ZORGPROGRAMMA EEN VEILIGHUIS
1
COLOFON Het Zorgprogramma een VeiligHuis wordt gecoördineerd door Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, dat op 1 januari 2002 van start gaat. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is het vervolg van project een VeiligHuis (1998 - 2002) dat een initiatief was van Vrouwenopvang Utrecht en politie regio Utrecht. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is gefinancierd door de gemeente Utrecht en aangehaakt bij Vrouwenopvang Utrecht.
2
De organisaties die project een VeiligHuis droegen, zullen de samenwerking voortzetten rondom het Advies- en Meldpunt.
• • • • • • • • • • • • • • • •
Deze organisaties zijn: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Altrecht, Geestelijke Gezondheidszorg Bureau Jeugdzorg Utrecht Centrum Maliebaan, instelling voor verslavingszorg Cumulus, welzijnsstichting Gemeente Utrecht GG&GD, gemeente Utrecht Openbaar Ministerie, arrondissement Utrecht Orthopedagogisch Centrum Utrechtse Jeugdhuizen Leger des Heils Politie regio Utrecht Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht Reclassering Nederland, arrondissement Utrecht Stichting Slachtofferhulp, regio Utrecht Stade Migrantenhulpverlening Vrouwenopvang Utrecht
Dit zorgprogramma is mede mogelijk gemaakt door Fonds Sociale Integratie van de gemeente Utrecht. Projectmanager project een VeiligHuis: Anja Kuijper (1998-2002) Zorgprogrammacoördinator Advies- en Meldpunt: Margriet Freeke-Dokter (2002-heden) Tekst zorgprogramma: Mieke de Wit, onderzoek en advies voor de nonprofit sector Vormgeving en druk: Studio Dekker,Waddinxveen © Vrouwenopvang Utrecht, 2001 ISBN: 90-803922-5-1 Overname en/of openbaarmaking van (gedeelten van) deze uitgave uitsluitend met bronvermelding. Exemplaren van dit zorgprogramma kunt u schriftelijk bestellen bij: Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Postbus 13088 3507 LB Utrecht www.meldpunt-eenveilighuis.nl telefoon: 0900 2300 300 SD/1500-april 2003
VOORWOORD Met enige trots presenteren wij u Zorgprogramma een VeiligHuis. Het zorgprogramma is het resultaat van drie jaar intensieve samenwerking tussen Utrechtse instellingen met een hulpaanbod rondom relationeel geweld. Het voor u liggende programma moet niet als afgerond worden gezien. Het is een werkdocument, waarin beschreven staat wat er op dit moment gebeurt rondom de aanpak van relationeel geweld, maar vooral wat er nog gaat gebeuren in de periode 2002 - 2006. Dit laatste is wel het belangrijkste resultaat van drie jaar gezamenlijk optrekken.Vanuit een gedeelde visie op wat er nog ontwikkeld moet worden, hebben de samenwerkingspartners zich daadwerkelijk gecommitteerd aan de uitvoering. Naast het zorgprgramma heeft deze samenwerking tot meer concrete afspraken geleid, namelijk Protocol een VeiligHuis. Deze strafrechtelijke aanpak bij relationeel geweld voorziet in een hulpverleningstraject voor plegers van dit geweld. Uiteraard draait het in dit zorgprogramma allemaal om de betrokkenen: vrouwen als slachtoffer van relationeel geweld, de mishandelende partner en de kinderen als getuigen. Het is rond de vraag van de vrouw als slachtoffer, dat het programma is opgezet. De samenwerkingspartners hopen dat tijdens de implementatie van het programma hun vragen (nog) scherper in beeld komen en dat het hulpaanbod hierop (nog) beter aan kan sluiten. Het probleem van relationeel geweld zal blijven, maar een effectievere aanpak voorkomt veel maatschappelijke, fysieke en emotionele malaise. Het is vanuit die overtuiging dat wij de komende jaren willen samenwerken. Namens de samenwerkingspartners,
Oscar Dros, voorzitter stuurgroep project een VeiligHuis.
3
4
INHOUD VOORWOORD 1
EEN VEILIGHUIS
5
2
ZORGPROGRAMMA EEN VEILIGHUIS
7
3
ZORGPROGRAMMA’S EN DE HULPVERLENER
11
4
ROUTE DOOR HET ZORGPROGRAMMA VOOR DE CLIËNT
13
5
WERKORGANISATIE: ADVIES- EN MELDPUNT EEN VEILIGHUIS 2002 - 2006
16
6
WERKPLAN
6.1 6.2
Projecten die voor 2002 tot stand zijn gekomen De toekomst: 2002 - 2006
19 25
LITERATUUR
33
BIJLAGE I
MODULES VAN HET ZORGPROGRAMMA NAAR HULPVRAAG
34
BIJLAGE II
ADVIES- EN MELDPUNT EEN VEILIGHUIS
85
BIJLAGE III
CHECKLIST STANDAARD AANPAK GEWELD IN RELATIES
90
BIJLAGE IV
REGIO INDELING BUREAU JEUGDZORG UTRECHT
99
5
6
1
EEN VEILIGHUIS Een VeiligHuis is een Utrechts samenwerkingsproject dat is opgezet om een aanpak rond relationeel geweld tegen vrouwen te ontwikkelen. Relationeel geweld is een omvangrijk en hardnekkig probleem in onze samenleving. Eén op de vijf vrouwen in Nederland is ooit in een relatie met een mannelijke partner geconfronteerd geweest met geweld. Van deze vrouwen heeft bijna de helft lichte vormen van geweld meegemaakt en ruim de helft heeft herhaalde en ernstige vormen van geweld ondergaan. (Römkens, 1992) Binnen het Zorgprogramma een VeiligHuis wordt de volgende definitie van relationeel geweld tegen vrouwen gehanteerd. Relationeel geweld is eenzijdig uitgeoefend lichamelijk, psychisch en/of seksueel getint geweld, of fysieke dwang tegen een vrouw door haar (ex-)partner, tengevolge waarvan ze tegen haar wil emotionele en/of fysieke pijn of letsel ervaart. Hieronder valt een scala van gedragingen. Een klap geven, schoppen, stompen, gooien met voorwerpen, trekken aan haren, breken en ontwrichten van ledematen, toebrengen van brandwonden, veroorzaken van letsel met behulp van mes en/of vuurwapen, treiteren, vernederen, isoleren, gedwongen deelname aan seksuele handelingen en verkrachting. Er zijn ook vrouwelijke partners die vrouwen mishandelen. Hierover zijn echter geen cijfers bekend. Ook in de Utrechtse wijken signaleren hulpverleners en politie relationeel geweld tegen vrouwen.Voor het jaar 2000 schat politie het aantal meldingen van geweld in gezinnen in de stad Utrecht op 1000 tot 1500. In hetzelfde jaar hebben zich bij Vrouwenopvang Utrecht (VOU) 2577 vrouwen gemeld voor opvang en/of informatie. Goede opvang alleen is niet voldoende in de bestrijding van geweld tegen vrouwen, juist omdat het vaak jaren duurt voordat vrouwen besluiten het geweld, soms tijdelijk, te doorbreken door naar een opvangvoorziening te vluchten. Voordat het zover is, komen er via de hulpverlening signalen binnen. Signalen die vaak niet als zodanig onderkend worden, omdat de vrouwen niet expliciet aangeven dat zij mishandeld worden en soms een andere hulpvraag stellen. Het is van cruciaal belang dat hulpverleners bij het eerste contact met een mishandelde vrouw de goede vragen stellen en de goede begeleiding bieden.
EEN
VEILIGHUIS
7
Eén van de problemen bij het bestrijden van vrouwenmishandeling is dat het geweld zich in de privé-sfeer afspeelt. Hierdoor zijn hulpverleners en politie alsook de directe omgeving geneigd zich terughoudend op te stellen. Mishandelde vrouwen willen in eerste instantie hulp van ambulante hulpverlening of van politie bij het stoppen van het geweld. De relatie willen zij vaak niet beëindigen.
8
EEN
VEILIGHUIS
Vrouwen die seksueel misbruikt en mishandeld zijn hebben baat bij vroegtijdige, laagdrempelige vormen van hulp, al dan niet vlak bij huis. Door een multicultureel zorgaanbod op maat te ontwikkelen, kan voorkomen worden dat de instroom van vrouwen in de intramurale geestelijke gezondheidszorg (GGZ) groot wordt (Redmond, 1999). Naast de intramurale zorg is er momenteel in Utrecht een stedelijk aanbod ter ondersteuning van vrouwen die hun gewelddadige partner hebben verlaten. De laatste jaren zijn er op een aantal plaatsen initiatieven ontplooid om de hulpverlening aan slachtoffers van geweld in het gezin te verbeteren. Belangrijke knelpunten daarbij zijn het gebrek aan samenhang in het aanbod. Dit uit zich bijvoorbeeld in het bestaan van lacunes in het aanbod zelf of in het ontbreken van verwijs- en samenwerkingsafspraken. Hierdoor komt de continuïteit van de hulpverlening aan slachtoffers die (meerdere vormen van) hulp nodig hebben in gevaar. Ook komt het voor dat slachtoffers, door gebrek aan informatie, niet goed worden doorverwezen. Dit komt de doelmatigheid en de effectiviteit van de hulp aan slachtoffers van relationeel geweld niet ten goede.
Het Utrechtse Zorgprogramma een VeiligHuis wil een bijdrage leveren aan het oplossen van de gesignaleerde knelpunten. Het zorgprogramma is binnen het project VeiligHuis onderdeel van het deelproject Een integraal sluitend zorgaanbod1). Doel van dit deelproject is te komen tot een sluitend, multicultureel zorgaanbod voor alle vrouwen. Een inventarisatie van het hulpaanbod bij geweld in relaties en de samenwerking tussen (hulpverlenende) instellingen in Utrecht vormden de eerste fase van het project. Het zorgprogramma vormt de tweede fase, waarna in de derde fase het zorgaanbod door de instellingen wordt geïmplementeerd. Niet alleen vrouwen, maar ook kinderen raken beschadigd door ervaringen met relationeel geweld. Deze beschadigingen zijn van invloed op hun verdere leven. Daarom gaat in dit zorgprogramma ook aandacht uit naar kinderen. Het Zorgprogramma een VeiligHuis is een werkdocument voor de jaren 2002 - 2006. Leeswijzer In paragraaf 2 komen de keuzes aan bod voor wat betreft de visie op relationeel geweld, de aard van het programma en de modules, de doelgroepen en de coördinatie. In paragraaf 3 staat beschreven wat het werken met zorgprogramma’s betekent voor de praktijk van de hulpverlener.Vervolgens behandelt paragraaf 4 de route door het zorgprogramma voor de cliënt, waarna in paragraaf 5 de organisatie voor de periode 2002 - 2006 aan bod komt. De laatste paragraaf 6 is gewijd aan het werkplan. In het eerste gedeelte komen de projecten aan bod die tijdens de projectperiode tot stand zijn gekomen. Het tweede gedeelte van deze paragraaf beschrijft de toekomstplannen. De lijst van ondertekenaars die zich hebben verbonden aan het Zorgprogramma een VeiligHuis voor de periode 2002 - 2006 complementeert het geheel. In de bijlages I en II treft u de beschrijving aan van de afzonderlijke modules. In de eerste bijlage geordend naar hulpvraag, in de tweede geordend naar instelling. Bijlage III geeft een nadere invulling van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. Bijlage IV is tenslotte de checklist voor een standaardaanpak bij geweld in relaties, waarbij de interventies gericht zijn op het stoppen van het geweld.
De andere deelprojecten binnen een VeiligHuis zijn: •
Een sluitend hulpverleningsaanbod op wijk- een buurtniveau
•
Veiligheid
•
Let op de kleintjes
EEN
VEILIGHUIS
9
10
2
ZORGPROGRAMMA EEN VEILIGHUIS ‘Ik word van het kastje naar de muur gestuurd’, ‘Ik moet steeds opnieuw het verhaal vertellen’, ‘De ene hulpverlener weet niet wat de andere doet.’ Het zijn welbekende klachten van cliënten die met hulpverlenende instanties te maken hebben. Zorgprogramma’s moeten ertoe leiden dat dit soort klachten zo veel mogelijk tot het verleden gaan behoren. ZORGPROGAMMA
Een zorgprogramma is een goed geregeld hulpaanbod voor een groep cliënten met een vergelijkbare hulpvraag. De bedoeling is, dat die cliënten kunnen rekenen op samenhangende hulp, waarbij de verschillende instellingen die die hulp bieden met elkaar hebben afgesproken wie welke hulp levert. (NIZW/VWS, 1999) Binnen het Zorgprogramma een VeiligHuis wordt relationeel geweld primair opgevat als een veiligheidsprobleem, analoog aan wat in het Draaiboek voor de aanpak van huiselijk geweld (Ministerie van Justitie, 2000) wordt aangeraden. Daarom zijn de sleutelbegrippen: vroegtijdige signalering, stoppen van mishandeling en voorkomen van herhaling van het geweld, normstellend handelen naar daders, gedegen eerste opvang en gerichte verwijzing aan slachtoffers, alsmede het vergroten van de weerbaarheid van vrouwen. Bovendien wordt relationeel geweld niet als een privé-aangelegenheid, maar als een maatschappelijk probleem gezien, dat samenhangt met de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen en de daarmee samenhangende beeldvorming in onze samenleving over mannelijkheid en vrouwelijkheid (Ministerie van WVC, 1993). Doelgroepen Zorgprogramma’s worden gemaakt voor een groep cliënten met een vergelijkbare hulpvraag. Een vergelijkbare hulpvraag is niet hetzelfde als een vergelijkbare problematiek. Vrouwen die door hun partner worden mishandeld hebben wel hetzelfde probleem, maar de hulp die zij nodig hebben kan heel verschillend zijn. De ene vrouw is wellicht gebaat bij partnerrelatietherapie, terwijl de ander hulp wil hebben bij het ontvluchten van de thuissituatie.
11
In het Zorgprogramma een VeiligHuis zijn zes groepen vrouwen met zes verschillende hulpvragen onderscheiden: 1 • • •
12
Vrouw wil over het geweld praten Hulpvragen: Pak de signalen van geweld op; Praat met mij over wat mij overkomt en wat ik kan doen; Help mij het geweld te stoppen.
ZORGPROGAMMA
2 • • • 3 • • • • 4 • 5 • • • 6 •
Vrouw wil bij partner blijven Hulpvragen: Help mij het geweld te stoppen; Help mij de cirkel te doorbreken met behoud van mijn relatie; Geef mij bescherming. Vrouw wil (tijdelijk) weg bij haar partner Hulpvragen: Ik wil een time-out; Ik wil veiligheid, dan wel bescherming, dan wel weg; Ik wil dat hij het huis uitgaat, dan wel wegblijft; Ik wil een eigen leven zonder angst opbouwen. Vrouw loopt levensgevaar Hulpvragen: Geef mij bescherming en een veilige plek om te wonen. Vrouw wordt achtervolgd door haar (ex-) partner of zijn familieleden (stalking) Hulpvragen: Hoe bewandel ik de juridische wegen om het stalken te stoppen? Hoe kan ik door een veranderende opstelling bijdragen aan het stoppen van het stalken? Help mij bij het stoppen van het stalken. Vrouw blijft de gevolgen ondervinden van relationeel geweld in het verleden Hulpvragen: Help me het relationeel geweld in het verleden te verwerken.
Soorten programma’s Er zijn verschillende soorten zorgprogramma’s. Programma’s worden gemaakt op basis van het aanbod van de betrokken instellingen. Ook zijn er programma’s die uitgaan van doelgroepen, dan wel hulpvragen. In Utrecht is het zorgprogramma gebaseerd op de zes verschillende doelgroepen/hulpvragen van vrouwen. Daarnaast is er een programma voor kinderen als getuige van relationeel geweld. Programma’s voor verschillende doelgroepen worden vervolgens onderscheiden in SPECIALISTISCHE EN GENERALISTISCHE programma’s. In een specialistisch programma ligt precies vast welke modules moeten worden uitgevoerd. Een generalistisch programma is meer een menu à la carte, waaruit een aantal modules wordt gekozen dat aansluit bij de behoefte van de vrouw en haar eventuele kinderen. Het Utrechtse zorgprogramma is generalistisch van aard. Er is een groot aantal modules, waaruit door de casemanager, al dan niet van het Advies- en Meldpunt, in overleg met de vrouw een keuze wordt gemaakt. Modules De hulpvormen, ook wel modules genoemd, zijn in feite de bouwstenen van een zorgprogramma. Het zijn bestaande vormen van hulp die door hulpverleners van de betrokken instellingen worden geleverd, zoals de ambulante hulpverlening, opvang en hulp bij het vluchten. In tegenstelling tot een programma ligt de groep voor wie de module is bedoeld niet vast. Een module kan voor verschillende groepen worden ingezet. Een assertiviteitstraining kan zowel vrouwen helpen die het moeilijk vinden om op hun werk hun mond open te doen, alsook vrouwen die worden gestalkt. De modules die aan een slachtoffer van relationeel geweld worden aangeboden vormen tezamen een afgerond hulpaanbod. Juist door de onderlinge samenhang van de modules is de kans dat de hulp tot goede resultaten leidt groter dan voorheen. Omdat er in Utrecht een groot aanbod bestaat rondom relationeel geweld, staan de modules van het zorgprogramma achterin beschreven. In bijlage I zijn de modules geordend naar doelgroep, c.q. hulpvraag. In bijlage II is het aanbod per instelling geordend. Hieronder volgt een schematische weergave van het aanbod geordend naar hulpvraag per instelling.
ZORGPROGAMMA
13
Hulpaanbod per instelling geordend naar hulpvraag 1
2
3
4
5
6
PRATEN
MET PARTNER
ZONDER PARTNER
LEVENSGEVAAR
STALKING
GEVOLGEN
ALTRECHT
14
ZORGPROGAMMA
BLIJF VOU BUREAU VOU CUMULUS AMW FIOM VOU Centrum Maliebaan MW Politie STADE FIOM STADE Migrantenh. Stichting Slachtofferh. VITA VOU DE WAAG
Coördinatie: Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Bij sectorale en intersectorale programma’s zijn altijd meerdere instellingen betrokken die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de inhoud en de kwaliteit van het programma. Het is van belang dat één instelling of één organisatie de procesbewaking op zich neemt voor het zorgprogramma. In Utrecht is ervoor gekozen een 24-uurs Advies- en Meldpunt een VeiligHuis op te richten dat wordt aangehaakt bij Vrouwenopvang Utrecht. In bijlage III is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de toekomstige opzet en werkwijze van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis.
3
ZORGPROGRAMMA’S EN DE HULPVERLENER Wat het werken met zorgprogramma’s voor de praktijk van de hulpverlener betekent is op een rij gezet door NIZW/VWS (1999). In hun uitgave over zorgprogrammering in de praktijk van de jeugdzorg onderscheiden zij verschillende gevolgen. Hieronder volgt een weergave.
1
De hulpverlener zal zich ervan bewust moeten zijn dat hij of zij niet de enige is die met de vrouw of het gezin bezig is. Een hulpverlener zal zich bijvoorbeeld moeten realiseren dat de partner van de vrouw en het kind andere trajecten volgen. Iedereen draagt iets vanuit zijn of haar deskundigheid bij.Als de hulpverlener ziet dat de eigen instelling of organisatie niet de hulp kan leveren die noodzakelijk is, zal de deskundigheid van een andere hulpverlener ingeschakeld moeten worden. En andersom: de eigen deskundigheid zal ingezet moeten worden op de vraag van anderen.
2
Zoals de hulpverlener tot nu toe onderdeel was van een team van de eigen instelling, zo zal hij of zij straks in plaats daarvan, of daarnaast onderdeel zijn van het team van een zorgprogramma. Er zullen regelmatig cliëntbesprekingen zijn. Wellicht zal er tijdens die besprekingen nog wel eens verbazing optreden over de afwijkende werkwijze van de collega’s uit andere instellingen. De hulpverlener zal bereid moeten zijn af te stappen van de ‘maar bij ons doen we het altijd zo’ houding en open moeten staan voor andere, misschien wel betere werkwijzen.
3
De hulpverlener krijgt ook pottenkijkers. In het team van het zorgprogramma zal verantwoording afgelegd moeten worden over de voortgang met de cliënt. Inzicht zal gevraagd worden over wat er tot nu toe gedaan is en met welk resultaat.
4
Het wordt voor hulpverleners ook moeilijker om een cliënt door te schuiven naar een andere instelling. Bij de ontwikkeling van een zorgprogramma zijn immers alle mogelijke vormen van hulp in de stad geïnventariseerd en bij elkaar gebracht. Instellingen die de juiste hulp voor de doelgroep in huis hebben zijn in het programma opgenomen. Blijkt gaandeweg dat de vrouw niet geholpen kan worden met de hulp uit het programma, dan zal er een nieuw hulpaanbod gecreëerd moeten worden. De kans dat de vrouw van het kastje naar de muur wordt gestuurd wordt zo toch aanzienlijk kleiner.
5
Sommige hulpverleners zullen doelgerichter moeten gaan werken dan ze gewend zijn. Een zorgprogramma is ook tijdgebonden. De hulpvormen geven aan binnen welke termijn ze welk resultaat willen bereiken. Er zullen in het algemeen weinig hulpverleners zijn die niet met een bepaald doel voor ogen hun cliënt helpen en dat doel binnen een bepaalde termijn hopen te bereiken, maar een programma stelt toch strengere eisen. De doelen, de omvang van de hulp en de tijdsduur staan op papier en kunnen als ijkpunten worden beschouwd.
DEHULPVERLENER
15
16
6
Een zorgprogramma kan soms een inbreuk op een gangbare werkwijze betekenen. Zo is er bijvoorbeeld een zorgprogramma voor jongens in een jeugdgevangenis. Het doel is om hen zo constructief mogelijk te laten terugkeren naar de maatschappij. Eén van de hulpvormen is dagbesteding. Daarvoor gaan de jongens naar een bestaand centrum waar praktijkscholing wordt gegeven. Voordat het programma er was bepaalde het centrum zelf wie er binnen kwam. Nu het onderdeel is van het zorgprogramma wordt van het centrum verlangd om alle jongens die daarvoor geïndiceerd zijn toe te laten. Dat kan de nodige wrijving veroorzaken. Daarom moet over dit soort zaken goed overleg worden gevoerd.
7
Ingezet worden voor een zorgprogramma kan soms een vrijwel nieuwe werkkring betekenen. Zo bestaat in het hiervoor aangehaalde zorgprogramma voor jongens de belangrijkste hulpvorm uit begeleiding door een coach. De coach, die slechts enkele jongens onder haar hoede heeft, is voor twintig uur per week aan het programma verbonden. De overige uren werkt ze nog in haar oude werkkring, de jeugdreclassering. Zo heeft zij meer contacten met hulpverleners van andere instellingen die voor het programma worden ingezet dan met haar collega’s van de reclassering.
DEHULPVERLENER
4
ROUTE DOOR HET ZORGPROGRAMMA VOOR DE CLIËNT De eerste opvang van slachtoffers van relationeel geweld is een eerstelijnsvoorziening in de hulpverleningsketen, waarin het Algemeen Maatschappelijk Werk,Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, Bureau Vrouwenopvang Utrecht, Stichting Slachtofferhulp en politie een belangrijke rol spelen.
• • •
•
•
Indien een vrouw die als slachtoffer te maken heeft met relationeel geweld bij een hulpverlenende instantie aanklopt, zal zij de volgende stappen doorlopen: Er wordt gelegenheid gegeven over de geweldservaring te praten; Gevraagd wordt of zij schriftelijk toestemming verleent het geweld te melden bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, nadat is uitgelegd waarom dit verzoek wordt gedaan; Er wordt gecheckt of er kinderen bij zijn betrokken en of er sprake is van mishandeling van de kinderen of andere jeugdzorgproblematiek. Indien dit het geval is wordt contact opgenomen met Bureau Jeugdzorg (zie verder in dit hoofdstuk bij ‘de route voor kinderen’; Indien de situatie als zeer complex wordt ingeschat (zie hoofdstuk 5 en werkplan), wordt zij geïntroduceerd bij de casemanager van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. De casemanager maakt samen met de vrouw een hulpverleningsplan voor haarzelf, haar kinderen en eventueel haar echtgenoot; Indien de situatie minder complex is, zal de instelling zelf op basis van het doorlopen van de checklist ’standaardaanpak bij geweld in relaties’ (zie bijlage IV) een hulpverleningsplan opstellen.
HULPVERLENENDE INSTANTIE gelegenheid geven over de geweldservaring te praten schriftelijke toestemming vragen het geweld te melden bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis kinderen? nee
ja
route voorkinderen
situatie complex? opstellen hulpverleningsplan op basis van de checklist ‘standaardaanpak bij geweld in relaties’
nee
ja
introductie bij casemanager Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Casemanager maakt samen met vrouw een hulpverleningsplan
ROUTECLIËNT
17
1 2 3
18
ROUTECLIËNT
4 5
6
Indien een vrouw aanklopt bij de huisarts, zal zij de volgende stappen doorlopen: Er wordt gelegenheid gegeven over de geweldservaring te praten; Gevraagd wordt of zij schriftelijk toestemming verleent het geweld te melden bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, nadat is uitgelegd waarom dit verzoek wordt gedaan; Er wordt gecheckt of er kinderen bij zijn betrokken en of er sprake is van mishandeling van de kinderen of andere jeugdzorgproblematiek. Indien dit het geval is wordt contact opgenomen met Bureau Jeugdzorg (zie verder in dit hoofdstuk bij ‘de route voor kinderen’; Wanneer de vrouw aangeeft dat zij hulpverlening wenst, verwijst de huisarts door naar de dichtsbijzijnde vestiging van een geëigende instelling; Indien de situatie als zeer complex wordt ingeschat (zie hoofdstuk 5 en werkplan), wordt zij geïntroduceerd bij de casemanager van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. De casemanager maakt samen met de vrouw een hulpverleningsplan voor haarzelf, haar kinderen en eventueel haar echtgenoot; Indien er acuut gevaar dreigt voor de vrouw of de kinderen wordt de vrouw in contact gebracht met de politie.
HUISARTS gelegenheid geven over de geweldservaring te praten schriftelijke toestemming vragen het geweld te melden bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis kinderen? nee
ja
route voor kinderen
acuut gevaar? nee situatie complex? nee verwijzen naar een geeïgende instelling
ja vrouw in contact brengen met de Politie
ja introductie bij casemanager Advies- en Meldpunt een Veilig Huis Casemanager maakt samen met vrouw een hulpverleningsplan
1 2 3
4
5
Indien een slachtoffer zich meldt bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, zal zij de volgende stappen doorlopen: Er wordt gelegenheid gegeven over de geweldservaring te praten; Gevraagd wordt of zij schriftelijk toestemming verleent het geweld te registreren, nadat is uitgelegd waarom dit verzoek wordt gedaan; Er wordt gecheckt of er kinderen bij zijn betrokken en of er sprake is van mishandeling van de kinderen of andere jeugdzorgproblematiek. Indien dit het geval is, wordt contact opgenomen met Bureau Jeugdzorg (zie verder in dit hoofdstuk bij ‘de route voor kinderen’; Indien de situatie als zeer complex wordt ingeschat (zie hoofdstuk 5 en werkplan), maakt de casemanager van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis samen met de vrouw een hulpverleningsplan voor haarzelf, haar kinderen en eventueel haar partner; Indien de situatie minder complex is, zal de casemanager contact opnemen met een geëigende instelling en de vrouw daarnaar verwijzen.
ADVIES- EN MELDPUNT EEN VEILIGHUIS
gelegenheid geven over de geweldservaring te praten schriftelijke toestemming vragen het geweld te registreren kinderen? nee
ja
route voor kinderen
situatie complex? nee Casemanager neemt contact op met geëigende instellingen verwijst vrouw daarnaar
ja Casemanager maakt samen met vrouw een hulpverleningsplan
ROUTECLIËNT
19
1 2 3
20
ROUTECLIËNT
Indien een niet-slachtoffer melding maakt van relationeel geweld bij hetzij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, hetzij politie zal: De melder, indien gewenst, een folder toegestuurd krijgen over relationeel geweld; De melding doorgegeven worden aan de andere partij, zijnde politie als de melding binnenkomt bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, en vice versa; Politie neemt de meldingen door met professionele vrijwilligers van Slachtofferhulp. Indien er geen acuut gevaar dreigt, neemt de vrijwilliger van Slachtofferhulp contact op met het gezin. In andere situaties onderzoekt een intaker van politie de melding en neemt hij/zij contact op met het betreffende gezin. De werkwijze is vergelijkbaar met die van het Maatschappelijk Werk van politie (zie hiervoor de beschrijving van hun module, hulpvraag 1).
MELDING BIJ ADVIES- EN MELDPUNT OF POLITIE VAN NIET- SLACHTOFFER indien gewenst een folder toesturen melding doorgeven aan andere partij: Advies- en Meldpunt een VeiligHuis geeft melding door aan Politie en vice versa. acuut gevaar? slachtofferhulp neemt contact op met het gezin
nee
ja
nee
intaker politie onderzoekt melding: sprake van relationeel geweld? ja intaker bezoekt gezin
1 2
3
4
5
Route voor kinderen Indien er kinderen in het gezin zijn en er een vermoeden of sprake is van jeugdzorgproblematiek, worden de volgende stappen ondernomen: De hulpverlener neemt contact op met de aanmeldingsdienst van Bureau Jeugdzorg van de desbetreffende regio van het Bureau (zie bijlage 4), of belt Bureau Jeugdzorg voor consultatie; Bureau Jeugdzorg biedt onmiddellijk hulp indien er sprake is van een crisissituatie. Indien dit niet het geval is, maar er wel sprake is van jeugdzorgproblematiek, vindt er binnen één à twee weken een screeningsgesprek plaats. In overleg wordt gekeken wie bij dit gesprek aanwezig zijn, bijvoorbeeld de moeder, de hulpverlener en/of de casemanager; In het screeningsoverleg tussen de Raad van de Kinderbescherming, de Jeugd GGZ en Bureau Jeugdzorg wordt beslist over het hulpaanbod of het hulptraject voor het kind. Het vervolg wordt uitgevoerd door één van deze drie instellingen. Deze kan daar weer andere instellingen bij betrekken; Bij vermoedens van kindermishandeling kan ook contact worden opgenomen met een vertrouwensarts of maatschappelijk werker van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Indien een hulpverlener sterke aanwijzingen heeft dat er sprake is van kindermishandeling, kan dit bij het AMK worden gemeld. Het AMK stelt dan een onderzoek in. Afhankelijk van de bevindingen wordt getracht de hulpverlening aan kind en ouders op gang te brengen. Ook kan het AMK de Raad van de Kinderbescherming inschakelen; In geval van een levensbedreigende situatie voor het kind kan ook 24 uur per dag contact opgenomen worden met de civiele afdeling van de Raad voor de Kinderbescherming. KINDEREN MET JEUGDZORGPROBLEMATIEK crisissituatie
geen crisissituatie
Bureau Jeugdzorg biedt onmiddellijk hulp
screeningsgesprek Bureau Jeugdzorg
consultatie Bureau Jeugdzorg
screeningsoverleg Bureau Jeugdzorg, afdeling Vrijwillige Hulp
consultatie of melding bij Advies-en Meldpunt Kindermishandeling AMK onderzoekt melding
Jeugd GGZ
levensbedreigend voor kind: Raad voor de Kinderbescherming, afdeling Civiel
Raad voor de Kinderbescherming
ROUTECLIËNT
21
22
5
WERKORGANISATIE: ADVIES- EN MELDPUNT 2002 - 2006 Het Zorgprogramma een VeiligHuis wordt gedragen door de samenwerkingspartners. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van het programma. Het op te richten Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, dat aangehaakt wordt bij Vrouwenopvang Utrecht, is verantwoordelijk voor de procesmatige voortgang van het zorgprogramma. WERKORGANISATIE
• • • • •
Programmacoördinator Binnen het advies- en meldpunt wordt een programmacoördinator aangesteld die de voorwaardenscheppende zaken regelt voor het zorgprogramma. Dit zijn: voortgangsbewaking; het volgen en ondersteunen van de samenwerkende partners; signaleren van knelpunten en lacunes en het nemen van initiatieven voor verbetering; uitschrijven van minstens twee vergaderingen per jaar van de stuurgroep; verzorgen van een inhoudelijk aanbod. Bij de start van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis zijn er middelen voor het financieren van één fte programmacoördinatie.
• • • •
Registratie/documentatiemedewerker Voor het opzetten en verzorgen van de registratie en documentatie van relationeel geweld in het advies- en meldpunt is een registratie/documentatiemedewerker aangesteld met als taken: inventariseren en uitvoeren van de registratie van gezinsgeweld in Utrecht; updaten en onderhouden van de sociale kaart; actualiseren van de web-site; verzamelen van relevante documentatie over relationeel geweld.
• • • • •
Casemanager / Consulent relationeel geweld Naast de programmacoördinator wordt er voor elke cliënt die in het programma is opgenomen een casemanager aangewezen, die het vaste aanspreekpunt is. De casemanager: onderhoudt de contacten met de hulpverleners in het programma; houdt in de gaten of verschillende hulpvormen goed op elkaar blijven afgestemd; heeft regelmatig contact met de programmacoördinator, zeker in het geval dat er problemen opdoemen; geeft deskundigheidsbevordering aan hulpverleners; dient als vraagbaak omtrent relationeel geweld voor hulpverleners.
23
24
WERKORGANISATIE
Bij de start van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis zijn er voldoende middelen voor het financieren van één fte casemanagement. De verwachting is dat één fte niet voldoende zal zijn voor de regio Utrecht. Omdat het zorgprogramma het karakter heeft van een pilot, zal er toch begonnen worden met Advies- en Meldpunt een VeiligHuis, indien geen financiering gevonden wordt voor meer formatie.Werkenderwijs zal bekeken worden of de programmacoördinatie en het casemanagement uitbreiding behoeven. Vanwege het te voorziene capaciteitsprobleem hebben de samenwerkingspartners afgesproken dat het adviesen meldpunt alleen het casemanagement op zich zal nemen van vrouwen in een zeer complexe situatie, of van gezinnen waarbij verschillende familieleden verschillende trajecten doorlopen. In andere gevallen zullen de instellingen zelf de verantwoordelijkheid voor het casemanagement op zich nemen. Eén van de eerste taken van de casemanager van het advies- en meldpunt zal zijn om samen met de instellingen een zogenoemde beslisboom te maken. Aan de hand daarvan wordt bepaald wanneer er sprake is van een complexe situatie.
MODEL INTENSIVE CASEMANAGEMENT VAN BALANS
Het Utrechtse project Balans verleent vrijwillige hulpverlening volgens Intensive Casemanagement aan gezinnen. Het gaat dan om gezinnen met of zonder kinderen en alleenstaanden met een zelfstandige huishouding, die vastlopen, of dreigen vast te lopen in hun complexe en meervoudige problematiek en die niet of onvoldoende aansluiting vinden bij de gangbare hulpverlening. Gezinnen met complexe meervoudige problematiek (multiproblem families) worstelen met een veelheid aan problemen, materieel en immaterieel, die op elkaar ingrijpen en elkaar wederzijds beïnvloeden.Voorbeelden hiervan zijn geweld in het gezin, schulden, sociaal isolement, huisvesting en verslaving. Daardoor hebben zij te maken met een veelheid aan instellingen, instituten en organisaties die op zich hun werk goed doen, maar - vanuit cliëntperspectief gezien - onafhankelijk, los van elkaar en niet op elkaar afgestemd werkzaam zijn. Hierdoor zijn de hulpverlening en adviezen versnipperd en niet te overzien.
• • • • • • • • •
Door deze veelheid aan probleemvelden en veelheid aan hulpverlening wordt het cliëntgezin meer en meer object en sterk afhankelijk van een weinig specifiek op elkaar afgestemd aanbod. Gevolg: deze cliënten haken af bij de reguliere hulpverlening. Op grond hiervan en van de ervaringen opgedaan met casemanagement is gekozen voor Intensive Case Management (ICM) met als kernbegrippen: Cliëntniveau als uitgangspunt (coördinatie als tweede); Vraaggerichte opstelling; Externe casemanager; Vrijgestelde casemanager; Integrale hulp (alle gezinsleden, materiële en immateriële problematiek); Uitgebreid casemanagement (belangenbehartiging, dienstverlening); Continuïteit in hulpverlening bieden in de persoon van de casemanager; Trajectbenadering en gezin begeleiden van begin tot het eind bij het ontwikkelen en aflopen van traject (geen therapeutische of behandelende activiteiten); Sterke outreach. Uit: Hoogerdam, Steef, “Balans” - eindevaluatie. Utrecht, Stade, 1999.
WERKORGANISATIE
25
Samenwerkingspartners De samenwerkingspartners hebben een adviserende, beleidsmatige en uitvoerende rol. Zij geven vorm aan hun verantwoordelijkheid doordat managers van de betrokken organisaties zitting nemen in een stuurgroep. De stuurgroep komt minstens twee keer per jaar bijeen. De taak van de stuurgroep is: het volgen, begeleiden en bewaken van het zorgprogramma op strategisch niveau. De programmacoördinator van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis schrijft de vergaderingen uit.
26
WERKORGANISATIE
• • •
Aandachtsfunctionaris Daarnaast stelt elke samenwerkingspartner binnen de eigen instelling een aandachtsfunctionaris VeiligHuis aan voor de periode 2002 - 2006. Deze aandachtsfunctionaris is verantwoordelijk voor het tactisch niveau en vormt het aanspreekpunt voor zowel de instellingen als het op te richten Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. De taken van de aandachtsfunctionarissen zijn de volgende. Signaleren van lacunes in het programma; Zorgdragen voor de verfijning van het zorgprogramma; Maken van nadere samenwerkingsafspraken. De programmacoördinator van het advies- en meldpunt draagt er zorg voor dat de aandachtsfunctionarissen minimaal vier maal per jaar bij elkaar komen. Nadat er meer ervaring is opgedaan met Advies- en Meldpunt een VeiligHuis moet bekeken worden of de taken van een eenieder bijstelling behoeven.
ORGANIGRAM ZORGPROGRAMMA EEN VEILIGHUIS Vrouwenopvang Utrecht Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Stuurgroep Programmacoördinator Aandachtsfunctionarissen
Casemanager
Registratie/documentaire medewerker
6
WERKPLAN
6.1
Projecten die voor 2002 tot stand zijn gekomen en doorlopen In deze subparagraaf passeren de samenwerkingsverbanden de revue die in de projectperiode tot stand zijn gekomen. Het zijn de eerste resultaten van het zorgprogramma.
4
PROTOCOL EEN VEILIGHUIS, ARRONDISSEMENT UTRECHT Openbaar Ministerie, arrondissement Utrecht, politie regio Utrecht, Reclassering Nederland en De Waag Bovenstaande partners hebben zich verbonden aan ’Protocol Een VeiligHuis’, met de intentie om de werkwijze van politie, justitie, reclassering en hulpverlening zodanig op elkaar af te stemmen dat een effectieve aanpak van relationeel geweld wordt bereikt. Uitgangspunt daarbij vormt de integratie van daderhulpverlening in de strafrechtelijke aanpak. Het protocol is op 17 april 2001 in werking getreden. Evaluatie In februari 2002 zal aan de hand van een tussentijdse evaluatie worden bepaald of aanpassingen van de gemaakte afspraken nodig zijn. In februari 2003 worden de resultaten van de implementatie definitief geëvalueerd. De tekst van dit protocol is schriftelijk op te vragen bij het Arrondissementsparket Utrecht, t.a.v. de Parketvoorlichter, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht.
4
PROJECT DADERHULP THUISGEWELD Maatschappelijk Werk van politie regio Utrecht en De Waag In 1993 ging project Vrouwenmishandeling binnen de stad Utrecht van start. Doel van dit project was het verbeteren van de kwaliteit van politiezorg bij vrouwenmishandeling. Gedurende het project werd duidelijk dat er, naast aandacht voor de vrouwen en hun kinderen, meer moet worden gekeken naar de verantwoordelijke voor dit geweld: de daders. Daarom werd begonnen met het ontwikkelen van een daderaanpak. Een aanpak die de meest gestelde vraag van mishandelde vrouwen: ’Help mij het geweld te stoppen!’ centraal stelde en die zich daarbij met name richtte op de ruim 90% mannen die “onzichtbaar” bleven. Onzichtbaar doordat er geen aangifte wordt gedaan! Door het Maatschappelijk Werk van politie werd begonnen de daders aan te spreken op hun gedrag en hun verantwoordelijkheid om met dat geweld te stoppen. Daarbij werd in het zelfde gesprek hulpverlening aangeboden aan de daders.
WERKPLAN
27
De praktijk leerde dat een dergelijke aanpak onvoldoende resultaat opleverde, omdat de maatschappelijk werker als het ware met twee petten opzat: de pet van politie en die van de hulpverlener. Daarop is gezocht naar een partner buiten politie. Die partner werd gevonden in De Waag. Samen met De Waag werd een pilot ontwikkeld. In oktober 1998 ging de pilot Daderhulpverlening Huiselijk Geweld van start.
28
Werkwijze De start is een melding bij politie van relationeel geweld. Deze melding wordt meestal gedaan door de vrouw zelf of door mensen uit haar onmiddellijke omgeving. De maatschappelijk werker van politie neemt vervolgens actief contact op met de vrouw en nodigt haar uit op het politiebureau. In het daarop volgende gesprek wordt met de vrouw gesproken over de aard en omvang van het geweld en de mogelijkheden die er zijn om het geweld te stoppen. Er worden afspraken gemaakt over de veiligheid van de vrouw en haar gezinsleden en er wordt gesproken over de mogelijkheid van een hulpaanbod aan de partner. Die wordt vervolgens met toestemming van de vrouw uitgenodigd op het politiebureau. De partner komt en heeft een gesprek met de maatschappelijk werker en een therapeut van De Waag. Centraal hierin staan het geweld, de verantwoordelijkheid hiervoor en de verantwoordelijkheid van de man om dit geweld te stoppen. In dit eerste deel van het gesprek staan normering en het stellen van grenzen voorop. In het tweede deel van het gesprek wordt op een actieve en indringende wijze direct toegankelijke hulp aangeboden en een eerste afspraak met de therapeut in De Waag gemaakt. De hulpverlening aan de man wordt overgedragen aan De Waag en de maatschappelijk werker van politie gaat met de vrouw een parallel lopend traject in. Als het geweld is gestopt en de wederzijdse wens bestaat om de relatie voort te zetten, wordt de hulpverlening aan de vrouw door De Waag overgenomen.
WERKPLAN
• •
Resultaten De resultaten van het pilotproject kunnen als volgt worden samengevat. Gedurende de pilotperiode zijn 22 mannen op het politiebureau uitgenodigd voor het eerste gesprek; daarvan aanvaardde 82% het hulpaanbod; Van degenen die het hulpaanbod aanvaardden, bleef 75% gedurende langere tijd in therapie. 80 % van die mannen stopte binnen drie gesprekken met het geweld en recidiveerde niet tijdens de daarop volgende therapie.
4
METHODIEKONTWIKKELING Project een VeiligHuis In het deelproject Een hulpverleningsaanbod op wijk- en buurtniveau is in de 1e fase een verkennend onderzoek verricht naar de zorgbehoefte en hulpverlening aan zwarte en migrantenvrouwen met relationele geweldservaringen. In drie Utrechtse wijken zijn interviews gehouden met zwarte en migrantenvrouwen. Met de aanbevelingen uit dit onderzoek en de inbreng van en samenwerking met hulpverleners uit Utrechtse instellingen heeft Martine Groen de methodiek Geweld en Schaamte geschreven. In dit boekje worden methoden voor hulpverlening aangereikt, die gaan over het stoppen van geweld in migrantenfamilies en in families op de vlucht.
4
DRIE TRAININGEN Project een VeiligHuis Sinds het najaar van 2001 organiseert project een VeiligHuis drie trainingen voor hulpverleners in de eerste lijn. De training richt zich op het stoppen van geweld in (migranten)gezinnen in een crisissituatie en omvat vijf dagdelen. Het programma is ontwikkeld door Justine van Lawick en Martine Groen, die tevens de trainingen verzorgen.
• • •
Dagdeel 1: Theoretische inleiding en het multiculturele perspectief. Presenteren van het model; Herkennen van genderspecifieke manieren om conflicten op te lossen; Oefenen met casuïstiek.
• •
Dagdeel 2: Crisisinterventie en oefenen met het time-out programma; Leren herdefiniëren van de situatie in de situatie.
• •
Dagdeel 3: Leren onderhandelen naast het time-out programma; Alternatieven om conflicten op te lossen.
•
Dagdeel 4: Motiveren van de gezinsleden voor een behandeling.
•
Dagdeel 5: Oefenen van gesprekstechnieken aan de hand van de ingebrachte casuïstiek.
WERKPLAN
29
4
30
HOE VERDER MET DE DADER? Vrouwenopvang Utrecht en De Waag Dit project is er op gericht de vrijwillige hulpverlening aan slachtoffers en daders op elkaar af te stemmen en aan elkaar te koppelen. De deskundigheid van beide instellingen wordt ingezet om het aanbod uit te breiden en de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren. Concreet kunnen (ex-)partners van vrouwen die zich aanmelden bij Vrouwenopvang Utrecht (VOU) of van vrouwen die bij VOU verblijven, gebruik maken van de mogelijkheid van een vrijwillig hulpverleningsaanbod door De Waag. Ook kunnen met vrouwen, hun partners en eventuele kinderen systeemgesprekken worden gevoerd, mits de (ex-)parner in behandeling is bij De Waag. Tijdens deze gesprekken kan worden onderzocht of er herstel van veiligheid mogelijk is, al dan niet gekoppeld aan het herstel van de relatie. Van de systeemgesprekken kan een preventieve werking uitgaan; het uitstellen of voorkomen van een opname. In de begeleidingsfase of de nazorgperiode bieden systeemgesprekken de mogelijkheid om tot een functionele communicatie te komen met de (ex-)partner over de gedeelde zorg voor de kinderen.
WERKPLAN
• • • • •
Procedure: Er is een folder voor (ex-)partners van vrouwen die bij VOU verblijven; VOU stelt haar cliënten op de hoogte van de mogelijkheden en ondersteunt waar nodig de vrouw in het motiveren van haar (ex-)partner; (Ex-)partners kunnen altijd informatie opvragen over het programma bij de VOU; (Ex-)partners worden door VOU telefonisch doorverwezen naar De Waag; (Ex-)partners nemen zelf contact op met De Waag.
4
• • •
LET OP DE KLEINTJES! Vrouwenopvang Utrecht en Altrecht Een pilot die zich richt op kinderen van 7-12 jaar die getuige zijn geweest van relationeel geweld. De doelen zijn: Verwerking van de concrete ervaring; Vermindering van de gevolgen van de ervaring; Zichzelf leren beschermen. WERKPLAN
• • • • • 4
•
• • •
Altrecht en VOU bieden in samenwerking groepshulpverlening aan kinderen. In zeven bijeenkomsten komen de volgende thema’s aan de orde: Onderlinge kennismaking; De vier basisgevoelens: boos, blij, bang en verdrietig. Kinderen leren deze gevoelens te herkennen en leren wat ze kunnen doen bij boosheid, angst en verdriet; Ruzie en geweld thuis; Geheim en veiligheid; De toekomst. HOE VERDER MET DE MELDING? Stichting Slachtofferhulp en Maatschappelijk Werk van politie stad Utrecht Stichting Slachtofferhulp en het Maatschappelijk Werk van politie hebben de volgende afspraken gemaakt over hoe met meldingen om te gaan: Slachtofferhulp brengt in september/oktober 2001 vier getrainde vrijwilligers in contact met de vier maatschappelijk werkers van politie stad Utrecht.Wekelijks kijken zij samen de dag en nachtrapporten na. Daar waar geen acuut gevaar is, kan de slachtofferhulpmedewerker het slachtoffer bellen en op bezoek gaan met de wijkagent; Aan de hand van de casuïstiek wordt de rol van Slachtofferhulp getoetst in de praktijk; De Maatschappelijk werkers van politie stad Utrecht treden met collega-politieagenten in contact, daar waar Slachtofferhulp aanloopt tegen onvolledige aangiftes met als doel de aangiftes verbeterd te krijgen; Beide organisaties gaan hun kennis overdragen aan elkaar om elkaar in deze problematiek te ondersteunen.
31
4
PROJECT PERSPECTIEF OP WERK Beroepsoriëntatie en Arbeidstoeleiding (BOA) en Vrouwenopvang Utrecht Dit project is opgezet om vrouwen die vanwege hun thuissituatie (tijdelijk) gebruik maken van opvangvoorzieningen toe te rusten een plek op de arbeidsmarkt te verwerven. Het project past in de tendens binnen de hulpverlening om de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten. Arbeid vormt daarvan een onderdeel.
32
WERKPLAN
• •
• • •
Het arbeidsmarkttraject bestaat uit de volgende onderdelen: BOA organiseert elk jaar verschillende informatieochtenden voor alle cliënten van Vrouwenopvang Utrecht op de verschillende locaties; Na deze informatieochtend krijgt elke vrouw die dit wil een individueel adviesgeprek. Hierin wordt duidelijk of de vrouw wel of niet doorgaat in het BOA-traject, of dat ze elders werk kan krijgen of een opleiding kan volgen. Vervolgens bestaat het BOA-traject uit drie stappen: Oriëntatiecursus arbeid die voor allochtone en autochtone vrouwen apart wordt gegeven; Training werk en opleiding; Sollicitatietraining en eventueel stages lopen. Dit project is afgerond in 2002.
4
DE RODE SCHAKEL Centrum Maliebaan en verschillende instellingen, waaronder Vrouwenopvang Utrecht, stadsgeldbeheer, Sociale Zaken (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling), Politie stad Utrecht en de geestelijke gezondheidszorg De Rode Schakel is een project voor vrouwelijke prostituées met verslavingsproblemen die in Utrecht werken. Het project stelt zich tot voornaamste doel het bieden van adequate zorg op maat aan prostituées. Dit wordt bereikt met individuele begeleiding door een vast contactpersoon: de trajectbegeleider. Prostituée en trajectbegeleider vormen de spil van de totale hulpverlening, die in samenwerking tussen verschillende instellingen tot stand komt. Deze samenwerking is van groot belang, omdat een deel van de doelgroep met meerdere problemen tegelijk te maken heeft. Het gaat erom de leefomstandigheden van de vrouwen, waar gewenst, te verbeteren. Met de vrouwen worden haalbare, concrete en kleine doelstellingen geformuleerd op gebieden waarop zij dit wensen.
• • • • • • • • • • • 4
• •
Vragen waarmee prostituées kunnen aankloppen bij de Rode Schakel: Identiteitsbewijs; Uitkering en verzekering; Huisvesting; Veilige plek; Druggebruik, alcohol- of gokproblemen; Slachtofferhulp, waaronder relationeel geweld; Schuldsanering; Zwangerschap; Rust/time-out (bed, brood, bad); Psychiatrische begeleiding; Reclassering. PILOTPROJECT AWARE, PERSOONSGEBONDEN ALARMERING Maatschappelijk Werk Politie regio Utrecht, Vrouwenopvang Utrecht, project een VeiligHuis, Maatschappelijk Werk van de wijkwelzijnsorganisaties Vrouwen die zich willen beschermen tegen (de dreiging van) geweld en die aangifte hebben gedaan, kunnen in aanmerking komen voor een beveiligingssysteem, bestaande uit: Noodknop thuis en/of; Voorgeprogrammeerde telefoon. Er wordt nagegaan of het alarmsysteem te koppelen is aan andere preventieve maatregelen, zoals: verhogen van de effectiviteit van het eigen gedrag, versterken van de weerbaarheid, deelname aan een lotgenotengroep, maken van een veiligheidsplan in samenwerking met de wijkagent. De pilot wordt begeleid door wetenschappelijk onderzoek gericht op het effect op de veiligheidsbeleving, effect op het gedrag van de dader, de termijn waarbinnen het effect zichtbaar is en de duur van het effect. Er zijn kosten voor plaatsing en abonnement aan verbonden. Van de vrouw die om een aansluiting verzoekt wordt een eigen bijdrage gevraagd.
WERKPLAN
33
6.2
34
WERKPLAN
4
De Toekomst: 2002 - 2006 Deze subparagraaf is gewijd aan de verdere ontwikkeling van Zorgprogramma een VeiligHuis in de periode 2002 - 2006. De samenwerkingspartners hebben zich gecommitteerd aan de uitvoering hiervan. De intentie van de samenwerkingspartners is het zorgprogramma werkenderwijs verder te ontwikkelen, op basis van de ervaringen die ermee worden opgedaan. Een open oog voor de vraag van de cliënten blijft daarbij het uitgangspunt. De onderstaande initiatieven moeten daarom gezien worden als een voorlopige actielijst die aanvulling en verfijning behoeft. Bij de start van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis zal een implementatietraject worden uitgezet. WERKONTWIKKELING Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
4
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Nader invullen van de term ’complexe situaties’ om te kunnen bepalen welke instelling het casemanagement op zich neemt. Opstellen van een beslisboom. Aandachtsfunctionarissen/Samenwerkingspartners. 2002
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Wie Doel Het bevorderen van de deskundigheid over relationeel geweld. Middel Trainingen deskundigheidsbevordering, waarbij aansluiting wordt gezocht bij bestaande good practices. Doelgroep(en) Verschillende beroepsgroepen in de 1e lijn, waaronder huisartsen. Ook de hogescholen zullen worden benaderd. Tijdsperiode september 2001 - 2006 Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Aanbod deskundigheidsbevordering. Eenmaal per jaar het verzorgen van een vraaggericht aanbod. Aandachtsfunctionarissen van de samenwerkingspartners rondom Zorgprogramma een VeiligHuis. 2002 - 2006
Wie Doel Middel Doelgroep(en Tijdsperiode
GGZ-Altrecht Bevorderen van de deskundigheid op het gebied van psychiatrische gevolgen van geweld. Consultatie. Collega-instellingen in de stad Utrecht. 2002 - 2006
Doelgroep(en) Tijdsperiode
Politie regio Utrecht Introductie ’Protocol Relationeel Geweld’ en het kweken van meer begrip voor de spiraal van geweld en de reacties van mishandelde vrouwen. Het opzetten van trainingen door een speciaal daarvoor aangestelde regionale coördinator. Politiefunctionarissen in de regio Utrecht. 2001 - 2004
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Stichting Slachtofferhulp Het gekwalificeerd bijstaan van slachtoffers van relationeel geweld. Ontwikkeling van een gespecialiseerde methodiek. Vrijwillige professionals. 2001 - 2003
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
GG&GD Het leveren van een bijdrage aan een VeiligHuis in de tweede lijn. Advisering, belangenbehartiging en beleidsmatige inspanningen. (Potentieel) betrokkenen bij een VeiligHuis. 2002 - 2006
Wie Doel
Cumulus Het aanstellen van aandachtsfunctionarissen relationeel geweld in het AMW in de stad Utrecht. Zij zijn gespecialiseerd in het signaleren van de problematiek, het doorvragen en motiveren van de partner. Invloed uitoefenen op collega-instellingen en de gemeente. Collega-instellingen. 2002 - 2006
Wie Doel Middel
Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
WERKPLAN
35
4
AANBOD Wie Doe Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
36
Cumulus Pilot uitvoeren van een lotgenotengroep. Hierbij zorgdragen voor een overdraagbare methodiek. Financiering door de gemeente Utrecht. Mishandelde vrouwen (en hun kinderen). 2002 - 2003
WERKPLAN
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het betrekken van alle organisaties die een aanbod hebben rondom de problematiek geweld binnen relaties bij het Zorgprogramma een VeiligHuis. Pro-actieve benadering. Instellingen in de regio Utrecht. 2002 - 2006 Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het betrekken van de vereniging van huisartsen bij Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. Pro-actieve benadering. Vereniging van huisartsen. 2002 - 2004 Cumulus Preventie en voorkomen van herhaling van geweld in gezinnen. Pilot lotgenotengroep in de eigen woonwijk. Vrouwen met geweldservaringen in de huiselijke situatie die moeite hebben hun leven praktisch en sociaal te ordenen. 2002 - 2004 Cumulus Medewerking verlenen aan het vinden van een geschikte locatie voor de spreekuren van Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. Inzet van tijd. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis. 2002 - 2006
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Wijkwelzijnsorganisaties gemeente Utrecht Module voor Zorgprogramma een VeiligHuis bij alle Utrechtse wijkwelzijnsorganisaties. Ontwikkelen van modules en het samenwerken met Vrouwenopvang Utrecht ten behoeve van het houden van open spreekuren. Vrouwen die slachtoffer zijn van relationeel geweld. 2002 - 2006 WERKPLAN
Doelgroep(en) Tijdsperiode
Politie regio Utrecht en De Waag Ontwikkelen van een in tijd gelijklopend aanbod aan gezinnen waarin relationeel geweld een rol speelt met zelfstandige trajecten voor vrouwen en kinderen. Het uitbreiden van het aanbod van De Waag door financiering aan te boren bij het Ministerie van Justitie. Gezinnen waarin relationeel geweld een rol speelt: mannen, vrouwen en kinderen. 2002 - 2006
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Centrum Maliebaan Bevorderen van de deskundigheid over problematisch middelengebruik en gokken. Consultatie. Collega-instellingen in de regio Utrecht. 2002 - 2006
Wie Doel Middel
4
SOCIALE KAART Wie Doel
Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het vergroten van de bekendheid over het integrale aanbod rond geweldsproblematiek, waaronder de time-outvoorzieningen waar vrouwen gedurende een bepaalde periode tot zichzelf kunnen komen. Uitbrengen van een sociale kaart. Hulpverleners en hulpvragers. 2002 - 2003
37
4
CASEMANAGEMENT Wie Doel Middel
38
WERKPLAN
Doelgroep(en) Tijdsperiode 4
REGISTRATIE Wie Doel Middel
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis De casemanager van het Advies- en Meldpunt in staat stellen om hulpverlenings plekken te realiseren voor de cliënt. Er zijn verschillende opties: • de casemanager van het advies- en meldpunt wordt in staat gesteld hulpverleningsplekken te reserveren voor de cliënt; • instellingen reserveren hulpverleningsplekken voor slachtoffers van relationeel geweld, daders en kinderen als getuige; • binnen het Advies- en Meldpunt wordt een screeningsoverleg opgericht dat plaatsen toewijst en waaraan verschillende samenwerkingspartners deelnemen. Instellingen met wachtlijsten. 2002
Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis en Samenwerkingspartners Eenduidiger maken van de registratie van relationeel geweld. Onderzoeken welke aanvullingen de door de instellingen gebruikte registratiesystemen behoeven. Samenwerkingspartners. 2002 - 2003
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Wijkwelzijnsorganisaties gemeente Utrecht Eenduidig registreren van relationeel geweld volgens het landelijk informatiemodel. Overleg. Wijkwelzijnsorganisaties gemeente Utrecht. 2002 - 2003
4
PROTOCOLLEN/REGELINGEN Wie Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Doel Het eenduidig melden van relationeel geweld ten behoeve de registratie bij het Advies- en Meldpunt. Middel Registratieformulier. Doelgroep(en) Samenwerkingspartners. Tijdsperiode 2002 WERKPLAN
Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode Wie Doel Middel Doelgroep(en) Tijdsperiode
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Het beter signaleren van relationeel geweld. Het maken van een protocol vrouwenmishandeling, analoog het protocol kindermishandeling. Ziekenhuizen. 2003 Landelijke Werkgroep Huiselijk Geweld Een instrument ontwikkelen waardoor een dader van relationeel geweld uit huis gezet kan worden Verandering in de wetgeving. Overheid. Onbekend. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis Onderzoeken hoe binnen het zorgprogramma te handelen binnen de kaders die de Wet op de privacy stelt. Op basis daarvan een handelingsprotocol maken. Advies inwinnen bij deskundigen ter zake. Samenwerkingspartners een VeiligHuis. 2001 - 2002
39
UTRECHT, NOVEMBER 2001 De volgende organisaties verbinden zich aan het verder ontwikkelen en verfijnen van het Zorgprogramma een VeiligHuis. Namens:
40
WERKPLAN
Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg, Dhr. drs. P.C.J.M. Dietvorst, Directeur Zorg divisie stad Utrecht.
Politie regio Utrecht, Dhr. mr. O.R. Dros, Districtschef District Marco Polo.
Bureau Jeugdzorg, Mw. D. Baerends MPM, Algemeen directeur.
Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht, Dhr. J. Straatman, Vestigingsmanager, vestiging Utrecht.
Cumulus, Mw. L. Haveman. Manager Zorg en Dienstverlening.
Stade FIOM, Mw. drs. E.W.M. Schwirtz, Productgroepleider.
Centrum Maliebaan, instelling voor verslavingszorg, Dhr. drs. P.V. van der Linden, Algemeen directeur.
Stade Migrantenhulpverlening, Mw. M. van der Slot, Productgroepleider.
College van B&W, gemeente Utrecht, Mw. mr. A.H. Brouwer, Burgemeester.
Stichting Slachtofferhulp regio Utrecht, Mw.W.H.F. Awater, Directeur.
GG&GD, Mw.W. Kieft (titel, functie?)
Vrouwenopvang Utrecht, Mw. drs.W.J.Verschoor, Directeur.
Orthopedagogisch Centrum Utrechtse Jeugdhuizen Leger des Heils, Dhr. H.G.A. Lokhorst, Directeur.
De Waag, Dhr. drs. J.R. Mulder, Algemeen directeur.
LITERATUUR Bureau Onderzoek op Maat, Wenselijkheid van een meldpunt ’geweld tegen vrouwen’. Rotterdam, Bureau Onderzoek Op Maat, 1999. T. (010) - 403 03 80 Deug, Febe, Het is menens hier! De omslag naar een multiculturele organisatie. Utrecht,Vrouwenopvang Utrecht, 1997. ISBN 90-6224-4084 Hoogerdam, Steef, “Balans” - eindevaluatie. Utrecht, Stade, 1999.T. (030) - 233 11 11 NIZW/VWS, Zorgprogrammering in de praktijk van de jeugdzorg. Utrecht, NIZW, 1999. Ministerie van Justitie, Huiselijk geweld; aard, omvang en hulpverlening. Den Haag, Ministerie van Justitie, 1997. ISBN 90-5319-851-1 Ministerie van Justitie, Huiselijk geweld, draaiboek voor de aanpak. Den Haag, Ministerie van Justitie, 2000. ISBN 90-5319-073-2 Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,Werkprogramma Vrouwenhulpverlening. Rijswijk, Ministerie van WVC, 1993. Openbaar Ministerie arrondissement Utrecht, politie regio Utrecht, Reclassering Nederland arrondissement Utrecht, Dr. Henri van der Hoeven Stichting, Protocol ’Een VeiligHuis’. Utrecht, Arrondissementsparket Utrecht, 2001. Postbus 16005, 3500 DA Utrecht
Redmond, Roline, Doorvragen en doorleren - een verkennend onderzoek naar de zorgbehoefte en hulpverlening aan zwarte en migrantenvrouwen met geweldservaringen binnen relaties in Utrecht. Utrecht,Vrouwenopvang Utrecht, 1999. ISBN 90-803922-2-7 Riet, Nora en Harry Wouter, Casemanagement. Assen,Van Gorcum, 1996. ISBN 90-232-3069-8 Römkes, R.G. Gewoon Geweld? Omvang, aard, gevolgen en achtergronden van geweld tegen vrouwen in heteroseksuele relaties. Amsterdam, Swets & Zeitlinger, 1992. ISBN 90-265-1281-3 Witteveen, Annechien, Geweld binnen relaties: een inventarisatie van het hulpaanbod bij geweld in relaties in Utrecht en de samenwerking tussen (hulpverlenende) instellingen in Utrecht. Utrecht, een VeiligHuis, 2000.
LITERATUUR
41
42
BIJLAGE 1 MODULES VAN HULPVRAAG 1
4
VROUW WIL
HET ZORGPROGRAMMA GEORDEND PER HULPVRAAG
OVER HET GEWELD PRATEN
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die belt gehoord wordt. DOEL
Vrouwen informeren en adviseren over de mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• •
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14; Spreekuur voor informatie en advies, dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Het spreekuur wordt gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur. CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt. DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie.
BIJLAGE 1
43
CONTRA-INDICATIES
• • • •
Vouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
44
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
BIJLAGE 1
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te mishandelen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Stoppen van het geweld. ACTIVITEITEN
• • • • •
Individuele gesprekken met man of vrouw; Gesprekken met man en vrouw gezamenlijk; Eventueel contact tot stand brengen met de politie; Indien de ouders toestemming geven kan de situatie van het kind ingebracht worden bij het buurtnetwerk 0 - 12 jaar of het buurtnetwerk 12+; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties, o.a. daderhulpverlening. VOOR WIE?
Alle vrouwen en mannen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad die als slachtoffer en/of als dader te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
•
•
Gesprekken vinden plaats in het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, (030) - 262 03 98 of Buurthuis Einstein, Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, (030) - 262 03 98, of op de Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47; Bij de vrouw/man thuis.
FREQUENTIE EN DUUR
Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken, of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
Soms wordt de politie ingeschakeld om uitleg te geven over het doen en de gevolgen van aangifte en om de ernst van het geweld te onderstrepen. Ook kan de wijkagent op de hoogte worden gebracht. Er kan worden samengewerkt met de Marokkaanse en Turkse buurtcontactvrouwen. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Registratiesysteem Regie-Pro; Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol en/of drugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject bedragen gemiddeld f 910,-
4
MODULE MAATSCHAPPELIJK WERK VAN DE POLITIE REGIO UTRECHT VISIE
Indien bekend is dat er geweld wordt gepleegd, is het van belang een voet tussen de deur te krijgen. DOEL
Stoppen van het geweld.
BIJLAGE 1
45
ACTIVITEITEN
•
• •
46
Indien een slachtoffer van relationeel geweld bij de politie komt, wordt zij zo spoedig mogelijk te woord gestaan. Bij een melding van relationeel geweld wordt (telefonisch) contact opgenomen met het slachtoffer, de vrouw wordt verteld wat zij van het maatschappelijk werk van de politie kan verwachten, getracht wordt een afspraak met haar te maken; Gesprekken met de vrouw; Eventueel gesprekken met de dader.
BIJLAGE 1 VOOR WIE? Alle vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
Gesprekken vinden plaats op het politiebureau of elders. FREQUENTIE EN DUUR
Vier à vijf gesprekken van een uur eens per week, of naar behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
Om de veiligheid van de vrouw te garanderen, wordt de wijkagent ingelicht en voorgesteld aan de vrouw. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Intervisie; Supervisie. CONTRA-INDICATIES
Vrouw wil geen hulp. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het MW van de politie wordt gefinancierd uit het politiebudget. De kosten per hulpverleningstraject zijn onbekend.
4
MODULE STICHTING SLACHTOFFERHULP VISIE
Een luisterend oor bieden aan vrouwen die te maken hebben met relationeel geweld. Respecteren van individuele vrouwen in elke stap van hun strijd om aan het geweld te ontsnappen. DOELEN
• • • •
Luisteren naar en geloven van vrouwen; Doorbreken van stilte en zwijgen; Respecteren van het proces en de timing van vrouwen in hun weg naar heling; Signaleren of vrouwen of kinderen in een onveilige situatie verkeren. ACTIVITEITEN
• • • • • • • • • •
Via het meldpunt actief contact maken met de vrouw die wordt mishandeld; Actief luisteren en tonen van empathie; Gesprekken voeren met vrouwen over het geweld, inventarisatie van de situatie, de geschiedenis van het geweld, feiten, zijn er kinderen bij betrokken e.d.; Brainstormen en mobiliseren van het eigen steunnetwerk van vrouwen (huisarts, familie, buren, vrienden); Steun bieden bij beslissingen en keuzes, gezamenlijk denken over eventuele keuze of volgende stappen; Informeren over wel/niet aangifte doen en de consequentie daarvan, eventueel samen met de politie; Bieden van schriftelijk educatief materiaal; Bespreken van veiligheidsplan of maatregelen; Eventuele noodzakelijke verwijzingen; Wijzen op de mogelijkheid van een lotgenotengroep. VOOR WIE?
Vrouwen die te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats bij Stichting Slachtofferhulp, het meldpunt of een plek naar keuze van het slachtoffer. FREQUENTIE EN DUUR
Drie tot vijf gesprekken. Het slachtoffer bepaalt de duur van de gesprekken. De frequentie wordt in onderling overleg bepaald. Eventueel kunnen meer gesprekken plaatsvinden.
BIJLAGE 1
47
DISCIPLINES
De politie kan worden ingeschakeld om uitleg te geven over het doen en de gevolgen van aangifte. VOORTGANGSBEWAKING
• •
48
Werkbegeleiding (groepsgericht); Individueel coachen. CONTRA-INDICATIES
BIJLAGE 1
• •
Strafblad; Ernstige verslavingen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Stichting Slachtofferhulp wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en de gemeente Utrecht.
4
MODULE STADE MIGRANTENHULPVERLENING VISIE
Het vanuit kennis van de eigen taal en culturele achtergrond bieden van hulp bij onder meer geweldsproblematiek. DOEL
In alle rust en vertrouwelijkheid over het geweld praten, zonder dat er iets hoeft. ACTIVITEITEN
• • • •
Individuele gesprekken met de vrouw, eventueel met haar partner, of gezamenlijk; Informeren over wet- en regelgeving en voorzieningen; Doorverwijzen naar relevante instanties, zoals De Waag, verslavingszorg, etc.; Bieden van ondersteuning bij het regelen van concrete zaken. VOOR WIE? Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
• • •
Op het bureau van Stade Migrantenhulpverlening, Jansdam 2, Utrecht; Bij het Multicultureel Emancipatiecentrum,Witte Vrouwenkade 6, Utrecht; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Vrouwen kunnen een keer komen praten. Afhankelijk van dat gesprek worden nadere afspraken gemaakt. BIJLAGE 1 DISCIPLINES
Geen. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Intervisie; Supervisie; Dossiervorming. CONTRA-INDICATIES
• •
Verslavingsproblematiek; Ernstige psychische problemen. KOSTEN
Voor cliënten uit de gemeente Utrecht is de hulp gratis.Voor cliënten van buiten Utrecht is het tarief f 56,18 per uur. Gekeken kan worden of dit bedrag vergoed kan worden door een andere instelling of door een regeling. Stade Migrantenhulpverlening wordt gefinancierd door de gemeente Utrecht.
HULPVRAAG 2 VROUWEN DIE THUIS DE GEWELDSSPIRAAL WILLEN DOORBREKEN
4
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die belt gehoord wordt en een passend hulpaanbod krijgt. DOEL
Vrouwen informeren en adviseren over de mogelijkheden.
49
ACTIVITEITEN
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14. Spreekuur voor informatie en advies, dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur. Eventueel individuele indicatiegesprekken. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
50
BIJLAGE 1 LOCATIE
De individuele indicatiegesprekken en het spreekuur worden gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
De indicatiegesprekken zijn eenmalig en duren ongeveer anderhalf uur. Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur. CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt. DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
Vrouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
4
MODULE CENTRUM MALIEBAAN VOOR VERSLAVINGSZORG Centrum Maliebaan heeft een aandachtsfunctionaris voor vrouwenhulpverlening. Deze is via de voordeur van Centrum Maliebaan bereikbaar. De aandachtsfunctionaris exploreert de hulpvraag en verwijst naar passende hulpverlening. Intermediairs kunnen zich via de voordeurprocedure melden bij de aandachtsfunctionaris. Het is in het belang van allochtone cliënten om taalproblemen vóór aanmelding te bespreken. Zo nodig is de aanwezigheid van een tolk bij aanmelding gewenst. BIJLAGE 1 VISIE
• • • • •
Centrum Maliebaan verleent in dialoog met de cliënt hulp bij problematisch middelengebruik of gokken in combinatie met een geweldsprobleem. De hulpverlening komt tot stand in een confrontatie tussen: de problematiek zoals de cliënt die omschrijft; de oplossingen en wensen die de cliënt aangeeft met betrekking tot de vorm en inhoud van de hulpverlening; de deskundige beoordeling door de medewerker, die daarbij kan worden ondersteund door onderzoek/ diagnostisch materiaal; ervaringen met eventuele eerdere hulpverlening aan de cliënt; de mogelijkheden en beperkingen van de instelling. DOEL
Stoppen van het geweld en het voorkomen, stopzetten of verminderen van (de gevolgen van) het afhankelijkheidsproces van problematisch middelengebruik of gokken, waardoor de cliënt binnen de kortst mogelijke tijd weer optimaal zelfstandig kan functioneren. ACTIVITEITEN
• •
• •
Centrum Maliebaan werkt volgens het principe van het stepped en matched care-model. Dit betekent, dat wordt gestreefd naar de professionele balans tussen het bieden van zoveel zorg als noodzakelijk en zo weinig zorg als mogelijk. Het model werkt volgens de volgende zeven stappen. De eerste vijf zijn vooral van toepassing op vrouwen die thuis de geweldsspiraal willen doorbreken: De voordeur: iedereen die zich aanmeldt krijgt een kortdurend hulpaanbod van maximaal vijf keer.Wanneer aan de voordeur meteen duidelijk is dat de cliënt meer hulp nodig heeft, gaat deze direct door naar stap 2; Diagnostiek en onderzoek: het formuleren van een individueel (zorg-)aanbod. In overleg met de cliënt wordt een behandelplan opgesteld. De cliënt krijgt een regiefunctionaris toegewezen die de uitvoering, evaluatie en bijstelling van het behandelplan bewaakt van diagnose tot ontslag; Individuele contacten: gestructureerde gesprekken, gericht op stapsgewijze verandering of behoud van gedrag; Gespecialiseerde hulpverlening, trainingen en vaardigheden: extra ondersteuning van de cliënt op bepaalde
51
• • •
52
levensgebieden. In deze stap wordt een breed scala aan producten geleverd, variërend van timmeren tot budgetteren en van RET-groep tot ambulante detoxificatie; Sociotherapeutisch aanbod: het verwerven van vaardigheden in een groep; Intensief: dag en nacht: klinische modules met een oplopend beschermingsniveau en een oplopende mate van structuur; Intensief, top klinische zorg: variant van de bovenstaande stap, die zich onderscheidt door een permanent beschermingsniveau en veel structuur.Voorbeelden hiervan zijn: een crisisopname en onvrijwillige opname.
BIJLAGE 1
• •
• • • • •
Centrum Maliebaan heeft het volgende groepsaanbod: Vrouwengroep: gespreksgroep van maximaal acht vrouwen die problemen hebben met het gebruik van alcohol, drugs, medicijnen of gokken; RET-groep (Rationeel Emotieve Therapie): gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die problemen hebben met gokken en/of het gebruik van middelen en die ontevreden zijn over het eigen gedrag. RET is een methode die ervan uitgaat dat problemen niet zozeer het gevolg zijn van externe omstandigheden, maar van de manier waarop mensen deze interpreteren, beoordelen en etiketteren; Partnergroep: gespreksgroep van maximaal acht deelnemers die een partner hebben die gokt of problematisch middelen gebruikt en die zelf geen problemen hebben op dat gebied; Groep voor jeugdige gebruikers: gespreksgroep van maximaal tien deelnemers (gemiddeld tussen de 17 en 25 jaar), die hun gebruik van (soft-)drugs onder de loep willen nemen; Zelfcontrolegroep alcohol: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met het gebruik van alcohol; Zelfcontrolegroep gokken: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met gokken; Oudergroep; gespreksgroep van maximaal tien ouders van kinderen met een verslavingsprobleem. VOOR WIE?
• • •
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en een verhoogd risico lopen problemen te krijgen met het gebruik van middelen, dan wel gokken; Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en zelf problematisch middelen gebruiken of gokken; Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en van wie de partner problematisch middelen gebruikt of gokt.
LOCATIE
• • •
Bij de vrouw thuis; Centrum Maliebaan; Elders bij intermediair op locatie. FREQUENTIE EN DUUR
Afhankelijk van het individuele traject dat wordt afgelegd van vijf contactmomenten tot een zorgtraject van onbepaalde tijd. De groepsbijeenkomsten worden één keer per week gehouden. DISCIPLINES
Geen. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Regiefunctionaris; Coaching; Dossiervorming. CONTRA-INDICATIE
• • •
Fysieke handicap voor opname (bijvoorbeeld rolstoel); Ernstige psychiatrische problematiek; Bij ernstig fysiek letsel wordt verwezen naar het ziekenhuis. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis.Vergoedingen worden verkregen via ziektekostenverzekeraars. Centrum Maliebaan heeft verschillende financieringsbronnen, waaronder: gemeente Utrecht, Zorgkantoor, Ministerie van Justitie, GGZ Nederland, Ministerie van VWS en overige subsidieverlenende organisatie.
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te mishandelen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Stoppen van het geweld.
BIJLAGE 1
53
ACTIVITEITEN
• • • • •
54
Individuele gesprekken met man of vrouw; Gesprekken met man en vrouw gezamenlijk; Eventueel contact tot stand brengen met de politie; Indien de ouders toestemming geven kan de situatie van het kind ingebracht worden bij het buurtnetwerk 0 - 12 jaar of het buurtnetwerk 12+; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties, o.a. daderhulpverlening.
BIJLAGE 1 VOOR WIE? Alle vrouwen en mannen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad die als slachtoffer en/of als dader te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
• • •
Gesprekken vinden plaats in: het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, 030 - 262.0398; Buurthuis Einstein, Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, (030) - 262 03 98 Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47; Bij de vrouw/man thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken, of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
Soms wordt de politie ingeschakeld om uitleg te geven over het doen en de gevolgen van aangifte en om de ernst van het geweld te onderstrepen. Ook kan de wijkagent op de hoogte worden gebracht. Er kan worden samengewerkt met de Marokkaanse en Turkse buurtcontactvrouwen. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Registratiesysteem Regie-Pro; Werkbegeleiding; Collegiale intervisie.
CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol of drugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject bedragen gemiddeld f 910,-
4
MODULE FIOM - VROUWENOPVANG UTRECHT FIOM biedt vrouwen de gelegenheid een tijdje van huis weg te zijn.Vrouwen die gebruik maken van de opvang van FIOM willen vaak niet weg bij hun partner; zij willen dat het geweld stopt. In de activiteiten van FIOM komt dit thema ruimschoots aan bod. In de toekomst wil FIOM meer outreachend werken. Dat wil onder meer zeggen dat zij een aanbod gaat doen aan vrouwen die thuis willen blijven. VISIE
FIOM verleent hulp door versterking van de eigen capaciteit van de vrouw en door het ontwikkelen van toekomstperspectieven door empowerment. Met toekomstgericht wordt bedoeld dat bij het vaststellen van de doelen van de hulpverlening uitgegaan wordt van wat de vrouw wil en nodig heeft als zij niet meer bij vrouwenopvang Utrecht is. Met empowerment wordt het versterken van het (oplossend) vermogen van de vrouw bedoeld. DOEL
Opvang van vrouwen en meiden met of zonder kinderen. Begeleiding bieden om uit de spiraal van onmacht en geweld te komen. Deze groep helpen en ondersteunen bij het weer greep krijgen op de eigen levensomstandigheden, al dan niet samen met de partner. • • • • • • •
ACTIVITEITEN
Individuele gesprekken; Eventueel gesprekken met partner (dader) erbij; Groepsgesprekken activiteiten; Hobbyactiviteiten voor kinderen van 4 tot 12 jaar; Nazorg als een vrouw weer buiten FIOM woont; Zelfverdedigingcursus;
BIJLAGE 1
55
56
BIJLAGE 1
• • • • • • • • •
Assertiviteitstraining; Creatieve activiteiten; Etagebijeenkomsten (FIOM is georganiseerd per etage); Huisvergaderingen; Moedergroep; Kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar; Materiële begeleiding: financiën, huisvesting, vreemdelingendienst, IND, etc.; Opvoedingshulpverlening; Themabijeenkomsten.
• • • • •
VOOR WIE? Vrouwen en meiden die te maken hebben met geweld (lichamelijk, geestelijk, seksueel); Vrouwen en meiden die te maken hebben met relationele problemen; Vrouwen en meiden met opvoedingsvragen; Vrouwen en meiden met psychosociale problemen; Vrouwen en meiden met problemen rondom zwangerschap, problemen ten gevolge van migratie en materiële problemen.
LOCATIE
De opvang wordt geboden op de eigen locatie Biltstraat 186, 3572 BR Utrecht. Het telefoonnummer om te informeren of er plaats is: (030) - 259 98 14 Het intaketeam beslist over de plaatsing. FREQUENTIE EN DUUR
De opvang is afhankelijk van de hulpvraag met een maximum van zes maanden. De frequentie van hulpverleningsgesprekken is afhankelijk van de fase waarin een vrouw zich bevindt, van de problematiek en van haar behoefte. fase 1: bijna dagelijks fase 2: één of twee keer per week fase 3: drie tot vier keer per maand CAPACITEIT
Er is plaats voor opvang van twaalf vrouwen en hun kinderen en zeven meiden. Daarnaast zijn er twee bedden gereserveerd voor noodopvang.
DISCIPLINES
Altrecht/RIAGG, Bureau Jeugdzorg, Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, voogdij-instellingen, Gemeentelijke Sociale Dienst, vreemdelingenpolitie, IND, Algemeen Maatschappelijk Werk, Politie regio Utrecht, Beroepsoriëntatie en Arbeidstoeleiding (BOA), De Waag en incidenteel Centrum Maliebaan. VOORTGANGSBEWAKING
• •
teamvergaderingen; collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • • • •
jongens boven de vijftien jaar; vrouwen die duidelijk aangeven dat zij op zoek zijn naar huisvesting; verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht; verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD, mits dit mogelijk is. In samenwerking met de SPD zal een plan hiertoe worden opgesteld; bij een levensbedreigende situatie wordt in verband met de anonimiteit doorverwezen naar een Blijf-van-m'nLijf-huis. KOSTEN
Er wordt een eigen, inkomensafhankelijke bijdrage gevraagd van de cliënt. FIOM wordt door de gemeente Utrecht gefinancierd.
4
MODULE MAATSCHAPPELIJK WERK VAN DE POLITIE REGIO UTRECHT VISIE
Er is sprake van een geweldsprobleem. De eerste opgave is om dat aan te pakken. Als de spiraal van geweld is doorbroken kan er verdere hulpverlening geboden worden. DOEL
Stoppen van het geweld. ACTIVITEITEN
• •
Individuele gesprekken met de vrouw en de man individueel of gezamenlijk; Doorverwijzing naar relevante instanties, zoals De Waag, verslavingszorg, schuldhulpverlening, etc.
BIJLAGE 1
57
VOOR WIE? Vrouwen en mannen die als slachtoffer en/of dader te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
Gesprekken vinden plaats op het politiebureau. FREQUENTIE EN DUUR
58
Vier à vijf gesprekken van een uur eens per week, of naar behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
Om de veiligheid van de vrouw te garanderen, wordt de wijkagent ingelicht en voorgesteld aan de vrouw. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Intervisie; Supervisie. CONTRA-INDICATIES
Geen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het MW van de politie wordt gefinancierd uit het politiebudget. De kosten per hulpverleningstraject zijn onbekend.
4
MODULE STICHTING SLACHTOFFERHULP VISIE
Vrouwen steunen en begeleiden om de cirkel van geweld te doorbreken. Dit gebeurt vanuit een niet oordelende houding met respect voor de keuzes van vrouwen. DOEL
• • •
Bijdragen aan het doorbreken van de cirkel van geweld; Signaleren of vrouwen of kinderen in een onveilige situatie verkeren; Inventariseren van hulpbronnen.
ACTIVITEITEN
• • • • • • • • •
Individuele gesprekken met de vrouwen over de mogelijkheden om het geweld te stoppen en de consequenties van die mogelijkheden; Bespreken van consequenties voor kinderen in het gezin; Mobiliseren eigen netwerk, creëren of uitbreiden van eigen sociaal netwerk; Bespreken veiligheidsmaatregelen en -plan; Informatie en advies over daderopvang; Uitleg politieprocedures en bieden van schriftelijk educatief materiaal; Eventueel samen met politie informeren over wel/niet aangifte doen en de consequentie daarvan; Begeleiden en ondersteunen in gesprekken met derden (huisarts); Doorverwijzen naar relevante instanties, waaronder Altrecht, Maatschappelijk Werk van de politie. VOOR WIE?
Vrouwen die te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats bij Stichting Slachtofferhulp, het meldpunt of een plek naar keuze van het slachtoffer. FREQUENTIE EN DUUR
Drie tot vijf gesprekken. Duur van de gesprekken bedraagt ongeveer 1,5 uur. De frequentie wordt in onderling overleg bepaald. Eventueel kunnen meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
Samenwerking met Maatschappelijk werk, politie en/of AMW. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding (groepsgericht); Individueel coachen. CONTRA-INDICATIES
• •
Strafblad; Ernstige verslavingen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Stichting Slachtofferhulp wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en de gemeente Utrecht.
BIJLAGE 1
59
4
MODULE STADE MIGRANTENHULPVERLENING VISIE
Het vanuit kennis van de eigen taal en culturele achtergrond bieden van hulp bij onder meer geweldsprobIematiek. DOEL
60
Het doorbreken van de geweldsspiraal.
BIJLAGE 1
ACTIVITEITEN
• • • •
Individuele gesprekken met de vrouw, eventueel met haar partner, of gezamenlijk; Informeren over wet- en regelgeving en voorzieningen; Doorverwijzen naar relevante instanties, zoals De Waag, verslavingszorg, etc.; Bieden van ondersteuning bij het regelen van concrete zaken. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
• • •
Op het bureau van Stade Migrantenhulpverlening, Jansdam 2, Utrecht; Bij het Multicultureel Emancipatiecentrum,Witte Vrouwenkade 6, Utrecht; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Gemiddeld zes tot twaalf gesprekken van één uur. DISCIPLINES
Afhankelijk van de situatie van de cliënte worden andere instellingen geconsulteerd, of wordt met een andere instelling samengewerkt. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Intervisie; Supervisie; Dossiervorming.
CONTRA-INDICATIES
• •
Verslavingsproblematiek; Ernstige psychische problemen. KOSTEN
Voor cliënten uit de gemeente Utrecht is de hulp gratis.Voor cliënten van buiten Utrecht is het tarief f 56,18 per uur. Gekeken kan worden of dit bedrag vergoed kan worden door een andere instelling of door een regeling. Stade Migrantenhulpverlening wordt gefinancierd door de gemeente Utrecht.
HULPVRAAG 3 VROUWEN DIE WEG WILLEN BIJ HUN PARTNER
4
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die zich aanmeld gehoord wordt en een passend hulpaanbod krijgt. DOEL
Verwijzen, indiceren, dan wel plaatsen in FIOM, Blijf-van-m’n-lijf of Vita van vrouwen en meiden met of zonder kinderen, die te maken hebben met relationeel geweld. Hen informeren en adviseren over de mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• • •
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14; Spreekuur voor informatie en advies, dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur; Individuele indicatiegesprekken. Het bureau heeft plaatsingsbevoegdheid voor Blijf-van-m’n-Lijf, FIOM,Vita en het noodbed. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
De individuele indicatiegesprekken en het spreekuur worden gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht.
BIJLAGE 1
61
FREQUENTIE EN DUUR
De indicatiegesprekken zijn eenmalig en duren ongeveer anderhalf uur. Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur. CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt.
62
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
Vrouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
4
MODULE BLIJF-VAN-M’N-LIJF - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Blijf-van-m’n-Lijf verleent hulp door versterking van de eigen capaciteit van de vrouw en door het ontwikkelen van toekomstperspectieven door empowerment. Met toekomstgericht wordt bedoeld dat bij het vaststellen van de doelen van de hulpverlening uitgegaan wordt van wat de vrouw wil en nodig heeft als zij niet meer bij vrouwenopvang Utrecht is. Met empowerment wordt het versterken van het (oplossend) vermogen van de vrouw bedoeld.
DOEL
Opvang van psychisch, lichamelijk en seksueel mishandelde vrouwen en hun (eventuele) kinderen. Begeleiding bieden om uit de spiraal van onmacht en geweld te komen. Deze groep helpen en ondersteunen bij het weer greep krijgen op de eigen levensomstandigheden ACTIVITEITEN
• • • • • • • •
Intake van de moeder; Intake van de kinderen; Individuele begeleiding/gesprekken; Groepsgesprekken; Leefgroepwerk; Individuele gesprekken met kinderen; Groepswerk met kinderen; Casemanagement voor vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwenhandel. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en een veilige, geheime plek nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege een gevaarlijke partner. Ook vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwenhandel komen in aanmerking voor opvang. LOCATIE
De opvang wordt geboden op de eigen locatie. Het adres is anoniem. Het telefoonnummer om te informeren of er plaats is: (030) - 259 98 14. Het intaketeam beslist over de plaatsing. FREQUENTIE EN DUUR
De opvang is afhankelijk van de hulpvraag met een maximum van zes maanden. De frequentie van hulpverleningsgesprekken is afhankelijk van de behoefte, maar bedraagt voor de individuele gesprekken minimaal eens per week gedurende een uur. De groepsgesprekken duren anderhalf uur. Met de kinderen wordt dagelijks gewerkt. CAPACITEIT
Er is plaats voor opvang van 16 vrouwen en 22 kinderen. Twee plaatsen zijn gereserveerd voor vrouwen die slachtoffer zijn van vrouwenhandel.
BIJLAGE 1
63
DISCIPLINES
Politie, justitie, jeugdhulpverlening, Raad voor de Kinderbescherming, MD,Altrecht, scholen, Beroepsoriëntatie en Arbeidstoeleiding (BOA), Sociale Dienst,Woonservice, Crisisdienst, huisartsen. VOORTGANGSBEWAKING
64
BIJLAGE 1
• • •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie; Scholing/training. CONTRA-INDICATIES
• • • • • • •
Jongens boven de vijftien jaar; Meiden (slachtoffers) tot achttien jaar; Geen geheim adres nodig; Afkomstig uit Utrecht of directe omgeving; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan of andere verslavingszorg; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg of instellingen elders; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis.Wel wordt er een kleine vergoeding voor de opvang gevraagd. De vergoeding is inkomensafhankelijk. Blijf-van-m’n-Lijf wordt door de gemeente Utrecht gefinancierd.
4
MODULE CENTRUM MALIEBAAN VOOR VERSLAVINGSZORG Centrum Maliebaan heeft een aandachtsfunctionaris voor vrouwenhulpverlening. Deze is via de voordeur van Centrum Maliebaan bereikbaar. De aandachtsfunctionaris exploreert de hulpvraag en verwijst naar passende hulpverlening. Intermediairs kunnen zich via de voordeurprocedure melden bij de aandachtsfunctionaris. Het is in het belang van allochtone cliënten om taalproblemen vóór aanmelding te bespreken. Zo nodig is de aanwezigheid van een tolk bij aanmelding gewenst. VISIE
• •
Centrum Maliebaan verleent in dialoog met de cliënt hulp bij problematisch middelengebruik of gokken in combinatie met een geweldsprobleem. De hulpverlening komt tot stand in een confrontatie tussen: de problematiek zoals de cliënt die omschrijft; de oplossingen en wensen die de cliënt aangeeft met betrekking tot de vorm en inhoud van de hulpverlening;
• • •
de deskundige beoordeling door de medewerker, die daarbij kan worden ondersteund door onderzoek/ diagnostisch materiaal; ervaringen met eventuele eerdere hulpverlening aan de cliënt; de mogelijkheden en beperkingen van de instelling. DOEL
Stoppen van het geweld en het voorkomen, stopzetten of verminderen van (de gevolgen van) het afhankelijkheidsproces van problematisch middelengebruik of gokken, waardoor de cliënt binnen de kortst mogelijke tijd weer optimaal zelfstandig kan functioneren. ACTIVITEITEN
• •
• •
• • •
Centrum Maliebaan werkt volgens het principe van het stepped en matched care-model. Dit betekent, dat wordt gestreefd naar de professionele balans tussen het bieden van zoveel zorg als noodzakelijk en zo weinig zorg als mogelijk. Het model werkt volgens de volgende zeven stappen. De laatste twee zijn vooral van toepassing op vrouwen die weg willen van hun partner: De voordeur: iedereen die zich aanmeldt krijgt een kortdurend hulpaanbod van maximaal vijf keer.Wanneer aan de voordeur meteen duidelijk is dat de cliënt meer hulp nodig heeft, gaat deze direct door naar stap 2; Diagnostiek en onderzoek: het formuleren van een individueel (zorg-)aanbod. In overleg met de cliënt wordt een behandelplan opgesteld. De cliënt krijgt een regiefunctionaris toegewezen die de uitvoering, evaluatie en bijstelling van het behandelplan bewaakt van diagnose tot ontslag; Individuele contacten: gestructureerde gesprekken, gericht op stapsgewijze verandering of behoud van gedrag; Gespecialiseerde hulpverlening, trainingen en vaardigheden: extra ondersteuning van de cliënt op bepaalde levensgebieden. In deze stap wordt een breed scala aan producten geleverd, variërend van timmeren tot budgetteren en van RET-groep tot ambulante detoxificatie; Sociotherapeutisch aanbod: het verwerven van vaardigheden in een groep; Intensief: dag en nacht: klinische modules met een oplopend beschermingsniveau en een oplopende mate van structuur; Intensief, top klinische zorg: variant van de bovenstaande stap, die zich onderscheidt door een permanent beschermingsniveau en veel structuur.Voorbeelden hiervan zijn: een crisisopname en onvrijwillige opname.
BIJLAGE 1
65
• •
66
BIJLAGE 1
• • • • •
Centrum Maliebaan heeft het volgende groepsaanbod: Vrouwengroep: gespreksgroep van maximaal acht vrouwen die problemen hebben met het gebruik van alcohol, drugs, medicijnen of gokken; RET-groep (Rationeel Emotieve Therapie): gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die problemen hebben met gokken en/of het gebruik van middelen en die ontevreden zijn over het eigen gedrag. RET is een methode die ervan uitgaat dat problemen niet zozeer het gevolg zijn van externe omstandigheden, maar van de manier waarop mensen deze interpreteren, beoordelen en etiketteren; Partnergroep: gespreksgroep van maximaal acht deelnemers die een partner hebben die gokt of problematisch middelen gebruikt en die zelf geen problemen hebben op dat gebied; Groep voor jeugdige gebruikers: gespreksgroep van maximaal tien deelnemers (gemiddeld tussen de 17 en 25 jaar), die hun gebruik van (soft-)drugs onder de loep willen nemen; Zelfcontrolegroep alcohol: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met het gebruik van alcohol; Zelfcontrolegroep gokken: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met gokken; Oudergroep; gespreksgroep van maximaal tien ouders van kinderen met een verslavingsprobleem. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en zelf problematisch middelen gebruiken of gokken. LOCATIE
Bij Centrum Maliebaan. FREQUENTIE EN DUUR
Afhankelijk van het individuele traject dat wordt afgelegd. DISCIPLINES
Geen. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Regiefunctionaris; Coaching; Dossiervorming.
CONTRA-INDICATIES
• • • • •
Geen problemen met middelengebruik of gokken; Fysieke handicap voor opname (bijvoorbeeld rolstoel); Ernstige psychiatrische problematiek; Bij ernstig fysiek letsel wordt verwezen naar het ziekenhuis; Jonger dan 18 jaar. Kinderen kunnen niet met de ouder worden opgenomen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis.Vergoedingen worden verkregen via ziektekostenverzekeraars. Centrum Maliebaan heeft verschillende financieringsbronnen, waaronder: gemeente Utrecht, Zorgkantoor, Ministerie van Justitie, GGZ Nederland, Ministerie van VWS en overige subsidieverlenende organisaties.
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te mishandelen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Het (tijdelijk) verlaten van de woning. ACTIVITEITEN
• • • • • • • • • •
Individuele gesprekken met de vrouw; Eventueel contact tot stand brengen met de politie; Inventariseren van de situatie; Voorlichting geven over de consequenties van weggaan; Nagaan waar de vrouw naar toe kan; Eventueel nagaan waar plekken vrij zijn in een opvanghuis; Het maken van een vluchtplan en eventueel een bijdrage leveren aan de uitvoering daarvan; Het geven van tips voor de vlucht; Eventueel contact tot stand brengen met een advocaat; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties. VOOR WIE?
Alle vrouwen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
BIJLAGE 1
67
LOCATIE
•
•
Gesprekken vinden plaats in het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, (030) - 262 03 98 of Buurthuis Einstein, Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, (030) - 262 03 98, of op de Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
68
Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken, of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
De politie kan worden ingeschakeld om uitleg te geven over het doen en de gevolgen van aangifte en om de ernst van het geweld te onderstrepen. Ook kan de wijkagent op de hoogte worden gebracht. Er kan samengewerkt worden met de Marokkaanse en Turkse buurtcontactvrouwen. De advocatuur wordt soms betrokken. De huisarts kan worden ingeschakeld bij het zoeken naar een tijdelijke oplossing, zoals opname in een herstellingsoord. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Registratiesysteem Regie-Pro; Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol of drugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
• • •
Voor de cliënt is de hulp gratis; Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject; bedragen gemiddeld f 910,-.
4
MODULE FIOM - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
FIOM verleent hulp door versterking van de eigen capaciteit van de vrouw en door het ontwikkelen van toekomstperspectieven door empowerment. Met toekomstgericht wordt bedoeld dat bij het vaststellen van de doelen van de hulpverlening uitgegaan wordt van wat de vrouw wil en nodig heeft als zij niet meer bij vrouwenopvang Utrecht is. Met empowerment wordt het versterken van het (oplossend) vermogen van de vrouw bedoeld. DOEL
Opvang van vrouwen en meiden met of zonder kinderen. Begeleiding bieden om uit de spiraal van onmacht en geweld te komen. Deze groep helpen en ondersteunen bij het weer greep krijgen op de eigen levensomstandigheden, al dan niet samen met de partner. ACTIVITEITEN
• • • • • • • • • • • • • • •
Individuele gesprekken; Eventueel gesprekken met partner (dader) erbij; Groepsgesprekken activiteiten; Themabijeenkomsten; Etagebijeenkomsten (FIOM is georganiseerd per etage); Huisvergaderingen; Assertiviteitstraining; Opvoedingshulpverlening; Zelfverdedigingcursus; Moedergroep; Creatieve activiteiten; Hobbyactiviteiten voor kinderen van 4 tot 12 jaar; Kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar; Nazorg als een vrouw weer buiten FIOM woont; Materiële begeleiding: financiën, huisvesting, vreemdelingendienst, IND, etc. Aandacht wordt besteed aan onderwerpen als: wat betekent het om alleen, met of zonder kinderen te gaan wonen? Wat vraagt het van je en wat denk je nodig te hebben. Het gaat om zowel de praktische zaken, zoals de omgangsregeling, alimentatie, als de emoties die hiermee gepaard gaan. Ook zaken als de partner vertellen dat het ’voorbij’ is, komen aan bod.
BIJLAGE 1
69
• • • • •
70
VOOR WIE? Vrouwen en meiden die te maken hebben met geweld (lichamelijk, geestelijk, seksueel); Vrouwen en meiden die te maken hebben met relationele problemen; Vrouwen en meiden met opvoedingsvragen; Vrouwen en meiden met psychosociale problemen; Vrouwen en meiden met problemen rondom zwangerschap, problemen ten gevolge van migratie en materiële problemen.
BIJLAGE 1 LOCATIE
De opvang wordt geboden op de eigen locatie Biltstraat 186, 3572 BR Utrecht. Het telefoonnummer om te informeren of er plaats is: (030) - 259 98 14 Het intaketeam beslist over de plaatsing. FREQUENTIE EN DUUR
De opvang is afhankelijk van de hulpvraag met een maximum van zes maanden. De frequentie van hulpverleningsgesprekken is afhankelijk van de fase waarin een vrouw zich bevindt, van de problematiek en van haar behoefte. fase 1: bijna dagelijks fase 2: één of twee keer per week fase 3: drie tot vier keer per maand CAPACITEIT
Er is plaats voor opvang van twaalf vrouwen en hun kinderen en zeven meiden. Daarnaast zijn er twee bedden gereserveerd voor noodopvang. DISCIPLINES
Altrecht/RIAGG, Bureau Jeugdzorg, Algemeen Meldpunt Kindermishandeling, voogdij-instellingen, Gemeentelijke Sociale Dienst, vreemdelingenpolitie, IND, Algemeen Maatschappelijk Werk, Politie regio Utrecht, Beroepsoriëntatie en Arbeidstoeleiding (BOA) , De Waag en incidenteel Centrum Maliebaan. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Collegiale intervisie; Teamvergadering.
CONTRA-INDICATIES
• • • • •
Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht, ook bestaat de mogelijkheid om samen met Altrecht een begeleidingsplan op te stellen; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD, indien de mogelijkheid bestaat om samen met de SPD een begeleidingsplan op te stellen; Jongens boven de vijftien jaar; Bij een levensbedreigende situatie wordt doorverwezen naar een Blijf-van-m'n-Lijf-huis, in verband met de anonimiteit. KOSTEN
Er wordt een eigen, inkomensafhankelijke bijdrage gevraagd van de cliënt. FIOM wordt door de gemeente Utrecht gefinancierd.
4
MODULE MAATSCHAPPELIJK WERK VAN DE POLITIE REGIO UTRECHT VISIE
Er is sprake van een geweldsprobleem. De eerste opgave is om dat aan te pakken. Als de spiraal van geweld is doorbroken kan er verdere hulpverlening geboden worden. DOEL
Het (tijdelijk) verlaten van de woning. ACTIVITEITEN
• • • • • • • • • •
Individuele gesprekken met de vrouw; Eventueel gesprek voeren met de dader; Inventariseren van de situatie; Voorlichting geven over de consequenties van weggaan; Nagaan waar de vrouw naar toe kan; Nagaan waar plekken vrij zijn in een opvanghuis; Het maken van een vluchtplan en eventueel een bijdrage leveren aan de uitvoering daarvan; Het geven van tips voor de vlucht; Eventueel contact tot stand brengen met een advocaat; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties.
BIJLAGE 1
71
VOOR WIE? Alle vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
Gesprekken vinden plaats op het politiebureau. FREQUENTIE EN DUUR
72
Vier à vijf gesprekken van een uur eens per week, of naar behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
Om de veiligheid van de vrouw te garanderen, wordt de wijkagent ingelicht en voorgesteld aan de vrouw. VOORTGANGSBEWAKING
Intervisie en supervisie. CONTRA-INDICATIES
Geen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het MW van de politie wordt gefinancierd uit het politiebudget. De kosten per hulpverleningstraject zijn onbekend.
4
MODULE STICHTING SLACHTOFFERHULP VISIE
Ondersteuning van de vrouw in het zoeken naar eigen oplossingen. DOEL
• • •
Veiligheid creëren voor vrouwen en kinderen; Hulpvraag expliciteren; Oplossingen bieden om haar keuze te realiseren.
ACTIVITEITEN
• • • • • • • • • •
Gesprekken voeren met vrouwen over veiligheid voor zichzelf en kinderen; Bespreken van mogelijke opvang voor kinderen; Brainstormen en mobiliseren van het eigen steunnetwerk van vrouwen (huisarts, familie, buren, vrienden); Versterken eigen krachten van vrouwen door verwijzing naar weerbaarheidstrainingen; Informatie geven over therapie en hulpaanbod; (Schriftelijke) informatie bieden over veiligheidsmaatregelen en vluchtplan; (Schriftelijke) informatie bieden over juridische mogelijkheden; Informatie bieden over vervangend inkomen, behuizing, sociale uitkeringen; Ondersteunen bij mogelijk schadeverhaal, aanvraag Schadefonds Geweldsmisdrijven; Eventuele noodzakelijke verwijzingen naar de vrouwenopvang. VOOR WIE?
Alle vrouwen die te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats bij Stichting Slachtofferhulp, het meldpunt of een plek naar keuze van het slachtoffer. FREQUENTIE EN DUUR
Drie tot vijf gesprekken. Duur van de gesprekken bedraagt ongeveer 1,5 uur. De frequentie wordt in onderling overleg bepaald. Eventueel kunnen meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
De politie, vrouwenopvang VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding (groepsgericht); Individueel coachen. CONTRA-INDICATIES
• •
Strafblad; Ernstige verslavingen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Stichting Slachtofferhulp wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en de gemeente Utrecht.
BIJLAGE 1
73
4
MODULE STADE MIGRANTENHULPVERLENING VISIE
Het vanuit kennis van de eigen taal en culturele achtergrond bieden van hulp bij onder meer geweldsprobIematiek. DOEL
74
Het bieden van ondersteuning bij de beslissing om weg te gaan en bij het weggaan.
BIJLAGE 1
ACTIVITEITEN
• • • •
Individuele gesprekken met de vrouw, eventueel met haar partner, of gezamenlijk; Informeren over wet- en regelgeving en voorzieningen; Doorverwijzen naar relevante instanties, zoals De Waag, verslavingszorg, etc.; Bieden van ondersteuning bij het regelen van concrete zaken. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
• • •
Op het bureau van Stade Migrantenhulpverlening, Jansdam 2, Utrecht; Bij het Multicultureel Emancipatiecentrum,Witte Vrouwenkade 6, Utrecht; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Gemiddeld zes tot twaalf gesprekken van één uur. DISCIPLINES
Afhankelijk van de situatie van de cliënte worden andere instellingen geconsulteerd, of wordt met een andere instelling samengewerkt. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Intervisie; Supervisie; Dossiervorming.
CONTRA-INDICATIES
• •
Verslavingsproblematiek; Ernstige psychische problemen. KOSTEN
Voor cliënten uit de gemeente Utrecht is de hulp gratis.Voor cliënten van buiten Utrecht is het tarief f 56,18 per uur. Gekeken kan worden of dit bedrag vergoed kan worden door een andere instelling of door een regeling. Stade Migrantenhulpverlening wordt gefinancierd door de gemeente Utrecht.
HULPVRAAG 4 DE VROUW WIL ACUUT WEG BIJ HAAR PARTNER
4
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die belt gehoord wordt en een passend hulpaanbod krijgt. DOEL
Vrouwen informeren en adviseren over de mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• • •
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14; Spreekuur voor informatie en advies, dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur; Individuele indicatiegesprekken. Het bureau heeft plaatsingsbevoegdheid voor Blijf-van-m’n-Lijf, FIOM,Vita en het noodbed. VOOR WIE?
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
De individuele indicatiegesprekken en het spreekuur worden gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
De indicatiegesprekken zijn eenmalig en duren ongeveer anderhalf uur. Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur.
BIJLAGE 1
75
CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt. DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc.
76
BIJLAGE 1
VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
Vrouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te mishandelen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Het (tijdelijk) verlaten van de woning.
ACTIVITEITEN
• • • • • • • •
Gesprek met de vrouw; Eventueel gesprek met de dader; Inventarisatie van de situatie; Voorlichting geven over de consequenties van weggaan; Nagaan waar de vrouw naar toe kan (privé-mogelijkheden of opvanghuis); Huisarts consulteren, bij mogelijk letsel: medische verklaring; Eventueel hulp van politie inschakelen bij het uit huis halen van spullen: melding of aangifte; School/dagverblijf informeren. VOOR WIE?
Alle vrouwen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad die te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats in het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, (030) - 262 03 98 of Buurthuis Einstein, Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, (030) - 262 03 98, of op de Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47 Bij de vrouw thuis FREQUENTIE EN DUUR
Zolang als noodzakelijk is. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Intervisie. CONTRA-INDICATIES
Geen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject bedragen gemiddeld f 910,-
BIJLAGE 1
77
4
MODULE MAATSCHAPPELIJK WERK VAN DE POLITIE REGIO UTRECHT VISIE
Er is sprake van acute onveiligheid. De eerste opgave is om dat aan te pakken. DOEL
Het (tijdelijk) verlaten van de woning.
78
BIJLAGE 1 ACTIVITEITEN
• • • • • • • •
Gesprek met de vrouw; Eventueel gesprek voeren met de dader; Inventariseren van de situatie; Voorlichting geven over de consequenties van weggaan; Nagaan waar de vrouw naar toe kan; Nagaan waar plekken vrij zijn in een opvanghuis; Eventueel de politie inschakelen om spullen uit huis te halen; Eventueel de vrouw naar een opvangadres brengen. VOOR WIE? Alle vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
Vanuit het politiebureau. FREQUENTIE EN DUUR
Eenmalig. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Intervisie; Supervisie. CONTRA-INDICATIES
Geen.
KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het MW van de politie wordt gefinancierd uit het politiebudget. De kosten per hulpverleningstraject zijn onbekend.
4
MODULE STICHTING SLACHTOFFERHULP VISIE
Vrouwen helpen een 'veilig' onderkomen te zoeken. DOEL
Veiligheid bieden aan vrouwen en kinderen door opvang te zoeken. ACTIVITEITEN
• • • • • •
Informatie geven over vluchtplan; Checklist bieden over wat wenselijk is om mee te nemen (kleren, geld, ID, verzekeringspapieren, medicijnen, telefoonnummer, e.d.); Brainstormen en mobiliseren van het eigen steunnetwerk van vrouwen (huisarts, familie, buren, vrienden); Informeren over consequentie van het weggaan voor zichzelf en kinderen; Informatie opvragen waar plekken vrij zijn in de opvanghuizen; Eventueel (verzorgen) begeleiding naar opvangadres. VOOR WIE?
Vrouwen die te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats bij Stichting Slachtofferhulp, het meldpunt of een plek naar keuze van het slachtoffer. FREQUENTIE EN DUUR
Eenmalig. DISCIPLINES
Indien voor de veiligheid nodig: de politie,Vrouwenopvang.
BIJLAGE 1
79
VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding (groepsgericht); Individueel coachen. CONTRA-INDICATIES
• •
80
Strafblad; Ernstige verslavingen.
BIJLAGE 1 KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Stichting Slachtofferhulp wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en de gemeente Utrecht.
HULPVRAAG 5 DE VROUW WIL EEN EINDE MAKEN AAN DE BELAGING VAN EX-ECHTGENOOT OF EX-FAMILIELEDEN (STALKING)
4
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die belt gehoord wordt en een passend hulpaanbod krijgt. DOEL
Vrouwen informeren en adviseren over de mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• •
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14; Spreekuur voor informatie en advies op dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur. VOOR WIE? Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld.
LOCATIE
Het spreekuur wordt gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur.
CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt. DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
Vrouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te belagen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Het stoppen van de belaging. ACTIVITEITEN
• • • • •
Individuele gesprekken met de vrouw; Indien mogelijk gesprekken met de stalker; Inventariseren van de situatie; Eventueel contact tot stand brengen met de politie en de advocatuur; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties.
BIJLAGE 1
81
VOOR WIE? Alle vrouwen uit Overvecht, Noordoost en binnenstad die gestalkt worden.
LOCATIE
•
82
BIJLAGE 1
•
Gesprekken vinden plaats in het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g, 3563 CA Utrecht, (030) - 262 03 98 of Buurthuis Einstein, Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht, (030) - 262 03 98, of op de Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken, of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
Er wordt samengewerkt met de politie en de advocatuur. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Registratiesysteem Regie-Pro; Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol of drugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject bedragen gemiddeld f 910,-.
4
MODULE MAATSCHAPPELIJK WERK VAN DE POLITIE REGIO UTRECHT VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te belagen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Het stoppen van de belaging. BIJLAGE 1 ACTIVITEITEN
• • • • • •
Individuele gesprekken met de vrouw; Indien mogelijk gesprekken met de stalker; Toeleiden van de stalker naar het Protocol een VeiligHuis; Inventariseren van de situatie; Eventueel doorverwijzen naar relevante instanties; Maken van een veiligheidsplan. VOOR WIE?
Alle vrouwen die gestalkt worden en de stalker. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats op het politiebureau. FREQUENTIE EN DUUR
Vier à vijf gesprekken van een uur eens per week, of naar behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden. DISCIPLINES
De wijkagent wordt op de hoogte gesteld. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Intervisie; Supervisie. CONTRA-INDICATIES
Geen.
83
KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Het MW van de politie wordt gefinancierd uit het politiebudget. De kosten per hulpverleningstraject zijn onbekend.
4
84
BIJLAGE 1
MODULE STICHTING SLACHTOFFERHULP VISIE
Belaging is strafbaar.Vrouwen moeten in vrijheid kunnen leven. DOEL
Maken van een veiligheidsplan en vrouwen ondersteunen in hun pogingen de belaging te stoppen. ACTIVITEITEN
• • • • • • • •
Gesprekken voeren met vrouwen; Brainstormen en mobiliseren van het eigen steunnetwerk van vrouwen (huisarts, familie, buren, vrienden); Checklist 'wat te doen bij belaging', veiligheidsmaatregelen, documentatie van belaging in een logboek bijhouden met het oog op juridische procedure; Schriftelijke informatie verstrekken over juridische stappen en wettelijke mogelijkheden; Informatie geven om stappen te ondernemen om zo de belager op afstand te houden; Gezamenlijk stappen ondernemen om een straatverbod te verkrijgen, in contact brengen met de politie, justitie en advocatuur; Doorverwijzen naar lotgenotengroep; Indien nodig zoeken naar een veilig onderkomen. VOOR WIE?
Vrouwen die slachtoffer zijn van belaging. LOCATIE
Gesprekken vinden plaats bij Stichting Slachtofferhulp, het meldpunt of een plek naar keuze van het slachtoffer. FREQUENTIE EN DUUR
Er vinden drie tot vijf gesprekken plaats. Duur van de gesprekken bedraagt 1,5 uur en zo nodig langer. De frequentie wordt in onderling overleg bepaald. Eventueel kunnen meer gesprekken plaatsvinden.
DISCIPLINES
• •
Wijkagent op de hoogte brengen; Politie, Justitie, advocatuur. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding (groepsgericht); Individueel coachen. BIJLAGE 1 CONTRA-INDICATIES
• •
Strafblad; Ernstige verslavingen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. Stichting Slachtofferhulp wordt gefinancierd door het Ministerie van Justitie en de gemeente Utrecht.
HULPVRAAG 6 VROUW BLIJFT DE GEVOLGEN ONDERVINDEN VAN RELATIONEEL GEWELD IN HET VERLEDEN
4
MODULE BUREAU AANMELDINGEN EN INDICATIES - VROUWENOPVANG UTRECHT VISIE
Het Bureau draagt er zorg voor, dat de vrouw die belt gehoord wordt en een passend hulpaanbod krijgt. DOEL
Vrouwen informeren en adviseren over de mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• •
24-uurs telefonische bereikbaarheid: (030) - 259 98 14; Spreekuur voor informatie en advies, dinsdag t/m vrijdag tussen 10.00 - 12.00 uur. VOOR WIE?
Vrouwen die in het verleden als slachtoffer te maken hebben gehad met relationeel geweld.
85
LOCATIE
Het spreekuur wordt gehouden op het Bureau, Meerkoethof 6, Utrecht. FREQUENTIE EN DUUR
Een gesprek tijdens het spreekuur duurt gemiddeld een half uur. CAPACITEIT
86
Er is geen wachtlijst bij het bureau. De opnamecapaciteit van de opvanginstellingen is echter beperkt.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
Er is samenwerking met andere vrouwenopvanginstellingen in het land. Daarnaast is er frequent contact met verwijzende instanties, zoals politie, Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
vrouwen en meiden die alleen onderdak zoeken; verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp van het bureau gratis. Aan de verdere opvang zijn kosten verbonden.
4
MODULE CENTRUM MALIEBAAN VOOR VERSLAVINGSZORG Centrum Maliebaan heeft een aandachtsfunctionaris voor vrouwenhulpverlening. Deze is via de voordeur van Centrum Maliebaan bereikbaar. De aandachtsfunctionaris exploreert de hulpvraag en verwijst naar passende hulpverlening. Intermediairs kunnen zich via de voordeurprocedure melden bij de aandachtsfunctionaris. Het is in het belang van allochtone cliënten om taalproblemen vóór aanmelding te bespreken. Zo nodig is de aan wezigheid van een tolk bij aanmelding gewenst.
VISIE
• • • • •
Centrum Maliebaan verleent in dialoog met de cliënt hulp bij problematisch middelengebruik of gokken in combinatie met een geweldsprobleem. De hulpverlening komt tot stand in een confrontatie tussen: de problematiek zoals de cliënt die omschrijft; de oplossingen en wensen die de cliënt aangeeft met betrekking tot de vorm en inhoud van de hulpverlening; de deskundige beoordeling door de medewerker, die daarbij kan worden ondersteund door onderzoek/ diagnostisch materiaal; ervaringen met eventuele eerdere hulpverlening aan de cliënt; de mogelijkheden en beperkingen van de instelling. DOEL
Stoppen van het geweld en het voorkomen, stopzetten of verminderen van (de gevolgen van) het afhankelijkheidsproces van problematisch middelengebruik of gokken, waardoor de cliënt binnen de kortst mogelijke tijd weer optimaal zelfstandig kan functioneren. ACTIVITEITEN
• •
• •
• • •
Centrum Maliebaan werkt volgens het principe van het stepped en matched care-model. Dit betekent, dat wordt gestreefd naar de de professionele balans tussen het bieden van zoveel zorg als noodzakelijk en zo weinig zorg als mogelijk. Het model werkt volgens de volgende zeven stappen: De voordeur: iedereen die zich aanmeldt krijgt een kortdurend hulpaanbod van maximaal vijf keer.Wanneer aan de voordeur meteen duidelijk is dat de cliënt meer hulp nodig heeft, gaat deze direct door naar stap 2; Diagnostiek en onderzoek: het formuleren van een individueel (zorg-)aanbod. In overleg met de cliënt wordt een behandelplan opgesteld. De cliënt krijgt een regiefunctionaris toegewezen die de uitvoering, evaluatie en bijstelling van het behandelplan bewaakt van diagnose tot ontslag; Individuele contacten: gestructureerde gesprekken, gericht op stapsgewijze verandering of behoud van gedrag; Gespecialiseerde hulpverlening, trainingen en vaardigheden: extra ondersteuning van de cliënt op bepaalde levensgebieden. In deze stap wordt een breed scala aan producten geleverd, variërend van timmeren tot budgetteren en van RET-groep tot ambulante detoxificatie; Sociotherapeutisch aanbod: het verwerven van vaardigheden in een groep; Intensief: dag en nacht: klinische modules met een oplopend beschermingsniveau en een oplopende mate van structuur; Intensief, top klinische zorg: variant van de bovenstaande stap, die zich onderscheidt door een permanent beschermingsniveau en veel structuur.Voorbeelden hiervan zijn: een crisisopname en onvrijwillige opname.
BIJLAGE 1
87
• •
88
BIJLAGE 1
• • • • •
Centrum Maliebaan heeft het volgende groepsaanbod: Vrouwengroep: gespreksgroep van maximaal acht vrouwen die problemen hebben met het gebruik van alcohol, drugs, medicijnen of gokken; RET-groep (Rationeel Emotieve Therapie): gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die problemen hebben met gokken en/of het gebruik van middelen en die ontevreden zijn over het eigen gedrag. RET is een methode die ervan uitgaat dat problemen niet zozeer het gevolg zijn van externe omstandigheden, maar van de manier waarop mensen deze interpreteren, beoordelen en etiketteren; Partnergroep: gespreksgroep van maximaal acht deelnemers die een partner hebben die gokt of problematisch middelen gebruikt en die zelf geen problemen hebben op dat gebied; Groep voor jeugdige gebruikers: gespreksgroep van maximaal tien deelnemers (gemiddeld tussen de 17 en 25 jaar), die hun gebruik van (soft-)drugs onder de loep willen nemen; Zelfcontrolegroep alcohol: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met het gebruik van alcohol; Zelfcontrolegroep gokken: gespreksgroep van maximaal twaalf deelnemers die een probleem hebben met gokken; Oudergroep; gespreksgroep van maximaal tien ouders van kinderen met een verslavingsprobleem. VOOR WIE?
• •
Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en een verhoogd risico lopen problemen te krijgen met het gebruik van middelen, dan wel gokken; Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld en die zelf problematisch middelen gebruiken of gokken. LOCATIE
• • •
Bij de vrouw thuis; Centrum Maliebaan; Elders bij intermediairs op locatie. FREQUENTIE EN DUUR
Afhankelijk van het individuele traject dat wordt afgelegd van vijf contactmomenten tot een zorgtraject van onbepaalde tijd. De groepsbijeenkomsten worden één keer per week gehouden. DISCIPLINES
Geen.
VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Regiefunctionaris; Coaching; Dossiervorming. CONTRA-INDICATIE
• • • • •
Geen problemen met middelengebruik of gokken; Fysieke handicap voor opname (bijvoorbeeld rolstoel); Ernstige psychiatrische problematiek; Bij ernstig fysiek letsel wordt verwezen naar het ziekenhuis; Jonger dan 18 jaar. Kinderen kunnen niet met de ouder worden opgenomen. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis.Vergoedingen worden verkregen via ziektekostenverzekeraars. Centrum Maliebaan heeft verschillende financieringsbronnen, waaronder: gemeente Utrecht, Zorgkantoor, Ministerie van Justitie, GGZ Nederland, Ministerie van VWS en overige subsidieverlenende organisatie.
4
MODULE CUMULUS ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK VISIE
Het is wettelijk verboden vrouwen te mishandelen. Aangesloten wordt bij wat de vrouw zelf wil. DOEL
Verwerking van het trauma en ondersteuning bij het ontdekken van nieuwe mogelijkheden. ACTIVITEITEN
• • •
Individuele gesprekken; Indien gewenst, gesprekken met ex-mishandelaar; Relatiegesprekken. VOOR WIE?
Alle vrouwen en mannen die in het verleden als slachtoffer en/of dader te maken hebben gehad met relationeel geweld.
BIJLAGE 1
89
LOCATIE
Gesprekken vinden plaats in het Gezondheidscentrum Overvecht, Amazonedreef 45g,3563 CA Utrecht (030)-262 03 98 of Buurthuis Einstein. Stroyenborchdreef 12, 3562 GN Utrecht (030)-262 03 98, of op de Nieuwe Koekoekstraat 85, 3514 EC Utrecht, (030) - 271 48 47. FREQUENTIE EN DUUR
90
Zes tot twaalf gesprekken van een uur eens in de twee weken of naar gelang behoefte. Eventueel kunnen er meer gesprekken plaatsvinden.
BIJLAGE 1
DISCIPLINES
De maatschappelijk werkers kunnen medewerkers van Altrecht consulteren. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Registratiesysteem Regie-Pro; Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • •
Verslaafden aan alcohol of drugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD. KOSTEN
Voor de client is de hulp gratis. Het AMW wordt ten dele door de gemeente Utrecht gefinancierd. De kosten per hulpverleningstraject bedragen gemiddeld f 910,-.
4
MODULE STADE - FIOM VISIE
Stade - FIOM richt zich op problemen rondom adoptie, zwangerschap, seksueel geweld en incest. De werkwijze is divers: ondersteunend, inzichtgevend, directief en/of lichaamsgericht. DOEL
Bij seksueel geweld en incest: het verwerken van het trauma en het zetten van stappen om het leven weer in eigen hand te nemen. ACTIVITEITEN
• • • • •
Intake gesprek; Individuele gesprekken met de vrouw; Relatiegesprekken; Systeemgesprekken met het hele gezin; Groepshulpverlening: verwerkingsgroep voor vrouwen die verkracht zijn en een incestverwerkingsgroep. VOOR WIE?
Alle vrouwen die als slachtoffer te maken hebben met relationeel geweld. LOCATIE
Bij Stade - FIOM. FREQUENTIE EN DUUR
Het aantal gesprekken varieert, afhankelijk van de problematiek, van één tot vijf, maar een langdurig traject van meer dan twintig gesprekken is ook mogelijk. De frequentie is gemiddeld eens in de veertien dagen. De incestverwerkingsgroep komt twintig keer bijeen. De verwerkingsgroep voor verkrachting komt vijftien keer bijeen. CAPACITEIT
Het intakegesprek kan plaatsvinden binnen twee weken. Voor de individuele, partner en systeem gesprekken, evenals voor de verwerkingsgroepen bestaat een wachtlijst die wisselt van lengte en dus van duur. DISCIPLINES
De medewerkers consulteren een psychiater van Altrecht over de dynamiek en gevolgen van seksueel geweld.
BIJLAGE 1
91
VOORTGANGSBEWAKING
• • • • •
92
intervisie; werkoverleg/behandelvergadering; teamoverleg; dossiervorming; voortgangsbewakingsprogramma Crosstabs. CONTRA-INDICATIES
BIJLAGE 1
• • • •
Leeftijd jonger dan 16 jaar; Vrouwen met een psychiatrische problematiek worden doorverwezen naar Altrecht; Geestelijk gehandicapten worden doorverwezen naar de SPD; Alleen voor de groepen geldt dat vrouwen die daar nog niet aan toe zijn eerst een individueel traject krijgen aangeboden. KOSTEN
Voor cliënten met een inkomen boven het minimumloon is er een eigen bijdrageregeling van f 9,08 per gesprek van kracht. Stade - FIOM wordt gefinancierd door de gemeente Utrecht. Stade, afdeling zorg en hulpverlening heeft ook een handleiding verwerkingsgroep voor vrouwen die door hun partner mishandeld zijn vervaardigd. Deze handleiding is bestemd voor hulpverleners die groepsgewijs willen begeleiden. De handleiding is te bestellen bij Stade, Postbus 13124, 3507 Utrecht.T (030) - 231 00 41, F (030) - 234 29 67,
[email protected]. AANBOD AAN HULPVERLENERS
Stade - FIOM kan bij voldoende belangstelling trainingen verzorgen voor diverse beroepsgroepen om de deskundigheid rondom seksueel/relationeel geweld te vergroten. Zo kan zij bijvoorbeeld tegemoet komen aan de behoefte van maatschappelijk werkers aan een cursus 'omgaan met seksuele geweldsproblematiek' waarin vooral de eigen reactie van de hulpverlener centraal staat: hoe om te gaan met gevoelens van machteloosheid, hoe daadkrachtig op te treden, grenzen van de hulpverlening, etc.
4
MODULE STADE MIGRANTENHULPVERLENING VISIE
Het vanuit kennis van de eigen taal en culturele achtergrond bieden van hulp bij onder meer geweldsprobIematiek. DOEL
Het bieden van ondersteuning bij het verwerken van het geweld. ACTIVITEITEN
• •
Individuele gesprekken met de vrouw, eventueel met haar partner, of gezamenlijk; Informeren over wet- en regelgeving en voorzieningen. VOOR WIE?
Vrouwen die in het verleden als slachtoffer te maken hebben gehad met relationeel geweld. LOCATIE
• • •
Op het bureau van Stade Migrantenhulpverlening, Jansdam 2, Utrecht; Bij het Multicultureel Emancipatiecentrum,Witte Vrouwenkade 6, Utrecht; Bij de vrouw thuis. FREQUENTIE EN DUUR
Gemiddeld zes tot twaalf gesprekken van één uur. DISCIPLINES
Afhankelijk van de situatie van de cliënte worden andere instellingen geconsulteerd, of wordt met een andere instelling samengewerkt. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Intervisie; Supervisie; Dossiervorming. CONTRA-INDICATIES
• •
Verslavingsproblematiek; Ernstige psychische problemen.
BIJLAGE 1
93
KOSTEN
Voor cliënten uit de gemeente Utrecht is de hulp gratis.Voor cliënten van buiten Utrecht is het tarief f 56,18 per uur. Gekeken kan worden of dit bedrag vergoed kan worden door een andere instelling of door een regeling. Stade Migrantenhulpverlening wordt gefinancierd door de gemeente Utrecht.
4
94
MODULE VITA - VROUWENOPVANG UTRECHT
BIJLAGE 1 VISIE
Vita verleent hulp door versterking van de eigen capaciteit van de vrouw en door het ontwikkelen van toekomstperspectieven door empowerment. Met toekomstgericht wordt bedoeld dat bij het vaststellen van de doelen van de hulpverlening uitgegaan wordt van wat de vrouw wil en nodig heeft als zij niet meer bij vrouwenopvang Utrecht is. Met empowerment wordt het versterken van het (oplossend) vermogen van de vrouw bedoeld. DOEL
Vrouwen en meiden met of zonder kinderen begeleiden in het zelfstandig wonen/het opbouwen van een zelfstandig bestaan. ACTIVITEITEN
Individuele gesprekken. VOOR WIE? Vrouwen die als slachtoffer te maken hebben gehad met relationeel geweld. Daarnaast ook vrouwen die vragen hebben rond (jong) moederschap.
LOCATIES
• • •
Bij de vrouw thuis; In de woningen van Vita; In de groepswoning voor jonge moeders. FREQUENTIE EN DUUR
Eén keer per week gedurende acht maanden. Naar gelang behoefte kunnen de gesprekken ook vaker plaatsvinden.
CAPACITEIT
Er is geen wachtlijst. DISCIPLINES
Er is regelmatig samenwerking met instanties zoals de Sociale Dienst, de Wijkverpleging, voogdijinstellingen etc. VOORTGANGSBEWAKING
• •
Werkbegeleiding; Collegiale intervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • •
Verslaafden aan alcohol of harddrugs worden verwezen naar Centrum Maliebaan; Psychiatrische patiënten worden verwezen naar Altrecht of Bureau Jeugdzorg; Verstandelijk gehandicapten worden verwezen naar de SPD; Bij een levensbedreigende situatie wordt doorverwezen naar het Blijf-van-m'n-Lijf-huis. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis.
BIJLAGE 1
95
AANBOD IN DE TWEEDE LIJN
4
96
ALTRECHT, DIVISIE STAD UTRECHT Altrecht is een tweedelijnsorganisatie voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) voor personen die te kampen hebben met psychosociale, psychische of psychiatrische problemen. Voor de toegang tot Altrecht is een verwijzing (meestal door de huisarts) een voorwaarde. Niet het behandelen van een hulpvraag rondom relationeel geweld, maar het behandelen van stoornissen als gevolg van relationeel geweld is het uitgangspunt voor de zorg. Daarnaast biedt Altrecht ondersteuning aan de eerste lijn GGZ.
BIJLAGE 1
VISIE
Indien er sprake is van psychosociale, psychische of psychiatrische problematiek, waarbij relationeel geweld in heden of verleden een rol speelt/speelde, dan is het relationeel geweld of de beëindiging daarvan een belangrijk onderdeel van de behandeling. De zorg is vraag- en cliëntgericht en zal vaak geboden dienen te worden in nauwe samenwerking met andere personen en organisaties. Nazorg en/of een goede overdracht is een onderdeel van de geboden zorg. ENTREE EN RELATIE MET DE EERSTE LIJN
• • • • •
Altrecht wil zo toegankelijk mogelijk zijn voor collega’s en potentiële cliënten. Dit neemt niet weg dat er vooraf wordt getoetst of de tweedelijns hulp geëigend is. Om de toegankelijkheid zo cliëntvriendelijk mogelijk te maken en de relatie met de eerste lijn te ondersteunen biedt Altrecht: Consultatie aan en ondersteuning van de eerste lijn GGZ; Overleg over verwijsmogelijkheden en concrete verwijzingen; Nader overleg welke organisaties onder welke voorwaarden kunnen functioneren als verwijzer; In gezamenlijk overleg in voorkomende gevallen verzorgen van een begeleide en/of laagdrempelige toegang; Intake gesprekken op locatie van en in samenwerking met collega’s van de eerste lijn. DE ZORG
• • • •
Aansluitend aan de intake: kortdurende hulpverlening door dezelfde hulpverlener; Toewijzing aan een van de zorgprogramma’s (welke stoornisgeoriënteerd zijn); Het totale zorgpakket is beschikbaar: ambulant, deeltijd, klinisch; Het totale zorgpakket is beschikbaar: gesprekken en/of medicatie; individueel, partnerrelatie, gezin, groep.
AANBOD VOOR KINDEREN
4
BUURTNETWERKEN In de Utrechtse wijken zijn twee soorten buurtnetwerken actief: buurtnetwerken rondom kinderen van 0 - 12 jaar en buurtnetwerken rondom jongeren van 12 jaar en ouder. Het doel van de buurtnetwerken is om een bijdrage te leveren aan het oplossen van gesignaleerde problemen, waaronder die van relationeel geweld. Door middel van signalering kunnen problemen in een vroegtijdig stadium, zo dicht mogelijk bij huis, zo kort en zo laagdrempelig mogelijk worden opgepakt.
• • •
• • • •
• • • • • • • • •
In grote lijnen gaan de buurtnetwerken als volgt te werk: Door een deelnemer aan het buurtnetwerk wordt gesignaleerd dat er problemen zijn in een gezin die uitwerking hebben op een kind/jongere; Toestemming wordt gevraagd aan het gezin/de jongere om de situatie te bespreken; Indien geen toestemming wordt verkregen, wordt in eerste instantie geprobeerd deze toestemming alsnog te verkrijgen. Indien dit niet lukt wordt het gezin, c.q. het kind/de jongere in algemene zin en anoniem besproken. Alleen indien de problemen als zeer ernstig worden ingeschat kan besloten worden toch de situatie op naam te bespreken; Alle aanwezige informatie over een gezin/kind/jongere wordt door de verschillende disciplines bijeen gebracht om een zo compleet mogelijk beeld te kunnen vormen; Nagegaan wordt welke hulp het gezin, dan wel het kind/de jongere nodig heeft; Bij jongeren wordt een casemanager aangewezen die de jongere onder zijn of haar hoede neemt; Het gezin, dan wel het kind/de jongere wordt verwezen naar de geëigende instelling, al dan niet deelnemend aan het buurtnetwerk. De deelnemers aan de buurtnetwerken 0 - 12 verschillen enigszins per wijk. Deel kunnen nemen: Ambulant kinderwerk; Basisscholen; Kinderopvang, waaronder het peuterwerk; Kinderwerk van de buurthuizen en de speeltuinen; Algemeen Maatschappelijk Werk; Wijkverpleging; Schoolarts; Schoolmaatschappelijk Werk; Speciaal Basisonderwijs;
BIJLAGE 1
97
98
BIJLAGE 1
• • • •
Wijkagent; Dienst Onderwijs, afdeling Leerplicht van de gemeente Utrecht; Bureau Jeugdzorg; Coach Marokkaanse ouders.
• • • • • • •
Aan het buurtnetwerk 12+ kunnen deelnemen: Bureau Jeugdzorg; Wijkagent; Dienst Onderwijs, afdeling Leerplicht; Wijkjongerenhulpverlening; Stade PPI (ambulant jongerenwerk); Coördinator project Jongeren op Straat (JOS); Jeugdgezondheidszorg. Voor het gezin/de jongere is de inbreng in de buurtnetwerken gratis. De buurtnetwerken worden gefinancierd door de Utrechtse welzijnsorganisaties. De gemeente Utrecht financiert de welzijnsorganisaties. GG&GD, AFDELING JEUGDGEZONDHEIDSZORG De taak van de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GG&GD is het begeleiden van de gezondheid, groei en ontwikkeling van de jeugd tot een optimaal niveau. Naast het uitvoeren van periodieke gezondheidsonderzoeken en onderzoek op aanvraag van het onderwijs, leerlingen en ouders signaleert JGZ problemen op sociaal-medisch terrein. Relationeel geweld in de thuissituatie is daar een voorbeeld van. Voor ouders en jeugdigen heeft JGZ een belangrijke functie in de verwijzing en begeleiding naar andere vormen van hulp en zorg. Daarbij kan het gaan om huisartsen, Altrecht, Bureau Jeugdzorg, maar ook om zaken als opvoedingsondersteuning. Het werken aan preventie van gezondheidsproblemen is een van de hoofdtaken van de afdeling. Dit omvat de bevordering van gezond gedrag en gezonde leefgewoonten bij leerlingen. Dit geldt ook voor het psychosociale gebied. Zo werkt de afdeling bijvoorbeeld aan sociale weerbaarheid van leerlingen in het basisonderwijs.
AANBOD VOOR MISHANDELENDE PARTNER
4
MODULE DE WAAG VAN DE DR. HENRI VAN DER HOEVEN STICHTING VISIE
Om relationeel geweld te stoppen is het noodzakelijk daderhulpverlening aan te bieden, parallel aan een hulpverleningstraject voor het slachtoffer. BIJLAGE 1 DOEL
Stoppen van het geweld door daders zover te krijgen een hulpaanbod te aanvaarden. ACTIVITEITEN
• •
• • •
Behandeling: Aanwezigheid bij een eerste gesprek met de dader op het politiebureau; Intakegesprekken waarin geïnventariseerd wordt: • de ontstaansgeschiedenis van de partnerrelatie; • de spiraal van geweld; de invloed van het geweld op eventuele kinderen; • steunbronnen buiten het gezin; • getuigen van het geweld en hun effect op gevoelens van schaamte, schuld en veiligheid. Individuele therapie; Groepstherapie; Parnerrelatietherapie. MODULE IN HET KADER VAN HET PROTOCOL EEN VEILIGHUIS
• • • • •
Per bijeenkomst volgt het aangeboden programma in grote lijnen de volgende structuur: Bespreken toepassing time-out procedure; Uitleg over een thema; Herkenning van het thema bij de individuele deelnemers; Individuele en groepsoefening van alternatief gedrag; Huiswerkopdracht.
99
PROGRAMMABESCHRIJVING
100
• • • •
1e bijeenkomst: AGRESSIE EN DE TIME-OUTPROCEDURE: Uitleg over de opbouw, regulatie en functie van agressie in relaties; Herkenning van signalen van cumulatie en agressie; Uitleg over de time-outprocedure; Oefening in spanningsbeheersing (fysiek en mentaal).
• • • •
2e bijeenkomst: OORZAAK EN SCHULD,OVER DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HET EIGEN GEDRAG: De vijf G’s: gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag, gevolgen; Opsporen agressie-inducerende situaties; Zelfcontrole bij 'ondraaglijke' situaties; Toepassing time-outprocedure.
• • • •
3e bijeenkomst: FUNCTIE VAN AGRESSIEF GEDRAG IN RELATIES: Uitleg over gewelddadige en ongelijkwaardige communicatie; Uitleg over het belang van controle en macht in de relatie; Herkenning bij de deelnemers; Toepassing time-outprocedure.
• • •
4e bijeenkomst: GEDRAGSALTERNATIEVEN: Uitleg over geweldloze en gelijkwaardige communicatie; Ontwikkeling en oefening van alternatief gedrag; Toepassing time-outprocedure.
• • • •
5e bijeenkomst: MIDDELENGEBRUIK: De rol van alcohol en andere ontremmers; Herkenning bij de deelnemers; Afspraken over middelengebruik; Toepassing time-outprocedure.
• • •
6e bijeenkomst: EMPATHIE EN GEWETEN: Uitleg over de gevolgen van fysiek geweld voor partner en kinderen op korte termijn; Uuitleg over de invloed van onveiligheid en traumatisering op lange termijn; Inlevingsoefening toepassing time-outprocedure.
BIJLAGE 1
VOOR WIE?
Daders van relationeel geweld en hun eventuele partner. LOCATIE
Behandeling vindt plaats in de polikliniek De Waag, Suurhofstraat 14, 3515 GZ Utrecht. T (030) - 272 06 85, F (030) - 275 82 20,
[email protected], www.dewaag-utrecht.nl FREQUENTIE EN DUUR
Een behandeling duurt een half jaar, waarin wekelijks gesprekken plaatsvinden. In de nazorgperiode vinden maandelijks gesprekken plaats. De module in het kader van het protocol een VeiligHuis bestaat uit zes wekelijkse bijeenkomsten van 1,5 uur. Het programma wordt doorlopend aangeboden (carousselvorm), zodat nieuwe deelnemers binnen een week kunnen starten. DISCIPLINES
Om daders te achterhalen wordt nauw samengewerkt met het Maatschappelijk Werk van de politie Utrecht. VOORTGANGSBEWAKING
• • •
Dossiervorming; Intervisie; Supervisie. CONTRA-INDICATIES
• • • • • •
Man weigert hulp of is niet gemotiveerd; Geweld kan op korte termijn gevaarlijk escaleren; Ernstige zwakbegaafdheid; Psychiatrische problemen; Ernstige suïcidaliteit; Geen kennis van de Nederlandse taal. KOSTEN
Voor de cliënt is de hulp gratis. De Waag wordt gefinancierd uit de AWBZ.
BIJLAGE 1
101
102
BIJLAGE 11 ADVIES-
EN
MELDPUNT
EEN VEILIGHUIS
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is een laagdrempelige voorziening, op een neutrale en centrale plek in de stad en 24 uur per dag bereikbaar voor iedereen, die informatie, advies of hulp wil met betrekking tot geweld in de relationele sfeer. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis hanteert een multiculturele werkwijze. Indien gewenst is directe interventie mogelijk en wordt een hulpverleningstraject in gang gezet op basis van een totaaloverzicht van het hulpverleningsaanbod in Utrecht. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis heeft inzicht in de aard en omvang van relationeel geweld en de hulpverleningsmogelijkheden die daarbij aansluiten. Het kan daardoor signaleren waar lacunes in het hulpverleningsaanbod ontstaan en initiatieven nemen om het aanbod te verbeteren. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis onderhoudt en ontwikkelt een voor de problematiek breed en relevant netwerk. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis werkt preventief aan de bestrijding van relationeel geweld door het geven van voorlichting aan de doelgroep. DOELEN
• • • •
Zicht krijgen in de aard en omvang van relationeel geweld; Bespreekbaar maken en vergroten van de kennis over relationeel geweld; Bevorderen van een toegankelijke, doelgerichte en adequate hulpverlening rondom relationeel geweld; Bevorderen van de deskundigheid met betrekking tot relationeel geweld bij beroepsgroepen. DOELGROEP
• • • • •
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is er voor iedereen die op zoek is naar informatie en advies, of melding wil maken van geweld in de relationele sfeer; Slachtoffers van relationeel geweld; Mensen uit de omgeving van het slachtoffer: buren, familie en vrienden; Beroepsgroepen: huisartsen, maatschappelijk werkers, politie, peuterspeelzaalleidsters, etc.; Anderen: scholen, buurtgroepen, studenten etc. Bijzondere aandacht zal er zijn voor de diversiteit aan culturele achtergronden binnen bovenstaande doelgroepen.
BIJLAGE 11
103
KERNTAKEN SIGNALEREN
•
104
BIJLAGE 11
•
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis heeft middels een eenduidige registratie inzicht in de aard en de omvang van relationeel geweld. Het meldpunt heeft inzicht in het hulpaanbod in de regio Utrecht. Voor een sluitend aanbod is het nodig dat er voldoende inzicht is in de aard en omvang van geweld. Daarvoor is het van belang afspraken met betrokken organisaties te maken over een eenduidige registratie van relationeel geweld in Utrecht en het aanleveren van gegevens. Een toekomstige taak van het meldpunt is gegevens jaarlijks te inventariseren en te vergelijken. Zo wordt informatie vergaard over ontwikkelingen met betrekking tot de geweldsproblematiek en kunnen de effecten van beleid worden beoordeeld. Op grond van deze informatie worden kan nieuw beleid ontwikkeld worden; Advies- en Meldpunt een VeiligHuis ondersteunt de samenwerking tussen betrokken organisaties, vastgelegd in het Zorgprogramma Relationeel geweld en ziet toe op de uitvoering daarvan. In het verlengde daarvan signaleert het lacunes en knelpunten in het hulpaanbod en neemt het initiatief voor verbetering of uitbreiding van het aanbod. CONDITIES VOOR SIGNALERING
• • •
Goede werkafspraken met de betrokken organisaties. Deze afspraken zullen in een overeenkomst of convenant worden bekrachtigd; Eenduidig registratiesysteem. In dit systeem moet het meldpunt zelf meldingen kunnen registreren als ook de inventarisatie van meldingen door betrokken organisatie kunnen inbrengen; Regelen van dossierbescherming en een klachtenprocedure. VOORLICHTING EN ADVIES
•
•
Het geven van informatie en advies aan zowel (potentiële) cliënten als hun omgeving(familie, buren, vrienden). Preventie gericht op de verschillende doelgroepen: Voor vrouwen en kinderen die zelf slachtoffer van geweld zijn of geweld in hun omgeving meemaken en die op zoek zijn naar informatie of een luisterend oor, is het van belang dat zij makkelijk toegang kunnen krijgen tot de informatie waaraan zij behoefte hebben. Daarom dient Advies- en Meldpunt een VeiligHuis goed bereikbaar te zijn, zowel in plaats als in tijd. Dat geeft de beste garantie voor het bereiken van een breed publiek (BOOM, 1999); Om het taboe bij de bevolking te doorbreken en relationeel geweld bespreekbaar te maken is voorlichting onontbeerlijk. Doel is om mensen bewust te maken van het bestaan van relationeel geweld, het vergroten van de bereidheid melding te maken van relationeel geweld en zo mogelijk houdings- en gedragsalternatieven aan te reiken.
•
Advies- en Meldpunt een VeiligHuis zal daarom een grote publiekscampagne gaan voeren. Dat kan door het verspreiden van posters en folders, interviews via regionale media (radio tv., krant) en via internet. De voorlichting zal worden afgestemd op het bereiken van de verschillende groepen binnen de doelgroep; Het informeren van de verschillende beroepsgroepen over Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is een voorwaarde voor het slagen van het meldpunt. Zij zijn bij uitstek de mensen die moeten gaan verwijzen of anderszins een rol gaan spelen in het kader van het zorgprogramma relationeel geweld. CONDITIES VOOR VOORLICHTING EN ADVIES
•
• • • • • • • • •
Laagdrempeligheid: accommodatie moet centraal gelegen zijn, goed bereikbaar met het openbaar vervoer en liefst op de begane grond; mensen moeten kunnen binnenlopen, vriendelijk bejegend worden en een praatje kunnen maken of een folder inkijken, terwijl hun kind even kan spelen; Spreekuren in de eigen taal; Multiculturele werkwijze: adequaat en verantwoord kunnen omgaan met iedere vrouw en kind, allochtoon en autochtoon. Reageren met een voor deze vrouw en dat kind passend aanbod (Deug, 1997); 24uurs bereikbaarheid: fysieke aanwezigheid in kantooruren, gekoppeld aan telefonische bereikbaarheid in het weekeinde en ’s avonds; Mogelijk een gratis 0800-nummer; Telefonische informatie aan anonieme bellers; Regionale bekendheid, zowel bij de bevolking als bij beroepsgroepen; Een geautomatiseerde, actuele sociale kaart; Website; toegankelijk voor cliënten en beroepsgroepen; Voorlichtingsmateriaal in verschillende talen. HULPVERLENING
• • •
Het voeren van hulpverleningsgesprekken; De indicatiestelling en het regelen van crisisopvang; Het bieden van case-management.
•
Het bieden van een luisterend oor en het verstrekken van advies aan cliënten en anderen (familie, buren, etc.) is een wezenlijk deel van de hulpverlening; Advies- en Meldpunt een VeiligHuis brengt de hulpvraag van de cliënt in kaart, indiceert de benodigde hulp en kan zo nodig onmiddellijk crisisopvang regelen. Een zorgvuldige verwijzing naar hulp- of dienstverlenende instanties is onderdeel van het hulpaanbod; Verder is het de bedoeling case-management te bieden aan cliënten met een zeer complexe problematiek. Gezien de complexiteit van de hulpvraag van deze cliënten is interventie nodig vanuit meerdere disciplines. Deze multidisciplinaire aanpak dient gestroomlijnd te worden.
•
•
BIJLAGE 11
105
CONDITIES VOOR HULPVERLENING
• •
Naast de reeds genoemde condities voor de functie ‘voorlichting en advies’ zijn voor de functie ‘hulpverlening’ ook de volgende condities van belang: Deskundige en professionele medewerkers; Onmiddellijke interventie bij noodzaak voor crisisopvang. INFORMATIE EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING BEROEPSGROEPEN
106
BIJLAGE 11
•
•
Informatie geven aan professionals over de actuele beschikbaarheid van specifiek aanbod (zorgprogramma) voor een cliënt. Het bevorderen van de kennis van geweldsproblematiek en de mogelijkheden tot interventie. In het kader van het Zorgprogramma een VeiligHuis dienen professionals op de hoogte te zijn van het beschikbare hulpverleningsaanbod. Advies- en Meldpunt een VeiligHuis inventariseert de gegevens over het actuele aanbod en kan hierover informatie verstrekken. Te denken valt hierbij vooral aan mensen met een intermediaire functie zoals huisartsen, wijkagenten, onderwijzers, maatschappelijk werkers, peuterleidsters, enz.; Advies- en Meldpunt een VeiligHuis is een steunpunt en kenniscentrum voor beroepsgroepen. Professionals en studenten moeten er informatie kunnen halen over ontwikkelingen met betrekking tot relationeel geweld, bijvoorbeeld door middel van onderzoeken en bruikbare methodieken. Tevens kunnen voorlichtingsbijeenkomsten worden verzorgd. CONDITIES INFORMATIE EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
• • • •
Geautomatiseerde, actuele en sociale kaart; Actuele website met relevante informatie voor professional; Informatie- en voorlichtingsmateriaal voor professionals; Ontwikkelen van trainingsaanbod. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
Er is landelijk veel aandacht voor de bestrijding van relationeel geweld. Onder relationeel geweld verstaat men behalve geweld tegen vrouwen ook kindermishandeling en geweld tegen ouderen en mannen. In Utrecht is STADE bezig met een verkenning van de mogelijkheid voor het oprichten van een Meldpunt Ouderenmishandeling. Het verdient aanbeveling om de mogelijkheden tot samenwerking met Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het eventueel op te richten Meldpunt Ouderenmishandeling te onderzoeken.
WERKORGANISATIE
• • • •
•
Taken voor het te ontwikkelen Advies- en Meldpunt zijn: Coördinatie van het Zorgprogramma een VeiligHuis: de voortgangsbewaking en eindverantwoordelijkheid voor het zorgprogramma; Signaleren van knelpunten en lacunes en het nemen van initiatieven voor verbetering; Case-management: organiseren en coördineren van de hulpverlening waarbij meerdere disciplines betrokken zijn vanwege de complexiteit van een hulpvraag; Onderhouden van de sociale kaart: in de geautomatiseerde sociale kaart (NIZW encyclopedie) is een module opgenomen waarin het meldpunt eigen informatie kan toevoegen over bijvoorbeeld het lokale hulpverleningsaanbod(zorgprogramma); Inventariseren van registratiegegevens.
BIJLAGE 11
107
108
Bijlage 111
CHECKLIST
STANDAARDAANPAK BIJ GEWELD IN RELATIES
ALGEMENE SUGGESTIES VOOR HET VOEREN VAN HET GESPREK EN HET GEVEN VAN INFORMATIE:
• • • • • • •
Geef rust en breng de eigen expertise in; Vertel; dat het meer voorkomt; dat er ervaring is met dit probleem; dat relationeel geweld verboden bij wet is; dat het niet vanzelf overgaat; dat er goede contacten met de politie zijn.
BIJLAGE
DE INTERVENTIES ZIJN GERICHT OP HET STOPPEN VAN HET GEWELD
1: EEN VROUW DE GELEGENHEID GEVEN OVER DE GEWELDSERVARING TE PRATEN soort geweld; aanleiding; eerste keer of vaker gebeurd? situatie van de kinderen; wat wil een vrouw met het gesprek? kan ze er met anderen over praten? kan iemand met haar partner praten? informatie meegeven op papier; hoe bedreigend is de situatie, moet er acuut actie worden ondernomen? welke hulpverlening is er al? STAP
• • • • • • • • • •
STAP
EEN VROUW ONDERSTEUNEN BIJ CONTACTEN IN SOCIAAL NETWERK
3: INFORMEREN NAAR HAAR VEILIGHEID EN veiligheidsvergrotende maatregelen treffen; moet er een veiligheidsplan komen? moet er een vluchtplan zijn? STAP
• • •
2:
DIE VAN HAAR EVENTUELE KINDEREN
III
109
• • •
STAP
4: EEN VROUW INFORMATIE GEVEN vrouwenopvang; andere vormen van hulpverlening; medische hulp.
OVER HULPMOGELIJKHEDEN/ADRESSEN GEVEN
5: EEN VROUW INFORMEREN OVER aangifte; juridische procedures; eventueel afhankelijke verblijfsstatus.
HAAR RECHTEN
STAP
110
BIJLAGE 111
• • •
STAP
6:
EEN VROUW WIJZEN OP DE MOGELIJKHEID VAN DADERHULPVERLENING
DE STAPPEN ALS VLUCHTEN AAN DE ORDE KOMT; VLUCHTPLAN
1: VLUCHTMOGELIJKHEDEN bespreken van de verschillende opties en de consequenties, ook ten aanzien van de kinderen (school, clubs); checken welke opties veilig zijn, ook in geografisch opzicht; keuze maken en stappen uitzetten voor vluchtoptie: • familie; • vrienden/kenissen; • opvangvoorzieningen, binnen of buiten de stad. STAP
• • •
2: VLUCHTPROCEDURE inschakelen van informeel sociaal netwerk; huisarts consulteren. Bij mogelijke letsel: medische verklaring; politiebureau, melding/aangifte, eventueel vervoer opvanghuis of andere optie voor onderdak; school/dagverblijf informeren. STAP
• • • •
WAT NEEM IK MEE?
• •
• •
de kinderen, eventueel van school/kinderdagverblijf ophalen in samenspraak met school/kinderdagverblijf; persoonlijke bezittingen: • sieraden; • bruidsschat; • kopie huissleutel/fietssleutel; • knuffel van de kinderen. kleding; documenten, bij voorkeur worden kopieën achtergelaten bij vertrouwenspersonen: • Paspoort/rijbewijs; • Huwelijksakte/trouwboekje; • Verblijfsvergunning; • Ziekenfondspapieren; • Bankpas/geld (melden dat pinnen vluchtlocatie bekend maakt); • Sofi-nummer; • Papieren Sociale Verzekeringsbank/kinderbijslag; • Eventuele inentingspapieren van de kinderen; • Uitkeringsspecificatie; • medicijnen.
BIJLAGE
III
111
112
BIJLAGE 1V
REGIO-INDELING BUREAU JEUGDZORG UTRECHT
Aanmelding is mogelijk op werkdagen tussen 12.00 - 17.00 uur. Het werkgebied is ingedeeld in vier regio’s. In de loop van 2002 worden dat er vijf. Op welk regiokantoor de aanmelding moet plaatsvinden is afhankelijk van de woonplaats van de cliënt. Hieronder volgt de regioindeling: BIJLAGE 1V REGIOKANTOOR STAD
Nijenoord 2 - 4, 3552 AS Utrecht T (030) - 231 38 24 Werkgebied: Utrecht Stad, inclusief Vleuten/De Meern. REGIOKANTOOR ZUID
Lierseschans 12, 3432 ET Nieuwegein T (030) - 600 77 00 Werkgebied: Nieuwegein, IJsselstein, Houten, Oudewater, Montfoort, Lopik, Bunnik, Driebergen, Doorn en Wijk bij Duurstede. In de toekomst komt Vianen er mogelijk bij. REGIOKANTOOR NOORD
Amsterdamsestraatweg 638, 3555 HX Utrecht T (030) - 242 78 00 Werkgebied:Woerden, Breukelen, Maarssen, Abcoude, De Ronde Venen, Loenen, Loosdrecht, De Bilt en Zeist. REGIOKANTOOR OOST
Bergstraat 9, 3811 NE Amersfoort T (033) - 422 60 00 Werkgebied: Eemnes, Baarn, Bunschoten, Soest, Amersfoort, Leusden en Woudenberg. - “DE ROZENBOTTEL” Laan der Techniek 22, 3905 AT Veenendaal T(031) - 855 99 00 Werkgebied:Veenendaal, Rhenen, Amerongen, Doorn, Maarn, Renswoude en Leersum. REGIOKANTOOR VEENENDAAL
113
114