Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
Zien en gezien worden Strategisch beleidsplan NVA
2014-2017
MISSIE De NVA bewaakt de kwaliteit en veiligheid van de anesthesiologische patiëntenzorg in Nederland. De NVA behartigt en beschermt de belangen van haar leden ten aanzien van partijen met gerelateerde belangen en draagt bij aan een effectief imago van de anesthesiologen en het specialisme anesthesiologie.
VISIE Het beleid voor 2014 tot en met 2017 is gericht op de volgende strategische speerpunten voor de vereniging en haar leden: • De anesthesioloog is de betrouwbare bewaker van patiëntveiligheid. • De NVA is één vereniging voor alle anesthesiologen en anesthesiologen in opleiding. • De NVA is dé gesprekspartner voor diegenen met een belang op het gebied van de anesthesiologische zorg. • De NVA heeft de regie over het anesthesiologische zorgproces. Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie Mercatorlaan 1200 3528 BL UTRECHT Postbus 20063 3502 LB UTRECHT tel.: 030 282 3385
[email protected] www.anesthesiologie.nl
2
afbeelding: Shutterstock.com
STRATEGIE De volgende kernactiviteiten zullen leiden tot realisatie van de strategische speerpunten: • Regie voeren bij de positionering van de anesthesioloog als perioperatieve dokter en als hoofdbehandelaar bij pijn en palliatieve patiënten. • Ondersteunen van doelmatige, innovatieve en kwalitatief hoogwaardige anesthesiologische zorg en de prestaties en toegevoegde waarde van de anesthesioloog hierin zichtbaar maken voor belanghebbenden. • Afbakenen en onderbouwen van de anesthesiologische domeinen. • Uitwisselen van kennis en informatie over het vak, zowel binnen de vereniging als naar buiten.
3
regie over de positie van de anesthesioloog De NVA zal de positie van de anesthesioloog verstevigen, opdat het vak zich ook in de toekomst volgens eigen inzichten kan blijven ontwikkelen. De vereniging zal hierin een leidende rol innemen en aan patiënten, de overheid en de verzekeraars laten zien dat anesthesiologen hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van het vak en de uitoefening daarvan. Afspraken met belanghebbenden over kwaliteits- en opleidingsnormen zullen vanuit de beroepsinhoud worden gemaakt, waarbij de NVA de regie voert. Om dit te bereiken heeft de vereniging een aantal doelstellingen geformuleerd die bijdragen aan deze strategie: De NVA ontwikkelt zich als actieve gesprekspartner voor belanghebbenden Om de rol van betrouwbare bewaker van de patiëntveiligheid geloofwaardig te kunnen vervullen, dienen partijen met gerelateerde belangen, zoals de patiënt, andere specialismen, de Orde van Medisch Specialisten en de overheid deze rol te erkennen. Ook op het gebied van financiële onderhandelingen is het van belang om in die rol erkend te worden door ziekenhuizen en verzekeraars. De NVA bepaalt zelf de criteria voor kwaliteit Het is wenselijk om de positie van de anesthesioloog ten opzichte van belanghebbenden als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de overheid en verzekeraars te versterken. Om dit mogelijk te maken is het van groot belang om eigen verantwoordelijkheid te nemen in het definiëren van verantwoorde anesthesiologische zorg. Reeds in een vroeg stadium zal de NVA op basis van haar beleid, met genoemde belanghebbenden een planning overeenkomen voor externe toetsing en handhaving. Naast criteria voor de kwaliteit van zorg stelt de NVA kwantitatieve en kwalitatieve criteria vast voor het aantal op te leiden anesthesiologen per opleidingskliniek. Het kwaliteitsbeleid is gericht op het terugdringen van ongewenste praktijkvariatie Een belangrijke voorwaarde voor succesvolle richtlijnimplementatie is het besef dat standaardisatie van werkwijzen bijdraagt aan de kwaliteit van zorg. Een patiënt behoort overal in Nederland dezelfde kwaliteit van zorg te krijgen. Het kwaliteitsbeleid van de NVA is er dan ook op gericht ongewenste praktijkvariatie terug te dringen door zelfsturing en het nemen van eigen verantwoordelijkheid door de vakgroepen. Hoewel de vereniging in het beleid de eigen medische verantwoordelijkheid en noodzakelijke autonomie van vakgroepen respecteert, zijn de behoeften van de patiënt, overheid en zorgverzekeraars aan betrouwbare en betaalbare zorg hierin leidend.
4
Er zijn minimumnormen vastgesteld op basis van de belangrijkste richtlijnen De overheid, verzekeraars en patiënten vragen meer inzicht in kwaliteit van zorg. Om te laten zien dat de anesthesiologen hierin zelf verantwoordelijkheid nemen, zal de NVA eigen indicatoren en bijbehorende normen definiëren waarop zowel intern, voor continue kwaliteitsverbetering, als extern, door onder andere patiëntenorganisaties, de IGZ en verzekeraars, kan worden getoetst. Deze manier van werken zal geleidelijk worden ingevoerd, door uit de al beschikbare richtlijnen specifieke onderwerpen te selecteren en hiervoor normen en indicatoren te formuleren. Voor de inhoudelijke uitwerking hiervan zal de vereniging in voorkomende gevallen een beroep doen op de betreffende secties. Om te kunnen anticiperen op de gevolgen van volumenormen zal de NVA concentratie- en spreidingsscenario’s beschrijven. Anesthesiologische richtlijnen zijn actueel, breed gedragen en implementeerbaar Inmiddels zijn voor alle anesthesiologische domeinen NVA-richtlijnen ontwikkeld. Nieuw te ontwikkelen eigen richtlijnen en richtlijnen waarin de NVA op verzoek van andere partijen participeert, zal de vereniging nauwlettend toetsen aan de eigen bestaande richtlijnen. De actualisering van richtlijnen en het bevorderen van de implementatie van de grote hoeveelheid richtlijnen krijgt de komende jaren bijzondere aandacht. Zowel wat betreft planning als organisatie rondom herziening van richtlijnen ontwikkelt de NVA een nieuwe werkwijze. Deze werkwijze zal een grotere betrokkenheid vanuit de wetenschap creëren en zorgen voor een groter draagvlak op de werkvloer bij de implementatie van richtlijnen. In de nieuwe situatie zullen, naast de secties, ook de wetenschappelijke organen binnen de vereniging een grotere rol spelen in de prioritering en ontwikkeling van richtlijnen, zodat de methode van richtlijnontwikkeling en de wetenschappelijke literatuur beter op elkaar aansluiten. Met behulp van simulatieonderwijs versterkt de anesthesioloog zijn rol als bewaker van de patiëntveiligheid Het regelmatig trainen van professionals in technische en teamvaardigheden draagt bij aan patiëntveiligheid door het terugdringen van praktijkvariatie en het oefenen van zeldzaam voorkomende problemen en situaties. Door gebruik te maken van simulatieonderwijs is het mogelijk op veilige wijze te trainen, zowel voor aios als voor specialisten. Door simulatieonderwijs een vaste plaats te geven in opleiding én loopbaan, wordt door de beroepsgroep verantwoordelijkheid genomen en behouden voor het versterken van de rol van bewaker van de patiëntveiligheid.
5
zichtbaarheid van de anesthesioloog Het veranderende zorgstelsel verwacht van zorgverleners een grote mate van transparantie over hun werkwijzen en inzicht in de resultaten. Zichtbaarheid in termen van prestaties en aantoonbare bijdragen aan zorguitkomst zijn hierin belangrijke elementen. Om op deze vraag actief in te spelen, geeft de NVA de komende tijd veel aandacht aan meetbaarheid en zichtbaarheid van de resultaten van de anesthesiologische zorgverlening. Hiertoe wordt van anesthesiologen gevraagd dat zij het kwaliteitsdenken verder integreren in hun dagelijkse praktijk. De NVA formuleerde een aantal doelstellingen om haar leden daarbij te ondersteunen: De anesthesioloog wordt door zijn externe omgeving gezien als patiëntgericht Op dit moment zijn de toegevoegde waarde en de patiëntgerichtheid van de anesthesioloog onvoldoende zichtbaar. Om de zichtbaarheid van zowel de toegevoegde waarde als patiëntgerichtheid te vergroten, zal de NVA alle publiekscommunicatie, omgang met de media en algehele imagoverbetering voeren vanuit deze invalshoeken.
De opleiding tot anesthesioloog is aantrekkelijk voor geneeskundestudenten Om ook in de toekomst te garanderen dat er voldoende anesthesiologen beschikbaar zijn om kwalitatief hoogwaardige anesthesiologische zorg te leveren en bij te dragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van het vakgebied, is het van belang de hiervoor geschikte kandidaten onder de geneeskundestudenten te stimuleren om zich te specialiseren in de anesthesiologie. De NVA zal zich inzetten voor het vergroten van de zichtbaarheid van het vak in de initiële opleiding en de aantrekkingskracht van de anesthesiologische vervolgopleiding. Met het loslaten van de numerus fixus zal een grotere keuzemogelijkheid voor de opleidingen anesthesiologie ontstaan om de meest passende aios te werven. De NVA waakt hierbij over een juiste verhouding tussen de opleidingscapaciteit, de vraag uit het veld en de kwaliteit van de opleiding.
De toegevoegde waarde van de anesthesioloog binnen de zorgketen is duidelijk zichtbaar De samenwerking van alle betrokken specialismen bepaalt de uiteindelijke kwaliteit van zorg voor de patiënt. Enerzijds is het van belang dat deze samenhang inzichtelijk wordt, anderzijds is het voor de positie van de anesthesiologen en borging van het vak cruciaal dat hun specifieke aandeel in deze zorgkwaliteit aantoonbaar is. Hiertoe zal de NVA kwaliteitsregistraties ontwikkelen, die beide voorgenoemde aspecten ondersteunen. Daarnaast zullen een landelijke complicatieregistratie, en met name ook de interne complicatiebesprekingen, worden gebruikt om inhoud te geven aan de samenwerking tussen de verschillende zorgdisciplines en om de rol van de anesthesioloog in deze keten te versterken. Kwaliteitsvisitatie is gericht op continue kwaliteitsverbetering en zichtbare resultaten Een volwassen organisatie, zoals een maatschap van anesthesiologen, heeft een kwaliteitsbeleid dat zorgt voor continue ontwikkeling en verbetering van de geleverde diensten. Binnen dit beleid worden alle kwaliteitsinstrumenten in samenhang ingezet in een continu proces van meten, verbeteren en zichtbaar maken, met kwaliteitsvisitatie als belangrijkste toetsing. De NVA hanteert als uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van vakgroepen voor het kwaliteitsbeleid en ondersteunt het kwaliteitsproces binnen de maatschappen door het actief beschikbaar stellen van benchmarks van de bedrijfsvoering ten opzichte van de door de vereniging vastgestelde kwaliteitsnormen. 6
7
het anesthesiologisch domein Vanuit horizontaal perspectief raakt en overlapt het anesthesiologisch domein het vakgebied van andere specialismen. De NVA zal laten zien dat anesthesiologische kennis en vaardigheden op deze gebieden onmisbaar zijn zodat het domein voor de anesthesiologie behouden blijft. In verticaal opzicht bestaat binnen de gezondheidszorg steeds meer ruimte voor taakherschikking en -verschuiving. De overheid, zorginstellingen en verzekeraars stimuleren deze ontwikkeling vanuit de gedachte dat deze bijdraagt aan de efficiëntie en kwaliteit van zorg. Binnen het anesthesiologisch domein zal de anesthesioloog over deze ontwikkelingen de regie voeren. Om deze regie en het behoud van het domein waar te kunnen maken, is zowel samenwerking als wetenschappelijke onderbouwing van het vak blijvend noodzakelijk. De NVA formuleerde de volgende doelstellingen rond het afbakenen en onderbouwen van het anesthesiologische domein: De anesthesiologische domeinen worden herijkt op basis van toegevoegde waarde van de anesthesioloog Doelmatigheid in de zorg wordt gedefinieerd als het optimaal benutten van de beschikbare middelen. Dit betekent ook dat met een beperkte capaciteit zo veel mogelijk patiënten zo goed mogelijk worden geholpen: adequate zorg met optimale capaciteit. In dat kader zal de NVA een visie rond taakherschikking van anesthesiologische handelingen uitdragen en implementeren, die tevens het formeel opnemen van nieuwe beroepsgroepen, zoals physician assistants en verpleegkundig specialisten, binnen het anesthesiologische domein wenselijk maakt. Met het oog op dit laatste is het van belangbelangrijk dat de NVA een rol speelt in de invulling van de opleidingscurricula en competenties van deze en andere beroepsgroepen, zoals anesthesiemedewerkers en recovery verpleegkundigen. Voor de anesthesioloog zelf zullen beroepsprofielen worden omschreven met bijbehorende competenties, gebaseerd op de specifieke toegevoegde waarde van het vak. Anesthesiologische domeinen hebben een wetenschappelijke basis Om anesthesiologische domeinen voor de toekomst te verankeren, is het van belang om deze wetenschappelijk te onderbouwen. Daarom zal in alle academische ziekenhuizen worden toegewerkt naar een wetenschappelijke staf op alle anesthesiologische domeinen, aangestuurd door een hoogleraar op elk van deze terreinen. In het postoperatieve domein is veel winst voor de patiënt te behalen door onderzoek naar zorguitkomst op parameters zoals pijn, complicaties, langetermijnuitkomst, mortaliteit, kwaliteit van leven. De anesthesiologie moet zich nadrukkelijker inzetten voor het wetenschappelijk onderbouwen van de postoperatieve ‘value based care’.
8
De anesthesioloog is aanwezig in het volledige perioperatieve traject, inclusief het postoperatieve domein Op dit moment is de anesthesioloog te weinig zichtbaar op de afdeling en heeft slechts een beperkte rol in het postoperatieve domein. Terwijl juist de anesthesioloog met zijn expertise in de pijngeneeskunde, in combinatie met kennis van het gehele perioperatieve traject, de acute pijnservice kan vormgeven en een belangrijke bijdrage kan leveren aan het voorkomen van chronische pijn en daarmee aan de patiënttevredenheid. De NVA streeft naar het oprekken van het postoperatieve domein en zal de rol en verantwoordelijkheden van de anesthesioloog in dit domein opnieuw definiëren. De ziekenhuisarts wordt onderdeel van het postoperatieve team, wat met zich meebrengt dat de NVA een rol speelt in de invulling van het opleidingscurriculum en de competenties van de ziekenhuisarts. De Intensive Care, PACU en urgentiegeneeskunde blijven behouden voor de anesthesiologie Voor een sterke positie is het van belang dat de NVA de anesthesiologische domeinen duidelijk afbakent en de rol van de anesthesioloog binnen deze domeinen helder definieert. Om zichtbaar te maken dat anesthesiologische kennis een toegevoegde waarde heeft op de PACU en binnen de aandachtsgebieden Intensive Care, pijngeneeskunde en urgentiegeneeskunde zal de vereniging hier met de betreffende secties invulling aan geven. De pijn- en palliatieve geneeskunde zijn verankerd als anesthesiologische domeinen Het aandachtsgebied pijn en palliatieve geneeskunde wordt verder uitgebouwd en gepositioneerd. Gezien de ontplooiing van meerdere organisaties op deze gebieden is het van belang dat de anesthesioloog de regie heeft binnen die domeinen. Voorwaarde hiervoor is dat de pijngeneeskunde als enig anesthesiologisch poortspecialisme is ingebed in het basisspecialisme. In de palliatieve zorg in het ziekenhuis vervult de anesthesioloog/pijnspecialist een actieve functie: de anesthesioloog/pijnspecialist is een deskundig consulent op palliatief en pijngebied voor zowel de eerste- als de tweedelijn, en ten minste één van de anesthesioloog-pijnspecialisten is actief lid van een palliatief consultatieteam. De verantwoordelijkheid voor het domein sedatie wordt teruggelegd bij de ziekenhuizen Conform de richtlijn sedatie is het de verantwoordelijkheid van de zorginstelling dat aan de kwaliteits- en veiligheidseisen van PSA wordt voldaan. Echter, omdat de meeste sedationisten een achtergrond hebben als anesthesiemedewerker legt men de verantwoordelijkheid in de praktijk, in tegenstelling tot wat de richtlijn voorschrijft, te veel bij de vakgroep / maatschap anesthesiologie. De verantwoordelijkheid voor de implementatie van de richtlijn ligt bij de ziekenhuizen; de anesthesioloog coördineert de lokale afspraken met betrekking tot de organisatie van sedatie. 9
de nva als vereniging Er zijn nationale wetenschappelijke samenwerkingsverbanden gerealiseerd Om de wetenschappelijke kennis binnen de anesthesiologie te vergroten, wordt zowel multicenter als multidisciplinair onderzoek gerealiseerd. Externe partijen als NWO en ZonMw hebben behoefte aan kennis die voor de samenleving relevant is en gebaseerd is op samenwerking van wetenschap met de zorgpraktijk. Dergelijke kennis draagt bij aan verbeteringen in de zorgpraktijk. Voor het vakgebied anesthesiologie is het daarom van groot belang om landelijke onderzoeksprojecten gericht op zorguitkomsten te starten waarbinnen de verschillende centra complementair en multidisciplinair bijdragen aan een sterk wetenschappelijk programma. Hiermee wordt het vakgebied van de anesthesiologie verder ontwikkeld en onderbouwd. Er is een flexibele en competentiegerichte opleidingsstructuur Het veranderende zorgstelsel dwingt ziekenhuizen in toenemende mate tot het maken van strategische keuzes in het aangeboden assortiment aan behandelingen. Dit betekent ook differentiatie in het anesthesiologische aanbod binnen en tussen de ziekenhuizen. Om aan deze gedifferentieerde vraag te voldoen ontwikkelt de NVA de opleiding tot anesthesioloog verder naar een flexibel en competentiegericht model, waarin behaalde competenties belangrijker zijn dan opleidingsduur.
De complexer wordende zorg eist steeds specifiekere kennis en vaardigheden, waardoor de behoefte aan taakdifferentiatie in de vorm van aandachtsgebieden groeit. Om fragmentatie binnen de vereniging te voorkomen, zullen het bestuur en het bureau van de NVA zich voortdurend op de hoogte brengen van de behoeften van de leden ter onderbouwing van de beleidsvorming. De NVA werkt projectmatig aan het realiseren van haar doelstellingen, waarbij in ieder projectplan aandacht wordt besteed aan de communicatie met leden en externe partijen.
De NVA weet haar leden aan zich te binden
Om de vereniging bijeen te houden is het belangrijk om te erkennen dat er binnen het vakgebied anesthesiologie specialistische groei mogelijk is vanuit een zo breed mogelijke algemene basis, zodat elke patiënt voor, tijdens en na de operatie de juiste zorg krijgt. In dat kader is het ook van belang dat er een juiste balans ontstaat tussen diversiteit en uniformiteit, met voldoende ruimte voor ontwikkeling en ontplooiing van aandachtsgebieden. De NVA zal de betreffende secties, als inhoudelijke adviesorganen, raadplegen om ook het moederspecialisme zich inhoudelijk verder te laten ontwikkelen en de aansluiting bij specialisaties te waarborgen. Beleidsvoering is gebaseerd op ruime kennis over behoeften in het veld Leden voelen zich verbonden met de vereniging als ze deze als waardevol ervaren en als het lidmaatschap aansluit bij hun waarden en overtuigingen. De NVA heeft behoefte aan meer kennis over de verwachtingen die de leden hebben van het verenigingsbeleid. Om te ervaren wat er werkelijk leeft onder de leden, zal het bureau vaker werkbezoeken brengen ‘in het veld’. De behoefte aan kennis over de wensen van de NVA-achterban zal alleen maar groter worden naarmate het ledenaantal groeit, waarbij mogelijk ook segmentatie in de communicatie naar verschillende ledengroepen noodzakelijk wordt. Het bureau zal activiteiten ontplooien om met regelmaat ruime kennis en inzicht te verkrijgen en behouden over de wensen in het veld. Deze kennis zet het bureau vervolgens in voor beleidsvorming, beleidsuitvoering en beleidstoetsing. De NVA weet op effectieve wijze haar achterban te informeren Met de toenemende hoeveelheid regelgeving en richtlijnen en de groeiende vraag van externe partijen om informatie over zorguitkomsten is het belangrijk dat de leden over deze beleidszaken en overige verenigingsactiviteiten goed geïnformeerd zijn. De vereniging zal dan ook steeds zoeken naar de meest effectieve wijze om deze informatie met de leden te delen. Hierbij wordt ook onderlinge communicatie tussen leden gefaciliteerd om kennisuitwisseling tussen anesthesiologen te bevorderen.
10
11
Het cursorische onderwijs is verbeterd en de toetsing is Europees georganiseerd De NVA zal de regie voeren bij het evalueren en verbeteren van de inhoud, omvang en organisatiewijze van het cursorisch onderwijs. Hierbij wordt vooral ook aandacht besteed aan wetenschappelijke vorming en worden nieuwe onderwijsvormen zoals e-learning onderzocht. Het toetsen van de theoretische en praktische kennis vindt op Europees niveau plaats, waarbij het Europese examen (ESA deel 1), naast het mondelinge D-examen, het theoretische examen van de Nederlandse opleiding tot anesthesioloog is. De NVA besteedt aandacht aan de arbeidspositie en -ontwikkeling van anesthesiologen De arbeidsmarkt voor jonge specialisten verslechtert: de werkloosheid neemt toe, evenals het aantal tijdelijke contracten zonder uitzicht op een vaste baan. Internationaal is aangetoond dat bij beroepsgroepen als medisch specialisten, onregelmatige werktijden en -belasting een negatieve invloed kunnen hebben op de gezondheid en het sociale leven. Als de dienstendruk te hoog is, is er te weinig tijd om te herstellen. Ouder worden versterkt dit. Al deze factoren kunnen afbreuk doen aan de kwaliteit van de zorg voor de patiënt. De NVA zal onderzoeken welke maatregelen ze kan bewerkstelligen om deze problematiek terug te dringen. De academie biedt een voldoende aantrekkelijk wetenschappelijk carrièreperspectief De vereniging maakt zich zorgen om de opvolging van hoogleraren, omdat er momenteel onvoldoende carrièreperspectief is voor jonge wetenschappers, zie intern onderzoeksrapport ‘Onderzoek naar de positionering academische anesthesiologie’. De NVA faciliteert en/of organiseert gespecialiseerde opleidingstrajecten en masterclasses ten behoeve van het behouden en stimuleren van wetenschappelijk talent.
© Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, 2013