ZITTING VAN 20 JUNI 2012
AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Renaat RAES, Hubert SOENS, Annita SONCK, Lieven MEERT, Alain TRIEST, Lutgarde VAN DEN BRANDE, Godelieve VAN EECKHOUT, Arlette DIERICKX, leden; Carine COPPENS, secretaris AFWEZIG: Lutgarde GEEROMS, lid afwezig voor punt 23. VERONTSCHULDIGD: Rudy CORIJN, afgevaardigde schepen
De Voorzitter opent de vergadering te 20 u. 00. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda:
AGENDA: OPENBAAR De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 23 mei 2012 worden goedgekeurd met éénparigheid van stemmen.
PERSONEEL 1.
AANPASSING VAN DE PERSONEELSFORMATIE
Op voorstel van dhr. Voorzitter wordt de bespreking van dit agendapunt verdaagd teneinde het eerst voor te leggen aan het Overlegcomité Stad/OCMW Ninove.
2.
OPENVERKLARING VAN BETREKKINGEN IN DE PERSONEELSFORMATIE TE BEGEVEN BIJ AANWERVING VASTSTELLING AANWERVINGSVOORWAARDEN OVEREENKOMSTIG DE RECHTSPOSITIEREGELING - GOEDKEURING AANLEG WERVINGSRESERVE GELDIG VOOR DRIE JAAR
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 gelet op de raadsbeslissing van 21 februari 2002 waarbij beslist werd om voor de werving van personeel aan te sluiten bij Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid door de aankoop van aandelen; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 16 september 2010 houdende vaststelling van de personeelsformatie ; gelet op het schrijven van 13 december 2010 van de heer Provinciegouverneur houdende kennisname van de raadsbeslissing van 16 september 2010 betreffende de nieuwe personeelsformatie; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsgroepen vermeld in artikel 104 van het OCMW-decreet houdende de opdeling van de betrekkingen in gemeenschappelijke, specifieke graden en personeel in specifieke diensten ; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 22 september 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het voltallig OCMW personeel van de specifieke graden, secretaris en financieel beheerder; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 november 2011 houdende kennisname van de opmerkingen van de provinciegouverneur, de goedkeuring van de intrekking van bepalingen en de aanpassing ervan; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 december 2011 houdende vaststelling van de personeelsformatie en de bezetting; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 29 februari 2012 houdende aanpassing van de rechtspositieregeling; gelet dat er in de huidige personeelsformatie 1 halftijdse betrekking van verantwoordelijke opnamenbeleid -serviceflats in contractueel dienstverband in de personeelsformatie vacant is en dat deze dus moet open verklaard worden; gelet op de algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld onder artikelen 5 en 6 van de rechtspositieregeling; gelet op artikelen 9 en 10 van de rechtspositieregeling betreffende de bekendmaking van de vacature,
gelet op de bijzondere aanwervingsvoorwaarden zoals vermeld in de bijlage IV van de rechtspositieregeling; gelet op het selectieprogramma zoals vermeld onder artikel 21 van de rechtspositieregeling; gelet op artikel 25 van de rechtspositieregeling dat voorziet dat bij de vacant verklaring van een betrekking een wervingsreserve kan aangelegd worden die maximum kan vastgesteld worden op drie jaar, verlengbaar met twee jaar; overwegende dat in het meerjarenplan en budget de nodige kredieten voorzien zijn zodat de boven vermelde vacante functie in de personeelsformatie kan open verklaard worden en het examen kan georganiseerd worden ; overwegende dat alle betrekkingen in de nieuwe personeelsformatie voltijdse equivalenten maar dat ze wel halftijds kunnen bezet worden;
voorzien zijn in
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De volgende voltijdse betrekking uit de personeelsformatie wordt open verklaard bij aanwerving, overeenkomstig de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zoals bepaald in de rechtspositieregeling onder artikelen 5 en 6: NIVEAU B -
Met ingang van 1 september 2012 te begeven: 1 halftijdse betrekking van verantwoordelijke opnamebeleid- serviceflats B1-3 in contractueel dienstverband.
Art. 2 - Er zal overgegaan worden tot het organiseren van examens met het oog op de aanleg van een wervingsreserve voor 1 halftijdse betrekking van verantwoordelijke opnamebeleid- serviceflats B1-3 in contractueel dienstverband. De algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden rechtspositieregeling als volgt vastgesteld:
worden
overeenkomstig
de
Algemene toelatingsvoorwaarden : Voor de toelating tot een betrekking geldt het volgende : Om in aanmerking te komen voor een functie moeten de kandidaten: -
een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren;
-
ten minste de volle leeftijd van 18 jaar bereiken in het jaar van de aanwerving;
-
de burgerlijke en politieke rechten genieten;
-
medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van het personeelslid bij de uitvoering van hun werk. De medische geschiktheid van de kandidaat moet vaststaan op het ogenblik bepaald in de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk.
Het passend gedrag vermeld in punt 1°, wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Het uittreksel mag niet ouder zijn dan drie maanden. Als daarop een ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen. De medische geschiktheid van de kandidaat, vermeld in punt 4°, moet in overeenstemming met artikel 27 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op het personeelslid vaststaan voor de effectieve tewerkstelling bij het OCMW. Kandidaten voor een contractuele functie moeten Belg zijn als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvatten die strekken tot bescherming van de belangen van het bestuur. De algemene aanwervingsvoorwaarden: Om in aanmerking te komen voor aanwerving, moeten de kandidaten ook : -
-
voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; slagen voor de selectieprocedure;
Bovendien moeten de kandidaten voldoen aan de diplomavereiste die geldt voor het niveau waarin de functie gesitueerd is en in voorkomend geval voldoen aan de diplomavereiste opgelegd krachtens een reglementering van de hogere overheid ;
De bijzondere aanwervingsvoorwaarden worden overeenkomstig de rechtspositieregeling als volgt vastgesteld
FUNCTIE
SPECIFIEKE AANWERVINGSVOORWAARDEN
SPECIFIEKE BEVORDERINGSVOORWAARDEN
1° ofwel bachelordiploma in het sociaal werk 2° ofwel bachelordiploma in de sociale verpleegkunde
/
NIVEAU B
Verantwoordelijke opnamebeleid Serviceflats
Art. 4 Het selectieprogramma wordt overeenkomstig de rechtspositieregeling vastgesteld: Het selectieprogramma voor verantwoordelijke opnamebeleid-serviceflats B1-3 in contractueel dienstverband wordt als volgt vastgesteld:
Schriftelijk gedeelte: 1. Goede kennis van de functierelevante wetgeving inzake bejaardenvoorzieningen en kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen. De kandidaat moet een aantal vragen oplossen in verband met wetgeving die tijdens de uitoefening van de functie aan bod komt. De kandidaat ontvangt vooraf een gedetailleerde lijst van de wetten, decreten en besluiten die relevant zijn. Bij het oplossen van de vragen zal de kandidaat de ter beschikking gestelde wetgevende teksten mogen raadplegen (openboeksysteem). → Beoordeling op 20 punten 2. Functiegericht praktijkgeval: De kandidaat wordt geconfronteerd met een of meerdere situaties die zich tijdens de verdere uitoefening van de functie kunnen voordoen en die verband houden met de in het profiel vereiste relevante kennis inzake bejaardenvoorzieningen en kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen. De context van het probleem of de problemen wordt geschetst en aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven een oplossing uit te werken. → Beoordeling op 40 punten 3. Opstellen van brieven of teksten: aan de kandidaat wordt de opdracht gegeven om aan de hand van de gegeven instructies een brief of een beslissing op te stellen en/of aan de hand van de ter beschikking gestelde documentatie, reglementen of wetgeving een artikel voor een publicatie (bijvoorbeeld informatieblad, brochure,…) te schrijven. → Beoordeling op 20 punten Om geslaagd te zijn voor het schriftelijk gedeelte dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Mondeling gedeelte: Psychologisch onderzoek: 1. Het psychologisch onderzoek is opgebouwd uit een aantal psychoprofessionele testen, namelijk testen waarmee de intellectuele (cognitieve) capaciteiten en inzichten van de kandidaat gemeten worden. Daarnaast worden tijdens het onderzoek specifieke vaardigheden, competenties en gedragsattitudes onderzocht via persoonlijkheidstesten en – vragenlijsten, eventueel aangevuld met simulatieoefeningen. Het psychologisch onderzoek omvat ook een competentiegericht interview via de star-interviewtechniek (situatie, taak, actie, resultaat). Het testprogramma is functiegerelateerd en afgestemd op het uitgeschreven profiel (competenties, vaardigheden, attitudes) van de functie. Het psychologisch onderzoek is adviserend managementteam en de aanstellende overheid.
voor
de
examencommissie,
het
Een kandidaat die binnen een termijn van zes maanden opnieuw deelneemt aan selectieproeven voor dezelfde functie, behoudt het resultaat van het eerste psychologisch onderzoek voor de volgende selecties voor dezelfde functie. 2. Competentiegericht interview: In deze proef wordt nagegaan in welke mate het profiel van de kandidaat overeenstemt met het profiel van de functie en wordt gepeild naar de competenties voor het werkdomein. → Beoordeling op 20 punten.
3. Verdedigen van het functiegericht praktijkgeval met desgevallend powerpoint-presentatie. → Beoordeling op 40 punten. Om geslaagd te zijn in de mondelinge proef dient de kandidaat 50% van het totaal te behalen. Art. 5 Er zal gepubliceerd worden overeenkomstig de bepalingen van artikelen 9 en 10 van de rechtspositieregeling. Art. 6 Voor de werving van personeel volledig of gedeeltelijk een beroep te doen op Jobpunt Vlaanderen, erkend selectiebureau van de overheid. Art. 7 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
3.
TWEEDE PENSIOENPIJLER: GOEDKEURING VAN TWEE WIJZIGINGEN IN DE WINSTDELINGSREGLEMENTEN
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; gelet op het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren publieke sector, meer bepaald punt 9, waar voor de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractuelen werd voorzien; gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 19 november 2008;
gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractuelen en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité Cl van 9 december 2009; gelet op het protocol van akkoord afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder comité van 26 april 2010; gelet op het raadsbesluit van 19 mei 2010 houdende de intentieverklaring om een aanvullend pensioen in te voeren en om de RSZPPO aan te stellen als opdrachtencentrale; gelet op de toewijzing van 29 juli 2010 van de opdracht door de RSZPPO aan en samenwerking tussen DEXIA verzekeringen en ETHIAS in de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap; gelet op het raadsbesluit van 16 september 2010 houdende de definitieve goedkeuring van het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden: goedkeuring kaderreglement en bestek RSZPPO; gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 19 oktober 2010 houdende goedkeuring gunning en toewijzing aan pensioenverzekeraar door RSZPPO namelijk de tijdelijke handelsvennootschap DEXIA INSURANCE BELGIUM-ETHIAS LOKALE CONTRACTANTEN; gelet op het raadsbesluit van 8 december 2011 houdende goedkeuring van het groepsverzekeringsreglement; gelet op het schrijven van 8 mei 2012 van DEXIA en ETHIAS verzekeringen waarbij zij ons lieten weten dat naar aanleiding van de concrete inwerkingtreding van het winstdelingsreglement er twee wijzigingen bekrachtigd werden in het toezichtscomité; overwegende dat een tot nog toe ontbrekende winstoverdrachtclausule werd toegevoegd, om te voorzien dat eventuele positieve resultaten van het fonds die omwille van de prudentiële regelgeving voor verzekeringsmaatschappijen niet kunnen verdeeld worden als winstdeling toch in afgezonderd fonds kunnen blijven en dat dit een verbetering is in het voordeel van de besturen en de aangeslotenen; overwegende dat in de clausule van toepassing bij uittreding van een individueel bestuur een duidelijke formulering opgenomen werd wat betreft de aanrekenbare minwaarden bij realisatie van activa. overwegende dat de aanrekening van minwaarden bij uittreding van een bestuur gelimiteerd wordt tot een proportionele verhouding in functie van de reserves van dat bestuur; overwegende dat om rekening te houden met de beperkte deelbaarheid van activa, de limiet vastgelegd wordt op 125% van het proportioneel aandeel in de reserves; gelet op de bespreking in het overlegcomité gemeente-OCMW van 18 mei 2010 met toepassing van artikel 26 bis van de OCMW-wet; gelet op het gunstig advies van het overlegcomité OCMW/gemeente van 6 december 2011; gelet op het BOC van 15 december 2011; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De twee wijzigingen in de winstdelingsreglementen goed te keuren:
•
Een tot nog toe ontbrekende winstoverdrachtclausule werd toegevoegd, om te voorzien dat eventuele positieve resultaten van het fonds die omwille van de prudentiële regelgeving voor verzekeringsmaatschappijen niet kunnen verdeeld worden als winstdeling toch in afgezonderd fonds kunnen blijven. Dit is een verbetering in het voordeel van de besturen en de aangeslotenen.
•
In de clausule van toepassing bij uittreding van een individueel bestuur werd een duidelijke formulering opgenomen wat betreft de aanrekenbare minwaarden bij realisatie van activa. De aanrekening van minwaarden bij uittreding van een bestuur wordt gelimiteerd tot een proportionele verhouding in functie van de reserves van dat bestuur. Om rekening te houden met de beperkte deelbaarheid van activa, wordt de limiet vastgelegd op 125% van het proportioneel aandeel in de reserves.
Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet)
4.
CAPELO ELEKTRONISCH PENSIOENDOSSIER: BESLISSING BETREFFENDE HISTORISCHE GEGEVENS CONTRACTUELE PERSONEELSLEDEN
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen - artikel 139-163; gelet dat het Generatiepact de pensioendiensten de plicht oplegt om iedereen die dat wenst duidelijke informatie te bezorgen over de hoogte en samenstelling van zijn pensioen. gelet dat Capelo staat voor Carrière publique électronique – Elektronische loopbaan overheid, zijnde een elektronische databank met loopbaangegevens voor de overheidssector die de noodzakelijke gegevens verzamelt, in principe zowel van statutairen als van contractuele personeelsleden; gelet op de doelstellingen van Capelo: 1) Het papieren dossier vervangen door het elektronisch dossier vanaf de indiensttreding tot aan het pensioen (tot nu toe werd dat dossier pas opgemaakt 6 maanden voor de pensionering). 2) Verzamelen en controleren van loopbaangegevens van het overheidspersoneel. 3) De opeenvolgende werkgevers responsabiliseren, in plaats van enkel de laatste werkgever verantwoordelijk te stellen voor de aanlevering van de juiste gegevens. 4) Communiceren van gegevens aan de pensioeninstellingen (voornamelijk Pensioendienst voor de Overheidssector PDOS) en de sociaal verzekerden;
overwegende dat sinds 2011 de besturen een uitgebreide sociale zekerheidsaangifte (DMFAappl) moeten invullen, zodat elk personeelslid voortaan op elk moment in zijn loopbaan zicht heeft op zijn opgebouwd pensioen op basis van zijn geleverde prestaties; overwegende dat om het elektronisch pensioendossier helemaal volledig te hebben, besturen de – voor de aanwerving of aanstelling vereiste – diploma’s van elk personeelslid dat sinds 2011 in dienst getreden is, moeten opvragen, inscannen en toevoegen; overwegende dat voor uitdiensttredingen sinds 1 januari 2011 het bestuur een kopie van de officiële akte van de verbreking van de arbeidsrelatie moet inscannen en toevoegen binnen een maand na de uitdiensttreding; overwegende dat daarnaast elk bestuur ook de historische gegevens (voor de prestaties vóór 2011, zelfs als ze bij een andere overheidswerkgever gepresteerd zijn) moet aanleveren voor elk personeelslid dat op 1 januari 2011 bij het bestuur in dienst was (zelfs als het ondertussen al uit dienst getreden is)en dat het daartoe de tijd heeft tot eind 2015; overwegende dat vanaf 1 januari 2013 elke pensioenaanvraag elektronisch ingediend wordt en dat tot 1 december 2012 de aanvraag nog op papier gebeurt; overwegende dat de minister van Pensioenen en de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) ermee akkoord gaat dat de lokale besturen de historische gegevens voor hun contractuele personeelsleden pas ingeven op het moment van de vaste benoeming; overwegende dat lokale besturen die dat wensen, met de PDOS een bilaterale conventie moeten afsluiten voor een voorlopige vrijstelling van deze verplichting om de historische loopbaangegevens van hun contractuele personeelsleden in te voeren; overwegende dat de medewerker die contractueel aangeworven is, op elk moment van zijn loopbaan zicht blijft hebben op zijn pensioen: zolang hij contractueel is, worden zijn gegevens bijgehouden door de Rijksdienst voor Pensioenen, van zodra hij vast benoemd wordt, moet het bestuur de historische loopbaan- en weddegegevens ingeven die nodig zijn voor de berekening van het overheidspensioen; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Met de PDOS een bilaterale conventie afsluiten voor een voorlopige vrijstelling van de verplichting om de historische loopbaangegevens in te voeren en de historische gegevens van de contractuele personeelsleden pas in te geven op het moment van de vaste benoeming. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
PATRIMONIUM 5.
SCHATTINGSAANVRAAG PERCEEL EN HUIS TE MEERBEKE
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet dat de COO Meerbeke in zitting van 4 februari 1919 akkoord was om het land waarop een huis staat te kopen en daardoor enkel de grond aangekocht werd voor 25 frank de roede; gelet dat deze gronden in de inventaris van 1936 vermeld worden; gelet dat er verschillende percelen verhuurd worden aan DE BOLLE Gislaine, Herlaarstraat 14, 1800 Vilvoorde; overwegende dat het percelen te Meerbeke (Klapstraat) zijn, eigendom van het OCMW, met kadastrale gegevens 4 A 147a met een oppervlakte van 3 are en 4 A 148a met een oppervlakte van 17 are; overwegende dat op deze percelen een huis staat dat eigendom is van DE BOLLE; overwegende dat DE BOLLE dit als buitenverblijf gebruikt en het wenst te verkopen; overwegende dat het “recht van natrekking” een recht is waardoor gebouwen op onroerende goederen vermoed worden aan dezelfde eigenaar toe te behoren; gelet dat het perceel met kadastrale gegevens 4 A 145/2 ( 3 are 60) eveneens eigendom is van het OCMW en dat dit als moestuin verhuurd is aan QUASSART Ferdinandus; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Een schattingsverslag aan te vragen voor betreffende percelen. (4 A 147a, 148a en 145/2): eén voor de percelen alleen en één voor het huis plus de percelen. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
FINANCIËN 6.
VASTSTELLING JAARREKENING 2011
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de artikels 56 tot en met 62 van het besluit van de Vlaamse regering d.d. 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 november 2010 betreffende de vaststelling van het budget 2011; gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 december 2011 betreffende de vaststelling van de budgetwijziging 2011; op voorstel van de voorzitter; besluit met ACHT JA-stemmen en DRIE NEEN-stemmen Artikel 1 1. De resultatenrekening 2011 wordt als volgt vastgesteld: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX.
Werkingsopbrengsten en geprod. Vaste activa Werkingskosten Werkingsresultaat Financiële opbrengsten Financiële kosten Resultaat van de gewone activiteiten Uitzonderlijke opbrengsten Uitzonderlijke kosten Resultaat van het boekjaar
+ + + -
12 154 996,68 16 397 771,31 4 242 774,63 92 601,71 957 951,97 5 108 124,89 39 783,11 131,42 5 068 473,20
2. De balans op 31 december 2011 wordt als volgt vastgesteld: ACTIVA Vaste activa I. Oprichtingskosten II. Immat. Vaste activa III. Materiële vaste activa IV. Financiële vaste activa
25 569 764,10 0,00 69 174,27 25 491 877,88 8 711,95
Vlottende activa Vorderingen > één jaar Voorraden Vorderingen < één jaar
6 275 631,87 175 380,00 5 217,74 2 055 503,41
V. VI. VII.
VIII. Geldbeleggingen IX. Liquide middelen X. Opverlopende rekeningen TOTAAL DER ACTIVA: PASSIVA Eigen middelen I. Kapitaal III. Herwaarderingsmeerwaarden IV. Gemeentelijke bijdrage en reserves V. Gecumuleerd resultaat VI. Investeringssubsidies VII.
Voorzieningen voor risico’s en kosten Pensioenen Grote herstellingen- en onderhoudswerken Overige risico’s en kosten
VIII. Schulden > één jaar Financiële schulden leasing Financiële schulden kredietinstellingen Ontvangen vooruitbetalingen
0,00 4 038 654,49 876,23 31 845 395,97
7 606 835,25 2 197 786,53 1 401 471,56 2 623 946,82 -380 391,48 1 764 021,82 590 142,53 345 321,40 165 398,56 79 422,57 20 500 509,55 16 827 166,71 2 833 038,76 840 304,08
IX.
Schulden < één jaar Schulden op > één jaar die vervallen > één jaar Financiële schulden Werkingsschulden Diverse schulden Belastingen Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden
2 683 477,83 503 498,32 701 139,04 546 578,67 75 903,53 243 584,54 610 467,72 2 306,01
X.
Overlopende rekeningen
464 430,81
TOTAAL DER PASSIVA
31 845 395,97
3. De Raad neemt kennis van de financiële stromen en van de wettelijke toelichtingen. Art. 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet).
De leden van de fracties SPa/Groen en Vlaams Belang stemden neen.
ECONOMAAT 7.
AFBRAAK RUSTHUIS DENDERWINDEKE: AANSTELLEN STUDIEBUREAU OPMAAK ASBESTINVENTARIS: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het KB van 16 maart 2006 betreffende asbest; gelet op de wet van 24 december 1993 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 § 2, 1° a; gelet op het Koninklijk besluit van 8 januari 1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; gelet op het Koninklijk besluit van 26 september 1996 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, alsmede de bijlage bij dit Koninklijk besluit betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden; gelet op de beslissing van de Raad van 29 februari 2012 waarbij opdracht gegeven werd aan Solva tot de opmaak van een lastenboek om het oud rusthuis te Denderwindeke af te breken; gelet op de beslissing van de Raad van 25 april 2012 een onderhandelingsprocedure te doorlopen voor het aanstellen van een veiligheidscoördinator en ontwerper voor de afbraak van het oud rusthuis te Denderwindeke; gelet dat er slechts een preventieve asbestinventaris (2006) beschikbaar is en dat een destructieve asbestinventaris conform art. 5 §2 van het KB van 16 maart 2006 noodzakelijk is voor de sloop van een gebouw; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp aanstelling van een studiebureau voor de opmaak van een asbestinventaris; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld werd op € 5 500 excl. btw; overwegende dat de aangewezen procedure de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking is;
overwegende dat volgende bureaus uitgenodigd werden om hiervoor een offerte in te dienen: -
Asper bvba, Industriepark West 75, 9100 Sint-Niklaas; Fibrecount, Kontichsesteenweg 42, 2630 Aartselaar SGS Environmental Services, Haven 1091, 9120 Melsele; Vinçotte, Leuvensesteenweg 248H, 1800 Vilvoorde;
overwegende dat volgens het toewijzingsverslag de offerte van Fibrecount niet weerhouden kan worden wegens non-conformiteit met het bestek; gelet dat volgende biedingen ontvangen zijn (forfaitair ereloon, excl. BTW) van: - Asper bvba, Industriepark West 75, 9100 Sint-Niklaas:€ 5.850,00 - Vinçotte, Leuvensesteenweg 248H, 1800 Vilvoorde:€ 2.435,00; overwegende dat de meest voordelige regelmatige offerte wordt ingediend door Vinçotte met een forfaitair ereloon van € 2.435,00; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget onder Project 2010/4 artikelnummer 210000/8341; gelet op het visum van de heer ontvanger; op voorstel van de voorzitter; besluit met NEGEN JA-stemmen en TWEE ONTHOUDINGEN Artikel 1 Zich akkoord te verklaren met de wijze van gunnen zijnde de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en de opdracht te gunnen aan de firma VINÇOTTE, Leuvensesteenweg 248H, 1800 Vilvoorde, aan de prijs van € 2.435,00 excl. 21% btw. en aan de voorwaarden van het bestek om reden van de meest voordelige regelmatige offerte. Art. 2 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden met eigen middelen. Art. 3 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
De leden van de fractie SPa/Groen! hebben zich onthouden.
8.
GOEDKEURING RAMING EN BESTEK VOOR HET DOORLOPEN VAN EEN ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG MET EUROPESE BEKENDMAKING VOOR HET AANSTELLEN VAN EEN ONTWERPER VOOR HET REALISEREN VAN ASSISTENTIEWONINGEN TE NINOVE (OUD RUSTHUIS DENDERWINDEKE)
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten, het KB van 8 januari 1996 en het K.B. van 26 september 1996 namelijk artikel 3 § 2; gelet op de omzendbrief dd. 14 september 2007 van de Vlaamse Overheid betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten, waarin duidelijk is bepaald dat voor het geven van een opdracht tot het bouwen van woningen op zijn grondgebied aan een intergemeentelijke samenwerkingsverband waarvan het opdrachtgevend bestuur lid is de wet op de overheidsopdrachten niet van toepassing is; gelet op het meerjarenplan 2009-2013 en op het feit dat het OCMW Ninove het oud rusthuis te Denderwindeke wenste om te bouwen tot serviceflats en erkende dagopvang; gelet op de raadsbeslissing van 24 juni 2010 betreffende de toetreding van het OCMW Ninove tot SOLVA in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-economische expansie ; gelet op de raadsbeslissing van 16 september 2010 om SOLVA opdracht te geven tot het opmaken van een voorontwerp en raming voor de verbouwing van het oud rusthuis te Denderwindeke tot serviceflats en erkende dagopvang en waarbij beslist werd dat de samenwerkingsovereenkomst in een latere zitting ter goedkeuring voorgelegd zal worden; gelet dat het OCMW Ninove door de Algemene Vergadering van SOLVA op 28 juni 2010 als lid is aanvaard; gelet op de raadsbeslissing van 29 februari 2012 waarbij Solva aangesteld werd voor de opmaak van een lastenboek afbraak rusthuis Denderwindeke; overwegende dat SOLVA daartoe een studie heeft voorgelegd met een raming voor 3 alternatieven, zijnde: - renovatie van het huidig gebouw tot 12 serviceflats en voorzien van een nieuwbouw voor het dagverzorgingscentrum met een geraamde kostprijs van 3.330.642 EUR; - afbraak van het bestaande gebouw en voorzien van een nieuwbouw met zelfde volume als bestaande gebouw en een afzonderlijke nieuwbouw voor het dagverzorgingscentrum met een geraamde kostprijs van 3.120.592 EUR;
-
afbraak van het bestaande gebouw en voorzien van een nieuwbouw met een bredere achterbouw teneinde het dagverzorgingscentrum te kunnen integreren en tot meer functionele serviceflats te kunnen komen. Dit voorstel voorziet 16 serviceflats en heeft een geraamde kostprijs van 3.155.890 EUR. De ramingen zijn exclusief nutsvoorzieningen, erelonen en BTW;
gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van SOLVA van 8 september 2009 waarbij alle gemaakte kosten bestaande uit de externe studiekosten, de bouwkosten, … bij de terbeschikkingstelling (voorlopige oplevering) aan het OCMW worden doorgerekend, verhoogd met de kosten van de door de administratie eraan bestede tijd en met de financieringslasten, verminderd met de eventuele bekomen subsidies; gelet op de raadsbeslissing van 25 april 2012 houdende goedkeuring van de door SOLVA opgestelde bestekken voor het aanstellen van een ontwerper voor de afbraak van het rusthuis en de bijbehorende raming voor een bedrag van 4.500,00 EUR en voor het aanstellen van een veiligheidscoördinator en de bijhorende raming voor een bedrag van 900,00 EUR, waarbij SOLVA de opdracht gegeven werd tot het doorlopen van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; overwegende dat SOLVA ons nu het bestek overmaakt voor het aanstellen van een ontwerper voor de realisatie van assistentiewoningen te Ninove (oud rusthuis Denderwindeke) door middel van een Algemene offerteaanvraag met Europese bekendmaking en de bijbehorende raming voor een bedrag van 287.000 EUR; overwegende dat naast een beschrijving van de opdracht en een aantal administratieve bepalingen conform de algemene aannemingsvoorwaarden, in dit bestek de kwalitatieve selectiecriteria volgens artikel 69, 70 en 71 van het KB van 08 januari 1996 en de gunningscriteria vastgelegd zijn: • Ereloon: 40 punten • Ruimtelijke integratie: 40 punten • Architecturale waarde: 20 punten overwegende dat de opdracht een architecturale studie, een stabiliteitsstudie, een studie van de technische installatie, een studie van de omgevingsaanleg, een energiestudie en de budgetbeheersing omvat; overwegende dat op basis van artikel 53 §3 van het KB van 8.1.1996, de procedure met Europese bekendmaking dient te worden doorlopen; overwegende dat de resultaten van deze prijsvragen voor verdere beslissing aan de Raad zullen overgemaakt worden overwegende dat het nodige budget voorzien werd op het investeringsbudget 2012/11 art.270000 act. 8342; overwegende dat SOLVA bij het ontwikkelen van zijn projecten alle stappen steeds in nauw overleg met het opdrachtgevend bestuur zet; gelet op het visum van de Heer Ontvanger; op voorstel van de voorzitter; besluit met NEGEN JA-stemmen en TWEE ONTHOUDINGEN
Arikel. 1 De door SOLVA opgestelde raming en het bestek voor het doorlopen van een Algemene offerteaanvraag met Europese bekendmaking voor het aanstellen van een ontwerper voor het realiseren van assistentiewoningen te Ninove (oud rusthuis Denderwindeke) goed te keuren, mits volgende aanpassingen: 1. Er dient een verbinding voorzien te worden met de bestaande serviceflats. 2. Het ontwerp dient opgemaakt te worden voor ongeveer 30 assistentiewoningen, eventueel om te bouwen tot rustoordkamers. Art. 2 SOLVA opdracht te geven: - tot het doorlopen van deze Algemene offerteaanvraag met Europese bekendmaking - de resultaten van deze offerteaanvraag voor verdere beslissing aan de Raad over te maken. Art. 3 Het nodige budget werd voorzien op het investeringsbudget 2012/11 art. 270000 act. 8342. Art. 4 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
De leden van de fractie SPa/Groen! hebben zich onthouden.
9.
AANSTELLEN ONTWERPER DENDERWINDEKE: GUNNING
VOOR
DE
AFBRAAKWERKEN
OUD
RUSTHUIS
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten, het KB van 8 januari 1996 en het K.B. van 26 september 1996 en latere wijzingen ; gelet op de omzendbrief dd. 14 september 2007 van de Vlaamse Overheid betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten, waarin duidelijk is bepaald dat voor het geven van een opdracht tot het bouwen van woningen op zijn grondgebied aan een intergemeentelijke samenwerkingsverband waarvan het opdrachtgevend bestuur lid is de wet op de overheidsopdrachten niet van toepassing is; gelet op het meerjarenplan 2009-2013 en op het feit dat het OCMW Ninove het oud rusthuis te Denderwindeke wenste om te bouwen tot serviceflats en erkende dagopvang;
gelet op de raadsbeslissing van 24 juni 2010 betreffende de toetreding van het OCMW Ninove tot SOLVA in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-economische expansie ; gelet op de raadsbeslissing van 16 september 2010 om SOLVA opdracht te geven tot het opmaken van een voorontwerp en raming voor de verbouwing van het oud rusthuis te Denderwindeke tot serviceflats en erkende dagopvang en waarbij beslist werd dat de samenwerkingsovereenkomst in een latere zitting ter goedkeuring voorgelegd zal worden; gelet dat het OCMW Ninove door de Algemene Vergadering van SOLVA op 28 juni 2010 als lid is aanvaard; gelet op de raadsbeslissing van 29 februari 2012 waarbij SOLVA aangesteld werd voor de opmaak van een lastenboek afbraak rusthuis Denderwindeke; gelet op het door SOLVA opgestelde bestek voor het aanstellen van een ontwerper voor de afbraak van het oud rusthuis te Denderwindeke en de bijbehorende raming voor een bedrag van 4.500,00 EUR; gelet op de beslissing van de Raad van heden houdende goedkeuring raming en bestek voor het doorlopen van een algemene offerteaanvraag met Europese bekendmaking voor het realiseren van assistentiewoningen te Ninove (oud rusthuis Denderwindeke); gelet op de beslissing van de Raad dd. 25 april 2012 om een onderhandelingsprocedure te doorlopen voor het aanstellen van een ontwerper voor de afbraak van het oud rusthuis te Denderwindeke, en daartoe volgende bureaus tot deelname uit te nodigen: o o o
Frank De Clippel, Stationsstraat 140 bus 2 te 9550 Herzele; Bart Van Schuylenbergh, Stationsstraat 25A te 9450 Haaltert; L3M Architecten, Oudesmidsestraat 27 te 1700 Dilbeek;
overwegende dat : - binnen de bepalingen van het bestek volgende biedingen ontvangen zijn (ereloonpercentage, excl. BTW) van: o Architectenassociatie De Clippel – Taelman, Stationsstraat 140 bus 2 te 9550 Herzele: 5,00% o L3M Architecten, Oudesmidsestraat 27 te 1700 Dilbeek: 9,00% - na verdere onderhandelingen heeft L3M zijn ereloon aangepast naar: 8,40%; - de beste bieding wordt gedaan door Architectenassociatie De Clippel – Taelman, met een ereloonpercentage van 5,00%. gelet op het visum van de Heer Ontvanger; op voorstel van de voorzitter; besluit met NEGEN JA-stemmen en TWEE ONTHOUDINGEN Artikel 1 Architectenassociatie DE CLIPPEL – TAELMAN, Stationsstraat 140 bus 2 te 9550 Herzele aan te stellen als ontwerper voor de afbraak het Oud Rusthuis Denderwindeke met een percentage van 5% ereloon en dit op basis van het bestek en het gunningscriterium en de door hen ingediende offerte die de voordeligste regelmatige was.
Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
De leden van de fractie SPa/Groen! hebben zich onthouden.
9.B. AFBRAAKWERKEN OUD RUSTHUIS DENDERWINDEKE: AANSTELLEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR ONTWERP EN VERWEZENLIJKING: GUNNING
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten, het KB van 8 januari 1996 en het KB van 26 september 1996 en latere wijzingen ; gelet op de omzendbrief dd. 14 september 2007 van de Vlaamse Overheid betreffende de toepassing wetgeving overheidsopdrachten, waarin duidelijk is bepaald dat voor het geven van een opdracht tot het bouwen van woningen op zijn grondgebied aan een intergemeentelijke samenwerkingsverband waarvan het opdrachtgevend bestuur lid is de wet op de overheidsopdrachten niet van toepassing is; gelet op het meerjarenplan 2009-2013 en op het feit dat het OCMW Ninove het oud rusthuis te Denderwindeke wenste om te bouwen tot serviceflats en erkende dagopvang; gelet op de raadsbeslissing van 24 juni 2010 betreffende de toetreding van het OCMW Ninove tot SOLVA in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-economische expansie ; gelet op de raadsbeslissing van 16 september 2010 om SOLVA opdracht te geven tot het opmaken van een voorontwerp en raming voor de verbouwing van het oud rusthuis te Denderwindeke tot serviceflats en erkende dagopvang en waarbij beslist werd dat de samenwerkingsovereenkomst in een latere zitting ter goedkeuring voorgelegd zal worden; overwegende dat het OCMW Ninove door de Algemene Vergadering van SOLVA op 28 juni 2010 als lid is aanvaard; gelet op de raadsbeslissing van 29 februari 2012 waarbij SOLVA aangesteld werd voor de opmaak van een lastenboek afbraak rusthuis Denderwindeke; gelet op de beslissing van de Raad van 25 april 2012 om een onderhandelingsprocedure te doorlopen voor het aanstellen van een ontwerper voor de afbraak van het oud rusthuis te Denderwindeke,
overwegende dat, gelet op de wettelijke vereisten, ook een veiligheidscoördinator dient aangesteld, waartoe beroep dient gedaan te worden op een extern studiebureau; gelet op het door SOLVA opgestelde bestek voor het aanstellen van een veiligheidscoördinator (ontwerp en verwezenlijking) van de afbraakwerken van het oud rusthuis te Denderwindeke en de bijbehorende raming voor een bedrag van 900,00 EUR; gelet op de beslissing van de Raad van 25 april 2012 om een onderhandelingsprocedure te doorlopen voor het aanstellen van een studiebureau als veiligheidscoördinator (ontwerp en verwezenlijking) voor de afbraakwerken van het oud rusthuis Denderwindeke, en daartoe volgende bureaus tot deelname uit te nodigen: * TOPCO BV ovv BVBA, Bergestraat 24, 9550 Herzele * VETO & Partners nv, Houtemstraat 25 te 9860 Oosterzele * VINCO DEVELOPMENTS, Veldstraat 1 te 9450 Haaltert overwegende dat : - binnen de bepalingen van het bestek volgende bieding ontvangen is (forfaitair ereloon, excl. btw) van: * VETO & Partners nv, Houtemstraat 25 te 9860 Oosterzele: 850,00 EUR - na verdere onderhandelingen heeft deze aanbieder zijn ereloon aangepast naar 765,00 EUR; gelet dat het bedrag van de bieding de raming (900,00 EUR) niet overschrijdt; gelet op het visum van de Heer Ontvanger; gelet op de hoogdringendheid aangenomen met éénparigheid van stemmen; op voorstel van de voorzitter; besluit met NEGEN JA-stemmen en TWEE ONTHOUDINGEN Artikel 1 Gelet op het feit dat het bedrag van de bieding de raming (900,00 EUR) niet overschrijdt, wordt voorgesteld de opdracht te gunnen aan V.E.T.O & Partners, Houtemstraat 25, 9860 Oosterzele, vermits deze, rekening houdende met het gunningscriterium, de meest regelmatige voordelige offerte heeft gedaan. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
10.
OPDRACHT VOOR PERIODIEKE LEVERINGEN VAN GENEESMIDDELEN AAN HET WZC KLATERINGEN VOOR EEN PERIODE VAN TWEE JAAR, INGAANDE OP 1 JANUARI 2013: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op alle latere wijzigingen aan hogergenoemde wet en KB’s overheidsopdrachten van kracht geworden, uiterlijk de 10de dag, die de uiterste datum voor het ontvangen van de offertes voorafgaat; gelet op het ontwerp van Bijzonder Bestek geraamd op een bedrag van 80.000 EUR/jaar of 160.000/2 jaar; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de periodieke leveringen van geneesmiddelen voor het WZC Klateringen gedurende de dienstjaren 2013 en 2014; overwegende dat voor voormelde opdracht de openbare aanbesteding als aangewezen procedure wordt gekozen; overwegende dat de daartoe bestemde budgetten zullen voorzien worden op het exploitatiebudget 2013-2014 onder activiteitencentra 8341/611800; gelet op het visum van dhr. ontvanger;
op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De opdracht met als voorwerp de periodieke leveringen van geneesmiddelen voor het WZC Klateringen voor een periode van twee jaar, ingaande op 01 januari 2013 zal volgens de procedure van openbare aanbesteding gegund worden. Art. 2 De kwalitatieve selectie van de gegadigden gebeurt op basis van het KB van 08 januari 1996 – artikelen 42, 43, 44, 45, 46 en 47 in geval van leveringen. Art. 3 Het Bijzonder Bestek, geraamd voor een bedrag van 80.000 EUR/per jaar of 160.000 EUR/per 2 jaar wordt goedgekeurd. Art. 4 De opdracht waarvan sprake is in artikel 1 zal gefinancierd worden met de gewone werkmiddelen. Art. 5 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
11.
OPDRACHT MET ALS VOORWERP AANKOOP VAN DRIE LINNENVERDEELWAGENS VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad van 01 juli 2009 waarbij het toewijzingsbedrag werd goedgekeurd voor perceel 11 – transportmateriaal voor het WZC Klateringen met het oog op de gunning door DEXIA aan de firma BELINTRA uit Semmerzake voor een bedrag van 83.409,09 EUR;
gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 § 2, 1° f welke toelaat aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de aankoop van drie linnenverdeelwagens voor het WZC Klateringen; gelet op de raadpleging van twee firma’s welke over linnenverdeelwagens van het merk Ascolia type Antares beschikken, zijnde de firma BELINTRA en firma ASCOLIA welke beiden een gelijkwaardige offerte hebben ingediend nl. 3 karren merk Antares type 1 250 x 1.265,2 EUR (- 10%) = €. 3.416,04 + 3 rem x €. 13,3 ( - 10%) = €. 35,91 + 3 handgreep x €. 21 (- 10%) = €.56,70 = €. 3.508,65; overwegende dat de reeds aanwezige karren destijds aangekocht werden bij de firma BELINTRA en het wenselijk is deze leverancier aan te houden en de opdracht aan deze firma BELINTRA te gunnen; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld is op 3.508,65 EUR, excl. btw; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget onder project 2012/3, act.8341 art.231000; gelet op het visum van de heer ontvanger; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprocedure met als voorwerp de aankoop van drie linnenverdeelwagens merk Antares type 1250 voor het WZC aan de firma Belintra uit Semmerzake aan volgende prijs : 3 karren x €. 1.265,2 (- 10%) = €. 3.416,04 + 3 rem x €. 13,3 (- 10%) = €. 35,91 + 3 handgreep x €. 21 (- 10%) = €. 56,70 = €. 3.508,65 Om volgende reden : Om de uniformiteit te bewaren met het reeds aangekochte rusthuismeubilair werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten meer bepaald op artikel 17§ 2, 1° welke slaat op aankopen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
SOCIALE DIENST 12.
VERDERZETTING BRUGPROJECT 2012-2013
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het feit dat de Brugprojecten kaderen in het operationele programma ESF (Europees Sociaal Fonds) 2007-2013 meer bepaald op de as “versoepeling van de transities van school naar werk”; overwegende dat het OCMW bij het departement Onderwijs en Vorming, Dienst Beroepsopleiding een jaarlijkse oproep project “Leren en Werken” Brugprojecten moet indienen: overwegende dat, op het niveau van een RESOC-gebied, (Regionaal Sociaaleconomisch Overleg Comité Zuid-Oost-Vlaanderen) een net- en systeemoverschrijdende samenwerking moet gegarandeerd worden om te voldoen aan de ontvankelijkheidcriteria; overwegende dat er hiertoe jaarlijks een protocol van akkoord met alle actoren moet ondertekend worden, met daarin per organisator het aangevraagde contingent en hun engagement; overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs samenwerkt aan de Brugprojecten; gelet op vorige raadsbeslissingen over de deelname en de organisatie van de brugprojecten; overwegende dat er momenteel voor de brugprojecten een aantal formaliteiten moeten vervuld worden; gelet op het feit dat de indieningsdatum van het protocol werd vastgesteld op 08.06.2012 en dit protocol ter ondertekening werd voorgelegd op 06.06.2012; gelet op het feit dat er jaarlijks voor een welbepaalde datum een projectvoorstel en projectrapportage dient ingediend te worden alsook de maandelijkse registratie van de leerlingenprestaties; overwegende dat er in de regio hoge nood is aan dergelijke leer- werkplaatsen; overwegende dat deze werking kadert in een preventieve actie naar potentieel OCMWcliënteel toe;
overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op 18 juni 2012 een gunstig advies verstrekte, besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 tot verderzetting Brugprojecten schooljaar 2012-2013 gezien de grote behoefte aan dergelijke leerwerkplaatsen in onze streek en de nood aan preventieve actie met betrekking tot deze kansengroep. Art. 2. Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtlijst die binnen de twintig dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
13.
GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN OCMW NINOVE EN AGBDN IN HET KADER VAN BRUGPROJECT 2012-2013
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de Raadsbeslissing dd. 13.09.2001 tot deelname aan en indiening van de aanvraag tot deelname aan de Brugprojecten; overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 voor de brugprojecten samenwerkt met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs; overwegende dat de Brugprojecten, na positieve evaluatie door de DBO, jaarlijks verlengd werden; overwegende dat volgens de richtlijnen van het departement Onderwijs en Vorming (dienst beroepsopleiding) jaarlijks een samenwerkingsovereenkomst dient opgemaakt te worden met de externe werkplaats waar de jongere ter beschikking worden gesteld; overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst in juni 2011 besproken en aangepast werd door beide besturen; overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst ongewijzigd kan overgenomen worden voor het schooljaar 2012-2013; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 tot goedkeuring samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Ninove en AGBDN in het kader van brugproject 2012- 2013.
Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
14.
BESLISSING TOT AL DAN NIET ERKENNING DIENST LOGISTIEKE HULP IN HET KADER VAN HET WOONZORGDECREET
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; Gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; Gelet op het woonzorgdecreet van 13 maart 2009; Overwegende dat er tegen 30.06.2012 een beslissing moet worden genomen aangaande de erkenning van de poetsdienst aan huis als dienst logistieke hulp; Overwegende dat bij de beslissing van erkenning het programma Vesta 2 moet aangekocht worden; Overwegende dat erkenning van de dienst blijvend veel administratief werk met zich zal meebrengen; Overwegende dat erkenning van de dienst de diepgaandere intakegesprekken en jaarlijkse herzieningen vereist; Overwegende dat nieuwe vastgelegde barema’s zullen moeten gehanteerd worden Overwegende dat er op korte termijn geen subsidiëring voorzien is; Overwegende dat er een kwaliteitshandboek en een jaarlijkse kwaliteitsplanning moet opgemaakt worden; Overwegende dat er jaarlijks een zelfevaluatieverslag en een jaarverslag moeten opgemaakt worden; Overwegende dat erkenning van de dienst bijkomend personeel vereist; Overwegende dat de voordelen van de erkenning van de dienst niet opwegen tegen de nadelen; Gelet op het gunstig advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst; Op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen
Artikel 1 Beslissing tot niet-erkenning van de poetsdienst aan huis als dienst logistieke hulp. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
SENIORENBELEID 15.
AANPASSING KWALITEITSHANDBOEK WZC KLATERINGEN: PROCEDURE PLANNING EN ORGANISATIE VAN DE BEGELEIDING, VERZORGING EN VERPLEGING
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; gelet op het voorgelegde voorstel; overwegende dat het voorgelegde onderdeel van het kwaliteitshandboek, nl. de procedure planning en organisatie van de begeleiding, verzorging en verpleging, aan hernieuwing toe was; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de voorgelegde wijziging van het kwaliteitshandboek, nl. de procedure planning en organisatie van de begeleidng, verzorging en begeleiding, goed. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
16.
KENNISNAME BOORDTABELLEN
De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn nemen kennis van de boordtabellen van de maand mei 2012.
ALGEMEEN 17.
AKTENAME VAN HET RAPPORT "INTERNE CONTROLE: TUSSENTIJDSE EVALUATIE OVER DE PERIODE JUNI 2011 TOT EN MET JUNI 2012"
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op artikel 98, artikel 99 en artikel 100 van het ocmw-decreet van 19 december 2008, afdeling III, interne controle; overwegende dat een interne controlesysteem een continu en dynamisch proces is; gelet op de verplichting om het algemene kader van het interne controlesysteem door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn te laten goedkeuren; gelet op de introductienota interne controle goedgekeurd door de raad op 25 februari 2010; gelet op de aktename van het rapport “interne controle over 2010-2011 en voorstel planning 2011-2013” door de raad van 09 juni 2011 op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 De Raad neemt akte van het rapport interne controle: tussentijdse evaluatie over de periode juni 2011 tot juni 2012. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
18.
KENNISNAME JAARVERSLAG 2011
De Raad, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 en het MB van 24 maart 1999 houdende vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de ocmw’s; neemt kennis van het jaarverslag 2011 van het OCMW Ninove Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet).
18.B. VOORSTEL ORGANISATIE PERSONEELSFEEST: VOORSTEL OPSTARTEN PROCEDURE PRIJSVRAAG
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wens van het personeel om een personeelsfeest te houden; overwegende dat we hieraan willen tegemoetkomen; overwegende dat hier een echt ocmw-gebeuren kan van gemaakt worden; overwegende dat de stad zijn goedkeuring hieraan verleent; overwegende dat aan alle veiligheidsvoorschriften en verzekering wordt voldaan; gelet op het feit dat er budget is voorzien; op voorstel van de voorzitter; besluit met éénparigheid van stemmen
Artikel 1 Het personeelsfeest zal plaatsvinden in november 2012 of december 2012 De onderhandelingsprocedure met prijsvraag bij 3 leveranciers wordt opgestart. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).
PERSONEEL 18.C. AANVAARDING ONTSLAG VAN EEN HALFTIJDS VERANTWOORDELIJKE OPNAMEBELEID SERVICEFLATS EN HALFTIJDS MAATSCHAPPELIJK WERKER IN CONTRACTUEEL DIENSTVERBAND - MET WEDERZIJDS AKKOORD, MET INGANG VAN 1 SEPTEMBER 2012
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn, gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 8 december 2011 houdende vaststelling van de personeelsformatie en de bezetting; overwegende dat mevr. VAN LAERE Kelly in dienst is sinds 16 augustus 2010 als voltijds maatschappelijk werker tijdens het opnemen van betaald verlof van mevr. WITTEBROOD Veronique tot en met 15 september 2010; overwegende dat mevr. VAN LAERE Kelly aansluitend in dienst is als halftijds verantwoordelijke opnamebeleid – serviceflats, in openstaande betrekking en als halftijds maatschappelijk werker, in het kader van de Fiscale Maribel in contractueel dienstverband en deze halftijds contracten werden telkens verlengd; overwegende dat mevr. VAN LAERE Kelly in uitvoering van bovenvermelde raadsbeslissing van 8 december 2011, met ingang van 1 april 2012 in dienst is met twee halftijdse contracten van onbepaalde duur; overwegende dat mevr. VAN LAERE Kelly met haar brief van 1 juni 2012 haar ontslag aanbied met ingang van 1 juni 2012 en vraagt om een onderling akkoord haar contact te laten eindigen op 31 augustus 2012; overwegende dat de wettelijke opzegtermijn begint de eerste van de maand daaropvolgend en één maand en half bedraagt; overwegende dat de werkgever en de werknemer in onderling akkoord vrij en op elk ogenblik een einde kunnen maken aan de arbeidsovereenkomst en de voorwaarden van deze beëindiging vastleggen, met of zonder vergoeding;
op voorstel van de voorzitter; overgaande tot geheime stemming; besluit met éénparigheid van stemmen Artikel 1 het ontslag te aanvaarden van mevr. VAN LAERE Kelly – halftijds verantwoordelijke opnamebeleid – serviceflats en halftijds maatschappelijk werker in contractueel dienstverband – met wederzijds akkoord, met ingang van 1 september 2012, waarbij beide partijen afzien van elke opzeggingsvergoeding ten laste van de andere. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) Art. 3. de personeelsdienst te belasten met de verdere afhandeling van dit dossier.