordracht met enkel een einddatum kan wel maar een voordracht met enkel de naam van de opvolger (dus zonder einddatum) kan niet. Wie opvolger is, moet weten op welk tijdstip hij het mandaat overneemt. Er moeten minstens twee kandidaten worden voorgedragen. Het gemeentedecreet legt een minimum en een maximum op. Het college kan dus minder schepenen tellen dan de vorige bestuursperiode. De OCMW-voorzitter staat niet op deze voordrachtsakte. Hij of zij komt bovenop het aantal schepenen. Op deze akte van voordracht kan de OCMW-raad gemachtigd worden om één of twee ondervoorzitters te kiezen. Er moeten daarvoor respectievelijk één of twee schepenen minder aangesteld worden dan het maximale aantal zoals vermeld in art. 44, §1 van het gemeentedecreet, en op de akte moet een uitdrukkelijke verklaring hierover staan. Kiest men voor één of twee schepenen minder, maar staat er geen verklaring op de akte, dan kan de gemeenteraad op zijn installatievergadering nog steeds beslissen om de OCMW-raad te machtigen om met één of twee ondervoorzitters te werken. De schepenen moeten beschikken over de kennis van de bestuurstaal die vereist is voor de uitoefening van het mandaat. Door hun benoeming bestaat het – weerlegbaar – vermoeden dat zij Nederlands kennen. Zie artikel 44 §6, 45 §1 van het gemeentedecreet en artikel 56 van het OCMW-decreet Het model van gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. (beschikbaar vanaf 15 oktober)
Wat als? 5. Er geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordracht voor de kandidaat-schepenen is. (zie blz. 43)
2.3
Voordracht OCMW-raadsleden
De kandidaat-werkende leden en de kandidaat-opvolgers worden schriftelijk voorgedragen door de gemeenteraadsleden. Uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad worden de voordrachtakten in tweevoud aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is ten laatste op dinsdag 25 december 2012. Omdat dit een feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op maandag 24 december 2012 afgegeven. De indiener van de voordrachtsakte krijgt het tweede exemplaar terug nadat hierop voor ontvangst getekend werd. De gedagtekende voordrachtsakte moet ondertekend zijn door ten minste de meerderheid van de verkozenen van eenzelfde lijst. Als een lijst maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één
2 oktober 2012 - 8/48
van hen. Kandidaten stemmen in met hun voordracht door een ondertekende verklaring op de voordrachtsakte. Niemand kan meer dan één voordrachtsakte ondertekenen. Ondertekent men er meer dan één, dan kan men voor de hele duur van de legislatuur niet worden benoemd of verkozen voor een heleboel mandaten: burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; hij kan de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat bekleden in gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen en hij kan het OCMW niet vertegenwoordigen of namens het OCMW een mandaat bekleden in verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat, dan vervalt dit van rechtswege. Iemand die opgekomen is tijdens de gemeenteraadsverkiezingen kan enkel geldig voorgedragen worden als de voordracht ondertekend is door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die verkozen op dezelfde lijst. Hiermee wil de decreetgever politiek opportunisme tegengaan. Iemand die opkomt kan dus enkel voorgedragen worden door de lijst waarvoor hij opgekomen is. Eens men de eed heeft afgelegd als raadslid zijn er geen wettelijke mogelijkheden meer om op te treden tegen een raadslid dat verandert van partij. Een voordrachtsakte moet kandidaat-werkende leden van verschillend geslacht bevatten. Hoewel de volgorde waarin kandidaten-werkende leden worden voorgedragen op de voordrachtakte in principe geen belang heeft, kan die volgorde toch wel gaan spelen wanneer vervangingen moeten worden doorgevoerd omdat geen personen van verschillend geslacht werden verkozen (zie onder). De voordrachtsakte vermeldt voor elk kandidaat-werkend lid ook één of meer kandidaat-opvolgers. Hier gebeurt dit wel in de volgorde waarin ze zijn voorbestemd om het lid te vervangen. De voordrachtsakte kan ook een einddatum bevatten. Dat betekent dat het raadslid van rechtswege ontslagnemend is op die einddatum. Het decreet sluit niet uit dat eenzelfde persoon enerzijds als kandidaat-werkend lid wordt voorgedragen, en anderzijds als kandidaat-opvolger van een ander kandidaat-werkend lid. Ook kan men kandidaat opvolger zijn bij verschillende kandidaat-werkende leden. Zie artikel 10, §1 van het OCMW-decreet Het model van voordrachtsakte van de kandidaat-werkende leden van de OCMW-raad en hun opvolgers is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. (beschikbaar vanaf 15 oktober)
2 oktober 2012 - 9/48
2.4
Voordracht politieraadsleden
De kandidaat-effectieve leden en de kandidaat-opvolgers worden in elke gemeenteraad schriftelijk voorgedragen door één of meer verkozenen voor de gemeenteraad. Elk effectief lid heeft één of twee opvolgers (artikel 12 WGP). De kandidaten stemmen in door een ondertekende verklaring op akte van voordracht. Elke akte van voordracht moet in dubbel exemplaar worden ingediend (artikel 16 WGP, gewijzigd door de Wet van 3 december 2006). De voordracht van kandidaten die geen gemeenteraadslid zijn op het ogenblik van de voordracht is op zich niet ongeldig. Het artikel 14 WGP stelt dat de voorwaarde om als politieraadslid te kunnen verkozen worden is, deel uitmaken van de gemeenteraad op het ogenblik van de verkiezing. Men kan dus wel degelijk kandidaten voordragen die op het ogenblik van de voordracht (nog) niet tot de gemeenteraad behoren. Indien deze situatie echter op de verkiezingsdag ongewijzigd is gebleven, dan moet men vaststellen dat zijn niet verkiesbaar zijn wegens het niet beantwoorden aan de enige verkiesbaarheidsvereiste. Een verkozene voor de gemeenteraad mag niet meer dan één voordrachtsakte voor diezelfde verkiezing ondertekenen. Er werd echter geen straf voorzien voor inbreuken op deze bepaling (artikel 5 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). In tegenstelling tot de voordrachten voor de OCMW-raad moeten de kandidaat-effectieve leden voor de politieraad niet van een verschillend geslacht zijn. Het indienen van de voordrachtakten dient te gebeuren op de dertiende dag vóór de stemming (in principe dus op donderdag 20 december 2012) tussen 16u en 19u. De verkozene of één van de verkozenen die de voordrachtsakte ondertekenden, of hij die daartoe door de voormelde verkozene(n) is aangeduid is, bevoegd om de voordrachtsakte in te dienen (artikel 2 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). De burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris en in tegenwoordigheid van een gemeenteraadslid van elke politieke fractie die een kandidatenlijst indient, neemt de akte van voordracht, in dubbel exemplaar, in ontvangst (artikel 16 WGP en artikel 2 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). De voordrachtsakte moet volledig zijn en zo zijn gesteld dat het formulier aan de gestelde voorwaarden beantwoordt. Deze voorwaarden zijn bepaald in Titel 4 van de ministeriële rondzendbrief van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone. De burgemeester moet bij het in ontvangst nemen van de voordrachtsakten onderzoeken of zij voldoen aan de wettelijke bepalingen en kan de verbetering of aanvulling aanbevelen. De indiener van de voordrachtsakte krijgt het tweede exemplaar terug nadat hierop voor ontvangst werd afgetekend. Dit ondertekenen gebeurt door de burgemeester en de gemeentesecretaris (artikel 2 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad).
2 oktober 2012 - 10/48
Onmiddellijk na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de voordrachtsakten (in principe op donderdag 20 december 2012, na 19u), sluit de burgemeester de kandidatenlijsten af en rangschikt de kandidaat effectieve leden in alfabetische orde (artikel 6 en 7 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad).Vanaf de elfde dag vóór de stemming kunnen de kandidaten inzage krijgen in de ingediende voordrachtakten en de door de burgemeester opgemaakte kandidatenlijst (in principe dus op zaterdag 22 december 2012, maar in praktijk enkel tijdens de diensturen van het gemeentesecretariaat, dus vanaf maandagochtend 24 december 2012) (artikel 5 WGP en artikel 8 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Een model van voordrachtsakte voor kandidaat-politieraadsleden wordt niet opgelegd, maar heeft de wetgever wel toegevoegd als bijlage N1 bij de ministeriële rondzendbrief van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone. Dit model kunt u terugvinden op de website van de VVSG (www.vvsg.be > veiligheid > lokale politie).
3. Uitnodiging voor de installatievergadering van de gemeenteraad – uiterlijk 24 december 2012 Het gemeentedecreet bepaalt dat de installatievergadering moet plaats vinden op de eerste werkdag van januari om 20u. Dit is woensdag 2 januari 2013. Ook al vindt de installatievergadering van de gemeenteraad van rechtswege plaats op de eerste werkdag van januari, toch is het volgens de memorie van toelichting bij het gemeentedecreet aangewezen om de vergadering bijeen te roepen volgens de regels van art. 21 van het gemeentedecreet. Het is overigens de secretaris die de verkozenen op de hoogte moet brengen van de datum, het uur en de plaats van de installatievergadering. De secretaris verstuurt de uitnodiging met de agenda aan de verkozenen voor de gemeenteraad dus het best ten laatste op maandag 24 december 2012. Op de agenda: 1. Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen 2. Mededeling benoeming en eedaflegging burgemeester 3. Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging 4. Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad 5. Verkiezing van de schepenen en eedaflegging 6. Eventueel machtigen OCMW-raad om met één of twee ondervoorzitters te werken 7. Fractievorming 8. Verkiezing van de OCMW-raadsleden 9. Verkiezing van de politieraadsleden De verkiezing van de leden van de politieraad heeft plaats tijdens de openbare zitting van de installatievergadering van de gemeenteraad of ten laatste binnen de tien dagen na de
2 oktober 2012 - 11/48
installatievergadering van de gemeenteraad. Indien die laatste dag een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt die termijn verlengd tot en met de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is (artikel 18 WGP). 10. Aanstelling financieel beheerder
4. Afstand van mandaat – ten laatste op de installatievergadering van de gemeenteraad Een verkozen gemeenteraadslid dat vóór zijn installatie afstand wil doen van zijn mandaat, brengt de gemeenteraadsvoorzitter daarvan schriftelijk op de hoogte. Afstand doen van mandaat gebeurt best zo snel mogelijk maar kan uiterlijk nog op de installatievergadering voor de installatie van de gemeenteraadsleden. Maar ook dan moet het schriftelijk gebeuren, dus via een schrijven met datum en handtekening van de betrokkene. Zie artikel 9 van het gemeentedecreet
5. Installatievergadering van de gemeenteraad – woensdag 2 januari 2013 om 20u Het gemeentedecreet legt vast dat de installatie van de gemeenteraad moet plaatsvinden op de eerste werkdag van januari. Indien de gemeenteraad later zou worden geïnstalleerd dan heeft dat ook gevolgen voor de installatievergadering van de OCMW-raad. Deze moet immers van rechtswege plaatsvinden op de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad. Zie artikel 7 §1 van het gemeentedecreet en artikel 16, §2 van het OCMW-decreet Een latere installatie van de gemeenteraad heeft geen gevolgen voor de installatie van de nieuwe politieraad. Het mandaat van de verkozen leden van de politieraad vangt immers aan op de eerste werkdag van februari, tenzij ze rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen zijn. Indien bezwaar is aangetekend tegen de verkiezing, dan worden de leden pas bijeengeroepen binnen vijftien dagen nadat de verkiezing definitief is geworden. De uittredende leden blijven in tussentijd hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe politieraad is geïnstalleerd (artikel 20 WGP, gewijzigd door de Wet van 1 december 2006).
5.1
De uittredende voorzitter van de gemeenteraad zit de installatievergadering voor
De uittredende gemeenteraadsvoorzitter zit de vergadering voor tot er formeel een voorzitter wordt verkozen. Wordt dezelfde persoon als voorzitter verkozen dan blijft hij de vergadering verder voorzitten, anders moet hij of zij het voorzitterschap doorgeven.
2 oktober 2012 - 12/48
Indien de uittredende voorzitter van de gemeenteraad de installatievergadering niet kan voorzitten, wordt de vergadering voorgezeten door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van hun rang. Zie artikel 7 van het gemeentedecreet
Wat als? 6. Er bezwaar werd ingediend tegen de gemeenteraadsverkiezingen? (zie blz. 44) 7. Door een wijziging van de zetelverdeling, door de Raad voor de Verkiezingsbetwistingen, de installatievergadering niet kan plaatsvinden op 2 januari 2012? (zie blz. 44)
5.2
Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen
5.3
Mededeling van benoeming en van eedaflegging van de burgemeester
De eedaflegging van de burgemeester, in handen van de provinciegouverneur, geldt tevens als eedaflegging als gemeenteraadslid. Zie artikel 60 §2 van het gemeentedecreet
5.4
Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging
Aan- en afwezigheden nakijken: •
Wie deed afstand van mandaat – pas definitief als de gemeenteraad er kennis van neemt;
•
Wie zit in een situatie van onverenigbaarheid en wordt dus verondersteld afstand van mandaat te doen;
•
Wie is verontschuldigd en kan dus pas op een volgende vergadering de eed afleggen;
•
Wie is zonder reden afwezig (is die persoon ook na uitdrukkelijk te zijn opgeroepen zonder geldige reden afwezig op de daaropvolgende vergadering dan wordt hij verondersteld afstand van mandaat te doen);
•
Wie is aanwezig;
De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden. Dit wil zeggen dat de raad moet nagaan of de verkozene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Bovendien moet de raad ook nakijken of er geen onverenigbaarheden zijn waardoor een bepaalde verkozene het mandaat niet kan opnemen.
2 oktober 2012 - 13/48
Verkiesbaarheidsvereisten: Er zijn vier voorwaarden om verkiesbaar te zijn als gemeenteraadslid: 1. de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de EU; 2. de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben; 3. ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente. 4. niet ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht (dus als kiezer) of van het recht te worden verkozen (dus als kandidaat). A. De volgende personen zijn geschorst of uitgesloten van het kiesrecht (mogen niet kiezen – wie niet mag kiezen is ook niet verkiesbaar): 1° personen die levenslang ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling; 2° de volgende personen die in de uitoefening van het kiesrecht zijn geschorst, en dit zolang de onbekwaamheid duurt: – de gerechtelijk onbekwaamverklaarden, de personen met het statuut van verlengde minderjarigheid en de personen die geïnterneerd zijn; – de personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn van de uitoefening van het kiesrecht door veroordeling; – de personen die ter beschikking van de regering zijn gesteld (op basis van het Strafwetboek of de Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers). B. De volgende personen zijn niet verkiesbaar (mogen geen kandidaat zijn): 1° de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun lidstaat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die lidstaat; 2° personen die veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de misdrijven, vermeld in artikel 240, 241, 243, en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt (het gaat dan onder meer over verduistering, omkoping enzovoort). Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling. Zie artikel 8 t.e.m. 12, 15, 16, 57 en 58 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet en artikel 10 van het gemeentedecreet. Onverenigbaarheden: Bloedverwanten tot en met de tweede graad, aanverwanten in de eerste graad of echtgenoten kunnen niet samen in de gemeenteraad van een zelfde gemeente zitten. Het gemeentedecreet stelt personen met wettelijk samenlevingscontract gelijk met echtgenoten. Naast bepaalde familieleden kunnen volgende personen geen deel uitmaken van de gemeenteraad: •
de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de adjunct van de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunctarrondissementscommissarissen voorzover de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2 oktober 2012 - 14/48
•
de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Arbitragehof;
•
de leden van het operationeel kader van de politie;
•
de leden van het administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
•
de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente, met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden en de vrijwillige ambulancediensten;
•
de leden van een districtsraad;
•
de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester.
•
de personeelsleden van het OCMW dat de gemeente bedient.
Naast de onverenigbaarheden in het gemeentedecreet verbieden ook andere wetten dat bepaalde personen, omwille van hun functie, een mandaat in de gemeenteraad opnemen (zoals bijv. art. 127 van de wet op de geïntegreerde politie, het Gerechtelijk Wetboek, en andere) Zie artikel 11 en artikel 12 van het gemeentedecreet De verkozen gemeenteraadsleden van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, leggen, vóór ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.” De volgorde waarin de nieuwe raadsleden de eed afleggen is niet bepaald, het kan bijv. alfabetisch of per partij. Wie aanwezig is maar geen eed aflegt, wordt geacht afstand te hebben gedaan van het mandaat. De nieuwe burgemeester moet geen eed als raadslid meer afleggen. In wiens handen legt de voorzitter van de installatievergadering de eed af? •
Is de uittredende voorzitter een raadslid dan legt hij, uiteraard indien hij herkozen is als
•
Indien de uittredende burgemeester de installatievergadering voorzit en als hij
gemeenteraadslid, de eed af in handen van de burgemeester;
herkozen is als raadslid, zijn er verschillende mogelijkheden: - Is de uittredende burgemeester-voorzitter niet de nieuwe burgemeester én als de nieuwe burgemeester de eed als burgemeester reeds aflegde dan is het de nieuwe burgemeester in wiens handen de eed wordt afgelegd.
- Is de uittredende burgemeester-voorzitter niet de nieuwe burgemeester én als de er nog geen nieuwe burgemeester is, legt hij de eed af in handen van het oudste gemeenteraadslid
(het oudste raadslid in leeftijd); - Is de uittredende burgemeester-voorzitter ook de nieuwe burgemeester dan moet hij geen eed meer afleggen. De eedaflegging als burgemeester geldt meteen ook als eedaflegging als
2 oktober 2012 - 15/48
gemeenteraadslid. Rangorde van de raadsleden vaststellen. Hoewel niet wettelijk verplicht, is het toch handig om de rangorde te kennen omdat er soms een beroep moet worden gedaan op het raadslid met de meeste anciënniteit (bijv. om de voorzitter van de raad bij afwezigheid te vervangen indien de voorzitter zelf geen vervanger aanduidde – art. 8 §4 tweede lid). Wie is verhinderd en moet dus tijdelijk worden vervangen nadat hij de eed aflegde. Zo bv. de raadsleden die geschorst zijn op basis van art. 205 LPK (inbreuken op de reglementering op het gebruik van verboden propagandamiddelen tijdens de sperperiode en op de regels inzake de verkiezingsuitgaven). De schorsing treedt ten vroegste in werking na de eedaflegging en duurt maximaal drie maanden. Zijn er raadsleden die zich door een vertrouwenspersoon willen laten bijstaan? De vertrouwenspersoon moet een gemeenteraadskiezer zijn en mag zich niet in een situatie van onverenigbaarheid of verhindering bevinden. Vertrouwenspersonen moeten geen eed afleggen. Zie artikel 7, 8, 9, 11, 12 §1, 14, 16, 18, 60 §2 van het gemeentedecreet en 205 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet
5.5
Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad
De voorzitter wordt door de gemeenteraadsleden verkozen op basis van een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter. Nadat de gemeenteraadsleden de eed hebben afgelegd, overhandigt de gemeentesecretaris de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering. De voorzitter van de installatievergadering gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is. Als de uittredende voorzitter ook de kandidaat-voorzitter is, moet die dus zelf de ontvankelijkheid van zijn eigen akte beoordelen. In voorkomend geval wordt de voorgedragen kandidaat- voorzitter verkozen verklaard. De nieuwe voorzitter neemt, van zodra hij is geïnstalleerd, het voorzitterschap van de uittredende voorzitter over. Een eedaflegging als voorzitter is niet nodig (de eedaflegging als raadslid volstaat). Wanneer de voorzitter van de gemeenteraad verhinderd is dan moet die tijdelijk worden vervangen. Naast de situaties waarin elk raadslid verhinderd is (medische of studieredenen, verblijf in het buitenland in opdracht, ouderschapsverlof, palliatief verlof of verlof voor een ziek familielid, lid zijn van de Europese Commissie, schorsing) is er één situatie van verhindering die enkel voor de voorzitter geldt: met name
2 oktober 2012 - 16/48
wanneer de voorzitter van de gemeenteraad het mandaat uitoefent van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. De gemeenteraadsvoorzitter zit ook de installatievergadering van de OCMW-raad voor (zie punt 7.3.). Zie artikel 8 §2 en 14 van het gemeentedecreet Wat als? Er geen (ontvankelijke) voordrachtsakte is voor de kandidaat-voorzitter van de gemeenteraad? (zie vraag 4 blz. 42)
5.6
Verkiezing van de schepenen na een gezamenlijke voordrachtsakte - eedaflegging
Nadat de gemeenteraadsleden de eed hebben afgelegd, en de gemeenteraadsvoorzitter is geïnstalleerd, overhandigt de gemeentesecretaris de gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen aan de voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter van de gemeenteraad gaat na of de gezamenlijke akte van voordracht ontvankelijk is in overeenstemming met de voorwaarden (o.a. onverenigbaarheden, werd de akte ondertekend door raadsleden die ondertussen de eed aflegden) In voorkomend geval worden de voorgedragen kandidaat- schepenen verkozen verklaard en is het aantal schepenen vastgelegd tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad. Voor ze hun mandaat aanvaarden, leggen de schepenen in openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af in handen van de burgemeester: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.” De schepen die de eed na twee achtereenvolgende uitnodigingen niet aflegt, wordt geacht zijn schepenmandaat niet te aanvaarden. Er moet minstens één persoon van het andere geslacht in het college zitten (kan ook de OCMWvoorzitter zijn die er op het ogenblik van de installatievergadering nog niet is). Vaststellen welke schepen verhinderd is. Deze persoon moet binnen de twee maanden als schepen worden vervangen (via een voordrachtsakte) voor zolang de periode van verhindering duurt. •
de schepen die lid is van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie (vervanging verplicht);
•
de schepen die lid is van de deputatie van de provincieraad of van het college, ingesteld bij artikel 83quinquies, §2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen (vervanging verplicht);
2 oktober 2012 - 17/48
de schepen die het mandaat uitoefent van federaal, Vlaams of Europees parlementslid,
•
voorzover de schepen hiertoe uitdrukkelijk verzoekt. (vervanging op vraag en dan voor zolang de schepen het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid uitoefent); een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of
•
verblijf in het buitenland (met een recent geneeskundig getuigschrift of een attest van de onderwijsinstelling of de opdrachtgever) Is een zieke mandataris niet meer zelf om staat om zijn vervanging te vragen dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde vergadering waarop hij niet aanwezig kan zijn en dit zolang zijn afwezigheid duurt. (vervanging op vraag); •
ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
•
de schepen die tot nieuwe burgemeester wordt benoemd in geval van verhindering of schorsing
•
een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens palliatief verlof of verlof voor de bijstand of
van de burgemeester; de verzorging van een zwaar ziek gezinslid of familielid tot en met de tweede graad (vervanging op vraag met een schriftelijk verzoek en een verklaring op erewoord). De rang van de schepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. De OCMW-voorzitter als lid van het college van burgemeester en schepenen is steeds de laatste schepen in rang. Zie artikel 44, 45 §4, 46, 48, 50 van het gemeentedecreet
Wat als? Er geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordrachtsakte voor de kandidaat-schepenen is? (zie vraag 5 blz. 43) 8. Er geen persoon van het andere geslacht in het college van burgemeester en schepenen zit? (zie blz. 45)
5.7
Eventueel de OCMW-raad machtigen om te werken met één of twee ondervoorzitters
Wanneer er één of twee schepenen minder worden aangesteld dan het maximale aantal zoals vermeld in art. 44, §1 van het gemeentedecreet, en op de akte van voordracht met de kandidaat-schepen er geen uitdrukkelijke verklaring staat over de machtiging van de OCMW-raad om te werken met ondervoorzitters, dan kan de gemeenteraad zelf nog beslissen om de OCMW-raad hiervoor te machtigen. Zijn er evenveel schepenen als het maximale aantal, dan werkt de OCMW-raad automatisch zonder ondervoorzitter. Zie artikel 44 van het gemeentedecreet en artikel 56 van het OCMW-decreet
2 oktober 2012 - 18/48
5.8 5.8.1
Fractievorming Kartels die in twee splitsen om twee fracties te vormen.
Een kartellijst kan in twee fracties splitsen. Daarvoor moesten de kandidaten op die kartellijst samen met de voordrachtsakten voor de gemeenteraadsverkiezingen een akte van fractievorming indienen (dit had op 15 of 16 september moeten gebeuren). Om te kunnen splitsen moet aan volgende voorwaarden worden voldaan: 1. De naam van de lijst bestaat uit meerdere woorden of afkortingen die minstens de twee fractienamen omvatten; 2. De kandidaat-gemeenteraadsleden beslissen bij de indiening van de voordrachtsakte of verbeteringsakte dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen of kunnen vormen; in dat laatste geval wordt overgegaan tot de vorming van twee fracties als een meerderheid van de verkozen gemeenteraadsleden die potentieel een afzonderlijke fractie kunnen uitmaken, daartoe op de installatievergadering van de gemeenteraad beslist; 3. De in 2. bedoelde beslissing wordt genomen in een afzonderlijke akte inzake fractievorming, die wordt ondertekend door alle kandidaat-gemeenteraadsleden op de lijst; 4. De akte inzake fractievorming bevat alle kandidaat-gemeenteraadsleden van de lijst, in dezelfde volgorde als de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die bij de voorzitter van het hoofdstembureau wordt ingediend; 5. In principe vermeldt de akte inzake fractievorming voor alle kandidaat-gemeenteraadsleden tot welke fractie zij zullen behoren in geval van verkiezing; 6. Er worden op de akte inzake fractievorming slechts twee verschillende fracties vermeld; 7. De akte inzake fractievorming is als bijlage gevoegd bij de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die, overeenkomstig artikel 70 en 91 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet, aan de voorzitter van het gemeentelijk hoofdstembureau wordt overhandigd; 8. Aan de gemeentesecretaris wordt, tegen ontvangstbewijs, een afschrift van de akte inzake fractievorming overhandigd uiterlijk de eerste werkdag na de dag dat de voordrachtsakte of de verbeteringsakte bij de voorzitter van het hoofdstembureau werd ingediend. Als een kandidaat-gemeenteraadslid op de akte inzake fractievorming zich niet tot een fractie bekent, wordt het betrokken kandidaat-gemeenteraadslid geacht bij verkiezing te opteren voor de grootste fractie. Als beide fracties in de gemeenteraad even groot zijn, wordt hij geacht bij verkiezing te opteren voor de fractie waartoe de aanvoerder van de lijst behoort, behalve ingeval de lijstaanvoerder op de akte van fractievorming zich niet tot een fractie heeft bekend. In dat geval wordt het kandidaat-gemeenteraadslid geacht te opteren voor de fractie waartoe het kandidaat-gemeenteraadslid behoort dat de hoogste plaats op de lijst inneemt en die zich tot een fractie heeft bekend. Indien aan de voormelde regeling niet is voldaan kunnen er geen aparte fracties worden gevormd. Ingeval de kandidaat-gemeenteraadsleden, die op eenzelfde lijst verkozen zijn, om twee fracties te vormen, spreekt de gemeenteraad zich op de installatievergadering bij besluit uit of aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid is voldaan.
2 oktober 2012 - 19/48
De vorming van twee fracties geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad. Zie artikel 38 van het gemeentedecreet
5.8.2
Partijen kunnen zich verenigen om één fractie te vormen
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die verkozen zijn op lijsten die zich uiterlijk op de installatievergadering onderling hebben verenigd, vormen één fractie. Tot onderlinge vereniging van de lijsten kan slechts beslist worden als de meerderheid van de verkozenen op elk van die lijsten daarmee instemt. De onderlinge vereniging tot één fractie geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad. Zie artikel 38 van het gemeentedecreet
5.9
De samenstelling van het nieuwe OCMW-bestuur
Het OCMW wordt bestuurd door een raad voor maatschappelijk welzijn, die eventueel een vast bureau en eventueel bijzonder(e) comité(s) kan aanstellen. De voorzitter en de eventuele ondervoorzitter(s) van het OCMW worden verkozen uit de leden van de raad. De gemeenteraad verkiest de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in openbare zitting. De verkiezing van de OCMW-raadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven en die van hun opvolgers gebeurt tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad. Met deze versnelde installatie wil men het politieke beleid van gemeente en OCMW zo snel mogelijk parallel laten lopen. De voorzitter van de gemeenteraad kondigt onmiddellijk de verkiezingsuitslag af. Zie artikel 10, §3, 11 en 16 van het OCMW-decreet
5.9.1
Hoeveel OCMW-raadsleden?
Het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn is wettelijk vastgelegd en dit in verhouding tot het aantal inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen. Het aantal OCMW-raadsleden varieert van negen tot vijftien. In de gemeenten waar het aantal gemeenteraadsleden kleiner is dan negen, wordt het aantal leden van de OCMW-raad beperkt tot het aantal leden van de gemeenteraad. Dat zal enkel zo zijn in de gemeenten met minder dan 1000 inwoners. Daar zal zowel de gemeente- als de OCMW-raad bestaan uit 7 raadsleden. Vroeger mocht de OCMW-raad voor maximaal één derde uit gemeenteraadsleden bestaan. Maar deze beperking geldt niet meer. Aantal inwoners gemeente Aantal OCMW-raadsleden
2 oktober 2012 - 20/48
minder dan 1 000
7
van 1 000 tot 15 000
9
van 15 001 tot 50 000
11
van 50 001 tot 150 000
13
meer dan 150 000
15
De burgemeester kan de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen zonder dat hij de vergaderingen kan voorzitten. Hij kan zich ook laten vertegenwoordigen door een schepen, ingeval van een voorafgaandelijk en gemotiveerde afwezigheid. Zie artikel 5 en 41 van het OCMW-decreet.
5.9.2
Verkiesbaarheidsvoorwaarden
Om tot werkend lid van een raad voor maatschappelijk welzijn of tot opvolger te kunnen worden verkozen moet men op de dag van de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn: 1. Belg zijn; 2. de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt; 3. ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente die door het OCMW wordt bediend; 4. zich niet bevinden in een van de gevallen van onverkiesbaarheid vermeld in artikel 58 van het lokaal en provinciaal kiesdecreet van 8 juli 2011. Het decreet vereist dus niet dat men kandidaat was voor de gemeenteraadsverkiezingen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een persoon voor te dragen die deskundig is op vlak van sociaal beleid i.p.v. omwille van diens politieke ambities. Opmerkelijk is ook dat men Belg moet zijn, terwijl gemeenteraadsleden daarentegen geen Belg hoeven te zijn, doch enkel EU-onderdaan. Zie artikel 7 van het OCMW-decreet
5.9.3
Verkiezing van de OCMW-raadsleden
De gemeenteraad gaat voor de stemming na of de ingediende voordrachtsakten ontvankelijk zijn. Meer bepaald gaat de gemeenteraad na of de akten voldoen aan de voorwaarden uit art. 10, §1 van het OCMW-decreet, zoals beschreven in 2.3. De gemeenteraad verkiest de OCMW-raadsleden tijdens een openbare vergadering. De verkiezing verloopt volgens een procedure die de de evenredige vertegenwoordiging nastreeft, zodat ook de minderheid of de oppositie in de OCMW-raad vertegenwoordigd is. Belangrijk is altijd voor ogen te houden dat de raad voor maatschappelijk welzijn uit personen van verschillend geslacht moet bestaan.
2 oktober 2012 - 21/48
De OCMW-raadsleden worden verkozen volgens het stelsel van het meervoudig stemrecht. Elk gemeenteraadslid beschikt dus over meerdere stemmen. Het aantal stemmen (stembiljetten) wordt bepaald door het aantal te verkiezen raadsleden: •
één stem als er minder dan vier leden te verkiezen zijn;
•
drie stemmen als er vier of vijf leden te verkiezen zijn;
•
vier stemmen als er zes of zeven leden te verkiezen zijn;
•
vijf stemmen als er acht of negen leden te verkiezen zijn;
•
zes stemmen als er tien of elf leden te verkiezen zijn;
•
acht stemmen als er twaalf of meer leden te verkiezen zijn.
Bij de algehele verkiezing van de hele OCMW-raad betekent dat concreet: Aantal te verkiezen
Aantal stembiljetten
OCMW-raadsleden
per gemeenteraadslid
7
4
9
5
11
6
13
8
15
8
Elk gemeenteraadslid ontvangt zoveel stembiljetten als hij stemmen heeft. Op elk stembriefje stemt hij voor een effectieve kandidaat. De stemming is geheim en gebeurt in één stemronde. Men kan dus geldig stemmen voor een bloed- of aanverwant. Elke kandidaat die het verkiesbaarheidscijfer haalt, is in principe rechtstreeks verkozen. De overige nog te verdelen zetels worden toegekend aan de kandidaten met het hoogst aantal behaalde stemmen. Het verkiesbaarheidscijfer wordt bekomen door het totaal aantal door de gemeenteraadsleden uit te brengen stemmen te delen door het totaal aantal te begeven zetels in de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeerderd met één. Bijv. : in een gemeente met een gemeenteraad met 21 leden en een OCMW-raad met 9 leden bedraagt het totaal aantal uit te brengen stemmen 21 x 5 = 105; het verkiesbaarheidscijfer bedraagt 105 gedeeld door 10 (nl. 9 + 1) = 10,5 dus afgerond 11. Een kandidaat-OCMW-raadslid die 11 stemmen of meer behaalt is zeker verkozen. De kandidaten die als opvolgers van een verkozen lid werden voorgedragen, zijn van rechtswege de opvolgers van dat lid. Er wordt dus niet afzonderlijk gestemd voor de kandidaten-opvolgers. Onmiddellijk nadat het proces-verbaal van de stemopneming is opgemaakt, kondigt de voorzitter van de gemeenteraad de verkiezingsuitslag af in openbare zitting.
2 oktober 2012 - 22/48
De kandidaten worden in de praktijk meestal geselecteerd uit de niet-verkozen gemeenteraadsleden van de verschillende politieke partijen, maar ook andere kiezers die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen, komen in aanmerking om voorgedragen te worden als OCMW-raadslid. De techniek van het meervoudig stemrecht brengt met zich mee dat de politieke fracties er goed aan doen om vóór de verkiezing te beraadslagen. Ze moeten vooraf nagaan hoe ze het best hun stemmen uitbrengen om met de stemmen waarover ze beschikken, het grootste aantal zetels in de wacht te slepen. Op iedere kandidaat die men wil verkozen zien, zal men bijgevolg niet meer dan het minimaal aantal stemmen uitbrengen dat nodig is om verkozen te zijn (= om het verkiesbaarheidscijfer te behalen). De kandidaten die de meeste stemmen hebben verkregen, zijn dus verkozen tot werkende leden. Bij staking van stemmen wordt voorrang verleend in de volgende orde: •
aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in een OCMW bekleedt. Zijn twee of meerdere kandidaten in dat geval, dan wordt voorrang verleend aan wie zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend;
•
aan de kandidaat die vroeger een mandaat in een OCMW heeft uitgeoefend. Zijn twee of meerdere kandidaten in dat geval, dan wordt voorrang verleend aan hem die zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend en, bij gelijke duur, aan hem die het laatst is afgetreden;
•
aan de jongste kandidaat.
Is men verkozen maar wordt zijn verkiezing vernietigd wegens onverkiesbaarheid, dan wordt men vervangen door zijn opvolger. Kandidaten die als opvolgers van een verkozen werkend lid werden voorgedragen, zijn opvolgers van dat werkend lid. Belangrijk is dat bij de verkiezingen én eventuele opvolging altijd zowel mannen als vrouwen in de raad moeten zetelen. Zie artikel 8 tot 12 van het OCMW-decreet
Wat als? 9. De raad voor maatschappelijk welzijn na de verkiezing geen mannen én vrouwen telt? (zie blz. 45) 10. Er bij de verkiezing van de OCMW-raadsleden onregelmatigheden vastgesteld worden? (zie blz. 46)
5.9.4
Onverenigbaarheden voor OCMW-raadsleden
Net als voor gemeenteraadsleden gelden ook voor OCMW-raadsleden een aantal onverenigbaarheden. In de raad voor maatschappelijk welzijn mogen geen bloedverwanten zetelen tot en met de tweede graad, en geen aanverwanten tot de eerste graad, noch gehuwden of wettelijk samenwonenden. Aanverwantschap die na de verkiezing tot stand komt, maakt geen einde aan het mandaat.
2 oktober 2012 - 23/48
Daarnaast kunnen de verkozen OCMW-raadsleden enkel effectief zitting hebben indien zij geen ambt of functie bekleden die onverenigbaar is met hun mandaat. Zo is er onverenigbaarheid met het mandaat van OCMW-raadslid voor: •
de burgemeester en de schepenen, behalve voor wat betreft de OCMW-voorzitter die lid wordt van het college van burgemeester en schepenen;
•
de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de adjunct van de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunctarrondissementscommissarissen voor zover het ambtsgebied van het OCMW in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
•
de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de
•
de gemeentesecretaris van de gemeente die door het OCMW wordt bediend en vanaf nu ook
rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het grondwettelijk hof; alle andere personeelsleden van de gemeente met uitzondering van de personeelsleden van het gemeentelijk onderwijzend personeel, de vrijwillige brandweerlieden en de leden van de vrijwillige ambulancediensten; •
het door het OCMW bezoldigde personeel en alle medische en paramedische beroepen die in het OCMW of een instelling ervan werkzaam zijn.
Zie artikel 8 en 20 van het OCMW-decreet
5.9.5
Onderzoek geloofsbrieven
Na de verkiezing van de OCMW-raadsleden onderzoekt de gemeenteraad de geloofsbrieven van de verkozen OCMW-raadsleden en hun opvolgers. De geloofsbrieven worden goedgekeurd als er geen problemen zijn met de verkiesbaarheidsvoorwaarden en mogelijke onverenigbaarheden. Ze omvatten volgende schriftelijke bewijsstukken die elk raadslid en elke opvolger moeten voorleggen: •
een recent uittreksel uit het bevolkings- of rijksregister,
•
een recent bewijs van goed zedelijk gedrag,
•
een verklaring op eer dat men zich niet bevindt in een van de gevallen van onverenigbaarheden die hierboven besproken werden.
Zie artikel 16, §4 van het OCMW-decreet
5.10 De verkiezing van de politieraadsleden De verkiezing van de leden van de politieraad heeft plaats tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad of ten laatste binnen de tien dagen na de installatievergadering van de gemeenteraad (artikel 18 van de WGP, gewijzigd door de Wet van 1 december 2006).
2 oktober 2012 - 24/48
5.10.1 Verkiesbaarheidsvereisten De hoedanigheid van gemeenteraadslid is de enige verkiesbaarheidsvoorwaarde om deel te kunnen uitmaken van de politieraad. De kandidaat-politieraadsleden moeten dus op het moment van de verkiezing van de politieraadsleden deel uitmaken van één van de gemeenteraden van de politiezone (artikel 14 en 21 van de WGP).
5.10.2 Onverenigbaarheden De onverenigbaarheden voor het mandaat van gemeenteraadslid (voorzien in artikel 11 van het gemeentedecreet) zijn onrechtstreeks van toepassing op het mandaat van politieraadslid, vermits men noodzakelijkerwijs gemeenteraadslid moet zijn om te kunnen solliciteren voor het mandaat van politieraadslid. De WGP voegt hier geen bijkomende functionele onverenigbaarheid aan toe. Daarnaast zijn er wel een aantal onverenigbaarheden die voortvloeien uit het feit dat er bloedverwantschap of aanverwantschap is met een persoon die dezelfde functie uitoefent, of zal benoemd worden als politieraadslid. Effectieve leden van de politieraad mogen namelijk geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de tweede graad, noch door de echt verbonden zijn. Opvolgers mogen dat wel zijn, tot de dag waarop ze de plaats innemen van een effectief lid in de politieraad (artikel 15 van de WGP). De wetgever heeft geen concrete procedure opgesteld om de (on)verenigbaarheid van een politieraadslid te bepalen. Het zal dus de taak zijn van de politiesecretaris om, na het definitief worden van de uitslag van de verkiezing van de politieraadsleden en voor de datum van de installatievergadering van de nieuwe politieraad, een lijst op te stellen met alle verkozen politieraadsleden uit de verschillende gemeenten van de zone. Deze lijst wordt bij voorkeur alfabetisch opgesteld, zodat nagegaan kan worden welke politieraadsleden dezelfde familienaam hebben en een eventuele bloed- of aanverwantschap kan vastgesteld worden. Deze lijst kan voor de datum van de installatievergadering door de politiesecretaris bezorgd worden aan de burgemeesters of gemeentesecretarissen van de verschillende gemeenten van de zone. Zij kunnen de verkozen raadsleden vervolgens vragen om een eventuele bloed- of aanverwantschap kenbaar te maken. De rangorde van de politieraadsleden kan gebaseerd worden op deze lijst.
5.10.3 Aantal leden van de politieraad Het aantal leden van de politieraad wordt evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentepolitiezone vormen en dit op basis van hun respectievelijke bevolkingscijfers (artikel 12 WGP). De burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de meergemeentezone zijn van rechtswege lid van de politieraad. Zij worden toegevoegd aan het aantal leden zoals hierboven bepaald.
2 oktober 2012 - 25/48
Voor het bepalen en verdelen van het aantal leden van de politieraad worden de bevolkingscijfers in aanmerking genomen die gediend hebben als basis voor het bepalen van de samenstelling van de gemeenteraden in de gemeenten uit de meergemeentepolitiezone (artikel 13 WGP). Aantal inwoners politiezone
Aantal politieraadsleden
tot 15 000
13
van 15 001 tot 25.000
15
van 25.001 tot 50 000
17
van 50 001 tot 80 000
19
van 80.001 tot 100.000
21
van 100.001 tot 150.000
23
meer dan 150 000
25
Elke gemeenteraad beschikt over minstens één vertegenwoordiger in de politieraad, ook als volgens de evenredige verdeling zou blijken dat de gemeente niet vertegenwoordigd zou zijn. Die gemeente krijgt dan toch één zetel in de politieraad. Maar net zoals bij de burgemeesters, komt die boven op het wettelijk voorziene aantal leden (artikel 12 WGP). Voor de berekening wordt de volgende formule gebruikt: Bevolkingscijfer gemeente x aantal leden politieraad Totale bevolking meergemeentezone In deze tabel, vindt u een overzicht per gemeente. (www.vvsg.be > veiligheid > lokale politie).
5.10.4 Hoe verloopt de verkiezing van de politieraadsleden? De verkiezing van de politieraadsleden gebeurt bij geheime stemming in één enkele stemronde. Dat de verkiezing bij geheime stemming is verlopen moet uitdrukkelijk worden vermeld in het proces-verbaal van de zitting. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de feitelijke omstandigheden. Al naargelang het aantal politieraadsleden dat moet worden verkozen, krijgen de gemeenteraadsleden één of meer stemmen. •
één stem indien er minder dan vier leden te verkiezen zijn;
•
drie stemmen voor vier of vijf leden;
•
vier stemmen voor zes of zeven leden;
•
vijf stemmen voor acht of negen leden;
•
zes stemmen voor tien of elf leden;
•
en acht stemmen indien er twaalf of meer leden te verkiezen zijn.
2 oktober 2012 - 26/48
Elk gemeenteraadslid krijgt zoveel stembiljetten als hij stemmen krijgt. Op elk stembiljet brengt hij een stem uit voor één kandidaat-politieraadslid (artikel 16 WGP, gewijzigd door de Wet van 1 december 2006). De verkiezing gebeurt dus volgens het meervoudig stemrecht. Om problemen te voorkomen met onverenigbaarheden tussen kandidaten voor de politieraad binnen de gemeenteraad alsook tussen de kandidaten afkomstig van de gemeenten die meergemeentezone vormen kan de burgemeester bij aanvang van de verkiezing de gemeenteraadsleden hieraan herinneren. De gemeenteraadsleden zijn vrij hun stem naar believen uit te brengen: blanco, stem op het even welke kandidaat, etc. Dit kan met zich meebrengen dat het aantal kandidaten dat stemmen heeft ontvangen onvoldoende is om alle mandaten toe te wijzen. In dat geval is een aanvullende stemming nodig waarbij de resterende mandaten op dezelfde wijze worden toegekend in één stemronde. Het stemmenaantal waarover de gemeenteraadsleden beschikken worden beperkt in functie van het aantal nog te begeven mandaten. De kandidaat met de meeste stemmen is in dat geval verkozen. Elke kandidaat die het verkiesbaarheidscijfer haalt is ook effectief verkozen. Dit verkiesbaarheidscijfer wordt aan de hand van volgende breuk berekend: in de teller vermenigvuldigt men het aantal gemeenteraadsleden met het aantal stemmen dat elk gemeenteraadslid mag uitbrengen en in de noemer verhoogt men het aantal leden van de politieraad dat moet worden verkozen met één. De uitkomst van deze breuk – afgerond naar boven – geeft het minimum aantal stemmen dat een kandidaat moet ontvangen om zeker te zijn verkozen. Bij staking van stemmen wordt voorrang verleend in de volgende orde: •
aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in de politieraad uitoefent. Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren wordt de voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking zijn mandaat het langst heeft uitgeoefend;
•
aan de kandidaat die, voorheen, een mandaat in de politieraad heeft uitgeoefend. Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren, wordt voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking het langst zijn mandaat heeft uitgeoefend, en bij gelijke duur, aan degene die het het laatst heeft beëindigd;
•
aan de jongste in jaren (artikel 17 WGP, gewijzigd door de Wet van 1 december 2011).
Om verkozen te kunnen worden moet een kandidaat daadwerkelijk stemmen hebben behaald bij de verkiezing. Minstens één gemeenteraadslid moet één stem op de kandidaat hebben uitgebracht. Er kan dan ook geen sprake zijn van staking van stemmen onder kandidaten die geen stemmen hebben bekomen. De gemeenteraad mag aldus, bij aanwijzing van een verkozene, in geen enkel opzicht rekening houden met de kandidaten die geen enkele stem behaalden. Wie verkozen is, maar het mandaat niet kan uitoefenen wegens onverenigbaarheid, zal meteen vervangen worden door de eerste opvolger. De opvolgers zijn dan van rechtswege lid van de politieraad.
2 oktober 2012 - 27/48
5.10.5 Sluiting van de stemming en stemopneming Het kiesbureau voor de verkiezing van de politieraadsleden wordt gevormd door de burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden. Het kiesbureau is belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en voor de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvindt (artikel 10 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Wanneer de stemming is gesloten, wordt staande de vergadering, overgegaan tot de stemopneming. De geldige stembiljetten worden gerangschikt en geteld volgens de naam van het kandidaat-effectief lid waarvoor een stem is uitgebracht. De blanco of ongeldige stemmen worden apart gelegd (artikel 11 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Na de stemopneming stelt de burgemeester de lijst op van de verkozen effectieve leden en van hun opvolgers (artikel 12 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Over het hele verloop van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming wordt, staande de vergadering, een proces-verbaal opgemaakt dat wordt overgeschreven in het register der notulen van de gemeenteraad. Het moet uitdrukkelijk vermelden dat de stemming geheim was (artikel 13 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Het proces-verbaal wordt ondertekend door de burgemeester, de gemeenteraadsleden die hem bijstaan en de gemeentesecretaris, alsmede door de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken (artikel 13 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Buiten het vermelden dat de verkiezing heeft plaatsgehad bij geheime stemming, in een stemronde en in openbare vergadering, zal het proces-verbaal de volgende gegevens bevatten: •
totaal aantal gemeenteraadsleden en het aantal hiervan dat aan de stemming heeft deelgenomen;
•
aantal door de gemeente te verkiezen leden van de politieraad en aantal stemmen waarover elk gemeenteraadslid beschikt;
•
de lijst van de effectieve en plaatsvervangende kandidaten;
•
totaal aantal uitgebrachte stembiljetten waarvan de stemopneming zal gebeuren;
•
totaal aantal blanco en ongeldige stembiljetten;
•
totaal aantal vernietigde stembiljetten die tijdens de stemming vervangen worden;
•
naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de verkozen effectieve leden; aantal stemmen door elk van hen bekomen en eventueel de reden waarom, bij staking van stemmen, voorrang werd verleend;
•
naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de opvolgers, met aanduiding van het verkozen effectief lid van wie zij opvolger zijn, alsook van hun orde van voordracht en dus ook van voorrang;
2 oktober 2012 - 28/48
•
in voorkomend geval, vermelding van de verkozenen die zich in een toestand van onverenigbaarheid (artikel 17, tweede lid, WGP) bevinden en de reden hiervan.
Het model van proces-verbaal is niet aan enige wettelijke of reglementaire vorm onderworpen. Er werd wel een model als bijlage N3 bij de ministeriële rondzendbrief van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad gevoegd. Niets belet dat de gemeentesecretaris reeds voor de vergadering die gedeelten invult waarvan de gegevens hem bekend zijn (bijvoorbeeld de inhoud van de voordrachtakten en de kandidatenlijst). De burgemeester kondigt de verkiezingsuitslag af in openbare zitting, onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal van de verkiezing. Dat aan deze vereiste van afkondiging is voldaan, zal moeten blijken uit de notulen van de gemeenteraadszitting (artikel 18bis WGP en artikel 14 KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad). Met het oog de installatievergadering van de politieraad is het aangewezen dat de secretaris of de korpschef van de politiezone – naargelang wie in de zone instaat voor de voorbereiding van het dossiers voor de politieraad – binnen de kortste tijd de verkiezingsuitslag en de stukken ontvangt die toelaten mogelijke onverenigbaarheden tijdig te onderzoeken. De onverenigbaarheden die voortvloeien uit bloedbaanverwantschap of uit aanverwantschap kunnen zich immers ook voordoen tussen kandidaat politieraadsleden uit de verschillende gemeenten die de meergemeentezone vormen.
5.11 De aanstelling van de financieel beheerder Tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad, op 2 januari 2013, wordt de ontvanger aangesteld als financieel beheerder, met behoud van de verworven rechten inzake het geldelijk statuut met toepassing van artikel 308, §1, 3°, van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. De gemeenteraad 1
moet daar niet over stemmen. De financieel beheerder moet wel de eed opnieuw afleggen. De eed wordt in openbare zitting afgelegd in de handen van de voorzitter: “Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen”. Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2012 betreffende de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en betreffende de uitvoering van artikel 308 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005
1
Zie ook voetnoot 2 blz. 38 – aanstelling financieel beheerder OCMW
2 oktober 2012 - 29/48
6. Na de installatievergadering van de gemeenteraad 6.1
Namen van de mandatarissen invullen in de mandatendatabank
De Vlaamse Regering legt een databank aan die gegevens bevat over de mandatarissen van de gemeente. De databank bevat: - de voor- en achternaam; - het geslacht; - de geboortedatum; - het rijksregisternummer; - de naam van de lijst waarop de mandataris als gemeenteraadslid is verkozen; - de naam van de fractie waartoe hij behoort of, in voorkomend geval, de melding dat hij als onafhankelijke zetelt; - eventueel de bevoegdheden die hij toegewezen krijgt (voor de leden van het college); - eventueel de begin- en einddatum van zijn mandaat (voor de leden van het college en de gemeenteraadsvoorzitter); De gegevens van de mandatarissen zijn publiek toegankelijk met uitzondering van de geboortedatum en het rijks- registernummer van de betrokken mandataris. Zie artikel 74bis van het gemeentedecreet en uitvoeringsbesluit (nog op komst)
6.2 Kennisneming geldigverklaring verkiezing politieraad Nadat de burgemeester de verkiezingsuitslag afgekondigd heeft en de gemeente het dossier (zie punt 5.10.5) van de verkiezing van de politieraad toegezonden heeft aan de Bestendige Deputatie, kunnen enkel de kandidaten een bezwaar indienen tegen deze verkiezing. Het bezwaar is schriftelijk en wordt ingediend binnen 10 dagen volgend op de afkondiging van de verkiezingsuitslag. De Bestendige Deputatie doet binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier van de verkiezing uitspraak over de geldigheid ervan en kan de begane vergissingen herstellen. Na deze datum wordt de verkiezing steeds als geldig beschouwd. De verkiezing verkrijgt geldigheid na het verstrijken van deze termijn van 10 dagen of na de beslissing van de Bestendige Deputatie. De gouverneur deelt deze beslissing mee aan de betrokken gemeenteraad en aan de politieraad. Effectieve leden en hun opvolgers van wie de verkiezing werd vernietigd of van wie de verkiezingsrang gewijzigd is of die bezwaar hebben ingediend, worden van deze beslissing in kennis gesteld bij aangetekende brief. Binnen 15 dagen nadat de Bestendige Deputatie de verkiezing geldig beschouwd heeft, kunnen de benadeelden of de gouverneur nog een beroep instellen bij de Raad van State. De gouverneur kan dat ook nog na deze termijn. Het beroep bij de Raad van State is niet opschortend ten aanzien van de beslissing over de geldigheid van de verkiezing door de Bestendige Deputatie, tenzij die beslissing van de Bestendige Deputatie de vernietiging van de verkiezing inhoudt. Binnen 8 dagen na ontvangst van dit
2 oktober 2012 - 30/48
beroep worden de gouverneur, de betrokken gemeente en de politiezone hiervan op de hoogte gesteld en wordt hen het arrest van de Raad van State meegedeeld. Enkel wanneer de vernietiging definitief is, wordt tot een nieuwe verkiezing overgegaan. Dit gebeurt opnieuw volgens de procedure uit artikel 18 WGP. De verkiezing dient te gebeuren vanaf de dag die volgt op die waarop de beslissing tot vernietiging aan de gemeenteraad werd meegedeeld. Indien bezwaar werd aangetekend tegen de verkiezingsuitslag, dan worden de verkozen leden van de politieraad pas bijeengeroepen binnen 15 dagen nadat de verkiezing definitief is geworden. Tot dan zullen de leden van de uittredende politieraad dus hun mandaat blijven uitoefenen. Het bovenstaande gebeurt conform artikel 18bis, 18ter en 18quater van de WGP.
6.3
vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aanduiden
Interlokale verenigingen Na de installatie van de gemeenteraad: vervanging van de bestuurders in de beheerscomités van de interlokale verenigingen waarin de gemeente eventueel participeert, conform de statuten van deze verenigingen en de bepalingen van het huishoudelijk reglement van het beheerscomité ervan. Zie artikel 9 van het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking (DIS) Projectverenigingen In de loop van januari: aanduiden van de nieuwe bestuurders (stemgerechtigde en waarnemende) in de raden van bestuur van de projectverenigingen waarin de gemeente eventueel participeert. Deze nieuwe bestuurders treden aan op 1 februari daaropvolgend. De aanduiding gebeurt door de gemeenteraad. Daarbij moet men rekening houden met de onverenigbaarheden vermeld in het decreet. Zie artikel 16 en 19 van het DIS. Opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen In de loop van het eerste trimester van 2013: hersamenstelling van de raden van bestuur van de opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen waarin de gemeente eventueel participeert. Deze hersamenstelling gebeurt door de Algemene Vergadering van de betrokken verenigingen. Mogelijke bestuurders worden voorgedragen door de gemeenteraad. De gemeenten kunnen ook voorstellen om een gemeenteraadslid van een lijst, waarvan geen verkozene deelneemt aan het schepencollege of de OCMW-voorzitter heeft mogen leveren, voor te dragen als raadgevend lid van de raad van bestuur van de betrokken verenigingen. Zie artikel. 46, 48, 52 en 57 van het DIS.
2 oktober 2012 - 31/48
6.4
Andere beslissingen
De gemeenteraad moet een huishoudelijk reglement aannemen (of minstens bevestigen). Zie artikel 40 van het gemeentedecreet De gemeenteraad moet een deontologische code aannemen. Er moet trouwens ook een deontologische code voor het college van burgemeester en schepenen en voor het personeel zijn. Zie artikel 41 van het gemeentedecreet De gemeenteraad moet minstens één gemeenteraadscommissie oprichten. Dit is de commissie die waakt over de afstemming van het gemeentelijk beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de verzelfstandigde agentschappen van de gemeente. Het mag een aparte gemeenteraadscommissie zijn, ofwel wordt de taak geïntegreerd in een andere, bestaande, commissie. De mandaten in de commissies worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De gemeente die een ombudsman of –vrouw heeft, moet ook een gemeenteraadscommissie hebben voor de evaluatie van deze persoon. Zie artikel 39, 115 van het gemeentedecreet Het aanduiden van de vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de autonome gemeentebedrijven en andere verzelfstandigde entiteiten.
7. De installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn – maandag 7 januari 2013 om 20u De aanstelling van de OCMW-raadsleden en dus de installatie van de OCMW-raad vindt van rechtswege plaats op de zetel van het OCMW, op de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad en dit om 20 uur. Concreet is dit op maandag 7 januari 2013. Wanneer ingevolge een onregelmatigheid een nieuwe verkiezing nodig is, vindt de installatievergadering plaats op de zetel van het OCMW, de derde werkdag die volgt op de dag van de verkiezing, om 20 uur. Ook als er een meerderheid van raadsleden niet kon verkozen worden door de gemeenteraad, vindt de installatievergadering plaats op de derde dag na de aanvullende verkiezing om 20u. De leden van de OCMW-raad blijven hun mandaat uitoefenen tot de installatie van de meerderheid van de leden van nieuwe OCMW-raad heeft plaatsgehad. De installatievergadering is openbaar. Het verkiezen van de leden van de beleidsorganen en het eventueel aanduiden van vertegenwoordigers namens het OCMW (zie verder onder 7.5 tot en met 7.9) gebeurt echter bij geheime stemming omdat het gaat over de aanwijzing van OCMW-raadsleden in de bestuursorganen van het OCMW.
2 oktober 2012 - 32/48
7.1
Uitnodigen van de raadsleden
De gemeentesecretaris brengt de voorgedragen kandidaat-raadsleden en hun opvolgers ten minste acht dagen voor de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van de datum, het uur en de plaats van de installatievergadering. Bij een normale installatievergadering op 7 januari 2013 moeten de kandidaat-raadsleden dus ten laatste op 30 december 2012 verwittigd worden. Opgelet want dat is een zondag. Indien men de uitnodiging met de post wil versturen, zal ze ten laatste donderdag 27 december verstuurd moeten worden. De OCMW-secretaris van zijn kant moet uiterlijk op de installatievergadering de voorgedragen kandidaat-raadsleden inlichten of zij verkozen werden en of hun geloofsbrieven door de gemeenteraad goedgekeurd werden. Gelet op de korte tijdsspanne tussen de installatievergadering van de gemeenteraad en de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgt de gemeentesecretaris best onmiddellijk na de installatievergadering van de gemeenteraad de nodige informatie aan zijn OCMW-collega. De installatievergadering van de OCMW-raad is een vergadering van rechtswege. Dat betekent dat enkel punten besproken kunnen worden die door het OCMW-decreet opgesomd worden. Alle andere punten kunnen dan besproken worden op de eerstvolgende raadsvergadering, waarbij het de OCMW-voorzitter is die de agenda opstelt en de raadsleden uitnodigt. De verwittiging van de installatievergadering moet dus gebeuren ten laatste op 30 december 2013. Omdat op dat moment de raadsleden nog niet door de gemeenteraad verkozen zijn, is de enige praktische oplossing dat deze uitnodiging aan alle kandidaat-raadsleden en opvolgers verstuurd wordt. Zie artikel 16 en 31 van het OCMW-decreet
7.2
Agenda van de installatievergadering
Op de installatievergadering moeten volgende onderwerpen geagendeerd worden: •
Eventueel: Kennisgeving door de OCMW-secretaris van de verkiezing van de OCMWraadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven door de gemeenteraad (dat kan ook al voor de vergadering gebeuren).
•
Eedaflegging OCMW-raadsleden
•
Verkiezing van de voorzitter
•
Eventueel: Oprichting van het vast bureau en verkiezing van de leden van het vast bureau
•
Eventueel: Verkiezing ondervoorzitter (s) en bepalen van de rangorde als er twee
•
Eventueel: Oprichting van een of meer bijzondere comités en verkiezing van de leden van de
ondervoorzitters zijn bijzondere comités •
Aanwijzing door de voorzitter van zijn mogelijke vervangers en hun rangorde
•
Aanstellen van de ontvanger als financieel beheerder
2 oktober 2012 - 33/48
Op de installatievergadering kunnen geen andere punten besproken worden, dan punten die door het OCMW-decreet bepaald worden. Onder andere volgende beslissingen zullen dus genomen moeten worden op een van de volgende raadsvergaderingen na de installatievergadering: •
Aanduiden van de vertegenwoordigers van het OCMW in externe organisaties en verenigingen
•
Vaststelling huishoudelijk reglement van de raad, het vast bureau, de bijzondere comités en de diensten en instellingen van het OCMW
•
7.3
Goedkeuring deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn
Voorzitterschap van de vergadering
In afwachting van de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de installatievergadering voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter van de gemeenteraad neemt ook de eed af van de raadsleden. Wanneer deze nalaat de eed af te leggen, wordt hij vervangen door de burgemeester of een schepen volgens de rangorde. Zie artikel 16, §3 en 17 van het OCMW-decreet
7.4
Installatie raadsleden en eedaflegging
Alvorens in functie te treden, leggen de OCMW-raadsleden de eed in principe af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. Bij een volledige vernieuwing van de raad heeft de eedaflegging plaats tijdens de installatievergadering. De eed die afgelegd moet worden is: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”. Als de voorzitter van de gemeenteraad nalaat de eed af te nemen wordt de eed afgenomen door een lid van het college van burgemeester en schepenen volgens de rangorde, te beginnen bij de burgemeester. In dat geval noteert de OCMW-secretaris de vervanging van de voorzitter van de gemeenteraad in de notulen van de vergadering. Een verkozen raadslid dat zich op het moment van de installatievergadering in een situatie van onverenigbaarheid bevindt, kan de eed niet afleggen en doet daarmee afstand van zijn mandaat. Een verkozen raadslid dat aanwezig is op de installatievergadering, maar weigert om de eed af te leggen, doet daarmee afstand van zijn mandaat. Een verkozen raadslid dat afwezig is, wordt opgeroepen voor de volgende vergadering van de OCMWraad. Wanneer het raadslid op die volgende vergadering afwezig is zonder geldige reden, dan doet het verkozen lid daarmee afstand van zijn mandaat. Zie artikel 16, 17 en 21 van het OCMW-decreet
2 oktober 2012 - 34/48
7.5
Verkiezing van de voorzitter van het OCMW
De raadsleden verkiezen op hun installatievergadering een voorzitter. Raadsleden die lid zijn van het gemeentelijk onderwijzend personeel komen niet in aanmerking. Hij leidt de activiteiten van het OCMW. De voorzitter van de raad maakt deel uit van het College van Burgemeester en Schepenen. De voorzitter wordt verkozen op basis van een akte van voordracht. Die akte van voordracht moet: •
ondertekend zijn door meer dan de helft van de verkozen raadsleden,
•
en ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde akte tot raadslid werden verkozen. Als die oorspronkelijke akte van voordracht waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt slechts twee verkozenen telt, dan volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. Wie dat toch doet wordt gesanctioneerd op dezelfde wijze als iemand die twee verschillende akten ondertekend waarop de raadsleden verkozen worden (zie 2.3).
De akte van voordracht wordt vóór de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de secretaris van het OCMW overhandigd. Nadat de eedaflegging van de raadsleden, overhandigt de OCMW-secretaris de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Die gaat na of de akte van voordracht aan alle voorwaarden voldoet. Alleen de handtekeningen van de raadsleden die de eed hebben afgelegd, worden in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die als raadslid de eed hebben afgelegd. Is alles correct verlopen, dan wordt de voorgedragen kandidaat-voorzitter verkozen verklaard. De akte van voordracht kan een einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter vermelden, en de naam van de persoon of de personen die hem zal of zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In dat geval is de voorzitter bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger staat vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte, dan neemt de eerste opvolger vervroegd het mandaat op. Als uiteindelijk de persoon die als laatste opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt een nieuwe voorzitter verkozen. Als de voorzitter het mandaat niet aanvaardt, wordt tot een nieuwe verkiezing van voorzitter overgegaan op de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Zie artikel 53 van het OCMW-decreet Het model van voordrachtsakte van de kandidaat-voorzitter OCMW-raad is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. (beschikbaar vanaf 15 oktober)
2 oktober 2012 - 35/48
Wat als? 11. Er geen ontvankelijke akte van voordracht van kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering wordt overhandigd? (zie blz. 46)
7.6
Eventueel: Oprichting van het vast bureau en verkiezing van de leden van het vast bureau
Vanaf 2013 is het vast bureau facultatief. Elk OCMW kan in de schoot van zijn raad een vast bureau oprichten. Het aantal leden kan variëren van drie tot vijf (met inbegrip van de voorzitter), afhankelijk van het aantal leden in de raad: bij negen raadsleden of minder telt het vast bureau drie leden, bij elf en dertien raadsleden zijn er vier bureauleden en bij vijftien raadsleden vijf. Het vast bureau kan opgericht worden voor een bepaalde of onbepaalde duur, maar eindigt altijd automatisch op het einde van een legislatuur. De leden van het vast bureau worden, met uitzondering van de voorzitter, bij geheime stemming en in één enkele stemronde verkozen door de leden van de raad, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Behalen twee of meer leden hetzelfde aantal stemmen, dan is de jongste kandidaat in jaren verkozen. De voorzitter van de raad is van rechtswege lid en voorzitter van het vast bureau. Ook het vast bureau moet uit personen van verschillend geslacht bestaan. Wanneer de OCMW-raad geen vast bureau opricht, zullen de bevoegdheden die in het OCMW-decreet gegeven worden aan het vast bureau, uitgeoefend worden door de raad zelf. Dit tenzij het decreet anders bepaalt. Zie artikel 60 van het OCMW-decreet
Wat als? 12. Het vast bureau geen mannen én vrouwen telt ? (zie blz. 47)
7.7
Eventueel: Oprichting van een of meer bijzondere comités en verkiezing van de leden van de bijzondere comités
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bijzondere comités oprichten voor welomschreven bevoegdheden en voor een bepaalde of onbepaalde duur, maar dit is geen verplichting. Er moet wel altijd eerst een bijzonder comité voor de sociale dienst worden opgericht vooraleer men andere bijzondere comités kan aanduiden. Vaak worden bijzondere comités opgericht omdat de agenda van de raad anders te veel bezwaard wordt door specifieke dossiers, bijvoorbeeld individuele steundossiers. Het aantal leden van de bijzondere comités wordt door de raad zelf bepaald, maar varieert tussen een minimum en een maximum aantal afhankelijk van het aantal raadsleden. Elk comité moet, de voorzitter
2 oktober 2012 - 36/48
inbegrepen een aantal leden hebben dat varieert tussen drie en zes voor OCMW’s van negen raadsleden, tussen vier en zeven voor OCMW’s van elf raadsleden, tussen vier en acht voor OCMW’s van dertien raadsleden en tussen vijf en negen voor OCMW’s van vijftien raadsleden. Voor OCMW’s met minder dan negen raadsleden moeten de bijzondere comités minstens drie leden hebben. Voor deze kleinste besturen werd geen maximum aantal bepaald. De voorzitter van de raad is van rechtswege lid en voorzitter van de bijzondere comités.
Aantal OCMW-raadsleden
Aantal leden van een bijzonder comité
7
minimum 3
9
minimum 3, maximum 6
11
minimum 4, maximum 7
13
minimum 4, maximum 8
15
minimum 5, maximum 9
De raad voor maatschappelijk welzijn kan in zijn huishoudelijk reglement bepalen dat raadsleden als plaatsvervangers worden aangewezen die de effectieve leden van de bijzondere comités mogen vervangen wanneer die belet zijn. De plaatsvervangers moeten op dezelfde voordrachtsakte voorkomen als de betrokken effectieve leden. Bijzondere comités hoeven niet uit personen van verschillend geslacht te bestaan. De leden van elk bijzondere comité worden, met uitzondering van de voorzitter, bij geheime stemming en in één enkele stemronde verkozen door de leden van de raad, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Behalen twee of meer leden hetzelfde aantal stemmen, dan is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Zie artikel 60 van het OCMW-decreet
7.8
Eventueel: verkiezing ondervoorzitter (s) en bepalen van de rangorde als er twee ondervoorzitters zijn
Een OCMW kan naast een voorzitter ook één of twee ondervoorzitters kiezen. Hiervoor is wel vereist dat het aantal schepenmandaten met hetzelfde aantal daalt. Dit moet blijken uit een machtiging die op straffe van nietigheid verleend wordt via een verklaring op een ontvankelijke akte van voordracht van een schepen of door een beslissing van de gemeenteraad, genomen op zijn installatievergadering. De ondervoorzitter(s) word(t)(en) gekozen zoals de OCMW-voorzitter gekozen wordt (dus via een akte van voordracht per ondervoorzitter), maar wel onder de leden van het vast bureau (als er een vast bureau is) en als het tot een stemming komt in evenveel stemrondes als er in te vullen functies zijn. Als er twee ondervoorzitters zijn bepaalt de OCMW-raad de rangorde tussen hen beiden. Ondervoorzitters
2 oktober 2012 - 37/48
kunnen in geval van feitelijke afwezigheid vervangen worden door een plaatsvervangend ondervoorzitter, aangeduid door de raad voor maatschappelijk welzijn. De OCMW-voorzitter kan bevoegdheden overdragen aan de ondervoorzitter(s) binnen de grenzen bepaald door de OCMW-raad, maar dat gebeurt niet op de installatievergadering. Zie artikel 56 van het OCMW-decreet
7.9
Aanwijzing door de voorzitter van zijn mogelijke vervangers en hun rangorde
Tijdens de installatievergadering moet de voorzitter een of meer vervangers kiezen. Indien door de voorzitter meer dan één vervanger gekozen wordt, moet de voorzitter een rangorde opmaken tussen die vervangers. Bij de opstelling van deze rangorde wordt steeds voorrang gegeven aan eventuele ondervoorzitter(s). Zie artikel 54 van het OCMW-decreet
7.10 Aanstelling van de financieel beheerder Tijdens de installatievergadering wordt de ontvanger aangesteld als financieel beheerder, met behoud van de verworven rechten inzake het geldelijk statuut, met toepassing van artikel 280, §1, van het 2
OCMW-decreet. De OCMW-raad moet hierover niet stemmen. De financieel beheerder moet wel de eed opnieuw afleggen. De eed wordt in openbare zitting afgelegd in de handen van de voorzitter: “Ik zweer de verplichtingen van mijn ambt trouw na te komen”. Zie artikel 3 van het besluit 7 september 2012 van de Vlaamse Regering betreffende de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het OCMW-decreet en van diverse bepalingen van het OCMW-decreet en betreffende de uitvoering van artikel 280, §1, van het OCMW-decreet
7.11 Na de vergadering: Namen van de mandatarissen invullen in de mandatendatabank De Vlaamse Regering legt een databank aan die gegevens bevat over de mandatarissen van het OCMW. De databank bevat: •
de voor- en achternaam,
2
Nota aan de Vlaamse Regering van de Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand bij het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende uitvoering van artikel 280 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, p.4.
2 oktober 2012 - 38/48
•
het geslacht,
•
de geboortedatum,
•
het rijksregisternummer,
•
in voorkomend geval de naam van de lijst waarop de mandataris als gemeenteraadslid is verkozen,
•
de begin- en einddatum van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn
•
eventueel de begin- en einddatum van het mandaat van lid van het vast bureau.
De gegevens van de mandatarissen zullen publiek toegankelijk zijn tot de volgende algehele vernieuwing van de OCMW-raad, met uitzondering van de geboortedatum en het rijksregisternummer van de betrokken mandataris. De Vlaamse Regering zal de nadere uitvoering van deze bepalingen nog regelen.
2 oktober 2012 - 39/48
8. De installatievergadering van de politieraad – in principe vrijdag 1 februari 2013 8.1
Voor de vergadering
Het dossier van de verkiezing van de leden van de politieraad wordt door elke gemeente onverwijld toegezonden aan de bestendige deputatie (artikel 18bis WGP). Zie punt 6.2. Het dossier moet alle stukken bevatten die de bestendige deputatie toelaat om te oordelen over de regelmatigheid van de kiesverrichting (zie punt 5.10.5) Om rechtsgeldig het dossier te kunnen samenstellen, moeten de respectievelijke gemeenten van de politiezone hun volledige dossier ook overmaken aan de secretaris of de korpschef – naargelang wie in de zone instaat voor de voorbereiding van het dossiers voor de politieraad – van die politiezone. Bij de installatievergadering kan immers iedere belanghebbende vragen de stukken van het dossier in te kijken. Vermits de installatievergadering steunt op de beslissingen van de respectievelijke gemeenteraden is het wenselijk over het volledige dossier te beschikken. Buiten de beslissingen van de gemeenteraden zelf, belet niets dat in het dossier van de politiezone kopijen worden gestoken van de stukken. De oproeping voor de installatievergadering gebeurt volgens de spelregels van de Wet op de Geïntegreerde Politie. Ze gebeurt dus schriftelijk en aan huis, ten minste zeven vrije dagen (de dag van verzending en de dag van vergadering niet inbegrepen, maar een zondag en feestdag wel inbegrepen, dus woensdag 23 januari 2013) vóór de dag van de vergadering en vermeldt de agenda. De stukken worden ter plaatse ter inzage gelegd (artikel 87,§1 en §2 NGW, van toepassing door artikel 27 WGP).
8.2
De installatie van de politieraad
De installatievergadering vindt in principe plaats op 1 februari 2013, tenzij ze rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen werd. Een ‘vroegere rechtsgeldige bijeenroeping’ wil zeggen dat het politiecollege de politieraad eventueel vroeger zou kunnen bijeenroepen indien nodig (op basis van artikel 86 NGW is het politiecollege verplicht om de raad bijeen te roepen op de aangewezen dag en het aangewezen uur als één derde van de zittinghebbende leden het vraagt). Indien bezwaar is aangetekend tegen de verkiezing, dan worden de leden pas bijeengeroepen binnen vijftien dagen nadat de verkiezing definitief is geworden. De uittredende leden blijven hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe politieraad is geïnstalleerd (artikel 20 WGP, gewijzigd door de Wet van 1 december 2006). Alvorens in functie te treden, worden de gemeenteraadsleden die overeenkomstig artikel 18 WGP verkozen zijn om deel uit te maken van de politieraad, op de installatievergadering tot de eedaflegging opgeroepen door de voorzitter van het politiecollege. De leden van het politiecollege moeten geen eed afleggen op de installatievergadering. Ze maken er van rechtswege deel van uit.
2 oktober 2012 - 40/48
De voorzitter wijst het verkozen gemeenteraadslid er op dat de eed op een duidelijk en verstaanbare wijze dient te worden geformuleerd. Indien dit niet gebeurt, geeft de voorzitter het verkozen lid nogmaals de mogelijkheid om de eed af te leggen. Bij tweede weigering zal de voorzitter het lid meedelen dat deze niet beëdigd is. In dat geval roept de voorzitter de opvolger op de eed af te leggen. Om werkingsproblemen te voorkomen is het dus raadzaam dat zowel de verkozen gemeenteraadsleden als hun opvolgers voor de installatievergadering worden opgeroepen. Zij leggen in zijn handen de volgende eed af: ‘Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk’. Er is geen volgorde voorzien voor de eedaflegging. In geval een verkozen politieraadslid niet aanwezig kan zijn voor de eedaflegging tijdens de installatievergadering zal zijn eedaflegging noodgedwongen tijdens de volgende vergadering van de politieraad doorgaan. Indien de voorzitter van het politiecollege nalaat de leden van de politieraad tot de eedaflegging op te roepen, dan worden de leden opgeroepen door de gouverneur en leggen ze de eed af in zijn handen of in handen van een door hem aangewezen commissaris (artikel 20bis,§2 WGP). De gouverneur neemt deze maatregelen binnen dertig dagen nadat hij van het verzuim kennis heeft gekregen. De kosten van deze procedure komen ten laste van de voorzitter van het politiecollege die verzuimd heeft uitvoering te geven aan artikel 20bis,§1 WGP. De invordering van die kosten geschiedt door de bijzondere rekenplichtige ten laste van de voorzitter van het politiecollege, nadat de gouverneur het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard. De installatievergadering van de politieraad wordt in de eerste plaats gewijd aan de eedaflegging en aanstelling van politieraadsleden. Eens de politieraad is geïnstalleerd kan zij een volwaardige agenda behandelen. Agendapunten die tijdens de installatievergadering dus nog aan bod kunnen komen zijn: - Kennisname huishoudelijk reglement; - Vastleggen presentiegelden.
Wat als? 13. Wat indien een lid van de politieraad weigert om de federale eed af te leggen? (zie blz. 47)
8.3
Het politiecollege
De wetgever heeft geen concrete datum of procedure opgesteld voor de eerste vergadering van het nieuwe politiecollege. Van zodra de nieuwe leden van het politiecollege de eed in de functie van
2 oktober 2012 - 41/48
burgemeester afgelegd hebben in handen van de gouverneur, maken zij van rechtswege deel uit van het politiecollege. Op de eerste vergadering zal het politiecollege in ieder geval moeten informeren bij de bestendige deputatie of de verkiezingsuitslag voor de samenstelling van de nieuwe politieraad definitief geworden is en de agenda moeten bepalen voor de installatievergadering van de nieuwe politieraad. De rang van elk lid van het politiecollege wordt bepaald op basis van de minimale politiedotatie van de gemeente in de politiezone (artikel 23 en 24 WGP), zoals die vastgelegd werd in de laatst vastgestelde en goedgekeurde rekening van de gemeente (KB 20/12/2000, sinds 2005 raadt de minister evenwel aan om deze stemverdeling te baseren op de laatst goedgekeurde zonale rekening). De voorzitter van het politiecollege (en bijgevolg de politieraad) is in principe het lid met de hoogste rang, tenzij het politiecollege een ander lid als voorzitter aangesteld heeft. Bij voorkeur berekent de politiesecretaris deze nieuwe stemverdeling in de periode tussen de eedaflegging van de burgemeester en de eerste vergadering van het nieuwe politiecollege.
2 oktober 2012 - 42/48
Wat als? 1. De voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester wordt pas na de installatievergadering voorgelegd. Een akte van voordracht die wordt voorgelegd na de installatievergadering van de gemeenteraad is slechts ontvankelijk indien ze ondertekend is door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden, alsook door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaatburgemeester verkozen zijn. Zie artikel 59 §1 van het gemeentedecreet 2. Er moet een burgemeester buiten de raad worden benoemd. Wordt er onder de raadsleden geen burgemeester gevonden dan kan er, op eensluidend advies van de Bestendige Deputatie van de provincieraad, een burgemeester worden benoemd die geen gemeenteraadslid is. Het moet wel een gemeenteraadskiezer zijn die minstens vijfentwintig jaar oud is. De burgemeester die buiten de gemeenteraad is benoemd, is aanwezig op de vergaderingen van de gemeenteraad. Hij beschikt in de gemeenteraad enkel over een raadgevende stem. Zie artikel 59 §2 van het gemeentedecreet 3. De Vlaamse regering aanvaardt de voordracht niet Een voorgedragen kandidaat-burgemeester die niet werd benoemd, kan tijdens dezelfde bestuursperiode niet meer opnieuw worden voorgedragen, tenzij op basis van nieuwe feiten of nieuwe gegevens. De verkozenen voor de gemeenteraad, of de gemeenteraadsleden indien de nieuwe gemeenteraad ondertussen al werd geïnstalleerd, dragen een nieuwe kandidaat volgens de regels zoals bij een eerste voordracht. Zie artikel 59 §1bis van het gemeentedecreet 4. Er is geen (ontvankelijke) voordracht voor de kandidaat-voorzitter. Als er geen (ontvankelijke) akte van voordracht is, kiest de gemeenteraad binnen de veertien dagen een voorzitter. Dit gebeurt ook op basis van een voordrachtsakte maar met een enkele meerderheid en met een echte verkiezing in plaats van een verkozenverklaring. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht ondertekend zijn door ten minste een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaat. Zijn er slechts twee verkozen dan is één handtekening voldoende. Elk raadslid kan slechts één akte van voordracht ondertekenen. Drie dagen voor de volgende vergadering van de gemeenteraad moet de gemeentesecretaris de voordrachtsakte in handen hebben. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming. Er zijn verschillende mogelijkheden:
2 oktober 2012 - 43/48
•
een kandidaat behaalt de volstrekte meerderheid van de stemmen: hij is verkozen;
•
geen enkele kandidaat krijgt een volstrekte meerderheid van de stemmen. Dan vindt een tweede stemronde plaats waarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen behaalden. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot voorzitter.
Bij staking van stemmen is de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, verkozen tot voorzitter. Als de naamstemmen bepalend zijn en de kandidaten een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, is de voorgedragen kandidaat verkozen van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald. Zie artikel 8 en 44 van het gemeentedecreet 5. Er is geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordracht voor de kandidaat-schepenen. Als geen ontvankelijke gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat- schepenen aan de voorzitter van de installatievergadering wordt overhandigd, beslist de gemeenteraad op de installatievergadering over het aantal te verkiezen schepenen en wordt binnen veertien dagen overgegaan tot afzonderlijke verkiezing van de schepenen onder de gemeenteraadsleden. De gemeenteraadsleden kunnen hiertoe kandidaat-schepenen voordragen. Per schepenmandaat wordt uiterlijk drie dagen voor de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad een gedagtekende akte van voordracht aan de gemeentesecretaris bezorgd. Om ontvankelijk te zijn, moet de akte van voordracht ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaat. Als de lijst waarop de kandidaat-schepen voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen. Elk gemeenteraadslid kan slechts één akte van voordracht ondertekenen per schepenmandaat. Als de schriftelijk voorgedragen kandidaturen niet volstaan om het college volledig samen te stellen, kunnen kandidaten mondeling op de zitting worden voorgedragen. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming, door evenveel afzonderlijke stemmingen als er schepenen te kiezen zijn. De kandidaat die de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot schepen. Als geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald en als meerdere kandidaten werden voorgedragen voor het vacante schepenmandaat, vindt een tweede stemronde plaats. Daarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot schepen. Bij staking van stemmen is de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, verkozen tot schepen.
2 oktober 2012 - 44/48
Als de naamstemmen bepalend zijn en de kandidaten een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, is de voorgedragen kandidaat verkozen van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald. In geval van afzonderlijke verkiezing van de schepenen wordt de rang van de schepenen bepaald door de volgorde van de stemmingen. De schepenen die op grond van art. 45 § 1, derde lid, § 3, tweede lid, of op grond van artikel 44, § 4, tweede lid, een schepen opvolgen, nemen de rang in in volgorde van hun verkiezing of benoeming. De schepen van rechtswege overeenkomstig artikel 44, § 3 (de OCMWvoorzitter), is steeds de laatste schepen in rang. Zie artikel 45 §3 en §4 gemeentedecreet 6. Er werd bezwaar tegen de gemeenteraadsverkiezingen ingediend. A. Ingeval bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die vervolgens toch geldig werd verklaard, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van rang. B. Als bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die verkiezing vervolgens ongeldig werd verklaard en er een nieuwe verkiezing gehouden moet worden, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van rang. Zie artikel 7 van het gemeentedecreet 7. Door een wijziging van de zetelverdeling, door de Raad voor de verkiezingsbetwistingen, kan de installatievergadering niet plaats vinden op 2 januari 2007. De Raad voor de Verkiezingsbetwistingen kan ambtshalve of na een bezwaar, de zetelverdeling wijzigen. Een beroep tegen dergelijke beslissing bij de Raad van State is opschortend. Wanneer de Raad van State zich niet tijdig over het beroep kan uitspreken kan de installatie van de gemeenteraad niet van rechtswege plaatsvinden op 2 januari 2007. De nieuw verkozen raadsleden worden dan bijeengeroepen zoals beschreven in (5.a.) nadat de zetelverdeling definitief is. Zie artikel 7 van het gemeentedecreet
2 oktober 2012 - 45/48
8. Er zit geen persoon van het andere geslacht in het college van burgemeester en schepenen Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 15, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet, bestaat het college van burgemeester en schepenen uit personen van verschillend geslacht. (rechtstreekse verkiezing van de schepenen in de randgemeenten en Voeren). Indien het college van burgemeester en schepenen na de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn niet rechtsgeldig blijkt te zijn samengesteld overeenkomstig het eerste lid, wordt de laatste overeenkomstig artikel 45, § 3, of 50, § 1, verkozen schepen in rang, van rechtswege vervangen door het op dezelfde lijst verkozen gemeenteraadslid van het andere geslacht met de meeste naamstemmen. Als verschillende raadsleden van het andere geslacht een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, geniet het raadslid dat de hoogste plaats op de lijst bekleedt voorrang onder die raadsleden. Als er geen verkozen gemeenteraadsleden van het andere geslacht op die lijst voorkomen, wordt de schepen van rechtswege vervangen door de eerste opvolger van het andere geslacht op die lijst. In afwijking van het tweede lid wordt, indien het college van burgemeester en schepenen na de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn niet rechtsgeldig blijkt te zijn samengesteld overeenkomstig het eerste lid, en ingeval de overeenkomstig artikel 45, § 3, of 50, § 1, laatst verkozen schepen in rang, bij de verkiezing van de gemeenteraadsleden verkozen werd op een lijst die maar één kandidaat bevat, de voorlaatste schepen in rang vervangen overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid. Als ook de voorlaatste schepen in rang verkozen werd op een lijst die maar één kandidaat bevat, wordt de derde laatste schepen in rang, of in voorkomend geval de eerstvolgende laatste schepen in rang, vervangen overeenkomstig dezelfde bepalingen. Zie artikel 44 § 4 gemeentedecreet 9. De raad voor maatschappelijk welzijn telt na de verkiezing geen mannen én vrouwen Dan zal de laatst verkozen persoon (d.i. de persoon die het minst aantal stemmen heeft behaald) die voorkomt op de voordrachtsakte waarvan het hoogste aantal leden is verkozen, van rechtswege vervangen worden door de persoon van het andere geslacht die op diezelfde voordrachtsakte voorkomt en het meeste stemmen heeft behaald. Bij gelijk aantal of geen stemmen is dit de eerste persoon van het andere geslacht op die voordrachtsakte. In dit laatste geval wordt de volgorde van de namen op de voordrachtsakte dus wèl belangrijk. Doordat men de stemmenverdeling zo efficiënt mogelijk moet doen, is het natuurlijk ook mogelijk dat verschillende verkozen personen hetzelfde aantal stemmen halen. Om te bepalen wie er dan vervangen moet worden gelden de voorrangsregels uit artikel 12 van het OCMW-decreet. Stel nu dat meerdere voordrachtsakten het hoogst aantal verkozenen tellen (dus een gelijk aantal verkozenen), dan wordt de laatst verkozen persoon die voorkomt op die voordrachtsakten, van rechtswege vervangen door de persoon van het andere geslacht van dezelfde voordrachtsakte als het
2 oktober 2012 - 46/48
raadslid dat vervangen wordt, die het meeste stemmen heeft behaald. Ook hier geldt bij gelijk aantal of geen stemmen dat de eerste persoon van het andere geslacht op die voordrachtsakte genomen wordt. Wanneer die persoon van het andere geslacht die via vervanging lid van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt, verwant is, gehuwd is of wettelijk samenwoont met een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, dan gaat die vervanging niet door en komt de eerstvolgende persoon van het andere geslacht die op dezelfde voordrachtsakte voorkomt in de raad. Het kan gebeuren dat men de voorgaande regels niet kan toepassen, b.v. omdat men tijdens de legislatuur na verloop van tijd vaststelt dat er door verschillende vervangingen geen personen van het andere geslacht meer voorhanden zijn op de voordrachtsakten. In dat geval kunnen de gemeenteraadsleden die de voordracht van het te vervangen lid hadden ondertekend, gezamenlijk een kandidaat-werkend lid en een of meer kandidaat-opvolgers voordragen. Als hiermee aan de voorwaarde van verschillend geslacht wordt voldaan, worden deze kandidaten gekozen verklaard. Is dit niet zo, dan wordt in de vervanging voorzien bij een geheime stemming waarbij elk gemeenteraadslid over het aantal stemmen beschikt als voorzien in art. 11 van het OCMW-decreet en de kandidaat die de meeste stemmen behaalde, als verkozen wordt verklaard. Bij staking van stemmen, geldt de bovenvermelde rangorde. Zie artikel 13 van het OCMW-decreet 10. Bij de verkiezing van de OCMW-raadsleden worden er onregelmatigheden vastgesteld. Enkel de gemeenteraadsleden en de personen die voorkomen op de voordrachtakten voor de verkiezing van de OCMW-raadsleden kunnen bezwaar aantekenen. Bezwaren tegen de verkiezing worden ingediend bij een administratief rechtscollege dat bevoegd is om bezwaren te behandelen tegen zowel de verkiezing van de gemeenteraadsleden als van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Dit is de raad voor verkiezingsbetwistingen die in elke provincie opgericht wordt. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, door een aangetekend schrijven of door het afgeven tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van de raad voor verkiezingsbetwistingen uiterlijk de vijfde dag die volgt op de afkondiging van de verkiezingsuitslag. Het is niet opschortend. De raad voor verkiezingsbetwistingen doet binnen de veertig dagen na de ontvangst van het dossier een uitspraak. Als binnen die termijn geen uitspraak volgt, wordt de verkiezing als regelmatig beschouwd. Tegen die uitspraak of wanneer geen uitspraak werd gedaan, kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Zie artikel 15 van het OCMW-decreet 11. Er is geen ontvankelijke voordracht voor de kandidaat voorzitter van het OCMW. Is er geen ontvankelijke akte van voordracht van kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de
2 oktober 2012 - 47/48
installatievergadering overhandigd, dan gaat de raad onmiddellijk over tot verkiezing van een voorzitter. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming. De kandidaat die de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot voorzitter. Als geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, vindt een tweede stemronde plaats, waarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn de meeste stemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald is verkozen tot voorzitter. Als op basis van die regeling niet kan worden bepaald wie in aanmerking komt voor de tweede stemronde, wordt voorrang verleend overeenkomstig de algemene rangorde uit artikel 12 van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen in de tweede ronde is de kandidaat die bij de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn de meeste stemmen heeft behaald, verkozen tot voorzitter. Als op basis van die regeling geen voorzitter kan worden aangewezen, wordt voorrang verleend overeenkomstig artikel 12 van het OCMW-decreet. 12. Het vast bureau telt geen mannen én vrouwen. In dat geval wordt de verkozene die de minste stemmen heeft behaald vervangen door een raadslid van het andere geslacht dat voorgesteld was op dezelfde voordrachtsakte die gebruikt wordt voor de voordracht van de kandidaat-OCMW-raadsleden aan de gemeenteraad. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Bij gebrek aan leden van het andere geslacht op deze voordrachtsakte, mag eender welk raadslid van het andere geslacht verkozen worden. Zie artikel 60, §4 van het OCMW-decreet 13. Een lid van de politieraad weigert om de federale eed af te leggen. De mandataris die, na twee achtereenvolgende oproepingen tot het afleggen van de eed te hebben ontvangen zich zonder wettige reden daarvan onthoudt, wordt geacht ontslag te hebben genomen. Let wel: artikel 27 WGP maakt geen kruisverwijzing naar het artikel 81 NGW. Daarbij voorziet artikel 20bis van de WGP ook geen regeling voor het geval een raadslid weigert de eed af te leggen. Bij voorkeur wordt de onderstaande procedure gevolgd: 1. De voorzitter van de politieraad wijst kandidaat erop dat de eedformule onverkort en duidelijk dient geuit, zoniet dat hij/zij niet is beëdigd en dus geen politieraadslid is. 2. De voorzitter van de politieraad biedt de kandidaat een tweede kans. 3. De kandidaat legt duidelijk de eed af. 4. De kandidaat herhaalt gedeeltelijk of anders dan voorzien de eedformule. In dit geval zal de voorzitter van de politieraad meedelen dat de kandidaat niet beëdigd is en wordt die verwezen naar de publieksbanken.
2 oktober 2012 - 48/48