Draagvlak voor succes De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 Rabobank. Een bank met ideeën.
Werken in de spotlights moeizame periode, De Nederlandse vleeskuikenhouderij heeft zich de laatste jaren, na een grijke rol te goed hersteld. De verwerkende industrie is in staat geweest om een belan die periode groeide vervullen in de toenemende internationale vraag naar pluimveevlees. In mee in deze de im- en expor t van pluimveevlees fors. De primaire sector profiteerde l op groeiende marktvraag, met goede rendementen. De focus lag daarbij voora kostprijsbeheersing. mening over, de De burger en consument hebben een groeiende interesse in, en ook een om in actie te manier waarop dieren worden gehouden. Dit dwingt de vleeskuikensector eeld geldt het komen. Het is de vraag of er voldoende snelheid in deze acties zit. Als voorb 50% is verminderd, antibioticagebruik. De overheid stuurt erop dat het gebruik in 2013 met punt haar focus de maatschappij eist echter een verdere verlaging. De sector moet op dit verleggen van overheid naar maatschappij. Het getuigt van De vleespluimveeketen zal de komende jaren extra in de spotlights staan. ’s die de markt kracht als de schakels zelf de regie houden over de discussies van de thema kansrijke en maatschappij bezighouden. In deze publicatie beschrijven we de meest eid, ieder vanuit ontwikkelingsrichting. Dit vraagt een actieve aanpak en verantwoordelijkh urzaming verder zijn eigen rol. Kansen zien en kansen grijpen, in volle transparantie de verdu vorm geven. draagvlak nodig. De sector staat voor vele uitdagingen. Om succes te boeken is voldoende in de keten. Met deze Draagvlak in de markt, in de maatschappij en zeker ook bij alle partijen ment onder deze publicatie willen we een bijdrage leveren aan de versterking van het funda dynamische sector. Ruud Huirne, directeur Food & Agri Nederland Rabobank Nederland
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 3
Inhoudsopgave I
1 Mondiale ontwikkelingen
4
1.1 Consumptie: groeiende vraag
4
1.2 Productie: wereldwijde groei
5
1.3 Internationale handel: Europa als handelshuis
5
1.3.1 Export
6
1.3.2 Import
6
1.4 Schaalvergroting en regionalisatie in verwerkende industrie
8
II
2 De Nederlandse vleespluimveeketen
10
2.1 Markt positief gestemd
10
2.2 Opschaling primaire sector
10
2.3 Belang samenwerking keten
11
III
3 Uitdagingen voor de Nederlandse keten
12
12
IV
3.1 Maatschappelijk draagvlak: de uitdaging
3.1.1 Volksgezondheid
12
3.1.2 Dierenwelzijn
13
3.1.3 Milieu en omgeving
13
3.2 Economie: groot niet altijd beter
14
3.3 Exportpositie vraagt actie
15
4 Draagvlak voor de toekomst
16
16
4.1 Onderscheidend vermogen
4.2 Vierkantsverwaarding
16
4.3 Kostprijs
17
4.4 Ketensamenwerking
17
Slot
19
4 | 1. Mondiale ontwikkelingen
Mondiale ontwikkelingen
1.1 Consumptie: groeiende vraag
•
er zijn geen religieuze beperkingen;
De wereldmarkt voor vlees groeit snel. Door
•
het is gezond en gemakkelijk te bereiden.
de toename van de wereldbevolking en de
De helft van de wereldwijde vraag komt nu
stijgende welvaart neemt de vleesconsumptie
uit de Verenigde Staten, China, Brazilië en de
de komende 20 jaar met 45 procent toe. Voor
Europese Unie (EU). De vraag groeit het sterkst
pluimveevlees is de groei met 60 procent zelfs
in de zogenaamde BRIC-landen. Brazilië, Rusland,
nog sterker dan voor andere vleessoorten
India en China zijn gezamenlijk goed voor
(figuur 1). Pluimveevlees zal na 2030 de belang-
45 procent van de groei. Alle ontwikkelings
rijkste vleessoort wereldwijd zijn. Pluimveevlees
landen gezamenlijk zijn goed voor 75% (figuur 2).
is wereldwijd populair: • • •
het is relatief goedkoop te produceren;
De Europese vleesmarkt is tussen 1965 en 2000
de milieubelasting is verhoudingsgewijs
snel gegroeid, maar daarna steeds meer
laag door een gunstige voederconversie;
verzadigd geraakt. De EU nam in de afgelopen
de productie is daardoor minder gevoelig
10 jaar slechts 4 procent van de groei voor
voor schommelende grondstofprijzen;
haar rekening. Toch neemt het aandeel van
Figuur 1 – Wereldwijde groei in vraag naar vlees Bron: Rabobank, Food and Agriculture Organization of the United Nations, ASDA, FAPRI, OECD, 2011
450.000 +19%
400.000 350.000
+22%
300.000 x 1.000 ton
I
39%
+24%
250.000
+33%
200.000
35%
+32%
37%
150.000 100.000 50.000
37%
19% 40%
1980
Schapenvlees
20%
23%
35% 0
1990
Gevogelte
2000
2010
Varkensvlees
2020 Rundvlees
2030 Groei
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 5
pluimveevlees ook in de Europese vleesmarkt
import, met name van bevroren en bewerkte
nog steeds toe. De Rabobank verwacht de
producten.
komende jaren een groei van de Europese vleesmarkt met ongeveer 1 procent per jaar, op
Binnen Europa vindt een lichte verschuiving in
basis van een hogere consumptie per persoon
de productie plaats (figuur 5). Vooral de Duitse
en een groeiende bevolking. Het aandeel
sector is gegroeid, met meer dan 50 procent
pluimveevlees stijgt tot boven de 30 procent,
groei in de laatste 10 jaar. De sector heeft hier
maar varkensvlees blijft met bijna 50 procent
een forse moderniseringsslag gemaakt met
in de EU-vleesmarkt het meest populair.
als resultaat een kostprijsvoordeel. Dat wordt nog versterkt door de lagere lonen die Duitse
Tussen EU-landen bestaan grote verschillen.
verwerkers aan tijdelijke arbeidskrachten van
In het Verenigd Koninkrijk (VK), Ierland, Spanje,
buiten Duitsland mogen betalen. Duitsland was
Portugal en Hongarije is de consumptie van
altijd een belangrijke importeur van (Nederlands)
pluimveevlees per hoofd van de bevolking het
pluimveevlees. Door de groeiende zelf
hoogst. De consumptie in Nederland, Duitsland
voorzieningsgraad nemen de importen af,
en België blijft daar bij achter. Nederlandse con-
terwijl de export groeit. Deze ontwikkeling zet
sumenten eten gemiddeld 22,4 kg pluimvee-
de groei in landen die naar Duitsland exporteren,
vlees per jaar, waarvan zo’n 18,5 kg kuikenvlees
waaronder België, Polen, Frankrijk en Nederland,
(bron, PPE 2012). Ongeveer 50 procent van de
onder druk. Tot nu toe heeft Nederland haar
EU-vraag komt uit de ons omringende landen
positie daarbij relatief goed weten vast te
(figuur 3). Dat is gunstig voor de Nederlandse
houden.
sector, omdat het vooral om verse producten gaat die moeilijk over grote afstanden kunnen
Ook het VK, historisch een groot importland,
worden vervoerd.
heeft de importen verminderd door een lagere waarde van de pond en een modernisering van
1.2 Productie: wereldwijde groei
de sector. In de komende jaren wordt verder
Als antwoord op de groeiende vraag stijgt ook
vooral groei verwacht in Oekraïne, Polen en
de wereldwijde productie van vleespluimvee.
Roemenië, terwijl de productie in Zuid-Europa
Die groei doet zich, net als die van de consumptie,
krimpt.
vooral voor in de BRIC-landen en het Middenin de komende tien jaar slechts 0,7 procent op
1.3 Internationale handel: Europa als handelshuis
jaarbasis. Dat is niet genoeg om de groei van
De EU is in volume een netto exporteur van
1 procent in de consumptie bij te houden.
pluimveevlees. In waarde is de import echter
Dit zal leiden tot een geringe stijging van de
groter dan de export. Dure producten zoals
Oosten (figuur 4). De Europese productie groeit
Figuur 2 – Groei in vraag naar pluimveevlees per regio 2010 vs 2020
Figuur 3 – Consumptie EU-pluimveevlees
Bron: Rabobank, Food and Agriculture Organization of the United Nations, ASDA, FAPRI, OECD, 2011
Bron: Rabobank, PPE, 2011
6.000 5.000
Vertegenwoordigen 54% groei
Vertegenwoordigen 32% groei
Verenigd Koninkrijk 16%
België 2%
4.000
Portugal 3%
3.000
Duitsland 14%
Nederland 3%
2.000
Roemenië 3%
1.000
Overig
Japan
Canada
Turkije
Argentinië
Saoedi Arabië
Oekraïne
Zuid Korea
Mexico
Indonesië
AfrikaIran
EU-27
Sub-Saharisch
Rusland
India
Verenigde Staten
China
0 Brazilië
x 1.000 ton
Andere 17%
Overige 14% groei
Polen 8% Frankrijk 14% Italië 9%
Spanje 11%
6 | 1. Mondiale ontwikkelingen
borstvlees worden geïmporteerd en goed
Rusland, er naar streeft volledig zelfvoorzienend
kopere producten, bijvoorbeeld pootvlees
te zijn. De Rabobank verwacht dat Rusland al in
en ander donker vlees, worden geëxporteerd.
2013 zelfvoorzienend is. Ook de export van hele kip naar het Midden-Oosten vanuit de EU
1.3.1 Export
(met name Frankrijk) zal uiteindelijk wegvallen.
Export is belangrijk om alle delen van de kip
Bovendien is er op internationale markten
lonend af te kunnen zetten, de zogenoemde
sprake van een toenemende concurrentie van
vierkantsverwaarding. Producten die binnen
bijvoorbeeld de VS en Brazilië, die tegen zeer
de EU niet in trek zijn, worden in andere landen
concurrerende prijzen kunnen produceren.
vaak als luxeproducten gezien. Tot 2007 daalde de export van pluimveevlees vanuit de EU.
1.3.2 Import
Inmiddels verbetert de Europese positie
De import van pluimveevlees in Europa steeg
op exportmarkten weer. De totale exporten
met name in de periode 2000-2005. Het Euro-
stegen tussen 2007 en 2010 met 45% tot bijna
pese bulksegment (bevroren kip) kwam onder
1,3 miljoen ton. Vooral Hong Kong, het Midden-
druk te staan door goedkope concurrentie uit
Oosten en Afrika hebben een bijdrage geleverd
Brazilië en Thailand. Handelaren ontdekten
aan deze groei (figuur 6).
‘gaten’ in de Europese regelgeving zoals het
Daar staat tegenover dat de grootste afnemer,
zouten of peperen van vlees, zodat het binnen
Figuur 4 – Wereldwijde productie vleeskuikens 2005-2020f Bron: Rabobank, 2011
25.000
x 1.000 ton
20.000
15.000
10.000
2005
2010
2015
Overig
Maleisië
Oekraïne
Japan
Turkije
Zuid Afrika
Sub-Saharisch Afrika
Indonesië
Iran
Argentinië
Mexico
Rusland
India
EU-27
Brazilië
Verenigde Staten
China
5.000
2020
Figuur 5 – Europese productie vleeskuikens Bron: Rabobank, PPE, 2011
2.000 1.800 1.600
1.200 1.000 800 600 400
2007
2008
2009
2010
2011
Overig
België
Roemenië
Portugal
Hongarije
Nederland
Italië
Spanje
Polen
Verenigd Koninkrijk
Duitsland
200 Frankrijk
x 1.000 ton
1.400
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 7
de lagere importtarieven voor verwerkt pluimveevlees viel. De importgroei is weer afgeremd door quota die zijn ingesteld voor de import van gezouten en gepeperde producten. Bovendien mag bevroren vlees niet langer als vers worden verkocht zonder nadrukkelijke aanduiding. Door deze verplichte labeling is het minder aantrekkelijk om producten van buiten de EU te importeren. De maatregelen hebben geleid tot een afname van de import met bijna 100.000 ton, ruim 10%, tussen 2008 en 2010 (figuur 7). De Rabobank verwacht dat dit in de komende jaren enigszins gaat herstellen als gevolg van een groeiende vraag naar verwerkte producten. Enkele internationale ontwikkelingen kunnen als bedreiging voor de EU-markt worden gezien. Dat geldt onder andere voor de mogelijke verruiming van de pluimveequota voor de Mercosur-landen: Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay. De Rabobank voorziet dat een verruiming kan leiden tot toenemende importen en daardoor meer druk op de EU-markt. Op de lange termijn zal de negatieve impact echter meevallen, omdat het vooral om importen van bevroren of verwerkte producten gaat. Dit segment wordt nu ook al grotendeels voorzien vanuit derde landen. Voor het vers vleessegment is dit geen grote bedreiging. Dat geldt echter wel voor een eventuele uitgebreide markttoegang van Oekraïne.
Figuur 6 – EU-pluimveevleesexport: 1.3 miljoen ton in 2010
Figuur 7 – EU-pluimveevleesimport: 800.000 ton in 2010
Bron: European Commission
Bron: European Commission
900.000 800.000 600.000
700.000
x 1.000 ton
600.000
400.000 300.000 200.000
2007
500.000 400.000 300.000
100.000
2008
2009
2010
2007
2008
2009
2010
Totaal
Overige
China
Argentinië
Chili
Thailand
100.000
Brazilië
Overig
Ghana
Oekraïne
Benin
Saoedi Arabië
Hong Kong
200.000 Rusland
x 1.000 ton
500.000
8 | 1. Mondiale ontwikkelingen
Oekraïne kan vers vlees leveren aan de Centraal-
De verwerkende industrie staat aan de voor-
en Oost-Europese markten, inclusief Polen en
avond van grote veranderingen. Met name
Duitsland. Op termijn kan dit land tot een
de Amerikaanse spelers zijn in eigen land
serieuze concurrent uitgroeien, zeker gezien
uitgegroeid en ook Braziliaanse bedrijven
de scherpe kostprijs en moderne productie
zoeken naar mogelijkheden buiten de eigen
faciliteiten.
thuismarkt. Deze spelers zullen steeds meer willen profiteren van groei in ontwikkelings
Een derde importbedreiging is de discussie
landen, van kostprijsverschillen tussen regio’s
over chloride-behandeling van vlees, zoals in
en vooral ook meerwaarde willen realiseren in
de VS gebruikelijk is. De EU beperkt importen
hun exportstromen. Deze laatste doelstelling
uit de VS vanwege die behandeling, maar het
is direct gerelateerd aan de Europese markt.
is onzeker of de WTO hier akkoord mee blijft
Een aantal grote spelers heeft al geïnvesteerd
gaan. Een comeback van de VS kan leiden
in productielocaties in Europa om hier meer
tot Amerikaanse importen tegen zeer
grip op de markt te krijgen. De verwachting is
concurrerende prijzen. Dit kan een negatief
dat deze tendens in de komende jaren doorzet.
effect hebben op de vierkantsverwaarding van Europees pluimveevlees.
De Europese verwerkende sector is nu nog gefragmenteerd en nationaal georiënteerd.
1.4 Schaalvergroting en regionalisatie in verwerkende industrie
De top-5 spelers zijn gezamenlijk goed voor
Wereldwijd gezien is Europa maar een kleine
de top-20 spelers voor 45 procent (figuur 9).
speler in de verwerking van pluimveevlees.
Daarnaast zijn er nog vele kleine partijen. De
De grootste verwerkers in de wereld zijn zo’n
afgelopen jaren is echter een trend van schaal-
7 tot 10 keer groter dan de grootste spelers in
vergroting en regionalisatie waarneembaar
Europa. Alle grote pluimveevleesverwerkers
in de sector. De focus wordt de komende
hebben hun omvang te danken aan een positie
jaren nog meer regionaal, waarbij Europa kan
in de grote productiegebieden: Brazilië en de
worden opgedeeld in vier belangrijke regio’s:
VS. De enige Europese top-10 speler is het
Noordwest, Noord, Zuid en Oost. De landen
van origine Franse Doux, maar ook deze onder-
binnen deze regio’s lijken veel op elkaar wat
neming heeft meer dan 50 procent van zijn
betreft consumentenvoorkeuren en distributie.
productie in Brazilië (figuur 8).
Veel bedrijven beleveren al regionale markten
zo’n 25 procent van de Europese productie;
en dit zal de komende jaren intensiveren, waarbij bedrijven ook regionaal consolideren.
Figuur 8 – ’s Werelds grootste pluimveevleesverwerkers, 2010 Bron: Rabobank uit publieke bronnen, 2011
5.000 4.500 4.000
3.000 2.500 2.000 1.500 1.000
Doux (Fr)
Mountaire Farms (VS)
Wayne Farms (VS)
Koch Foods (VS)
Sanderson Farms (VS)
Perdue (VS)
Marfrig (Brazilië)
Brasil Foods (Brazilië)
JBS Pilgrim’s Pride (Brazilië)
500 Tyson Foods (VS)
x 1.000 ton
3.500
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 9
Noordwest-Europa, met name Nederland,
de integratie van partijen binnen een regio kan
loopt hierin voorop. De andere regio’s zullen
veel synergie worden behaald op het gebied
dit volgen en verwacht mag worden dat deze
van marktbewerking en productie-efficiëntie.
beweging in de komende vijf tot tien jaar
Dit komt de gehele keten ten goede.
doorzet naar een pan-Europese sector. Door
Figuur 9 – Grootste pluimveevleesverwerkers op de Europese markt Bron: Rabobank uit publieke bronnen, 2011
550.000 500.000 450.000 400.000
x 1.000 ton
350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000
* Inclusief Storteboom
** Exclusief Brazilië
Lintor
Valouro
Indykpol
Glon
Matthews
Rothkotter
Lantmännen
Vion
Faccenda
Heidemark
Sada
Amadori
Terrena
AIA
MoyPark
Doux**
2 Sisters*
Wesjohann
Plukon/Stolle
50.000
10 | 2. De Nederlandse vleespluimveeketen
II
De Nederlandse vleespluimveeketen
2.1 Markt positief gestemd
die waarde toevoegen aan de importstromen.
De Nederlandse productie groeit weer, na
Op basis hiervan kan Nederland een volledig
een moeilijke periode tussen 2000 en 2005.
assortiment aanbieden op de EU-markten.
Die groei is vooral te danken aan toenemende exporten. De binnenlandse markt groeit slechts
De Nederlandse voorzieningsbalans is de afge-
beperkt.
lopen jaren veranderd. Ongeveer 28 procent van het aanbod blijft in Nederland, het grootste
Nederland blijft het belangrijke voordeel
deel van de productie wordt geëxporteerd
houden van een gunstige ligging ten opzichte
(figuur 10). Noordwest-Europa wordt daarbij
van grote importmarkten, zoals Duitsland,
steeds belangrijker en is op dit moment goed
Engeland en Frankrijk. De vers vleesmarkt in
voor 70 procent van de Nederlandse export.
deze regio, die meer dan 60 procent van de
Nederlandse exporteurs hebben een relatief
totale vraag naar pluimveevlees uitmaakt, is
sterke positie in Duitsland en België met markt-
een natuurlijk afzetgebied voor de Nederlandse
aandelen van respectievelijk 13 en 22 procent.
vleeskuikensector. Nederland profiteert boven-
De export naar landen buiten Noordwest-
dien van de nabijgelegen grote zeehavens voor
Europa (30 procent) bestaat voornamelijk uit
importen van veevoergrondstoffen. Lagere
donkervleesproducten, waar weinig vraag naar
transportkosten voor voer (grondstoffen) zijn
is in Noordwest-Europa. Roemenië is in dit seg-
een belangrijke basis voor een concurrerende
ment een belangrijke afzetmarkt geworden,
kostprijs en een efficiënte vleeskuikenhouderij.
Nederland heeft er een marktaandeel van ongeveer 14 procent.
Een ander groot voordeel voor de Nederlandse keten is de toegang tot de omvangrijke
2.2 Opschaling primaire sector
importstroom van bevroren en verwerkt
De structuur van de primaire sector is in de
pluimveevlees via de haven van Rotterdam.
afgelopen jaren flink veranderd. Nederland
De leidende positie in deze handelsstromen
telde in 2010 nog 680 primaire vleeskuiken
biedt Nederlandse bedrijven mogelijkheden
bedrijven. In 1990 waren dat er nog ruim 1.400.
voor toegevoegde waarde.
In 20 jaar is het aantal bedrijven meer dan
De afgelopen jaren is een gespecialiseerde
gehalveerd. Om de kostprijs zoveel mogelijk
groep bedrijven ontstaan, van handelaren
te verlagen, zien bedrijven zich genoodzaakt op
en verwerkers tot verpakkers en vrieshuizen,
te schalen. De gemiddelde omvang is in 2010
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 11
met ongeveer 65.000 vleeskuikens meer dan
worden gedaan. Contractafspraken tussen
verdubbeld ten opzichte van 1990.
schakels gelden veelal voor een relatief korte
Vooral in traditionele akkerbouwgebieden heeft
periode, waarna ieder in principe weer volledig
de sector zich de afgelopen jaren sterk ontwik-
vrij is. Dit model werkt uitstekend in een keten
keld. Op veel bedrijven is de vleeskuikentak nu
met voldoende concurrentie en een goede
de hoofdtak en is de graanteelt ondersteunend.
coördinatie en communicatie tussen de
De landelijke gebieden in Nederland hebben
verschillende schakels. In Nederland is dat van
ook voor de toekomst het meeste perspectief
oudsher zo. De sector is zeer efficiënt door de
voor een verdere opschaling. De ruimtelijke
hoge mate van specialisatie en door schaal-
druk is er lager en bovendien zijn voer- en
voordelen. De ketenstructuur zorgt bovendien
mineralenkringlopen in deze gebieden
voor innovatie en dynamiek in de sector.
gemakkelijker te sluiten. De komende jaren neemt het aantal bedrijven
Deze balans is echter aan het veranderen. Een
met vleeskuikens verder af, terwijl de bedrijfs-
verdere consolidatie bij supermarkten dwingt
omvang toeneemt. Het gemiddelde bedrijf in
verwerkers ertoe te groeien om voldoende
2020 heeft naar verwachting meer dan 100.000
schaal en tegenwicht te bieden aan de steeds
kuikens. Diverse bedrijven zullen meerdere
groter wordende retail. Bovendien heeft de
locaties hebben.
keten te maken met een steeds grotere prijs volatiliteit. Dit is een grote uitdaging, vooral
2.3 Belang samenwerking keten
omdat de prijzen aan de afzetkant een stabieler
De vleeskuikensector in Nederland wijkt
karakter hebben, dan de prijzen aan het begin
qua structuur af van die in veel andere landen.
van de keten. Onvoldoende afstemming kan
In tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland,
dan leiden tot marge- en aanbodproblemen.
Frankrijk en Engeland wordt in Nederland niet
Het gevolg is dat partijen groter worden,
volgens het integratiemodel gewerkt. In plaats
streven naar directe toegang tot de retail en
daarvan zijn de verschillende ketenpartijen
meer afstemming zoeken in het aanbod.
zelfstandig, waarbij wel wordt samengewerkt
Dit vergt een veranderende rol van alle partijen
voor een optimaal ketenresultaat.
in de keten en partijen worden steeds meer
Nederland kent nagenoeg volledige keuze
gedwongen samenwerking te zoeken.
vrijheid met welke partijen er in de keten zaken
Figuur 10 – Nederlandse vleeskuikensector in geslacht gewicht Bron: PPE, Rabobank 2011
Nederlandse vleeskuikensector Levende export: 27 Bruto binnenlands product: 663 x 1.000 ton geslacht gewicht
Levende import: 115
Slachtingen: 751
Import vlees: 365
Binnenlands aanbod: 1.116
NL 311 Retail (180) Horeca (100) FPP (31)
D 208
VK 133
B 51
FR 68
RO 55
Rest EU 124
Non EU 166
12 | 3. Uitdagingen voor de Nederlandse keten
III
Uitdagingen voor de Nederlandse keten
Het speelveld van de Nederlandse vleeskuiken-
daarin een maatschappelijke verantwoordelijk-
sector is volop in beweging. Zowel op de markt
heid, maar ook voor het bestaansrecht van de
als in de maatschappij krijgt de sector te maken
sector is een voortvarende aanpak van deze
met uitdagingen in de vorm van
thema’s belangrijk. De sector moet de ambitie
veranderende eisen en ontwikkelingen.
hebben om antibioticavrij te produceren. In de praktijk blijkt dat ondernemers erin slagen om
3.1 Maatschappelijk draagvlak: de uitdaging
het gebruik vrijwel tot nul terug te dringen. Een
Een zeer belangrijke ontwikkeling, vooral op de
keten goed samenwerken. Een lager antibioti-
voor Nederland belangrijke markten in Noord-
cagebruik vraagt namelijk om aanpassingen in
west-Europa, is de veranderende maatschappe-
alle schakels van de keten. Verlaging van het
lijke opvatting over de (pluim)veehouderij.
antibioticagebruik is onlosmakelijk verbonden
Thema’s als volksgezondheid, dierenwelzijn
met gezonde en sterke kuikens op basis van
en milieu en omgeving worden relevanter
goede genetica, optimaal voer en professioneel
en leiden tot striktere overheidsregulering en
diermanagement. Behalve samenwerking zijn
nieuwe wensen en eisen van burgers en
ook onderlinge communicatie en informatie-
consumenten.
uitwisseling voorwaarden voor succes. Alleen
voorwaarde daarvoor is dat de schakels in de
zo kan voorkomen worden dat verlaging van
3.1.1 Volksgezondheid
het gebruik in de ene schakel, bijvoorbeeld de
Volksgezondheid en voedselveiligheid zijn
broederij, wordt gecompenseerd door een
thema’s die zowel op de thuismarkt als op
hoger gebruik in een andere schakel, zoals de
de wereldmarkt steeds belangrijker worden.
houderij.
Daarbij gaat het zowel om de producten als om de productiewijze.
Met betrekking tot de veiligheid van producten is en blijft Salmonella een aandachtspunt. De
Voor de volksgezondheid is de resistentie
EU hanteert vanaf 1 december 2011 een nulto-
problematiek (ESBL) een erg belangrijk
lerantie voor Salmonellatypes Se en St op vers
onderwerp. Dit wordt direct gelinkt aan anti
pluimveevlees. Zeer waarschijnlijk wordt deze
bioticagebruik in onder andere de vleeskuiken-
eis verder aangescherpt tot meerdere types.
houderij. Ook emissies van bijvoorbeeld fijnstof
Dat vraagt om goed vakmanschap en manage-
en ammoniak spelen een rol. De sector heeft
ment van de pluimveehouder, maar stelt ook
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 13
eisen aan andere schakels in de keten. Strikte
gebied van dierenwelzijn, beeldbepalend voor
bedrijfshygiëne op de primaire pluimvee
de sector. Toch ligt er ook bij andere schakels in
bedrijven en goede tracking en tracing in de
de keten een maatschappelijke verantwoorde-
gehele keten zijn belangrijke voorwaarden om
lijkheid. Bijvoorbeeld het transport en de slacht
hieraan te kunnen voldoen.
van kuikens trekken de publieke aandacht en zijn dus voor de sector tevens een aandachts-
3.1.2 Dierenwelzijn
punt. Een verdere verbetering van het welzijn
Een efficiënte houderij is belangrijk voor een
in de primaire vleeskuikenhouderij is alleen
lage kostprijs. In de afgelopen decennia
mogelijk met de inzet van de gehele keten.
hebben de hoge bezettingsgraden per m2 en kuikens die zeer snel kunnen groeien daar sterk
3.1.3 Milieu en omgeving
aan bijgedragen. Door de toenemende maat-
Met betrekking tot milieu en omgeving geldt
schappelijke aandacht voor dierenwelzijn komt
dat de primaire vleeskuikenhouderij beeld
dit echter steeds meer ter discussie te staan.
bepalend is voor de publieke opinie. Voor vol-
Door deze discussie krijgen vleeskuikenhouders
doende draagvlak is het belangrijk dat de
te maken met nieuwe wet- en regelgeving.
overlast van pluimveebedrijven tot een mini-
Welzijnsregels hebben de bezetting bijvoorbeeld
mum wordt beperkt. Het gaat dan bijvoorbeeld
verlaagd naar maximaal 42 kilogram per m2.
om horizonvervuiling of geuroverlast. Ook
Die maximale bezetting geldt alleen voor
op dit gebied draagt extra inzet voor een
bedrijven met een lage uitval en weinig
milieuvriendelijke productie positief bij aan
gezondheidsproblemen onder de kuikens.
de maatschappelijke acceptatie.
Slechts voldoen aan de wettelijke eisen is
Zoals alle ondernemers hebben vleeskuiken-
onvoldoende antwoord op de discussie over
houders rekening te houden met de directe
dierenwelzijn. Maatschappelijke organisaties
omgeving. Dat wordt belangrijker naarmate het
en burgers vragen extra inzet van de sector om
aantal burgerwoningen in agrarische gebieden
het welzijn van kuikens te verbeteren, waarbij
toeneemt, terwijl de gemiddelde bedrijfsom-
naast bezettingsgraad ook de manier van
vang steeds groter wordt. Landschappelijke
houden een rol speelt. De sector moet in dit
inpassing van (nieuwe) stallen is dan ook een
dossier voorop lopen en zo nieuwe wet- en
aandachtspunt. Daarbij kan het om architecto-
regelgeving voor zijn.
nische aspecten gaan, maar ook om een relatief eenvoudige oplossing, zoals het plaatsen van
Alternatieve houderijsystemen zijn een goed
een houtwal rondom een stal. Dit laatste levert
voorbeeld van een eigen initiatief, waarmee de
bovendien een bijdrage aan het verlagen van
sector het voortouw neemt. Naast de biologi-
emissies. Voor de omgeving betekent dat een
sche houderij is de laatste jaren het tussenseg-
lagere geuroverlast en minder (angst voor)
ment in opkomst. Dit zijn houderijconcepten
gezondheids- en milieuschade door de uitstoot
die zich tussen gangbaar en biologisch bevinden,
van met name ammoniak en fijnstof. Per 2013
met name op het gebied van welzijn, maar ook
moeten pluimveestallen bovendien aan de
op andere maatschappelijke thema’s. De stijging
wettelijke definitie van emissiearme stallen
van dit marktaandeel zal de discussie rondom
voldoen. De verwachting is dat de sector tijdig
dit thema verminderen, maar niet laten verdwij-
aan deze eis zal voldoen.
nen. Welzijn is een thema dat blijvende aandacht vraagt, ook in de gangbare houderij. Voor
Transparantie is belangrijk als het gaat om
een blijvende maatschappelijke acceptatie is
milieu en omgeving. Publieke weerstand komt
dierenwelzijn, zowel bij nieuwbouw als bij
voor een deel voort uit onwetendheid. Een
bestaande stallen, een aandachtspunt. Zeker bij
goede communicatie met de omgeving kan
nieuwe stallen is het een goed uitgangspunt
dan ook problemen voorkomen of oplossen.
om minimaal aan de ‘Maatlat Duurzame Vee-
Het gaat zowel om transparantie op kleine
houderij’ te voldoen.
schaal, bijvoorbeeld door bedrijfsplannen vooraf te bespreken met buurtbewoners, als op grote
De primaire vleeskuikenhouderij is, zeker op het
schaal, bijvoorbeeld bij initiatieven als zichtstal-
14 | 3. Uitdagingen voor de Nederlandse keten
len. Hier ligt ook een taak voor de hele keten,
3.2 Economie: groot niet altijd beter
bijvoorbeeld door tracking en tracing in te
Voor zowel de sector als voor het individuele
zetten om consumenten te informeren over
bedrijf is het rendement van het vleeskuiken
herkomst en productiewijze.
bedrijf een belangrijke voorwaarde voor succes. Vleeskuikenhouders werken met smalle marges.
Behalve de directe omgeving, spelen ook het
Goede technische en financiële resultaten zijn
milieu en de milieubelasting vanuit pluimvee-
noodzakelijk om voldoende rendement te
bedrijven een rol. Vergeleken met andere
behalen.
veehouderijsectoren heeft de pluimveesector een grote voorsprong in het mestdossier. Door
De variatie in opbrengsten en kosten blijft
het eigen initiatief om de mest te verbranden
groot tussen de bedrijven. Helaas wisselen de
en te exporteren heeft de sector het mest
ondernemers onvoldoende gegevens uit. Daar-
probleem voor een groot deel weten op te
door worden juist de mogelijkheden
lossen. Toch verdient dit dossier in de toekomst
zichtbaar om resultaten naar een hoger plan te
nieuwe aandacht. Door de scherpere aan
trekken. Benchmarkgegevens in de vleeskui-
wendingsnormen stijgt het mestoverschot in
kensector zijn het laatste decennium bijna
Nederland. Dat vraagt om zowel technische
geheel verdwenen. Zowel technische als finan-
ontwikkeling voor verbeterde mestverwerking
ciële kengetallen zijn schaars. Juist met het
als om het verbeteren en versterken van de
grootschaliger worden van de bedrijven zijn
afzetpositie. Structurele afspraken voor
goede parameters erg belangrijk.
de export van mest kunnen de positie van de Nederlandse sector verder versterken.
Op basis van de financiële jaarresultaten heeft de Rabobank 60 bedrijven met elkaar vergeleken.
Ketenbreed is energie- en CO2-neutrale
Naast de variatie in vaste kosten en overige
productie het doel. De primaire houderij en
toegerekende kosten blijkt het verschil in
de industriële schakels in de keten zijn beeld-
voerwinst per jaarkuiken in individuele gevallen
bepalend. Op het vleeskuikenbedrijf leveren
meer dan 100% onderling te verschillen. De
toepassingen als houtkachels, zonnepanelen
voerwinst van de 25% beste bedrijven is 60%
en warmtewisselaars een flinke bijdrage.
hoger dan de 25% minst presterende bedrijven. Op basis van structurele begrotingsuitgangspunten een verschil van ca. € 1,30 per jaar kuiken. Voor een gemiddeld bedrijf met 65.000 vleeskuikens is dat € 85.000 per jaar. Uit de benchmark blijkt dat schaalgrootte niet bepalend is voor het rendement. De voerwinst per vleeskuiken neemt nauwelijks toe als bedrijven groter worden. De voerwinst lijkt meer afhankelijk van een optimale efficiëntie, dan van de omvang op zich. Bijvoorbeeld bedrijven met 70.000 – 150.000 vleeskuikens presteren gemiddeld minder dan bedrijven die kleiner of groter zijn. Een optimale efficiëntie lijkt bij deze omvang niet haalbaar. Het rendement neemt weer toe als bedrijven groeien naar het gezinsbedrijf-plus, met meer dan 150.000 dieren. Overigens zijn de verschillen binnen de groepen groot, efficiëntie speelt bij alle bedrijven.
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 15
Belangrijk is dat ondernemers zich bij groei
prijs kunnen aanbieden. In Noordwest-Europa
strategieën niet alleen concentreren op de
heeft Nederland door de hoge efficiëntie een
omvang, maar ook vooraf goed in beeld bren-
voorsprong wat betreft kostprijs. Wereldwijd
gen waar hun kracht ligt en hun toekomstplan-
kan de sector echter moeilijk concurreren met
nen daarop afstemmen. Voor sommige
lage kosten landen.
vleeskuikenhouders zal het perspectief op de reguliere markt liggen, waar het met name
Voor een sterke positie van de sector, zowel op
om efficiëntie en een scherpe kostprijs draait.
de thuismarkt als daarbuiten, is het belangrijk
Anderen zullen er liever voor kiezen om zich
om de exportpositie te behouden. Dat heeft
op de thuismarkt te richten en waarde toe te
onder andere te maken met de vierkants
voegen door bijvoorbeeld voor het tussen
verwaarding. Op de thuismarkt is voornamelijk
segment te produceren of zich op een niche-
vraag naar het witte borstvlees. Dat is echter
markt te richten. Welke strategie de beste is
slechts 20 procent van de kip en voor de
voor het toekomstig rendement hangt sterk af
overige 80 procent is de sector grotendeels
van de omvang en structuur van het bedrijf, de
afhankelijk van export naar Oost-Europa en
eventuele groeimogelijkheden en de talenten
buiten Europa.
en persoonlijke voorkeuren van de ondernemer. De sterk groeiende consumptie in Azië en Afrika
3.3 Exportpositie vraagt actie
kan een oplossing bieden voor deze ontwikke-
Nederland is een exportland. Er wordt veel
lingen. Toegang tot deze groeimarkten is essen-
geëxporteerd, zowel binnen Europa als daar-
tieel voor een goede vierkantsverwaarding.
buiten. Door de eerder genoemde ontwikkelin-
Overheden kunnen een belangrijke onder
gen en verschuivingen op de exportmarkten,
steunende rol spelen door het openen van
verandert de exportpositie van Nederland.
nieuwe markten en het opheffen van export
Bestaande markten krimpen of dreigen zelfs
belemmeringen. De EU heeft hierin de
helemaal te verdwijnen, zoals respectievelijk
afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet
Duitsland en Rusland. Daarnaast is er sprake van
op aantrekkelijke markten zoals Turkije en
een toenemende (prijs)concurrentie uit landen
Zuid-Korea.
als de VS en Brazilië, die tegen een zeer scherpe
16 | 4. Draagvlak voor de toekomst
IV
Draagvlak voor de toekomst
Het antwoord op de uitdagingen waar de
ruimte en potentie van het segment toe. Juist
sector voor staat ligt met name op vier
in het binnenland zijn er goede kansen voor het
gebieden: onderscheidend vermogen, vier
tussensegment. De Rabobank verwacht dat
kantsverwaarding, kostprijs en ketensamen
het segment in 2020 ongeveer 50 procent van
werking. Als de Nederlandse vleeskuikensector
de Nederlandse markt voor vers vlees uitmaakt.
op deze t erreinen het juiste evenwicht weet
Ook in het buitenland, met name in andere
te vinden, kan zij haar positie versterken en
Noordwest-Europese landen, groeit de belang-
draagvlak voor de toekomst veilig stellen.
stelling voor andere concepten. Voor Nederlandse vleeskuikenhouders is het bedienen van
4.1 Onderscheidend vermogen
deze markt lastiger, omdat een lokale herkomst
De toenemende publieke aandacht en maat-
bij dit vlees een sterkere rol speelt. Wel kan in
schappelijke eisen waar de sector mee te
Nederland ontwikkelde kennis over bijvoor-
maken heeft, vormen een bedreiging, maar
beeld diervriendelijker houderijsystemen zijn
bieden zeker ook kansen. Consumenten willen
weg vinden naar andere landen. Ook door
steeds meer inzicht en borging van het productie slimme marketing, het benutten van netwerken proces en de productkwaliteit. Certificering van
en uiteraard goed gecertificeerde productie kan
de vleeskuikenproductie is hiervoor nood
dit nadeel mogelijk overwonnen worden.
zakelijk. Hiermee wordt de trend naar regionale
Voor goede kwaliteit, zowel intrinsiek als op
productie en consumptie beter gevolgd. Door
basis van productiewijze, zijn er extra kansen.
de Nederlandse aandacht voor maatschappelijke thema’s en een verantwoorde productie-
4.2 Vierkantsverwaarding
wijze ontstaat als het ware een nieuwe markt,
Vierkantsverwaarding is een belangrijke
waarbij nieuwe marktconcepten belangrijker
voorwaarde voor een succesvolle keten. Dat
zijn dan de scherpste kostprijs.
geldt zowel in binnen- als buitenland en zowel voor de reguliere markt als voor bijvoorbeeld
Het tussensegment speelt in op deze markt.
het tussensegment. Consumenten in West-
Dit segment zal de komende jaren verder door-
Europa hebben een sterke voorkeur voor
breken in de Nederlandse retail. Nu ook de retail
borstvlees in plaats van hele of halve kippen.
zich inzet voor het vermarkten van nieuwe
Het kuiken bestaat echter voor 80 procent uit
marktconcepten en consumenten steeds vaker
minder populair donkervlees, zoals poten,
de meerprijs voor dit vlees betalen, neemt de
drumsticks en voeten.
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 17
De grote uitdaging voor de sector is om deze
De Nederlandse keten is in staat om zeer
marktbalans te verbeteren. De oplossing ligt
efficiënt te produceren. De sector heeft echter
volgens de Rabobank niet in het verder ver
wel te maken met overheidsmaatregelen die
hogen van het aandeel borstvlees. Vanuit
kostprijsverhogend werken, zoals de lagere
ethisch oogpunt lijkt de grens hier reeds
bezettingsnorm en productierechten, waaraan
bereikt. De Rabobank ziet in het verbeteren van
veel andere landen niet hoeven te voldoen.
de afzet van donkervleesproducten in derde
Zeker in wereldwijd perspectief heeft de Neder-
landen een oplossing. Ook hier zijn stappen
landse sector daardoor een hoge kostprijs, wat
gezet en de toetreding tot de EU van nieuwe
het moeilijk maakt om op de wereldmarkt de
landen met een grotere voorkeur voor donker-
prijsconcurrentie aan te gaan. In Noordwest-
vlees heeft de balans in de markt verbeterd.
Europa kan Nederland die strijd wel aan. Door
De volgende stap is het verder openen van
de efficiënte productie, de nabijheid van zee
markten buiten de EU, met name in Azië waar
havens en van belangrijke afzetmarkten, heeft
traditioneel een voorkeur bestaat voor donker-
Nederland een voorsprong. Bovendien loopt
vlees ten opzichte van borstvlees. Daarnaast is
de sector voorop in technische ontwikkeling,
het belangrijk om donkervlees ook te verwaarden
kennis en innovatie. Dat komt mede door de
in de Nederlandse retail- en restaurantkanalen.
aanwezigheid van wereldmarktleiders op het
Innovatieve productontwikkeling kan het ver-
gebied van genetica, stalinrichting, veevoer,
kooppotentieel verder stimuleren. Amerikaanse
verwerkingsmachines, diergeneesmiddelen en
bedrijven hebben hiermee op de binnenlandse
onderzoek. Om de positie van de Nederlandse
markt al successen behaald.
sector te behouden, is het belangrijk dat deze bedrijven in Nederland blijven. Een sterke
De uitdaging van vierkantsverwaarding is het
thuismarkt is daarvoor een voorwaarde.
grootst voor het tussensegment. De meerprijs voor dit vlees ten opzichte van standaardkip
Een scherpe kostprijs heeft te maken met de
blijft alleen beperkt als de consument hele
inkoop van grondstoffen. Voerprijzen zijn de
of halve kippen koopt, of zowel donker- als
belangrijkste kostenpost voor de pluimveeketen.
witvlees koopt. Als de consument ook in dit
De Rabobank verwacht dat de voerprijzen de
segment alleen kiest voor borstvlees zal het
komende jaren de sterke beweeglijkheid, die ze
donkervlees vaak in het standaardsegment
al sinds 2006 laten zien, blijven vertonen, met
voor gangbare prijzen worden afgezet. De
een gemiddeld hoger prijsniveau dan voor die
extra productiekosten moeten dan grotendeels
tijd. Het is belangrijk om dit door te vertalen in
worden terugverdiend met het borstvlees, wat
de productieketen. Bij pluimveevlees lukt dit al
daardoor onevenredig veel duurder zal worden.
vrij goed, maar kan beter. Wie in staat is om
Een betere vierkantsverwaarding vraagt meer
in te spelen op de volatiliteit in de keten is een
creativiteit bij productinnovatie en marketing,
winnaar voor de toekomst. Belangrijke instru-
om zo de afzet van donkere delen te verhogen.
menten hierbij zijn het beter begrijpen van
Denk aan nieuwe bereidingswijzen en product-
prijsbewegingen door de keten, inclusief die
vernieuwing eventueel tezamen met andere
van granen en oliezaden, een betere uitwisse-
voedingsmiddelen. Kortom: marktinnovatie kan
ling van informatie, meer hedging, prijs
leiden tot een betere balans in de vierkants
management en risicomanagement. Ook speelt
verwaarding.
consolidatie een rol om voldoende tegenwicht in de keten te bieden.
4.3 Kostprijs Kostprijs is een belangrijk thema in zowel
4.4 Ketensamenwerking
binnen- als buitenland. De keten moet tegen
Bij alle voorgaande thema’s speelt ketensamen-
een scherpe kostprijs kunnen produceren om
werking een belangrijke rol. De verschillende
de toenemende internationale concurrentie het
schakels in de keten (figuur 11) zullen zich
hoofd te bieden. Voor markten als het tussen
gezamenlijk moeten inzetten voor het onder-
segment is kostprijs belangrijk om de meerprijs
scheidend vermogen, de vierkantsverwaarding
ten opzichte van standaardvlees te beperken.
en een scherpe kostprijs.
18 | 4. Draagvlak voor de toekomst
Om als keten voldoende toegevoegde waarde
maliseren. Daarvoor is meer ketenregie nodig.
te kunnen leveren, wordt onderlinge verbon-
Nu gaat door de gefragmenteerde
denheid en samenwerking binnen de keten
schakels veel kennis in de keten verloren.
steeds belangrijker. De ketting is immers zo
De rol van de ketenpartijen verandert hierdoor.
sterk als de zwakste schakel. De vleespluimveeketen kan anticiperen op de consolidatie in
Schaalvergroting in met name de verwerking
de retail door zelf te consolideren en meer regie
zal leiden tot grotere, dominantere partijen.
binnen de keten op te eisen. Vraag en aanbod
Andere schakels, zoals verpakkers, voer
kunnen daardoor beter op elkaar worden afge-
producenten en broederijen moeten daarop
stemd, wat uiteindelijk leidt tot betere prijzen
reageren. Een deel van deze schakels zal naar
voor de vleeskuikenhouder.
verwachting integreren. Andere spelers blijven zelfstandig, maar gaan steeds meer volgens een
Binnen de vleespluimveeketen kan door
partnership-model werken om een optimale
verdere optimalisering van de onderlinge
ketenefficiëntie en effectiviteit te generen. De
processen meer rendement behaald worden.
onderlinge relaties tussen voer, vermeerdering
Moderne technieken leveren een schat aan
en fokkerij, houderij en vleesverwerking zullen
informatie op binnen alle schakels van de
sterker worden en partijen zullen steeds meer
kolom. Door de verkregen informatie binnen
samenwerking zoeken zowel op de binnen-
de kolom met elkaar te delen, kunnen de ver-
landse als de internationale markt.
schillende schakels hun eigen processen opti-
Figuur 11 – Uitdagingen voor de keten van de vleeskuikenhouderij
Fokkerij
Veevoerindustrie
Vermeerdering
2 bedrijven
72 producenten 3,9 miljoen ton
281 bedrijven, 5.300.000 dieren
• Genetische selectie op
• Hoogwaardig voer o.b.v.
• Ingrepen
duurzaamheid
• Sterke robuuste kuikens (hoge ziekteresistentie)
stabiele samenstelling
• Begeleiding afnemers • Stimuleren data-uitwisseling
• Rantsoenering • Dierenwelzijn (natuurlijk gedrag)
• Anticiperen op marktconcepten
Broederij
Vleeskuikenhouderij
Slachterij
16 bedrijven, 655.000.000 dieren
680 bedrijven, 44.700.000 dieren
15 bedrijven, 751.000 ton
• Compleet kuikenpaspoort
• Reductie antibioticagebruik
• Uitbouw tussensegment
• Vermeerderaar koppelen
• Dierenwelzijn
• Internationalisering • Data-uitwisseling
aan kuikenhouder
• Ontwikkeling benchmark
• Communicatie tussen schakels
• Landschappelijke inpassing
Verwerkende industrie
Grossier
282 bedrijven
Consument
Retail
• Productontwikkeling
• Bewustwording consument
• Marketing
• Adoptie tussensegment
• Vierkantsverwaarding
• Vierkantsverwaarding • Marketing/promotie Nederlands kwaliteitsvlees
• Waardering duurzaamheid (hogere productprijs)
De Nederlandse vleeskuikenhouderij richting 2020 | 19
>
Slot
De toenemende vraag naar pluimveevlees geeft aanleiding om positief gestemd te zijn. Om de kansen op de verschillende markten te kunnen benutten is inspanning van de gehele keten nodig. Pluimveevlees heeft genoeg positieve elementen in zich om in de toekomst een sterk aandeel in de vleesconsumptie te behouden en verder uit te breiden. De harde en zachte kant van de sector moeten hierbij samen opgaan. De harde kant van de markt blijft vragen om een concurrerende kostprijs. Voor de gangbare productie blijven de ‘economies of scale’ een belangrijke rol spelen. Topprestaties zijn noodzakelijk. De meer zachte kant van de pluimveevleesproductie vraagt om landschappelijke inpassing, dierenwelzijn, minimaal antibioticagebruik, beperkte emissies en transparantie over de productiewijze. Maatschappelijk draagvlak kan zo verder gecreëerd worden. Volgens de Rabobank kan het één niet zonder het ander gaan. Het tussensegment is hier een succesvol voorbeeld van. Een krachtige primaire productiesector in Nederland is een springplank voor veel partijen die deel uitmaken van de keten. Om die reden zal de keten meer gezamenlijk op moeten trek ken, vindt de Rabobank, zodat de positie van het Nederlandse pluimveevlees wordt geborgd en zo mogelijk versterkt. De sector kan zich tevens versterken door meer prestatie-indicatoren op te stellen voor bedrijfsvergelijking. Samenwerk ing in de vleespluimveeketen is ook hierbij van groot belang.
Colofon
Disclaimer Bij het samenstellen van deze publicatie is een zo groot
Uitgave
mogelijke zorgvuldigheid betracht. Er kan geen
Rabobank Nederland Directoraat Bedrijven
aansprakelijkheid worden aanvaard, indien gegevens uit deze publicatie niet mochten leiden tot het bedoelde
Redactie
resultaat of aanleiding mochten geven tot enigerlei schade.
Jeroen van den Hurk
Overname van tekst- en cijfermateriaal is toegestaan
Nan-Dirk Mulder
onder de volledige bronvermelding.
Eindredactie
Copyright
Anet Abbing-Zijgers
Rabobank Nederland, februari 2012
Concept en vormgeving Volta_ontwerpers, Utrecht Fotografie Frans Jan Fortunati, Wijk en Aalburg
www.rabobank.nl/agrarisch